Kranenburgia

English

home - lexicon - links - forum - anglahall - contact

Kranenburgia, Kranenburg, Cranenburgh, Kranenborg, Kranenberg  
 

Kranenburga S-Z

S::

Sacharias~
() Sacharias, Zacharias, Zarijs, Sake

Zarijs Jansz van Cranenburch (1350*-1410*):
Zoon van Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300) en Badeloge Pietersdr van Minnichem, Vrouwe van Sluipwijk, Ravensberg, Gravekoop, etc, te Eikenduinen.
Zarijs is de bouwheer van Huys Cranenburch te Dordrecht. Hij is 1375* ghm NN.
Wapen: Op zwart drie wassenaars in zilver, 2-1 geplaatst. (> Cranenburg)
Udh: Xx Zarijsz (gb 1382) en Ide Zarijs van Cranenburch (gb 1385).
Hun nazaten wonen in Dordrecht en omliggende gebieden.
** Cranenburch Dordrecht, Van Cranenburch Dordrecht

Zacharias Claesz Cranenburgh (1560*-1640*):
Zoon van Claas Claesz van Cranenburgh en NN.
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond.
Ghm Geertge Gerritsdr van Dusseldorp.
Vermeld 4.12.1584 in een getuigenverklaring ten huize van Jan Jacobs Strijckebaart in de Vrouwe Ven (notaris Van der Wuert, Leiden). Zacharias tekent met zijn naam.
Zacharias is bouwman en bezit 18 morgen land, gelegen aan de Stingsloot, zoals is aangegeven op een kaart van Jan Pietersz Dou (1572-1635). In 1591 koopt hij samen met Willem Dammas (Schout van Warmond) 8,5 morgen land achter de Horstcampen in de Vrouwe Ven voor 900 pond Vlaams (rente 80 pond per jaar) van de Abdij van Egmond.
Merk: Xsi (> Xsi, GXW)
Udh: Cornelis Sachriasz, Gerrit Sachariasz, Claes Sachariasz, Jacob Sachariasz, Huych Sachariasz en Maritgen Sachariasdr.
Kinderen genoemd in 1640 (RA Rijnsburg 4).
Boedelscheiding: 21.7.1640 (RA Rijnsburg 3). Cornelis en Gerrit nemen de boerderij over op de grond van de Abdij van Rijnsburg. Zij moeten 712 gld en 16 st betalen aan de andere erfgenamen en daarboven nog 400 gld 'aent weeskint'. Totaal 1221 gld 16 st.

Sacharias Cornelisz van Cranenburgh (1560*-1620*)
Mogelijk een zoon van Cornelis Banen van Cranenburgh (gb 1520) op de Vrouwe Ven te Warmond.
Sacharias is scheepmaker te Leiden. Op 19.5.1584 compareert hij samen met zijn broer Baen Cornelisz en anderen ivm een rentebrief.
# TVP

Sacharias Thijsz Cranenburgh* (1575*-1635*)
Mogelijk een zoon van Thijs Vranken Cranenburgh*.
Woont in Warmond.
Vermeld in 1600 in bron KVL ivm belastingaansalg:

Sacharias Tijszoon, gestelt op 60 gulden, mer hebbende onder eedt zijn goederen begroot onder 10000 gl. vermindert op 90 gl.

Zoon*: Thijs Sakersz Cranenburgh*
# KDL, KVL

Zacharias Claesz van Cranenburch (1600*-1670*):
Mogelijk een zoon van Claas Jacobsz van Cranenburch en NN te Zoetermeer.
Mogelijk woont Zacharias vóór 1664 op zijn land aan de Stingsloot te Warmond. Hij wordt genoemd in de zgn Polderstukken uit 1632.
In 1664 woont Zacharias met zijn gezin op boerderij Pennings aan het Vennemeer. Zijn broer Mees Claesz van Cranenburch woont met zijn gezin in een ander deel van de boerderij. Zacharias heeft in 1664 de helft van 13 morgen 264 roeden weiland in gebruik. De andere helft pacht Cornelis Mees van Cranenburgh, zoon van Mees Claes. Daarnaast pacht Zacharias 11 morgen 295 roeden. Totaal dus 18 morgen 108 roeden.
Alias: Sake, Sacharias Claesz, Sacharias Claas van Cranenburch, Sacharias Claes van Cranenburgh. De naam Van Cranenburgh wordt het meest gebruikt.
** Pennings Vennemeer, NWL, VCK, GXW
# VVR, KDL, SRO (p 148, 173, 177), TVP

Sacramentariërs
Een groep binnen de Hervormingsbeweging die zich sinds 1520 keert tegen de eucharistie en andere sacramenten van de Roomse Kerk. Volgens de Sacramentariërs horen alleen de doop en het huwelijk tot het oorspronkelijke Christendom en zijn de overige vijf sacramenten later door het Vaticaan ingevoerd. Voor de toegevoegde sacramenten zou geen basis te vinden zijn in de Bijbel. Bovendien geven deze sacramenten onnodig veel macht aan de Roomse kerk. Als zodanig vallen de Sacramentariërs onder het religieus Spiritualisme van de voorafgaande eeuwen. Ook Maarten Luther keert zich sinds 1522 tegen de vijf toegevoegde sacramenten. Na 1533 zijn de Sacramentariërs nauwelijks nog te onderscheiden van de Dopers en de Doopsgezinden. Het zijn voornamelijk intellectuelen, die door de Inquisitie zwaar worden vervolgd.
** Spiritualisme, Hussieten, Claas Willemsz van Cranenburg, VWW
# SZO, DAB

Sake
** Sacharias, Zacharias

Salisbury:
Stad in Wiltshire (Wessex) in Engeland. Anno 2006 circa 40.000 inwoners.
Oorspronkelijk heet de stad Sarum en later New Sarum, 3 Km van Old Sarum, een Romeinse en Angel-Saxische stad. In 1220 wordt de bisschopzetel in Old Sarum verplaatst naar New Sarum. Old Sarum raakt daardoor in verval. Anno 1973 resten er alleen nog ruïnes van twee kathedralen en een kasteel. New Sarum krijgt een kathedraal, de St Mary, in typisch Early English style.
Mede hierdoor en door de gunstige ligging aan land- en waterwegen, komt de stad tot grote economische en culturele bloei. Er worden vooral textielproducten en precisie-instrumenten gemaakt. En in 1450 komt er een bibliotheek met o.a. waardevolle manuscripten, w.o. een copie van de Magna Charta. In de loop der eeuwen wordt de architectuur verder uitgebreid met prachtige bouwwerken. O.a. de Church House aan de Crane Street.

Wapen: op een blauw (azur) veld vier banen van goud. Het schild aan beide zijden geflankeerd door een tweekoppige arend (eagle) in goud. De gouden banen symboliseren de rivieren Avon, Bourne, Wily en Nadder, die bij Salisbury samenvloeien. Oudst bekende afbeelding dateert van 1565.

Het wapen van Salisbury doet sterk denken aan het wapen van het geslacht Van Beveren. De oudst bekende afbeedling dateert uit de 10e eeuw, afgebeeld op de zegel van Diederik I van Beveren. Het is dan de vraag wie van wie heeft overgenomen. Normaliter neemt een regio het wapen over van de eerste cq belangrijkste heer van dat gebied. Dit kan betekenen dat Diederik of zijn voorvaders uit Salisbury komen. Dat is dan vrij zeker zijn vader Arnulf de Bevere, afkomstig van Bevere Manor bij Worcester in Engeland. Mogelijk is hij burggraaf van Salisbury geweest.
** Old Sarum, Gewisse, Arnulf de Bevere (wapen), Van Beveren, Diksmuide, Regiowapens
# WP, TGE, ICH, DAB

Sander Fredericsz van Cranenborch (1607*-1667*):
Mogelijk een zoon van Frederik Reyniersz van Cranenburgh (gb 1580).
Geboren en wonend in Amsterdam.
Huwt 11.11.1632 te Amsterdam met Anna Jans.
** Van Cranenburgh Amsterdam
# JKE, DAB

Sara~

Sara Ingendr Cranenburch (1621*-1681*):
Dochter van Ingen Teunisz Cranenburch en Maritge Huijgen.
Geboren in Bleiswijk.
Ghm Aerien Claess uit Pijnacker, alwaar beiden wonen.
# HBB, GA Rotterdam (AAB 742 nr 8 dd 22.9.1640)

Sara Cranenburch (1640*-1700*)
Woont in Amsterdam. Ghm Bries Engelbrecht.
Udh: Abraham (gb 17.2.1664 te Amsterdam).
# JKE

Sara Pieters van Cranenburch (1651*-1711)
Dochter van Pieter van Cranenburch (gb 1616) en NN.
Geboren en wonend in Utrecht.
Vermeld 3.3 en 19.7.1711 in actes ivm haar nalatenschap.
** UTRA
# UTRA, KBG

Sara Ysbrants Cranenburch (1653-1713*)
Dochter van Ysbrandt Huybrechtsz Cranenburch en Trijntje Pieters Witten.
Gedoopt 26.1.1653 te Bleiswijk.
# BKK, DTB Bleiswijk

Sara Pieters van Cranenburgh (1654*-1689)
Dochter van Pieter Cornelis van Cranenburch (gb 1624) en Jannitgen Cornelis Corstiaens te Delft. Zuster van Dirckje Pietersdr (gb 1657*). Woont aan de Turfmarkt in Delft
Huwt 7.5.1679 (otr 23.4.1679) met Corstiaen Ariensz de Groot, schoenmaker, wonend aan de Oude Delft.
16.8.1682 te Delft getuige bij de doop van Pieter de Groot, zoon van Arij Corstiaan de Groot en Geertje willems Schakenbos.
21.7.1684 te Delft getuige bij de doop van Pieter van Nieuwenhuise, zoon van Dirckie Pieters Kranenburg.
Idem 3.3.1686 (Pieter) en 12.2.1688 (Hermanus) van Nieuwenhuisen.
Udh: Pieter (1680 Delft), Adrijaan (1681 Delft).
Corstiaen huwt 2: 27.3.1689 (otr 12.3.1689) met Neeltge Cornelis van Schie, jongedochter wonend aan de Koornmarkt. Corstiaen is inmiddels meester schoenmaker.
Gezien het 2e huwelijk van Corstiaen lijkt Sara vóór 27.3.1689 gestorven.
# GA Delft, Gen. Schakenbos uit Veur, Wilma Heeres (Staphorst)

Sara Cranenburg (1657-1717*)
Dochter van Abram Cranenburg en Aaltje Hendricx.
Geboren 3.10.1657 te Amsterdam.
# JKE

Sara Gerrits Kranenburgh (1664*-1724*)
Mogelijk een dochter van Gerrit Dircksz van Cranenburch (gb 1623) en Grietje Dircksdr van Egmond. Geboren in Warmond.
Huwt 15.6.1687 (otr 1.6) GF te Rotterdam met Adam Jacobse van Kerckhoven, jongeman uit Rotterdam, wonend Achter 't Klooster.
Udh: Jakop van Kerckhove (gd GF 14.3.1688 R'dam).
# DTB GF Rotterdam (ivn 14/077)

Sara Xdr Kranenburg (1698*-1758)
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1663) en NN te Schoonhoven.
Woont in Schoonhoven. Ghm Bartholomeus van Buuren.
Pro deo begraven 20.1.1758 te Schoonhoven.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Schoonhoven)

Sara van Cranenburg (1705-1765*)
Dochter van Corstiaan Pietersz van Cranenburch en Fijtie van Gijsen te Delft.
Gedoopt 12.4.1705 te Delft.
Getuige: Marijtie van Cranenburg.
Huwt 1731 (otr 14.4) te Delft met Bartholomeus van Bueren.
# GA Delft

Savielle & Cranenburgh Printers Ltd Calcutta/India
Drukkerij in Calcutta (India). Uitgever van o.a.:
- 'A Collection of Treaties, Engagements, and Sunnuds, Relating to India and neighbouring countries' van Sir Charles Umpherston. (standaardwerk, 7 vols.; 1862-65)
- Oudh Laws Act (XVIII 1876)
Vrij zeker opgericht rond 1860 door Pascal Mathew Cranenburgh (gb 1810) in Calcutta. In 1858 is hij eigenaar van Military Orphan Press. Later wordt Savielle & Cranenburgh overgenomen door Delmerick Edwin Cranenburgh (gb 1845), een zoon van Pascal Mathew.
** Cranenburgh India

SBW
Stamreeks Bartholomeus II van Wassenaar

Scharmer:
Dorp in gemeente Slochteren, gewest Fivelgo (Fivelingo) in Groningen. Gelegen tussen Kolham en Harkstede. Daar wonen sinds 1595 tot circa 1950 vele Kranenburgs, afkomstig uit Leiden. Onder hen zijn vele turfboeren en veeboeren. Scharmer is namelijk een veengebied, waar van oudsher veel turf wordt gestoken. Na afgraving is het gebied veelal alleen geschikt voor veehouderij. Aldaar vestigen zich ook vele Friezen uit Surhusterveen, nadat het veen in dat gebied is afgegraven. Het zijn voornamelijk zelfstandige ondernemers met een eigen turfbedrijf.

Onderstaande kaart is een uitsnede van de kaart van Fivelingo uit de atlas van F.J.J. von Reilly te Wenen (Schauplatz der fünf Theile der Welt; uitg. circa 1791). De kaart van Reilly wordt gedateerd op rond 1740. (> Scharmer Ee)

 

Scharmer op een kaart van circa 1740

In Scharmer staan oorspronkelijk een kerk en een klooster. De stenen kerk dateert van 1296 en is gebouwd in Romano-Gotische stijl. Naast de kerk bouwen in 1489 de Kruisheren hun klooster Domus Lucis (Huis van het Licht). Kerk en klooster staan naast het kerkhof in de binnenbocht van de Hoofdweg naar Harkstede. Circa 500 meter voorbij de borg van Harke en Hilje Kranenburg. (> Borg Kranenburg Scharmer) In 1600 wordt het klooster in de strijd tegen de Spanjaarden tijdens de zgn Reductie van Groningen volledig verwoest. De kerk wordt Nederlands Hervormd. Eind 18e eeuw raakt ze in verval en wordt daarom in 1824 afgebroken. De preekstoel wordt verkocht voor Fl 50,- aan de NH Kerk te Sellingen, waar ze anno 1997 nog steeds staat.

          

Hierboven een tekening van de NH Kerk uit 1296 in de toestand vlak voor de afbraak in 1824, gezien vanaf de Hoofdweg. Voor de kerk staan o.a. de school, de pastorie en de kosterij. De tekening is na de afbraak gemaakt door Jan Ensing (1819-1894).

Scharmer is tot 1800 een welvarende en deftig dorp met diverse borgen. Het wordt het Wassenaar van Groningen genoemd. Na de afschaffing van de heerlijke rechten tijdens de Bataafse Republiek (1796-1813) wordt het onderhoud van een borg voor vele welgestelden te duur. Velen van hen verhuizen daarom naar Groningen, waar ze veelal een bedrijf opstarten. Scharmer verpaupert daarom langzaam maar zeker.

- De Borg
Gebied tussen de Hoofdweg (noord) en de Borgweg (zuid), vanaf Harkstede (west) tot aan de Rengersweg (oost). Oorspronkelijk hoogveen. Turfwinning heeft het karakter van dit gebied totaal veranderd. Eerst hoogveenturf, later baggerturf. (Vrouger mei 2004 p 29) Op pagina 33 schrijft streekhistoricus Henk Nieborg verder:

Als we zo een historische rondgang hebben gemaakt langs plekken, streken en gehuchten wordt het duidelijk dat Scharmer met zijn hoge venen het middelpunt van het gebied vormde en dan met name het gebied tussen Hoofdweg en Borgweg, beter bekend als De Borg.

In dit gebied wonen sinds eind 16e eeuw vele Kranenburgs. De eerste setler is Thijs Claesz Kranenburg (gb 1565), afkomstig uit Groningen. Thijs is schipper. Hij vestigt zich circa 1595 in Scharmer, mogelijk op de vlucht voor de Spanjaarden en de Inquisitie in stad Groningen. Hij is vrij zeker de bouwer van borg Kranenburg aan de Hoofdweg. (> Borg Kranenburg Scharmer)

- De Hoofdweg
De Hoofdweg of Woldweg in Scharmer is heel oud; een van de oudste wegen van de provincie Groningen. Ze is aangelegd door de in ontginning gebrachte landerijen. De Hoofdweg loopt door Harkstede en Scharmer naar Kolham. Aan deze weg stond de borg Kranenburg van Harke Jans Kranenburg (gb 1690). De weg is een schakel in de verbinding tussen stad Groningen en Ruisenburg naar het oosten. In Vrouger van november 1999 schrijft Henk Nieborg over de Hoofdweg in Scharmer (Harkstede-Kolham) o.a.:

Langs de Hoofdweg ontwikkelde zich winkelnereing. ... In de vorige twee eeuwen, 1700-1900, ontstaan er -in de voedingssector bakkerijen, later ook slagerijen, kruidenierswinkels, ... De landbouwers woonden al eeuwen langs de weg, maar de oudste boerenplaatsen liggen vaak zo'n 100 m van de weg.

Stad Groningen heeft eeuwenlang gestreefd naar de beheersing van deze doorvoerroute naar het oosten. Ze koopt daartoe de edele rechten van Harkstede, Scharmer, Kolham en andere dorpen langs de route. Na 1625 worden de weg en de vaarroute oostwaarts verlegd over Hoogezand-Sappemeer. In 1662 doet stad Groningen daarom de redgerrechten van Scharmer in de uitverkoop. In 1722 komen de rechten in handen van de familie De Valcke.
** Borg Kranenburg Scharmer
# Vrouger (nov 1997, nov 1999, mei 2001), KBG

- Huis te Scharmer
Bron OBS uit 1973 (p 349) schrijft over het Huis te Scharmer:

Na de dood van Geert ... in 1621, werd de borg gerechtelijk verkocht. De omschrijving luidt dan: wijlen Geert Clant borgstede te Scharmer met huis, hof, singel, grachten, schathuis en schuur, met landerijen, aanvangende van de Borg [Borgweg, Borgsloot] ten westen, de olde Ee ten oosten, van de Benningsloot ten noorden tot de Kloosterlaan te zuiden, verder strkkende over de olde Ehe en de Hornevenne, met alle heerlijkheden. Koopster werd de stad Groningen voor 14.000 gulden. De stad verhuurde met ingang van 1621 de behuizing met de hoven, grachten, vissenijen en venen voor 90 daalders per jaar aan Geert Clants weduwe Margreta van Scharpenborch. zij mocht bovendien zoveel turf graven als zij nodig had tot haar 'huisdruft". De overige landerijen werden aan anderen verhuurd.

Eerder schrijft bron OBS (p 34) schrijft over het Huis te Schamer:

De ligging van het huis Scharmer is onbkend. Uit de omschrijving van de koopakte van 1621 zou men opmaken, dat het huis noordwestelijk van de kerk gelegen heeft. Daarentegen tonen kaarten uit de 17e eeuw een huis Clant zuidoostelijk van de kerk. De familie clant woonde toen echter op de Nijenhof, terwijl de huidige boerderij veel noordelijker ligt. Ook weten we niet waar de behuizing lag die Otto Clant [in 1627] verkocht aan Herman van Ballen.

In bron Vrouger van november 2001 (p 41 ev) schrijft Henk Nieborg over de familie Van Ballen en over een acte van 2 januari 1627, waarin wordt verkocht een behuizing, met schuur, heem en hof, poort, singel, grachten, bomen en aanplanting, tuin, land met toebehoren en nog 3 akkers land tussen de Scharmer Hoofdweg en de Borgweg, in gebruik en bewoond door Otto Clant. Koper is Herman van Ballen. De koopsom is 2300 Carolus guldens. Verder schrijft de auteur:

Onduidelijk is nog, welke behuizing dit is. Er worden in de akte geen adellijke rechten genoemd, anders dan "heerlicheyden en gerechticheyden". De rechten behorende bij Het Huis Scharmer zijn op dat moment in het bezit van Stad Groningen!, dus kan met deze behuizing Het Huis te Scharmer bedoeld zijn, maar evenzo een ander huis, bijvoorbeeld het in 1662 genoemde Uikema, in het bezit van de familie Van Ballen -Herman en Jurjen-, ... Dus Uytkema is niet het Huis te Scharmer, maar wat is het dan wel? ... Daarmee kan Uitkema ook hetzelfde als Nijenhoff zijn, ... Maar wat blijkt uit de kadastrale kaart van 1830? Ten zuidwesten van de Hoofdweg, zo tussen de Heerenlaan en de Borgmeren in, om precies te zijn achter het het huis van de familie Van Dijken-Fluks, Hoofdweg nr. 44, vroeger café Venema, ligt een duidelijke borgstede. Het is beslist niet de Rozenburg!, die ligt iets verder naar Kolham. De borgstede is te herkennen aan de U-vorm, deze U-vorm is ontstaan door de demping van de gracht en de slechting van de singels. Binnen de U-vorm kan een weerbare boerderij, een steenhuis of een borg hebben gestaan. ...

Op grond van deze citaten mogen we concluderen dat het Huis te Scharmer zeer waarschijnlijk moet hebben gelegen "Ten zuidwesten van de Hoofdweg, zo tussen de Heerenlaan en de Borgmeren in, om precies te zijn achter het het huis van de familie Van Dijken-Fluks, Hoofdweg nr. 44, vroeger café Venema".

- Kraanstuk
Een stuk land aan de Benningsloot. (Kadasterkaarten Ruilverkaveling Harkstede. # Vrouger mei 1997.) Waarom dit gebied zo heet, is vooralsnog niet bekend. Een hijskraan zal daar niet gestaan hebben. Mogelijk is het een stuk land waar kraanvogels bivakkeerden. Hindrik Harkes Kranenburg (gb 1720) te Scharmer bezit enige stukken land nabij de NH Kerk en noordelijk van de Benningsloot. Op 8.12.1797 verkopen zijn erven de nalatenschap aan Caspar Scholtens. (Acte RAXVIb4 p 123 ev Groninger Archieven) De Benningsloot loopt tussen Scharmer en Harkstede, vanaf de Borgsloot in het zuiden, langs de Hamweg, tot aan de Smerige Ee in het Lageland in het noorden.
# Vrouger (nov 1997), KBG

- Religie
Bron fortunecity.com 14.1.2004 schrijft ivm Sebaldeburen dat Scharmer al in 1231 een stenen kerk bezit. Voordien moet daar dan waarschijnlijk al een houten kerk staan. Andere bronnen beweren dat de kerk is gebouwd in 1296. In de Kroniek van Wittewierum staat (Vrouger mei 1997 p 7):

In het jaar des Heren 1296 werd de nieuwe kerk te Scharmer Gesticht ...
Aangezien geschreven is over een nieuwe kerk, kan het zijn dat de kerk van 1231 verwoest of afgebrand was. In 1489 komt er een klooster, gewijd aan St Helena, voor de Orde van Kruisheren. Kerk en klooster staan in de bocht van de Hoofdweg, naast het kerkhof, tussen Scharmer en Harkstede. Eind 16e eeuw kiezen de Ommelanden unaniem voor Oranje en de Reformatie. In 1594 wordt de Katholieke religie verboden. In 1595-97 worden de kloostergoederen geconfisceerd door de Staten van Groningen. Deze worden sinds 1600 grotendeels verkocht. (GNE) De kerk wordt Nederlands Hervormd. In 1809 wonen in Scharmer: 418 Hervormden, 10 Katholieken, 5 Lutheranen en 2 Mennonieten. (CDS) In 1824 is de kerk dusdanig in verval, dat ze wordt afgebroken. De NH Gemeente ressorteert sindsdien onder de NH Gemeente in Harkstede.

- Taal
Stad & Lande van jaargang 10 schrijft:

Tot de 15e eeuw werd in de Groninger Ommelanden Fries gesproken. De oudste bronnen zijn dan ook in het Oudfries opgesteld, ...

In latere eeuwen rukt het Neder-Saxisch op vanuit het Oldambt. Hierdoor en door sterke immigratie krijgt het Scharmers een ietwat pluriform karakter. Opvallend is echter dat Scharmer en omgeving een taalkundige enclave vormen met o.a. een sterke voorkeur voor de meervoudsvorm s, het lidwoord de en de klemtoon op de laatste lettergreep. Aldus bleek uit een fonologisch onderzoek ergens in de jaren 1980. Andere bronnen beweren dat deze eigenaardigheden op grotere schaal voorkomen in de hele provincie Groningen. Bij (verre) nazaten van Kranenburgs~ uit Scharmer is dit verschijnsel ook geconstateerd. De voorkeur voor het lidwoord 'de', als feitelijk 'het' gangbaar is, staat in schril contrast met het lidewoord 'het' in het Fries en Saxisch. Het verschijnsel deed zich ook voor in het Engels. Het Oud Engels kende the/thý (de) en hit (het), maar dropte in de loop der tijd lidwoord 'hit'. Mogelijk deed zich dat in Scharmer ook voor, alleen minder sterk.
# FRI, COD, KBG

- Anno 1829
In 1829 schrijft H.L. Hulshoff, schoolmeester te Scharmer, in antwoord op vragen voor de provinciale statistieken, over Scharmer o.a.:
- Scharmer heeft geen bossen of meren, wel rivieren (Scharmer Ee).
- Dieren: paarden, runders, schapen, varkens, enz.
- Gewassen: rogge, haver, boekweit, tuinvruchten, gras, riet, etc.
- Delfstoffen: turf en bagger.
- Er worden geen hoge of biezondere kunsten beoefend.
- Er zijn geen fabrieken of "trafijken".
- Wel zijn er timmerbedrijven, kleermakers, schoenmakers, etc.
- De kerk is afgebroken (1829).
- De luchtgesteldheid is doorgaans gematigd en tamelijk gezond.
- In 1825 zijn er een nieuwe school en schoolhuis of kosterij getimmerd.
- Er zijn geen lees- of zanggezelschappen.
- Er zijn landbouwers, veehouders, verveners, arbeiders en dagloners.
- De regiotaal is divers, maar meestal toch Nederduits (-saxisch).
- De mensen zijn er werkzaam en minzaam.
- Biezonderheden: de borgen Rozenburg (1834 afgebroken), Tilburg en Overveen, waar ook bossen zijn.
# Vrouger (mei 1999 p 21)

- Economie
Oorspronkelijk wordt gejaagd op hazen, vossen, grevings (dassen), bunzings en otters. Sinds de 11e eeuw wordt turfwinning de belangrijkste bron van inkomsten. De systematische vervening begint circa 1600, zoals in praktisch heel Oost Groningen. (NGE > Scheepsbouw) Bron AWA schrijft hierover bij Scharmer en de Scharmer Ee:

De menigvuldige veengronden en baggerijen hebben misschien aanleiding gegeven tot het stichten van eenige buitenverblijven alhier, gelijk Rozenburg, Tilburg, Overveen en Werk-en-Rust.
...
Vóór ruim 70 jaren [tot circa 1770] was deze stroom [de Scharmer Ee] nog zoo breed, dat hij door tjalkschepen bevaren werd, die van hier veel turf naar Hamburg afvoerden; het oude bed kan op eenige plaatsen wel 20 ell. breedte houden, doch thans [1842] bedraagt de wijdte algemeen niet meer dan 6 ell.

In Scharmer en omliggende gebieden wordt zoveel gebaggerd dat de Staten van Groningen beducht zijn voor ontgronding. In 1771 verschijnt daarom het plakkaat, waarbij grondbezitters verplicht worden "eene zekere soms gelds" aan de provincie te betalen. Later verbouwt men ook haver, aardappels, tuinvruchten, rogge, gerst en boekweit. Het laatse op de afgebrande bovenlaag van de turf en heide. (Ds Fournier) Na de afschaffing van de heerlijke rechten in 1798 door de Bataafse Republiek verkopen de rijken van Scharmer massaal hun dure buitenverblijven en verhuizen veelal naar stad Groningen om daar aan de slag te gaan. Het leven op het land is te duur geworden. De armoede groeit. In 1820 vertrekt Hendrik Ipes Kranenburg (gb 1795) naar Groningen, waar hij aan de Steentilstraat een winkel start met "Koloniale Waren". In 1824 wordt de NH Kerk (van 1296) afgebroken. De kerkelijke gemeente wordt samengevoegd met die van Harkstede. Dominee Johan Willem Beckering Ehl wordt ontslagen. Hij maakt er een vers op:

Scharmer, o Scharmer,
Hoe langer, hoe armer,
Scharmer vervalt hoe langer hoe meer,
Scharmer krijgt nooit geen dominee meer.

De borgen in Scharmer raken in verval door gebrekkig onderhoudt. Het verval is zo erg, dat ze worden afgebroken. Rond 1830 borg Kranenburg. In 1835 borg Rozenburg. Pas sedert circa 2008 stijgen de kansen weer. Sommigen dromen al van het Wassenaar van Groningen, zoals Scharmer vroeger wel eens werd genoemd.
** Kranenburg Scharmer, Thijs Claesz Kranenburg (gb 1565), Harke Jans Kranenburg (gb 1690), Kranenburg Groningen, Turfindustrie, Borg Kranenburg Scharmer, VSH
# Vrouger, Geschiedenis van Slocheteren (K. ter Laan 1962), FRI, AWA, DAB, KBG
 
Scharmer Ee:
Oorspronkelijk een rivier in Scharmer. Later gekanaliseerd. De Schermer Ee is een rivier met een heel oude historie. Ze kwam uit de venen van Westerbroek, Scharmer en Harkstede en stroomde daarvandaan naar Schaaphok in het noorden van Scharmer, waar ze samen met de Slochter Ee als rivier de Fivel verder stroomt noordwaarts langs Woudbloem, Schaaphok, Luddeweer en Hoog Hammen naar Woltersum, waar de Kleistroom in de Fivel mondt. Daarna liep de Fivel door naar de Eems. (> Ax: Fivelingo) Bron K700 schrijft:

De eerste delen van de Scharmer Ae zijn recht en wellicht gegraven, waarbij op oude kaarten van 1853 de Scharmer Ae nog tot de Hoofdweg in Scharmer doorloopt, dus vlakbij de grens met Kolham.
Bron AWA (1842) schrijft over de Scharmer Ee o.a.:
Vóór ruim 70 jaren [dus rond 1772] was deze stroom nog zoo breed, dat hij door tjalkschepen bevaren werd, die dan van hier veel turf naar Hamburg afvoerden; het oude bed kan op eenige plaatsen wel 20 ell. breedte houden, doch thans bedraagt de wijdte algemeen niet meer dan 6 ell.
Kennelijk is de Scharmer Ee rond 1772 helemaal gekanaliseerd. Kanalisatie begint in de 18e eeuw om o.a. het water sneller af te voeren. Aangezien bron AWA een zeer groot werk is, dat geschreven moet zijn over een periode van zeker 10 jaren, zal het onderdeel over de Scharmer Ee van ergens halverwege 1837 kunnen dateren. De kanalisatie van de Scharmer Ee zal dus eerder dateren van circa 1767.



            

Bovenstaande kaart is gemaakt rond 1781 door Theododus Beckeringh (1712-1790), jurist en advocaat aan de Hoge Justitiekamer van Groningen. Daarnaast is hij ontwerper, tekenaar en graveur. Beckeringhs kaart van 1781 komt 31 jaar na de opmaak van de acte van verdeling van de nalatenschap van Harke en Hilje Kranenburg. Daarin is de locatie van hun heemstede exact aangegeven. Op bovenstaande kaart is de heemstede van Harke en Hilje Jans Kranenburg aangegeven met de oranje H. Aangezien de Scharmer Ee mogelijk rond 1767 is gekanaliseerd, lijkt de kaart van Beckeringh de situatie van vóór 1767 weer te geven. Naar zeggen zijn de kaarten van Beckeringh niet helemaal correct. Mogelijk heeft hij veel overgenomen van andere, oudere maar toch niet erg oude kaarten. Kaarten werden in die tijd nog vrij zelden gemaakt. Van Groningen verschijnen in de 17e eeuw circa 5 kaarten en in 1700-1750 circa 4. Beckeringh zal zich dus voornamelijk concentreren op de kaarten uit 1700-1767. Zijn kaart zal dus de topografie van halverwege kunnen weergeven. Dus van rond 1734 + enige toevoegingen.

            

Bovenstaande kaart dateert van rond 1791 en komt voor in de bekende Hottinger Atlas van Noord en Oost Nederland, gemaakt in 1773-1794. Het deel van Groningen dateert van 1788-1794. De heemstede van Harke en Hilje Jans Kranenburg is op de kaart aangegeven met de oranje H1. Op de kaart is de Scharmer Ee recht en dus gekanaliseerd getekend. Aangezien de Hottinger Atlas is samengesteld door vakbekwame militaire cartografen, moeten we aannemen dat die atlas de juiste weergave is van in ieder geval de situatie sinds circa 1791. De kanalisatie van de Scharmer Ee zal dus inderdaad ergens rond 1767 gerealiseerd kunnen zijn.

             

Bovenstaande kaart is een uitsnede van de kaart van Fivelingo uit de atlas van F.J.J. von Reilly te Wenen (Schauplatz der fünf Theile der Welt; uitg. circa 1791). Reilly zal voor zijn verzameling en de publicatie naar schatting toch zeker vele jaren nodig hebben gehad. De kaart was toen zeker al enige decennia oud. De kaart is beduidend meer gedetailleerd dan de kaarten van Beckeringh en Hottinger. De maker lijkt de regio dus goed te hebben verkend. Meest opvallend van de Reilly kaart is de Scharmer Ee die nog meandert naar het noorden. Volgens bron AWA is de Scharmer Ee rond 1767 gekanaliseerd. De Hottinger kaart van 1791 sterkt deze optie. De Reilly kaart toont echter geen enkele kanalisatie. Ze moet dus van vóór 1767 zijn. Dus ouder dan de Beckeringh kaart van 1781, die de topografie weergeeft van rond 1734 en ook geen kanalisatie toont. Het moet dus wel dat de Reilly kaart is gemaakt vóór 1767 op grond van andere kaarten + eigen verkenning. Aangezien de Beckering kaart dateert van 1734, zal de Reilly de Beckering kaart van 1781 niet kunnen hebben gebruikt. Aangezien op de Beckering kaart borg Kranenburg niet voorkomt, en op de Reilly kaart wel, zal de Reilly kaart ook moeten dateren uit de periode 1700-1767. Dus ook uit circa 1734.

De 2e borg aan de Hoofdweg (aangeduidt met oranje H) zal derhalve de borg van Harke en Hilje Jans Kranenburg moeten zijn. Harke is geboren rond 1690 en gaat rond 1721 op locatie H wonen. Aangezien op de Beckering kaart van 1734 de borg niet voorkomt en op de Reilly kaart wel, zal de Reilly kaart iets later kunnen zijn gemaakt. Dus mogelijk ergens rond 1740. Op grond van de beschikbare gegevens mogen we dus concluderen dat de borg is gebouwd tussen 1734 en 1740. Dus ergens rond 1737.
** Scharmer, Harke Jans Kranenburg (gb 1690), Borg Kranenburg Scharmer, PgAng/Scharmer
# K700, KBG

 
Scheepsbouwers:
1480-1570 Mathijs Claesz van Cranenburch B!+// DenHaag ...ww:zh:
1525-1585 Claes Thijsz Cranenburgh B!+// Warmond-Haarlem-Groningen ...cd:zh:gr
1548-1608 Garbrant Claesz Cranenburgh B!+// Haarlem-Groningen ...cd:zh:gr:
1555-1625 Dirck Cornelisz Cranenburgh (Oude) B!+// Warmond ...cd:zh:
1573-1655 Dirck Cornelisz Cranenburch (Jonge) B!+// Warmond ...cd:zh:
1621-1690 Hindrick Jansen Kranenburg B!+// Scharmer-Groningen ...ws:gr:
1632-1692 Roelef Jansen Kranenburg B!+// Scharmer-Groningen ...ws:gr
1650-1710 > Marritje Maertensdr Kranenburgh // Oudshoorn/Woubrugge ...zh:
1670-1730 Matheus Cornelisz Kranenburg B!+// Leiden*-Woubrugge ...cd:zh:
1729-1789 > Marijtje Xdr Kranenburg // Oudshoorn/Woubrugge ...:zh:

Scheepswerven:
** Scheepsbouwers

Schellingen
Muntsoort
** Valuta

Schepenacten
Acten gesloten tegenover schepenen. Voornamelijk door andersdenkenden, bij gemengde huwelijken en bij hypotheken. Tegenwoordig worden deze acten opgesteld door notarissen.
# PAMA

Schepenbank
Een schepenbank bestaat uit een aantal schepenen die allerlei bestuurlijke en juridische zaken afhandelt onder voorzitterschap van de schout. Schout en schepenen worden gekozen door de Heer van de Heerlijkheid ofwel rechtsgebied.

Schepenhuwelijken
Dit zijn burgerlijke huwelijken gesloten voor Schout en Schepenen van de stad. Mensen die niet voor de (RK) kerk willen trouwen, maken daar tot in de 17e eeuw veel gebruik van. Dat zijn voornamelijk de Protestanten.
Een schepenhuwelijk is volledig gelijkwaardig aan een kerkelijk huwelijk.
** SH
# RA Leiden, DAB

Scheveningen
Scheveningen strekt zich in de 13e eeuw uit vanaf de Noordzeekust tot aan de Beeklaan, Raamweg, Elandstraat en Mauritskade in Den Haag. Het omvat daar dus o.a. Segbroek.
** Leengoed Wassenaar, Wildernisse
# DHG (p 35)

Scheveningse Bosjes: > Den Haag
Schilders: > Kunsr & Cultuur
Schilderkunst: > Kunst & Cultuur

Schotvrijheid
Vrijstelling van belastingen.
** Welgeborenen

Schrijvers:
Literair, wetenschappelijk, journalistiek, etc.
Mathijs Harmans van Cranenburch (1543-1603 Leiden) - Gedichten, Liederen.
Henricus Cranenburch (1554-1624 Rotterdam) - Filosofie, Gedichten.
Frederik Reyniersz van Cranenburgh (1580-1640 Amsterdam) - Reformatie, Recht.
Joannes Georgius Guilhelmi van Cranenburgh (1637-1703 Maasniel/Roermond) - Religie.
Henricus Petri Cranenburch (1639-1699 Leiden) - Recht, Filosofie.
Xx Cranenburgh (1677-1737 Bengalen/India) - Lawbooks.
Henri van Cranenburgh (gb 1750) - Filosofie-Theologie.
Delmerick Edwin Cranenburgh (1845-1915 Bengalen/India) - Criminal Cases.
Roelof Kranenburg (1880-1956 Groningen) - Staatsrecht, Administratief Recht, etc.
Ipojé Hendrik Kranenburg (1901-1981 Sumatra) - Brieven aan zijn zuster Emmie (bundel).
Lena van Kranenburg (gb 1905 Rotterdam) - Boekje over haar vader.
Ypo Willem Kranenburg (1907-1981 Almelo) - Radicalisme, Juridische Zaken.
Bernard Wilhelm Kranenburg (1912-1994 Wierden) - Buitenlands Beleid, Monetaire en Juridische Zaken.
Johan Leopold Kranenburg (gb 1916 DenHaag) - Staatsrecht, Juridische Zaken.
Tineke Kranenborg (gb 1928 Amsterdam) - Automatisering.
Jan van Kranenburg (gb 1928 Moordrecht) - Kunst, Rotterdam, Moordrecht, etc.
Reender Kranenborg (gb 1942 Amsterdam) - Religie, Boedhisme.
Jaap Kranenborg (gb 1951 Amsterdam) - Romans.
Mark Kranenburg (gb 1954 Rotterdam) - Journalistiek.
Oda van Cranenburgh (gb 1955) - Politicologie.
Ben van Cranenburgh (gb 19--) - Neurofysiologie.
Margit Kranenburg (gb 19-- Japan) - Journalistiek.
Heather Kranenburg (gb 19-- USA) - Biografie.
Nadine Cranenburgh (gb 19-- Bengalen/India) - Avonturen.
Hans van Kranenburg (gb 1970 Nijmegen) - Corporate Strategy.
Bianca van Kranenburg (gb 1973 Spijkenisse) - Jeugdervaringen.
Marieke Kranenburg (gb 1978 Amsterdam) - Computational Chemistry.
Bram Kranenburg (gb 1980* Tilburg) - Inventory Control.

Schuinkruis
** Andrieskruis

Schutpatroon
Heilige of engel die wordt beschouwd als beschermer van een land, stad, gilde, familie of persoon. Ook wel genoemd beschermheilige of patroonheilige. De schutpatroon wordt apart vereerd en kan bij ziekte of andere nood worden aangeroepen. Het kan o.a de heilige zijn van wie men de naam heeft gekregen.
** Hagiografie, Andreas, Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh, Winkelhaak, Thomas

SCW
Mogelijke stamreeks Van Cranenburch Harderwijk.

Engelbert II van Cranenburg
Meus van Cranenburg
Jan Meusz van Cranenburg
Johan van Cranenburch
Jan van Cranenburch
Johan van Cranenburch
1335-1421
1370-1430
1400-1460
1435-1507
1475-1535
1520-1580
 Eikenduinen
 Overijssel*
 Gelderland
 Rheden
 Harderwijk
 Harderwijk
Latere Kranenburgs~ op de Noord-Veluwe voeren als wapen: op een veld van goud een blauwe kraanvogel. Dit is typisch een familiewapen van Cranenburchs~ in Holland. E.e.a. maakt het derhalve zeer waarschijnlijk dat de Van Cranenburchs uit Harderwijk inderdaad via Engelbert II afstammen van Cranenburg Bleiswijk.
** Van Cranenburch Harderwijk, FW Van Cranenburch Holland

Sebastiaen van Cranenborch (1518*-1578*):
Zoon van Dierck van Cranenborch en Katharine Noppen in Den Bosch.
# bossche-encyclopedie.nl 23.8.08 (Erfdeling RA1843 23.1.1541 f40)

Sebastiaan van Craenenburg (1710*-1770*)
Woont in Stoppeldijk (Zl). Ghm NN.
Zoon: Johannes van Craenenburg

Segbroek
** Eikenduinen

Segebaldo Cranenburg (1405*-1480*)
Segebaldo is een zoon van Mauritius von Bachtenbrock, maarschalk in dienst van het leger van de aartsbisschop van Bremen. De von Bachtenbrocks zijn een aanzienlijk geslacht te Bremen. Mauritius wordt rond 1410 door de aartsbisschop van Bremen beleend met Cranenburg Neder-Saxen en het ambt van maarschalk. In 1435 is Segebaldo ermee beleend. Kapelaan Wolter schrijft in zijn Kroniek van dat jaar bij het aantreden van de nieuwe bisschop Boldewin van Bremen: 'En maarschalk Segebaldus draagt het opgeheven zwaard voor de aartsbisschop (Boldewin) in de rechter hand'.
Segebaldo neemt als heer van Cranenburg zelf ook de naam Cranenburg aan. Na het verdwijnen van het geslacht Kind (Kynt), de vorige heren van Cranenburg, wordt het erfambt van maarschalk niet meer bedreigd en nemen de latere erven van Cranenburg de naam Marschalk aan.
Segebaldo ging voortvarend te werk in zijn ambtsgebied. In 1435 bouwt hij een brug over de Oste naast de borg en gaat hij tol heffen voor alle passanten (boten en mensen). In 1461 bouwt hij een kerk in het naburige Hechthausen en laat hij een klok gieten voor zijn huiskapel met de inscriptie: Anna bin ick geheten, Segebaldo leth mi gethen. Ook bouwt hij een toren waarin de klok komt te hangen.
** Kranenburg Neder-Saxen
# NCK

Selia
** Celia

Selwerd:
- Dorpswierde zuidelijk van Oldehove, Groningen.
- Wijk in NW van stad Groningen, aan het Van Starkenborg Stachouwer Kanaal. Oorspronkelijk een dorpswierde horend onder Noorddijk. Genoemd naar Abdij Silae van de Benedictijnen, gesticht rond 1211. Oudste vermelding is van 1254. Omvat oorspronkelijk circa 1500 Ha. Ooit stond er kasteel Selwerd, maar dat is in 1337 verwoest in een strijd met de stad Groningen. Resten zijn nog te zien in de wijk Huppels in Groningen. De heerlijkheid en het Gericht Selwerd vallen nadien onder het rechtsgebied van Gorecht. De betekenis van het Gericht Selwerd blijft echter groot. Zo groot dat Gorecht vaak Selwerd wordt genoemd. In 1648 is Jan Roelofs Kranenburg (gb 1595) assessor van het Gericht Selwerd.
** Stechman, Noorddijk
# GNE, KBG

Seselia
** Celia

SH
Schepenhuwelijk
** Schepenhuwelijken

Sibilla Craneberg (1642*-1702*):
Vrij zeker een dochter van Henricus Cranebergs en Anna Sibilla te Swalmen*.
Huwt 1670* in de Lambertus Kerk te Swalmen met Henricus Bussings.
Alias: Sibilla Craneveldt
Udh: Joannes Busings (gd 27.6.1672 Swalmen).
# KBS (DTB Lambertus Parochie Swalmen; 26.4. fol 20; RAL)

Siebrig Kranenberg (1913-1973*)
Geboren op 21.1.1913 te Amersfoort. NH gedoopt. Dochter van Pieter Kranenberg en jonkvrouwe Siebrig de Sturler de Frienisberg.
Siebrig is bibliothecaresse aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam.
# PKG

Sietje
** Sijtje

Sietske Kranenburg (1897-1957*):
Dochter van Nicolaas Kranenburg en Klasina Luikinga. Geboren 18.4.1897 in Groningen.
Huwt 12.9.1918 te Groningen met Nicolaas Josephus Wolthers, geboren 15.1.1898 te Groningen, zoon van Christiaan Johannes Wolthers en Affein Idskes. Nicolaas is voerman.
Udh: Affina (Groningen 21.9.1919).
# GKH

Sietske Kranenburg (1900-1960*)
Dochter van Willem Kranenburg en Geertje Zielstra. Geboren op 20.2.1900 in Groningen.
Huwt 6.11.1919 te Groningen met Fokke Smith, geboren 12.2.1899 te Groningen, zoon van B. Smith en Heika Suk. Fokke is voerman.
# GKH

Siggefridus de Craneberch (1115*-1175*):
Zoon van Xx de Craneberch (gb 1080) en NN te Craneberg (nu Kranichberg) bij Burgen in Oostenrijk. Woont op burcht Craneberch te Burgen. Ghm NN.
Genoemd circa 1150 in een oorkonde. De burcht dateert van circa 1130.
** Craneberch Burgen
# burgen-austria.com 15.12.09

Signalementen
** Willem Diderik van Cranenburg (gb 1808)

Silkstead Hampshire, England
Gehucht in Otterbourne (Hampshire), gelegen circa 6 Km ZW van Winchester, halverwege de weg naar Southampton. Aldaar ligt Cranbury Park, waar Cranbury House staat.
** Otterbourne Hampshire, Cranbury House Silkstead, Cranbury Park Silkstead

Simon~
** Symon~

Singel
ONL: omwalde gracht.
WMN: buitenmuur, ringmuur.
** Harke Jans Kranenburg (gb 1690)

Sitie~
** Sijtje~

Slaperdijk Veenendaal
Oud veengebied tussen de Amerongse Berg en de Emminkhuizerberg bij Renswoude en Veenendaal. Het gebied wordt beheerd door het Veenraadschap der Gelderse en Stichtische Veenen, opgericht in 1548 bij octrooi van Karel V. Het sticht daartoe het veengraversdorp Veenendaal. In 1905 verandert het Veenraadschap juridisch in een Waterschap. Als zodanig blijft het bestaan tot 1948.

In 1652 wordt de Slaperdijk aangelegd om grote overstromingen te weren in de Vallei tussen Rhenen, Amersfoort, Leusden, Woudenberg, Renswoude en Venendaal. De dijk wordt beheerd door het 'College ter directie van de Slaperdijk'. Dit college voert in 1705 het volgende wapen:

Gevierendeeld: I) Amersfoort: op zilver een rood kruis; II) Leusden: op goud drie kruikenbladeren; III) Woudenberg: verticaal doorsneden; L) op goud drie zwarte hanen; R) gewaaierd acht velden afwisselend goud en blauw; IV) Renswoude: op zilver 2 gekartelde dwarsbalken in rood; het geheel blauw omzoomd met ingestulpte kartelrand; V) midden: in goud een kraanvogel in zilver met een steen in de rechter poot.

Het wapen is afgebeeld op een kaart van 1705 en verder op de toen gesneden zilveren zegelstempel van het College. Het middenschild is mogelijk afkomstig van de toenmalige dijkgraaf. De gelijkenis van dit middenschild met het oudste wapen Van Cranenburch Bleyswyck is nagenoeg volledig. De kraanvogel is volgens de wapenbeschrijving weliswaar in zilver, maar is oorspronkelijk waarschijnlijk blauw geweest. In Veenendaal woont in de 17e eeuw Aernt Dircksz van Cranenburch (1630-1690), vermeld in 1665. Mogelijk is hij of een zoon van hem de genoemde dijkgraaf.

Mei 1940 wordt de Slaperdijk zwaar bestookt door het 368e Duitse Regiment Infantrie. Kennelijke met het doel de dijk te vernielen en daarmee een overstroming van het gebied te veroorzaken. Het plan mislukt echter dankzij de succesvolle verdediging door de 2e Sectie M.C. van het 22e Regiment Infantrie van het Nederlandse Leger.
** FW Van Cranenburch Bleyswyck, Renswoude
# Museum het Kleine Veenloo te Veenendaal, DNL (1933 V51 p 485 ev), DAB

SLB
Stichting De Lansingh Bronnen.

Sleebosch
Ambacht bij Den Haag. Leengebied van Hof van Wassenaar.
Bezit van de helft van de koren- en smaltienden:
1300*-1330: Ghisebrecht heer Engebrechtsz
1330-1362*: Willem van Cranenburg
1362*------: xxx
-------1463: Heer Aernt van Duvenvoirde
etc
Genoemde Ghisebrecht heer Enghebrechtsz is mogelijk een zoon van Engelbert I (Enghebrecht) van Cranenburg. Willem van Cranenburg is immers een zoon van deze Engelbert en het is usance dat bij leenoverdracht familieleden aan de rechte zwaardzijde (= vaderlijke lijn) een voorkeursoptie hebben. Ghisbrecht is dus mogelijk een (oudere) broer van Willem van Cranenburg.
Uit de formulering Ghisebrecht heer Engebrechtsz blijkt dat Engelbert I van Cranenburg ridder is.
Vooralsnog is de streek niet terug te vinden. Mogelijk was het een sleedoornbos die later is verdwenen. Bijvoorbeeld door kap en ontginning.
** Leenopvolging, Zwaardzijde, HRAC
# OVG 1978 (p 204), HRAC, FRI

Sleswig
Ndl: Sleeswijk.
- Zuidelijk deel van Denemarken, grenzend aan Duitsland. Ook wel Zuid-Jutland genoemd. Hoofdstad van deze regio is Aabenraa.
- Noordelijk deel van deelstaat Sleswig-Holstein in Noord-Duitsland. Hoofdstad van deze regio is de stad Sleswig aan de Oostzeekunt. Regio Selswig is pas sinds 1920 bij Duitsland gekomen na een referendum. Voordien hoort dit gebied bij Denemarken.

Sleswig is oorspronkelijk een hertogdom in Denemarken. De zuidgrens wordt gevormd door rivier de Eider. Door vererving komt het zuidelijk gebied in de 19e eeuw bij Pruisen. Pas na het referendum in 1919 erkent Denemarken deze situatie. Anno 2007 vormen deze twee gebieden samen een Euregio met Aabenraa als bestuurcentrum.

In de 1e eeuw nC is Sleswig bewoond door Angelen (oostkust; Oostzee; > Angelen) en Avionen (westkunst; Noordzee). De Avionen zijn een subgroep van de Jutten. Sinds de 8e eeuw nC wonen aan de weskust ook Friezen uit Friese kunstgebieden in Noord Nederland. Wanneer Sleswig ontstaat is niet zeker. Angeln ontstaat rond 650 vC en existeert zeker tot 489 nC, als koning Eomar sterft. Hij wordt de laatste koning van Angeln genoemd. Rond 345 is Wig geboren. Hij wordt onderkoning van Sleswig genoemd. Met onderkoning wordt vaak burggraaf bedoeld. In dat geval is Wig burggraaf van de stad Sleswig. Mogelijk onder de koning van Angeln. Een koning van Sleswig wordt in die tijd immers nergens genoemd. Kennelijk bestaat Sleswig in die tijd niet als koninkrijk. Wel wordt later over het Hertogdom Sleswig gesproken, dat onderdeel is van Denemarken. In de 9e eeuw wordt de eerste koning van Denemarken genoemd. Ene Godfried die door de Danewirke een muur bouwt tusse de Eider en de Schlei bij de stad Sleswig, om de zuidgrens te beschermen. (WP) De Danewirke is gebouwd in 737 en wordt geïnterpreteerd als een aanwijzing van het ontstaan van het Deense Rijk. Sleswig is daarom vrij zeker tot circa 650 een onderdeel van het koninkrijk Angeln. Temeer omdat het in een gebied ligt waar sinds de 1e eeuw nC hoofdzakelijk Angelen wonen. Wig moet dus inderdaad een burggraaf zijn van de stad Sleswig, gelegen in het koninkrijk Angeln. Als zodanig is hij mogelijk verwant aan het Anglische koningshuis.

Aangezien Angeln in de 1e eeuw nC een zelfstandig koninkrijk is en de Friezen pas in de 8e eeuw in Sleswig settelen, moet Sleswig oorspronkelijk alleen of hoofdzakelijk zijn bewoond door Avionen. Daar Sleswig in het zuiden grenst aan Holstein, kunnen in Sleswig ook enige Saxen uit Holstein wonen in die tijd. Als koning Eomar in 345 nC sterft als laatste koning van Angeln en de Angelen daarna massaal migreren naar Engeland, kan Angeln zo verzwakt zijn, dat het gebied onder Sleswig komt. Dat zal dan ergens rond 600 nC gebeurd zijn, als de meeste Angelen zijn vertrokken naar Engeland of andere gebieden op het Continent. (> Angelen) Maar pas in 1115 krijgt Sleswig de status van hertogdom. In dat jaar benoemt koning Niels van Denemarken zijn neef Canute Lavard tot graaf (earl) van Sleswig. Niet lang daarna benoemt Canute zichzelf tot hertog van Sleswig.

Wapen: op goud boven elkaar twee kruipende leeuwen in blauw gericht naar links, rood getongd en geklauwd.
Vlag: een rood veld met daarop een wit kruis. Gelijk aan de Deense vlag.
** Angeln, Freawin (gb 320)
# WP, WKP 24.11.07

SLN
Smedenlijst Nieuwkoop
Nieuwkoop heeft sinds de 14e eeuw opmerkelijk veel smederijen. Ook de Kranenburgs~ aldaar zijn van oudsher werkzaam in die bedrijfstak. Hieronder volgt een lijst van die Kranenburgs~ van wie is achterhaald dat ze als smid werkzaam zijn geweest. Vaak ook hebben ze een eigen smederij. De meeste smederijen zijn kleine bedrijven met hooguit 2 of iets meer personen. Enkele zijn groter. Vooral sinds de 19e eeuw, dankzij rationalisatie van het bedrijfsproces. Onder hen is D. Kranenburg. Een smederij die in 1880 is opgericht en tot in de 20e eeuw bestaat.

naam
Pieter Kranenburg
Cornelis Teunisz Kranenburg
Christiaan Kranenburg
Jacob Kranenburg
Leendert Kranenburg
Christoffel Kranenburg
Johannes Kranenburg
Jan Kranenburg
Jacob Dirksz Kranenburg
Dirk Gijsbertsz Kranenburg
Jacob Kranenburg
Gijsbert Christiaansz Kranenburg 
Christoffel Dirksz Kranenburg
Pieter Leendertsz Kranenburg
Klaas Kranenburg
Gijsbert Dirksz Kranenburg
Dirk Kranenburg
Teunis Johannesz Kranenburg
Jacob Dirksz Kranenburg
Teunis Pietersz Kranenburg
Vries Kranenburg
Dirk Kranenburg
Johannes Teunisz Kranenburg
Gerrit Kranenburg
Willem Kranenburg
geb--ovl
1752-1812
1819-1894
1820-1880
1821-1878
1822-1868
1825-1853
1826-1866
1829-1860
1830-1877
1831-1882
1839-1865
1852-1877
1854-1914
1854-1932
1855-1915
1856-1947
1858-1885
1859-1918
1863-1944
1889-1969
1891-1951
1891-1966
1894-1973
1896-1969
1897-1980
 
** D. Kranenburg, Joh. Kranenburg, W. Kranenburg
# GNS

Sluipwijk
Ambacht in de Reeuwijkse Plassen bij Gouda. Lenen:
.....-1281: Ogier Heer Gillesz van Voorschoten
-3.3.1321: Pieter van Minnichem
18.3.1383: Alijd Jansdr van Cranenburg, dochter van Badeloge Pietersdr van Minnichem.
3.11.1408: Gijsbert Spronc van den Werve, zoon van Alijd van Cranenburg.
etc
Het gebied wordt sinds de 17e eeuw verveend. De turf wordt gebruikt door de keramiekindustrie (pijpen) en de bierbrouwerijen van Gouda. Het gebied raakt echter uitgeveend, waardoor in de 19e eeuw grote plassen zijn ontstaan. Men overweegt de plassen droog te malen, maar besluit uiteindelijk tot behoud van het unieke natuurgebied. Anno 2005 is het een ideaal watersportgebied.
** Cranenburch Gouda
# OVG 1990

SMB
= stamboom

Smederijen Nieuwkoop
** SLN

SMW
Survey of Medieval Winchester
Derek Keene en Alexander Rumble
Oxford University Press, 1985
In dit boek komen o.a. voor Cranes~ wonend in Winchester:
1330-1404 Hugh Craan/Crane (div pg); ghm Joaan Xx (1350-73); Isabel Colshill (1375+)
1352-1412 John Craan/Crane, zv Hugh (p 468, 489, 904, 1453); ghm Eleanor Xx
1363-1423 Robert Cranebourne/Cranbourne "1398, 1404, 1417 (p 706, 794, 891, 1207)
1430-1490 William Cranby "1462-3, 1467-8 (p 800, 1207)
1436-1496 Richard Craan "1471-2 (p 800, 980)
1437-1497 Joan Crane, mgl zuster v Rchard "1471-2 (p 980, 1207)
1438-1498 William Crane "1473-4 (p 651, 1207) =* William Cranby
Cranbourne, Hants. (p 1453)

William Cranby "1462-3, 1467-8 en William Crane "1473-4 zijn vrij zeker dezelfde persoon. Deze William Cranby/Crane zal dan rond 1434 geboren kunnen zijn en derhalve een broer van Richard Craan en Joan Craan. Hun vader is dan ene Xx Craan/Crane die ergens rond 1400 geboren moete zijn en derhalve heel goed een zoon kan zijn van John Craan/Crane en diens vrouw Eleanor Xx. John Craan is volgens bron SMW een zoon van Hugh Craan/Crane. Hij is geboren rond 1352. Zijn moeder is dan Joan Xx, de eerste vrouw van Hugh. De naam Joan Crane betekent in deze optiek dat zij nagenoeg zeker een nazaat is van Hugh Craan en Joan Xx. Robert Cranebourne/Cranbourne kan in deze regio/tijd-optiek een zoon zijn van Hugh Craan en diens vrouw Joan Xx. De naam Cranby lijkt een sterke verwijzing naar de herkomst van Hugh Craan, die waarschijnlijk een zoon is van Dirck van Cranenburg (gb 1295) in Eikenduinen bij Den Haag. (> Hugh Craan gb 1330) Bovendien lijkt daarmee de naam Cranby rond 1462+ (nog) in zwang te zijn. Dat lijkt te bevestigen dat Cranbury House in Otterbourne inderdaad is genoemd naar Hugh Craan of een nazaat van hem, zoals op andere gronden reeds is verondersteld. (> Cranbury House Otterbourne) De namen Cranby en Cranbury zijn namelijk identieke varianten van de Engelse vorm van de naam Cranenburg.
** Hugh Craan (gb 1330; Winchester), John Craan (gb 1352; Winchester)

SNK
The Saxon and Norman Kings
Christopher Brooke
Londen, UK

SNV
Streekarchivariaat Noordwest Veluwe

Sonja Francisca Kranenburg (gb 1957):
Dochter van Gerrit Kranenburg en Teuntje Grada Wolven te Velp Gld.
Geboren 24.9.1957. Woont in Velp.
** Kranenburg Velp
# HRK

Sophia Frederika Kranenburg (1904-1999):
Geboren 16.11.1904. Overlijdt 25.1.1999. Begraven op Daelwijck in Utrecht.
# graftombe.nl 4.2.08

Sörup
Stad in centraal Angeln (NO Duitsland). Vervult een belangrijke maatschappelijke en culturele functie voor de omliggende regio.
Ook wel Sodorp genoemd.
** Angeln, Old Sarum

Spellingvarianten naam Kranenburg
** NVK

Spilleleen
** Leenoverdracht

Spiritualisme
Spiritualisme is een wereldbeschouwing die aan de geest en het geestelijke de centrale positie toekent. In het Christendom is het spiritualisme een stroming die het geloof alleen als een geestelijke realiteit beschouwt en daarom breekt met elke zichtbare kerkvorm, organisatie, recht, sacramenten en ordeningen. Alleen de innerlijke ervaring en beleving zijn belangrijk. Historie en feiten van het geloof worden als betrekkelijk gezien. Belangrijke leermeesters in de Middeleeuwen zijn Joachim van Fiore, Eckehart, Tauler en de Broeders van de Vrije Geest. Ze worden gezien als voorlopers van de Reformatie.
Volgens bron SZO (p 31) is het religieus Spiritualisme door de historici vaak genegeerd. Dit Spiritualisme speelt in feite echter een belangrijke rol in de religieuse conflicten van de 16e een 17e eeuw. Het Spiritualisme legt de nadruk op de geestelijke betekenis van bijbelteksten en niet op de letterlijke, terwijl het de pneumatologie beklemtoont. Menno Simonsz, de grondlegger van het Doopsgezinde gedachtengoed, verdedigt in zijn debatten met Spiritualisten het belang van de letterlijke tekst, maar tegenover de Gereformeerden benadrukt hij juist de pneumatologische interpretatie. Hij neemt dus in feite een triviale middenpostie in. Hiermee stelt hij echter de Doopsgezinde gemeente voldoende open voor Spiritualisten en Sacramentariërs.
** Hussieten, Calixtijnen, Sacramentariërs, Claas Willemsz van Cranenburg, VWW
# WP, SZO

Spijkenisse:
Jan van Kranenburg in Spijkenisse krijgt 1 miljoen Euro van de gemeente om zijn molen te laten ophogen. De korenmolen dateert van 1844. In 1917 wordt ze opgekocht door J. van Kranenburg. Sindsdien is ze van vader op zoon overgegaan. In 1999 is kleinzoon Jan van Kranenburg de eigenaar. Iedereen is nu tevreden. Het centrum van Spijkenisse krijgt namelijk een theater en er komen nieuwe winkels. Het provinciebestuur wilde daarmee alleen instemmen als de molen van Jan zijn windrecht zou behouden. Het draaien van de wieken mag dus niet worden belemmerd door hoge gebouwen. Jan van Kranenburg is heel blij, want hij is erg verknocht aan de molen. Bovendien heeft hij toestemming gekregen in z'n molen een pannekoekenrestaurant te openen. De ophoogklus is inmiddels gestart met de demontage van de molen. Daarna wordt ze opgekrikt en komen er prefab bouwmuren onder. De molen is dan 23 meter hoog! Wethouder Gert Jan 't Hart: "Mensen zullen hem straks meer beleven. Ze zullen hem zien malen en van het meel kunnen ze pannekoeken eten. Eigenlijk krijgt Spijkenisse een molen die precies bij de uitgedijde stad past."
# Algemeen Dagblad 16.4.09 (# JVK), molens.nl 24.4.09

SRM
Streekarchief Rijnlands Midden

SRO:
Sprokkelen rond de Oude Ade
Theo van der Poel
Uitg Coöp. Raiffeisenbank "Alkemade" te Rijpwetering, 1990

- Resumé
Voor Kranenburgia zijn de volgende gegevens uit SRO belangrijk:
• Claas Willemsz [van Cranenburg; 1354-1450; burgemeester van Leiden] koopt 21.12.1407 17 morgen 4 hont land (genaamd het Zijplant) te Warmond in 4 kampen gelegen aan de Zijp en het Vennemeer + nog enige stuks land in "het Broek in Warmonde" (het Lageland) van Johan Paltsgraaf opten Rijn. (p 171)
• Jan Claes Willemsz [van Cranenburch; 1415-1500] koopt 1450 het Zijpland van zijn vader. Op 30.7.1542 verkoopt ene Jan Janse (van Berendrecht?) het goed aan zijn broer Claas, schout van Leiden. (p 171) Het gebied is mogelijk na de dood van Jan Claes Willemsz rond 1500 of later verkocht aan Jan Janse.
• Mathijs Dircksz [Cranenburgh; 1495-1570] pacht in de 16e eeuw hoeve De Weeswoning + 34 morgen 299 roeden land in de Boterhuispolder te Warmond van de 'Huyssitten en Armen tot Leyden'. (p 152)
• De plek waar nu de Kaagsociëteit staat: circa 1590 staan daar 3 boerderijen, bewoond door Willem Willemsz Does, Mathijs Dircks van Egmond (Kaagsociëteit) en Melten Huygen, ghm Barbara Dircks van Egmond, dochter van Mathijs Dircks [van Egmond]. (p 160)
• Huych Dircksz [Cranenburgh; 1505-1575] koopt in 1550 boerderij Pennings van zijn vader, die in dat jaar overlijdt. Huych pacht 34 morgen land in de Vrouwe Ven gelegen in Warmond voor 69 pond per jaar van de Abdij van Rijnsburg.
• Op de kaart van 1610-1615 van Floris Balthasar zijn 5 woningen aangegeven.
O.a. woning van Barbara van Egmond (hoek de Zijl x het Zweiland) met dochters uit 1e huwelijk:
... voorste deel: dochter Aaltje Cornelisdr + Aris Willems + kinderen.
... achterste deel: dochter Maritge Cornelisdr + Mees Claesz + kinderen.
(p 160)
• Mathijs Dircx van Egmond (1522-1592) bezit een boerderij + scheepmakerij + bierstal. Alles gelegen aan het Zijl- en Zijpeinde. Hij huwt 1e met NN en 2e met Grietje Cornelisdr. (p 160)
• 1592: boedelscheiding van Mathijs Dircx van Egmond. O.a.: "huys, barch, schuyr met potinge ende plantinge daerop staende met alle de gereetschappen tot de brouwerij dienende, zoals ketelen, mouwen, emmers, tobben ende de koebeesten, soo jonk als out, met drie varckens, een schuyt ende voorts alle de tilbare haeff op de werf ende in hus wesende." De kinderen zijn nog niet in staat de scheepmakerij over te nemen. [Ze moeten dus jonger zijn dan 21 jaar!] Claas Tijsse van Egmond (enige zoon uit 1e huwelijk) zal de scheepswerf krijgen. Hij mist echter nog de bekwaamheid en moet wachten "tot ter tijt ende wijlen toe dat Claes Tijsse meestere gestelt sal hebben van scheepmaeckerie." Het loop echter anders af. Willem Mathijs van Egmond wordt Mr Scheepmaker en de boerderij plus bierstal worden overgenomen door schoonzoon Mees Dircks Schipper, ghm Ermpge Mathijsdr. (p 160)
• De bewoners aan de Zijl [langs Zweilandpolder] zijn zowat allemaal lid van de Hervormde Kerk of de Remonstrante Kerk van Warmond. (p 162) [Bij de Kranenburgs~ in Groningen is dat idem!!!]

- Kranologie
Op grond van bovenstaande Resumé kunnen we de volgende Kranologie opstellen:
1354-1450 Claas Willemsz van Cranenburg B!+// Eikenduinen--Leiden-Lisse
Koopt 21.12.1407 17 morgen 4 hont land (genaamd het Zijplant) te Warmond in 4 kampen gelegen aan de Zijp en het Vennemeer + nog enige stuks land in "het Broek in Warmonde" (het Lageland) van Johan Paltsgraaf opten Rijn.
1415-1500 Jan Claes Willemsz van Cranenburch // Zijpland/Warmond
Zoon van Claas Willemsz van Cranenburg en NN.
Koopt 1450 het Zijpland van zijn vader. Na 1500 verkocht door de erven. Op 30.7.1542 verkoopt ene Jan Janse het Zijpland aan Claas Jansz, schout van Leiden. De zoons Wouter Jansz en Claas Jan Claasz van Jan Claes Willemsz van Cranenburch leven circa in 1440-1525. Genoemde Jan Janse zal het goed derhalve rond 1525 kunnen hebben gekocht van de erven van genoemde zoons.
1470-1550 Dirk Vrancken Cranenburgh. // Lisse-Pennings/Warmond
Zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh en NN te Lisse. Ghm NN. Bouwman op de Vrouwe Ven. Pacht 32 morgen land, verdeeld in twee partijen (weren) van de Abdij van Rijnsburg.
In 1510-1550 kastelein Huys Dever in Lisse.
Koopt vóór 1534 hoeve Pennings in Zweiland/Warmond.
In 1550 is zoon Huych eigenaar van de boerderij, mogelijk door erfenis c.q boedelscheiding wegens de dood van zijn vader. Hij pacht dan 34 morgen land.
1495-1570 Mathijs Dircksz Cranenburgh // Lisse-Pennings/Warmod
Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN. Geboren te Lisse.
Pacht 'De Weeswoning' met 34 morgen en 299 roeden land in de Boterhuispolder te Warmond. Woning en land zijn eigendom van de 'Huyssitten en Armen tot Leyden'.
De Boterhuispolder grenst west aan de Zijl, oost aan de Vrouwe Ven en noord aan Zweiland.
1500-1586 Claes Dirck Vranken Cranenburgh // Lisse-Pennings/Warmond
Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN. Geboren in Lisse. Gehuwd met Maritgen Jacobsdr. Bouwman op de Vrouwe Ven tnv 't Cloosterland vallend onder Warmond.
Pacht in 1534 in de VrouweVen/Warmond 32 morgen hooi- en weiland van de Abdij van Rijnsburg. Kennelijk in onderpacht van zijn vader Dirck Vranken, die in 1510-50 kastelein van Huys Dever in Lisse is. In die jaren woont Claes op hoeve Pennings.
1505-1575 Huych Dircksz Cranenburgh // Warmond
Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN. Geboren op hoeve Pennings. Ghm NN.
Koopt in 1550 hoeve Pennings van zijn vader, die in dat jaar overlijdt.
Huych pacht 34 morgen land in de Vrouwe Ven voor 69 pond per jaar van de Abdij van Rijnsburg.
1505-1565 Leendert Dirck Vranckenz Cranenburgh B!+// Warmond
Bezit al vóór 1542 3 hont land in het Zijplant, waar hij een huis bouwt
1525-1585 Claes Thijsz Cranenburgh // Pennings/Warmond-Groningen xsi
Zoon van Mathijs Dircksz Cranenburgh en NN.
* 1540-1550 scheepstimmerman op werf aan Scheepmakersdam in Warmond.
* 1545 bouwt werf bij hoeve Pennings
* 1550-1555 scheepstimmerman te Haarlem waar hij ervaring krijgt met de bouw van karvelen. Warmond-Haarlem=20Km=3UurVaren. In Haarlem staan vele scheepswerven, die al sinds begin 16e eeuw karvelen bouwen. NB In Leiden worden in die tijd geen karvelen gebouwd. (GA Leiden 2.2.09) Daar kan Claes Thijsz dit vak dus niet hebben geleerd.
- Bouwt 1556 een karveel in Groningen. De eerste van Noord Nederland.
- 1600 Garbrant Claesz in Haarlem bouwt karvelen. Mogelijk is hij een zoon van Claes Thijsz Cranenburgh.
1543-1615 Mees Claesz van Cranenburgh // Pennings/Warmond ...xsi
Zoon van Claes Dirck Vranken Cranenburgh en Maritgen Jacobsdr te Warmond.
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Gehuwd met Maritge Cornelisdr, dochter van Cornelis NN en Barber Dircksdr van Egmond.
Bouwman op de Vrouwe Ven te Warmond. Woont 1590 met zijn gezin in een huis op het erf van hoeve Pennings. Bezit een woning in Warmond.
1545-1592 Mathijs Dircx van Egmond // xx-Pennings/Warmond
Koopt rond 1586 hoeve Pennings van de erven van Claes Dirck Vranken Cranenburgh.
1560-1640 Zacharias Claesz van Cranenburch // Pennings/Warmond xsi
Zoon van Claas Claesz van Cranenburgh en NN. Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Ghm Geertge Gerritsdr van Dusseldorp.
1571-1631 Claas Tijsse van Egmond // Pennings/Warmond
1575-1635 Maritge Cornelisdr van Egmond // Pennings/Warmond
1586 Claes Dirck Vranken Cranenburgh overlijdt. Mathijs Dircx van Egmond koopt hoeve Pennings van de erven.
1590 3 huizen bij hoeve Pennings
1592 Mathijs Dircx van Egmond overlijdt
- testament Mathijs Dircx van Egmond
- erven (kinderen) zijn nog te jong! > onder 21 jaar
- > Claes Thijsse van Egmond gb 1571* > Mathijs Dircx gb 1545*
1610 5 huizen bij Pennings
1611-1671 Jacob Sachariasz van Cranenburgh // Warmond xsi
Zoon van Zacharias Claesz (van) Cranenburgh en Geertge Gerritsdr van Dusseldorp.
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond.
Woont op het Lageland te Warmond. Ghm Maritgen Claesdr, dochter van Claes Hendrick Huygen.

In de Kranologie zijn enige gegevens opgenomen uit andere bronnen, waardoor het geheel meer betekenis krijgt. In biezonder geldt dat voor het huismerk Xsi dat is gebruikt door Cranenburghs in Warmond en later in Groningen. Het Xsi-teken is identiek aan het Christusmonogram en wordt al vóór 312 nC gebruikt als afkorting voor woorden die met Cr of Kr beginnen. (> Xsi) Merktekens zijn vaak persoonlijk en gelijk aan of afgeleid van het merkteken van de vader!
** Van Cranenburch Warmond
# SRO, DAB, KBG

Staats Derksma Kranenburg (1740*-1810*)
Zoon van Derck Dercksz Kranenburg te Loppersum/Groningen*.
Bron GGW (p 68) meldt dat Staats Derksma boekverkoper is in Groningen en dat hij in 1770 het ledenboek van de Schuitenschuiversgilde bindt. Staats is dus kennelijk ook boekbinder.
** Derck Hindricks Kranenburg
# GGW

Stechman
Geslacht te Groningen. Hun familiewapen komt o.a. voor op de NH Stefanus Kerk te Noorddijk, boven de ingang: op blauw drie zwanen in zilver, 1-1-1 geplaatst, gehelmd.


          

Hierboven: de gevelsteen boven de deur van de Stefanus Kerk in Noorddijk (foto TiedLight)

Er zijn twee Kranenburgs in relatie met dit geslacht: Jan Hindricks Kranenburg (gb 1600 Groningen; ivm grafrechten Jan Stechman in 1708) en Jan Hindricks Kranenburg (gb 1635 Groningen-Loppersum; ghm Margreta Stechmans, ovl 1712). Mogelijk gaat het feitelijk om ene en dezelfde Jan Hindricks Kranenburg te Groningen, geboren circa 1600, die later verhuist naar Loppersum. Zijn vrouw Margreta Stechmans zal dan geboren kunnen zijn rond 1620. In Aalten woont Lammert Cranenborg (gb 1670), ghm Margaretha NN (gb 1676). Mogelijk is hij dezelfde als Lammert Jans Kranenburg (gb 1670) in Loppersum-Harkstede, welhaast zeker een zoon van genoemde Jan Hindricks Kranenburg (gb 1635) en Margreta Stechmans in Loppersum. Hiervoor pleit o.a. het feit dat Kranenburgs in Loppersum later Kranenborg of Cranenborg heten. Nog opvallender is dan dat nazaten van Lammert Cranenborg in Aalten zich later Kranenburg noemen en hun boerderij aldaar de naam 't Kranenburg geven. (> Kranenburg Aalten) Verder is opvallend dat Lammert Cranenborg (gb 1670) in Aalten ook is gehuwd met een Margereta. Of dit toeval is, of een fout gegeven, is niet bekend.
** Kranenburg Aalten, Jan Roelofs Kranenburg (gb 1613 Selwerd)
# FRI, KBG

Steenbouw:
De oermensen bouwen hun hutten van takken, stammen en bladeren. Later bouwen ze huizen, stallen en andere bouwsels van leem in houten raamwerken. De Soemeriërs bouwen al met steenblokken, uitgehakt in aardlagen van zandsteen, later meer rotsachtig. De Romeinen bouwen met natuursteen en zelfs al met beton. In Nederland wordt zeker al in de 7e eeuw gebouwd met zandsteen, zij het sporadisch en alleen door rijke mensen. Zo ontstaan de steenhuizen, in Noord Nederland ook stinzen genaamd. Ook wordt veel gebouwd met Bentheimer steen, die van hoge kwaliteit is. Vooral kerken, kastelen, havezaten en publieke panden. Later worden bakstenen gemaakt uit klei, die gedroogd wordt in de zon en wind. Door ontginning van veengebieden wordt sinds de 13e eeuw steeds meer turf geproduceerd, waardoor steenbakkerijen ontstaan, die steen drogen in grote ovens.
** Burcht van Leiden, Turfindustrie

Stefan~
() Stefan, Steven, etc

Steven Everardsz van Cranenburch* (1343*-1403*):
Mogelijk een zoon van Everard Everardsz van Cranenburch (gb 1312) te Utrecht.
Woont anno 1385 in een huis te Leiden, mogelijk belendend aan het huis van Dirk Poes Jansz van Leyden. Diens huis belendt aan het grafelijk hof. Deze Dirk Poes staat in 1381 borg voor Claas Willemsz van Cranenburg.
Wapen*: op een zwart veld drie wassenaars van zilver (2-1).
Kleinzoon*: Gerlach van Kranenburg (gb 1411).
** Dirk Poes Jansz van Leyden, Gerlach van Kranenburg (gb 1412), Van Leyden
# AMG, JVH

Steven Cranenburg (1667*-1727*)
Vermeld als peter op 25.3.1707 te Breda.

Stephanus Peetersen van Cranenborgh (1660*-1732*):
Zoon van Pieter Willems van Cranenburgh en Anna Steven Nijs te EttenLeur.
Gedoopt RK 1660* te EttenLeur.
Huwt 31.10.1688 Elisabeth Cornelisse Knaep, geboren 1668* te Leur, dochter van Cornelis Knaep.
Alias: Stephanus Peetersen van Cranenburgh.
Udh: 5 kinderen geboren te Etten-Leur (28.11.1697, 1.12.1704, 30.4.1707, 12.7.1708 en okt 1711) w.o. Lucia Stevens van Cranenborgh.
# homeplanet.nl 24.11.09, DAB

Stefan Marinus van Cranenburgh (gb 1978):
Zoon van Harm Johan van Cranenburgh en Aurelia Anne Post.
Geboren 3.3.1978 te Gouda.
# VC300

Stompwijk
Ambachtsheerlijkheid ofwel lage heerlijkheid in Rijnland. Omvat Wilsveen en Tedingerbroek. In 1610-1800 is Leiden Heer van Stompwijk.
** Tedingerbroek, Cornelis Dirck Cranenburgh (gb 1508), Hadewy Cranenburg (gb 1720), Maarten Kranenburg (gb 1789)
# herenvanholland.nl 14.4.08

Stijne~, Stijntje~
** Christina~

SUB
Splinterinformatie uit diverse bronnen

Susanna Isaakse Kranenburg (1760-1795*):
Dochter van Isaak Symonse Kranenburg en Marijchje Abrahamse in Hendrik-Ido-Ambacht.
Huwt 1788* met Cornelis Tempelaar, geboren 4.5.1755 te Kijfhoek.
Vermeld op de Naamlijst Ledematen NH Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en Zandelingen Ambacht beginnend in 1792 van A.B. den Haan.
Vermeld 8.4.1810 IJsselmonde als getuige bij de doop GF van Susanna de Jong.
Udh: Maria (1789) en Hendrik (1792).
Cornelis Tempelaar huwt 2e in 1796* met Annigje Willems Verhoeve, geboren in 1769.
Mogelijk is Susanna in 1795* gestorven.
++ Kranenburg IJsselmonde
# OVG 1992, DAB

SV
= spellingvarianten

SWO2
Slachtofferregisster Tweede Wereldoorlog
De Oorlogsgravenstichting heeft een Slachtofferregister opgesteld van personen die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen als militair of als krijgsgevangene. Op dit register zijn diverse Kranenburgs vermeld. Daarnaast zijn er ook Kranenburgs~ omgekomen, die niet in militaire dienst waren. Hieronder volgt een lijst van alle Kranenburgs~ van wie bekend is dat zij in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen ten gevolge van oorlogshandelingen.

Hendrik van Kranenburg
Dirk Kranenburg
Wilhelimina Hendrika Kranenburg  
John Walter (Jack) Kranenburg
Franciscus Johannes Kranenburg
Tom Kranenburg
Johan Kranenburg
Emma Kranenburg-Osten
Elisabeth Kranenburg
Anthonie Kranenburg
Willem Kranenburg
Henri Kranenburg

10.5.1940 te Rotterdam
11.7.1940 te Belfast (Noord-Ierland)
24.7.1942 te Malang (Java)
29.11.1943 in de Javazee
1943* in Nederlands-Indië
20.5.1944 te Scheveningen
15.11.1944 te Recklinghausen (Duitsland) 
9.3.1945 te Wiesbaden (Duitsland)
9.3.1945 te Wiesbaden (Duitsland)
12.3.1945 te Rotterdam
26.3.1945 te Seghorn (Duitsland)
30.4.1945 te Berlijn (Duitsland)

militair
militair
burger
militair
militair
verzet
militair
burger
burger
verzet
militair
militair

** Tweede Wereldoorlog
# Slachtofferregister Oorlogsgravenstichting, DAB

Symbole
Herder Lexikon
Herder Verlag Freiburg/Breisgau, 1978

Symon~

Simon Gysbrechtsz van Cranenburg* (1320*-1390*):
Mogelijk een zoon van Ghisebrecht Enghebrechtsz van Cranenburg in Haagambacht.
Vermeld 13.7.1385 ivm verkoop van een huis te Leiden aan Steven Everardsz van Cranenburg.

Symon Willemsz van Cranenburg* (1454*-1514*)
Mogelijk een zoon van Willem Engebrechtsz van Cranenburg* (gb 1410*).
Vermeld 17.7.1489 ivm met de verkoop van een tuin en erf van hem aan de OZ van de Vaart in Den Haag.
# AKD (p 79)

Symon Mathysz Cranenburgh* (1545*-1615*):
Mogelijk een zoon van Mathijs Mathijsz Cranenburgh en Niesgen Jansdr te Leiden.
Symon is brouwer en biersteker aan het Spaarne in Haarlem. Hij bezit brouwerij 'De Rode Vos', ook wel genoemd 'De Vos' of 'Het Vosken'.
Op 16.12.1619 leent Sijmon aan Jan Willemsz Cranenburgh '1200 gulde munten' à 6 1/4 % om diens herberg aan de Langeweg in Rijpwetering te financieren. Daarnaast leent hij Jan Fl 200,- renteloos, zolang Jan bier blijft afnemen van hem. Dit geld moet 'promptelijck' terugbetaald worden als Jan besluit uit 'het tappen te scheyden' of bier af te nemen bij een andere brouwerij.
Haarlem ligt drie uur varen van Rijpwetering. Waarom neemt Jan Willemsz dan een hypotheek bij een brouwer in Haarlem en koopt hij van hem zijn bier, terwijl in het aangrenzende Leiden vele brouwerijen zijn gevestigd? De enige verklaring lijkt dat Jan en Symon familie zijn van elkaar. De vader van Jan heet Willem Vrancken, die een broer is van Thijs Vranken Cranenburgh, de grootvader van Symon. Beiden uit de Vrouwe Ven te Warmond. Jan is dus mogelijk een oudoom van Symon.
Een andere reden om te veronderstellen dat Symon Mathysz een Cranenburgh kan zijn, is het feit dat er in het gebied Haarlem, Spaarnwoude en Haarlemmerliede al enige eeuwen vele Kranenburgs~ wonen. Dit zijn mogelijk nazaten van Symon Mathysz.
Zoon*: Teunis Symonsz Craenenburgh (gb 1590)
# SRO (p 61), DAB

Symon Xzn Craenenburgh (1555*-1615*):
Zoon van Xx Craenenburgh (gb 1520) en NN te Kijfhoek.
Woont in Kijfhoek*. Ghm NN.
Zoon: Teunis Symonsz Craenenburgh te Kijfhoek.
=* Symon Adriaensz van Cranenburch

Symon Adriaensz* van Cranenburch (1560*-1620*)
Mogelijk een zoon van Adriaan Jorisz van Cranenburch en NN in Vlaardingen Ambacht.
Zoons*: Teunis Symonsz Craenenburgh (Kijfhoek/Rhoon) en Cornelis Symonsz Cranenburch (Alphen).
# KBG

Symon Xzn Cranenburch (1570*-1630*)
Woont in Alphen*. Ghm NN.
Zoon: Cornelis Symonsz Cranenburch.
=* Symon Adriaensz van Cranenburch

Sijmon Dircksz van Cranenburch (1596*-1656*):
Zoon van Dirck Xzn van Cranenburch (gb 1561) en NN.
Woont in Hazerswoude.
# M. Kranenburg, KBG

Symon Xzn Kranenburgh (1598*-1658*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1563) en NN te Alphen/Rijn.
Woont in Alhpen/Rijn. Ghm NN.
Udh: Cornelis Symonsz Kranenburgh (gb 1633; Alphen/Rijn).

Symon Teunisz Kranenburg (1630-1714)
= Simon Teunisz Craenenburgh
Zoon van Teunis Teunisz Craenenburg en Cornelia Schipper. Geboren te Kijfhoek, IJsselmonde. Gedoopt 16.9.1635 te Hendrik Ido Ambacht.
Huwt 10.10.1660 te Barendrecht met Aagje Cornelisdr, geboren 1640* te Barendrecht, overleden 1700*.
Symon overlijdt 5.5.1714 te Carnisse/Barendrecht.
Woont in Barendrecht. Koopt in 1701 een huis met erf in de Zuydhouck van Charlois voor Fl 200,- contant en Fl 60,- met een custingbrief, de zelfde dag nog overgemaakt.
Alias: Symen Teunissen Cranenburg.
Udh: Burchje, Maria Symons, Cornelis Symonsz en Lena Symons Kranenburg.
Mogelijk ook Stijntje Sijmens Cranenborgh, Marijtgen Sijmonsdr Cranenburgh.
=* Symon Xzn Cranenburgh (gb 1635) te Barendrecht.
=* Symon Antonnisz Cranenburgh (gb 1634) te Carnisse
++ Kranenburg IJsselmonde
# OVG 1990, GKK, DAB

Symon Antonnisz Cranenburgh (1634*-1694*)
Woont in Carnisse. Tekent 29.6.1669 een schuldbrief ter grootte van 250 gulden ten behoeve van Jan Ariensz, wonend op de Koedoot in Carnisse.
=* Symon Teunisz Kranenburg (gb 1635) te Barendrecht
# OVG 1986 (p 543)

Symon Willemsz Cranenburch (1635*-1695*)
Zoon van Willem Gerritsz Kranenburgh en NN. Woont anno 1674 in Koukerck (Koudekerk a.d. Rijn) waar hij arbeider is. Ghm NN.
Alias: Symon Willemsz Kranenburgh
# KFR 1674, KPR 1675

Symon Xzn Cranenburgh (1635*-1705*)
Woont in Barendrecht*. Ghm NN.
Dochter: Marijtgen Sijmonsdr Cranenburgh.
=* Symon Theunisz Kranenburg (gb 1635) te Kijfhoek.
=* Symon Xzn Cranenborgh (gb 1638*)
++ Kranenburg IJsselmonde

Symon Xzn Cranenborgh (1638*-1698*)
Woont in Rhoon.
Dochter: Stijntje Sijmens Cranenborgh (gb 1673)
=* Symon Xzn Cranenburgh (gb 1635)

Simon van Craenenburg (1660*-1720*):
Woont in Poppel/Vld. Ghm Adriana Schurmans.
Broer*: Petrus Craenenborch (gb 1644; Poppel).
Udh: Anna Maria (gd 23.5.1690 Poppel), Dimpna (gd 19.12.1691 Poppel), Rosalia (gd 21.7.1693 Poppel), Dimpna (gd 13.7.1696 Poppel) en Cornelia (gd 20.2.1699 Poppel).
** Poppel
# Doopboek Poppel/Vld

Symon Xzn Kranenburg (1663*-1723*):
Woont in Moordrecht*. Ghm NN.
Dochter: Willemijntje Symonsdr Kranenburg (gb 1698).

Symon Jacobsz Kranenburg (1691-1751*):
Zoon van Jacob Huybertsz Kranenburg (gb 1660) en NN te Nieuwkoop.
Gedoopt Remonstrant 16.12.1691 te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Symon Xzn Kranenburg (1704*-1764*)
Mogelijk een zoon van Willem Xzn Cranenburgh te Hendrik-Ido-Ambacht.
Woont in Hendrik-Ido-Ambacht*. Ghm NN.
Zoon: Isaak Symonse Kranenburg.

Simon Cornelisz Kranenburg (1725-1801):
Geboren in Blankenburg. Gedoopt 16.9.1725 in Rozenburg.
Huwt 9.5.1751 in Barendrecht met Aagje Theunisse Gouw, geboren 30.9.1725 in Ridderkerk.
Aagje overlijdt 2.8.1769 in West Barendrecht en Carnisse. Simon overlijdt aldaar 28.4.1801.
Udh: Pietertje Simonsdr Kranenburg (gd 1.7.1753 Barendrecht).
# familiedenboer.nl 10.11.08

Simon Cranenburg (1733-1793*)
Zoon van Otto Jacobse Kranenburg en Ariaantje Symons Hoogkamer te Lisse.
Gedoopt 25.10.1733 te Lisse.
# FDK

Simon Xzn Kranenburg (1741*-1801*):
Woont in Oudshoorn/ZH. Ghm Trijntje Pieterse Lindenburg.
Genoemd 23 en 25.4.1776 ivm voogdij over kinderen van Pieter Lindenburg en
- verkoop van 5 morgen 359 roeden land in de Kleine Polder ter waarde van 4200 gulden.
- verkoop van een huis, erf, berg, schuur en zomerhuis met 4 morgen 335 roeden land in de Kleine Polder ter waarde van 3160 gulden.
- verkoop van een huis, erf en boomgaard in de Kleine Polder ter waarde van 400 gulden.
- verkoop van 1 morgen 375 roeden land in de Kleine Polder ter waarde van 1300 gulden.
- verkoop van een 2 morgen 88 roeden hooiland in de Grote Polder ter waard van 1000 gulden.
# GHA 29.1.09, SRM (ivn 24 p 245-247, 248v, 249v)

Simon Adriaansz Kranenburg (1745-1805*):
Gedoopt 4.7.1745 te Strijen. Zoon van Adrianus Dirksz Kranenburg en Lijntje Simonsdr Oudedeur.
# KJS (OVG dec 2004)

Simon Kranenburg (1840-1915*)
Zoon van Hendrik Kranenburg en Sijtje Kievit. Geboren 24.10.1840 in Sommelsdijk.
Woont sinds 1852 in Zijpe NH, waar hij arbeider is.
Huwt 15.7.1865 in Zijpe met Grieta van Groningen, een nicht van hem. Zij is geboren 31.10.1839 in Sommelsijk, dochter van Leendert van Groningen en Rebecca Kranenburg.
Simon overlijdt na 1914 in Amsterdam.
Udh: geen kinderen bekend.
# GKK

Simon Kranenburg (Sam) (1874*-1934*):
Woont in Oregon USA. Ghm Nancy Stark.
Udh: Archie Kranenburg (gb 1909).
++ Kranenburg IJsselmonde

Simon Kranenburg (1884-1960)
Zoon van Arend Kranenburg en Maartje Peetoom.
Geboren 3.3.1884 te Hoorn en aldaar overleden 16.8.1960.

Sussex
Graafschap in Zuid Engeland. Oorspronkelijk een koninkrijk gesticht in 477 nC door binnenvallende Saxen van het Continent. De eerste koning is Aelle (457*-512*). Beda noemt hem in de Anglo-Saxon Chronicle de eerst Bretwalda, ofwel de eerste koning van heel Brittannia. Deze bewering impliceert dat Brittannia in 477 al helemaal in handen is van de Angel-Saxen.
** Beda, ASC, Wessex
# WKP 31.5.09, KBG

Sijtje~
() Sietje, Sitie, etc

Sitie Cranenburgh (1651*-1711)
Begraven op 2.11.1711 op het St Jans Kerkhof te Rotterdam.
# DTB Rotterdam (ivn 44)

Sijtje Willemsdr van Kranenburgh (1677-1737*)
Dochter van Willem Dirkz van Kranenburgh en Jannetje Blok.
Gedoopt 9.5.1677 te Leiden.
# JKE, Dopen in Leiden, DAB

Sijtje Kranenburg (1719*-1750)
Mogelijk een dochter van Pieter Kranenburgh en Maria Braax.
Woont aan de Prinsestraat te Rotterdam.
Huwt 1e 17.12.1739 (otr 29.11) GF te Rotterdam met Pieter Cantzelaar uit Valkenswaard, weduwnaar, wonend aan de Nieuwe Haven.
Pieter overlijdt te Rotterdam en wordt aldaar begraven op 17.9.1740 in een eigen grafkelder van de Grote Kerk.
Huwt 2e 4.3.1742 (otr 25.2) GF te Rotterdam met Christoffel Feneman, jongeman uit Bremen, wonend aan de Nieuwe Haven. Het huwelijk vindt plaats in het 'Huis der Bruijds' op last van de burgermeester.
Sijtje overlijdt te Rotterdam en wordt aldaar begraven op 12.3.1750. Zij laat 1 minderjarig kind achter.
Alias: Sietie/Sietje/Citie Cranenburg/Kranenburgh
Udh: Elisabeth (gd GF 6.3.1742 R'dam).
# DTB GF Rotterdam (ivn 14/074; 14/159)

Sietje Kranenburg (1872-1929)
Dochter van Abram Kranenburg en Maria Pranger. Geboren 11.1.1872 in Anna Paulowna.
Huwt 15.6.1893 in Den Helder met Jan Ott, machinist in Den Helder bij de Gasfabriek en op de koopvaardij, geboren 24.8.1868 in Wervershoof, gestorven 1.8.1917 op zee bij een scheepsramp in Eerste Wereldoorlog, toen zijn schip een mijn raakte.
Sietje overlijdt 4.3.1929 in Overveen.
Udh: geen kinder bekend.
# GKK, WS OTTWorld 29.1.04

Sijtje Kranenburg (1872-1945)
Dochter van Arend Kranenburg en Maartje Peetoom.
Geboren 30.12.1872 in Anna Paulowna en aldaar gestorven 4.2.1945.

S. van Cranenburch (1343*-1403*):
= Seigneur (= Adellijke Heer) van Cranenburch. Genoemd in bron AMG, de Armorial de Gelre.
Wapen: op een zwart veld drie zilveren wassenaars.
Bron AMG dateert van 1370-1386. S. van Cranenburch moet dus in die tijd leven.
Aangezien bron AMG is gemaakt in opdracht van de hertog van Gelre, is de kans groot dat S. van Cranenburch in zijn hertogdom woont, of daar dichtbij. De auteur zal immers voornamelijk bekend zijn met de grootheden uit zijn eigen regio.
¶ Volgens deskundige bron staat S. van Cranenburch voor Sire (Heer) van Cranenburch. In dat geval kan het gaan om:
- Johan Jansz van Cranenburg (1345*-1405*), ridder, zoon van Jan Engelbrechtsz van Cranenburg en Badeloge Pietersz van Minnichem te Eikenduinen. In 1388 is hij echter priester en lijkt hij dus geen Heer van Cranenburch in de zin dat hij heer is van Cranenburg Bleiswijk en/of Eikenduinen.
- Joannes van Cranenburch (1345*-1409*), mogelijk een zoon van Dirck van Cranenburg (gb 1295), mogelijk wonend op kasteel Cranenburg te Bleiswijk, alias Jan van Cranenborch, wapen: op zwart drie zilveren wassenaars 2-1 geplaatst.
¶ Mogelijk is Johan Jansz van Cranenburg dezelfde persoon als Johannes van Cranenburch alias Jan van Cranenborch.
=* Steven Everardsz van Cranenburch
** Kranenburg Wassenaar
# AMG, FRI

S. Cranborough (1815*-1875*):
Vermeld 28.3.1850 op de passagierslijst van de brik Octavia gepubliceerd in de Daily Picayune te New Orleans, USA.
** Cranborough

S. Kranenburg (1899-1964):
Geboren in 1899. Overlijdt 25.5.1964. Begraven op Kranenburg Zwolle.
# graftombe.nl 4.2.08

T::

Tachtigjarige Oorlog:
** Inquisitie, Reformatie, Beeldenstorm, Geuzen, A447, Thijs Claesz Kranenburg (gb 1565; Scharmer), etc

Talina Kranenborg (1795*-1855*):
Woont in Groningen. Ghm Lammert Olthof.
Udh: Margaretha Olthof (gb Groningen 29.2.1828).

TDR
Transvaal dat ligt in Reurle
Veldnamen binnen de ruilverkaveling van Ruurlo (inc. Barchem en Zwiep) en in Marienvelde
Uitgave van de historische vereniging 'Old Reurle', Ruurlo november 1992
In deze publicatie worden o.a. de volgende locaties in Ruurlo genoemd:
Kranenbargsgrond en Kranenbargsweide 2x. Deze locaties liggen alle in en rond het gehucht Ruurlosebroek, iets oostelijk halverwege de weg van Ruurlo naar Zieuwent (richting Lichtenvoorde).

• Kranenbargsgrond: aan de Kaaldijk, links halverwege de kruising met de Fockendijk en de kruising met de Tichelmansdiek.
• Kranenbargsweide 1: links aan de Baksmaatdiek richting Groenloseweg en voorbij de kruising met de Langescheidiek.
• Kranenbargsweide 2: links van de Bedelaarsdijk richting Groenloseweg en na de Waterdijk.

Deze gronden hebben kennelijk behoord tot een hoeve met de naam Kranenbarg. Gezien hun ligging is dat waarschijnlijk hoeve de Wilde Kranenbarg, die nabij deze gronden moet hebben gelegen.

Het is opmerkelijk dat er geen veld met alleen de naam Kranenbarg voorkomt. Dat is een reden temeer om aan te nemen dat de genoemde gronden hun naam danken aan hun eigenaar met de naam Kranenbarg.
** Kranenbarg Ruurlo, Wilde Kranenbarg

Te Cranenborg~
De naam Te of Ten Cranenborg~ komt weinig voor.
Hieronder volgt een overzichtvan de vooralsnog bekende gevallen:

Willem Gielisz te Cranenborch (Lekregio, 1470-1530)
Albert ten Kranenbargh (Beltrum, 1580-1640)
Joan ten Kranenbargh (Beltrum, 1623-1683)
Henrick te Kranenburg (Groenlo, 1629-1689)
Hendrick te Cranenborgh (Beltrum, 1702-1762)
Geert te Cranenborg (Beltrum, 1645-1705)
Willemken te Cranenborg (Beltrum, 1680-1740)
Hendrik te Cranenborg (Beltrum, 1702-1765)
Willem ten Kranenborg (Beltrum, 1705-1765)
Geertje ten Kranenborg (Haaksbergen, 1725-1785)
Hendrik ten Kranenburg (Haaksbergen, 1738")

Hun nazaten noemen zich overwegend gewoon Cranenborg~ zonder voorvoegesel Te of Ten. Soms afgewisseld met de variant Op de Cranenborg~, wat het zelfde betekent. Vaak ook ontbreken bij ouders deze voorvoegsels, terwijl die bij de kinderen weer opduiken. Etc.

Uit bovenstaand overzicht blijkt de naam Te Cranenborg~ voornamelijk in de Achterhoek voor te komen. Dat geldt ook voor de variant Op de Cranenborg~. Met name in Beltrum, Eibergen en Zutphen. Bij de personen in Beltrum e.o. is bekend dat ze geboren zijn op de boerderij Cranenborg aldaar. Personen uit Zutphen komen mogelijk van boerderij Kranenburg~ in Kranenburg bij Vorden. Het voovoegesel Te of Ten geeft dan alleen aan dat ze aldaar wonen. Ze heten dus in feite wel Cranenborg~, maar ze wonen tevens op de boerderij/locatie Cranenborg. Deze boerderij heeft in Beltrum vrijwel zeker de naam van de oorspronkelijke eigenaar/bouwer gekregen. Later krijgt het grondgebied van de boerderij die naam. Nog weer later menen derden dat de familienaam is ontleend aan de boerderij of de locatie. Hetzelfde geldt mogelijk ook voor Willem Gielisz te Cranenborch. Hij woont waarschijnlijk op een hofstede Cranenborch~ ergens in of nabij de Lekregio tussen Wijk bij Duurstede en Rotterdam. Mogelijk op ridderhofstad Cranenburg te Bleiswijk of de hofstede Kranenburg~ bij Utrecht. Het is niet onmogelijk dat de Cranenborgs~ te Beltrum nazaten zijn van hem.

Het overwegend voorkomen van de naam Te Cranenborg~ in de Achterhoek is zo significant, dat het wel puur een aangelegenheid lijkt voor die regio. Het is vooralsnog niet bekend waar de preciese grenzen liggen van het oorspronkelijke Te Cranenborg~ gebied. Als die tot de Achterhoek zijn beperkt, dan moet Willem Gielisz te Cranenborch uit de Achterhoek komen. In andere delen van Nederland vinden we deze naamvariant niet. Aangezien hij echter mogelijk in Maasland of daaomtrent is geboren, zou dat kunnen betekenen dat hij is verhuisd naar de Achterhoek en daar voor nazaten heeft gezorgd. Demografisch gezien is dat goed mogelijk. Op grond van de huidige gegevens verschijnt de naam pas in de 17e eeuw met Albert ten Kranenbargh (1580-1640). Een eeuw later zijn er 43 Cranenborgs~ in de Achterhoek. Overwegend in Beltrum, Eibergen, Haaksbergen en Zutphen. Deze locaties liggen vlak bij elkaar. Rekenen we terug met een normale demografische groeifactor, dan moet de eerste Cranenborg~ zich ergens begin eind 15e of begin 16e eeuw in de Achterhoek hebben gevestigd. Dit zou dan inderdaad Willem Gielisz te Cranenboch kunnen zijn. Hij leeft immers in circa 1470-1530.
** Op de Cranenborg~, Achterhoek, Demografie

Tedingerbroek
Heerlijkheid in Delfland bij Voorburg. Valt anno 2004 onder de gemeente Leidsendam. Oorspronkelijk onder Ambacht Soeterwoude. In 1281 verkoopt graaf Floris V Tedingerbroek aan de heer Van Teylingen. Vandaar ook dat Tedingerbroek soms Teylingerbroek is genoemd. Later komt Tedingerbroek in handen van de geslachten Van Raephorst en Van Wassenaar. De Van Wassenaars bezitten er de korentienden. O.a. Bartholomeus I van Wassenaar en Willem van Wassenaar worden ermee beleend.
In de 14e eeuw ontwikkeld Tedingerbroek zich tot een typische verveningsgebied. Met slagturven wordt turf gewonnen voor de ovens van de Delftse en Leidse bierbrouwers en lakenververs.
In 1610 verkoopt Ysbrand van Merode Tedingerbroek aan de stad Leiden.
Boerderij Ypenburg groeide in de 17e eeuw uit tot een buitenplaats vlakbij de huidige A4. In de jaren dertig van de 20e eeuw wordt vliegveld Ypenburg aangelgd.
Monumenten: Station, Luchtvaartschool, portierwoning in de grote hangar van Fokker.
** Stompwijk
# AWA, DAB

Tedingh
Geslacht uit Noord-Holland. We mogen aannnemen dat deze familienaam al in de 15e eeuw bestaat. Immers, de naam komt al voor in de samengestelde familienaam Tedingh van Cranenburgh bij Joost Jansz Tedingh van Cranenburgh (1430-1490). Gezien de gangbare naamconstructie betekent de toevoeging Tedingh dat de moeder van Jan Joostz ene NN (van) Tedingh was. Misschien ook dat de naam Tedingh al eerder door een voorvader Van Cranenburgh van Jan Joostz is toegevoegd en dat dus een voormoeder van hem zo heet. Dat is dan mogelijk gebeurd in de 14e eeuw. (> Kranenburg Noofd-Holland). De naam Tedingh kan dus zeker al dateren uit de 13e eeuw.

Naar zeggen is de naam Tedingerbroek bij Voorburg afgeleid van Teijlingerbroek. Dat gebied zou immers oorspronkelijk bezit zijn van het geslacht Van Teijlingen uit Sassenheim. Ipso facto kan de naam Tedingh dus zijn afgeleid van de familienaam Van Teijlingen en kunnen de (Van) Tedinghs derhalve van hen afstammen.

Vermeldingen:
• Archief VOC Westkust Sumatra (14.4.08):
- Claas Tedingh: woont 5.5.1690 op Letij (Westkust Sumatra)
- Jordaen Tedingh: 30.3.1693 onderkoopman op Prianam (Westkust Sumatra)
- Xx Tedingh: rapport 29.4.1693 wegens verrichtingen op Prianam
- Jordaen Tedingh: onderkoopman; 5+6.6.1693 wegens verrichtingen met Engelsen te Padang (Westkust Sumatra)
- Xx Tedingh: 11.10.1694 onderkoopman op Prianam
- Xx Tedingh: onderkoopman; rapport 21.10.1694 wegens verrichtingen (Westkust Sumatra)
• Archief NGV (14.4.08):
- Xx Tedingh: 1695-1723 in Batavia (Djakarta, Java).
** Tedingerbroek, Tedingh van Cranenburg, Kranenburg Noord-Holland

Tedingh van Berkhout
Geslacht uit Noord-Holland. De naam is in de 16e eeuw samengesteld uit Van Berkhout en Tedingh van Cranenburg. (> Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburg) Bron "Biographisch woordenboek der Nerdelanden" (A.J. van der Aa en K.J.R. van Harderwijk; 1876) schrijft op pagina 234:

Adriaan Berkhout, zoon van Jan Teding van Berkhout, ..., naar aanleiding van den naam zijner moeder Cornelia Teding van Cranenburch, den naam Teding bij zijnen geslachtsnaam van Berkhout heeft toegevoegd.

Ook het wapen is voor een belangrijk deel overgenomen van het geslacht Tedingh van Cranenburgh. Namelijk: op goud zes rode kepers met in het vrijkwartier een zwaan in zilver op een blauw veld. Dit wapen komt voor in een gebrandschilderd raam met de naam Pieter Tedingh van Berckhout (baljuw van Waterland in 1652). Het geslacht Tedingh van Cranenburg voert een nagenoeg identiek wapen, maar dan met een kraanvogel in de blauwe broek.
** Cranenbroek (familiewapens), Tedingh van Cranenburg, Groot Hoenloo, Egmondwapens
# Jaarboek CBG deel IX (1955), Google 10.4.08, KBG

Tedingh van Cranenburg
Geslacht uit Noord-Holland. De Navorscher van 1865 schrijft over hen:

CRANENBURG kwam uit den huize van WASSENAER (VAN LEEUWEN, a.p.bl. 1294), TEDING VAN CRANENBURG uit dat VAN EGMOND (denz. a.p.bl. 861).

Deze tekst suggereert een pure afstamming van Van Egmond, zonder enige relatie met Van Cranenburg. Ook kan zijn bedoeld dat de Van Cranenburgse lijn van dit geslacht afstamt van het geslacht Van Wassenaar. De naam Tedingh van Cranenburg veronderstelt normaliter een afstamming van Van Cranenburg langs mannelijke lijn. De afstamming van Van Egmond betekent dan in dezen een afstamming langs vrouwelijke lijn. De naam Tedingh betekent normaliter dat deze naam is toegevoegd via vrouwelijk lijn. De mogelijke stamvader Xx van Cranenburg is dan gehuwd met een Xx Van Egmond en is een nazaat van hen gehuwd met een Xx Tedingh. Nazaten van hen noemen zich dan Tedingh van Cranenburg.

Op een oude triptiek wordt Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh (gb 1475) en zijn vrouw NN in Hoorn. Hieronder een tekening van de triptiek (RKD IB-107873):

          

De opschrift luidt:

Een teickeningetje na een porretie, en Antijkie uyt 't Huijs van Tedingh van Cranenburgh voort gecome.

Ook wordt beschreven op de triptiek het wapen van Jan Joostz c.q. dat van het geslacht Tedingh van Cranenburgh. Het is beschreven in het Nederlandse Adelsboek jaargang 1940 (p 244) als:

In goud zeven rode kepers, de twee bovenste verdwijnende in de bovenrand (van Egmond), en een blauw vrijkwartier [broek], beladen met een zilveren kraanvogel.

Deze beschrijving noemt 7 kepers, waarvan de bovenste 2 verdwijnen in de bovenrand. Op de tekening boven zijn echter maar 6 kepers te zien. Daarvan zijn 5 volledig en de 6e verdwijnt in de bovenrand. Rechtsboven deze 6e is een lege ruimte, die groter is dan de normale ruimte tussen twee kepers. In het wapen bij de vrouw is daarin nog net een stip te zien, die kennelijk moet aangeven dat daar nog een keper hoort. Per saldo zijn er dus toch 7 kepers, conform de beschrijving.

Het wapen Tedingh van Cranenburgh lijkt nagenoeg gelijk aan het wapen van het geslacht Cranenbroek uit Heiloo. Dat wapen heeft echter officieel zes rode kepers. Dat Egmondwapen is van de Heerlijkheid Egmond en Egmond aan Zee, waar het geslacht Van Egmond zetelt. Van het geslacht Van Cranenbroek Heiloo is trouwens bekend dat ze langs vrouwelijke lijn zijn gelieerd aan het geslacht Van Egmond. Dat kan betekenen dat het geslacht Tedingh van Cranenburgh eveneens langs vrouwelijke lijn is gelieerd aan het geslacht Van Egmond. Alleen wonen ze in die tijd dan in Egmond-Binnen, dat het Egmondwapen voert met zeven rode kepers. (> Egmondwapens)

Heraldisch bekeken zou het wapen kunnen zijn gecreëerd door een Van Cranenburg~, wiens moeder een Van Egmond is. Het wapen van de moeder is dus gebruikt als basis en daaraan is de kraanvogel toegevoegd, als symbool van het geslacht Van Cranenburg~. Zulks gebeurt ook bij andere familiewapens. Het is vooralsnog echter niet zeker wie deze Van Cranenburg~ is. (> Cranenburg Egmond)

De broek (vrijkwartie) van het wapen Tedingh van Cranenburgh is: op blauw een staande kraanvogel in zilver. Deze kraanvogel houdt geen steen in een poot. Dat kan betekenen dat het geslacht Tedingh van Cranenburgh niet afstamt van het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck. Hun wapen is: op goud een blauwe kraanvogel, houdend een steen in de opgeheven rechter poot. Vooralsnog is daarom onbekend waar de roots liggen van Tedingh van Cranenburgh. De staande kraanvogel is misschien een sleutel om dat te achterhalen. Helaas is nog geen familiewapen Kranenburg~ gevonden met eenzelfde staande kraanvogel.

De in de triptiek afgebeelde patroonheilige van Jan Joostz moet Sint Andreas voorstellen. Deze wordt iconografisch afgebeeld als een grijsaard met een gespleten baard, die een X-kruis (Andrieskruis) omarmd. Dat laatste doet de patroonheilige van Jan Joostz op bovenstaande tekening duidelijk ook. (> Andrieskruis)

Volgens Jhr F. Teding van Berkhout en Mr J.W. Groesbeek heet het geslacht Tedingh van Cranenburgh in feite Teding van Crabbenburch. Door het veelvuldig voorkomen van de naam Cranenburg in Zuid-Holland, wordt Crabbenburg in oude documenten huns inziens soms abusievelijk gelezen voor Cranenburg en als zodanig geschreven. E.e.a. zou aan het licht zijn gekomen bij een onderzoek naar Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburg (gb 1500), die volgens hen in feite Cornelia Jan Tedingsdochter Crabbenburch zou moeten heten. Feitelijk bewijs wordt niet geleverd. Er wordt slechts gesteld dat er een verschrijving plaatsvond. Deze vlieger gaat echter absoluut niet op. Het verschil tussen de naam Tedingh van Cranenburg en de naam Crabbenburch is te groot om een verschrijving denkbaar te kunnen maken. Bovendien wordt Cornelia Jansdr in diverse bronnen expliciet genoemd met de achternaam Tedingh van Cranenburgh. Het is niet denkbaar dat al deze bronnen de verkeerde achternaam hebben gebruikt. Een verschrijving zou immers veel sneller gesignaleerd zijn door o.a. belanghebbenden. Bovendien woont Cornelia Jansdr van Cranenburg in Noord-Holland, waar ook het geslacht Crabbenburch woont. Men kan zich dus niet beroepen op het feit dat de familienaam Cranenburg in Zuid-Holland veelvuldig voorkomt. Dat kan in die tijd nauwelijks een rol spelen, gezien de afstanden en reistijden. Bovendien kom de naam Cranenburg~ in die tijd in Noord-Holland weinig voor! Het is overigens wel mogelijk dat er naast Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburgh in dezelfde tijd/regio ook een Cornelia van Crabbenburch leeft. Een dergelijke overeenkomst in voornamen komt bijna overal voor. Daarmee zijn het natuurlijk niet per definitie dezelfde personen. Zeker niet op grond van een simpele statement zonder waterdicht bewijs. Per saldo kunnen we het volgende concluderen:

Op grond van alle gekende feiten moeten we constateren dat de stelling van genoemde auteurs Jhr F. Teding van Berkhout en Mr J.W. Groesbeek dat het geslacht Tedingh van Cranenburgh in feite Teding van Crabbenburch heet en derhalve dus niet bestaat, geheel in het land der fabelen thuishoort. Het geslacht Tedingh van Cranenburgh bestaat weldegelelijk en voert een eigen wapen dat significant afwijkt van het wapen van het geslacht Tedingh van Berkhout.


- 't Huys
Onderstaande tekst is zoals eerder vermeld afkomstig van een triptiek ter gelegenheid van het huwelijk van Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh (gb 1475).

Een teickeningetje na een porretie, en Antijkie uyt 't Huijs van Tedingh van Cranenburgh voort gecome.
vertaald:
Een tekening naar een portret en een antiek stuk uit 't Huis van Tedingh van Cranenburgh voortgekomen.
m.a.w.:
Een tekening gemaakt naar een portret en een antiek stuk afkomstig uit
't Huis van Xx Tedingh van Cranenburgh.

Met Xx Tedingh van Cranenburgh zal in dit bestek vrij zeker zijn bedoeld Jan Joostz van Cranenburgh. De tekning is kennelijk na zijn huwelijksjaar gemaakt. Mogelijk zelfs na zijn dood. Maar wat wordt bedoeld met Huijs? Normaliter wordt met Huijs of Huys in die tijd een adellijk huis of kasteel bedoeld. Een Huys krijgt in die tijd vaak ook de naam mee van het geslacht dat daar woont. I.c. dus Huys Cranenburgh. Waar dit Huys staat, is vooralsnog niet bekend. Een optie is Castricum. Daar staat Huys Cranenburch, dat rond 1542 wordt vermeld. (Cranenburch Castricum) Vrij zeker staat dat huys er al in de tijd van Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh. Castricum grenst namelijk aan Egmond, waar het geslacht Van Egmond zetelt. Aangezien het geslacht Tedingh van Cranenburgh een wapen voert met de kepers en kleuren van Van Egmond moet er een relatie met Van Egmond zijn. (> Cranenburg Egmond)

- Kranologie
Op grond van de huidige gegevens kan de volgende kranologie worden geconstrueerd:

1325-1385 Xx van Cranenburch Cx// Egmond-Castricum

  stichter Huys Cranenburch te Castricum
1360-xxxx Huys Cranenburch te Castricum (> Cranenburch Castricum)
1360-1420 Xx van Cranenburch (zv Xx; vv Jan) C+// Castricum* ... we
1395-1455 Jan Xzn van Cranenburgh (ghm Xx Teding) C+// Castricum* ... tc
1430-1490 Joost Jansz Tedingh van Cranenburgh C+// Castricum* ... tc
1465-1534 Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh C+// Castricum* ... tc=
1500-1567 Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburg C+// Castricum*-Hoorn ... tc
1542------ Vermelding Huys Cranenburch te Castricum.

** Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh, Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburg, Cranenburg Egmond, Groot Hoenlo, Cranenbroek Heiloo (wapen), Tedingh van Berkhout (wapen), Cranenburgh Heiloo, Cranenburch Castricum, Kranenburg Noord-Holland, Egmondwapens
@ tekening Courtesy RKD
# Jaarboek CBG deel IX (1955), RKD 22.10.07, KBG

Teetje Kranenburg (1909-1996):
Mogelijk een dochter van Jan Kranenburg en Elisabeth Groot in Enkhuizen. Geboren 30.11.1909. Ghm NN Verbeet. Overleden 26.4.1996. Begraven in Enkhuizen.
# WS Alg. Begraafplaats Enkhuizen 10.6.2007, KBG

Ten Cranenborg~
** Te Cranenborg~

Ter Hull Bunnik
Mini-heerlijkheid in Bunnik. Ambachtsheerlijkheid met 1 boerderij. Vermeld 28.7.1395 als Heer Jan van Vyanen beleend wordt met Beverweerd en andere goederen. Oorspronkelijk is Ter Hull een bisschoppelijk pachtgoed. Reeds vermeld in rekeningen van 1328-29-30-31. Later komt Ter Hull niet meer voor in de rekeningen. Mogelijk omdat het goed vóór 1377 in leen komt bij de Heer van Beverweerd. In 1502 gaat de leen over op de Proost van Oudmunster te Utrecht.
** Beverweerd Utrecht
# RKR (p 133 ev)

Terp
** Werf, Aeglesthrep

Teube Kranenburg (1749-1809*)
Mogelijk een zoon van Jan Cranenburg (gb 1715) en Hendrijca Spekkink.
Geboren in Winterswijk. Aldaar gedoopt 16.3.1749.
Mogelijk een broer van Dina Kranenburg (gb 1751).
# DTB Winterwijk, JNZ, KBG

Teunis~
() Teun~, Teunis~, etc

** Anton~

Teunis Xzn Cranenburch (1555*-1615*):
Zoon van Xx Cranenburch (gb 1520) en NN te Bleiswijk*.
Woont in Bleiswijk*. Ghm NN.
Udh: Ingen Teunisz Cranenburch (gb 1590; Bleiswijk).

Teunis Xzn Craenenburg (1560*-1620*)
Zoon van Xx Craenenburg (gb 1525) en NN te Kijfhoek*.
Woont 1625-1630 in Kijfhoek. Ghm NN.
Alias: Teunis Cranenburg.
Zoon: Teunis Teunisz Craenenburg (gb 1595 Kijfhoek).
=* Teunis Lenertsz Cranenburch (gb 1563*; Bleiswijk)
# GVP, KBG, DAB

Teunis Lenertsz* Cranenburch (1563*-1623*)
Mogelijk een zoon van Lenert Maertensz Cranenburgh en NN Huybrechtsdr van Alphen.
Woont in Bleiswijk*. Ghm NN.
Zoon: Ingen Teunisz Cranenburch.
=* Teunis Xzn Craenenburg (gb 1560*; Kijfhoek)

Teunis Symonsz Craenenburgh (1590*-1650*)
Vrij zeker een zoon van Symon Adriaensz* van Cranenburch uit Vlaardingen.
Teunis is bouwman en woont 1625-1630 te Kijfhoek, IJsselmonde.
Huwt 1e NN. Mogelijk is dit Cornelia Schipper. (# GKK)
Udh1: Teunis Teunisz Craenenburgh (gb 1615 Kijfhoek)
Huwt 2e 1619* Leentje Jacobsdr.
Udh2: Cornelis Teunis Sijmonsz, Stijntgen Teunisdr, Pietertje Teunisdr, Aert Teunisz, Pleuntie Teunisdr, Maike Teunisdr, Jacob Teunisz, Arij Teunisz, Cleis Teunisz, Dammis Teunisz en Sijmon Teunisz Craenenburgh.
== Teunis Cranenburgh (gb 1595; Kijfhoek)
** Aertie Leunis Cranenburg
++ Kranenburg IJsselmonde
# KBY, KBG

Teunis Cranenburgh (1595*-1655*)
Woont in Kijfhoek, IJsselmonde. Ghm Cornelia Schipper.
Udh: Cleis Teunisz Craenenburgh (gb 1625 Kijfhoek) en Simon Teunisz Craenenburgh (gb 1630 Kijfhoek).
== Teunis Symonsz Craenenburgh (gb 1595*; Kijfhoek)
# GKK

Teunis Teunisz Craenenburg (1595-1659)
Mogelijk een zoon van Teunis Lenertsz Cranenburch te Bleiswijk.
Geboren te Kijfhoek (ZH). Woont achter de kerk van Hendrik Ido Ambacht. Huwt 10.4.1633 te Hendrik Ido Ambacht met Stijntje Ariens, geboren 1611*, gedoopt 17.8.1614 te Ridderkerk. Teunis en Stijntje overlijden na 12.1.1659 te Kijfhoek.
Zoon: Symon Theunisz Kranenburg
++ Kranenburg IJsselmonde

Teunis Willemsz Cranenburgh* (1600*-1660*):
Mogelijk een zoon van Willem Cornelisz Cranenburgh op de Zuytvenne (Warmond).
Vermeld in 1635 als Welgeborene in Rijnland.
# LWR

Teunis Xzn Cranenburgh (1605*-1665*)
Woont in Hendrik-Ido-Ambacht. Ghm NN.
Zoon: Pieter Teunisz Cranenburgh (gb 1640).
++ Kranenburg IJsselmonde

Teunis Teunisz Craenenburgh (1615*-1675*)
Zoon van Teunis Symonsz Craenenburgh (gb 1590) en NN te Kijfhoek.
Woont in Kijfhoek.
Zoon*: Dammis Teunisz Craenenburgh (gb 1643).
++ Kranenburg IJsselmonde

Teunis Ingensz Cranenburch (1613*-1673*):
Zoon van Ingen Teunisz Cranenburch en Maritge Huijgen in Bleiswijk.
# HBB, RA Rotterdam (AAB nr 8 dd 22.9.1640)

Teunis Huybertsz Kranenburg (1623-1690*):
Zoon van Huybert Dircksz Kranenburg en Machtelt Teunis.
Gedoopt 24.9.1623 te Nieuwkoop.
Ghm Gooltje Gerrits Kooy.
Udh: Cornelis (gd 1655), Cornelis Teunisz (gd 1656), Machtiltge (gd 1661) en Dirck (gd 1662).
# DAK, SRM, DAB

Theunis Cleisz Cranenburgh (1669-1729*)
Zoon van Cleis Teunisz Craenenburgh en Neeltje Woutersdr in Kijfhoek, IJsselmonde.
Gedoopt NH 17.2.1669 in Barendrecht.
Huwt 1e NH 15.7.1696 in Barendrecht met Maria Gerritsdr van der Meulen, gedoopt 1.1.1661 in Barendrecht, overleden vóór 24.9.1714.
Udh1: Cleijs Kranenburg (1697-99).
Huwt 2e NH 21.10.1714 in Hekeringen met Geertje Laurens van den Bergh, geboren in Hekeringen, gestorven na 27.2.1727.
Udh2: Lourens (1717 gd Ooltgensplaat), Maarten (1718-1723 gd Sommelsdijk), Arij (1720-27 gd Sommelsdijk), Maarten (1723 gd Sommelsdijk), Klaas (1725*) en Arij (1727 gd Sommelsdijk).
# GKK

Theunis Florisz* Cranenburg (1675*-1735*)
Mogelijk een zoon van Floris Cornelisz van Cranenburch en Adewij Cornelisdr in Hillegersberg.
Woont in Bleiswijk. Ghm Pietertje van Beuwen.
Het gezin verhuist 2.3.1730 naar Hillegersberg (AVI).
Udh: Jan Theunisse (gb 1713) en Inge Theune (gb 1719) Cranenburg
** Laurens Teunisz Kranenburg (gb 1715)
# OVG 1950, DAB

Teunis Xzn Kranenburg (1676*-1736*)
Woont in Sommelsdijk*. Ghm NN.
Zoon: Klijs Teunisse Kranenburg (gb 1711 Sommelsdijk*).

Teunis Xzn Kranenburg (1678*-1738*):
Woont in Nieuwkoop*. Ghm NN.
Zoon: Dirk Teunisz Kranenburg.

Theunis Xzn Cranenburch (1680*-1740*):
Woont in Bleiswijk*. Ghm NN.
** Theunis Florisz* Cranenburg, Laurens Teunisz Kranenburg (gb 1715)

Teunis Cornelisz Kranenburg (1681-1741*):
Zoon van Cornelis Teunisz Kranenburg en Marritje Stoffels van Wieringen.
Gedoopt 5.10.1681 te Nieuwkoop.
Huwt 1e Beertie Claas van Wieringen.
Huwt 2e op 17.12.1719 te Nieuwkoop met Merrigie Klaas Kooij, geboren in Aarlanderveen. Otr 1.12.1719.
Udh2: Marrigje (gd 1723) en Klaas Teunisz (gd 1726) Kranenburg.
# DAK, SRM

Teunis Xzn Kranenburg (1682*-1752*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1647) en NN te Nieuwkoop*.
Woont in Nieuwkoop*. Ghm NN.
Udh: Claas Teunisz Kranenburg (gb 1717; Nieuwkoop).
# GHA 29.1.09

Teunis Kranenburg (1685-1745*)
Zoon van Cornelis Kranenburg en Marritje van Wieringen. Geboren 25.12.1685 te Nieuwkoop.
Huwt 1e 11.9.1706 te Nieuwkoop met Beertje van Wieringen, geboren 1.11.1688 te Nieuwkoop.
Udh: Heijltje, Cornelis (18.12.1707), Klass (3.1.1713), Dirk (19.10.1714), Heijltje (10.1.1717) en Merrigje Kranenburg (8.5.1719). Alle kinderen geboren in Nieuwkoop.
Huwt 2e 17.12.1719 te Nieuwkoop met Merrigie Kooy, geboren in Aarlanderveen, dochter van Klaas NN.
Udh: Marrigje (Nieuwkoop apr 1723) en Klaas.
Huwt 3e* in 1727* met Gooltje Kooy, mogelijk een zuster van Merrigie Kooy.
Udh: Cornelis (Nieuwkoop 1728*)
# DVB

Teun Xzn Kranenburg (1691*-1751*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1656) en NN te Nieuwkoop*.
Woont in Nieuwkoop*. Ghm NN.
Udh: Dirk Teune Kranenburg (gb 1726; Nieuwkoop).

Teunis Cornelisz Cranenburgh (1698*-1758*):
Zoon van Cornelis Xzn Cranenburgh (gb 1663) en NN te Nieuwkoop*.
Woont te Nieuwkoop. Ghm Margje Claesdr Coij te Nieuwkoop.
Genoemd 19.5.1733 ivm verkoop van een boomgaard en henneptuin in het Zuideinde van Aarlanderveen, verongeld voor 414 roeden, strekkend uit de Molenwetering, etc. Koopsom 30 gulden. (Protocollen Aarlanderveen ivn 9 pg 178)
# GHA 29.1.09

Teunis Gijsbertse Kranenburg (1720*-1780*)
Geboren in Ofwegen. Woont in Woubrugge. Verhuist 1745 naar Alkemade. Huwt 1746* te Alkemade met NN.
# GAA (avi 31.12.1745)

Teunis Gysbertsz Kranenburg (1725*-1785*):
Zoon van Gysbert Xzn Kranenburg (gb 1685) en NN in TerAar*.
Is Nederlands Hervormd. Woont 1756 in Langeraar. Later in TerAar. Ghm NN.
Genoemd:
- 1.9.1756 ivm begravenis pro deo kind september 1756 in Langeraar. (NH Begraven TerAar ivn 2A)
- 24.2.1765 ivm begravenis pro deo Jurrij Sibtiel in TerAar.
- 12.11.1770 ivm begravenis van zijn vrouw in TerAar. (Impost Begraven TerAar)
Alias: Teunis Gijze Kraanenburg.
# GHA (29.1.09; 16.3.09; Gaarder TerAar)

Teunis Xzn Kranenburg (1731*-1805):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1696) en NN te Nieuwkoop.
Begraven pro deo 6.12.1805 te Nieuwkoop.
Udh: Maarten Teunisz Kranenburg (gb 1766 Nieuwkoop).
Broer van Gysbert Xzn Kranenburg (bg 1789) te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Teunis Xzn Kranenburg (1751-1810):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1710) en NN te Nieuwkoop*.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN.
Genoemd:
- 9.11.1781 ivm NH begravenis 15.11.1781 zoon Claas (gb 1775*; ovl 9.11.1781).
- 6.5.1788 ivm pro deo begravenis zoon Leendert (gb 1778*; ovl 1.5.1788)
- 22.10.1790 ivm pro deo begravenis zoon Leendert (gb 1780*).
Overlijdt 26.1.1810. Begraven 1.2.1810 te Nieuwkoop.
Udh: 5 kinderen nog in leven op 26.1.1810.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Teunis Klaasz Kranenburg (1757-1817*):
Zoon van Klaas Teunisz Kranenburg en Marretje Dirksdr van der Neut.
Geboren 15.5.1757 te Nieuwkoop.
Huwt 22.8.1779 te Nieuwkoop met Marietje Pieters van Leeuwen, geboren in Nieuwkoop.
Udh: Klaas (gd 1779), Pieter (gd 1781), Klaas (gd 1782), Neeltje (gd 1784), Dirk (gd 1786), Leendert (gd 1787), Leendert (gd 1790) en Leendert (gd 1791) Kranenburg.
=* Teunis Xzn Kranenburg (1797")
# DAK, SRM

Teunis Kranenburg (1760-1820*)
Zoon van Maarten Kranenburg en Lijsbeth Hendriks Vijfschoof.
Gedoopt 27.4.1760 in Sommelsdijk.
# GKK

Teunis Dirksz Kranenburg (1761*-1841*):
Zoon van Dirk Teune Kranenburg en NN te Nieuwkoop.
Genoemd 30.3.1786 ivm begravenis van zijn vader in Nieuwkoop.
Genoemd 6.1.1802 ivm pro deo begravenis van zoon Claas (gb 1796*) in Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop)

Teunis Xzn Kranenburg (1762*-1832*)
Getuige van een misdrijf in de nacht van 28 februari 1797 in Nieuwkoop. Ene Barend van Velsen heeft Jan de Graaf in 't Zuideinde vermoord. Ook anderen getuigen in het proces.
=* Teunis Klaasz Kranenburg (gb 1757)
# BNK (p 71)

Teunis Kranenburg (1765*-1825*)
Geboren in Nieuwkoop. Zoon van Cornelis Kranenburg en NN.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN.
Dochter*: Cornelia Kranenburg (gb 1788).

Theunis Kranenburg (1802-1862*):
Zoon van Pieter Kranenburg en Beertje Klaase Garentje.
Geboren 9.7.1802 te Nieuwkoop. Aldaar gedoopt 25.7.1802.
Ghm Johanna de Graaf. Huwelijk niet in Nieuwkoop of Lisse.
Theunis is schuitenmaker (bargeman) en turfschipper.
Udh: Pieter (gb Lisse 1831), Hugo (gb Nieuwkoop 1832), Leendert (gb Lisse 1836), Teunis (gb Lisse 1838), Johanna (gb Lisse 1842) Kranenburg.
# DAK, SRM, GKC

Teunis Kranenburg (1805-1865*)
Geboren 30.6.1805 in Nieuwkoop. Zoon van Cornelis Kranenburg en Antje Stigter.
Huwt 16.5.1835 te Nieuwkoop met Jannetje Ten Bulten, geboren in 1812 te Nieuwkoop.
Udh: Cornelis Kranenburg (gb 1845).
Mogelijk ook Jacob Kranenburg (gb 1839).
# RKL

Teunis Kranenburg (1808-1855):
Zoon van Klaas Kranenburg en Maria van Es.
Woont in Nieuwveen*. Ghm Marijtje Butterenbrood.
Udh: Teunis Kranenburg (gb 1836).
# Bill Kranenburg (Australia, 6.5.08)

Teunis Kranenburg (1809*-1869*)
Zoon van Klaas Kranenburg en Marijtje van Es.
Geboren in Zwammerdam.
Verhuist in 1811 met zijn ouders naar Nieuwkoop.

Teunis Kranenburg (1836-1883):
Zoon van Teunis Kranenburg en Marijtje Butterenbrood.
Woont in Nieuwveen*. Ghm Antje Hogervegt (1836-1901).
Udh: Teunis (gb 1863; Nieuwveen).
# Bill Kranenburg (Australia, 6.5.08)

Teunis Kranenburg (1838-1898*):
Zoon van Theunis Kranenburg en Johanna de Graaf.
Geboren in Lisse 23.2.1838.
# GKC

Teunis Kranenburg (1853-1899):
Zoon van Cornelis Kranenburg en Petronella Kruid.
Geboren 15.8.1853 in Mijdrecht. Van beroep arbeider en visser.
Huwt 30.9.1875 in Mijdrecht met Clasina Vulperhorst, geboren 23.2.1856 in Amsterdam, dienstbode, dochter van Jan Fulperhorst en Elizabeth Bontebal.
Udh: Cornelis (24.10.1875), Elizabeth (7.2.1877), Cornelis (9.6.1878), Pieternella (7.8.1879), Jan (11.8.1880), Teunis (9.2.1882), Klara (12.1.1883), Teunis (2.10.1884), Jannetje (3.1.1886), Arieda (13.3.1887), Magdalena (21.8.1888), Klaas (11.5.1891), Leentje (27.7.1892), Clasina (28.9.1893), Jannetje (24.8.1896) en Klaas (17.7.1898). Alle kinderen geboren in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Teunis Kranenburg (1858-1918*):
Zoon van Pieter Kranenburg en Antje Mol.
Geboren 22.1.1858 in Lisse.
Teunis is postbode, later dekknecht op een stoomboot.
Huwt 24.3.1881 in Lisse met Gijsberta van de Wakker, geboren 12.1.1861 in Harderwijk, NH gedoopt, dochter van Adrianus van de Wakker en Dirkje Klos.
Het echtpaar zwerft door heel Nederland: Zijpe, Zaandam, Leiden, Oude Wetering, Sassenheim, Leiderdorp en terug in Leiden. Ondertussen veranderen ze van Nederlands Hervormd naar Hersteld Apostolisch. In 1913 migreren ze naar Amerika. Teunis is daar begraven in Hackensack in de staat New Jersey.
Udh: Antje (1889-93 Amsterdam), Nicolaas (1890 Zijpe ZH), Teuntje (1892 Lisse), Pieter (1894-95 Lisse), Gijsbertus (1895 Lisse), Pieter (1897 Lisse), Antje (1898 Zaandam), Hugo (1899 Oude Wetering), Johannes (1901 Sassenheim), Elisabeth (1904-08 Leiden) en Maria Cornelia (1908-08 Leiden).
** Pg Documenten (Kranenburg Chicago)
# GKC

Teunis Johannesz Kranenburg (1859-1918)
Waarschijnlijk een zoon van Johannes Kranenburg (gb 1826) te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop waar hij smid is. Ghm NN.
In 1893 begint hij met een eigen smederij, gevestigd aan 't Zuideinde 56 te Nieuwkoop. De smederij heeft één vuur en maakt klein ijzerwerk. Het bedrijf gaat in 1918 over op zijn zoon Johannes.
Zoon: Johannes Teunisz Kranenburg (gb 1894).
** SLN
# GNS

Teunis Kranenburg (1863-1922):
Zoon van Teunis Kranenburg en Antje Hogervegt (1836-1901).
Woont in Nieuwveen. Ghm Dirkje van Klaveren.
Udh: Wim (Willem; gb 1907).
# Bill Kranenburg (Australia, 6.5.08)

Teunis Kranenburg (1869-1934):
Zoon van Hugo Kranenburg en Catharina Kleyweg.
Geboren 28.8.1869 in Lisse. Teunis is bloemist.
Ghm Hendrika Wijnholt, geboren 25.9.1870 in Haarlemmermeer.
Teunis overlijdt 18.6.1934. Hij is begraven op Duinhof in Lisse.
Udh: Hugo Hendrik (1896), Egbertje Johanna (1897-98 Lisse), Egbertje Catharina (1900 Lisse), Aart Johannes (1901 Lisse) en Catharina (1905 Lisse).
# GKC

Teunis Kranenburg (1884-1944*):
Zoon van Teunis Kranenburg en Clasina Vulperhorst.
Geboren 2.10.1884 in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Teunis Kranenburg (1885-1945*):
Zoon van Nicolaas Kranenburg en Wilhelmina Louise Troost.
Geboren 3.12.1885 in Lisse.
Vader Nicolaas overlijdt in 1888. Teunis en moeder verhuizen 29.8.1891 naar Haarlemmermeer.
Teunis huwt 18.6.1908 met Anna van der Spruit, geboren 1.6.1888.
In 1913 migreren Teunis en Anna naar Amerika samen met moeder Wilhelmina, Teunis Kranenburg (gb 1858), diens vrouw Gijsberta en hun gezin.
Bron GKC:

Sue Kranenburg-Bohse wrote: My husbands father and mother and siblings came from Holland when my father-in-law was 6. He died in 1971, but I believe was born in 1916. His first name was Teun, his father Teunis. They came on a private boat, cattle and all. There were 5 children, William, Teun, John, Dan and Min. The story is that they settled in New Jersey, thought they were buying a farm or farm land, but were scammed out of their money - they then moved on to Illinois.

** Pg Documenten (Kranenburg Chicago)
# GKC

Teunis Pietersz Kranenburg (1889-1969*)
Waarschijnlijk een zoon van Pieter Leendertsz Kranenburg (gb 1854) te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop waar hij smid is.
Bezit in 1907-16 een smederij aan 't Zuideinde 72 te Nieuwkoop.
Bezit in 1946-58 een smederij te Nieuwkoop aan 't Zuideinde 7/9. Van 1946-56 samen met Gerrit Kranenburg.
** SLN
# GNS (p 69, 79 en 80)

Teunis Kranenburg (1897-1957*):
Zoon van Hugo Kranenburg en Wilhelmina Wijnholt. Geboren 7.9.1897 in Lisse.
# GKC

Teunis Kranenburg (1915-1989):
Geboren 31.12.1915. Overlijdt 15.4.1989. Begraven op Duinhof in Lisse.
# graftombe.nl 8.4.07

Teun Kranenburg (1916-1971):
Zoon van Teunis Kranenburg en Anna van der Poort uit Lisse. Geboren in 1916 in Amerika.
** Teunis Kranenburg (gb 1885)

Teunsijna Johanna Albertina Kranenburg (1827-1878):
Geboren 29.5.1827 te Amsterdam; overleden 4.1.1878 te Utrecht. Huwt in 1853 met dokter Josef Aelxander Fles. Teunsijna is een bekwaam amateur-schilderes. Zij schildert uit liefhebberij: damesportretten, Jacoba van Beieren op slot Teylingen, Anna Boleyn op Hever Castle, kinderen uit de gebergte, vrouw uit Alexandrië, een bruidje, Rotterdam 1878. Na 1853 schildert Teunsijna in Utrecht aan het Domplein, waar ze haar atelier heeft. Ze heeft tentoonstellingen in Amsterdam en Den Haag van 1848 tot 1868.
Zusters: Jantina Hendrica en Wemelina Anna Kranenburg.
# LBK, DAB

Teuntje Kranenburg (1755-1815*)
Dochter van Maarten Kranenburg en Lijsbeth Hendriks Vijfschoof.
Gedoopt 13.4.1755 in Sommelsdijk.
# GKK

Teuntje Kranenburg (Tillie) (1892-1972):
Dochter van Teunis Kranenburg en Gijsberta van de Wakker.
Geboren 2.3.1892 in Lisse.
Vertrekt 27.1.1910 als dienstmeid naar Zoeterwoude.
Keert 21.4.1911 terug naar haar ouders.
Migreert in 1913 met ouders naar de USA.
Huwt in de USA met William Freyer.
Overlijdt 1972 in Chicago, Illinois.
** Pg Documenten (Kranenburg Chicago)
# GKC

Teewis~
() Teewis, Teuwis~, Tewis~ >> Mathijs~

Teijlingen
Adellijk geslacht uit Voorhout in Zuid-Holland, verwant aan het grafelijk geslacht. Heren van Teijlingen worden al sinds 1143 genoemd. In 1283 sterft de hoofdstam uit en vervalt het kasteel Teijlingen in Sassenheim aan de Grafelijkheid. In 1339 wordt het kasteel beleend aan Simon van Bentheim. Jacoba van Beieren brengt er 1433-1436 haar laatste levensjaren door. In 1573 wordt kasteel Teijlingen verwoest. Rond 1610 weer hersteld en in 1680 uitgebrand. In 1803 verkocht voor afbraak. De bouwval word 1889 geschonken aan de Staat en anno 2003 resten een ringmuur met donjon en de gerestaureerde gracht.

- genealogie
1. Willem van Teijlingen (1139*-1199*)
Vermeld in 1174.
2. Willem van Teijlingen (1174*-1234*)
Mogelijk een zoon van Willem van Teijlingen (gb 1139).
1199 ghm 1e NN Gerardsdr.
Dochter*: Barthe van Teijlingen.
1200 ghm 2e Agniese van Bentheim.
Udh: Willem (ovl 4.3.1244), Dirk (van Brederode), Gerard (van Heemskerck).
3. Willem van Teijlingen (1200*-1244)
Kinderen: 4 w.o. Willem.
4. Willem van Teijlingen (1225*-1283)
Zoon van 3. Sterft kinderloos. Slot Teijlingen en andere leengoederen vervallen aan de graaf van Holland. De leen gaat over naar de weduwe van Heer Albrecht van Voorne.
Wapen: op goud een rode leeuw en een barensteel in zilver.
** Barthe van Teijlingen
# WP, Historie 350 jaar trekvaart (WS 8.3.2007), DAB

TGE
AA Touring Guide to Engeland
Uitg.: The Automobile Association
Fanum House, Basingstoke
Hampshire RG21 2EA, 1974

tgn: = toegangsnummer
Theis~ > Thijs~
Theodorus~ > Dirk~

Theresiana Ferreria Kranenburg (1940-1969):
Geboren 5.8.1940. Overlijdt 14.5.1969. Begraven op RK Kerkhof in Rhoon.
# graftombe.nl 8.4.07

Theunis: > Teunis

Thingfrith van Mercia (701*-761*):
Zoon van Eanulf van Mercia.
Mogelijk geboren in Bredon, 18 Km ZO van Worcester.
Zoon: Offa van Mercia.
# SUB

Thiry de Beverne (940*-1000*)
** Diederik I van Beveren

Thomas~
() Thomas, Tom, etc
St Thomas is de schutpatroon van architecten.
** Winkelhaak

Thomas Cranbury (1484*-1544*):
Woont in Devon (= Devonshire/UK).
Vermeld in 1543-44 in bron UKA ivm Inquisitions Post Mortem.
** Cranbury Family Hursley

Thomas Goodspeed (1564-1634*)
Zoon van Robert Goodspeed en Isabel Allyn.
Gedoopt 27.12.1564 te Wingrave in Buckinghamshire (UK). Ghm NN.
Is yeoman en bezit een manor met de naam Cranborough. Waar deze manor ligt, is vooralsnog niet bekend. Wel is er een manor Granborough in Buckinghamshire, niet ver van Wingrave. Er kan derhalve sprake zijn van een verschrijving.
Maakt 5.3.1627 zijn testament op te Canterbury.
Een yeoman is een landeigenaar vergelijkbaar met de status van welgeborene of eigenerfde in Nederland.
** Yeomen, Welgeborenen, Eigenerfden
# UKA

Thomas Cornelisz* Kranenburgh (1640*-1710*)
** Thomas Xzn Kranenburgh (gb 1640 Woubrugge)

Thomas Xzn Kranenburgh (1640*-1710*):
Mogelijk een zoon van Cornelis Xzn Kranenburgh (gb 1617) en NN in Woubrugge.
Udh: Annetje Thomasdr (gb 1667), Cornelis Thomasz (gb 1670) en Abraham Thomasz (gb 1675) Kranenburgh.
# GHA 29.1.09, DAB, KBG

Thomas Xzn Kranenborg (1659*-1719*):
Mogelijk een zoon van Harcke Jansen Kranenburg in Warffum.
Woont in Hoogemeeden* (Gro). Ghm NN.
Zoon: Jacob Thomas Kranenborg (gb 1694).

Thomas Xzn Kranenburg (1715*-1760*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1680) en NN te Woubrugge.
Udh: Cornelis Thomasz Kranenburg (gb 1750 Woubrugge).

Thot:
Oud Egyptische god. In Egypte Djhoeti of Djehuty genoemd. De Grieken noemen hem Thot, zoals de oude Egyptenaren de naam mogelijk uitspraken. Thot (Djehuty) wordt als naam reeds genoemd in een tempel te Karnak tijdens de regering van Ramses XI (circa 1450 vC). Hij wordt dan genoemd Djehuty-hotep, tempelbewaker c.q. hoofd poortwachter. De toevoeging hotep betekent dat Djehuty zelf al ver voor die tijd een godheid is. Gezien zijn macht over andere goden en zijn status als boodschapper van oppergod Ra, moet Thot gerekend worden tot een oergoed van Egypte. De historie van Thot begint daarom al zeker vóór 3000 vC, vanaf de wording van Egypte.

Thot wordt vaak afgebeeld als een man met een ibiskop en een lange staf in de hand. Soms ook alleen als ibis of als baviaan. Ook wel als kraanvogel, zoals in de papyrus over de grafkelder van Ipuy. Daarin is Thot afgebeeld als een kraanvogel met een rechte snavel, lange kopveren en de kroon van Osiris. De ibis is een waadvogel die leeft in moerassige gebieden. Ze komt voor in diverse soorten in de hele wereld. O.a. de zwarte ibis (grootste groep; Afrika, Azië, Australië), de rode ibis (Zuid-Amerika), de witte ibis (Noord-Amerika) en de kuifibis (Egypte en Europa). De kuifibis wordt in het oude Egypte verheerlijkt als de menselijk ziel, die na de dood voortleeft in het hemels hiernamaals.

Thot is de god van het Schrift en de Schrijvers, de Wijsheid en de Gerechtigheid. Hij heeft de Schrift uitgevonden, is notulist van alle belangrijke historische feiten, bewaker van de wetten en tempelrituelen, en kent de geheimen van de kosmos en de maanfasen. In biezonder de regeneratieve kracht van de kosmos en de cyclus van leven, sterven en herrijzen. Vandaar ook zijn sterke associatie met de god Horus, die door zijn broer Seth wordt achtervolgd, vermoord en in stukken gesneden, maar na verloop van tijd weer herrijst. Verder is Thot de boodschaper der goden en Opperrechter van het dodenrijk. Thot beoordeelt de daden van de dode en oordeelt over de morele kwaliteiten daarvan. In die zin lijkt hij op de Griekse god Hermes.
Hiëroglief: ibis.
** Gamma, Xsi
# WP, ancient-egypt.org (28.6.2007), DAB

Thijs~ > Mathijs~
Thijs Claesz Kranenbrugghe > M/Thijs Kranenbrugghe (1565*-1645*)

Tienden
** Tiendrecht

Tiendrecht
Het recht om 1/10 deel van de oogst te vorderen van de inwoners van een bepaald gebied. Het tiendrecht is een zogenaamd Heerlijk Recht dat in het leenstelsel door de leenheer wordt verleend aan zijn leenmannen.

Tilburg
Vermeldingen:
1517: een acker die craneborch in stertshoeve (GAT R267:10r)
1542: heide en weide in Sterts hoeve (GAT R289:36r-36v,37v)
1551: stuk heide en weide liggende groot ca. 3½ lopensaet genaamd de Cranenborch ter plaatse genaamd die Hasselt (GAT R296:83r) > Oisterwijk
1590: de Cranenberch (R337:10r)
1594: de Cranenberch, een stuk saylants in de Stershoeve aen die Hasselt (R340;12v)
1719: perceel weijde groot een Loopensaet ofte &3 genaemt de Cranenbergh, noort de gemeene heijde (GAT R471:174r)
1807: Willem de Beer cedit den Kranenberg genaamd de Wrange aan Norbert Jan van Beurden (R463:95)
2005: regio Kranenberg aan de Dongenseweg/Albionstraat (kaart)

De Stertshoeve ligt in buurtschap De Hoeven, grenzend aan de buurt Hasselt. Aldus bron Rechterlijk Archief Tilburg ivn 1537-38 bewerkt door J.R.O. Trommelen ad R280/r-7v dd 1 mei 1532 ivm de Vekensche Acker in parochie Tilburg. Het gaat dus om een stuk land genaamd De Cranenborch, liggend in Tilburg en wel deels in buurtschap De Hoeven en deels in de buurt Hasselt aldaar.
** Cranenborch Tilburg, Kranenberg Tilburg, Kranesites, Oisterwijk
# RHC Tilburg (ws 22.12.2003)

Tineke Kranenborg (gb 1928):
Woont in Bennebroek. Schrijft op haar 79ste jaar het handboek: "Wees niet bang voor de computer. Hand(ig)boek voor de 'oudere' beginner". Dit handboek blinkt uit door duidelijke en eenvoudige taal, waardoor ook 30-plussers veel interesse hebben. Tineke heeft op late leeftijd besloten om zich te verdiepen in de informatica, een groot onoverzichtelijk en complex terrein. Ze vindt het echter heerlijke om met vallen en opstaan te leren hoe iets werkt. Startende ouderen zoeken volgens Tineke een beetje tekstverwerking en willen kunnen e-mailen en dingen opzoeken op internet.
** www > telegraaf.nl/vrouw (computertips), computerschuw.nl
# De Telegraaf 11.2.08

Titels:
Betreft adellijke titels van Kranenburgs~ voorzover bekend.
Alveradis Kranenburg (gb 1095 Leiden) - edelvrouwe
Engelbert I van Cranenburg (gb 1255 Eikenduinen) - jonkheer, ridder
Kerstant van Kranenburg (gb 1257 Eikenduinen) - jonkheer, ridder, heer
Dirck van Cranenburg (gb 1295 Eikenduinen) - ridder
Aechte van Cranenburg (gb 1330 Eikenduinen) - jonkvrouw
Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1341 DenHaag) - welgeborene
S. van Cranenburch (S=Seigneur; gb 1343 Utrecht*) - seigneur (= adellijke heer)
Johan Jansz van Cranenburg (gb 1345) - ridder, heer
Alyd van Cranenburg (gb 1347 Nieuwkoop) - jonkvrouw
Jan van Cranenburg (gb 1370 Maasland) - knaepe, welgeborene
Lysbeth van Cranenburch (gb 1381 DenHaag) - jonkvrouw
Heyndrick van Cranenburch (gb 1393 Leiden) - ridder
Willem van Cranenburch (gb 1400 DenHaag) - jonkheer
Willem Willemsz van Cranenburg (gb 1450 Eikenduinen) - welgeborene
Elisabeth van Cranenburg (gb 1444 Eikenduinen) - jonkvrouw
Wouter Gerritsz van Cranenburg (gb 1470 Eikenduinen) - welgeborene
Jan Woutersz van Cranenburg (gb 1471 DenHaag) - welgeborene
Cornelis Claesz van Cranenburch (gb 1481 Lisse) - welgeborene
Filips Vranckenz Cranenburgh (gb 1483 Leiden) - welgeborene
Jan Klaasz van Cranenburch (gb 1483 Lisse) - welgeborene
Rut Klaasz van Cranenburch (gb 1485 Lisse) - welgeborene
Gerrit Klaasz van Cranenburch (gb 1487 Lisse) - welgeborene
Jan Woutersz van Cranenburch (gb 1490 Warmond) - welgeborene
Bruyn Woutersz van Cranenburch (gb 1492 Warmond/Leiden) - welgeborene
Neel Jorisz van Cranenborch (gb 1493 Rijnland) - welgeborene
Mouring Woutersz van Cranenburch (gb 1494 Warmond/Leiden) - welgeborene
Dirk Jorisz van Cranenborch (gb 1495 Rijnland) - welgeborene
Willem Woutersz van Cranenburch (gb 1496 Warmond/Leiden) - welgeborene
Cornelis Wouter Gerritsz van Cranenburg (gb 1498 Eikenduinen) - welgeborene
Claes Dirck Vranken Cranenburgh (gb 1500 Warmond) - welgeborene
Claas Jorisz van Cranenborch (gb 1500 Hillegersberg) - welgeborene
Dirk Wouter Gerritsz van Cranenburg (gb 1500 Rijnland) - welgeborene
Claes Claesz van Cranenburch (gb 1504 Leiden) - welgeborene
Dirck Woutersz van Cranenburch (gb 1504 Warmond) - welgeborene
Cornelis Dirck Vranken Cranenburgh, Oude (gb 1508 Warmond) - welgeborene
Jacob Jansz van Cranenburch (gb 1515 Warmond) - welgeborene
Anthonis Frankensz Cranenburgh (gb 1530 Lisse) - welgeborene
Adriaan Vrankenz Cranenburgh (gb 1534 Warmond) - welgeborene
Cornelis Franken Cranenburgh (gb 1539 Zegwaard) - welgeborene
Cornelis Tijsz Cranenburgh (gb 1540 Warmond) - welgeborene
Dirk Dirksz van Cranenburg (gb 1540 Leiderdorp) - welgeborene
Jacob Ysbrantsz Cranenburgh (gb 1542 Sassnheim) - welgeborene
Arent Maartensz van Cranenburch (gb 1543 Eikenduinen) - welgeborene
Mathijs Harmans van Cranenburch (gb 1543 Leiden) - jonkheer
Gerrit Cornelisz Cranenburgh (gb 1544 Warmond) - welgeborene
Adriaan Cornelisz Cranenburgh (gb 1545 Lisse) - welgeborene
Gerrit Maartensz van Cranenburch (gb 1545 Rijnland) - welgeborene
Jacob Jacobsz van Cranenburch (gb 1545 Endegeest) - welgeborene
Leendert Adryaensz van Cranenburg (gb 1545 Koudekerk) - welgeborene
Pieter Jacobsz van Cranenburch (gb 1545 Warmond) - welgeborene
Claas Jacobsz van Cranenburch (gb 1555 Zoetermeer) - welgeborene
Willem Cornelisz Cranenburgh (gb 1567 Warmond) - welgeborene
Gerrit Adriaansz Cranenburgh (gb 1579 Oudshoor) - welgeborene
Dirk Jacobsz van Cranenburch (gb 1588 Alphen/Rijn) - welgeborene
Claas Gerritsz van Cranenburch (gb 1591 Leiderdorp) - welgeborene
Ewout Cornelisz Cranenburgh (gb 1599 Warmond) - welgeborene
Teunis Willemsz Cranenburgh (gb 1600 Warmond) - welgeborene
Claas Vranken Cranenburgh (gb 1607 Lisse) - welgeborene
Cornelis Jansz van Cranenburch (gb 1608 Zoetermeer) - welgeborene
Gerrit Gerritsz Kranenburgh (gb 1613 Oudshoorn) - welgeborene
Claas Claasz Cranenburgh (gb 1630 Lisse) - welgeborene
Jan Harkes Kranenburg (gb 1660 Spijk/Gro) - edelwelgeborene
Derck van Cranenburgh (gb 1665 Tiel) - welgeborene
Xx van Kraenenburg (gb 1700 Maasbommel) - jonkheer
Kranenburg Scharmer (1750 Scharmer) - jonkheer > Kranenburg Scharmer
** Jonkheer, Jonkvrouw, Welgeborenen, LWR

Tini Kranenburg (1953-1987):
Geboren 4.4.1953. Overlijdt 5.8.1987. Begraven in Dronten.
# graftombe.nl 8.4.07

Tjabe Reinders Kranenburg (1763*-1823*):
Zoon van Reinder Xzn Kranenburg en NN.
Woont in Zuidbroek. Later in Muntendam. Ghm Assien Jacobs Kramer.
Udh: Aaltje Kranenburg (gb NH 1798 Zuidbroek).
# archieven.nl 26.9.08 (doopinschrijvingen)

Tjabe Berents Cranenborg (1766-1836):
Zoon van Berent Xzn Cranenborg en NN in Kritzum, Ost-Friesland (Dtl).
Geboren 3.3.1766 in Kritzum. Van beroep landbouwer en koopman in granen.
Huwt 29.7.1798 in Zuidbroek met Aaltje Jacobs Kremer.
Overlijdt 5.3.1836 in Zuidbroek.
Udh: Jakob Tjabes Cranenborg (gb 1804 in Zuidbroek).
# stamboomwesterman.nl 10.1.08

Tjake Kranenburg (1675-1735*):
Dochter van Hiskias Kranenburg en Trientje Wyben. Geboren in Wymeer (OFrl).
Huwt 4.3.1701 in Bellingwolde met Berent Harms, geboren in Sustrum (OFrl).
Op 3.9.1702 aangenomen als lidmaat van de NH Kerk in Oudeschans met attestatie van Bellingwolde. Wordt dan genoemd Tiaeckjen Cranenburgh.
Udh: Harm Berents, Trijntje Berents, Hiskias Berents, Hinderk Berents, Hilje Berents, Wubke Berents, Femke Berents en Jan Berents.
# JBK, menneglas.nl 25.1.08, DAB

tnv
= ten noorden van

Tobias Cranenborg (1760*-1820*)
NH gedoopt, mogelijk in Groenlo.
Woont op hoeve Cranenborg in Beltrum. Ghm NN.
Tobias is de laatste Cranenborg die op hoeve Cranenborg in Beltrum woont.
Udh: zes kinderen w.o. een tweeling.

 

Tom Kranenburg (Anton) (1918-1944):
Tom (feitelijk Anton) is geboren op 27.6.1918 te Enkhuizen. Mogelijk is hij een zoon van Jan Kranenburg en Elisabeth Groot.
In de Tweede Wereldoorlog treedt hij toe tot de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) Gewest 11 (het zgn Noorhollandse Noorderkwartier) district III (Hoorn-Enkhuizen). Gewest 11 staat onder leiding van overste Wastenecker. Tom is plaatselijk commandant van Venhuizen. In het begin gaat het Gewest 11 niet voor de wind. Later ontwikkelt ze zich echter tot een zeer gerespecteerde organisatie in de strijd tegen de Duitsers en de NSB.
 
Op locaal nivo wordt Tom lid van de Enkhuizer verzetsgroep olv Gerrit Appelhof, hoofd Christelijke Lagere School. De verzetsgroep houdt zich bezig met het zoeken van schuilplaatsen voor onderduikers, het verkrijgen van distributiebonnen en het bevrijden van verzetsmensen uit handen van de Duitsers. Een aantal verzetstrijders woont in de kost bij een zuster van Tom in een huis aan de Oosterhavenstraat.

Tom woont als een soort oppasser in het huis van burgemeester Middelhof van Hoogkarspel, die ondergedoken is. Hij is kelner/buffetchef op de Staverse boot en koerier van het illegale blad Trouw. Hij kan het blad vrij makkelijk vervoeren en verstoppen in een buffet. Verder bezit Tom een pistool (een Duitse Sauer) en patronen.

In 1942 huwt Tom met Klaasje Kistemaker, geboren op 9.7.1919 in Enkhuizen. Ze is de dochter van Pieter Kistemaker en Simontje (Sientje) Schouw. Uit dit huwelijk wordt een kind geboren.

Tom en Dirk Wierenga uit Bierum (Gro) richten een knokploeg van zeven man op. Een van de eerste daden van de KP is een overval op de kluis van het gemeentehuis in Venhuizen. Daarin ligt een groot aantal distributiepapieren opgeslagen. Tom en Theo Laagland zijn gemaskerd. Ze bellen aan en stormen naar binnen, terwijl de andere verzetstrijders eerst nog op de achtergrond blijven. Burgemeester Honijk heeft echter visitie en schreeuwt om hulpt. Bovendien zorgt de gladde vloerbedekking voor gevaarlijke glijpartijen. De actie wordt afgeblazen.

De tweede actie van de KP is professioneler. Tom helpt bij de bevrijding van Barend Mes rond 3.45 uur in de nacht van 31 augustus op 1 september 1943. Barend (25 jaar) is een belangrijke ondergrondse figuur. Hij was sergeant in het Nederlandse Leger en is na de capitulatie in de illegaliteit gegaan. Nu zit hij gevangen in het Raadhuis van Hoogkarspel. De actie slaagt. Helaas weten passagiers van de Staverse boot de volgende ochtend al vroeg van de details. Dit heeft grote gevolgen. Op 14 oktober '43 worden Arend Jan Boss (dominee), Dirk Wierenga, Kruizinga, Nico Werkman en Galmt Molenhuis gearresteerd door de Duitsers en hun NSB handlangers. Direct daarna wordt Tom van de Staverse boot opgehaald. Allen worden tijdelijk opgesloten in het Stadhuis. Ook vinden de Duitsers een tas met alle informatie over het verzet in Noord-Holland. Deze tas met zgn La-papieren lag bij de zuster van Tom, maar helaas niet in de daarvoor speciaal gemaakte bergplaats. De gevolgen voor de verzetsgroepen in Hoorn en Zaandam zijn noodlottig. Ze worden volledig opgerold door de Duitsers.

De gearresteerde verzetstrijders worden per vrachtwagen afgevoerd naar Amsterdam onder bewaking van de NSB politiemannen Hendrikus Rook en Frederik Teunisse, die waren opgeleid op de Politie Academie in Schalkaar. De twee geraffineerde NSB-ers weten het vertrouwen te winnen van de niets vermoedende arrestanten door ze op allerlei manieren te paaien. Ze gaan zelfs roombroodjes voor de arrestanten smeren. En Tom weet nog te vertellen over z'n pistool met patronen bij hem thuis en dat die weggewerkt moeten worden. Het kinderlijk vertrouwen gaat zelfs zo ver dat Arend Boss de NSB politiemannen laat beloven niets te vertellen van hetgeen in de auto is besproken.

De verzetstrijders Bram Sluis en Theo Laagland gaan op de motorfiets de vrachtwagen met de gearresteerde verzetstrijders achtervolgen. Laagland slaagt erin om Tom nog te spreken over enige illegale zaken, waaronder het pistool. De argeloosheid is nog 100%. De sluwe Rook weet nog steeds de schijn van betrouwbaarheid te bewaren. Een Amsterdamse agent die het gebeuren heeft gadegeslagen raadt de jongens aan om maar gauw te verdwijnen omdat hij de 'twee jochies uit Schalkhaar' (Rook en Teunisse) niet vertrouwt. Het is echter te laat. De gearresteerde verzetstrijders komen terecht in het beruchte hoofdkwartier van de Sicherheits Dienst aan de Euterpestraat (anno 2005 de Adama van Scheltema Straat genaamd) in Amsterdam Zuid. Hier staat de uiterst beruchte SS-er Lages aan het hoofd. Voor arrestanten is het hier de ergste hel op aarde. Bij aankomst zegt de gevreesde SD-er Rühl tegen Tom en Dirk Wierenga: "Jullie spreek ik vannacht wel." Niemand begrijpt daar iets van. Pas na de oorlog is bekend welke gruwelen zich tijdens de verhoren voltrekken.

In Enkhuizen zijn de argeloosheid en naïviteit nog steeds troef. Teunisse zegt aan Klaasje, de vrouw van Tom, dat hij een vriend is van Tom en dat ze zijn pistool en munitie maar beter aan hem kan geven. Ze weet niet goed wat te doen, maar Theo Laagland had pistool en patronen al opgehaald en verstopt onder een vuilisbelt.

Rook en andere NSB-ers worden uiteindelijk ontmaskerd door kantoorbediende Antje Poen en Albert de Graaf van het Arbeidsburo. Ze ontdekken carbonpapier en kunnen met een spiegeltje lezen wat erop staat. Het blijken rapporten te zijn aan de Sicherheits Dienst van de Duitsers in Amsterdam, o.a. over het pistool van Tom. Enkhuizen wordt eindelijk wakker en vanaf dan worden de NSB-ers overal genegeerd. Ze ontdekken ook dat de NSB-er Rook regelmatig belt met de SD in Amsterdam.

De gearresteerde verzetstrijders worden door de SD hardhandig verhoord. Daarna volgen de processen en de vonnissen voor het Duitse Militär Gericht. De Boer (1914), De Jong (1916) en Klein (1910) worden na enige weken voorarrest vrijgelaten. Dominee Arend Boss (1896) krijgt acht weken voorarrest. Hommes (1879) wordt een half jaar geïnterneerd in concentratiekamp Vught. Molenhuis (1914), Kruizinga (1920), Werkman, Van Dijk (1912) en Sietses (1910) verblijven tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in diverse concentratiekampen in Nederland en Duitsland.

Tom Kranenburg en Dirk Eliza Wierenga (1922) worden ter dood veroordeeld wegens 'het bevrijden van een gevangen ondergrondse werker'. Vanaf 14 december 1943 zijn ze opgesloten in het Oranjehotel, zoals de SS Untersuchungs Gefängnis in Scheveningen in de volksmond heet. Op 20 mei 1944 worden ze op de Waalsdorper Vlakte in de duinen van Scheveningen gefusilleerd.
Tom citeert in zijn afscheidsbrief aan zijn ouders psalm 27:

Zo ik niet had geloofd dat in dit leven mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou ... Wacht op de Heer, godsvruchtige schare, houdt moed. Als jullie deze brief krijgen ben ik reeds hierboven. Treur niet, ik heb gedaan wat ik doen moest.

Het Verzet in Enkhuizen heeft zware klappen gekregen, maar is niet verslagen. Verzet en Illegaliteit gaan gewoon door. Direct na de dood van Tom verspreidt de Illegaliteit het gedicht 'Bij de dood van Tom Kranenburg'. Onderduikers blijven komen. Nieuwe knokploegen plegen sabotage en overvallen.

Na de oorlog wordt op de Dreef in Enkhuizen een monument opgericht ter nagedachtenis aan al deze moedige verzetstrijders. Het monument is gemaakt door kunstenaar Joep Neefjes. Op dit monument zijn alle namen van de zeven Enkhuizer verzetstrijders vermeld: Hessel Franciscus Fluitman, Jan Hommes, Anton Kranenburg, Piet Rodenburg, Piet Smit, Gerrit Cornelis Stapel en Dirk Eliza Wierenga.

In de Verzetstrijdersbuurt in Enkhuizen is een straat vernoemd naar Tom. Deze buurt ligt vlakbij de Dreef, waar het Verzetsmonument staat.

Tom's graf ligt op de Gemeentelijke Begraafplaats aan het Emmaplein 2 in Enkhuizen, rij NB nr 12. De begraafplaats ligt aan het einde van de Dreef, tien minuten lopen van het monument. Nevenstaande foto is gemaakt op 15 april 2005.

 
Bij de dood van Tom Kranenburg
Gedicht

Klaasje Kistemaker hertrouwt in augustus 1945 met Hendrik Appelo.
# Archief Oud Enkhuizen (P.J. de Vries e.a.), 'De mannen van overste Wastenecker' (JGMW Wastenecker, Drukkerij C. de Boer, Den Helder 1947), Dodenboek Scheveningen, NOS 4.5.05, DAB

 
Tonnis~
** Anton~

Torens
** Kasteeltorens

tov
ten oosten van

TPP
10e Penning Lijsten Pijnacker 1553 en 1557
** Cranenburch Pijnacker

Transport:

vorm
voet
paard
roeiboot
trekschuit  
zeilboot
koets
trein
boot  
fiets
auto
vliegtuig
periode
oudheid-nu
oudheid-nu
oudheid-nu
oudheid-nu  
oudheid-nu
1000-2000  
1800-2000
1800-2000
1900-2000
1900-2000
1900-2000
km/u
5-8
15-25
10-20
5
20-40
15-30
40-250
40-60
10-25
20-120
50-2000  
km/d
40
80
75
50
800
150
1500
1000
150
600
3000
 
Trapgevels
Trapgevels komen al in de 12e eeuw voor. Ze horen bij de Gotiek (1230-1560). Ook in Den Haag en omstreken komen ze in die periode voor. Voorbeelden zijn kasteel Santhorst (ovm 1224), Binckhorst (ovm 1355) en Ter Lips (ovm 1389). Op bovenstaande 14e eeuwse kaart ziet de rechter gevel van de hofstede enigermate gekarteld uit. Voorlasnog mogen we dus aannemen dat de hofstede trapgevels heeft. Sinds de 18e eeuw zijn echter vele trapgevels in Den Haag vervangen door puntgevels.
** Cranenburg Eikenduinen
# BIN, KOH, WKP 8.11.07, DABP> Tresoar
Rijksarchief Friesland te Leewarden

Trintge Cornelisdr van Cranenburch (1628-1688*):
Dochter van Cornelis Dircksz van Cranenburch (gb 1598) en Saergen Claes te Hazerswoude. Gd 3.12.1628 te Hazerswoude; get Jaquemijn Claesdr, Pieter Corss en Pietertje Otten.
# M. Kranenburg, KBG

Trijntje~

Trijntje Corsdr Cranenburgh (1609*-1679):
Dochter van Cors Pietersz van Cranenburch en Trijntgen Dircxsdr.
Geboren in Hazerswoude*.
Huwt donderdag 3.1.1647 met Arij Amen van Griecken.
Arij overlijdt vóór 5.10.1679. Trijnte overlijdt na die datum.
Alias: Trijntje Corsdr Craen, Trijntgen Cors.
# MVS, ORA Hazerswoude (26 fol 202/120 dd 3.1.1647)

Trijntje Gerritsdr Cranenburch (1609*-1679):
Dochter van Gerrit Xzn Cranenburch (gb 1574) en NN te Zwammerdam.
Woont in Zwammerdam. Ghm Cornelis Jansz van der Wolff.
Genoemd 7.10.1679 ivm verdeling nalatenschap, zijnde een huis en erf op de Overtocht, belend ten westen de Hoge Rijndijk, ten oosten de Rijn. Koopsom 690 gulden. (Protocollen Zwammerdam ivn 24 p 92v)
Udh: Theunis Cornelisse van der Wolf.
# GHA 29.1.09

Trijntgen Meesdr van Cranenburgh (1612*-1672*)
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Dochter van Mees Claesz (van) Cranenburgh en Maritge Cornelisdr.
Ghm Foyt Pieters. Ze wonen in de Lage en Vrije Boekhorst boven Oud Ade te Alkemade.
** Pennings Vennemeer, NBL
# TVP

Trijntje Gerritsdr Cranenburgh (1620*-1679*)
Mogelijk een dochter van Gerrit Adriaansz Cranenburgh in Lisse.
Woont in Zwammerdam (Overtocht aan de Molenvliet). Ghm Cornelis Jansz van der Wolff.
Zoon: Theunis Cornelisse van der Wolff

Trijntgen Heijnricxsdr Cranenburch (1625*-1685*):
Dochter van Heijnrick Pietersz Cranenburch en Maritgen Meldersdr in Pijnakker.
Erft 11.6.1649 van haar ouders.
# Testament 11.6.1649 Pijnakker (ORA Pijnakker)

Trijntje Jansdr van Cranenburch (gb 1626)
** Styntje Jansdr van Cranenburch

Trijntje Ysbrandts Cranenburch (1647-1707*)
Dochter van Ysbrandt Huybrechtsz Cranenburch en Trijntje Pieters Witten.
Gedoopt op 24.3.1647 te Bleiswijk.
Huwt Ansem Simonsz Nonneman.
# BKK, DTB Bleiswijk

Trijntje Pietersdr Craenenburgh (1650*-1679)
Geboren in Hazerswoude. Dochter van Pieter Corsz Craenenburgh en Trijntgen Dircxdr.
Ghm Jan Quoot.
Alias: Trijntgen Pietersdr Craen
Overleden vóór maandag 29.5.1679.
# MVS, ORA Hazerswoude (35 dd 29.5.1679)

Trijntien op Kranenborch (1658*-1718*):
Dochter van Harmen op Kranenborch en NN.
Geboren in Zutphen of Vorden.
** Zutphen
# DTB Zutphen, JNZ, KBG

Tryntge Gerrits Kranenburgh (1675*-1635*)
Mogelijk een dochter van Gerrit Gerritse Cranenburg en Trijntje Floris van der ...l te Woubrugge.
Woont aan de Langegracht te Leiden.
Huwt 1698 (otr 1.11) te Leiden met Ary Flaman, lakenwerker, wonend aan de Langegracht.
# DTB NH (otr) Leiden (ivn 12 fol 026)

Trijntje Floris Kranenburgh (1680*-1740*)
Mogelijk een dochter van Floris Cornelisz van Cranenburch en Adewij Cornelisdr te Hillegersberg.
Ghm Jan Cornelisz van der Linden. Woont in Oudshoorn/Gnephoek.
Verhuist in 1736 naar Alkemade.
# GA Alkemade (avi 11.12.1745)

Trijntje Corssen Cranenburg (1690*-1760*)
Geboren te Valkenburg (ZH). Huwt 8.9.1709 in Maasland met Cornelis Jacobs van Dijk (gd 5.5.1686 Maasland).
Dochter: Neeltje Cornelisse van Dijk (gd 27.8.1713 Maasland).

Trijntje Ariens Kranenburg (1692*-1752*):
Dochter van Arie Cleijsz Cranenburgh (gb 1660) en Leijgje Jans Vrijlandt te Rhoon.
Huwt 14.5.1713 te Barendrecht met Jacob Willems Groenenboom.
Op 19.8.1714 te Pernis getuige bij de doop GF van Leigje Stelboer, dochter van Arij Gijse Stelboer en Neeltje Aarts Kock.
Udh: Maria Jacobs Groenenboom (gb 1726).
++ Kranenburg IJsselmonde
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/008), genealogiepnline.nl 25.6.09

Trijne Cranenborgh (1695*-1721):
Dochter van Wijbrandus Kranenborg en Trijntien Haselhof. Begraven 20.5.1721 te Wedde.

Trijntje Florisdr Kranenburg (1716*-1776):
Dochter van Floris Xzn Kranenburg (gb 1680) en NN in Woubrugge.
Woont in het Weeshuis te Woubrugge.
Begraven pro deo 4.3.1776 te Woubrugge.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Woubrugge)

Trijntje Harkes Kranenburg (1723-1771*)
Dochter van Harke Jans Kranenburg en Hilje Jans. Gedoopt NH op 14.11.1723 te Scharmer.
Huwt 3.3.1743 te Kolham met Zacharias Lammerts Pesman, zoon van Lammert Zacharias Pesman en weduwnaar van Jantje Meuwes. Zacharias is landbouwer en wedman te Scharmer. Hij is de kleinzoon van Zacharias Pesman, schoolmeester in Westerwijtwerd.
Trijntje overlijdt voor 22.1.1771 te Kolham.
Udh: Annigje (1744), Alegonde Elisabeth (1747), Hilje (1750), Harke (1752), Jantjen (1755), Hilligjen (1758) en Geesjen (1762). Alle kinderen geboren in Scharmer.
# GKH

Trijntje Leenderts Kranenburg (1725*-1785*)
Mogelijk een dochter van Leendert Ariense Cranenburgh (gb 1695) te Hendrik-Ido-Ambacht.
Is 10.8.1760 in Kralingen getuige bij de doop GF van Lena van den Berg, dochter van Adrianus van den Berg en Marytje Breedtveldt.
++ Kranenburg IJsselmonde
# DTB GF Rotterdam (ivn 1)

Trijntje Kranenburg (1755*-1815*)
Mogelijk een dochter van Jan Kranenburg en Neeltje Vermei.
Woont in Hillegersberg. Ghm Jacob Leendertsz Duijvesteijn.
Is 4.10.1789 in Charlois getuige bij de doop GF van Gijsbert van der Wel, zoon van Gerrit van der Wel en Maaike Gijsbertsdr Kranenburg.
Udh: Lijtje Duijvesteijn (gd GF 13.3.1785 Hillegersberg).
# DTB GF Rotterdam (ivn 1)

Trijntje Kranenburg (1894-1954*):
Geboren 2.10.1894 in Loosduinen.
# Aldo van Zeeland (WS 10.6.2007)

Trijntje Kranenburg (1921-1994):
Geboren 1.10.1921. Overlijdt 26.12.1994. Begraven op Alg. Begraafplaats in Marknesse.
# graftombe.nl 4.2.08

Trijntje Hendrina van Cranenburgh (Tineke) (gb 1944)
Dochter van Johan van Cranenburgh en Hendrina Wilhelmina Hartjesveld.
Geboren 30.5.1944 in Delft.
Huwt 7.6.1967 in Apeldoorn met Hendrik Willem Alewijn de Bruin. Inmiddels (1988) gescheiden. Woont daarna met haar kinderen in Roden.
Udh: Edwin (gb 26.3.1970 Capelle/IJssel) en Jasper (gb 4.10.1972 Capelle/IJssel).
# VC300

Trijntje Hendrina van Cranenburgh (Thea) (gb 1945)
Dochter van Jan Hendrik van Cranenburgh en Maria Elisabeth Bruijnse.
Geboren 20.2.1945 in Schiedam. Opleiding: Lagere School en MULO. Is tot haar huwelijk kantoorbediende.
Huwt 9.2.1967 in Schiedam met Elisabertus Jaques de Wit (Bert), geboren 23.3.1944 in Schiedam, zoon van Isac de Wit en Elisabeth Sibrijns. Bert is vice-voorzitter van de Vereniging Protestant Christelijk Onderwijs in Roosendaal. Thea is lid van de Medezeggenschapraad voor de basisschool.
In 1979 starten Bert en Thea met de Stadsrukkerij Roosendaal, een eigen onderneming aan de Laan van België 59 te Roosendaal.
Udh: Astrid Mariëlle (gb 18.10.1971 Schiedam) en Martijn Alexander (gb 26.9.1976 Roosendaal).
# VC300

Trijntje Hendrikje van Cranenburgh (gb 1949)
Dochter van Gerard Pieter van Cranenburgh en Jacoba Kattestaart.
Geboren 2.4.1949 in Maassluis.
Huwt 20.8.1971 in Haarlem met Huib Luns.
# VC300

Trijntje Hendrina van Cranenburgh (gb 1955)
Dochter van Hendrik Arie van Cranenburgh en Johanna de Buck.
Geboren 4.10.1955 in Veere. Opleiding: MAVO en Receptioniste. Haar hobby is muziek en zij speelt bariton in de Fanfare 'Veere's Genoegen'.
Huwt 2.12.1975 in Veere met Antonius Martinus Johannes Maria Kroese (Ton), geboren 18.5.1952 in Breda, zoon van Adrianus Nicolaas Maria Kroese en Catharina van der Maeden. Ton is adjunct-directeur van een horecabedrijf.
Werkt in De Campveerse Toren, het horecabedrijf van haar vader en haar man in Veere.
Udh: Hendrikje Johanna (gb 21.3.1977 Veere), Adriaan Frederik (gb 12.1.1980 Veere) en Johanna Catharina (gb 4.3.1982 Veere).
** Campveerse Toren
# VC300

TTB
Time Travel-Britain.com

Turfindustrie:
Bij de komst van de Romeinen in ons land circa 146 vC is turf al in gebruik in de Lage Landen. Toch duurt het nog vele eeuwen voordat turf een belangrijke economische rol gaat spelen. Eerst wordt turf nog zelf gestoken uit het veen voor eigen gebruik als brandstof. Langzamerhand wordt turf echter meer bedrijfsmatig gewonnen en als handelswaar verkocht. In Zuid-Oost Engeland begint dit proces al in de 10e eeuw. Nederland start in de 12e eeuw. Noord-West Duitsland een eeuw later, mede dankzij Hollandse brokers (turfwinners). Veengebieden worden opgedeeld en per hoeve verkocht door de machthebbers van het land. Het veen wordt grootschalig afgestoken en de turf verkocht als brandstof voor huisverwarming, kalkovens en bierbrouwerijen. De kalkovens leveren kalk voor de fabricage van cement. Daarmee wordt de steenbouw van woningen en andere panden gestimuleerd. Zo krijgt de economie dankzij de turf belangrijke stimulansen voor verdere ontwikkeling. Nederland bestaat rond de 12e eeuw bijna voor 60% uit veengebieden, die in de loop der eeuwen nagenoeg allemaal worden afgegraven. Pas in de 19e eeuw neemt steenkool de rol van brandstof over. De veengebieden zijn inmiddels grotendeels afgegraven. Deels zijn daardoor vele plassen en meren ontstaan, wat visserij en waterrecreatie stimuleert. Andere afgegraven veengronden veranderen in agrarisch gebied voor landbouw en veeteelt. De dunne restlaag van het veen werd gemengd met het onderliggend zand, waardoor redelijk vruchtbare grond beschikbaar kwam. Nederland is daardoor sinds de 13e eeuw geleidelijk op grote schaal ingrijpend veranderd. De hele turfindustrie heeft niet alleen het landschap veranderd, maar ook de wegen, de vaarwaters, de steden en de economie.
** Sluipwijk, Scharmer, Kranenburg Kleef, Theodorus van Cranenburgh (gb 1305; Nijbroek), MBB, Annetje Thomasdr Kranenburgh (gb 1690; Oudshoorn), Cornelis Abrahamsz Cranenburg (gb 1695; Woubrugge)

TVP
Theo van der Poel te Hillegom
** SRO

Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
** SWO2, Tom Kranenburg, Leendert Arie Dirk Kranenburg, John Walter (Jack) Kranenburg, Carel Hendrik Kranenburg, Roelof Kranenburg, Hendrik Kraneneburg (Emma Osten), Elisabeth Kranenburg (gb 1892), J. Kranenburg, Roermond, Indonesië, Pg Evenementen
++ De Oorlog

Tweelingen
Anno 2008 zijn volgen het CBS in Nederland 18 tweelingen op de 1000 geboorten. (Telegraaf 13.2.08) Dus in 1.8% van de gevallen. In de regio Beltrum-Eibergen-Haaksbergen schijnen naar zeggen nogal aardig wat tweelingen te zijn geboren onder de Kranenburgs~ aldaar. Volgens wetenschappelijke bronnen is het krijgen van tweelingen niet persé afhankelijk van erfelijkheid. Er zijn dus andere factoren dan erfelijkheid die tweelingen kunnen voortbrengen. Maar erfelijkheid op zichzelf is duidelijk niet uitgesloten! Positief geformuleerd: erfelijkheid leidt onder bepaalde omstandigheden kennelijk wel degelijk tot het krijgen van een tweeling. Aangezien het groeiproces van de foetus zich grotendeels in een puur biologische sfeer voltrekt, moet de erfelijkheid toch zeker een dominate rol hebben. De kans op een ééneiige tweeling is 1/3. Bij twee-eiige tweelingen kunnen zowel de vader als de moeder voor erfelijk materiaal zorgen. De kans dat de erfelijkheid afkomstig is van de vader is dus per saldo 1/3 + 0.5x2/3 = 2/3. Ofwel 67.5%.

Het is interessant te weten of er ook in andere regio's vaker dan normaal tweelingen zijn geboren onder Kranenburgs~. Helaas is daarvover vooralsnog weinig bekend. Alleen kinderen van de volgende Kranenburgs~:

Dirck van Cranenburg (gb 1295 Bleiswijk)m
Cornelis Banen van Cranenburgh (gb 1520 Warmond)m
Albert ten Kranenbargh (gb 1580 Beltrum)m
Xx op Gulen Kranenborch (gb 1585 Ruurlo)m
Willem Jansz Cranenburgh (gb 1598 Warmond)m
Xx Kranenborg (gb 1599; Beltrum/Eibergen)m
Cleis Teunisz Craenenburgh (gb 1625 Kijfhoek)m
Cornelis van Cranenburgh (gb 1630; Rijnsburg)m
Hiskias Kranenburg (gb 1635; Wymeer)m
Alida van Cranenburgh (gb 1659; Amsterdam)v
W. Cranenburg (gb 1688; Wedde)m
Jan Harmens Cranenborg (gb 1696; Winschoten)m
Dirk Teune Kranenburg (gb 1726; Nieuwkoop)m
Cornelis Kranenburg (gb 1729 Delfshaven)m
Harmen Jans Cranenborg (gb 1731 Noordbroek/Gro)m
Berent Kraenenborg (gb 1732 Groenlo)m
Hendrik Jan Kranenberg (gb 1733 Vorden)m
Elisabeth van Kranenburg (gb 1734 Rotterdam)v
Reinder te Kranenborg (gb 1739 Eibergen)m
Xx Kranenborg (gb 1750 Eibergen)m
Tobias Cranenborg (gb 1760 Beltrum)m
Garrit Weulen Kranenbarg (gb 1772; Vorden)m
Geertje Leenderts Kranenburg (gb 1772 Hendrik-Ido-Ambacht)v
De vader van Berendina en Reinder Kranenborg (gb 1785 Eibergen)m
Adrianus van Kranenburg (gb 1806 Moordrecht)m
Eliza van Cranenburgh (gb 1811 Honselersdijk)m
Johannes van Cranenburgh (gb 1816 Honselersdijk)m 2x
Hermina Josina Hendrica van Cranenburgh (gb 1821 Den Haag)v
Pieter Kranenburg (gb 1831 Lisse)m
Hugo Kranenburg (gb 1832 Nieuwkoop)m
Abram Kranenburg (gb 1837 Sommelsdijk)m
Geert Kranenburg (gb 1857 Scharmer)m
Lieuwke Elisabeth Kranenburg (gb 1920 Amsterdam)v

Al deze 31 Kranenburgs~ hebben hun roots zeker of vrij zeker in Bleiswijk. Ze wonen en leven echter in verschillende tijden en regio's. Van de 31 Kranenburgs~ zijn er 27 man (m) en 5 vrouw (v). Het percentage mannen is hier dus 27/29 = 0.931. Ofwel 93.1%. Normaal is bovengenoemde 67.5%. De overschrijding is dus 93.1/67.5 = 1.379. Ofwel 37.9%. Niet mis. Temeer nog daar de Kranenburgse~ vrouwen door hun man in principe toch best sterker vertegenwoordigd hadden kunnen zijn met het krijgen van een tweeling. Bij een normale overschrijding van 5% is de overschrijding bij de Kranenburgs~ dus 37.9/5 = 7.6x zo hoog. De erfelijkheidsfactor bij de Kranenburgse~ mannen lijkt dus inderdaad meer dan normaal aanwezig. Dit feit versterkt in belangrijke mate de realiteitskans van de diverse veronderstelde onderlinge genealogische relaties tussen de grote Kranenburgse~ clans.
** Drielingen
# WP, WKP, De Telegraaf 13.2.08, FRI, KBG

twv
ten westen van

Tijdperken

Oude Steentijd (paleolithicum)
Midden Steentijd (mesolithicum)  
Nieuwe Steentijd (neolithicum)
Bronstijd
Yzertijd
Romeinse Tijd
Vroege Middeleeuwen
Late Middeleeuwen
Nieuwe Tijd

300.000-8.800 vC
8.800-4.900 vC
5.300-2.000 vC
2.000-800 vC
800-12 vC
12 vC-450 nC
450-1050
1050-1500
1500-Heden

 
Tijs
** Thijs

Tijtje Kranenburgh (1711-1771*)
Dochter van Pieter Kranenburgh en Maria Braax.
Gedoopt GF op 30.7.1711 te Rotterdam.
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/299)

tzv
= ten zuiden van

U::

UA154
** UTRA

Udh
uit dit huwelijk

Udr
uit deze relatie

Ulrich Clasens Cranenburgh* (1557*-1640*)
Mogelijk een zoon van Claes Thijsz Cranenburgh te Groningen.
Ulrich is sergeant.
Vermeld in bron GBG (5070).
** Broerkerk Groningen
# GBG

Uten Broeke
Familienaam. Varianten: Uiten Broeck, Uten Broek, Uytenbrouck, etc.
Herkomst is onduidelijk. Ene Dirk heer Dirksz Uten Broek heeft in 1281 een leen met de naam Broek in Haagambacht. Waar exact is niet vermeld. Ene Willem Alewijnsz uten Broek bezit onder Monster een hofstede in het gebied met de naam Het Broek. Deze Willem leeft circa 1370-1440. Ene Willem uten Broek is in 1386 zeevonder te Scheveningen. Dezelfde? Dirk Wouter Dirksz uten Broeke is 1391 schout van Rijswijk. In Rijswijk pacht ene Wermbrecht Willemsz in 1333 het grafelijke deel van de grote tiende in het gebied met de naam Den Broek. In Rijswijk woont ook een Harper Uten Broek, die in 1466 onderdak geeft aan zusters van de Sint Augustinus Orde. Filips van Wassenaar (welke?) heeft in zijn ambacht een leengoed met de naam Vorenbroeck, dat ook gewoon Broeck wordt genoemd (A.M. Verbeek Zuid-Hollandse Genealogien 1986). Waar deze Broeck ligt is vooralsnog helaas onbekend.
Per saldo lijkt het erop dat de naam Uten Broeke betrekking heeft op diverse locaties. Het lijkt daarom een herkomstnaam van diverse geslachten, die genalogisch niet dezelfde stamvader hebben.
# DHE 31.5.07, DAB

Uten Broeke * Eikenduinen
Naam die mogelijk verwijst naar Segbroek in Eikenduinen.
Vermeld:
.......1317: Dirric Beukel in Eikenduinen (Up de Gheest) (> RHH)
29.8.1323: heer Engebrecht uten Broecke ivm land van zoon Hughe in Hillegersberg (> RGL/151)
19.3.1326: jonkvrouw uten Broek in Eskamp, Haagambacht (> OV85/18)
19.3.1326: Jan Bokelsz uten Broek in Eskamp, Haagambacht (> OV85/18)
.......1334: Dirc Bokels kinder in Eikenduinen (Up de Gheest), Haagambacht (> RHH)
.......1334: Willem uten Broeke in Eikenduinen (Up den Veen), Haagambacht (> RHH)
.......1346: Dirk Bokel in Eskamp, Haagambacht (> OV85/18)
23.11.1369: Matthijs Willemsz in Eskamp, Haagambact (> OV85/18)
21.3.1372: Matthijs Willemsz in Eskamp, Haagambacht (> OV85/18)

Opvallend is dat in de tekst van bron RGL/151 alleen Enghebrecht, vader van Hughe, de naam uten Broecke meekrijgt. Zijn zoon Hughe en diens nazaten krijgen die naam niet toegevoegd. Dit moet erop wijzen dat uten Broecke in die tekst een herkomstaanduiding is van Heer Enghebrecht. Hij woont kennelijk in een gebied met de naam Broecke. Waarschijnlijk een moerassig stuk broekland. Enghebrechts nazaten krijgen de naam uten Broecke niet mee, waarmee lijkt aangegeven dat zij daar niet wonen. Gezien de volledige tekst van bron RGL/151 hebben we daar vrijwel zeker te maken met Enghebrecht (Engelbert I) van Cranenburg en nazaten van hem. (> RGL/151)

Dirric Beukel = Dirk Bokel. (> Bokel)
De naam Jan Bokelsz uten Broek verraadt veel. Immers, Bokel moet hier een familienaam zijn. In deze regio wonen in die tijd namelijk meer leden van het geslacht Bokel uit Bleiswijk. (> Bokel) In feite moet er dus staan Jan Bokel uten Broek. Ofwel Jan Bokel uit Segbroek. Uten Broek is hier dus in feite niet meer dan een herkomstaanduiding. Dat moet ook voor de andere gevallen gelden. De naam Segbroek is in die tijd namelijk waarschijnlijk nog niet in zwang. Naar zeggen wordt de naam al in 1280 genoemd. Helaas wordt niet vermeld in welke bron. In de 14e-17e eeuw wordt de naam echter niet genoemd in de leenregisters. De naam verschijnt pas in 1611 op een kaart van F. Balthasars. (> Cranenburg Eikenduinen) Het is een stuk broekland gelegen in Eikenduinen, grenzend aan Eskamp. Mogelijk heet het in die tijd gewoon De Broeke. (> Eikenduinen > Segbroek)

Interssant in dit bestek is dat de moeder van Engelbert I van Cranenburg vrij zeker Godilt van Bleyswyck is. Godilt is gehuwd met Bartholomeus II van Wassenaar, de stamvader van het geslacht Van Cranenburch~ uit Bleiswijk. Vader van Godilt is Ghijbrecht Bokel, Heer van Bleiswijk. Tussen de Bokels en de Cranenburgs in Eikenduinen bestaan dus familiaire banden. Beide geslachten stammen af van het geslacht Van Wassenaar, in wier leengebied ze wonen. Eikenduinen, waaronder Segbroek, valt immers grotendeels in de Wildernisse. Dit gebied is sinds 1280 een leengoed van het Hof te Wassenaar. (> Leengoed Wassenaar)

Bron OV85/18 heeft betrekking op leenoverdrachten van zes morgen land in Eskamp, dat grenst aan Eikenduinen.

In bron RHH (grafelijke lenen) worden in 1334 genoemd Willem uten Broeke en Arnd uter Gheest ivm betaling van landhure in Eikenduinen. (> RHH) In beide gevallen moet hier sprake zijn van herkomstaanduidingen. Up de Gheest is namelijk de geestgrond in Eikenduinen. En Broeke heeft vrij zeker betrekking op Segbroek.

Willem uten Broeke is vrij zeker Willem van Cranenburg, stichter van kasteel Cranenburg te Eikenduinen. Zijn grond omvat namelijk het noordelijke deel van Segbroek. (> Cranenburg Eikenduinen; Eikenduinen > Segbroek) Enghebrecht uten Broecke is dan Engelbert I van Cranenburg, vader van Willem van Cranenburg. Hij wordt genoemd ivm overdrachtbepalingen van Hughe Enghelbrechtsz, een zoon van Engelbert I. (> RGL/151) Aangezien Engelbert I vrij zeker de status van ridder heeft, is jonkvrouw uten Broek gezien haar titel welhaast zeker een dochter van Engelbert I van Cranenburg. Aangezien leenoverdracht normaliter binnen familiaire kring gebeurt, is de kans daarom ook erg groot dat Matthijs Willemsz een zoon is van Willem van Cranenburg.
** RGL/151, OV85/18, Bokel, Wildernisse, Leengoed Wassenaar

UTR
Upper Thames Regio UK
** UTR/UK

UTRA
Enige notariële actes ivm Van Cranenburchs~ te Utrecht. Deze actes bevinden zich in het Utrechts Archief.

U87a1/7/dd 20.3.1674
Betreft huysinge ende erve aan de Loefballenmaeckerstraet.
Vermeld: Pieter van Cranenburch en zijn vader Claes Pietersz van Cranenburch.

U87a1/8/dd 1.4.1674
Betreft huur van huysinge, erve ende camere.
Vermeld: Pieter van Cranenburch en Claes Pietersz van Cranenburch, vader en voogd van Pieter.

U87a1/69/dd 12.10.1676
Betreft huishuur.
Vermeld: Nicolaas van Cranenburch (= Claes Pietersz van Cranenburch).

U154a1/9/dd 3.3.1711
Betreft nalatenschap Sara (Pieters) van Cranenburch.
Vermeld: Willem van Craenenburch (neef), Johannes van Craenenburch (neef), Jacoba van Craenenburch (nicht), Jacomina van Craenenburch (zuster), Pieter van Craenenburgh (halfbroer uit Amsterdam).

U154a1/12/dd 19.7.1711
Betreft nalatenschap van Sara Pieters van Craenenburch.
Vermeld: Willem van Craenenburch (neef), Johannes van Craenenburch (neef), Jacoba van Craenenburch (nicht), Jacomina van Craenenburgh (zuster), Pieter van Craenenburch en Anna Pieters van Craenenburch (zuster).

U129a6/122/dd 4.7.1722
Betreft incasso.
Vermeld: NN Cranenburgh te Maaswaal.

U129a9/73/dd 15.1.1728
Betreft: roerende goederen in huis Maria Cheffels te Utrecht (weduwe van Nicolaes van Cranenburgh) zijn eigendom van dochter Jacoba van Cranenburgh.

U184a5/99/dd 10.1.1737
Vermeld: Anna Barbara Sweerts (weduwe van Godert Cranenburg) en Johanna Clara Sweerts, zuster, wonend op hofstede Hogevegt in Maarsseveen.

U166a20/12/dd 2.2.1743
Betreft onroerend goed aan de Juffrouwestraet WZ nabij de Wittevrouwenpoort te Utrecht.
Vermeld: Jacoba van Cranenburgh en Abraham Lanoy, echtelieden.

U194a3/94/dd 13.4.1745
Betreft benoeming advocaat voor Johanna van Baren, wonend in Utrecht, dochter van Annighje van Cranenburgh en Cornelis van Baren.

U188a18/39/dd 7.9.1756
NN van Cranenburgh vermeld ivm 4 morgen en 5 hont weiland gelegen in Gerecht Hoge en Lage Weyde tussen Utrecht en Vleuten.
Woont daaromtrent.
** Nicolaas van Cranenburg (gb 1710)
 
Utrecht Stad
** Kranenburg Utrecht, Cranenborch Utrecht, Cranenhofstede Utrecht, Cranesteijn Utrecht

UTR/UK
Upper Thames Regio UK
Het gebied langs de bovenloop van de Thames in Midden Engeland.
Omvat Oxfordshire, Buckinghamshire en Berkshire.
In de 4e-5e eeuw nC wordt dit gebied bevolkt door Angelen uit Angeln in NO Duitsland.
Mogelijk woont hier de Anglische stam der Gewisse. Archeologische vondsten doen dit vermoeden. Rond 572 nC settelen ze zich in Wessex.
De Anglische stam der Hwicce wonen in en rond Wychwood in Oxfordshire. Rond 650 nC settelen ze zich in Worcestershire, Gloucestershire en ZW Warwickshire.
Belangrijkste locaties: Oxford, Abingdon, Henley, Eton, Windsor, Hampton Court en Londen.
** Cotswolds, Gewisse, Hwicce, Wychwood, Wig, Mercia, Worcester, Worcestershire, Angelen, Angeln

V::

Valuta
Sinds de 13e eeuw gebruiken de kooplieden in Europa steeds meer gouden munten geslagen in Florence als betaalmiddel. De munt heet florenus wat verwijst naar de bloem (Italiaans: fiore) op de keerzijde van de munt, ofwel de lelie. In de Nederlanden heet de munt floryn. Later gaan de Noord-Europese steden zelf 24 karaat gouden munten slaan. De Toscaanse Florijn staat aanvankelijk model, maar later komen eigen ontwerpen.

In de 13e eeuw is de Karolingse zilveren penning de enige muntsoort. De basis van het Nederlandse muntstelsel is de Groot van 12 penningen. Later worden ook buitenlandse munten gebruikt. O.a. Schilden uit Frankrijk en Nobels uit Engeland. Door het grote aantal muntsoorten wordt het betalingssysteem nogal ingewikkeld. Ter vereenvoudiging hanteert men daarom een centrale rekeneenheid. De meest bekende is het Pond (£), dat is onderverdeeld in 20 schellingen (s) van 12 penningen (d). De ruiwaarde van andere munten wordt dan uitgedrukt in dit stelsel.

De naam gulden komt als muntnaam rond 1325 voor het eerst opdoemen in Noord-Nederlandse teksten. Rond 1350 worden de eerste goudguldens geslagen. In de 14e eeuw is gulden de algemene naam voor deze gulden florene, afgekort fl of f.

In de 16e eeuw, tijdens het bewind van Karel V, wordt voor 't eerst de Carolusgulden geslagen. De gouden in 1521, die in 1521 wordt vervangen door de zilveren. Deze munt wordt ook vaak Car, Caroli of gewoon gulden genoemd. Aanvankelijk wordt ze in Thal geslagen en wordt daarom ook wel daalder genomed. Van 1521 tot 1601 is 1.5 Car = 30 stuivers. Daarna wordt 1.5 Car = 28 stuivers. De gouden Car weegt 2.91 gram. Later komen de zilveren Cars, die 22.85 gram wegen. De stuiver is van zilver en is gelijk aan 16 penningen. Van 1694 tot 1800 is de gulden van zilver en weegt dan 10.6 gram. Er bestaat ook een halve stuiver van koper en die heet Groot Vlaams.
Bedragen worden weergegeven in een drietallig stelsel. Zo betekent 29-6-7: 29 gulden, 6 stuiver en 7 penning.

In de 17e eeuw slaan de munthuizen in de Republiek een grote diversiteit aan munten, waardoor het hele munststelsel onoverzichtelijk en onpraktisch wordt. Rond 1700 wordt daarom weer de zilveren gulden geslagen en in roelatie gebracht.

In de Franse Tijd (1795-1813) wordt papiergeld geïntroduceerd. Dit zijn de assignaten, berucht wegens hun geringe waarde. In 1816 worden de gulden en het decimale stelsel ingevoerd.
** Daglonen, HVH
Berekeningen: www.neha.nl
# LHS, DAB

Van
** VCK

Van Amstel
Geslacht uit Amstelland.
Wapen: op een veld in azur (blauw) vier dwarsbalken in goud met daarover een Andrieskruis in rood.
Het wapen is gelijk aan het wapen van het geslacht Van Beveren en het oorspronkelijk wapen van het geslacht Van Wassenaar.
** Dirc II Van Wassenaar, Andrieskruis

Van Angelen
Geslacht dat sinds de 19e eeuw o.a. voorkomt in Vreeswijk en Utrecht.
Mogelijk stamt dit geslacht af van Engist van Angeln (gb 405) te Leiden.
** Engist van Angeln

 

Van Arkel
Adellijk geslacht afkomstig uit de Heerlijkheid Arkel, omvattend Gorichem (hoofdstad), Heukelom, Asperen, Leerdam, Gasperen, Hagestein, Haastrecht, Schoonrewoerd, Everstein, Reinestein, 's-Heer-Aerntsbergen (Bergambacht), Zoelen en Oosterwijk.
De Arkels zijn zeer vermogend. Ook hun politieke macht is groot. Het grondbezit ligt namelijk op een strategisch punt tussen
Holland, Gelderland en Utrecht. Hierdoor kunnen ze veel macht uitoefenen op de handelsvaart op de Lek en de Merwede. Hun bezit en macht groeit daardoor sinds de 12e eeuw steeds verder. Rond 1400 bereiken de Arkels echter het hoogtepunt van hun macht.
Het stamslot van de Arkels ligt oorspronkelijk aan de linkeroever van de Linge, tegenover de huidige kerk van Arkel. In de 13e eeuw wordt een tweede slot gebouwd oostelijk van Gorinchem. Dit slot wordt echter in 1412 verwoest door graaf Willem VI van Holland.
Wapen: op een zilver veld twee gekanteelde dwarsbalken in rood; het schild gehouden aan elke zijde door een zwaan in zilver.
** Halewijn III van Leiden (ghm Jeanne van Arkel), Jan van Arkel, Van Cranenborch Arkel, Renswoude
@ (foto): wapenschild Van Arkel op Groot Hoofdpoort te Dordrecht anno 1450.
# WP, DAB

Van Beieren
Grafelijk geslacht van Holland, Zeeland en Henegouwen.
** Albrecht van Beieren (gb 1330), Dieric van Cranenburch (gb 1327; Delft), Alijd Jansdr van Cranenburg (gb 1340; Nieuwkoop), Willem van Cranenburch (gb 1400; Den Haag)

Van Bever
Adellijk geslacht uit Twente. Aldaar gevestigd rond 1285. Zetelt tot 1690 op havezathe Beverborch in De Lutte.
Het geslacht Van Bever is afkomstig uit Dordrecht, waar ze volgens bron PJG/K sinds de 11e eeuw wonen. Daar heten ze Van Beveren (De Bevere). Deze stammen af van het geslacht Van Beveren uit Diksmuide in Vlaanderen. Ze hebben zich daar gevestigd vanuit Bevere bij Worcester in ZW Engeland.
Wapen: op blauw vier gouden balken, horizontaal geplaatst, met over het geheel een Andrieskruis in rood.
** Beverborg Twente, Van Beveren Dordrecht, Van Beveren (Herkomst), Bevereburch Dordrecht
# PJG/K, DAB

Van Bevere
** De Bevere, Van Bever, Van Beveren, Beverborg Twente

 

Van Beveren:
Oud Vlaams geslacht uit Waasland bij Antwerpen. Dit geslacht heeft grote bezittingen in Vlaanderen, Frankrijk en Nederland. In Waasland (regio tussen Antwerpen en Gent) zijn dat o.a. Beveren en Verrebroek.
Arnulf de Bevere is in 964 burggraaf van Diksmuide. In 965 opgevolgd door Diederik I van Beveren (Thiry de Beverne). Hij komt uit Waasland. Zijn nazaten zijn drie eeuwen lang burggraaf van Diksmuide.
Wapen: Op een veld van azuur vier dwarsbalken van goud met daarover een rood Andrieskruis. Het wapen rechts is van de gemeente Beveren in Waasland en is
afgeleid van het wapen van de Heren van Beveren. Dit wapen is identiek aan het oudst bekende wapen van het geslacht Van Wassenaar. Hendrik Theodoricuszn van Wassenaar gebruikt dit wapen in zijn zegel, waarvan een exemplaar uit 1237 bewaard is gebleven.
Volgens rijskarchivaris Mr H. Hardenberg stamt het geslacht Van Wassenaar af van het geslacht Van Beveren. Waarom hij dat veronderstelt, is vooralsnog niet bekend. Het wapen van Hendrik Theodoricuszn van Wassenaar kan de mening van Hardenberg echter zeker bevestigen. Het wapen van de
eerste Van Beverens is hiernaast te zien op een oude zegelafdruk. De gelijkheid is overduidelijk zichtbaar. Mocht de mening van Mr Hardenberg juist zijn, dan verloopt de afstamming via Halewijn I van Leiden. Zijn kleinzoon Halewijn III is immers de vader van Filips I van Wassenaar, stamvader van het geslacht geslacht Van Wassenaar. Gezien de achtergronden van Halewijn I is een afstamming van het geslacht Van Beveren (via de burggraven van Diksmuide) zeer goed mogelijk.

De burggraven van Diksmuide (ic de heren Van Beveren) hebben vele bezittingen in Vlaanderen, Nederland en Frankrijk. Ze kunnen derhalve niet permanent aanwezig zijn in hun residentie, de burcht van Diksmuide. Een oude bron schrijft 'De Heer deed reizen, ontving gasten, vernieuwde de wetten en telkens moesten er presentwijnen gegeven worden, hetgeen nog al een groote onkost was voor het stadsbestuur'. Daarnaast biedt de heer in zijn burcht vrije mannen een veilige wijkplaats. Deze burgers zijn derhalve dankbaarheid verschuldigd aan hun beschermheer. Zij moeten daarvoor betalen met jaarlijkse belastingen en manschappen voor de oorlogen.

Het geslacht Van Beveren behoort tot de hoogste adel van Vlaanderen, verwant aan vele andere aanzienlijke geslachten. Ze zijn de eerste burggraven van Diksmuide en behouden die functie drie eeuwen lang. Als burggraven bezitten ze het lage, middelbare en hoge justitierecht. In het bestuur en de rechtspraak worden zij vertegenwoordigd door een baljuw. Sinds het einde van de 11e eeuw zijn ze tevens de Heren van Beveren in Waasland, het gebied tussen Antwerpen en Gent.
Residentie: Kasteel Singelberg te Beveren.

- Herkomst
Twee belangrijke bronnen die zich in het verleden diepgaand hebben bezig gehouden met het geslacht Van Beveren, slagen er niet in hun herkomst te achterhalen.

Bron DSN (1825; p 4) schrijft ivm Beveren-Waas bij Antwerpen:

Waar uit de naam van 'Beveren' spruit, kan men niet onwederlegbaar beslissen; nu is deze benaming eigen aan onderscheidene plaatsen, zoo in Duitsland als in Vlaanderen; doch men is van gevoelen, en deze stelling is van ouds reeds aangenomen, dat, zoo als ten tijde van Karel den Grooten, dikmaals geschiede, toen de volksuitwijkingen algemeender waren, eene volkplanting van de stranden van de rivier 'den Bever', welke zich in den Wezer ontlast, met eenen oversten aan het hoofd van dit huis, heerlijkheid of kasteel, zoo als dit immers geschiede, den naam van zijn eigendom droeg, zich op de plaats vestigde, welke naderhand met het kasteel en de gemeente Beveren is gebouwd. ... de heerlijkheid werd eertijds 'Beveren' of 'Beverne' genaamd; in 1120, werd zij nog 'Beverna' en 'Bevernia' geschreven; ...

Bron DSN erkent dus dat er geen onweerlegbaar bewijs is voor de genoemde herkomst. Sterker nog, er wordt geen enkel concreet argument genoemd, die deze herkomst geloofwaardig kan maken. Bovendien dankt de regio Beveren in Waasland bij Antwerpen zijn naam aan Diederik V van Beveren, die dat gebied rond 1115 krijgt van Boudewijn III Heer van Aalst en Waas, als bruidschat voor zijn huwelijk met diens dochter. (# GLB p 63 ev) De Van Beverens kunnen hun naam derhalve niet aan de regio hebben ontleend.

Bron GVO (1971+; p 38) citeert auteur Albert Bruggeman over Van Beveren:

Deze laatste is een struik van groot aanzien en voert een familiewapen, dat voor het allerminste aan een deftig voorvaderlijk geslacht of familie doet denken.

Bron GVO (p 36) schrijft eerder over hofstede Beaulieu in Beveren-Leie:

Wanneer er voor het eerst op die plaats daar aan de Leie een hofstede gebouwd werd, kan geen mens meer achterhalen natuurlijk. Vermoedelijk zal dit nog in de Frankische tijd gebeurd zijn en zal een of andere Frankische hereboer er zijn "sala" gehad hebben. We hebben redenen om aan te nemen dat ze er reeds stond toen het eerste kerkgebouwtje werd opgetrokken. Dus vóór 964. Wellicht werd de kerk op die plaats gebouwd, juist omdat daar de bijzondere familie van Beveren, de heren van Beveren, woonden.

Voorlasnog is Arnulf de Bevere de oudst bekende telg uit het geslacht Van Beveren. Hij is circa 905 geboren. Waar is niet met zekerheid bekend. Gezien een aantal belangrijke feiten, kan hij echter zeer wel uit Engeland komen. Om precies te zijn: uit Bevere bij Worcester in Engeland. Daarvoor zijn de volgende argumenten:

A. In Worcestershire (MW Engeland) ligt een gehucht Bevere, vlakbij de stad Worcester. Verder zijn er het eiland Bevere, Bevere House en Bevere Manor, dat in de 11e eeuw wordt verpacht door het Convent van Worcester. De naam Bevere komt in die regio al sinds circa 650 nC voor. ** Bevere (Engeland)
B. De familienaam Bevere komt al vroeg voor in Engeland. Bekend zijn:
- Everard de Bevere: hij krijgt in 1203 een manor in Bromsgrove, Worcestershire.
- Absalon de Bevere: volgens een Charter uit de 13e eeuw schenkt hij zijn dochter Marjory deel van een weir (dam) te Ombersley, Worcestershire.
- John Bevere: hij wordt in 1429 benoemd tot prior van Gloucester College in Oxford.
C. Het wapen van het geslacht Van Beveren lijkt haast identiek aan het wapen van de stad Salisbury (Wiltshire, Wessex) in Engeland: op een veld van azur (blauw) vier banen van goud.
D. Vlaanderen heeft al in de Vroege Middeleeuwen (450-1050) nauwe banden met Wessex. Zo zijn de graven van Vlaanderen door huwelijk verwant aan de koningen van Wessex. Graaf Boudewijn II (855-915) is gehuwd met Elftrudis, dochter van koning Alfred van Wessex en Ealswyth.
E. Op munten van de West-Saxische koningen Alfred the Great (848-899), Edward the Elder (899-924) en Aethelstan (924-939) zijn saltieren (Andrieskruisen) afgebeeld. West-Saxische ridders en krijgers (zgn Gewisse) dragen in die tijd helmen met de kleuren blauw en geel en voeren schilden met een rood Andrieskruis. Ook de Van Beverens (De Bevere) voeren een rood Andrieskruis en wel over het blauwe veld met de vier banen van goud. Dit kan betekenen dat de Van Beverens (De Bevere) in die tijd in krijgsdienst zijn van de West-Saxische koningen. En dat ze het rode Andrieskruis hebben overgenomen om hun verbondenheid met de koningen van Wessex te demonstreren. Het ligt echter meer voor de hand om te veronderstellen dat De Beveres zelf tot de Gewisse behoren. Deze Gewisse komen namelijk uit Mercia, een Anglisch koninkrijk waar ook het geslacht De Bevere in England haar roots lijkt te hebben.
F. De wapenkleuren blauw en goud in het wapen van de Van Beverens komen overeen met de typische wapenkleuren van de oorspronkelijk overwegend Anglische bevolking van Salisbury. De oorspronkelijke naam van Salisbury gaat via Old Sarum naar Serebryg, dat mogelijk is afgeleid van Sörup, een stadje in Angeln, waar de Anglische bevolking vandaan komt. In Angeln zijn de kleuren blauw+goud favoriet. Ook in de overwegend Anglische gebieden van Engeland is dat zo. In 35% van de gemeentewapens van deze gebieden komt deze kleurcombinatie uitsluitend of soms hoofdzakelijk voor. Tegen slechts 19% in typisch Saxische regio's. Ook de koningen van Wessex voeren in 899-975 de kleuren blauw+goud in hun wapens. Namelijk Edward the Elder, Athelstan, Edmund the Magnificent, Eadred, Eadwig All Fair en Edward the Peacable.
Wapenkleuren zijn belangrijk en duiden meestal op historisch banden. Neem de kleur oranje in Nederland. De wapenkleuren blauw+goud vinden we verder terug in het wapen van Halewijn I van Leiden en in de oudste wapens met de kraanvogel van de Van Cranenburchs~, die via de Van Wassenaars en de Halewijns Van Leyden, verre nazaten zijn van de Arnulf de Bevere.
G. Het is vreemd dat Arnulf de Bevere in de geschiedenis van Vlaanderen zomaar uit de lucht lijkt te vallen. Iemand met zijn status moet toch een voorgeschiedenis hebben. Je wordt immers niet zomaar burggraaf van een belangrijke stad. Hij moet toch al eerder vermeld zijn door iets biezonders. Of gelinkt kunnen worden met andere belangrijke naamgenoten. Of met een heerlijkheid, havezathe, kasteel of iets anders met een zekere allure. Aangezien dat vooralsnog in Vlaanderen allemaal niet het geval lijkt, is het des te aannemelijker dat hij van elders komt.
H. In 1066 vertrekt de Vlaming Drogo Beuvriere (Bevere) met Willem de Veroveraar naar Engeland. Daar krijgt hij zes counties in bezit in East Anglia, de Midlands en Noord-Engeland. Mogelijk is dit oud familiebezit en is Drogo een telg uit het geslacht Van Beveren c.q. een achterkleinzoon van Arnulf de Bevere.
E.e.a. kan betekenen dat voorvader Arnulf de Bevere wegens een conflict Wessex heeft verlaten en dat hij daarbij al zijn bezit in Engeland is kwijtgeraakt. Deze optie is niet geheel ondenkbaar. In de 10e-13e eeuw woedt er namelijk een machtstrijd in Old Sarum (Salisbury) tussen machthebbers, kerk en underdogs. Mogelijk is dat mede een reden geweest voor Arnulf om Salisbury te verlaten en zijn heil te zoeken in Vlaanderen.
I. Het wapen van het geslacht De Bevere in Engeland bestaat uit een rood veld met daarop een chevron in zilver. De chevron werd toegekend aan hen die hebben deelgenomen aan notabele ondernemingen, kerken of forten hebben gebouwd, of trouwe diensten hebben verleend. De chevron is bovendien een heraldisch symbool dat voornamelijk in Engeland en Frankrijk voorkomt. Dit sterkt het vermoeden dat Arnulf de Bevere en/of een voorvader van hem burggraaf is c.q. een burchtenbouwer in Engeland.
J. In Dordrecht woont sinds de 11e eeuw een geslacht Van Beveren (De Bevere). Zij voeren oorspronkelijk het wapen van het geslacht Van Beveren. Ook staat in Dordrecht een oud pand met de naam Bevereburch. Zonder n dus, hoewel dat voor die tijd zeker te verwachten zou zijn. De naam lijkt daardoor opvallend analoog aan Bevere House in Worcestershire. Verder lijkt de naamvariant De Bevere de oudste vorm te zijn. E.e.a. doet sterkt vermoeden dat er verwantschap is met het geslacht De Bevere in Engeland.
K. Gezien de oudste vermeldingen in Worcestershire is het denkbaar dat het geslacht De Bevere in Engeland afkomstig is uit die regio. En meer in biezonder van Bevere Manor in Bevere (Claines, Worcestershire). Arnulf de Bevere (gb 905) kan dus gezien zijn status zeer wel mogelijk een telg zijn uit dit geslacht.
L. In 1203 krijgt Everard de Bevere (gb 1150*) een manor (heerlijkheid) in Bromsgrove (Worcestershire, UK), ongeveer 16 Km NO van Bevere. Het kan haast niet anders dan dat hij daarvandaan afkomstig is.
M. In 904 wordt Ethelred II van Mercia beleend met Beverburn bij Worcester. Hij is gehuwd met Ethelflaed van Wessex, dochter van koning Alfred de Grote van Wessex. Samen hebben zij de burcht van Worcester gebouwd. In deze optiek past Arnulf de Bevere uitstekend. Hij is geboren rond 907, hij is burggraaf van Diksmuide en hij voert een wapen dat mogelijk de fusie symboliseert tussen Mercia en Wessex in de 9e en 10e eeuw.
N. De mogelijke herkomst en afstamming van Arnulf de Bevere, is een goede verklaring voor de belangrijke positie die het geslacht Van Beveren in Vlaanderen inneemt. De graven van Vlaanderen zijn immers via Boudewijn II verwant aan het Huis van Wessex. Graaf Arnulf I van Vlaanderen en Arnulf van Beveren zijn zodoende in deze optiek neven via hun moeders kant.

O. Het wapen rechts staat op een steen op het kerkhof naast hofstede Bever Hof te Beveren-Leie in Vlaanderen, waar het geslacht Van Beveren woont. Bron GVO (p 31 ev) schrijft dat onder de kalvariekruis op het kerkhof een steen ligt, die zeer oud is. Op die steen is een wapen gebeiteld: Gevierendeeld: I) een Andrieskruis omslingerd door een slang; II) een man met laarzen en een keper; III) een man met ondefinieerbare voorwerpen in de hand; IV) een keper met drie laarzen; Midden) een schild met drie sleutels. (> Beveren-Leie)

 
Het wapen is gekroond met daarop een mijter; links een staf en rechts een zwaard; geflankeerd door links een vogel met sleutel in de bek en rechts een dito vogel met zwaard in de bek. De vorm van de vogels en vooral de afhangende staarten geven aan dat het om kraanvogels gaat. Wapenspreuk: EX BELLO PAX (uit oorlog komt vrede). Het Andrieskruis, de mijter, de staf en het zwaard lijken afkomstig van Arnulf de Bevere (gb 905nC), stamvader van het geslacht Van Beveren in Vlaanderen. Ze wonen in Beveren-Leie op de Bever Hof, later Beaulieu genaamd. Het Andrieskruis met de slang eromheen is het teken voor Verbond tegen het Kwaad. Dit symbool is identiek aan het Andrieskruis van de Angel-Saxen, waaruit voortkomen Ethelred II van Merica en Ethelflaed van Wessex, de veronderstelde ouders van Arnulf de Bevere. (> Andrieskruis) Mijter, staf en zwaard herinneren aan Ethelflaed van Wessex, de moeder van Arnulf. Zij was een krachtig leider die met haar zwaard en leger de Denen en Vikings verjaagde uit Engeland. Bovendien was zij een devoot Christen en deed zij veel en belangrijk werk voor de kerk, evenals trouwens Arnulf de Bevere. De wapenspreuk EX BELLO PAX past ook heel goed bij Ethelflaed. Zij weet immers als weinig anderen dat vaak alleen harde strijd kan leiden tot echte vrede. De beide kraanvogels symboliseren de waakzaamheid die daarbij nodig is. De sleutels symboliseren dat deze wijsheden toegang geven tot het ware leven.

Bovengenoemde argumenten maken aannemelijk dat Arnulf de Bevere inderdaad uit Bevere bij Worcester in Engeland afkomstig is. De vraag die nu rijst is: waarom verschijnt Arnulf de Bevere dan ineens in Vlaanderen? Dat kan alles te maken hebben met de roerige tijden in Engeland in 750-1066. Noormannen, Vikingen en Denen voeren onophoudelijk raids uit op het grote eiland vanuit de zee. Ze moorden, plunderen en stichten brand. Daarna trekken ze weer weg. Ook Bevere ligt in de gevarenzone. Het kan betekenen dat Arnulf daarom rond 930 besluit naar Vlaanderen te migreren. Daar is het veilig dankzij het goede optreden van de Vlamingen. Maar ook de Engelse koning lijkt een gevaar. Hij wordt verdacht te zitten achter de moord op een dochter en mogelijk een andere zoon van Ethelred en Ethelflaed. Al hun kinderen zijn reëele troonpretendenten en het lijkt dat de koning elke concurrent uit de weg laat ruimen om daarmee z'n eigen positie veilig te stellen. Ook is mogelijk dat Arnulf in Wessex geen voldoende geschikt emplooy heeft of kan vinden en het in Vlaanderen beter kan krijgen. Zijn mogelijke verwantschap met de Vlaamse graaf en zijn directe en indeirect ervaringen met de bouw van burchten kan hij goed gebruiken als burggraaf van Diksmuide. Arnulf kan immers veel kennis, vaardigheden en ervaring op dat vlak hebben meegekregen van zijn vader en moeder. En de graaf heeft vakbekwame mensen nodig voor zijn vele burchten. O.a. tussen Diksmuide en Antwerpen, als versterkingen tegen de aanvallen van Noormannen en Fransen in die tijd.
** Burggraven van Diksmuide, Burcht van Diksmuide, Halewijn I van Leiden, Hendrik Theodoricusz van Wassenaar, Van Wassenaar (wapen), Salisbury, Old Sarum, Andrieskruis, Gewisse, Angelen, Angeln, Beveroe, Beverne, Beveren Vlaanderen, Diederik V van Beveren, Alfred de Grote van Wessex, Drogo de Beuvriere, Everard de Bevere, Bevere (Engeland), Beverstone, Bevere Manor, De Bevere, Van Bever, Chevron, Van Beveren Dordrecht, Arnulf de Bevere (gb 905), Ethelred II van Mercia, Beveren-Leie, Van Beveren Vlaanderen, Van Beverens 1200, PgAng/Asbool
# GA Diksmuide, UGW, HVW, PDE(), BHO, DSN, GLB, GVO, DAB

Van Beveren Dordrecht
Alias: De Bevere.
Oorspronkelijk wapen: op blauw (azur) vier dwarsbalken in goud met daaroverheen een Andrieskruis in rood.
Later: op rood een dwarsbalk van zilver, beladen met een bever van zwart, gekroond in goud.
Het oorspronkelijk wapen is gelijk aan dat van het geslacht Van Beveren uit Vlaanderen. We mogen daarom aannemen dat zij daarmee verwant zijn. Vooralnog lijken ze daarvan af te stammen.

Het geslacht vestigt zich in de 11e eeuw in Dordrecht. De oudste telg is Lubbert I van Bevern (1085*-1145*). Zijn herkomst is vooralsnog onbekend. Zijn voornaam Lubbert is echter een Friese naam, zodat hij uit het Friese taalgebied moet komen. (> Lubbert) Dat strekt zich in zijn tijd uit van Duinkerken langs de Noordzee kust tot aan Denemarken. In dit gebied ligt ook Vlaanderen, waar al sinds de 10e eeuw Van Beverens wonen. De kans is derhalve groot dat Lubbert uit die contreien komt. Gezien zijn leefperiode kan hij een zoon zijn van Diederik IV van Beveren (gb 1045), burggraaf van Diksmuide.
Bekend zijn:

> Cornelis van Beveren (de Bevere), geboren te Dordrecht in 1524, aldaar overleden in 1586. Burgemeester van Dordrecht. Hij voert het wapen met de bever.

> Kornelis van Beveren heer Willemsz, geboren in 1591, staatsman en letterkundige. Hij is 5 keer burgemeester van Dordrecht. Gehuwd met Kristina Pyll. Udh geboren: Adriana, Emerentia, Maria, Mondina, Willem, Kristina, Jan, Kristina, Kornelis, Karel en Pieter.

In de Grote Kerk van Dordrecht liggen grafzerken, voornamelijk uit de 17e en 18e eeuw. Slechts enkele uit de 16e eeuw. Op 14 grafstenen staat de naam Van Beveren. In 7 gevallen alleen bij een kwartierwapen. Een daarvan (Ao 1624) heeft de naam Bevere, dus zonder n. Uit e.e.a. blijkt dat vele belangrijke geslachten uit Dordrecht gelieerd zijn met het geslacht Van Beveren. Bron GKD noemt:

> Alith van Bever
Haar naam staat op een zwaar beschadigde grafsteen van Rochus Rochusse van der Krap, met wie zij mogelijk gehuwd is. In het midden van de steen staat de tekst:

DIT IS HET GRAF VAN ROCHUS ROCHUSSE VAN DER KRAP.
DEN .........
EN STERF ANNO
.............
ENDE . ALITH . VAN . BEVER . JACOBS . DR . HVISVROVE .
VAN . DE . COMMIS . STAPELIER . MATTHEVS . VAN . DER .
GOES . SY . STERF . DEN . XXIIIEN . SEPTEMBER . AN . 1606

gevleugelde os.....................................gevleugelde leeuw

> Adriana van Beveren
Genoemd op grafsteen met tekst:

HIER LEGT BEGRAAVEN HEER MICHIEL POMPE SCHILDKNAPE
HEER MICHEILSZ. GETROUWT MET VROUW MARIA SASBOUT HEER
MATTHIJSDOGTER GEBOREN DEN 22 JANN. 1613 HEER VAN
MEERDERVOORT SCHEPEN DER STAD DORD 1638 VEERTIG
1638 GECOMMITTEERT TER ADMIRALITEIT IN ZEELAND 1639
STERFT DEN 9 DEC. 1639 WAS GETROUWT MET VROUW ADRIANA
VAN BEVEREN GEB. DEN 1. APRIL 1618 HEER CORNELIS
DOGTER RIDDER HEER VAN STREVELSHOEK ENZ RAAD EN REND
MEESTER GENERAAL VAN Z.HOLLANT GETROUWT MET VROUW
CHRISTINA PYLL HEER IOHAN DOCGTER STERFT DEN 2 AUGUSTUS
1678 EN VERWAGTEN ALHIER HARE OPSTANDINGE TER ZALIG-
HEYDT.

> Alida van Beveren
Graftekst:

HIER LEGT BEGRAVEN VROUW ALIDA VAN BEVEREN GETROUT MET
HEER CORNELIS POMPE RIDDER HEER VAN MEERDERVOORT ENZ.
GEBOOREN 13 IULY 1640 OUSTE DOGTER VAN HEER IAKOB VAN
BEVEREN HEER CORNELISZ HEER VAN SWIJNDREGT ENZ. SCHOUT EN
BORGERMEESTER IN DORDRECHT ENZ. DIE TEN EGTEN HADDE
VROUW IOHANNA DE WITT HEER JAKOBSDOGTER STERFT DEN
16 NOVEMBER 1680.

> Cornelis Willemsz van Beveren
In de Heilige Kruis Kapel ligt een enorme grafzerk van Karel van Beveren, geboren in 1637, zoon van Kornelis van Beveren heer Willemsz., geboren in 1591. De grafsteen bevat alleen nog brokken tekst. Wel is bekend dat Karel van Beveren dodelijk verwond raakte in 1653. Hij bevond zich toen op het schip van kapitein Bankert tijdens een campagne tegen de Engelsen.

> Jakob van Beveren
Hij is in 1664-92 eigenaar van de Apolinia Kapel. Van hem geen grafzerk.

> Kathrijn van Beveren
Ghm Willem Willemsz van Cranenburg (1360-1420) te Eikenduinen.

> Mondina van Beveren
Volgens bron GKD (p 29) is Mondina begraven in de Pompe Kapel van de Grote Kerk. Zij was gehuwd met Matthijs Pompe (gb 1595*), vrijheer van Slingelandt. Udh: Michiel, Kornelis, Kristina, Kristina en Matthijs.

Bron GND noemt enige Van Beverens te Dordrecht:
> Margaretha van Beveren, ghm 1e Reijnier de Jonge, ghm 2e xx, wonend in Den Toorn aan het eind van het Gravenstraatje aan de Vest. Huwt 3e in 1543 met Gerrit Evertsz. Overlijdt op 6.7.1554 te Dordrecht.
> Maria van Beveren, ghm ridder Koenraad Ruijs, burgemeester van Dordrecht in 1653 en 1654, schepen in 1624, -31 en -32, etc.
> Grietien Jans van Beveren, weduwe van sergeant Luijcaes Hannen van Beverwijck, begraven op 7.12.1679.
> Susanna van Bevere (bg 31.8.1720), weduwe van Johannis Mattheuwise.

Bron SGA noemt:
> Pieter Willemsz van Beveren, vader van Cornelis van Beveren.
> Cornelis van Bevere heer Pietersz, burgemeester van Dordrecht, gestorven 1586 en begraven in de Augustijnen Kerk te Dordrecht.
> Alid van Beveren, huysvrouwe van Iohan heer van Mewen, gestorven 6.11.1606.
> Willem van Beveren, zoon van Cornelis, burgemeester, begraven 26.5.1623. Ghm Emerentia van de Eynde, begraven 23.8.1632.
> Belia van Beveren, begraven 21.1.1666.

Rond 1300 vestigt een telg van dit geslacht in De Lutte (Twente). Mogelijk via de oude handelsroute van Zuid-Holland over de Veluwe naar Noord Duitsland, zoals die volgens bron HBB heeft bestaan.
** Cornelis van Bevere, Bevereburch Dordrecht, Beverborg (Twente), Van Bever, Bevere House, De Bevere, Van Beveren
# Wazamar, GKD, PJG/K, FRI, DAB

Van Beveren Dordrecht * stamreeks
1085-1145 Lubbert I van Bevern. Kinderen: Wolter en Adelheid van Bevern.
1120-1145 Wolter van Bevern. Zv Lubbert I van Bevern. Zoon: Lubbert II van Bevern.
1150-1210 Adelheid van Bevern (de Beveren). Dv Wolter van Bevern. Ghm Herman van Munster.
1165-1247 Lubbert II van Bevern. Zv Wolter van Bevern. Zoon: Lubbert III van Bevern.
1190-1254 Lubbert III van Bevern. Zv Lubbert II van Bevern. Zoon: Nicolaas van Bevern.
1210-1270 Roelof Van Bevere. Zv Lubbert III van Bevern. Ridder vermeld 1248, 1250, 1255. Ghm Adelia van Heusden. Zoon: Roelof Roelofsz van Bevere. ** Beverborg Twente (personen)
1215-1278 Nicolaas van Bevern. Zv Lubbert III van Bevern. Zoon: Gerlach van Bevern.
1230-1290 Roelof Roelofsz van Bevere. Zv Roelof van Bevere. Ridder vermeld 1255, 1263. Ghm Maria Danielsdr van Redelgem. Zoon: Daniel Roelofsz van Bevere.
1240-1313 Gerlach van Bevern. Zv Nicolaas van Bevern. Ghm Jutta NN. Udh Herman I van Bevern.
1260-1320 Daniel Roelofsz van Bevere. Zv Roelof Roelofsz van Bevere. Ghm Soete van Amelroy.
1270-1305 Herman I van Bevern. Zv Gerlach van Bevern. Ghm Gertruid Volenspit. Udh (1300*): Lisa en Herman van Bevern.
1300-1360 Herman II van Bevern. Zv Herman I van Bevern.
1303-1363 Lisa van Bevern. Dv Herman I van Bevern.
1320-1380 Pieter de Beveren. Zv Herman II van Bevern. Vermeld 1355. Ghm jonkvrouwe Gijsberta van Bronkhorst.
1325-1385 Willem de Beveren. Zv Herman II van Beveren. Ghm NN Haga uit Dordrecht. Vermeld in 1384.
1328-1388 Filips van Beveren. Zv Herman II van Bevern. Ghm Elisabeth Minnebode. Vermeld in stadsrekeningen 1382, 1384; rekeningen Zuid-Holland 1384.
1350-1401 Daniel Willemsz de Beveren. Zv Willem de Beveren en NN Haga te Dordrecht. Ghm Sueta van Beveren. Is knape. Vermeld in thesaurusrekningen Dordrecht 1399, 1400.
1385-1464 Willem Danielsz de Bevere. Zv Daniel Willemsz de Beveren. Knape. Heer van allodiaal goed. Ghm Katharina Hendriksdr van Weede, gb in Dordrecht, aldaar verdronken 1421. Willem overlijdt in Dordrecht. Begraven in Beveren Kapel Agustijnen Kerk Dordrecht.
1395-1444 Fye de Bever. Dv Daniel Willemsz de Beveren. Ghm Herman van Heemsted.
1420-1461 Jacob Willemsz de Beveren. Zv Willem Danielsz de Bevere. Ghm Elisabeth Dirks Springers, overleden Dordrecht 1461, begraven aldaar in de Beveren Kapel. Jacob overlijdt in Dordrecht. Begraven in Beveren Kapel.
1450-1506 Willem Jacobsz de Beveren. Zv Jacob Willemsz de Beveren. Ghm Maria Nicolaasdr van Bakel, overleden Dordrecht 29.6.1514. Begraven in Beveren Kapel. Willem is secretaris van Dordrecht in 1485-1505.
1490-1554 Pieter Willemsz van Beveren. Zv Willem Jacobsz de Beveren. Ghm Aeltge (Alida) Muys van Holy, geboren Schiedam, overleden 4.2.1537. Pieter is burgemeester van Schiedam 1531-32, 1535-36; schepen 1548, 1551-52; manhuismeester 1550, burgemeester Dordrecht 1551-53, vroedschap 1528.
1488-1556 Klara Willemsdr van Beveren. Dv Willem Jacobsz van Beveren. Ghm 14.1.1508 Jan Wittens de Witt, gb Dordrecht, ovl aldaar 17.1.1565. Jan is waterschapmeester te Dordrecht in 1528,1530, 1534, 1537, 1539, 1541, 1544.
1524-1586 Cornelis Pietersz van Beveren. Zv Pieter Willemsz van Beveren. Gb Schiedam. Ghm 7.1.1548 te Leerdam Maria Gijsbrechtsdr van der Valk, ovl Dordrecht 12.12.1576. Cornelis overlijdt Dordrecht 27.1.1586.
1552-1606 Alida Cornelisdr van Beveren. Dv Cornelis Pietersz van Beveren. Ghm 1577 Dordrecht met Johan Jacobsz van Mewen, gd 1550 Maeseijk, ovl Dordrecht 24.5.1608, bgr 14.6.1608 Queckelkapel Augustijnen Kerk Dordrecht. Alida overlijdt Dordrecht 11.1.1606.
# KWS Arie Hemelop 6.9.2006

Van Beveren Twente
** Beverborg Twente, Van Bever, De Bever

Van Beveren Vlaanderen
Personen met de naam Van Beveren~ tot 1300.
Vermelding op geboortejaar:

0964 Arnulf de Bevere (KBG)
0965 Diederik I (Thiery) van Beveren (KBG)
0975 Diederik II van Beveren (KBG)
1010 Diederik III van Beveren (KBG)
1045 Diederik IV van Beveren (KBG)
1090 Diederik V van Beveren (KBG)
1120 Diederik (Theodoricus) de Beverna (GVO p 38)
1125 Diederik VI van Beveren (KBG)
1171 Johannes de Beverna (GVO p 38)
1196 Theodoricus (Diederik) van Beveren (GVO p 38)
1197 Hendrik van Beveren (GVO p 38)
1198 Diederik van Beveren (GVO p 38)
1201 Eustachius van Beveren (GVO p 39)
1233 Lambertus van Beveren (GVO p 39)
1264 Baudewijn van Beveren (GVO p 147)
1264 Agnes van Beveren (GVO p 147)
1270 Rogier van Beveren (GVO p 39)
1273 idem
1285 Rogier van Beveren, poorter van Kortrijk (GVO p 39)
** Van Beveren, Burggraven van Diksmuide, Beveren-Leie
# GVO, KBG

Van Beverens 1200
Alle gekende Van Beverens~ uit alle landen tot 1200.
Dwz: zij van wie bekend is dat ze de naam Van Beveren~ voeren.
Inclusief De Bevere in Engeland.
Jaartal = geboortejaar of oudste vermelding.

0905 Arnulf de Bevere, Diksmuide (KBG)
0940 Diederik I (Thiery) van Beveren, Diksmuide (KBG)
0980 Diederik II van Beveren, Diksmuide (KBG)
1010 Diederik III van Beveren, Diksmuide (KBG)
1040 Drogo Beuvriere (Bevere), Engeland (KBG)
1045 Diederik IV van Beveren, Diksmuide (KBG)
1085 Lubbert I van Bevern, Dordrecht (KBG)
1090 Diederik V van Beveren, Diksmuide (KBG)
1093 Willen van Beveren, xx
1095 Isabella van Beveren, xx
1120 Diederik (Theodoricus) de Beverna, Gent (GVO p 38)
1120 Wolter van Bevern, Dordrecht (KBG)
1125 Diederik VI van Beveren, Diksmuide (KBG)
1150 Adelheid van Bevern, Dordrecht (KBG)
1150 Everard de Bevere, Bromsgrove UK (KBG)
1160 Didierik VII van Beveren, Diksmuide (KBG)
1163 Willem van Beveren, xx
1165 Ada van Beveren, xx
1165 Lubbert II van Bevern, Dordrecht (KBG)
1167 Xx van Beveren, dv Diederik VI
1170 Xy van Beveren, dv Diederik VI
1171 Johannes de Beverna, Gent (GVO p 38)
1190 Lubbert III van Beveren, Dordrecht (KBG)
1196 Theodoricus (Diederik) van Beveren, Gent (GVO p 38)
1197 Hendrik van Beveren, Kortrijk (GVO p 38)
1198 Diederik van Beveren, Kortrijk (GVO p 38)

Als we kijken naar de groeifactor per eeuw, dan zien we het volgende resultaat:

Eeuw 
10e
11e
12e
Personen 
 3
 7
16
Groei 
-
2.33
2.29
Norm 
 3
10
33
Nieters 
 0
 3
17
Leiden 
0
2
6
Nieters' 
 0
 1
11
 
De gemiddelde groeifactor = 2.31. Normaal is 3.20. Dat betekent dat op grond van het aantal Personen in de 10e eeuw er in de 11e eeuw 9 en in de 12e eeuw 27 Personen gesignaleerd hadden kunnen/moeten zijn (Norm). Dat levert voor de 11e eeuw 2 en voor de 12e eeuw 11 Nieters op. D.w.z. Personen die niet zijn gesignaleerd, maar die er normaliter wel hadden kunnen zijn. Dat kan te maken hebben met Drogo de Beuvriere (gb 1040) en Halewijn I van Leiden (gb 1050). Van Drogo zijn geen erkende nazaten bekend. En Halewijn I en zijn nazaten zijn niet meegerekend, hoewel Halewijn vrij zeker een zoon is van Diedrik III van Beveren. Daarnaast kunnen er nog Personen zijn, die eenvoudigweg (nog) niet zijn gesignaleerd. Rekenen we hen wel mee, dan zijn er in de 11e eeuw 0 en de 12e eeuw 5 Nieters'. Waar die zich kunnen bevinden is vooralsnog niet bekend. Mogelijk zijn drie van hen kinderen van Everard de Bevere in Engeland.
** DGF, Demografie

Van Bleyswyck
Geslacht uit Delft. Mogelijk afstammend van Gijsbrecht Bokel, Heer van Bleiswijk in 1242. Volgens het principe van Naam en Heerlijkheid (>VNH) mag alleen hij zich in zijn tijd Van Bleyswyck noemen. Het geslacht Bokel stamt af van Jacob van Wassenaar. Een dochter van Gijsbrecht Bokel, Godilt* van Bleyswyck, is rond 1250 gehuwd met Bartholomeus II van Wassenaar.

Bekend is:
Mr Dirck van Bleyswijck Evertszn (gb Delft 28.12.1639). Studeert Rechten te Leiden en Utrecht (1639-1659). Schrijft 1667 te Delft 'Beschryvinge der Stad Delft', een veel geprezen werk. Sind 1671 lid van de Delftse Regering, benoemd tot Raad, Schepen en Burgemeester van Delft. In 1681 gecommitteerd bij de Admiraliteit van Zeeland. Overlijdt 11.9.1681 te Middelburg. Begraven in Delft.
** Bokel, Bleiswijk, Bartholomeus II van Wassenaar

 

Van Cranenborch Arkel
Een geslacht dat afstamt van Johan van Cranenborch (gb 1355), een zoon van Jan van Arkel (gb 1314) en een ongehuwde dochter van Everard Everardsz van Cranenburch te Utrecht. Jan van Arkel is bisschop van Utrecht. Wapen: op een veld van zilver twee gekanteelde dwarsbalken in rood; het geheel omrand met een smalle, uitgestulpte zoom in blauw.

Het veld van zilver met de twee gekanteelde dwarsbalken in rood, is het wapen van het geslacht Van Arkel. De blauwe zoom geeft de bastaardij weer. Zulks is namelijk typerend voor bastaardkinderen van het geslacht Van Arkel in die tijd. O.a. Jan van Rijnestein (eveneens een bastaardzoon van bisschop Jan van Arkel) en Robbert van Arkel* (een bastaardzoon van Robbert van Arkel, broer van bisschop Jan van Arkel). Als de moeder nog minderjarig is, dan krijgt het bastaardkind in die tijd normaliter de familienaam van de moeder mee.
** Johan van Cranenborch (gb 1355), Renswoude, Bastaarden, Everard Everardsz van Cranenburch, Jan van Arkel, Van Arkel, Utrecht Stad (Geslacht van Cranenburch Utrecht), Van Cranenburch Utrecht
# Rietstap, DAB

Van Cranenborch Horne
Dit geslacht begint bij Jan van Cranenborch (1345-1408). Hij is een zoon van Dirk van Horne heer van Cranenburg Kleef, Perwez, Herlaer, Duffel en Geel. Hij is gehuwd met Margriet Starkenborch van Boeschot. Ze hebben een dochter Liesbeth (gb 1376). Mogelijk zijn Dirk van Cranenborch (gb 1375) en Hendrik van Cranenborch (gb 1380) ook kinderen van hen. Zij en hun nazaten wonen in Nijmegen en Den Bosch. Mogelijk hebben ze zich verder verspreid in Noord-Brabant en Vlaanderen en is een tak van hen zich later Van Cranendonck gaan noemen.
Wapen*: op een blauw veld een kraanvogel in goud, gekuifd, op een bergje.
** Van Horne, Van Cranendonck, Cranendonck (Noord-Brabant), Kranenburg Kleef

Van Cranenbroek Heiloo
** Cranenbroek Heiloo

Van Cranenburch
Oudste schrijfwijze van de naam van het geslacht Kranenburg~ uit Bleiswijk. In latere tijden ontstaan afwijkende spellingsvormen met of zonder voorvoegsel 'van'. Sinds de 18e eeuw wordt steeds meer de naam Kranenburg gevoerd.
** VCK, Cranenburgh Alkemade

Van Cranenburch Bleiswijk
** Van Cranenburch Bleyswyck

 

Van Cranenburch Bleyswyck:
Geslacht afkomstig uit Bleiswijk in Zuid-Holland. Stamvader is Bartholomeus II van Wassenaar (1225-1308), zoon van Dirc I van Wassenaar en Bertha van Rijswijk. Ghm Vrouwe Godilt van Bleyswyck. In 1267 erft hij kasteel Cranenburg te Bleiswijk. Zijn nazaten noemen zich daarom Van Cranenburch~.
Wapen: Op goud een blauwe kraanvogel, rood gepoot en gesnaveld, houdend een steen in de opgeheven rechter poot. De helm gekroond en daarbovenuit een vlucht in blauw. Dit familiewapen dateert van circa 1290 en is daarmee het oudste familiewapen van het geslacht Van Cranenburch uit Bleiswijk. De kleuren rood, goud en blauw zijn gelijk aan de kleuren van het oorspronkelijke wapen van het geslacht Van Wassenaar, waaruit het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck is voortgekomen. Het oorspronkelijke wapen Van Wassenaar is gelijk is aan het wapen van het geslacht
Van Beveren, waaruit de Van Wassenaars via het geslacht Van Leyden zijn voortgekomen.
Er is dus sprake van een duidelijke persistentie in de kleuren, hetgeen kennelijk de onderlinge verbondenheid moet aangeven. Het afgebeelde familiewpapen is gemaakt door Heraldisch Atelier Bultsma, alwaar een eigen exemplaar te bestellen is. Eventueel met de eigen naamvariant eronder. (> Pagina LINKS)
** Patrilocalisme, Cranenburg, Cranenburg Bleiswijk, Kranenburg Wassenaar, Zegelringen, FW Van Cranenburch Bleyswyck, Bron 1380, Van Cranenburch Kuinre, Van Cranenburch Leiden
@ wapen © B.C. Kranenburg
++ Heraldisch Atelier Bultsma

 

Van Cranenburch Castricum
Geslacht uit Castricum, wonend op Huys Cranenburch aldaar. Afkomstig uit Egmond-Binnen. Stamvader vooralsnog onbekend. Wapen: Op goud zeven kepers in rood. De twee bovenste verdwijnend in de bovenrand. In vrijkwartier (broek): op blauw een staande kraanvogel in zilver. Geen steen in de poot!

Gezien het wapen is een relatie denkbaar met het geslacht Van Cranenbroek in Heiloo, dat het wapen voert: op goud zes rode kepers, de twee bovenste verdwijnened in de bovenrand, in de vrijkwartier op blauw een staande kraanvogel in zilver. Van Cranenburch Castricum voert echter zeven rode kepers en blijkt daarmee afkomstig uit Egmond-Binnen. Vooralsnog is niet duidelijk wie van wie gecopieerd heeft. In biezonder wat betreft de staande kraanvogel. Als de stamvader Xx van Cranenburch (gb 1290*) te Castricum uit Bleiswijk stamt, heeft hij mogelijk gecopieerd. Het geslacht Van Cranenbroek te Heiloo wordt immers al in 1275 genoemd. Gezien de heraldische tradities zal Xx van Cranenburch vrij zeker zijn gehuwd met een Van Egmond. Immers, in zulke gevallen gebruikt men het wapen van de moeder en voegt daar een eigen wapenelement aan toe. I.c. de kraanvogel. De kraanvogel in het wapen Van Cranenburch Bleyswyck houdt echter een steen in de opgeheven rechter poot en is blauw op een veld van goud. Aangezien dat wapen pas circa 1280 wordt geïntroduceerd, kan Xx van Cranenburch (of een nazaat van hem) mogelijk uit onwetendheid de staande kraanvogel (zilver op blauw) hebben gecopieerd. Een andere optie is te betwijfelen. Van Cranenburch Castricum zal vrij zeker niet zijn voortgekomen uit Van Cranenbroek Heiloo. De overgang van Cranenbroek naar Cranenburch lijkt in dezen namelijk geen redelijke verklaring te hebben. Tenzij een geboren Van Cranenbroek uit onmin met zijn familie zich afscheidde met behoud van enige herkomsttekens. Deze Xx van Cranenbroek is echter nog niet gevonden. Evenmin als ene Xx van Cranenburch (circa 1290-1350), die vooralsnog de mogelijke stamvader is van het geslacht Van Cranenburch uit Castricum.

Op grond van de gekende relevante feiten is de volgende chronologie te reconstrueren:

1290-1350 Xx van Cranenburch (ghm Xx van Egmond) Xx// xx-Egmond ... xx
1325-1385 Xx van Cranenburch (vvv Jan) Cx// Egmond-Castricum ... cc
1360-1420 Xx van Cranenburgh (vv Jan) Cx// Castricum ... cc
1360-xxxx Huys Cranenburch te Castricum (> Cranenburch Castricum)
1395-1455 Jan Xzn van Cranenburgh (ghm Xx Teding; vv Joost) Cx// Castricum ... cc
1430-1490 Joost Jansz Tedingh van Cranenburgh C+// Castricum ... tc
1465-1525 Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh C+// Castricum-Hoorn* ... tc=
1500-1565 Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburg C+// Hoorn ... tc
1500-1560 Xx Cranenburgh Cx// Castricum*-Heiloo* ... cc*
1535-1595 Cornelis Xzn Cranenburgh C+// Castricum*-Heiloo* ... cc*
1535-1595 Jacob Xzn Cranenburgh C+// Castricum*-Heiloo* ... cc*
1542-1542 Huys Cranenburch te Castricum vermeld
1570-1630 Claes Jacobs Cranenburgh C+// Heiloo ... cc*
1570-1630 Jan Cornelisz Cranenburgh C+// Heiloo ... cc*
1614-1674 Jacob Cranenburg C+// Enkhuizen-VOC-Malabar-Batavia ... cc*

** Cranenburch Castricum, Tedingh van Cranenburgh, Egmondwapens, Cranenbroek Heiloo

 

Van Cranenburch Dever:
Een geslacht uit Lisse dat voortkomt uit Dirck Vranken Cranenburgh (gb 1470). Hij pacht in 1510-1550 kasteel Dever te Lisse van Nicolaes (Claes) van Mathenesse, die het in 1507 erft. (> Huys Dever)
Wapen: op een veld van zilver een rechter schuinbalk in zwart, beladen met drie zespuntige sterren van goud.
Het wapen is een kleurvariant van het wapen van het geslacht Van Mathenesse, bij wie de schuinbalk rood is. Dat wapen dateert van circa 1315. Het is vrij zeker dat het wapen Van Cranenburch Dever daarvan is afgeleid door Dirck Vranken Cranenburgh rond 1520. Hij is immers in 1510-1550 pachter van Huys Dever, dat sinds 1507 in bezit is van het geslacht Van Mathenesse.

Met de kleuren zwart en wit en de drie zespuntige sterren lijkt Dirck Vranken Cranenburgh indirect te willen aangeven dat hij een Van Cranenburch is, wiens voorvaders het Van Cranenburch Wassenaar wapen voeren. (> Cranenburg) Het gebruik van dezelfde kleuren om aan te geven tot welke groep je behoort, is in die tijd immers zeer gebruikelijk. (> Heraldiek)

De zespuntige ster is identiek aan de wassenaar, die ook de herrijzende kracht (i.c. van de maan) symboliseert. (> Wassenaar/Religie) De zespuntige ster is identiek aan het Xsi-teken, dat meer een Christelijk symbool is en o.a. wordt gebruikt als afkorting voor woorden en namen die beginnen met Cr. I.c. Van Cranenburch. Nazaten van Dirck Vranken Cranenburgh gebruiken de Xsi als hun merkteken. (> GXW)

Opmerkelijk is dat Hazerswoude tot 1816 een wapen voert gelijk aan dat van Van Cranenburch Dever. Een afbeelding daarvan zou te vinden zijn in de oude NH Kerk te Hazerswoude. Officieel heet het dat Hazerswoude het wapen heeft overgenomen van Nicolaas van Mathenesse, die in 1600 Heer van Hazerswoude is geworden. Het huidige wapen van Hazerswoude voert inderdaad ook een rode schuinbalk zoals Van Mathenesse. Het oude wapen van Hazerswoude heeft echter naar zeggen een zwarte dwarsbalk en is van oudere datum. Derhalve lijkt het gelijk aan het wapen van de Van Cranenburchs uit Dever. De reden is vooralsnog helaas onbekend. Wel is zeker dat in Hazerswoude sinds de 17e eeuw Van Cranenburchs~ wonen, die afkomstig zijn uit Warmond.

- Kranologie
1255-1340 Engelbert I van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk.c:
1305-1362 Willem van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk.ww.c:
1354-1445 Claas Willemsz van Cranenburg B!+// Eikenduinen--Leiden-Lisse ...ww:
1395-1455 Matheus Claesz Cranenburgh B!+// Leiden-Lisse ...ww:
1435-1495 Vranck Matheusz Cranenburgh B!+// Lisse-Leiden ...ww:
1470-1550 Dirck Vranken Cranenburgh B!+// Lisse-Warmond ...ww.cd=:

** Xsi, GXW, Heraldiek, Van Cranenburch Warmond

 
Van Cranenburch Dordrecht
Geslacht afstammend van Zarijs Jansz van Cranenburch (gb 1350), zoon van Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300) en Badeloge Pietersdr van Minnichem, Vrouwe van Sluipwijk, Ravensberg, Gravekoop, etc, te Eikenduinen. Zarijs is de bouwheer van Huys Cranenburch te Dordrecht. Zijn nazaten wonen in Dordrecht en omliggende gebieden.
Wapen: Op zwart drie wassenaars in zilver, 2-1 geplaatst. (> Cranenburg)
** Cranenburch Dordrecht

Van Cranenburch Egmond
** Cranenburgh Egmond

Van Cranenburch Harderwijk
Een geslacht dat zeker sinds de 15e eeuw in en rond Harderwijk woont en nagenoeg zeker uit Holland c.q. Cranenburg Bleiswijk stamt.
** SCW, FW Van Cranenburch Harderwijk, Jan van Cranenburch (gb 1475*), Kranenburg Veluwe, Van Cranenburch Holland

Van Cranenburch Holland
Een geslacht uit Holland. Wapen: In goud een blauwe kraanvogel. Helm: de kraanvogel (van het schild) uitkomend (i.e.: half) tussen een blauwe vlucht (= 2 vleugels).
Om welke tak het hier gaat, is vooralsnog onbekend. Mogelijk na de 15e eeuw. Het wapen wijkt immers af van het oorspronkelijk geslacht Van Cranenburch uit Bleiswijk. Desalnietemin stamt dit geslacht nagenoeg zeker uit Cranenburg Bleiswijk.
** Cranenburg, FW Van Cranenburch Holland, Van Cranenburch Harderwijk
# VC300

Van Cranenburch Kuinre
Omstreeks 1165 bouwt de bisschop van Utrecht een burcht (motte) in Kuinre. Hij wil daarmee zijn wereldlijke macht in Friesland uitoefenen. In 1196 wordt de burcht door graaf Willem van Friesland verwoest. Hendric de Crane (1160-1213) is in die tijd de burchtheer c.q. burchtgraaf van Kuinre. Gezien zijn functie en zijn band met de bisschop van Utrecht, kan Hendric een zoon zijn van Halewijn III (burchtgaaf) van Leiden en Jeanne van Arkel, die wonen op kasteel Cranenburg in Bleiswijk. Aanvankelijk is de burcht van Leiden in handen van de bisschop van Utrecht. Deze benoemt de bewaarder, castellanus of burggraaf. In 1108 is de burcht in handen van Halewijn II van Leiden. De leen gaat over naar zijn zoon Halewijn III. Rond die tijd wordt graaf Dirk V van Holland leenman van de bisschop van Utrecht. In ruil daarvoor krijgt hij de burcht van Leiden. Halewijn III treedt dan in dienst van de graaf.

Hendric heeft als bijnaam Hendrik de Craenvogel. Ook wordt hij wel genoemd genoemd Hendrik Kraan of Hendrik (I) van Kuinre. De Navorscher (Nederlands Archief voor Genealogie, Heraldiek en Heemkunde, 1879 p 322) noemt een Henrick (Henrich) van Cranenburch alias de kraanvogel. Deze these lijkt zeer plausibel, gezien de mogelijke relaties met latere Van Kranenburgs van kasteel Kranenburg bij Zwolle. (> Kranenburg Zwolle)

Per saldo mogen we vooralsnog veronderstellen dat er een geslacht Van Cranenburch is dat via Halewijn III van Leiden afkomstig is uit Bleiswijk. Dit geslacht heeft zich waarschijnlijk verbreid in NW Overijssel en is het in bezit geweest van kasteel Kranenburg bij Zwolle. Gezien hun mogelijke afstamming van Halewijn III van Leiden is dit geslacht het oudste geslacht Van Cranenburch uit Bleiswijk.
Wapen*: op goud een kraanvogel in rood, links gekeerd, houdend in de geheven rechter poot een steen in zilver. (> De Crane, De Kraane~)
** Hendric de Crane (gb 1160), Motte, Kuinre, Halewijn III van Leiden, De Kraane, Kranenburg Zwolle, Van Kranenburg Zwolle, Van Cranenburg Overijssel, Van Cranenburch Bleyswyck, FW Kranenburg Zwolle, Van Cranenburch Leiden
# GBK, DAB, KBG

Van Cranenburch Leiden:
Aan de Aalmarkt/Vismarkt nabij de Burcht van Leiden lag vroeger een buurt met de naam Cranenburch, later geschreven als Kranenburg. In 1796 worden nagenoeg alle buurten in Leiden opgeheven. Zo ook Kranenburg. De naam Kranenburg is anno 2006 zodoende niet meer te vinden op de kaart van Leiden.
 
Uit onderzoek blijkt dat de buurt moet zijn vernoemd naar de mottekasteel Cranenburch aldaar, gebouwd door Halewijn van Cranenburch (gb 1050), ofwel burggraaf Halewijn I van Leiden. De mottekasteel is ergens rond 1080 gebouwd. Eind 18e eeuw raakt ze in verval en in 1826 is ze afgebroken. (> Cranenburch Leiden)

Halewijn I van Leiden is geboren in Diksmuide in Vlaanderen als zoon van Diederik III van Beveren, burggraaf van Diksmuide, en Beatrix van Gent. Oorspronkelijk heet Halewijn dus Halewijn van Beveren. Hij heeft vrij zeker enige jaren gewoond in Englefield in Berkshire, Engeland. The Doomsday Survey van 1075 noemt namelijk ene Alwin, die 10 hides betaalt voor 60 acres (25.2 Ha) weiland en een molen ter waarde van 10 shillings, beide in Englefield. (> Cranesbury Manor Englefield) Mogelijk bevindt Halewijn zich als jong soldaat in het leger van Willem van Normandy, die in 1066 Engeland verovert. Halewijn's broer Drogo Beuvriere (gb 1044) zit als officier in de legerleiding en is gehuwd met een zuster van Willem. Rond 1075 wordt Drogo verdacht zijn vrouw slecht te behandelen. Later van moord op z'n vrouw. Drogo weet eerst nog alles te verbergen, maar later Drogo duikt hij onder, uit vrees voor Willem. Uit voor represailles zal Halewijn zijn naam rond 1075 kunnen hebben veranderd. Rond 1080 vertrekt hij naar Leiden, mogelijk uit vrees voor repressailles van Willem door het gedrag van Drogo. (> Drogo Beuvriere; Ax > Englefield) Gezien zijn kwaliteiten als militair is hij daar rond 1080 door graaf Dirk V van Holland benoemd tot burggraaf van Leiden.

Englefield ligt tussen Chertsey en East Windsor. In dat gebied ligt Cranesbury Manor, waar Halewijn I woont in 1070-80. Daarna verhuist hij met z'n gezin naar Leiden. Bron randstadcourant.nl 9.12.09 noemt burggraaf Halewijn I van Leiden en zijn nazaten Halwijn II, Alveradis, Arnold, Christiaan en Jacob Kranenburg, Kreenenburg. De naam Kreenenburg heeft vrij zeker te maken met de Engelse uitspraak van Crane = kreen. Krenenburg~ is in deze optiek een verhollandste uitspraak van Cranesbury. De naam Krenenburg~ wordt echter weinig gebruikt. Deze naamvorm lijkt snel te verdwijnen, maar duikt in de 17e eeuw weer op in Leiden op een grafsteen in de Pieters Kerk van Mathijs Harmans van Cranenburch (gst 1603):

HIER LEYT BEGRAVE
MATHYS HARMENSZ VAN CRENENBURCH
MET ZYN KINDEREN.
STARF DEN 23EN SEPTEMBER ANNO 1603.

Mathijs Harmansz wordt in vele bronnen Van Crenenburch genoemd, maar is zeker een Van Cranenburch, afkomstig uit Einkenduinen en Bleiswijk. Temeer daar een Van Crenenburch voorvader van hem vooralsnog nergens is te vinden. Nog afgezien van het feit dat in Leiden en omgeving van oudsher vele Van Cranenburch~s wonen en vooralsnog schijnbaar geen Van Crenenburchs~. Diverse bronnen noemen Mathijs trouwens Van Cranenburch~. O.a. bron GN november 1989. Mathijs is nagenoeg zeker een zoon van Harman Engebrechtsz van Cranenburch (gb 1509) in Katwijk/Rijnsburg. Als zodanig is hij een nazaat van Halewijn I burggraaf van Leiden.

Mathijs Harmansz van Cranenburch is een erudiet Rederijker. Hij is in 1578 Keizer (voorzitter) van de Witte Acoleyen, de Leidse Rederijkers Kamer. Als zodanig zal hij zeker hebben gestudeerd aan de Universiteit te Leiden en zal hij zeker de weg kennen naar de vele archieven en bibliotheken in de stad. Verder zal hij als Keizer van de Rederijkers te Leiden over vele goede en belangrijke relaties in de regionale elite beschikken, die hem aan goede historische informatie kunnen helpen. Mogelijk heeft hij door genealogisch onderzoek en studie ondekt dat Halewijn I afkomstig was van Cranesbury Manor en in Nederland navenant oorspronkelijk Crenenburch~ wordt genoemd, zijnde een vernederlandste vorm van het Engelse Cranesbury. Dat kan de reden zijn waarom Mathijs Harmansz zich Van Crenenburch noemt, en niet Van Cranenburch, zoals zijn voorvaders en verwanten.

Gezien de herkomst van de naam Kreenenburg~ mogen we aannemen dat Halewijn I uit Engeland komt en vrijwel zeker uit Englefield bij Windsor. Het valt aan te nemen dat Halewijn I te Englefield zijn manor aldaar zelf de naam Cranesbury heeft gegeven en/of dat die naam in die tijd door anderen is gegeven omdat Halewijn zich in die tijd Alwin of Cranesbury noemt. Dat Halewijn kiest voor vestiging in Englefield kan komen omdat hij zich daar enigermate thuis voelt. Englefield is zeker in zijn tijd nog een sterk Anglisch gebied en de roots van Halewijn in mannelijke lijn liggen in historisch Anglische gebieden. Rond 900nC in Bevere bij Worcester en daarvoor in Mercia, Noord Yorkshire en Angeln.

Rond 1080 bouwt Halewijn I burggraaf van Leiden een motte in Leiden, nabij de Burcht en de Rijn. Daar gaat hij wonen met zijn gezin. De motte krijgt de naam Cranenburch en de buurt die daar sinds 1200 ontstaat, krijgt navenant de naam Cranenburch. Deze motte is anno 1649 nog intact, getuige de kaart van Leiden in de Atlas van Blaeu (1649), waarop de motte is te zien in de buurt Cranenburch tussen de Breestraat en de Aalmarkt langs de Rijn. In 1890 wordt op de locatie van Huys Cranenburch de Stadsgehoorzaal uitgebreid. De verbouwing wordt langdurig vertraagd door 'resten van bebouwingen uit vroegere eeuwen'. (WKP 24.12.09) Gezien de locatie zijn deze resten welhaast zeker afkomstig van Huys Cranenburch, temeer daar het kennelijk gaat om resten van grote omvang. (> Cranenburch Leiden) Aangezien Mathijs Harmansz van Cranenburch zeker in 1578-1603 in Leiden woont, zal hij zeker buurt Cranenburch kennen en mogelijk ook Huys Cranenburch, dat daar in zijn tijd nog staat.

De these dat burggraaf Halewijn I van Leiden feitelijk Halewijn van Cranenburch heet, wordt bevesitgd door Huys Kranenburg te Bleiswijk. De gangbare mening is dat Huys Kranenburg is genoemd naar een zgn kranenberg waarop het huys zou zijn gebouwd. Een kranenberg is een zandplaat in een moerassig gebied waar kraanvogels plegen te bivakkeren. (> Kranenberg) Er is echter geconstateerd dat ter plekke waar Huys Kranenburg stond helemaal geen sporen zijn te vinden van een dergelijke zandplaat. (> Cranenburg Bleiswijk / Geografie) Normaliter blijft er in die tijd dan 1 optie over mbt de herkomst van de naam. Namelijk de naam van de bouwheer. (> LNK) Dat betekent dat genoemde bouwheer Halewijn II van Leiden feitelijk Halewijn II van Cranenburg~ heet. Dat lijkt inderdaad zeer waarschijnlijk. De achtenraam Van Leiden kreeg Halewijn II omdat hij burggraaf (kastelein) van Leiden is. Verder wordt hij genoemd Alewinus de Ledene, wat betrekking heeft op de ligging van Huys Kranenburg aan rivier de Lede, het voorstuk van de Rotte. De optie dat Halewijn II in deze context feitelijk Van Cranenburch heet, sterkt de these dat zijn vader burggraaf Halewijn I van Leiden feitelijk ook Van Cranenburch blijkt te heten, zoals eerder is gesteld. Uit historische gegevens blijkt immers dat Halewijn I kennelijk rond 1075 de naam Cranesbury aannam, toen hij in die tijd woonde in Englesfield bij Windsor in Engeland, omdat zijn broer Drogo Beuvriere (Van Beveren) in Engeland in ongenade was gevallen bij koning Willem van Normandy (de Veroveraar). Bovendien bouwt Halewijn I rond 1080 in Leiden vlakbij de Burcht een mottekasteel met de naam Cranenburch. De buurt daar krijgt daarna de naam Cranenburch.

Andere belangrijke feiten die voorgaande thesen sterken hebben te maken met de etymologie van de naam Cranenburg~. Cran, crane en burg komen namelijk alleen voor in het Oud Engels c.q. Anglisch. In andere talen als Saxisch en Frankisch komen fonologisch geen equivalente termen voor. Bron EWB noemt er in ieder geval geen, terwijl ze andere woorden meestal overvloedig voorziet van equivalenten in andere talen. (> Kranenburg) In het Oud Hollands bestaat alleen chranuh, uitgeproken dus als granuh en met de betekenis van kraan, kraanvogel. Per saldo kunnen we dus stellen dat:

Aangezien 'chranuh' een Oud Hollands woord is voor kraan, kraanvogel,
- en de etymologie van de naam Kranenburg uitsluitend wijst op een Anglische oorsprong,
- en de naam Cranenburg te Bleiswijk vrij zeker afkomstig is van Huys Cranenburch te Leiden,
- en elders op het Continent de naam Cranenburch vóór de bouw van Huys Cranenburch te Leiden in 1080 vrijwel zeker nog niet bestond (> Kranenburg~),
>> lijkt de naam Cranenburch te Leiden geïmporteerd te zijn uit een Anglisch gebied buiten het Continent, hetgeen dus de these sterkt dat de naam Cranenburch~ door burggraaf Halewijn I is meegenomen uit Engeland, waar hij woonde op Manor Cranesbury in Engelfield bij Windsor in Berkshire, nabij de zaaltoren Cranbourne, de locatie Cranford en rivier de Crane en waarnaast later Cranborough Mews in East Windsor wordt genoemd.

Waarom Halewijn I kiest voor de naam Cranesbury kan te maken hebben met de nabijheid van Cranbourne, Cranbourne Chase, rivier de Crane en Cranford. Hij woont in een echt Craneland, waar eeuwenlang jaarlijks duizenden kraanvogels neerstrijken en bivakkeren op doortocht naar het noorden en een halfjaar later terug naar het zuiden. Zijn definitieve keuze voor de naam Cranesbury kan uiteindelijk zijn geïnspireerd door een wapen van zijn grootvader, c.q. een zoon van Arnulf de Bevere (gb 904 Bevere/Worcester UK) en dus de overgrootvader van Halewijn in mannelijke lijn. Op genoemd wapen zijn twee kraanvogels afgebeeld.

Het wapen rechts staat op een steen op het kerkhof naast hofstede Beaulieu in Vlaanderen, waar Halewijn's grootvader is geboren. Bron GVO (p 31 ev) schrijft dat onder de kalvariekruis op het kerkhof een steen ligt, die zeer oud is. Op die steen is een wapen gebeiteld: Gevierendeeld: I) een Andrieskruis omslingerd door een slang; II) een man met laarzen en een keper; III) een man met ondefinieerbare voorwerpen in de hand; IV) een keper met drie laarzen; Midden) een schild met drie sleutels. (> Beveren-Leie) Later krijgt Leiden een wapen met twee gekruiste sleutels. Het lijkt niet onmogelijk dat deze sleutels zijn afgekeken van het wapen rechts.

 
Het wapen is gekroond met daarop een mijter; links een staf en rechts een zwaard; geflankeerd door links een vogel met sleutel in de bek en rechts een dito vogel met zwaard in de bek. De vorm van de vogels en vooral de afhangende staarten geven aan dat het om kraanvogels gaat. Wapenspreuk: EX BELLO PAX (uit oorlog komt vrede). Het Andrieskruis, de mijter, de staf en het zwaard lijken afkomstig van Arnulf de Bevere (gb 905nC), stamvader van het geslacht Van Beveren in Vlaanderen, waaruit Halewijn I stamt. Ze wonen in Beveren-Leie op de Bever Hof. Het Andrieskruis met de slang eromheen is het teken voor Verbond tegen het Kwaad. Dit symbool is identiek aan het Andrieskruis van de Angel-Saxen, waaruit Arnulf de Bevere voortkomt. (> Andrieskruis) Mijter, staf en zwaard herinneren aan Ethelflaed van Wessex, de moeder van Arnulf. Zij was een krachtig leider die met haar zwaard en leger de Denen en Vikings verjaagde uit Engeland. Bovendien was zij een devoot Christen en deed zij veel en belangrijk werk voor de kerk. De wapenspreuk EX BELLO PAX past ook heel goed bij haar. Zij weet als weinig anderen dat vaak alleen harde strijd kan leiden tot echte vrede. De beide kraanvogels symboliseren de waakzaamheid die daarbij nodig is. De sleutels symboliseren dat deze wijsheden toegang geven tot het ware leven.

In Leiden bevindt zich vlakbij de Burcht van Leiden een buurt die tot 1796 Cranenburch~ wordt genoemd. Deze burcht was het hoofdkwartier van Halewijn I en enige van zijn nazaten, eveneens burggraven van Leiden. Het is zeer wel mogelijk dat in de buurt Cranenburch ooit een huis stond met de naam Cranenburch~, gebouwd en bewoond door Cranenburch~s. Mogelijk al door Halewijn I. (> Cranenburch Leiden)

          

Hierboven een aquarel van Huys Cranenburch te Leiden gemaakt door Hester Jans-Molenberg op grond van de historische gegevens en zorgvuldig historisch onderzoek van architectuur en bouwmaterialen uit die tijd. (@ aquarel © B.C. Kranenburg)

De these dat de naam Kranenburg~ te Bleiswijk te maken heeft met Cranesbury Manor Englefield bij Windsor en met Halewijn I burggraaf van Leiden, lijkt tevens een verklaring voor het feit dat de naam Kranenburg~ en het wapen met de kraanvogel van het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck, nazaten van Bartholomeus II van Wassenaar (gb 1225) en Godilt van Bleyswyck, al eerder lijken te bestaan. In de 19e eeuw is beweerd door genealogen dat het geslacht De Crane~ afstammend van Hendric de Crane (gb 1160), heer van Kuinre, feitelijk ook Van Cranenburch heet. Mogelijk stamt dit geslacht namelijk uit Holland. (> Van Cranenburch Kuinre)

- Wapen: Op blauw een dwarsbalk in goud. Dit wapen is afkomstig van Halewijn 1 van Leiden, alias: Halewijn van Cranenburch, Alwin of Cranesbury, Halewijn van Beveren. Latere generaties voeren wapens met een kraanvogel. O.a. Van Cranenburch Bleyswyck.

- Poelgeest: Familienaam afgeleid van Anglisch pol (poel, plas) + geast (geest, geestgrond). Dus Anglisch: Polgeast = de geestgrond bij de poel.
¶ Bekend is het adellijk geslacht Van Poelgeest dat al in de 13e eeuw wordt genoemd in Zuid Holland. Ze zijn afkomstig van Poelgeest bij Oegstgeest bij Leiden, waar het stamslot Oud Poelgeest staat. Zij waren o.a. heer van Koudekerk aan de Rijn. Wapen: Op blauw een dwarsbalk in goud met 3 adelaars in ziver links kijkend, waarvan 2 boven de balk en 1 daaronder. De witte adelaar links kijkend is gelijk aan de Anglische adelaar. (> PgAng/Adelaar)
¶ Het blauwe veld en de gouden dwarsbalk in het wapen Van Poelgeest zijn identiek aan het wapen van het geslacht Van Leiden, waaruit de oudste burggraven van Leiden zijn voortgekomen en daaruit o.a. het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck. Mogelijk duidt dit op verwantschap in mannelijke lijn.
¶ Het geslacht Van Leiden begint met Halewijn I van Leiden (gb 1050), alias Halewijn van Beveren, afkomstig uit Diksmuide in Vlaanderen. Het geslacht Van Beveren uit Diksmuide stamt af van Ethelred II van Mercia (850-911), de laatste koning van Mercia, het grootste Anglische Rijk van Engeland. Mogelijk zijn de witte adelaars links kijkend in het wapen Van Poelgeest hiermee te verklaren.
¶ Tussen de geslachten Van Poelgeest en Van Cranenburch Bleyswyck zijn in de loop der eeuwen diverse relaties geweest. > Claas Claas Willemsz van Cranenburg (Leiden, gb 1400), Claas Jan Claesz van Cranenburch (Leiden, gb 1449), Alijd Jansdr van Cranenburg (Den Haag, gb 1340) # ngw.nl 6.11.10, DAB, KBG
Claas Claas Willemsz van Cranenburg (Leiden, gb 1400) en Claas Jan Claesz van Cranenburch (Leiden, gb 1449) zegelen met hetzelfde wapen als Van Poelgeest. De reden is vooralsnog niet duidelijk. Latere Cranenburchs~ in Leiden gebruiken een wapen met 1 adelaar.
** Halewijn I van Leiden (gb 1050), Cranesbury Manor Englefield, Beveren-Leie, Cranenburch Leiden, Alveradis Kranenburg (gb 1094), Van Cranenburch Bleyswyck, Ethelflaed van Wessex, Cranbourne Tower Windsor, Van Beveren, Van Poelgeest, Patrilocalisme, Van Cranenburch Kuinre

 
Van Cranenburch Utrecht
Geslacht uit het Gerecht Cranenburch bij de stad Utrecht. Mogelijk stamt dit geslacht af van Everardus van Cranenburg, een zoon van Bartholomeus II van Wassenaar.
Dit geslacht verwarre men niet met het geslacht Van Cranenburgh uit Utrecht. Dit geslacht stamt af van het geslacht Van Cranenburgh Amsterdam en heeft zich pas eind 17e eeuw in Utrecht gevestigd.
** Utrecht Stad (geslacht Van Cranenburch Utrecht), Van Cranenburgh Utrecht, Van Cranenborch Arkel, Aert Jansz van Cranenburch (gb 1598)

Van Cranenburch Warmond
In Warmond (ib Vrouwe Ven) wonen al sinds begin 14e eeuw Kranenburgs~. De oudst bekende spelling van hun naam is Van Cranenburch.

Gezien de bronnen OV70/101 en OV72/230 mogen we aangenemen dat de oudste Van Cranenburchs~ uit Warmond nauw verwant zijn aan Elisabeth van Cranenburg uit Eikenduinen en derhalve afstammen van de Van Cranenburchs uit Bleiswijk en Eikenduinen. De verwantschap gaat via Claas Willemsz van Cranenburg en diens vader Willem van Cranenburg. Deze Willem is geboren op ridderhofstad Cranenburg te Bleiswijk als zoon van Engelbert I van Cranenburg. Willem sticht in 1330 hofstede Cranenburg te Eikenduinen.

In bron OV10/101 wordt Jan Claesz van Cranenburch in 1491 voogd genoemd van Elisabeth van Cranenburg (gb 1444), die op hofstede Cranenburg te Eikenduinen woont. Jan Claesz woont in Warmond (Zijplant) en is een zoon van Claas Willemsz van Cranenburg. Gezien zijn functie als voogd van Elisabeth, moet Jan Claesz een zeer naaste verwante in mannelijke lijn van haar zijn.

In bron OV72/230 blijkt dat Claes Vranckenz van Cranenburch genoemd wordt als een verwante van Elisabeth aan de rechte zwaardzijde. Dus een nauwe verwante aan de vaderlijke kant van Elisabeth. Claes Vranckenz woont in Warmond en is een zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh (gb 1435) in Lisse. Een andere zoon van hem is Dirck Vranken Cranenburgh (gb 1470), wonend in Warmond en later kastelein van Huys Dever in Lisse. Diens nazaten wonen in de 16e-17e eeuw merendeels in Lisse en Warmond.

- Kranologie
Onderstaande kranologie is een beknopt overzicht van de oudste Van Cranenburchs~ die in Warmond voor korte of lange tijd hebben gewoond.
1354-1450 Claas Willemsz van Cranenburg B!+// Eikenduinen--Leiden-Lisse
Zoon van Willem van Cranenburg (gb 1305 Bleiswijk) en Xx van Egmond te Eikenduinen.
Koopt 21.12.1407 17 morgen 4 hont land (genaamd het Zijplant) te Warmond in 4 kampen gelegen aan de Zijp en het Vennemeer + nog enige stuks land in "het Broek in Warmonde" (het Lageland) van Johan Paltsgraaf opten Rijn. (> Zijplant)
1415-1500 Jan Claes Willemsz van Cranenburch // Warmond
Zoon van Claas Willemsz van Cranenburg en NN.
Koopt 1450 het Zijpland van zijn vader. Na 1500 verkocht door de erven.
1470-1550 Dirk Vrancken Cranenburgh. // Lisse-Warmond
Zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh en NN te Lisse. Ghm NN. Bouwman op de Vrouwe Ven. Pacht 32 morgen land, verdeeld in twee partijen (weren) van de Abdij van Rijnsburg.
In 1510-1550 kastelein op Huys Dever in Lisse. (> Huys Dever)
Koopt vóór 1534 hoeve Pennings in Zweiland/Warmond.
In 1550 is zoon Huych eigenaar van de boerderij, mogelijk door erfenis c.q boedelscheiding wegens de dood van zijn vader. Hij pacht dan 34 morgen land.
1495-1570 Mathijs Dirksz van Cranenburgh // Lisse-Warmod
Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN. Geboren te Lisse.
Pacht 'De Weeswoning' met 34 morgen en 299 roeden land in de Boterhuispolder te Warmond. Woning en land zijn eigendom van de 'Huyssitten en Armen tot Leyden'.
De Boterhuispolder grenst west aan de Zijl, oost aan de Vrouwe Ven en noord aan Zweiland.
1500-1586 Claes Dirck Vranken Cranenburgh // Lisse-Warmond
Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN. Geboren in Lisse. Gehuwd met Maritgen Jacobsdr. Bouwman op de Vrouwe Ven tnv 't Cloosterland vallend onder Warmond.
Pacht in 1534 in de VrouweVen/Warmond 32 morgen hooi- en weiland van de Abdij van Rijnsburg. Kennelijk in onderpacht van zijn vader Dirck Vranken, die in 1510-50 kastelein van Huys Dever in Lisse is. In die jaren woont Claes op hoeve Pennings.
1505-1565 Leendert Dirck Vranckenz Cranenburgh B!+// Warmond
Bezit al vóór 1542 3 hont land in het Zijplant, waar hij een huis bouwt
1505-1575 Huych Dircksz Cranenburgh // Warmond
Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN. Geboren op hoeve Pennings. Ghm NN.
Koopt in 1550 hoeve Pennings van zijn vader, die in dat jaar overlijdt.
Huych pacht 34 morgen land in de Vrouwe Ven voor 69 pond per jaar van de Abdij van Rijnsburg.
1525-1585 Claes Thijsz Cranenburgh // Warmond--Groningen ...xsi
Zoon van Mathijs Dirksz Cranenburgh en NN.
* 1540-1550 scheepstimmerman op werf aan Scheepmakersdam in Warmond.
* 1545 bouwt werf bij hoeve Pennings
* 1550-1555 scheepstimmerman te Haarlem waar hij ervaring krijgt met de bouw van karvelen. Warmond-Haarlem=20Km=3UurVaren. In Haarlem staan vele scheepswerven, die al sinds begin 16e eeuw karvelen bouwen. NB In Leiden worden in die tijd geen karvelen gebouwd. (GA Leiden 2.2.09) Daar kan Claes Thijsz dit vak dus niet hebben geleerd.
- Bouwt 1556 een karveel in Groningen. De eerste van Noord Nederland.
- 1600 Garbrant Claesz in Haarlem bouwt karvelen. Mogelijk is hij een zoon van Claes Thijsz Cranenburgh.
1543-1615 Mees Claesz van Cranenburgh // Warmond ...xsi
Zoon van Claes Dirck Vranken Cranenburgh en Maritgen Jacobsdr te Warmond.
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Gehuwd met Maritge Cornelisdr, dochter van Cornelis NN en Barber Dircksdr van Egmond.
Bouwman op de Vrouwe Ven te Warmond. Woont 1590 met zijn gezin in een huis op het erf van hoeve Pennings. Bezit een woning in Warmond.
1560-1640 Zacharias Claesz van Cranenburch // Warmond ...xsi
Zoon van Claas Claesz van Cranenburgh en NN. Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond. Ghm Geertge Gerritsdr van Dusseldorp.
1611-1671 Jacob Sachariasz van Cranenburgh // Warmond ...xsi
Zoon van Zacharias Claesz (van) Cranenburgh en Geertge Gerritsdr van Dusseldorp.
Geboren op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond.
Woont op het Lageland te Warmond. Ghm Maritgen Claesdr, dochter van Claes Hendrick Huygen.
etc

Vanuit Warmond hebben vele Cranenburchs~ zich verspreid naar omliggende gebieden als Leiden, Hazerswoude, Rijpwetering, Aarlanderveen, etc. Maar ook verder, zoals naar Groningen.
** SRO, Warmond, OV70/101, OV72/230, Voogdij, Zwaardzijde, Mathijs Harmans van Cranenburch (gb 1543; Leiden), Van Cranenburch Dever

 
Van Cranenburch Wassenaar
** Cranenburg

Van Cranenburchlaan Wassenaar
Een brede en lange laan in het centrum van Wassenaar, genoemd naar het oorspronkelijke geslacht Van Cranenburch uit Bleiswijk, dat afstamt van Bartholomeus II van Wassenaar, Heer van Cranenburg Bleiswijk. Bartholomeus erft in 1276 kasteel Cranenburch te Bleiswijk van zijn grootvader Filips I van Wassenaar. Nazaten van hem noemen zich Van Cranenburch, een naam die in de loop der eeuwen geleidelijk voornamelijk evolueert in de moderne vorm Kranenburg.
De weg is aangelegd in 1956 in het kader van het bouwplan Zijlwatering.
** Bron 1380, Cranenburg, Kranenburg Wassenaar
# GA Wassenaar, HRAC, Bron 1380, DAB

Van Cranenburg Haersolte
Enige leden van het geslacht Van Haersolte tot Cranenburg noemen zich uit gemak soms Van Cranenburg. O.a. Johan van Haersolte tot Cranenburg (1647-1716; Zwolle). Hij woont op kasteel Kranenburg te Zwolle, maar is vaak in het buitenland door zijn funcite als Nederlands gezant. Er is ook ene Mademoisselle de Cranenbourg (1680*-1740*; Rijswijk), die mogelijk een dochter is van Johan.
Wapen: = wapen Van Haersolte tot Cranenburg.
** Johan van Haersolte, Mademoisselle de Cranenbourg, Kranenburg Zwolle

Van Cranenburg Overijssel
Bron HRAC schrijft bij Jan Meusz van Cranenburg (gb 1400):

Is hij van dit geslacht [Van Cranenburch Bleyswyck] of van het Overijsselse?

Kennelijk is er dus een Overijssels geslacht Van Cranenburg in 1555, de tijd dat bron HRAC is geschreven. Formeel is er verder niets bekend over dit geslacht. Mogelijk gaat het om een geslacht Van Kranenburg dat afkomstig is van kasteel Kranenburg in Zwolle (> Van Kranenburg Zwolle) of van nazaten van de burchtgraven van Kuinre (> Van Cranenburch Kuinre). Het geslacht Van Kranenburg Zwolle lijkt overigens voort te komen uit het geslacht Van Cranenburch Kuinre, dat zelf vrij zeker afkomstig lijkt uit Bleiswijk.

Genoemde Jan Meusz van Cranenburg is in feite een complex figuur. Hij heeft kennelijk een goede relatie met de Gelderse hertog Arnold van Egmond, gezien zijn verbindtenis met hem in 1427. Krachtens die verbindtenis lijkt Jan Meusz te kunnen wonen op kasteel Groot Hoenlo. Uit andere bronnen lijkt hij echter later te wonen in de graafschap Zutphen, een bezit van hertog Arnold. Verder lijkt Jan Meusz afkomstig uit Delfland en een telg uit het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck. Temeer daar de naam Meus is afgeleid van Bartholomeus. Meus of Mees en Bartholomeus zijn namen die in de 13e-17e eeuw frekwent voorkomen bij Kranenburgs~ en mogelijk refereren naar Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg (gb 1225), de stamvader van het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck.
** Jan Meusz van Cranenburg (gb 1400), Van Kranenburg Zwolle, Van Cranenburch Kuinre, Van Cranenburg Haersolte

 

Van Cranenburgh & Heringa
Sajetfabriek te Leiden. Gevestigd aan Rapenburg 107-111.
De fabriek is ontstaan uit de sajetfabriek Vervoort & Van Cranenburgh te Leiden. In 1911 treedt Jodocus Heringa toe als compagnon. Oprichter Petrus van Cranenburgh trekt zich terug. Zijn zoon Petrus Ludovicus Alphonsus neemt de functie van zijn vader over. De firma gaat heten Van Cranenburgh & Heringa.
In 1918 wordt een nieuwe fabriek gebouwd door architect L. van der Laan.
In 1921 wordt de firma omgezet in NV Van Cranenburgh & Heringa's Sajetfabrieken.
In 1939-49 wordt de fabriek uitgebreid.
Op 1.12.1957 fuseert de fabriek met de Leidsche Textielfabrieken van Gebrs. Van Wijk & Co NV. Volgens deskundigen een weinig geslaagde fusie. Honderden werknemers worden ontslagen door de reorganisatie.
In 1963 wordt het fusiebedrijf opgekocht door R. Zwolsman.
Niet lang daarna is het fusiebedrijf geliquideerd.
Rechts de gevelsteen van het pand.
Wapen Petrus Van Cranenburgh: op rood een zwarte adelaar naar links gekeerd.
** Vervoort & Van Cranenburgh, FW Cranenburch Adelaar
@ foto © TiedLight ®
# Textielhistorische Bijdragen 36 (Verloren, 1996)

 
Van Cranenburgh Amsterdam
Een geslacht uit Amsterdam dat mogelijk afkomstig is uit Warmond (Vrouwe Ven).
Wapen: op een veld van zilver een rechter schuinbalk in zwart beladen met drie zespuntige sterren van goud. (> Van Cranenburch Dever)

Mogelijk is ene Claas Claesz Cranenburgh rond 1560 vanuit Warmond naar Amsterdam verhuisd. Heinrik Claasz, Frederik Claasz en Jan Claesz van Cranenburch te Amsterdam zijn mogelijk zijn zoons. Helaas zijn hiervoor vooralsnog geen formele bewijzen gevonden. Wel is zeker dat Heinrik, Frederik en Jan in Amsterdam zijn geboren en dat ze aldaar nazaten hebben. Gezien het wapen dat de Amsterdamse Van Cranenburghs voeren, is het echter plausibel dat er een link bestaat tussen de Cranenburghs~ in Warmond en de Amsterdamse Van Cranenburghs~. Claas Claesz Cranenburgh is namelijk een kleinzoon van Dirck Vranken Cranenburgh. Deze Dirck Vranken is in 1510-50 kastelein en pachter van Huys Dever te Lisse, dat eigendom is van Nicolaes van Mathenesse. Mogelijk is het wapen van de Van Cranenburghs uit Amsterdam geïnspireerd door deze relatie.

Vooralsnog is de oudst bekende van de Amsterdamse Kranenburgs~ ene Jan Claesz van Cranenburch, geboren rond 1580. Deze Jan Claesz is begraven op 6 juni 1653 in de Zuiderkerk te Amsterdam. Het feit dat hij in de kerk is begraven, wijst erop dat Jan Claesz een aanzienlijk en mogelijk ook vermogend man is geweest. Hij was getrouwd met Belytje Govertse van Keulen en had vier zoons en twee dochters.

Genoemde Jan Claesz van Cranenburch is vrij zeker een achterkleinzoon van Dirck Vranken Cranenburgh, die in 1510-50 kastelein van Huys Dever te Lisse is. Hij en z'n nazaten voeren het wapen Van Cranenburch Dever. Het lijkt er derhalve op dat de Van Cranenburghs uit Amsterdam hiermee hun oorspronkelijke identiteit hebben willen aangeven.
** Van Cranenburch Dever, Essenburg Hierden, Van Cranenburgh Utrecht, Warmond
# VC300, JKE, DAB, KBG

Van Cranenburgh Brabant
Deze tak begint waarschijnlijk met Wouter Jansz van Cranenburch te Eindhoven. Hij is geboren in Amsterdam rond 1611. In 1646 woont hij in Eindhoven, waar beslag wordt gelegd op zijn penningen om een schuldvordering te verhalen. Kennelijk woont hij daar dus al langer.

Van Cranenburgh Dever
** Van Cranenburch Dever

Van Cranenburgh Honselersdijk, Gebr.
Stoomsmederij en fabriek van land- en tuinbouwgereedschappen. Opgericht in 1773. Vertegenwoordigers van de Four Oaks pulverisatorfabriek te Bimingham in Engeland. Sinds 1854 gevestigd aan de Prinsegracht C67 (thans nr 2) in Honselersdijk (gem. Naaldwijk). Eigenaar is dan Johannes van Cranenburgh, zoon van Jan Hendrik van Cranenburgh en Johanna Ton. In 1898 overlijdt Johannes. Zijn zoon Jan Hendrik volgt hem op. In 1903 wint het bedrijf met z'n collectie een zilveren medaille op een Land- en Tuinbouw tentoonstelling in het Westland. De medaille wordt uitgerijkt door prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina. In 1908 wordt wederom een tentoonstelling gehouden. Ditmaal in Honselersdijk. Het bedrijf wint de 2e prijs in de afdeeling tuinbouwgereedschap.

In 1914 overlijdt Jan Hendrik. Zijn zoons Johan, Jan en Willem nemen het bedrijf over onder de naam Eerste Westlandsche Fabriek van Tuinbouwgereedschappen Anno 1773. In dat jaar is hun voorvader Willem van Cranenburgh smid in Horssen. De samenwerking tussen de broers verloopt op den duur echter niet optimaal. Willem trekt zich daarom terug en begint voor zichzelf met 'W.E. van Cranenburgh, handel en reparatie van tuinbouwgereedschappen en aanverwante artikelen' aan de Prinsegracht 7 in Honselersdijk. In 1924 overlijdt Willem plotseling. Daarmee komt het oude familiebedrijf ten einde. Statuair is niemand gerechtigd het bedrijf voort te zetten of namens het bedrijf op te treden. De Kamer van Koophandel te Delft besluit daarom op
30.8.1924 het bedrijf op te heffen op grond van art. 18 3e lid van de Handelsregisterwet 1918. Een mooi brokje industrieel erfgoed in Honselersdijk is daarmee tot een einde gekomen.
Afb: Advertentie in de Westlandsche Courant van 3.1.1920
# VC300

Van Cranenburgh Palembang, Transportbedrijf
Opgericht in 1932 in Palembang (Zuid-Sumatra) door Jan van Cranenburgh, geboren in Honselersdijk, zoon van Jan Hendrik van Cranenburgh en Elisabeth van Reeven. In 1935 overgedaan aan Piet van Cranenburgh, een broer van Jan. In het bedrijf zijn inmiddels ook werkzaam de neven Jan van der Laan en Pieter van Cranenburgh, zoon van broer Johan. In 1939 breekt de Tweede Wereldoorlog uit. In 1942 wordt Nederlands-Indië bezet door de Japanners. Het bedrijf moet sluiten. Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 is Nederlands-Indië weer vrij. In 1948 komt Jan Hendrik van Cranenburgh terug in Palembang, waar hij in 1924 is geboren. Hij is een zoon van oprichter Jan van Cranenburgh en verblijft in de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Jan Hendrik wordt firmant van de het weer opgezette transportbedrijf J. van Cranenburgh. Medefirmanten zijn z'n neven Piet van Cranenburgh en Jan van der Laan. Jan Hendrik is een dynamisch persoon die niet bang is z'n mond open te doen. Tot ongenoegen van de Indonesische regering. Jan Hendrik wordt tot persona non grata verklaard en moet het land verlaten. Hij keert terug naar Nederland. Wat verder gebeurt met het transportbedrijf, is vooralsnog onbekend.
# VC300, DAB

Van Cranenburgh Tiel
Geslacht dat begint met Willem (gb 1640) en Herman (gb 1650) van Cranenburgh, die in Tiel wonen. Waar ze geboren zijn, is vooralsnog niet bekend. Mogelijk zijn Willem en Herman kleinzoons van Gerrit van Cranenburgh (gb 1560) in Wageningen.

Mogelijk heeft het geslacht Van Cranenburgh uit Tiel van oorsprong een adellijke status. Derck van Cranenburgh (gb 1665) procedeert immers op 26.7.1698 voor het Hoogadellijk Gericht. Zulks kan alleen door adellijke personen.

Dit geslacht stamt mogelijk uit Maasbommel (Land van Maas en Waal), circa 10 Km ZO van Tiel. Daar staat tot in de 17e eeuw een havezathe met de naam Kraenenburg, dat een adellijk huis wordt genoemd. (> Kraenenburg Maasbommel) Bron VC300 (p 13) schrijft:

Land van Maas en Waal, ook wel Tweestromenland genoemd, heeft in de familie Van Cranenburgh een rol gespeeld gedurende anderhalve eeuw. In 1686 vestigt Derck [van Cranenburgh] zich te Leeuwen en in 1832 overleed te Horssen Frederik Jan Wzn.

Leeuwen ligt hemelsbreed 6 Km NW en Horssen 18 Km NO van Maasbommel. Deze band met het Land van Maas en Waal kan dus al veel ouder zijn gezien de mogelijke herkomst uit Maasbommel.

Wapen*: op goud een blauwe kraanvogel met een steen in de rechter poot.
Herman van Cranenburgh voert oorspronkelijk een wapen met één kraanvogel. Sinds circa 1700 voert hij echter een wapen met drie kraanvogels. Het is vooralsnog niet bekend welk wapen zijn nazaten voeren. Van Willem van Cranenburgh en zijn nazaten is vooralsnog ook niet bekend welk wapen zij voeren. Daar Willem en Herman waarschijnlijk broers zijn of neven, is de kans reëel dat Willem en zijn nazaten ook een wapen voeren met één kraanvogel. Ook hun mogelijke herkomst uit Maasbommel sterkt deze optie, gezien de herkomst van de mogelijke stichter van havezathe Kraenenburg aldaar.

Er zijn drie redenen waarom dit geslacht mogelijk afstamt van het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck c.q. van Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg te Bleiswijk:
1. het oorspronkelijk wapen met één kraanvogel
2. de adellijke status
3. de mogelijk roots in Maasbommel

** Herman van Cranenburgh (wapen), Van Cranenburch Bleyswyck (wapen), Van Kraenenburg Maasbommel, Kraenenburg Maasbommel, Kranenburg Tiel (Logement)
# VC300, DAB

 

Van Cranenburgh Utrecht
Een geslacht uit Utrecht. Wapen: In zilver een zwarte linker schuinbalk beladen met drie zespuntige gouden sterren. Helmteken: een geharnaste arm, een degen zwaaiend, alles van zilver. Dekkleden: zilver en zwart.
Wapenspreuk: 'Fide, sed cui vide'
Ofwel: vertrouw, maar zie toe wie u vertrouwt.
Mogelijk stamt dit geslacht af van de Van Cranenrughs te Amsterdam via Pieter van Cranenburch (gb 1616). Hij vestigt zich rond 1637 in Utrecht. Nazaten van hem voeren het zelfde wapen als dat van het geslacht Van Cranenburgh Amsterdam, maar dan met een linker schuinbalk.
** Pieter van Cranenburch (gb 1616), Hendrik van Cranenburgh (arts te Cuyck), Van Cranenburgh Amsterdam, Van Cranenburch Utrecht
# VC300, HCM, DAB

Van Cranendonck
** Cranendonck, Van Cranenborch Horne

Van Cranendonck Noord-Brabant
** Cranendonck (geslacht uit Noord-Brabant)

Van Duivenvoorde
Adellijk geslacht uit Holland, afstammend van Filips van Wassenaar van Duivenvoorde (gb 1226), de tweede zoon Filips I van Wassenaar.
** Adriaan van Duivenvoorde, Arent van Duivenvoorde

Van Egmond
In zijn Historia Batavica schrijft Geldenhouwer in 1530 dat het geslacht Van Egmond langs vrouwelijke lijn afstamt van het geslacht Van Arkel, dat volgens hem het alleroudste adellijke geslacht in de Nerdlanden is. Karel van Egmont, hertog van Gelderland, is in Geldenhouwers tijd een van hen.
Hoe 't ook zij, het geslacht Van Egmond speelt een prominente rol in de Nederlandse geschiedenis. In de Hoekse en Kabeljauwse Twisten (14e-15e eeuw) zijn het centrale figuren. Zij kiezen voor de de steden (Kabeljauwen) in hun strijd tegen de Hoeken, die de kant van Margaretha van Beieren hebben gekozen. In biezonder Jan I van Egmond (1291*-1369), Jan II van Egmond (1385*-1451) en Jan III van Egmond (1438-1516; eerste graaf van Egmond) zijn fervente Kabeljauwen. Tijdens de Reformatie zijn de Van Egmonds prominente voorvechters van het Protestantisme. En in de Tachtigjarige Oorlog is het Lamoraal graaf van Egmond die samen met Willem van Oranje en de graaf van Horne een driemanschap vormt tegen koning Filips II van Spanje en de gehate kardinaal Granvelle. Dat kost hem uiteindelijk het leven. Op 5 juni 1568 worden Lamoraal en de graaf van Horne terechtgesteld op de markt in Brussel.
Wapen: In goud vier rode kepers.
** Jan I van Egmond, Hoekse en Kabeljauwse Twisten, Cranenburg Egmond,
Cranenbroek Heiloo
# WP, HVW, DAB

Van Egmond van Cranenburch
** Cranenburg Egmond, Dieuwertje van Cranenburch (gb 1437)

Van Haersolte tot Cranenburg
** Johan van Haersolte tot Cranenburg (gb 1647)

Van Horne
Oud adelijk geslacht uit Horn in Limburg. Het dorp ligt aan de rivier de Maas, tegenover Roermond. Hier staat ook het oorspronkelijke kasteel van dit geslacht. Anno 2005 is dit kasteel nog volledig intact.
Wapen: op zilver drie hoorns.

De oorspronkelijke heren van Horne bezitten in de 13e en 14e eeuw o.a. de heerlijkheden Kranenburg bij Kleef, Perweys, Altena en Heusden.

Op nevenstaande foto is stamkasteel Horne te Horn in Limburg te zien.

 
Uit het geslacht van Horne zijn een tak Van Cranendonck en een tak Van Cranenborch voortgekomen.
De tak Van Cranendonck heeft haar wortels in de baronie Cranendonck, dat een leengebied is van het geslacht Van Horne. De baronie lag circa 20 Km NW van Horn, daar waar anno 2005 de gemeente Cranendonck ligt.
De tak Van Cranenborch heeft haar wortels in de heerlijkheid Kranenburg bij Kleef.
@ foto © TiedLight ®
** Theodorus van Horne, Van Cranenborch Horne, Kranenburg Kleef

Van Kraenenburg Maasbommel
Adellijk geslacht uit Maasbommel (Land van Maas en Waal in Gelderland).
Stamvader Xx van Kraenenburg (gb 1265) is vrij zeker een zoon van Bartholomeus II van Wassenaar en Godilt van Bleiswijk op kasteel Cranenburg te Bleiswijk. Deze Xx van Kraenenburg is stichter van Huys Kraenenburg te Maasbommel. Uit dit geslacht is waarschijnlijk voortgekomen het geslacht Van Cranenburgh Tiel.
Wapen: op goud een kraanvogel in blauw, rood gepoot en gesnaveld, met een steen in de opgeheven rechter poot. (> Van Cranenburch Bleyswyck)
** Kraenenburg Maasbommel, Theodorus van Cranenburgh (gb 1305)

Van Kranenburg:
** Kerstant van Kranenburg, Hein van Kranenburg

Van Kranenburg & Blom Advocaten
Advocatenkantoor aan de Kerklaan 7 in Nieuwerkerk/IJssel. Sinds juni 2008 genaamd "Blom en Partners Advocaten".

Van Kranenburg Arnhem:
De oudst vermelde Kranenburg in Arnhem is Johannes van Cranenborch (gb 1332). Hij woont in Arnhem nabij de St Walburgis Kerk en is gehuwd met ene Lommodis. Er is een Jan van Cranenborch rond die tijd bekend, maar hij is geboren rond 1345 en gehuwd met Margriet Starkenborch van Boeschot. Jan en Johannes van Cranenborch zijn dus niet dezelfde persoon.
Jan van Cranenborch is vermeld 25.2.1367 in een oorkonde van schepenen te Arnhem ivm overdracht van een rente van 20 schellings 'sjaars op hun huis op de hoek van een nieuwe straat. In de margine van de oorkonde staat: Modo domus custodis ecclesie Sancte Walburgis int Lant Vermerck. Ofwel de kosterwoning van de St Walburgis Kerk in het Land Vermerck. Volgens bron arnhemmers.nl 5.10.08 heet dit gebied anno 2008 het Land van de Markt, een vijfsprong in de Ketelstraat in centrum Arnhem. In 1644 heet dit gebied nog Land Vermerck, genoemd naar ene Vermerck. In de 15e eeuw is daar de St Nicolaas Kerk gebouwd, die in 1858 is afgebroken. Het huis van Johannes en Lommodis heeft dus gestaan op een hoek van genoemde vijfsprong Land van de Markt.

- Kranologie
Van Johannes van Cranenborch zijn vooralsnog geen nazaten bekend. Toch wonen niet veel later na hem vele andere Kranenburgs~ in Arnhem en daaromtrent. Op grond van de huidige gegevens is van hen de volgende Kranologie te maken gaande tot circa het jaar 1550.

1255-1340 Engelbert I van Cranenburg B!r+ -- Bleiswijk-Eikenduinen ...wk.c:zh:
1297-1357 Xx van Cranenborch (vv Johannes) -- xx*-Arnhem*
1300-1380 Jan Engelbrechtsz van Cranenburg -- Eikenduinen-Zoetermeer ...ww=:zh:c
1332-1392 Johannes van Cranenborch -- Arnhem
1345-1405 = Joannes van Cranenburch B!r+ -- Bleiswijk* ...ww.c:zh:
1345-1405 = Johan Jansz van Cranenburg B!+ -- Eikenduinen-xx ...ww:zh:
1374-1434 Xx van Cranenborch (zv Johannes1332; vv Johan1418) -- Arnhem* H
1414-1474 Bernt van Kraenenburch (1449") -- Zutphen*
1418-1478 Johan van Kranenburg -- Arnhem
1450-1510 Jan van Cranenborch -- Arnhem
1512-1572 Xx van Craenenborch (vv Goessen) -- Arnhem*
1528-1588 Xx Cranenborch (vv Jongen) -- Arnhem'-Almen*
1528-1588 Henrick Cranenborch -- Harderwijk*--Almen
1547-1607 Goessen van Craenenborch -- Arnhem
1558-1618 Jongen Cranenborch -- Almen-Arnhem'
etc

¶ Johannes van Cranenborch (gb 1332*) lijkt dezelfde persoon als Johannes van Cranenburch (gb 1345*) uit Bleiswijk, alias Johan Jansz van Cranenburg (gb 1345*) uit Eikenduinen (Haaglanden). Hij is een zoon van Jan Engelbrechtsz van Cranenburg uit Eikenduinen, die een zoon is van Engelbert I van Cranenburg uit Eikenduinen en geboren circa 1255 op kasteel Cranenburg te Bleiswijk.
¶ Bron CVM noemt:
1453 Johan van Kranenburg; zegel dd 31.8.1453 met wapen (vaag): een kasteelmuur met daarboven 2 kraanvogels*. (Van Iddekinge 225, foto GAA)
1469/70 Johan van Cranenborch, reddituarius (rentmeester en beheerder stadsfinanciën) te Arnhem.
1472 idem
1482 Jan van Cranenborch, schepen van Arnhem.
1483 Jan van Kranenborch, schepen van Arnhem.
¶ Gezien de geboortejaren en de functies van Johan/1418 en Jan/1450, zal Johan welhaast zeker de vader zijn van Jan.
¶ Johan van Kranenburg lijkt gezien zijn zegel aan genoemd regest van 1453 kennenlijk een belangrijk ambt te vervullen bij de St Nicolai Broederschap. Mogelijk is hij daarom een kleinzoon van Johannes van Cranenborch (gb 1332) in Arnhem. Deze Johannes is koster van de Walburgis Parochie en woont op de locatie waar in de 15e eeuw de St Nicolaas Kerk wordt gebouwd.
¶ Xx van Cranenborch (gb 1374*) is een veronderstelde zoon van Johannes van Cranenborch (gb 1332*) en vader van Bernt van Kraenenburch (gb 1414*) en Johan van Kranenburg (gb 1418*).


- Wapen
Volgens bron CVM voert Johan van Kranenburg een wapen dat is afgebeeld op een zegel dd 31.8.1453 (vaag): een kasteelmuur met daarboven 2 kraanvogels*. (Van Iddekinge 225, foto GAA) De zegel is bevestigd aan Regest 225 (ivn 778 St Nicolai Broederschap; Gelders Archief Arnhem).
** CVM
 

 
Van Kranenburg BV Rotterdam
Handelskantoor in machines. In 1945 ontstaan uit Hennings & Van Kranenburg, eveneens een handelskantoor in machines, opgericht in 1940 door Hans Hennings en Johan van Kranenburg. Hans Hennings houdt kantoor in Rotterdam waar hij optreedt als vertegenwoordigde van Duitse machinefabrieken als Künkel en Wagner & Co uit Bielefeld. In 1940 treedt Johan van Kranenburg toe als compagnon. Johan heeft een grote talenknobbel, is sociaal goed onderlegd en een goed verkoper. Als zodanig biedt hij een ruime aanvulling op de capaciteiten van Hennings. Het is echter geen gelukkig moment om te beginnen. Niet lang daarna begint de Tweede Wereldoorlog en valt er niet veel meer te verdienen. Naast de vertegenwoordigingen in gieterijmachines heeft de firma die van Gutmann in Hamburg, fabrikant van zandstraal-installaties. Noch in de ene, noch in de andere branche wordt nog maar iets verkocht. Gelukkig is er nog wel handel in glazuren voor de keramisch industrie, op welk gebied Hennings specialist is. Bovendien is er voldoende te doen in toebehoren voor het zandstralen, zoals slangen, mondstukken en dergelijke. Daarnaast ontstaat op bescheiden schaal handel in machine- en persluchtgereedschappen, een specialiteit van Johan van Kranenburg. Ondanks alle ellende weet het bedrijf echter te overleven. Vlak na de bevrijding overlijdt Hennings. Het bedrijft wordt dan in 1945 voortgezet onder de naam Van Kranenburg NV.

Na de oprichting van het nieuwe bedrijf wordt de lijst van vertegenwoordigingen in snel tempo uitgebreid. In 1945 lukt het Johan van Kranenburg om het belangrijke agentschap Coles (mobiele kranen) in de wacht te slepen. In rap tempo volgen daarna meer agentschappen. Door zijn sociale vaardigheden lukt het Johan ook zeer goede medewerkers om zich te verzamelen. George Struycker Boudier is er één van. Hij krijgt de leiding van de afdeling Mobiele Kranen. Daarna komt Rob Verheij, een neef van Johan's vrouw. Hij wordt chef van de afdeling Gieterijmachines en Zandstraalinstallaties. Samen met Johan ontwikkelt hij de 'Compact' en de 'Junior' zandstraalmachines, die je alleen op perslucht hoeft aan te sluiten om aan de slag te kunnen. Een revolutionair idee, vergelijkbaar met de radio van de jaren dertig: alles in één, in plaats van vier of of vijf losse componenten. Tot laat in de avond wordt daarover bij Johan thuis gefilosofeerd. Een groot succes! Van Kranenburg laat de machines naar eigen ontwerp in Nederland maken.

De zaken nemen zo'n omvang, dat het kantoor voor al die nieuwe mederwerkers al snel te klein wordt. In 1950 verhuist de firma daarom naar een nieuw pand in de nieuwe binnenstad van Rotterdam. Hier is voorlopig ruimte genoeg om alle kantooractiviteiten onder te brengen en daarnaast een magazijn voor de diverse gereedschappen, die daardoor uit voorraad geleverd kunnen worden. Bovendien is er een showroom, waar bijvoorbeeld de Compact en de Junior kunnen worden getoond. In diezelfde periode wordt de juridische vorm van de onderneming veranderd in die van een NV. Er komen nieuwe activiteiten bij en er wordt begonnen met de import van werktuigmachines, zoals draaibanken, boormachines, freesbanken en dergelijke. In 1952 treedt zoon Hans van Kranenburg in dienst van het bedrijf. Alle bekende Europese en Amerikaanse bedrijven zijn inmiddels vertegenwoordigd. Toch lukt het nog agentschappen te verwerven van Italiaanse, Duitse, Engelse en Amerikaanse fabrieken. Het kantoor van 1950 is daardoor weer te klein en in 1960 verhuist het bedrijf daarom naar een locatie aan de Schiekade waar een luxeus kantoor staat met showroom en magazijn aan een brede verbindingsweg met Den Haag.


Hierboven Van Kranenburg BV: Magazijn & Werkplaats (lb), Hoofdkantoor (rb), Bankwerkerij (lo) en vestiging Antwerpen (ro). Foto's Courtesy Hans van Kranenburg te Amersfoort.

Op grond van ruime ervaring is Van Kranenburg NV in staat de klanten te adviseren bij de realisatie van hun productieproces, waarbij dan ook de machines worden geleverd. De NV wordt later omgezet in een BV. In de 60-er jaren start de automatisering van facturering en voorraadbeheer. Ook maakt de computer ponsbanden met de EIA-code voor de besturing van automatische machines voor metaalbewerking. Er wordt een krachtiger computer aangeschaft waardoor boekhouding, facturering en voorraadbeheer synchroon gaan lopen. In 1970 komt een nieuwe werkplaats aan de Giessenweg bij de Spaanse Polder voor onderhoud en reparatie van geleverde Coles mobiele kranen. Ook komt daar een laboratorium voor het testen van straalmiddelen, -mondstukken en -slangen. De BV heeft inmiddels een meerderheidsbelang in het bedrijf Holland Mineraal in Deventer, dat straalmiddelen maakt.

Van Kranenburg BV bereikt met alle activiteiten een uitstekende reputatie. Dat blijkt o.a. in 1974 uit de benoeming van Hans van Kranenburg tot voorzitter van Vimag/Vimetaal, twee verenigingen van importeurs van respectievelijk machinegereedschappen en werktuigmachines. In die tijd wordt ook gestart met een vestiging in Aartselaar bij Antwerpen in een groot en modern pand met een ruim kantoor, een royale werkplaats voor kraanactiviteiten en een enorm magazijn voor o.a. straalmiddelen. Ook wordt uitgebreid naar Frankrijk (Lille), Duitsland (Gelsenkirchen) en Zweden (Stockholm), met als doel spreiding van mogelijkheden en reductie van kwetsbaarheid. Deze uitbreidingen kosten veel geld. Eind jaren '70 en begin jaren '80 zakt echter de economie in. Het geleende geld wordt nu een molensteen om de nek. De een na de andere scheepswaerf moet sluiten: NDSM, ADM, Wilton Feijenoord, Schelde Vlissingen, Werf Gusto, enz. enz. Zo vergaat het ook machinefabrieken en gieterijen. En dat zijn juist de klanten van Van Kranenburg BV. Begin 1982 ziet de directie (Hans van Kranenburg en zijn neef Jan) geen andere mogelijkheid dan ermee op te houden. Ze houden zo lang mogelijk de regie in eigen handen, teneinde kleine crediteuren te kunnen betalen. Deze zouden door een faillissement van de BV onderuit zijn gegaan. Als het moment gekomen is, vragen ze zelf hun faillissement aan, dat hen promt wordt verleend. Vader Johan van Kranenburg, de oprichter, hoeft dit allemaal niet meer mee te maken. Hij stierf in 1980.
# Hans van Kranenburg te Amersfoort augustus 2008

Van Kranenburg Zwolle:
Een geslacht afkomstig van kasteel Kranenburg bij Zwolle. Stamvader is mogelijk Xx de Crane (1265-1325), een nazaat (achterkleinzoon) van Hendric de Crane, heer van Kuinre. Dit geslacht woont in circa 1300-1420 op havezathe Kranenburg bij Zwolle (Berkum). Waar ze later leven en wonen is vooralsnog helaas niet bekend.
Wapen: op blauw een burcht in zilver met daarop 5 vogels in zilver.
** Kranenburg Zwolle (ib bouwheer), FW Van Kranenburg Zwolle, Kuinre, Xx de Crane (gb 1265), Xx van Cranenburg (gb 1625), Van Cranenburch Kuinre, Van Cranenburg Overijssel

Van Leyden
Aanzienlijk geslacht te Leiden. Behoort in de 14e en 15e eeuw tot het patriciaat van de stad. Het geslacht stamt af van de oorspronkelijke burggraven van Leiden.
Bekende leden:

Halewijn I van Leiden (1055-1121) Burggraaf van Leiden (ZA)
Halewijn II van Leiden (1080-1160) Burggraaf ven Leiden (ZA)
Halewijn III van Leiden (1115-1198) Burggraaf van Leiden (ZA)
Halewijn IV van Leyden (1140-1200) (ZA)
Hendrik van Leyden (1224-1284) Burggraaf van Leiden
Willem van Leyden (1259-1319) Burggraaf van Leiden. Zoon van Hendrik.
Filips van Leiden (1320-1380) Leiden; rechtsgeleerde; 1353-1359 klerk bij de kanselarij van de graaf van Holland; 1371-75 vicaris-generaal bisdom Utrecht; pleit voor centraal gezag naar voorbeeld Romeinse keizers.
Dirk Poes Jansz van Leyden (1341-1401) Leiden (ZA)
Johan Dodo van Leiden (1393-1465) Leiden*-Ysselstein-Sibculo (> Gerlach van Kranenburg)
Jacob Xzn van Leyden (1420-1480) Leiden; vader van Huygh Jacobsz.
Huygh (Hughe) Jacobsz van Leyden (1460-1520) Leiden; kunstschilder.
Lucas van Leyden (1494-1533) Leiden; zoon van Huygh Jacobsz; kunstschilder.
Aert Claasz van Leyden (1498-1564) Leiden; kunstschilder.
Jan van Leiden (1509-1536) Leiden; alias Jan Beukelsz; wederdoper en rederijker.

Wapen: op blauw een horizontale balk in goud.
** Burggraven van Leiden, Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1355), Gerlach van Kranenburg (gb 1412)
# FVK, WP

Van Mathenesse
Geslacht uit Mathenesse bij Rotterdam. Stamvader is Dirk II van Bokel (1285*-1345), die zich Van Mathenesse noemt.

Wapen: Op een zilver veld een rechter schuinbalk in rood, beladen met drie zespuntige sterren in goud.
Het wapen is gecreëerd in 1315*.

Het afgebeelde wapen is een onderdeel van een tableau aan de havenkant van de Monsterse schutsluis in de binnenhaven van Maassluis. Op dit tableau staan de wapens van diverse prominente personen. Onder het wapentableau staat een tekst waarin o.a. Johannes van Mathenesse wordt genoemd. Tableau en tekst dateren van 1607.
** Dirk van Mathenesse, Bokel, Mathenesse, Cranenburg/Mathenesse
# FRI, DAB

 
Van Poelgeest:
Adellijk geslacht uit Zuid-Holland. Wapen: op blauw 3 opvliegende adelaars in zilver, links kijkend, 2-1 geplaatst, in het midden een dwarsbalk in goud met daarop een klaverblad; helm, kroon en opvliegende adelaar. De witte adelaar links kijkend is gelijk aan de Anglische adelaar. (> PgAng/Adelaar)
¶ Het veld in blauw met de dwarsbalk in goud is identiek aan het wapen van het geslacht Van Leiden, waaruit de Van Wassenaars zijn voortgekomen. Mogelijk duidt dit op verwantschap.
¶ Het geslacht is afkomstig uit Poelgeest (bij Oegstgeest). Het bezit daar kasteel Oud Poelgeest. In circa 1200-1700 in bezit van Heerlijkheid Koudekerk, waar ze kasteel Groot Poelgeest bouwen. Anno 2006 is dit kasteel een ruïne.
Poelgeest is afgeleid van Anglisch pol (poel, plas) + geast (geest, geestgrond). Dus Anglisch: Polgeast = de geestgrond bij de poel.
¶ Het blauwe veld en de gouden dwarsbalk in het wapen Van Poelgeest zijn identiek aan het wapen van het geslacht Van Leiden, waaruit de oudste burggraven van Leiden zijn voortgekomen en daaruit o.a. het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck. Mogelijk duidt dit op verwantschap in mannelijke lijn.
¶ Het geslacht Van Leiden begint met Halewijn I van Leiden (gb 1050), alias Halewijn van Beveren, afkomstig uit Diksmuide in Vlaanderen. Het geslacht Van Beveren uit Diksmuide stamt af van Ethelred II van Mercia (850-911), de laatste koning van Mercia, het grootste Anglische Rijk van Engeland. Mogelijk zijn de witte adelaars links kijkend in het wapen Van Poelgeest hiermee te verklaren.
¶ Tussen de geslachten Van Poelgeest en Van Cranenburch Bleyswyck zijn in de loop der eeuwen diverse relaties geweest. > Claas Claas Willemsz van Cranenburg (Leiden, gb 1400), Claas Jan Claesz van Cranenburch (Leiden, gb 1449), Alijd Jansdr van Cranenburg (Den Haag, gb 1340)
¶ Claas Claas Willemsz van Cranenburg (Leiden, gb 1400) en Claas Jan Claesz van Cranenburch (Leiden, gb 1449) zegelen met hetzelfde wapen als Van Poelgeest. De reden is vooralsnog niet duidelijk.
** Van Cranenburch Leiden

Van Tedingh:
** Tedingh

Van Wassenaar:
Geslacht uit Wassenaar. Als eerste wordt genoemd Filips, eerste Heer van Wassenaar. Mogelijk is hij een zoon van Kerstant van Raephorst*, drossaard van Holland. Een andere mogelijkheid is, dat Filips van Wassenaar een zoon is van burggraaf Halewijn III van Leiden. Deze afstamming is al vaker bepleit. Het wapen van ene Jacob van Wassenaar (1200") lijkt deze gedachte te ondersteunen, aangezien dit een kleurvariant is van het wapen van burggraaf Halewijn I van Leiden (een rood veld met gouden dwarsbalk). Deze Halewijn (gb 1060*) is o.a. Heer van Wassenaar. Al met al lijkt het erop dat de naam Van Wassenaar al vroeg wordt gebruikt door de eerste burggraven van Leiden en hun nazaten, maar niet systematisch. Dat gebeurt pas met Filips I van Wassenaar (gb 1170*).
Volgens een heel oude overlevering van het oorspronkelijke geslacht Van Wassenaar stammen zij in de verte af van Claudius Civilis (30*-90* nC), Romeins legeraanvoerder uit de stam der Bataven. Voor deze veronderstelling is echter vooralsnog geen bewijs gevonden. Wegens de uiterst sumiere genealogische informatie uit de Middeleeuwen en Oudheid, zal acceptabel bewijs ook uiterst moeilijk te vinden zijn. Nochtans bevatten vele overleveringen vaak een belangrijke kern van waarheid.
De naam Wassenaar is afgeleid van een drassig stuk grond (wassenaer) bij een beek in het huidige Wassenaar waar het geslacht oorspronkelijk woont. In 1200 komt de naam van een Wassenaar voor het eerst voor in een officeel stuk.
Uit het geslacht Van Wassenaar zijn diverse andere geslachten voortgekomen. Namelijk: Van Duivenvoorde, Van Santhorst, Van Cranenburch, Van Rosenburch en Van Groeneveld. Zie daarvoor Bron 1380.
In 1523 sterft Jan II van Wassenaar, de laatste mannelijke telg van het geslacht Van Wassenaar. Hij is gehuwd met Josina van Egmont. Uit dit huwelijk zijn alleen twee dochters geboren: Maria (gs 1544) en Margaretha (gs 1557). Met de dood van Margaretha in 1557 is de laatste directe afstammeling van Filips I van Wassenaar gestorven en is er een eind gekomen aan het geslacht Van Wassenaar. Alleen de naam van het geslacht leeft nog voort. Namelijk in de geslachten Van Duivenvoorde, Van Obdam en Van Warmond. Het geslacht Half-Wassenaar stamt af van Andries, een bastaardzoon van Jan II van Wassenaar.
De burcht van de Van Wassenaars staat volgens overlevering op een heuvel in een weiland vlakbij de kerk van Wassenaar. De Van Wassenaars hebben in de loop der eeuwen een schier onmetelijk bezit opgebouwd. Het meest bekend zijn: Scheveningen, Zuidwijk, Katwijk (beide), Valkenburg, Voorschoten, Duivenvoorde, Ter Horst, Voorburg, Santhorst, Groenevelt, Cranenburg Bleiswijk, Eikenduinen, de Burcht van Leiden, Schiedam, Vlaardingen, Oegstgeest, Sassenheim en Leiderdorp.

Oorspronkelijk wapen: op een veld van azuur vier dwarsbalken van goud met daarover een rood andrieskruis.
Van Hendrik Theodoricuszn van Wassenaar is een zegel anno 1237 bekend, waarop dit wapen is afgebeeld.
Later: op een veld van azuur een dwarsbalk van goud. Dit wapen is identiek aan dat van de oorspronkelijke burggraven van Leiden.
Sinds Dirc II van Wassenaar: op een rood veld drie wassenaars van zilver.
Sinds de burggraven: gevierendeeld: deel 1 en 4 drie zilveren wassenaars op een rood veld; deel 2 en 3 een gouden balk op een veld van azuur (het wapen van de oorspronkelijke burggraven).
 
De wassenaars in het laatste familiewapen hebben mogelijk te maken met Filips I van Wassenaar (gb 1150), tweede zoon van Halewijn III van Leiden en Jeanne van Arkel, Heer van Wassenaar, stamvader van het geslacht Van Wassenaar. Het feit dat Filips I de tweede zoon is, weerspiegelt zich in het latere wapen van het geslacht Van Wassenaar. Daarin komen de drie wassenaars voor, 2-1 geplaatst. In de heraldiek is een wassenaar (klimmende maan) een symbool dat traditioneel wordt gebruikt door de tweede zoon. (> Cadency)

Het oorspronkelijke wapen van het geslacht Van Wassenaar is identiek aan het wapen van de gemeente Beveren in Vlaanderen. Ook het aangrenzende Verrebroek voert dit wapen. Beide gemeenten liggen in de regio Waasland bij Antwerpen. Het waren leengebieden van het geslacht Van Beveren. Dit geslacht uit Waasland voert het zelfde wapen: gedwarsbalkt van goud en lazuur van acht stukken en schuinkruis van keel over het geheel. Dit kan betekenen dat de Van Wassenaars voortkomen uit het geslacht Van Beveren. Dit ondersteunt de mening van rijksarchivaris Mr H. Hardenberg, dat het geslacht Van Wassenaar afstamt van het geslacht Van Beveren. Deze afstamming moet dan gaan via burggraaf Halewijn I van Leiden. Gezien zijn achtergronden is een afstamming van het geslacht Van Beveren (via de burggraven van Diksmuide) zeer goed mogelijk. In de tekst onder de schets van ridderhofstad Cranenburg te Bleiswijk uit 1609 wordt deze afstamming bevestigd. Deze tekst luidt:

't Huys Kranenburg heeft gelegen in Schieland by Blijswijk aan de rivier de Rotte en was een van de oudste Riddermatige gebouwe gesticht omtrent den jaare 1106 door Halewijn de twede kastelyn van Leyden welkers nakomelingen het lang beseten hebbe tot dat het daar na verdeeld wierd en by partyen verkocht is.

De bedoelde nakomelingen zijn Halewijn III van Leiden, Filips I van Wassenaar, Dirc I van Wassenaar, Bartholomeus II van Wassenaar, Engelbert I van Cranenburg, etc. Zie Cranenburg Bleiswijk (bewoners/eigenaars).
** Bron 1380, Hendrik Theodoricuszn van Wassenaar, Dirc II van Wassenaar, Jacob van Wassenaar, Halewijn I van Leiden, Wassenaar (etymologie), Van Beveren, Claudius Civilis, Leengoed Wassenaar, Bockenberg, GWD
# HVW, UGW, CVC, RDS

VCK:
Van Cranenburch tot Kranenburg.

De naam Kranenburg heeft zich in de loop der eeuwen geleidelijk ontwikkeld uit de oervorm Cranenburch. De oudste vermelding is ridderhofstad Cranenburch in Bleiswijk, die in 1106 wordt gesticht door burggraaf Halewijn I van Leiden. Via erfenis komt Cranenburg Bleiswijk in 1276 in handen van Bartholomeus II van Wassenaar. Zijn nazaten gaan zich Van Cranenburch noemen. Hieruit ontwikkelen zich de vormen Van Cranenburg, Van Kranenburg, Van Cranenburgh, Van Kranenburgh, Cranenburgh, Kranenburgh, Cranenburg en uiteindelijk sinds de 17e eeuw de moderne vorm Kranenburg. Voorbeeld:

Maerten Huygensz van Cranenburch (gb 1585 Gouda) wordt ook wel genoemd Maarten Huigensz Kranenburg. Zelf tekent hij met Maerten Huygens van Craenenburch.

Een dergelijke ontwikkeling zien we bij de nazaten van Theodorus van Horne, Heer van Perwijs en Cranenburg bij Kleef.

Het voorvoegsel Van is normaliter een aanduiding van de herkomst van een familie. Vaak echter ook van de titel gekoppeld aan een heerlijkheid. Bij de Kranenburgs~ uit Bleiswijk is het voorvoegsel Van duidelijk afkomstig van de ridderhofstad Cranenburch aldaar. Bij de nazaten van Theodorus van Horne verwijst het voorvoegsel Van naar de Heerlijkheid Cranenburg bij Kleef in Westfalen.

Het gebruik van het voorvoegsel Van varieert sterk. Oorspronkelijk wordt de naam Cranenburg~ bijna uitsluitend geschreven met het voorvoegsel Van. Sinds de 16e eeuw wordt Van echter steeds vaker weggelaten. Vaak ook zien we een sterk wisselend gebruik, zowel bij personen als in stamreeksen. Bijvoorbeeld bij de Kranenburgs~ uit Leiden, Alkemade (oa Vrouwe Ven), Warmond en Lisse.
Het weglaten van het voorvoegsel Van kan te maken hebben met laksheid, gemakzucht of onzekerheid of omdat men er de zin niet van begrijpt. Zowel bij de naamdragers als bij de administratieve instanties. Anno 2005 komt het voorvoegsel Van bij de Kranenburgs~ relatief nog maar zeer weinig voor.

Bij de Kranenburgs~ uit de Vrouwe Ven (Alkemade) en Warmond vinden we de vorm Van Cranenburch~ terug bij Mees Claesz en Zacharias Cranenburgh. Ook bij hun nazaten en naaste familie. Dit kan betekenen dat Van Cranenburch de eigenlijke preciese naam is van deze tak van de Kranenburgs~. Dat is duidelijk af te leiden uit de namenlijst van de eigenaars/bewoners van hoeve Pennings aan het Vennemeer in Warmond/Alkemade. Maar ook heten hun voorouders uit Lisse en Leiden dan zo. Andere spelvormen zijn dan mogelijk meer ontstaan uit slordigheid.

Ondertussen ontwikkelen zich vanuit de oervorm Cranenburch ook andere varianten. Bijvoorbeeld: Craenenburgh~ en Craanenburg~. Deze varianten zijn zeldzaam. De vormen Cranenborch, Cranenborgh, Cranenborg en Kranenborg komen aanzienlijk meer voor. Deze laatste vormen ontwikkelen zich later ook vaak vanuit de vormen Cranenburgh, Cranenburg en Kranenburg. In sommige stamreeksen en bij sommige personen zien we zelfs afwisselend twee of meer vormen Kranenburg~, met of zonder voorvoegsel Van. Heel verwarrend soms, maar dit verschijnsel doet zich ook voor bij andere familienamen. Bijvoorbeeld bij de naam Limborgh. Hoe verder we teruggaan in de tijd, hoe bonter de variaties vaak zijn. Dit heeft deels te maken met primitieve administraties, laksheid of onzekerheid van de naamdragers en het ontbreken van strakke spellingvoorschriften. De hele ontwikkeling van de naam Kranenburg is goed te zien op pagina TIMETABLE, waarop alle gekende Kranenburgs~ chronologisch zijn vermeld. Duidelijk is te zien hoe de naam zich van Van Cranenburch (-gh, -g) ontwikkeld langs vele vormen naar de huidige, meest gangbare vorm Kranenburg.

Hieronder een paar mooie voorbeelden van naamvarianten bij Kranenburgs~ in het verre verleden. De voorbeelden komen uit DTB's van Leiden.
Mees Dricxz heet in 1665 Van Cranenburch, in 1671 en 1674 Van Cranenburgh, in 1687 Van Kranenburg en in 1700 Cranenburgh.
Jacob Dirks heet in 1673 Van Cranenburch en later Kranenburg. Zijn vader heet Van Kranenburgh en zijn kinderen Kranenburgh, Cranenburgh en Van Cranenburch.
Pieter Cornelisz heet in 1675 Van Cranenburch en in 1682 Cranenburgh.
Jannetie Hendricx heet in 1692 Kranenburg en in 1704 Kranenburgh.
Maria heet in 1723 Cranenburgh en in 1731 Van Kranenburg.
Deze inconsistentie kan veel verder worden uitgebreid. Er zijn voorbeelden te over. Wel is duidelijk dat de oervorm meestal Van Cranenburch is en dat deze vorm sinds de 18e eeuw steeds meer verandert in Kranenburg.
** NVC, Kranenberg, Kranenburg, Jan Claesz van Cranenburch, Mees Claesz Cranenburgh, Cranenburgh Alkemade, Warmond, Pennings Vennemeer, Henrick Xzn Cranenburgh (gb 1608), Pagina TIMETABLE

 

Vechtoever Maarssen
Een prachtige buitenplaats aan de Diependaalsedijk in Maarssen, gelegen aan de oostkant van de Vecht aldaar. Het landhuis is gebouwd rond 1750 op een plaats waar eerder hofstede Den Oever heeft gestaan.

In de loop der eeuwen wonen diverse families in Vechtoever. O.a.:
1841-1848 Johanna Geertruida Beugel (50%), echtgenote van Hendrik van Cranenburgh (ovl 1832).
1848-1857 Xx van Cranenburch?
1857-1861 Pieter van Cranenburgh, zoon van Hendrik van Cranenburgh en Johanna Geertruida Beugel.
1861-1870 neven en nichten van Pieter van Cranenburgh
1870-1882 Johanna Maria van Cranenburgh (gb 1844).

Anno 2006 is het Witte Kruis gevestigd in Vechtoever.
** Xx van Cranenburch (gb 1805)
@ foto © TiedLight ®
# Kastelen in Utrecht, buitenplaatseninnederland.nl 14.2.08, KBG

Veenendaal
** Slaperdijk Veenendaal

Velp
** Kranenburg Velp

Veluwe
** Kranenburg Veluwe

Vennemeer Warmond
Meer in Warmond grenzend aan de Vrouwe Ven (Warmond/Alkemade). In oude geschriften (vóór 1600) vaak Wallermeer genoemd.
** Vrouwe Ven, Zijplant Warmond, Pennings Vennemeer

Vernon Cranenburgh (2004")
Afstammeling van een Cranenburgh die via de Oost-Indische Compagnie (VOC) in India belandt en vandaar in Australië. Woont in Australië. Mogelijk is Charmaine NN zijn vrouw en Geoffrey Cranenburgh hun zoon.
** Cranenburgh Australia

 
Vervoort & Van Cranenburgh

Sajetfabriek te Leiden. Sajet is halfgekamt wollen garen; getwijnd brei- en stopgaren.
De fabriek is opgericht in 1873 door Ludovicus Henricus Vervoort en Petrus van Cranenburgh. Firma L.H. Vervoort & Co wordt in 1866 al genoemd als producent van gebreide goederen in het Gemeenteverslag. Het bedrijf telt in dat jaar minder dan 32 werknemers.
Firma Vervoort & Van Cranenburgh vestigt zich juni 1873 aan Rapenburg 107-111, Vliet 11 en Cellebroersgracht 10a (later Kaiserstraat). In dit gebied wordt al lange tijd wol verwerkt tot Leidse stof.
Juni 1873 plaatst Vervoort & Van Cranenburgh een stoommachine van hoge druk en 5 Pk en een stoomketel van 18 Pk met een lengte van 5 meter en een doorsnee van 1.5 meter. De schoorsteen wordt 20
meter hoog. Hierdoor kan de productie van sajetten beginnen.
Op 31 december 1887 is de vennootschap ontbonden. De redenen zijn onduidelijk. Vervoort ontvangt o.a. een ronde som van Fl 15.000 ter vergoeding van ongeveer het halve bedrag, dat op de fabriekspanden en machines effectief is afgeschreven. Vervoort is dus uitgekocht. Petrus van Cranenburgh mag het bedrijf verder voeren onder de oude naam.
Het bedrijft doet het goed. In 1892 wordt de breierij in gebruik genomen.
In 1895 heeft de fabriek een Cornwall stoomketel van 72 M2 en 6 atmosfeer stoomdruk. Het bedrijf voert o.a. de handelsmerken Laine Merinos d'Australie, Anti-Rheumatische Herculeswol, Transvaal Sajet en Kameelhaar Natuurkleur.
In 1899 is het personeelbestand gegroeid naar 123.
In de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog doet de textielindustrie het goed dankzij grote legerorders. Ook Vervoort & Van Cranenburgh profiteert van de trend. Zo goed zelfs dat ze thuisbreisters aanstelt. In 1917 zijn dat er 200. De verkoop stijgt van Fl 309.974 (1914) naar Fl 814.429 (1917).
Op 13 mei 1910 wordt de bedrijfswaarde op Fl 71.117,52 geschat, exclusief de waarde van de fabriekspanden.
In 1911 wordt Jodocus Heringa compagnon. Het bedrijf gaat heten Firma Van Cranenburgh & Heringa. De leiding wordt gevoerd door Jodocus Heringa en Petrus Ludovicus Alphonsus van Cranenburgh, zoon van oprichter Petrus van Cranenburgh.
** Van Cranenburgh & Heringa
@ foto fabriek Kaiserstraat 10 circa 1910
# Textielhistorisceh Bijdragen 36: Textielnijverheid in Leiden
Uitgave: Stg Textielgeschiedenis
Uitgeverij Verloren, 1996
Het boek schrijft o.a. over 'de voltooide fortuinen van Leidse textielfabrikanten aan het einde van de negentiende eeuw'.

Veluwe
** Kranenburg Veluwe

Verlaat
= regelbare waterdoorlaat; soort sluis dus.

Vermaesen
Geslacht uit Dordrecht. Vermeld:
- Henric van der Mase, genoemd 1284-85 in Stadsrekeing Dordrecht 1283-87 p 16.
- Pieter Maes, genoemd 1286-87 in Stadsrekening Dordrecht 1293-87 p 72.
- Beelken Vermaesen, genoemd 1507 in Legerboek Stevenskerk Nijmegen 1600 p 43.
- Mechtelt (Meyten) Vermaesen, geboren 26.9.1648 te Nijmegen, dochter van Lambert Vermaesen en Leybet Seyben. Lambert overlijdt 23.5.1663 te Dordrecht en is daar begraven in de Grote Kerk. Mechtelt huwt 1.1.1667 te Elsen in Limburg met Johannes Schonken, gedoopt 6.9.1642. Ze krijgen 11 kinderen. Johannes Schonken overlijdt 13.9.1702 te Nijmegen. Mechtelt overlijdt aldaar 5.3.1717. Johannes en Mechtelt zijn begraven in de St Stevenskerk te Nijmegen.

Op hun grafzerk is gebeiteld haar wapen 1: drie kraanvogels, links gekeerd, 2-1 geplaatst. Dit wapen is identiek aan het wapen van Hugh Craan (alias: Hughe Hughesz van Cranenburg; gb 1330) te Winchester, zoon van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg (gb 1288) te Eikenduinen, Haagambacht, zoon van Engelbert I van Cranenburg (gb 1255) te Eikenduinen.
 
- 4.5.1682 Juffr. Magdalena Vermaes, koopvrouw in zout en burgeres van Dordrecht, crediteur van Geurth Nolens, maasschipper.
- Een geslacht Vermaesen in Gelderland voert het wapen 2: op zilver een kraanvogel in blauw houdend in de geheven rechter poot een steen. (Historische Gelderse Kastelen, Zutphen 1905-08)

Wapen 2 is nagenoeg identiek aan het wapen Van Cranenburch Bleyswyck (ZA). Een relatie met de Kranenburgs~ uit Bleiswijk is dus denkbaar. Temeer daar Wapen 1 qua elementen volledig identiek is aan een wapen van Kranenburgs~ uit Bleiswijk. De vraag rijst nu waar de verbindende schakel ligt tussen beide geslachten. Gezien de beschikbare gegevens lijkt dat vrijwel zeker in Dordrecht. Daar woont Zarijs Jansz van Cranenburch (gb 1350) in Huis Cranenburch aan de Wijnkade. Haar vader is vrij zeker Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300), zoon van Engelbert I van Cranenburg uit Eikenduinen. De lijnen van Wapen 1 komen dus uiteindelijk samen bij deze Engelbert I van Cranenburg (gb 1255), zoon van Bartholomeus II van Wassenaar op kasteel Cranenburg te Bleiswijk. Dat betekent dat Engelbert I van Cranenburg dus de maker is van Wapen 1: drie kraanvogels, links gekeerd, 2-1 geplaatst. Zijn nazaten voeren later verschillende wapens. I.b. het wapen: op goud een kraanvogel in blauw, rood gepoot en gebekt, links gekeerd, houdend een steen in de geheven rechter poot. Dit wapen is nagenoeg identiek aan Wapen 2 van de Vermaesens in Gelderland. Waarom de Vermaesens identieke wapens voeren is vooralsnog niet bekend. Mogelijk is het via vrouwelijke lijn bij hen in de familie gekomen.
** Hugh Craan (gb 1330), Van Cranenburch Bleyswyck

Verponding
= belasting op vaste goederen; grondbelasting

VG
Voor het Gerecht
Betreft huwelijk.

Vikings:
Noord Germaanse volksstam in Zweden uit de Vroege Middeleeuwen. Birka (Zweden) en Trelleborg (Denemarken) zijn hun voornaamste bolwerken. Daar hebben ze grote forten van aarde gebouwd en verschanst met palisanderstammen.
Viking betekent zeekoning. De naam krijgen ze omdat ze met hun kleine zeilboten in de 9e-11e eeuw de zee opgaan en de kustgebieden van Europa afstropen. Ze plunderen, roven, moorden en stichten brand overal waar ze komen. Engeland, Nederland, Vlaanderen, NW Frankrijk, Noord Duitsland en Rusland worden twee eeuwen lang door hen geteisterd. Pas in de 10e eeuw keert het tij. Engeland en Vlaanderen bouwen zelf grote forten om zich te beveiligen en binden de strijd aan met de invaders. In Engeland is dat vooral Lady Etheflaed van Mercia, haar man Earl Ethelred II van Mercia en haar broer King Edward van Wessex. Samen verdrijven ze in harde strijd de Vikings en Denen.
Ook van binnenuit wordt strijd gevoerd. De oorlogsleiders van de Vikings worden rijk door hun oorlogsbuit en gaan hun roofgoed beveiligen tegen hun eigen roofzuchtige stamgenoten. Bovendien leren de Viking roverhoofdmannen veel van de volkeren die ze gedurende hun rooftochten ontmoeten. Ze leren er het land besturen, belasting te heffen, rechtspraak, administratie en cultuur. Zo raken ze zelf meer geciviliseerd en keren ze zich geleidelijk tegen hun eigen ongure stamgenoten. Hierdoor ontstaan twee hoofdgroepen: de oude garde van meedogenloze rovers en de nieuwe garde met meer civilisatie. De nieuwe garde krijgt sinds de 10e eeuw steeds meer macht en greep op de eigen samenleving. De oude garde verbitterd en gaat steeds meer achterhoedegevechten aan. Uiteindelijk verdwijnen ze in oblivia. Het jaar 1066 wordt beschouwd als het eind van het Viking Tijdperk.
** Ethelflaed van Mercia, Ethelred II van Mercia, Edward the Elder van Wessex, Angeln (Hedeby), Ax/Timetable
# Discovery TV 18.3.2007, DAB

Vincent Cranenburg (1694-1754*)
Zoon van Nicolaas Cranenburg en Marijtie van Lee.
Geboren in Dordrecht en aldaar gedoopt op 23.6.1694.
# JKE, DTB Dordrecht

Vincent Frederik Albert van Cranenburgh (1697-1732*):
Zoon van Derck van Cranenburgh en Henrica Vierhuis.
Geboren 24.9.1697 in Puiflijk (Druten).
In 1733 niet meer genoemd bij een boedelverdeling.
# VC300

VK
= voor de kerk (bij huwelijk)

VN
voor schout en schepenen
** Schepenhuwelijken

Vnb
verder vooralsnog niets bekend
Normaliter worden alle bij de auteur bekende relevante gegevens in de onderhavige tekst vermeld. Als dit echter uit de tekst onvoldoende blijkt, dan wordt aan het slot van de tekst de code Vnb meegegeven.

VNH
Van Naam en Heerlijkheid
Bron DSN (1825) schrijft in de voetnoot op pagina 4:

Men weet dat de oude adellijke geslachten altijd den naam van derzelver heerlijkheden bij uitsluiting droegen, het welke hedendaagsch nog bekend is onder de benaming van 'de Nom et de Terre' (van Naam en Heerlijkheid).

Deze uitspraak impliceert dat het in vroegere tijden onmogelijk is om een naam te voeren die in feite al wordt gevoerd door een adellijk geslacht met die naam, indien die naam is ontleend aan een heerlijkheid.
** Familienamen, Naamgebruik, Heerlijkheid
# DSN (p 4)

VOC
Verenigde Oost-Indische Compagnie
Met Oost-Indië wordt het latere Nederlands-Indië bedoeld, dat in 1949 de onafhankelijkheid krijgt en dan de Republiek Indonesia heet.

Oost-Indië bestaat oorspronkelijk uit een groot aantal vorstendommen of sultanaten verspreid over een groot aantal eilanden

in Zuid-Oost Azië. Deze gebieden zijn in de loop van twee eeuwen door de VOC geleidelijk onderworpen en tot een eenheid gevormd.

De VOC wordt opgericht op 20 maart 1602 door de Staten-Genraal, vooral door toedoen van Johan van Oldenbarnevelt. De eerste vloot vaart uit in 1603, zwaar bewapend en onder leiding van een admiraal. De grootste vijanden in die tijd zijn de Portugezen. De eerste vloot heeft direct succes. Zij weet de Portugezen uit Ambon te verdrijven. Hiermee is de eerste stap gezet naar een wereldwijde monoplie in de handel op Oost-Azië.

De Compagnie bestaat uit zes Kamers: Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen. De leiding is opgedragen aan zgn bewindhebbers. Het centraal bestuur berust bij een commissie van 17 leden met de naam Heeren-Zeventien, die op het hoofdkantoor in Amsterdam vergaderen.

De VOC krijgt het handelsmonopolie toegewezen (octrooi) voor het gebied tussen Kaap de Goede Hoop en Straat Magalhaes. Ze is bevoegd tot het sluiten van contracten, forten te bouwen, schepen te bouwen en ambtenaren te benoemen. In 1609 wordt de Raad van Indië ingesteld en een gouverneur-generaal. Samen moeten zij Oost-Indië gaan besturen volgens de directieven van de Heeren-Zeventien. Batavia (Jakarta) wordt hoofdstad en bestuurscentrum.

De VOC komt snel tot bloei. Ze ontwikkelt zich tot een machtig instituut met duizenden werknemers verspreid over vele landen: Zuid-Afrika, India, Ceylon (Sri-Lanka), Malakka (Malaysia), Singapore, Formosa (Taiwan), Kanton (China) en natuurlijk Oost-Indië zelf. Er wordt gehandeld in zeer vele tropische producten. Specerijen als peper, kruidnagels, muskaatnoten, foelie, kaneel, rijst, koffie, thee, suiker, sisal, palmolie, tabak en rubber. Maar ook textiel, zijde, opium, goud, zilver, tin, koper, porselein en olifanten. De meeste producten komen van de eilanden Sumatra, Java, Borneo en Celebes (Sulawesi). De kleine eilanden zoals Ambon en Flores zijn meer gericht op de specerijen zoals nootmuskaat.

Op de heenreis worden baren goud, zilver en koper meegenomen, die in Indië worden omgesmeed tot verschillende soorten munten. Verder worden meegenomen: textiel, linnen, verfstoffen, lood en luxe goederen. De schepen zeilen vanuit Texel, Rammekens of Goeree om Afrika naar Batavia, eventueel via Ceylon. De reis duurt een half jaar tot een jaar, afhankelijk van de bestemmingen, de omstandigheden op zee en de moessons in de Indische Oceaan. In Kaap de Goede Hoop wordt gebunkerd en eventuele schade aan schepen gerepareerd. De reizen zijn zwaar en de omstandigheden aan boord vaak slecht. Ongeveer 40 procent van de bemanning komt om tijdens de tocht. Door ziekte wegens slechte voeding of door storm. En als ze Batavia halen, dan kunnen ze na korte tijd alsnog bezwijken door ziekte, uitputting of oorlog.

Twee eeuwen lang heerst de VOC over de handel op Oost-Azië. Ruim 700.000 werkenemers heeft ze in de loop der jaren in dienst. Ze laat circa 1500 schepen bouwen op speciale VOC-werven, waarvan de 'Batavia', de 'Zeven Provinciën' en de 'Amsterdam' het meest bekend zijn. Samen maken deze zeilschepen (zgn spiegelretourschepen) ruim 5000 vaarten naar de Oost. Voor miljoenen mensen heeft ze welvaart en ontwikkeling gebracht. Maar uiteindelijk is het de fraude en corruptie van hoge bewindvoerders die de Compagnie langzaam maar zeker verzwakken. In 1790 wordt een staatscommissie benoemd om de VOC te saneren. Maar het kwaad is niet meer te keren en in 1798 wordt de VOC geliquideerd. Haar baten en schulden worden overgenomen door de staat.

- Missiven
Missiven zijn lange, in plechtig 18e-eeuws Nederlands geschreven verslagen. De gouverneeurs-generaal van Indië sturen die aan de Heeren XVII, zoals de Raad van Bestuur van de VOC heet. Drie maal per jaren worden de missiven opgesteld en naar Amsterdam gestuurd. Deze missiven bevatten belangrijke historische informatie, in biezonder over het reilen en zeilen van de VOC, de eerste multi-national ter wereld. (De Telegraaf 29.9.07).
** AVOC, Indonesië, Bengalen
# WP, DAB, FRI

Voet
1 voet = 1/12 roede = 0.314 m

Voogdij
Voogdij is een complex begrip dat inhoudelijk in de loop der eeuwen wezenlijke verschillen vertoont. Normaal gaat het om personen die niet handelsbekwaam worden geacht in juridische zin. Dat zijn primair minderjarige kinderen. Tot de Bataafse Republiek vallen daar ook vrouwen onder. In juridische zaken moeten zij zich laten begeleiden door een voogd. Normaliter is dat een mannelijk persoon van vaderlijke kant. Bijvoorbeeld de vader zelf of een broer van de vader.
** Hulder, MVB
# DVB

Voornamen:
Tot in de 19e eeuw is het geven van een voornaam vaak aan strikte regels van de traditie gebonden. Vaders, grootvaders en ooms moeten geëerd worden en hun voornamen moeten zo goed mogelijk meegegeven worden. Zo kan het gebeuren dat in een gezin twee of soms zelfs drie jongens de zelfde voornaam krijgen. Dat vinden we o.a. terug bij Hendrik Ipes Kranenburg (gb 1795) in Groningen. Twee van zijn zoons heten Hendrik. Alleen extra naamtoevoegingen kan ze nog van elkaar onderscheiden. Ook Dirck Cornelisz Cranenburch (gb 1555) en Dirck Cornelisz Cranenburch (gb 1573) zijn vrij zeker broers. Ze wonen in ieder geval op het zelfde adres in Warmond. Ter onderscheiding worden ze Oude en Jonge Dirck Cornelisz Cranenburch genoemd. Jongens- en meisjesnamen worden tot in de 17e eeuw niet strikt onderscheiden. Namen zoals bijvoorbeeld Jacob, Bouwe, Eltje, Cornelis, Auke, Anne en Johan worden gegeven zowel aan jongens als aan meisjes.
# HPP (sept 1998), DAB

Vorden:
** Kranenburg Vorden

Vortigern: (395*-455*)
** Pg Anglicana

Vrank~
() Vrank, Frank, etc

Frank Kerstantsz van Kranenburg* (1280*-1345*):
Geboren in Haagambacht*. Mogelijk een zoon van Kerstant van Kranenburg.
Woont in Eskamp (bij Eikenduinen; Haagambacht). Ghm Katharina NN.
** OV85/18

Vrancke Willemsz van Cranenburg* (1358*-1430*)
Woont 1380* in Zoetermeer. Mogelijk een zoon van Willem van Cranenburg (gb 1305) uit Eikenduinen.
** RZZ

Vranck Xzn van Cranenburch (1425*-1485*):
Woont in Leiden*. Ghm NN.
Udh: Claes Vranckenz van Cranenburch (gb 1460; Leiden).
=* Vranck Matheusz Cranenburgh (gb 1435; Lisse/Leiden)

Vranck Matheusz Cranenburgh (1435*-1495*):
Zoon van Matheus Claesz Cranenburgh en NN in Lisse.
Woont op de Vrancken Hofstede in Lisse.
Is leenman van Dever, vermeld 5.5.1456, 10.4.1470 en 6.2.1471.
In 1472* verhuist Vranck Matheusz mogelijk naar Warmond (Vrouwe Ven).
Het feit dat zoon Claes Vranckenz een Van Cranenburch is en ook de andere nazaten van hem zich (van) Cranenburgh~ noemen, impliceert dat Vranck deze naam zelf ook voert.
Alias: Vranck Matheusz van Cranenburch
Kinderen*: Claes Vranckenz van Cranenburch, Dirck Vranken, Willem Vrancken, Vranck Vranckenz, Katryn Vranckendr, Joerden Vrankenz, Metten Vrankenz, Pieter Vranckenz en Roelof Vranckenz Cranenburgh.
** Vrancken Hofstede te Lisse, Cranenburgh Alkemade, Cranenburgh Lisse, Huys Dever te Lisse, Lijtweg, OV72/230, GXW
# KHN, A447M, OVG 1974 (p 134), LRD, KBG

Vranck Vranckenz Cranenburgh' (1465*-1525*):
Vrij zeker een zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh te Lisse.
Woont in Leiden. ghm NN.
Vermeld in 1498 op de lijst VML wegens vermogensbelasting te Leiden.
Volgens deze lijst is Vranck koopman (coman) en woont hij op Rapenburg in de Vlietstraat.
Udh: Vranck Vranckenz, Filips Vrankenz, Willem Vrancken, Thijs Vranken en Dirk Vrankenz Cranenburgh (Jonge; gb 1508).
** Warmond
# VML

Vrank Dirksz Cranenburgh* (1510*-1565*):
Mogelijk een zoon van Dirck Vranken Cranenburgh in Warmond (Vrouwe Ven).
Woont kennelijk op de Vrouwe Ven te Warmond, waar hij bouwman is en land pacht van de Abdij van Rijnsburg.
In 1568 vermeld bron MBR dat de vrouw van Vrank Dirksz weduwe is en dat zij land pacht in Warmond van de Abdij van Rijnsburg.
Udh*: Cornelis Franken, Anthonis Frankensz en Adriaan Vrankenz Cranenburgh.
Mogelijk ook de Vranken Susters te Warmond.
# MBR

Vrank Anthonisz* Cranenburgh* (1563*-1623*):
Mogelijk een zoon van Anthonis Frankensz Cranenburgh (gb 1535) te Lisse.
Zoon*: Claas Vranken Cranenburgh (gb 1607).

 

Vrancken Hofstede te Lisse
Een hofstede met 2 hont land tzv de Lijtweg en tov Aggevoerdt in buurschap De Engel te Lisse. Dat is dus tussen de huidige Akervoorderlaan, de Achterweg (vroeger: Lijtweg) en de Heereweg bij De Engel, zoals is te zien op de kaart rechts. De Akervoorderlaan is daar abusievelijk Akkervoorderlaan genoemd. Deze laan begint aan de Heereweg. De Achterweg loopt door tot de Akervoorderlaan.

Vrancken Hofstede is bezit van het Huys te Dever in Lisse. De hofstede wordt 10.9.1444 door Matheus Claesz Cranenburgh 'na opdracht uit eigen' gekocht. Op 5.5.1456 gaat de hofstede over op zijn zoon Vranck Matheusz Cranenburgh. Diens zoon Dirck Vranken Cranenburgh is in 1510-1550 kastelein van Huys Dever te Lisse en pacht daar 33 morgen en 85 roeden land van leenheer Nicolaes van Mathenesse.

 

Wat met de hofstede is gebeurd, is vooralsnog niet bekend. Anno 2005 staat in genoemd gebied geen oude boerderij en zijn ook geen oude resten daarvan bekend. Wel staan er woningen en bedrijfspanden van latere tijden.
** Claas Willemsz van Cranenburg, Huys Dever te Lisse, Lijtweg
# OVG jun 1974, LRD, RPL, FRI

Vranken Susters Cranenburgh (1533*-1593*)
Vrij zeker dochters van Vrank Dirksz Cranenburgh te Warmond (Vrouwe Ven).
Vermeld in 1568 in bron MBR wegens pacht van land op de Vrouwe Ven (Warmond) en in Rijpwetering van de Abdij van Rijnmond.
# MBR

Vries Kranenburg (1891-1951*)
Mogelijk een zoon van Klaas Kranenburg (gb 1855) te Nieuwkoop.
Vries woon in Nieuwkoop, waar hij smid is.
** SLN
# GNS

Vriesekoop (ZH)
Dorp ten nw van Nieuwveen.

Vrouger
Contactblad van de Historische Vereniging Scharmer-Harkstede in Groningen.

Vrouwe
In het leenstelsel de titel van een vrouwelijke bezitter van een heerlijkheid.
Vrouwelijke equivalent van de titel Heer.
** Heer, Heerlijkheid

Vrouwe Ven Warmond
De Vrouwe-Vennepolder in Warmond heet van oorsprong Vrouwe Ven. Een ven is een stuk weiland. De Vrouwe Ven is 166 Ha groot en is tot in de 17e eeuw eigendom van de Vrouwen Abdij van Rijnsburg. Vandaar dus de naam. De polder is bedijkt met een kade. De Vrouw Venner Molen aan de Oude Ade dateert van de 17e eeuw en houdt het grondwater op het juiste peil. In de polder ligt het dorp Oud Ade. In 1731 staan er drie boerderijen. Anno 2004 is het uitgegroeid tot een klein dorp. Het overige deel van de polder is voornamelijk weiland met klein aantal boerderijen aan de Vaar- en Stingsloot.
Kerkelijk ressorteert het Vrouwe Ven onder de St Matthias Kerk te Warmond.

Bovenstaande kaart is uit de Atlas van Rijnland getekend door F.Balthasars in 1615.
De atlas bevindt zich in de collectie Atlasverzameling van het Hoogheemraadschap Rijnland.
** Alkemade, Zijplant

Vrijmetselarij:
De Vrijmetselarij ontstaat formeel op St Jansdag 24 juni 1717 met de oprichting in Londen van de eerste Grootloge. De voorgeschiedenis begint echter al in de Middeleeuwen uit de Britse Steenhouwers Gilde, de (stone) Masons. Vandaar de naam Freemaconry. James Anderson, een presbyteriaanse geestelijke, schrijft het boek 'Constitutuions' (1723), dat geldt als het wetboek van de Freemacons.

De Free Macons zijn geen Stone Macons. De Stone Macons Guild is alleen als voorbeeld genomen. Mogelijk heeft Rosslyn Chapel in Edinburgh hierbij een belangrijke rol gespeeld. Volgens deskundigen liggen de verre roots van de Free Maconery echter in het oude Egypte. Daar hebben architecten en steenhouwers een zeer belangrijke positie. Zij moeten immers de piramides en andere kunstwerken realiseren voor de farao's. Deze kunstwerken vormen namelijk volgens hun geloof een belangrijke brug voor hun overgang naar het Eeuwige Leven.

De Vrijmetselaars worden door velen gewantrouwd. Met name geeestelijken van het Vaticaan zien de Vrijmetselarij als satanswerk. Toch zijn vele grootheden van wereldformaat Vrijmetselaar geweest. Zoals Winston Chruchill, Franklin D. Roosevelt en George Washington. In Nederland is o.a. prins Alexander van Oranje Nassau in de 19e eeuw een prominent lid van de Loge.

De kritiek van tegenstanders van de Vrijmetselarij is nogal wrang. Het gaat bij de Free Macons immers juist om de zelfverbetering. Alle rites en sessies hebben tot doel te slijpen aan de ruwe kanten van de innerlijke diamant en zo te komen tot een beter mens. De Loges staan open voor alle gezindten. Over religie en politiek wordt echter niet gesproken. Uit respect voor elkaars opvattingen en om nodeloze tegenstellingen te vermijden. Voorwaarde tot toelating is alleen dat men gelooft in God, de Schepper en Grote Demiurg van het Universum. Tijdens een sessie vertelt een lid van de Loge over een bepaald thema. Daarna wisselen de leden onderling hun gedachten uit mbt het thema en de ideëen van de inleider. De geheimhouding in dezen is louter bedoeld om de privacy van de leden te beschermen.

De problemen van tegenstanders van de Vrijmetselarij hebben veelal te maken met de beweerde geheimzinnigheid van de Loges. Toch is de Vrijmetselarij vrij open in alle opzichten. En zeker niet meer gesloten dan het Vaticaan of andere belangrijke instituten, waar toch ook vele zaken achter gesloten deuren blijven. Bij de Vrijmetselarij zijn alleen de inwijdingsrites en de sessies geheim.
** Winkelhaak, Reindert Johannes Kranenburg (gb 1800 Sappemeer), Hendrik Klein Kranenburg (gb 1824 Groningen)
# WP, National Geographic TV 29.4.2007, DAB

VS
variante spelling

VSH:
Register verponding Scharmer en Harkstede 1721 en 1786
Dit document is opgemaakt in 2004* door Henk Nieborg, streekhistoricus te Scharmer. Als bron gebruikte hij het Oud Statenarchief ivn 2143, 2145 en 2146 in de Groninger Archieven. Hieronder volgt een excerpt van de belangrijke data tbv Kranenburgia met commentaar van KBG (@).

- Verponding is een soort grondbelasting.
- In 1721 is in Harkstede nog de invloed te merken van de Kerstvloed van 1717. @ Kennelijk in Scharmer niet (hoogveen! > Scharmer) of niet meer.
- 1 gras = 0.5 Ha.
Genoemde personen (p = paginanr van register):
- Roelf Jans Bakker // Harkstede 1721 - 9 gras van Eltjen Thies (p 466)
- Grietjen, wed Jan Reinders // Harkstede 1721 - 48 gras zelf (p 472)
- Lammert Jans tot Loppersum // Harkstede 1721 - 8 gras zelf (p 475)
- Egbart Lammers // Heidenschap 1721 - 15 gras van Gasthuis Peperstraten (p 488)
- Harke Jans [Kranenburg] // Scharmer 1721 - 5 akkers+0.5gras=20.5 gras van Pieter Luitjens erven (p 572)
- Jan Claessen // Scharmer 1721 - 5 akkers = 20 gras van Derk Luitjes wed (p 574)
- Wolter Jans // Scharmer 1786 - 1+2akkers=6gras van Rentm[eester] Tjaden (p 576)
- Hindrik Harkes wed. // Scharmer 1786?! - 9akker+1gras (p 583*)
- Harm Wolters // Scharmer 1786?! - 3.5 akkers (p 583*)
Conclusies auteur:
- Landbezit van adel neemt in de 18e eeuw af.
- Nieuwkomers uit de stad worden grootgrondbezitters: raadsheren, hoogleraars, bierbrouwers, advocaten.
- Provincie Groningen bezit in 1721 nog 566 gras land in eigendom, vooral in Scharmer. Daarna bezit in uitverkoop. In 1786 geen grondbezit meer in Scharmer.
- Circa 27.5% van de boerenplaatsen in Scharmer en Harkstede kleinschalig, dwz kleiner dan 10 gras.
- Boerenplaatsen van meer dan 100 gras komt in Harkstede en Scharmer komen nauwelijks voor.
- In Scharmer meeste boerenplaatsen gemiddeld groot: 10-30 gras.
- Bij bezit van minimaal 30 gras heeft eigenaar recht op lidmaatschap van Provinciale Staten van Groningen. Dwz: landdacomparant.
Landdagcomparanten 1721:
- Harkstede 11, Scharmer 7
- Jan Hindrix [Kranenburg] volmacht 1713, 1715, 1717, 1719 Harkstede
- Alle Jacobs volamcht 1721, 1723, 1725 Harkstede
- Beiden komen echter niet voor als eigenaar of gebruiker [in Harkstede]! @ Wonen ze elders? Hoe is deze constructie mogelijk?

VVB
Acte van scheiding en verdeling van de goederen van Jan Claesz Cranenburgh* en zijn vrouw Maritgen Cornelisdr dd 3.2.1604. De acte bevindt zich in het Gemeente Archief van Alkemade. De personen die in de acte worden genoemd wonen voornamelijk in de Vrouwe Ven en zijn nagenoeg allen verwant aan elkaar.

Van Kranenburgse kant zijn genoemd:
Gerrit Claesz (broer), Claas Claesz (broer), Cornelis Mathijsz, Aelbert Matheusz en een zoon van de reeds overleden zoon Jan Jansz.

Als kinderen van Jan en Maritgen zijn genoemd:
Jan Jansz (ovl), Jacob Jansz (22 jr), Adriaentgen Jansdr (20 jr), Maritgen Jansdr (18 jr), Cunera Jansdr (15 jr) en Willem Jansz (6 jr).

Gezien de leeftijden van de kinderen moet Jan Claesz circa 1550 geboren zijn. Zijn nalatenschap is omvangrijk. De bezittingen liggen voornamelijk in de Vrouwe Ven (Heerlijkheid Alkemade). De erfgenamen zijn voornamelijk de kinderen van Jan Claesz en Maritgen Cornelisdr.

De nalatenschap omvat:
• Land
1 kamp (3 morgen, twee honden), 1,5 morgen (gn Halve Biesamp), besloten polder (bij Avercamp) van 8 morgen + watermolen op Cruipsloot (tzv 's-Gravenwater, tnv Abdij van Leeuwenhorst), 1,5 morgen (gn Arencamp), kennipakker 77 roeden + 5 voeten in de Vrije Bouckhorst twv de Slickvaart, 1 kennipakker in de Vrije Bouckhorst, 11,5 hont vrij land twv de Slickvaart, kennipakker, perceel van 3 morgen genaamd de Groote Edden, 2 kennipakkers aan de Oude Sloot (westkant), 2 kennipakkers, 1 kennipakker op de Poel, 3 kennipwerven, 1,5 morgen land gn Moersbelletgen aan de Ade, 11 honden twv de Ade, 2 morgen bij Groote Edden, 17,5 hond land gn de Geesterwey op Zuideinde bij Zevenhuizen, 11 hond aan de Ade.
Totaal: 20,5 morgen, 43 hond, 8 kennipakkers en 3 kennipwerven.
• Overig
- de echtelijke woning + schuur en barge tov de Slikvaart en tnv Kerk van Warmond, inclusief inboedel, huisraad, koeien, linnen, tinnen, koperwerk, ijzer, bed, bulster + schouwschuit
De Slickvaart is een sloot tussen de polders Vrie Bouckhorst en Zevenhuizen. Het gebied tnv Vrie Bouckhorst hoort bij Warmond.
- huisje + schuur
- schuur + grond, erf en bomen van Gerrit Claesz in de Vrije Bouckhorst en twv de Slickvaart (aangkocht leen van jonkheer Andries van Bronckhorst)
- huis + erf (aangekocht leen)
- guldens: 50 + 200 + 100 + 250 + 150 + 100 + 100 + 50 + 50 = 1050
- als kind 24 jaar wordt of huwt te ontvangen: 2 koeien + 1 bed + bruiloftkleding
- 1 koe
** Xx Jansz Cranenburgh, Kennipakkers
# GA Alkemade

VWW
Van Willem van Cranenburg (gb 1305) tot Wijbrandus Kranenborg (gb 1668).

Ganzen komen relatief weinig voor in familiewapens. Kraanvogels des te meer. Waarom heeft Wijbrandus Kranenborg uit Wedde dan een vogel in zijn wapen, die meer weg heeft van een gans dan een kraanvogel, zoals de wapenbeschrijving noemt en zoals gezien de familienaam toch eerder te verwachten is? De overige wapenelementen (borg, helm, kroon, etc) zoals afgebeeld op zijn grafsteen in de NH Kerk van Wedde zijn nagenoeg nauwkeurig en herkenbaar uitgebeeld. Het lijkt daarom uitgesloten dat de maker van de grafsteen niet in staat was een duidelijk herkenbare kraanvogel te fabriceren. In vele andere wapens zijn de makers daarin wel geslaagd. Ergo: de vogel moet wel een gans uitbeelden. Maar waarom dan een gans? De gans is een symbool van Liefde, Vruchtbaarheid, Trouw en Waakzaamheid. Het kan zijn dat Wijbrandus of een Kranenburgse voorvader van hem de symbolische waarden van de gans hoog aanschreef.

Gezien de tijd en de religieuse achtergronden van Wijbrandus en zijn Kranenburgse voorvaders, is nog een andere optie denkbaar. Namelijk de gans als symbool van de Hussieten, volgelingen van de leer van Jan Hus (1370*-1415) en voorlopers van de Reformatie. Hus was een Tjechische professor in Praag en hus betekent gans in het Tjechisch. Het Hussisme is feitelijk in de 17e eeuw geen echte religieuse stroming meer. Verder is vooralsnog niet bekend of de Hussieten een gans als symbool voerden, zoals later de Lutheranen een zwaan. Het lijkt niet onmogelijk, temeer daar de Lutheranen de zwaan mogelijk hebben gekozen naar aanleiding van de laatste woorden van Jan Hus toen hij op 6 juli 1415 in Konstanz op de brandstapel ter dood werd gebracht: Jullie verbranden een gans, maar een zwaan zal wederkeren.

Het kan zijn dat een Kranenburgse voorvader van Wijbrandus een bewonderaar was van Jan Hus en dat daarom de gans als wapenelement is geïntroduceerd. De enige die hiervoor in aanmerking lijkt te komen is Claas Willemsz van Cranenburg (1360*-1445*), geboren op hofstede Cranenburg Eikenduinen. Deze Claas Willemsz heeft religieuse opvattingen die identiek zijn aan die van de Hussieten en meer in biezonder de radicale groep Calixtijnen onder hen. Deze Calixtijnen verwerpen veel traditionele zaken van de Roomse Kerk. O.a. de Sacramenten. En dat is juist wat Claas Willemsz ook doet en waarvoor hij in 1444 wordt berecht. Zijn rechter hand wordt afgehakt en hij moet Leiden verlaten op straffe van dood.

Er is echter nog een reden om Claas Willemsz als bedenker van de gans in het familiewapen van Wijbrandus te zien. De gans is namelijk, zoals hierboven beschreven, in de oudheid in Rome het symbool van Liefde, Vruchtbaarheid, Trouw en Waakzaamheid. Nu is Claas Willemsz mogelijk de auteur van het boek 'Der Minne Loep', waarin de verschillende graden van liefde worden beschreven. Het kunnen dus twee vliegen in een klap zijn: symbool van de liefde en symbool van de Hussieten. Twee zaken waarmee hij veel te maken heeft. Het is overigens in dezen zeer opmerkelijk dat de Cranenburgs~ van Beltrum (Gld) in de 16e en 17e eeuw kerken in het nabijgelegen Groenlo in de NH Calixtus Kerk. Dit kan betekenen dat de Calixtijnen daar volgelingen hadden. Het kan tevens betekenen dat de Cranenburgs~ in Beltrum nazaten zijn van Claas Willemsz van Cranenburg.

Van de borg in het wapen van Wijbrandus Kranenborg is reeds geschreven dat deze borg mogelijk hofstede Cranenburg te Eikenduinen voorstelt. Gezien de opmerkelijke exactheid waarmee de borg is uitgebeeld, is al eerder opgemerkt dat dit een aanwijzing is voor de autenticiteit van het wapen. Nu is Claas Willemsz zeer waarschijnlijk geboren op Cranenburg Eikenduinen en heeft hij daar zijn jeugd doorgebracht. Later moet hij daar nog vele malen zijn geweest, toen zijn oom Jan Engelbrechtsz van Cranenburg daar woonde. Claas Willemsz moet de hofstede of borg heel goed kennen. Hij kan dus de bedenker zijn van het wapen van Wijbrandus en als eerste opdracht hebben gegeven tot ontwerp en realisatie van het familiewapen. Van dit wapen is in ieder geval een zegelstempel geweest, dat in bezit was van Arius Kranenborgh (gb 1758). Zegelstempels zijn vaak erfstukken, zodat de zegelstempel van Arius heel oud kan zijn.

De vraag rijst waarom de borg is opgenomen in het wapen van Wijbrandus c.q. Claas Willemsz. Van Doopsgezinden is bekend dat ze het huis als symbool voeren, zoals bijvoorbeeld de Calvinisten een haan en de Lutheranen een zwaan. Het zou erop kunnen wijzen dat het huis ofwel de borg door Doopsgezinde Kranenburgs~ later is toegevoegd. Maar daarvoor is de borg te specifiek uitgebeeld en mogelijk een weergave van hofstede Cranenburg te Eikenduinen. De Doopsgezinde beweging ontstaat echter pas in 1535 met Menno Simonsz. Als het wapen van Wijbrandus inderdaad door Claas Willemsz is gecreëerd, dan moet dat ergens rond 1440 zijn gebeurd. Het is denkbaar dat het gedachtengoed van de Doopsgezinden reeds vóór Menno Simonsz bestaat en dat Claas Willemsz daar een aanhanger van is. Het huis is immers al een heel oud symbool voor o.a. lichaam, ziel en geest. Het kan echter ook zijn dat Claas Willemsz het huis of de borg als wapenelement heeft toegevoegd omdat 'hus' van Jan Hus in het Tjechisch weliswaar 'gans' betekent, maar in het Oud Nederlands 'huis' betekent. Door een gans en een huis in het wapen op te namen, laat Claas Willemsz geen twijfel meer bestaan over zijn religieuse opvattingen. Hij toont daarmee een overtuigd, zo niet fervent aanhanger te zijn van Jan Hus, de Tjechische filosoof en professor die als een belangrijk voorloper van de Reformatie geldt.

De vraag die nu rijst is waarom Claas Willemsz het wapen met de borg en gans creëert, terwijl het geslacht Van Cranenburg en vele hun Kranenburgse~ nazaten toch het wapen met de drie wassenaars van zilver op een zwart veld voeren. Dit wapen is een variant van het wapen dat Dirc II van Wassenaar (1240*-1300) introduceert: drie wassenaars van zilver op een rood veld. Het kan zijn dat de toenmalige Van Cranenburgs~ nog geen wapen voeren, hetgeen niet echt te verwachten is. Ieder belangrijk en zichzelf respecterend geslacht voert in die tijd een familiewapen. Het kan ook zijn dat Claas Willemsz het bestaande wapen van de Van Cranenburgs lelijk of niet passend vindt en een eigen ontwerp wil. Het kan ook zijn dat hij zijn eigenheid en onafhankelijkheid wil benadrukken middels een eigen ontwerp, die z'n eigen afkomst en overtuiging meer benadrukt. Het kan ook zijn dat de Van Cranenburgs oorspronkelijk een nog onbekend, ander wapen voeren en pas geruime tijd na het nieuwe wapen van Dirc II van Wassenaar en na het ontwerp van Claas Willemsz, besluiten een wapen te voeren dat hun Wassenaarse afkomst beter weergeeft. De nazaten van Claas Willemsz of een deel van hen kan dan om allerlei redenen vasthouden aan het ontwerp met de borg en de gans. Hetzij uit nostalgie, hetzij uit gemak, hetzij dat het wapen van Claas Willemsz hun eigen opvattingen goed weergeeft. Gezien de duidelijke keuze van Claas Willemsz en zijn nazaten voor de Reformatie c.q. het Protestantisme lijkt deze laatste optie zeer reëel.

Concluderend kan worden gesteld, dat het ernaar uitziet dat de Kranenburgs~ in Groningen en Beltrum tot de nazaten van Claas Willemsz van Cranenburg uit Eikenduinen gerekend moeten worden.
** Willem van Cranenburg, Claas Willemsz van Cranenburg, Jan Claes van Cranenburch, Wijbrandus Kranenborg, Beltrum, Groenlo, Hussieten, Calixtijnen, Gans, Groepsymbolen, Sacramentariërs, Van Cranenburch Warmond, FW Kranenborg Wedde
# WP, WMN, SZO, DAB

W::

Waddinxveen
** Cranenburch Gouda/Waddinxveen

Walich Egghebrechtsz van Cranenburg* (1360*-1420*)
Woont in Zoetermeer. In ieder geval wonen zijn kinderen aldaar.
** RZZ

Wallermeer Warmond
** Vennemeer Warmond

Walterus van Cranenborch (1600*-1660*):
Mogelijk een zoon van Wesseler Craneborch en Gertrudis NN te Roermond.
Woont in Leende (NB). Ghm Joanna NN.
Udh: Matthias (gd 7.4.1635 Heeze)
# RK dopen en huwelijken Leende 1607-1647, RK dopen Heeze

Wander Kleyn Kranenborg (1698-1758*):
Geboren in Zutphen. Aldaar gedoopt 21.8.1698.
Ghm Geertje Jansen Addink (Gerritjen Jansen van Addink).
Alias: Wander op de Kleyne Kranenborg (Kranenburg).
Udh: Jan (1724), Maria (1725), Hendrik Jan (1726), Garrit (1728), Maria (1731), Gerritjen (1734), Geertruid (1736) en Johanna (1737).
# DTB Zutphen, JNZ

Wapenringen
Wapenringen zijn ringen met een familiewapen erop en vaak ook de familienaam. Beide in positief. Dwz: niet in spiegelbeeld zoals bij zegelringen, maar normaal zichtbaar en leesbaar. Het zijn sierraden die steeds meer worden gedragen en daarmee de klassieke zegelringen vervangen. Afbeelding rechts is een voorbeeld voor een wapenring met een ovale steen. De steen is meestal gelaagd, waarbij de bovenste laag blauw is en de tweede laag zwart. Na het graferen verschijnt het wapen dan in zwart, met daaronder eventueel (naar wens) de familienaam (ook in zwart).
Alle nazaten in mannelijke lijn van het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck kunnen deze ring dragen en wel met de eigen versie van de familienaam. Bijvoorbeeld Cranenburgh, Van Kranenburg, Kranenborg, Kranenberg, etc.
** Zegelringen, Van Cranenburch Bleyswyck

 
Warffum
Gemeente in NW Groningen. Heeft in 1973 2305 inwoners. Omvat de kernen Warffum, Breede, Helpman, Oostervalge, Oudendijk en Westervalge en de eilanden Rottummeroog en Rottummerplaat. Attracties: Museum Het Hoogland, Vrouw Fransens Gasthuis (Groningse klederdrachten) en 't Venhoeske (oude arbeiderswoning). Museum Het Hoogland organiseert vele interessante exposites; o.a. schilderijen en historisch erfgoed.
Warffum is van oudsher een welvarende gemeente met vele mooie en grote boerderijen. Het heeft een goede verbinding met stad Groningen. In vroegere eeuwen waren dat een grindweg en een trekvaart.

In 1535 willen Wederdopers een aanval uitvoeren op Warffum. Het provinciebestuur in Groningen komt dat echter te weten en stuurt prompt een leger onder aanvoering van Karel van Gelder. De Wederdopers onder aanvoering van Jacob Kremer, doen een aanval, maar worden door de troepen van Karel van Gelder verslagen. De Wederdopers worden gevangen genomen en in Groningen ter dood veroordeeld. Jacob Kremer wordt in Warffum terechtgesteld, als afschrikking van regionale sympatisanten. In 1595 is het echter de priester Wibrandus Georgij die als eerste overgaat tot de Reformatie en de eerste Hervormde predikant wordt. Hij overlijdt in 1612. Zijn grafsteen ligt in de NH Kerk van Warffum.

De naam Wibrandus~ komt bij de Kranenburgs~ in Groningen na 1595 frekwent voor. Dit feit versterkt de veronderstelling dat de Kranenburgs~ in de provincie Groningen oorspronkelijk voornamelijk Doopsgezind zijn. (> Doopsgezinden).

In Warffum wonen anno 1964 20 personen met de naam Kranenborg. Teruggerekend met de normale demografische groeifactor 3 per eeuw, moet de eerste Kranenborg~ zich daar rond 1650 gevestigd hebben. Degene die daarvoor in aanmerking komt is Harcke Jansen Kranenburg*, die een zoon kan zijn van Jan Thijsz Kranenburg* uit Scharmer.
NB De Doopsgezinden van Warffum ressorteren onder de kring van het nabijgelegen Mensingeweer.
** DGF, Wederdopers, Mensingeweer, Doopsgezinden
# WP, AWA, FRI, DAB

Wanderina Maria van Cranenburgh (1848-1906):
Dochter van Johannes van Cranenburgh en Anthonia Johannes Beekes.
Geboren 6.1.1848 in Honselersdijk. Verpleegster.
Huwt 22.11.1899 in Rotterdam met Frans Schultz, weduwnaar van Maria Pieternella van der Weel, geboren 20.8.1834 in Rotterdam, zoon van Georg Frederik Schulz en Helena de Wever.
Wanderina vertrekt in 1905 als weduwe via Naaldwijk naar Utrecht en vandaar op 23.2.1906 naar Abcoude/Baambrugge. Zij overlijdt aldaar op 14.7.1906.
Udh: geen kinderen.
# VC300

Wapenvoering
Betreft het voeren van een familiewapen.
** Familiewapens

Warmoesier
MN: iemand die groenten teelt en verkoopt.

Warmond:
In Warmond wonen sinds de 15e eeuw vele Kranenburgs~. Anno 2005 telt het circa 5000 inwoners. Warmond omvat o.a. de Kager Plassen en een deel van de Vrouwe Ven, waar in de 15e-182 eeuw vele Kranenburgs~ wonen. Ze kerken in het dorp Warmond in NH Matthijskerk, die voor de Reformatie de St Matthiaskerk heet. Deze kerk is in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gebombardeerd. Alleen de toren bleef gespaard. De kerk is nadien niet herbouwd. Op de foto rechts zijn de restanten te zien.

Vanuit het dorp strekken een aantal dammen uit naar de Warmonder Leede. Elke dam herbergt van oorsprong een eigen ambacht. Zo is er de Scheepmakersdam en de Schippersdam. Daar wonen en werken in vorige eeuwen diverse scheepmakers en schippers. Aan de Scheepmakersdam staat anno 2005 een oude werkplaats van zo een scheepmaker. Rond 1842 stonden daar nog 2 scheepswerven volgens bron AWA.

- Kranologie
De vestiging van Cranenburchs~ in Warmond begint feitelijk met Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1355 Eikenduinen) in Zijplant. Later verhuist hij naar Lisse. Via Lisse komen nazaten van Claas Willemsz weer in Warmond. De genealogie van hen kent een nogal lastig onderdeel, doordat de naamgeving van enkele van deze Cranenburchs~ voor verwarring zorgt. Met name door het bestaan van Cranenburchs~ met dezelfde voornamen en levend in nagenoeg dezelfde tijd. I.c. Cornelis Dirck Vranken (Oude; gb 1508), Dirck Cornelisz (Oude; gb 1555), Dirk Vrankenz Cranenburgh (Jonge; gb 1508), etc. Na enige studie blijken de genlijnen er als volgt uit te zien:

¶1:
Vranck Matheusz Cranenburgh (gb 1435) Leiden-Lisse
Dirck Vranken Cranenburgh (gb 1470) Lisse-Warmond
Cornelis Dirck Vranken Cranenburgh, Oude (gb 1508) Warmond
Dirck Cornelisz, Oude (gb 1555) Warmond

¶2:
Vranck Matheusz Cranenburgh (gb 1435) Leiden-Lisse
Vranck Vranckenz Cranenburgh (gb 1465) Lisse-Leiden
Dirk Vrankenz Cranenburgh, Jonge (gb 1508) Leiden-Warmond
Cornelis Dircksz Cranenburgh, Jonge (gb 1538) Warmond
Dirck Cornelisz, Jonge (gb 1573) Warmond

** Zijplant, Vrouwe Ven, Cranenburgh Vrouwe Ven, Van Cranenburch Warmond
@ foto © TiedLight ®
# WP, DAB, FRI

Wassenaar * etymologie
Volgens bron NPN is de naam Wassenaar afgeleid van het Germaanse woord 'hwassa' (scherp) en 'hare' (zandige heuvelrug). Wassenaar betekent derhalve: bij de scherpe zandheuvel.
Volgens andere bronnen is Wassenaar echter afegeleid van een laag gelegen, drassig stuk grond (wase, waes) bij een beek in de duinen in het huidige Wassenaar. Op die locatie zou oorspronkelijk de woning staan van het geslacht Van Wassenaar. Mogelijk is de betekenis dus: hij die woont bij de waes. Maar dan moet de naam Wassenaar in feite zijn: Wasenaar. Met 1 s dus. Aangezien dat niet zo is, moet in de toenmalige regiotaal aldaar een 'waes' of 'wase' een 'wass(e)' zijn genoemd; met dubbel s dus. Dit sluit aan bij het Engelse 'wash' (Oud Engels: hwass), dat de zelfde betekenis heeft.
Opmerkelijk is in dit verband dat Halewijn I van Leiden o.a. Heer van Wassenhoven is, ofwel: de hoeve bij de wasse. Hij is mogelijk de oervader van het geslacht Van Wassenaar.
** Van Wassenaar, Wassenhove(n)
# NPN, WMN, WDA

Wassenaar * geslacht
** Van Wassenaar

Wassenaar * heraldiek
Een klimmende (wassende) maan. In de heraldiek een veel voorkomend symbool. In de Westerse heraldiek wordt de wassenaar normaliter van beneden naar boven openend uitgebeeld. Ofwel: liggend met de punten omhoog. O.a. bij het geslacht Van Wassenaar. Dat voert een wapen met drie wassenaars van zilver geplaatst 2-1 op een rood veld. Verwante geslachten voeren deze uitbeelding in diverse kleurcombinaties. Zo voert het geslacht Kranenburg dat voortkomt uit het geslacht Van Wassenaar het wapen: op zwart drie wassenaars van zilver 2-1 geplaatst.

Bron FEW (p 87) schrijft over wassenaar:

Hoewel het woord wassenaar alleen nog wordt gebezigd in de betekenis van 'wassende maan', betekent het etymologisch: 'iets dat wast, dat groeit', dus ook 'gewas'. Als stuk [element] in de wapens der eigenerfden zal het duiden op den akker. De symboliek is hier niet zoo fraai als met vele andere stukken het geval is, doch het feit dat de wassenaar mede behoort tot de attributen van de heilige maagd Maria zal van invloed zijn geweest op de keuze van dit embleem. Vooral omdat het in de middenfriesche wapens veelvuldig voorkomt, nl. in 14% dier wapens.
Wellicht ook heeft men -- zij het ten onrechte -- in het suffix 'aar' de betekenis willen zien van 'korenaar', waardoor het begrip 'wassenaar' nog beter aan de bedoeling beantwoordt. Er valt echter nauwelijks aan te twijfelen dat dit stuk in de Friesche wapens op het eigenerfdeschap duidt.

De wassenaar wordt normaliter gebruikt door de 2e zoon in een gezin en later door diens nazaten. Dat heeft te maken met de zgn cadency, die aangeeft welk symbool bij welke rangorde van de zoons hoort.
** Van Wassenaar, Kranenburg Wassenaar, York Insignia Ltd, Cranenburg, Cadency

Wassenaar * maanfase
Klimmende, wassende of rijzende maan. Ook: eerste kwartier. De fase van de maan tussen nieuwe of donkere maan naar volle maan.

Wassenaar * religie
In de Middeleeuwen wordt de wassende maan gezien als een symbool van de herrijzende Christus.

Wassenhove * Deerlijk
Heerlijkheid te Deerlijk in West-Vlaanderen. Deerlijk ligt vlak bij Kortrijk op de weg naar Gent. De toponiem Wassenhove is daar echter anno 2005 niet meer aanwezig.
De heerlijkheid Wassenhove bij Deerlijk wordt pas sinds het midden van de 18e eeuw vermeld. Karel de Flou heeft vele toponiemen in Vlaanderen onderzocht. Voor heel wat toponiemen gaat hij terug tot de 12e-13e eeuw. Voor Wassenhove bij Deerlijk heeft hij geen geen oudere vermelidngen genoemd en mogelijk dus ook niet gevonden.
Gezien het bovenvermelde lijkt het dat de Heerlijk Wassenhove bij Deerlijk een tijdelijke aangelegenheid was.
** Beveren-Leie
# RA Gent

Wassenhove * Grotenberge
Heerlijkheid te Grotenberge (gem Zottegem) in Oost-Vlaanderen.
Grotenberge ligt tussen Gent en Brussel. De toponiem Wassenhove bestaat hier anno 2005 nog steeds. Verder staat vast dat er een hofstede of kasteel Wassenhove heeft gestaan. Het gebied wordt nog vaak 'Hof te Wassenhove' genoemd.
Het archief van Zottegem omvat helaas alleen de periode 1605-1784. Een formele bevestiging dat Halewijn I van Leiden Heer van Wassenhove te Grotenberge is, zullen we dus hier vooralsnog niet kunnen vinden.
Aangezien Halewijn mogelijk een broer is van Diederik IV van Beveren, kan hij de leen van de heer van Sottegem hebben verkregen. Deze Diederik IV is namelijk gehuwd met de dochter van Wouter heer van Sottegem. Er is dus een relatie tussen de Van Beverens en de heer van Sottegem. Het lijkt derhalve zeer aannemelijk dat Halewijn in dat kader is beleend met Wassenhove te Groteberge.
** Halewijn I van Leiden, Diederik IV van Beveren
# RA Gent, GDM/p27-28

Wassenhove * Halewijn I van Leiden
Halewijn I van Leiden is volgens opgave o.a. Heer van Wassenhove. In Nederland is geen regio of oude heerlijkheid met die naam bekend. Bron AWA, een uiterst gedetailleerde en betrouwbare geografisch-historische encyclopedie, maakt geen melding van Wassenhove(n). We mogen derhalve aannemen dat er in Nederland geen regio of heerlijkheid heeft bestaan met die naam. Halewijn moet derhalve Heer zijn geweest van een Wassenhove in Vlaanderen. Wassenhove bij Deerlijk wordt pas medio 18e eeuw vermeld en heeft waarschijnlijk nooit eerder bestaan. Mogelijk dat Halewijn daarom Heer van Wassenhove bij Grotenberge is geweest. De leen kan hem zijn toegevallen via Wouter heer van Sottegem. Diens dochter is namelijk gehuwd met Diederik IV van Beveren, mogelijk een broer van Halewijn. Helaas dateren de beschikbare archivalia uit de periode 1605-1784, dus ver voordat Halewijn daar heer zou kunnen zijn geweest. Mogelijk dat in de toekomst ander historisch materiaal wordt gevonden, waaruit zal blijken wanneer Halewijn I van Leiden exact heer van Wassenhove is geweest.
** Halewijn I van Leiden, Wassenhove (Grotenberge)

Wassenhoven
Halewijn I (gb 1050), de eerste burggraaf van Leiden, is o.a Heer van Wassenhoven. Dit betekent dat er een ambacht of heerlijkheid met die naam moet hebben bestaan. In Nederland is de locatie niet te vinden. Ook bron AWA, een uiterst gedetaileerde historisch-geografische encyclopedie, noemt de naam niet. We mogen dus aannemen dat Wassenhoven geen regio of heerlijkheid in Nederland is geweest. Wel bestaan er twee heerlijkheden Wassenhove in Vlaanderen. Dit zou kunnen betekenen dat Halewijn I een leen had in Vlaanderen. Bron HVH (p 464-465) noemt in 1561:

Heer GALEM SEGERS, heer van WASSENHOVEN     VI d.
wegens erfhuur voor een pand aan het Voorhout in Den Haag
...
Myn heer VAN WASSENHOVEN     I d.
wegens erfhuur voor een slopghen aan het Voorhout in Den Haag.

Kennelijk is er dus inderdaad een heerlijkheid met de naam Wassenhoven. In dit geval woont de heer van deze heerlijkheid in 1561 aan het Voorhout in Den Haag.
** Wassenhove, Halewijn I van Leiden, HVH

Wassenhoven * Wassenaar
Mogelijk een hoeve of hofstede in Wassenaar, waar het oorspronkelijke geslacht Van Wassenaar woont. Volgens overlevering wonen de oorspronkelijke Van Wassenaars bij een drassig gebied, een zgn wasse in wat later Wassenaar heet. De naam Wassenaar betekent eigenlijk: hij die aan of bij de wasse woont. Naar analogie hiermee betekent Wassenhoven mogelijk: de hoeve bij de wasse. Dit Wassenhoven is waarschijnlijk de hoeve waar de oorspronkelijke Van Wassenaars wonen. Nazaten van Halewijn I, II en III noemen zich inderdaad ook Van Wassenaar. Het lijkt dus geen twijfel dat we met Wassenhoven te maken hebben met de oorspronkelijke woning van het geslacht Van Wassenaar. Mogelijk bestaat Wassenhoven al vóór Halewijn I en is het een hoeve opgetrokken uit hout. De kans is derhalve gering dat er nog resten van te vinden zijn. Wat er verder gebeurt met Wassenhoven is vooralsnog onbekend. Mogelijk is de hoeve in latere tijd afgebroken en herbouwd in steen. Dat is dan mogelijk in de 14e eeuw gebeurd, als in de Nederlanden op grote schaal wordt overgegaan op steenbouw. Mocht dit inderdaad ook zijn gebeurd met Wassenhoven, dan kan de hoeve nog heel lang hebben bestaan. Mogelijk zijn er dan toch nog resten te vinden, zo Wassenhoven ooit is afgebroken. Mogelijk is er ook e.e.a. vastgelegd over de hoeve. Het is in ieder geval de moeite waard om dit verder te onderzoeken. Wassenhoven is immers de oudst bekende woning van de Van Wassenaars c.q. de Kranenburgs~, die immers afstammen van Bartholomeus II van Wassenaar.
** Wassenaar (etymologie)

Watergeuzen
** Willem Maertensz van Cranenburch, BWG, Geuzen

Watier van Cranenburch (1267*-1327*):
Vrij zeker een zoon van Bartholomeus II van Wassenaar en Godilt van Bleiswijk.
Woont in Brugge en is vrij zeker de stichter van Huys Craenenburg aldaar. Ghm NN.
Aangezien Huys Craenenburg naar zeggen lange tijd in bezit is van het geslacht Van Cranenburch te Brugge, zal Watier zeker diverse mannnelijke nazaten hebben.
Bron patrom.fltr.ucl.ac.be/historique/index 13.10.2008 (Patronymica Romanica; Dictionaire historique de l'anthorponymie romane) noemt diverse historische personen en plaatsen in België, w.o.:

Watier de Cranenburch [corduwanier] ... a.1302 Verriest Otages Bruges ...

Volgens genoemde bron is Watier kennelijk een corduwanier, ofwel een cordewanier, Middelnederlands voor leerbewerker. Cordewaen = leer uit Corduba. (WMN) In de 15e eeuw is huis Craenenburg een gerenomeerde herberg. Aangezien huis Craenenburg vrij lang familiebezit is, kan een nazaat van Watier derhalve mogelijk aldaar in de 15e eeuw herbergier zijn.
** Cranenburg Brugge
# Bulletin de la Commision royale d'histoire (p 492; 1911; google 10.4.08)

Watse Hindrix Kranenburg* (1637*-1707*)
Mogelijk een zoon van Hindrick Theis Kranenburg en Greetien Titsincks.
Woont eerst in Scharmer en later in Harkstede.
Watse (Wette) is vermeld in 1670 op de lijst KHF van Scharmer.
Verder vermeld in 1702 op een lijst voor de aanslag op de 400e penning van inwoners van Harkstede. Hij is dus verhuisd.
# KHF, HS400

WBG
Het A-Kwartier, onze buurt. Een Groninger stadsdeel in vogelvlucht. (Groningen 1990)
Van boerenkluft tot stadskwartier. Duizend jaar rond de A. (Groningen 2000)
Beide boekjes zijn geschreven door Warmolt Brouwer, die zelf in het A-Kwartier woont. De boekjes zijn goed gedocumenteerd en bevatten zeer vele historische afbeeldingen, die een goed beeld geven hoe 't er vroeger was.

WBH
Waapen boeck van adelijke en aanzienelijke famielien in de 17 provintien van de Nederlanden. Alle uit de waapens en grafzarken en cachetten bij een versamelt en op het alphabet gesteld.
Reinier van Heemskerck, 1790*
Uit de titel is niet af te leiden of een geslacht dat in het wapenboek wordt vermeld zowel adelijk als aanzienlijk was, of dat het of adelijk of alleen aanzienlijk was. In ieder geval moet het gaan om een geslacht dat ten tijde van de Zeventien Provintien in het grondgebied ervan leefde en in brede kring bekend was.
De Zevetien Provincien is de naam voor de Nederlandse gewesten die in 1543 door Karel V verenigd worden. Ze omvatten de hertogdommen Brabant, Limburg, Luxemburg en Gelre; de graafschappen Artesië, Henegouwen, Vlaanderen, Holland, Namen en Zutphen; het markgraafschap Antwerpen; de heerlijkheden Mechelen, Friesland, Groningen, Overijssel en het bisdom Utrecht. In 1579 komt echter de Unie van Utrecht tot stand tussen de staten van Holland, Zeeland, de Ommelanden van Groningen en Utrecht, stadhouder en ridderschap van Zutphen en Gelre. Later sluiten ook andere gewesten zich aan bij de Unie.
E.e.a. betekent dat het wapenboek van Reinier van Heemskerck betrekking heeft op een vrij korte periode, namelijk van 1543 tot 1579. Een periode dus van slechts 36 jaar. Met de oprichting van de Unie van Utrecht komt er immers de facto een einde aan het bestaan van de Zeventien (verenigde) Nederlanden. De gewesten van de Unie van Utrecht noemen zich dan namelijk steeds nadrukkelijk de Verenigde Nederlanden, bestaande uit de zeven rebellerende gewesten. Het is echter de vraag of van Heemskerck die tijdgrenzen zo precies nam. Het is goed mogelijk dat hij de Vrede van Munster in 1648 als einddatum heeft gezien van de Zeventien Provintien. Immers, bij die vrede komt formeel de Republiek der Verenigde Nederlanden tot stand die internationaal erkend wordt.
Concluderend kan worden gesteld dat het wapenboek van Reinier van Heemskerck een collectie familiewapens bevat van geslachten die in de periode 1543-1648 in brede kring tot de toenmalig bekende families hoorden.
# WP, DAB

WDA
Webster's New World Dictionary of the American Language
World Publishing Compagny
Cleveland and New York, 1964

Weaga van Angeln (290*-350*)
Zoon van koning Weothulgeot van Angeln.
Koning van Angeln.
Zoon: Whitlaeg (gb 321).
** Angeln
# WKP 29.11.07 (ex Historia Britonum)

Wedde
Dorp in Oost-Groningen.
** Wijbrandus Kranenborg (gb 1668)

Wederdopers
Radicale groep binnen de Reformatie in de 16e eeuw. Ze verwerpen de kinderdoop en prediken daarentegen de volwassenendoop als bezegeling van belijdenis en toetreding tot een gemeente van wedergeborenen. De beweging ontstaat in 1525 in Zürich o.l.v. Konrad Grebel, Gelix Mantz en Jörg Blaurock. De beweging breidt zich snel uit naar andere delen van Zwitserland en naar Duitsland en Nederland. Hendrik Rol is een van de eerste Wederdopers in Nederland. Later volgen belangrijke figuren als Jan Volkertsz Trijpmaker in Amsterdam en Jan Matthijs (1485*-1534) in Haarlem. Hun gidsboek is 'Het Offer des Heren'.
Munster in Westfalen wordt in 1535 een jaar lang bezet door Wederdopers o.l.v. Jan Matthijs uit Haarlem. Na een lange belegering wordt de stad weer ingenomen. Alle overgebleven Wederdopers worden terechtgesteld. Vanaf dat moment worden de Wederdopers overal zwaar vervolgd. Uiteindelijk sluiten de meesten van hen zich aan bij de Bondgenoten, later Mennonieten of Doopsgezinden genaamd.
** Hussieten, Doopsgezinden, Warffum
# WP

Weerbaarheid
Diverse Kranenburgs~ komen in afgelopen eeuwen voor op Lijsten van Weerbare Mannen voor het vervullen van militaire taken. De leeftijd waarop een man kan worden opgeroepen varieert van 18 tot 60 jaar.
** Cleis Ariense Kranenburg (gb 1690), Gijsbert Ariensz Kranenburg (gb 1689).

Welgeborenen
Adellijke personen die vrijgesteld zijn van verschillende belastingen (zgn schotvrijheid) en die niet terecht hoeven te staan voor schout en schepenen. Wel zijn ze verplicht persoonlijk ter heervaart te verschijnen. De kosten hiervan worden vergoed door de landsheer.
De schotvrijheid geldt voor een lange periode. De schotvrijheid wordt echter op termijn in stappen afgebouwd. Eerst moet men nog 2/3 van de belastingen betalen en later 3/4. Uiteindelijk is er alleen nog vrijstelling van betaling van pacht of pondhoen, geheven in de schrikkeljaren.

Welgeborenen worden in hun tijd aangeduid met de titel Heer. In 1346 is men Welgeboren als men via de rechte zwaardzijde ofwel in mannelijke lijn minimaal voor 1/8 deel afstamt van een Welgeborene. D.w.z.: als vader, grootvader en overgrootvader Welgeboren zijn. Uit onderstaand citaat uit bron LWR blijkt dat er onderscheid wordt gemaakt tussen beëdigde en niet-beëdigde Welgeborenen. Beëdiging geschied kennelijk door een civiele rechtbank. Alleen beëdigde Welgeborenen zullen al hun rechten kunnen claimen, omdat zij zich als Welgeborene hebben laten registreren.

Volgens bron ZLB (p 25) vormen de riddermatige welgeborenen of welgeboren mannen de Ridderschap, personen die zowel feitelijk als juridisch zonder enig voorbehoud te kwalificeren zijn als edelen. Ze kenmerken zich door een riddermatige leefwijze naar de oude costumen en 'hantering' van Holland. Verder schrijft de bron:

De welgeboren man is een een persoon van adellijke afkomst, die riddermatig leeft. Hij heeft zitting in het blajuwshof. Hij trekt bij de heervaart met de baljuw op in volle wapenrusting. Hij geniet belastingvrijdom van schot en bede. Hij is gekwalificeerd tot de jacht. ...
1. hij woont op een riddermatig goed, aangeduid als begraven hofstad, burg, hof, huis, kasteel of slot, dat voorzien is van slotgracht, brug en poort.;
2. de begraven hofstad staat niet bij de huislieden in het dorp of in de stad;
3. er is grond en goed verbonden aan de begraven hofstad, 'holland';
4. de bewoner van de begraven hofstad bezit en berijdt een paard, bezit tot de jacht bekwame honden en een roofvogel;
5. de welgeboren man houdt zich bezig met een ambacht of handwerk; knechten bewerken het land.

Een begraven hofstad is in feite een riddermatige hofstad of dergelijk. (> Kastelen)

In de Franse Tijd ofwel de Bataafse Republiek (1796-1813) zijn alle adellijke rechten afgeschaft. Welgeborenen worden daardoor gelijkgesteld aan gewone burgers. In 1582 en in 1613 is in de Nederlanden echter al een begin gemaakt met de gelijkstelling. In bron LWR staat daarover de volgende tekst:

Van de be-eedigde Welgebooren Mannen, sedert dat deselve op een ordinaris ende seeker getal zijn gebracht, met dat deselve in den beginne niet anders als over civile saaken gevonnist en hebben, blijven de criminele saaken, als vanoudts, tot kennisse van de andere onbe-eedigde Welgebooren Mannen, hetwelk eerst in den Jaare 1582 is verandert, ende in den Jaare 1613 volkomentlijck in 't gebruyk gebragt is, als hierboven, bij de bescheyden daarvan zijnde, is aangewesen, ende is geen volkomen aanteyckening gehouden. Soo dat naar gedaan ondersoek daarvan niet verder of anders heeft kunnen naargevorst worden als volgt: ...

M.a.w.: Sinds 1582 is het aantal Welgeborenen op een vast aantal gebracht en blijven ze als vanouds in civiele zaken onderworpen aan de normale, burgerlijke rechtsinstanties. Vanaf 1582 worden ze echter ook in criminele zaken gevonnisd door de normale, burgerlijke rechtsinstanties. Vóór 1582 gebeurt dat kennelijk door de adellijke rechtscolleges. In geloofszaken komt daar vóór de onafhankelijkheid van de Nederlanden in 1648 nog de Inquisitie als instantie tussen. Sinds 1184 is de Inquisitie belast met de opsporing en het verhoor van afvalligen en moeten de wereldlijke rechtbanken vonnissen. In de praktijk is het vonnis echter al door de Inquisitie uitgesproken en dienen de wereldlijke rechtbanken alleen nog om het vonnis te executeren.
** Zwaardzijde, Jonkheer, Jonkvrouw, LWR, Inquisitie, Eigenerfden, Yeomen, ZLB, Riddermatig
# ZLB, ZHT (p 49), LWR, DAB

Wemelijna Anna Kranenborg (1785-1840)
Dochter van Nanno Wybrandus Kranenborg en Teelke Pieters de Jonge. Geboren Oude Pekela 29.5.1785. Belijdenis Oude Pekela 22.5.1806 (doorgehaald). Huwt 9.1.1811 te Oude Pekela met Willem Kiers Kiers, geboren Oude Pekela 10.6.1781, koopman in Nieuwe Pekela. Willem was eerder gehuwd met Johanna Geerts Starke te Oude Pekela op 18.7.1805. Hij overlijdt te Oude Pekela op 15.4.1816. Wemelijna overlijdt Oude Pekela 16.8.1840.
Udh: Teelke Willems Kiers (1811-1833) en Anania Kiers (1813-1866).

Wemelina Anna Kranenburg (1824-1884*)
Zuster van Teunsijna Johanna Albertina Kranenburg (gb 1827).

Wendel op Kranenborg (1640*-1700*):
Vrij zeker een zoon van Henderick op de Cranenborch en NN in Kranenburg/Vorden.
Woont in Vorden. Ghm NN.
Udh: Hendrick (gb 1672).
# NDG Doopboek Vorden, DTB Zutphen, JNZ, KBG

Weothulgeot van Angeln (260*-320*)
Koning van Angeln. Ghm NN.
Zoons: Weaga (gb 290) en Frithogar (gb 299).
** Angeln
# WKP 29.11.07 (ex Historia Britonum), KBG

Werf:
EWB: mnl: waerf, werf, worf: erf, verhoogde grond langs water; ofries: warf = hoeve, opgehoogde grond voor hoeve; oeng: hwearf = oever, dam.
OCD: wharf = wooden or stone platform beside which ship may be moored for loading or (un)loading; v.t. Moor (ship) at, store (goods) on; OE: hwearf, c.f. Du. & G werf.
WMN: 1. erf, tuin, onbebouwde ruimte rond een woning, bedrijf 2. kade, dam, dijk, oever 3. ding- of gerechtplaats 4. terp, plateau. Ook: waerf, warf, weref(t).
WP: Werf: West Nederland: grasland of voormalig grasland dat wat hoger ligt dan omringend land (hooiland, boerenerven); in Midden en Oost Nederland en aangrenzend Duitsland brink genaamd.
** Aeglesthrep, OV78/194, Cranenburg Eikenduinen (Plateau)

Wermund van Angeln (356*-416*)
Zoon van koning Whitlaeg van Angeln.
Koning van Angeln.
Zoon: Offa (gb 380).
** Angeln
# WKP, DAB

Wessel~

Wessel Kranenberg (1507*-1567*)
Zoon van Xx Kranenberg (gb 1472) en NN te HerneSodingen*.
Wessel is boer op Haus Kranenberg gelegen op de Giesenberg in Herne Sodingen bij Bochum, nabij Essen in Duitsland. Hij bezit 10 morgen land.
Vermeld in 1542 ivm belastingaanslag in Herne.
Zoon*: Xx Cranenberch (gb 1547; Herne Sodingen).
Nazaten*: Wesseler Craneborch (gb 1568; Roermond), Otto Cranenberch (gb 1585; Hamburg) en Johan Cranenburgh (gb 1620; Welheim).
** Kranenberg Herne Sodingen
++ Kranenberg Herne Sodingen
# KHS, KBG

Wessel Jansz* van Cranenburch* (1528*-1588*)
Mogelijk een zoon van Jan van Cranenburg en Elisabeth Gerritsdr te Maasland.
Woont in Rijnsburg*. Ghm NN.
Zoon: Engel Wesselsz van Cranenburch*.
** Rijck Hesselz van Cranenburch

Wessel Xzn van Cranenburch (1535*-1595*)H
** Rijck Hesselsz van Cranenburch (testament)

Wesseler Craneborch (1568*-1628*)
Mogelijk een kleinzoon van Wessel Kranenberg in Herne Sodingen (Dtl).
Woont in Roermond. Ghm Gertrudis NN.
Udh: Roloff Craneborch (gb 1603).
Mogelijk ook Henricus Cranebergs (gb 1605) en Walterus van Cranenborch (gb 1600).
# KBS, KBG

Wessel Jans Cranenborg (1728-1788*)
Zoon van Jan Harmens Cranenborg en Geertruida Wessels Scholtens.
Gedoopt NH november 1728 te Noordbroek.
# PKG

Wessex:
Volgens de Anglo-Saxon Chronicle is Wessex gesticht door Cerdic en Cynric, hoofdmannen van een clan met de naam Gewisse. Volgens overlevering zijn ze in Southampton Water geland vanuit NW Duitsland en Denemarken. Archeologische vondsten suggereren echter een herkomst uit de regio Upper Thames (o.a. Oxfordshire) en de Cotswolds. (> Gewisse)
In 552 verslaat Cynric van Wessex de Britten bij Salisbury (Wiltshire, Engeland).
Met zijn zoon Ceawlin boekt hij in 556 een andere overwinning bij Barbury Hill in Wiltshire.
In 560 wordt Ceawlin koning van de Gewisse. Hij verenigt de Gewisse (Angel-Saxen) met de Britten en sticht het koninkrijk Wessex.
In 568 verslaan Ceawlin en zijn broer Cutha koning Aethelberth van Kent bij Wibbadun.
In 577 verslaat Ceawlin de Britten bij Dyrham en verovert Gloucester, Cirencester en Bath.
Met al deze overwinningen groeit Wessex uit tot het belangrijkste koninkrijk in Engeland.
** Gewisse, Salisbury, Old Sarum, Alfred de Grote van Wessex, ASC, UTR
# RGT, WMN, DAB

Wette
** Watse

Weulen Kranenbarg~
Deze naam komt veel voor in de Achterhoek. Met name in en rond Ruurlo. Toetst men de naam Weulen in op Google dan krijgt men een waslijst van nagenoeg uitsluitend de naam Weulen Kranenbarg. Soms Weulen Kranenburg (o.a. in Vorden) Een enkele hit betreft de naam Weulen Kremer. Het geslacht Weulen Kranenbarg~ lijkt derhalve vrij zeker af te stammen van Herman op Woellen Cranenborch (gb 1630) in de buurtschap Mossel te Kranenburg bij Vorden. Dit wordt bevestigd door de volgende tekst. Trouwboek Almen schrijft 25.10.1691:

Jan Hermans, soon van Hermen op Weulen Cranenborgh onder Vorden, en Bartha Hendrick, n.d. van Hendrick Ounck in Almen.

De eerste die we tegenkomen met deze familienaam is Jan Weulen Kranenburg (gb 1706) in Vorden. Hij is vrij zeker een zoon van genoemde Jan Hermans op Weulen Cranenborch.
** Woellen Cranenborch Vorden, Achterhoek
# Trouwboek Almen (GRA 5.1.09), KBG

Weyntje~

Weyntje Kranenburg (1682-1742*):
Dochter van Cornelis Teunisz Kranenburg en Marritje Stoffels van Wieringen.
Gedoopt op 18.10.1682 te Nieuwkoop.
# DAK, SRM

Weyntje Xdr Cranenburg (1685*-1745):
Dochter van Xx Cranenburg (gb 1650) en NN te Nieuwkoop*.
Begraven 11.11.1745 in Nieuwkoop op kosten van de Remonstrante Armen.
# GHA 29.1.09

Weyntje Xdr Kranenburgh (1706*-1766):
Dochter van Xx Kranenburgh (gb 1671) en NN te Nieuwkoop.
Overleden 6.10.1766 en NH begraven 10.10.1766 te Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09

Weyntje Xdr Kranenburgh (1706*-1766):
Dochter van Xx Kranenburgh (gb 1671) en NN te Nieuwkoop.
Begraven 7.10.1766 in Nieuwkoop.
# GHA 29.1.09

WFW
www.wazamar.org/familiewapens

WGO
De wapenboeken der Gelders-Overijsselse Studentenverenigingen
Mr O. Schutte
Gelderse Historische Reeks
De Walburg Pers, Arnhem 1975

WHH
Willem Hop te Hulshorst (gem Nunspeet)

WHI
Lijst van weerbare mannen tussen de 16 en 60 jaar in Hendrik-Ido-Ambacht in 1747. Bij elk persoon is aangegeven: v=vermogend of o=onvermogend. Verder wordt vermeld of ze zelf een wapen bezitten.
# ARA Staen van Holland (tg 3.01.05 ivn 3882)

Whitlaeg van Angeln (320*-380*)
Zoon van koning Weaga van Angeln.
Koning van Angeln.
Zoon: Wermund (gb 356).
** Angeln
# WKP 29.11.07 (ex Historia Britonum)

Wibrandus~
** Wijbrandus~

Wietske Kranenburg (1899-1959*)
Geboren op 19.11.1899 te Groningen. Dochter van Hendrik Kranenburg en Trientje van Kalsbeek.
Huwt 12.10.1918 te Noorddijk (Gro) met Hendrik Nip, geboren 19.2.1896 te Groningen, zoon van Reinder Nip en Aaltje Perdon. Hendrik is electro-technicus.
# GKH

Wig (345*-405*):
Zoon van Freawin, onderkoning van Sleswig.
Dood samen met zijn broer Cedd in een gevecht Eadsgil, de agressieve koning van de Myrgings in Holstein. De Myrgings zijn erg boos en bedreigen continu het leven van de twee broers. Wig besluit daarom rond 370 naar Engeland te migreren en daar een rustiger bestaan op te bouwen. Hij vestigt zich daar in de Cotswolds (regio Uper Thames), samen met een grote groep Angelen.
Zoon: Gewis (gb 380).
** Sleswig, Gewisse, Cotswolds, UTR/UK, Wychwood, Hwicce
# AHM, HNF, DAB

Wigger Harmansz van Cranenburch* (1536*-1596*):
Mogelijk een zoon van Harman Engebrechtsz van Cranenburch in Katwijk/Rijnsburg.
Is borduurwerker te Leiden.
Vermeld 1561 ivm Tiende Penning Leiden, wonend in de Breestraat aldaar.
# Tiende Penning Leiden 1561, KBG

Wiglaf (780*-840*):
Zoon van Conwulf van Mercia en Aelfthryth.
Koning van Mercia 827-840.
Gehuwd met Cynethryth.
Gestorven in Engeland.
Zoon: Burwulf van Mercia.

Wilde Kranenbarg:
Naar zeggen een erf (hoeve) in de Achterhoek, aangegeven op oude, circa 17e eeuwse kaarten. Vooralsnog zijn er niet meer feiten over bekend. Een verwarring met hoeve Woellen Cranenborch is denkbaar, doch niet bewezen. (> Woellen Cranenborch) Ook is denkbaar een hoeve Wilde Kranenbarg bij kasteel Wildenborch in Vorden, waar Derk Kranenborg (gb 1704) woont. Ook dat is echter nog niet bewezen. Vooralsnog moeten we daarom uitgaan van een mogelijk bestaan van een erf Wilde Kranenbarg. Dat zo zijnde, is het nuttig om alvast enige afgeleide feiten of veronderstellingen te formuleren. Op grond daarvan kan dan verder doelgericht onderzoek worden gedaan.

- voorlopige conclusies
A. Het feit dat de Wilde Kranenbarg voorkomt op diverse historische kaarten betekent dat de hoeve een landmark was en dus enige allure moet hebben.
B. De voorvoeging 'Wilde' betekent mogelijk dat Kranenbarg in een wild moerasgebied lag. (> Wildenborch). Dat kan dan zijn in het grote moerasgebied tussen Vorden, Ruurlo en Lichtevoorde. Of in het Veenmoer ten zuiden van Lichtenvoorde. (> Achterhoek/Moeraskaart)
C. Aangezien de hoeve op historische kaarten voorkomt, moet de Wilde Kranenbarg toch zeker een enigermate aanzienlijke status hebben. Anders zou de hoeve toch niet een opvallende landmark zijn.
D. De reeds bekende hoeven Cranenborch in Beltrum, Gulen Kranenborch in Ruurlo en Cranenborch in Vorden staan of stonden na zorgvuldig onderzoek vrij zeker niet in een moerasgebied. Deze hoeven kunnen dus niet worden bedoeld met de Wilde Kranenbarg.
E. Gezien de naam Kranenbarg lijkt het goed mogelijk dat de hoeve heeft gelegen in het moerasgebied Ruurlo-Vorden-Lichtenvoorde, i.c de Ruurlose Broek. Daar immers komt de naamvorm Kranenbarg het meest voor. Voor deze veronderstelling pleit ook het feit dat de voorvoeging 'Wilde' mede is bedoeld ter onderscheiding van reeds bestaande hoeven met de naam Kranenbarg~. I.c. hoeve Cranenborch in Beltrum (Ao 1470) en hoeve Gulen Kranenborch in Ruurlo (Ao 1500). (> Achterhoek/Moeraskaart)
F. In het genoemde gebied Ruurlo-Vorden-Lichtenvoorde ligt in het verelden inderdaad een groot moerasgebied met de naam de Ruurlose Broek. In dat gebied liggen ook de 2 locaties met de Kranenbargsweide en 1 met de naam Kranenbargsgrond. Gezien de spelling met een tussenliggende s moeten die weiden en grond horen bij iets of iemand met de naam Kranenbarg. Gezien de ligging in een groot moerasgebied, zou dat wel de Wilde Kranenbarg kunnen zijn.
G. Bij oude, historische kaarten wordt in dit bestek gedacht aan kaarten uit de 16e-18e eeuw. De Wilde Kranenbarg zal dus halverwege die periode reeds kunnen bestaan. Dus ergens rond 1600. Gezien de veronderstelling in punt D en de regio/tijd optiek zal de hoeve mogelijk na hoeve Cranenborch in Beltrum kunnen zijn gebouwd. Dus bijvoorbeeld rond 1550. De hoeve heeft dan ruim de tijd om in 1600 te zijn uitgegroeid tot een landmark, geschikt als orientatiepunt op historische kaarten. (> Achterhoek/Moeraskaart)
H. Hoeve de Wilde Kranenbarg lag zoals gezegd vrij zeker in de Ruurlose Broek en wel halverwege de weg tussen Ruurlo en Zieuwent (richting Lichtenvoorde). Daar waar anno 2007 het gehucht Ruurlosebroek ligt. Daar liggen nog de Kranenbargsweiden en de Kranenbargsgrond. (> TDR) Naastgelegen gronden zijn Wissinksweide, Koopmansweide, Polsweide, Aevers Reintsweide, Obelinksweide en Hillebrandsweide. Deze veldnamen zijn dus alle gekoppeld aan een eigennaam c.q. persoonsnaam. E.e.a. betekent dat de Kranenbargsweiden en Kranenbargsgrond bezit zijn van iemand met de naam Kranenbarg en die vrij zeker nabij deze gronden woont.
I. Het is niet aannemelijk dat er in de Ruurlose Broek een locatie was met de naam Wilde Kranenbarg voordat de hoeven Cranenborch~ in Beltrum en in Ruurlo waren gebouwd. Het is immers nogal zot om een reeds bestaande Kranenberg~ in de Ruurlose Broek ineens de Wilde Kranenbarg te gaan noemen, simpelweg nadat er twee hoeven in de regio zijn gebouwd met de namen Cranenborch en Gulen Kranenborch. Omgekeerd hebben deze hoeven hun naam niet te danken aan een reeds bestaande kranenberg, zoals in punt C is gesteld en bij die items in Lexicon ook breedvoerig is aangetoond.
J. Dat de Wilde Kranenbarg van oorsprong een hoeve moet zijn en niet een kranenberg, blijkt in feite al uit de naam zelf. Immers, een kranenberg is een zandrug in een moeras waar kraanvogels plegen te bivakkeren. (> Kranenberg) De toevoeging Wilde is dus totaal overbodig. De term Wilde is namelijk een referentie naar een moeras, zoals in punt A is gesteld. De Wilde Kranenbarg als van oorsprong een kranenberg in het moerasgebied de Ruurlose Broek is in dit bestek net zo een onzinnige benaming als een locatienaam de Droge Woestijn in een woestijn. Hoeve de Wilde Kranenbarg zal daarom haar naam zeker ontlenen aan de naam van haar stichter en niet aan haar oorspronkelijke locatienaam, als die er al was.
K. Als de Wilde Kranenbarg inderdaad in de Ruurlose Broek ligt en de toevoeging 'Wilde' heeft ter onderscheiding van de hoeven Cranenborch in Beltrum en Gulen Kranenborch in Ruurlo, dan is de kans reëel dat de hoeve is genoemd naar iemand met de naam Kranenbarg~ en vrij zeker afkomstig is van een van deze hoeven. De Wilde Kranenbarg is derhalve van later datum dan de twee andere hoeven. De Wilde Kranenbarg is dan duidelijk een hoeve, die moet zijn gesticht door iemand die er zijn naam Kranenbarg~ aan heeft gegeven.
L. Bron TDR noemt enige veldnamen met Kranenbarg erin, gelegen in het gebied tussen Zieuwent en Ruurlo. I.c. Kranenbargsweide (2x) en Kranenbargsgrond (1x). Opmerkelijk is dat er geen veld wordt genoemd met alleen de naam Kranenbarg. Kennelijk bestaat dat veld niet. Een reden temeer dus om te veronderstellen dat de genoemde velden hun naam danken aan hun eigenaar met de naam Kranenbarg. Temeer ook daar de naasliggende velden eveneens zijn genoemd naar hun eigenaar. (> punt G.)
M. Hoeve de Wilde Kranenbarg is zoals gezegd waarschijnlijk gesticht rond 1550 en wel door iemand met de naam Kranenbarg~. Op grond van het genealogisch schema bij item Achterhoek (Lexicon) kan dat zijn door een zoon van Willem Gielisz te Cranenborch of van diens broer Gulen Gielisz, stichter van hoeve Gulen Kranenborch (alias Kranenbarg) aan de Kranenbargsteeg in Ruurlo. Gezien de naam 'Kranenbarg' lijkt de optie Gulen Gielisz het meest waarschijnlijk. Die naamvorm is immers vrij specifiek voor Ruurlo en Vorden. Maar hoeve Cranenborch in Vorden wordt daar pas gesticht rond 1600. Vandaaruit kan de stichter van de Wilde Kranenbarg dus niet zijn gekomen. Blijft dus over dat de stichter van de Wilde Kranenbarg afkomstig is van hoeve Gulen Kranenborch (alias Kranenbarg) in Ruurlo, circa 5 Km ten noorden van de Wilde Kranenbarg.

Vooralsnog is verder helaas niets formeel bekend over hoeve de Wilde Kranenbarg. Sumiere inspectie in en rond het gehucht Ruurlosebroek heeft ook nog niets opgeleverd. Verder onderzoek is daarom zeker nodig.
** Kranenbarg, Kranenbarg Ruurlo, Achterhoek, TDR
# kleinkranenburg.nl 27.9.07, TDR, FRI, KBG

Wildenborch
Kasteel in Lochem aan de Wildenborchseweg. In 1372 genoemd als bezit van roofridder Sweder Rodebaert van Wisch. De naam Wildenborch betekent: de borg in het wilde moerasgebied. De borg zelf ligt op een groot en hoog zandgebied. Anno 2007 is het een bejaardencentrum op een klein grondgebied.
Volgens DTB Lochem woont in 1762 Derk Kranenborg (gb 1704) met zijn gezin in den Wildenborg, nu onder Vorden. Voordien ressorteert de Wildenborch mogelijk onder Lochem. Letterlijk betekent in den Wildenborch dat Derk met zijn gezin in kasteel Wildenborch woont. Het kan echter ook zijn dat hij in de hoeve naast het kasteel woont en fungeert als opzichter van het landgoed.
# wildenborch.nl 1.10.07, DTB Lochem 19.9.1762, FRI

Wildernisse
Bron WMN: 1. wildernis, woest gebied; 2. jachtgebied, domein; 3. eenzame, onbewoonde streek.
Bron RKR (p 38) schrijft dat broekland in de Middeleeuwen wildernis wordt genoemd. Broekland is laagveengebied.
** Hoeve

Wildernisse Scheveningen e.o.
's Graven Wildernisse: duinlandschap tussen Scheveningen en Wassenaar.
** Leengoed Wassenaar, Den Haag

Wilhelmina~
** Willemina~

Wilhelmus~
** Willem~

Willaem~
** Willem~

Willem~
() Willem, Wilhelm, Willaem, William, Wilhelmus, Guillaume, etc

Willem de Veroveraar: (1028-1087)
** PgBrit

Willem van Beveren (1050*-1110*)
Zoon van Diederik III van Beveren en Elisabeth NN.
Geboren in Diksmuide (Vld).
** Van Beveren
# GDM/p28, DAB

William van Malmesbury (1095*-1143)
Zoon van een Noorman en een Engelse moeder. Opgevoed in Malmesbury, Wiltshire UK. Daar wordt hij monnik bij de Benedictijnen aan de Abdij van Malmesbury. Was al vroeg erg geïnteresseerd in Geschiedenis. In 1125 heeft hij zijn twee standaardwerken af: 'Gesta Regum Anglorum' (Deeds of the Kings of England; 449-1127) en 'Gesta Pontificum Anglorum' (Deeds of the English Bishops). Daarna verzamelt hij historisch en juridisch materiaal en schrijft een boek over Glastonbury, waar hij bibliothecaris is van de Abdij. In 1140 herschrijft hij 'Gesta Regum' en 'Gesta Pontificum Anglorum'. Daarna schrijft hij het boek 'Historia Novella' (New History), dat handelt over het tijdperk 1125-42.

William is zeer bevriend met Earl Robert van Gloucester en bisschop Roger van Salisbury, die een kasteel bezit in Malmesbury. In 1127 draagt William een revisie van 'Gesta Regum Anglorum' op aan Robert van Gloucester.

Williams historische werken zijn van grote waarde. Hij is een conciencieus historicus. Hij baseert zich daarbij op oude bronnen van o.a. Bede (Anglo-Saxon Chronicle) en gaat daar heel kritisch mee om. Hij aarzelt echter niet ook gebruik te maken van hearsay, ofwel van horen zeggen. Daarnaast gebruikt William ook topografie en architectuur als bewijs. Hij is verder erg geïnteresseerd in het karakter van mensen en hun motivatie. Zo schrijft hij o.a. dat het Hof van Mercia plannen koestert om de jonge Athelstan in Winchester blind te maken. Bron ASN schrijft:

... William of Malmesbury is full of details: he notes that Æthelstan was raised at the Mercian court, and that there was a plot to blind him at Winchester.

Mogelijk is het de bedoeling om Athelstan ongeschikt te maken voor koning. De plot mislukt echter en Athelstan wordt in 924 koning van Engeland (Mercia en Wessex). William is echter de enige bron die dit meldt. Het is dus de vraag of dit verhaal niet berust op hearsay, ofwel gossip. Hij schrijft bovendien over iets dat ruim 200 jaar daarvóór moet zijn gebeurd. Per saldo kan het waarheidsgehalte van dit verhaal derhalve erg laag zijn, zo niet pure verzinsel.
** Athelstan van Wessex
# WKP, ASN, DAB

Willem van Cranendonck (1254*-1314*)
Heer van Maarheeze (NB). Vermeld in 1289.
** Cranendonck

Willem van Leyden (1259*-1319*)
Burggraaf van Leiden. Zoon van burggraaf Hendrik van Leyden. Ghm Badeloge van Doirtoge, dochter van ridder Floris van Brederode en NN Hugosdr van Naaldwijk.
Udh: Mouwerijn Willemsz van Leyden.
** Claas Willemsz van Cranenburg, Van Leyden
# GVB, HNM

Willem van Wassenaar (1275*-1355*)
Bron KOH noemt Willem van Wassenaar als stichter van hofstede Cranenburg te Eikenduinen. KOH geeft verder geen uitleg voor de afwijkende naam. Bron HRAC noemt echter Willem van Cranenburg als de stichter. Bron HRAC (1555) staat dichter bij de historische werkelijkheid en moet mede gezien de opstellers in dit verband als meer betrouwbaar worden beschouwd. We moeten dus Willem van Cranenburg als de ware naam van de stichter zien. Temeer omdat ook andere betrouwbare bronnen dat doen. Bron AWA (1841) noemt eveneens Willem van Cranenburg de stichter van hofstede Cranenburg te Eikenduinen. En nog vele andere bronnen doen dat. O.a. Gem.Archief Den Haag bij de Kranenburgweg aldaar.

Elders wordt als stichter van hofstede Cranenburg te Eikenduinen genoemd: Willem, heer van Cranenburg. Ook in andere bronnen wordt de stichter zo genoemd. Mogelijk is daarom de wereklijke naam van de stichter: Willem van Wassenaar, heer van Cranenburg. Uiteindelijk is Willem van Cranenburg in mannelijk lijn een afstammeling van Bartholomeus II van Wassenaar en kan hij derhalve een Van Wassenaar worden genoemd. Desondanks kan Willem van Wassenaar niet dezelfde zijn als Willem van Cranenburg (gb 1305) uit Bleiswijk. De leenoverdrachten van hofstede Cranenburg te Eikenduinen vinden namelijk tot 1499 allemaal plaats binnen de kring van het geslacht Van Cranenburg uit Bleiswijk en Eikenduinen. In het leenstelsel is dat gebruikelijk. De eigen familie heeft normaliter voorrang boven derden.

Bron HVW (p 37) noemt Willem van Wassenaar een bastaardbroer van Filips III van Wassenaar (gb 1270). Deze Filips schenkt in zijn testament uit 1343 aan Willem een rente van 5 pond Hollands in leen uit de tiende van Tedingerbroek. HVW citeert Obreen (HAT 7394/I,f.22): Willem die bastaert van Wassenaer die in 1354 van de graaf vergiffenis krijgt voor 30 goede oude schilden.

Als Willen van Wassenaar inderdaad een bastaardbroer is van Filips III van Wassenaar, dan is hun beider vader ridder Dirk II van Wassenaar (1258-1297). Bron JVW (p 268) laat echter zien hoe moeilijk alle Filipsen en Dirken van Wassenaar van elkaar te onderscheiden zijn. Voorzichtigheid is dus geboden.

Bron DFW (p 35 ev) vermoedt dat Willem van Waasenaar een zoon heeft die Claes den bastaerd heet. Deze Claes heeft een zoon die Willem Claes den bastaerd heet. Claes (1310*-1385*) en Willem Claes (1345*-1415*) den bastaerd zijn beiden schout van Rijnsburg eind 14e en begin 15e eeuw. Zij zegelen met het Wassenaar wapen met de drie wassenaars (2-1), gebroken met een dunne rechter schuinbalk. In het archief van de Abdij van Rijnsburg kommen talrijke zegels van hen voor. De kleuren van het wapen zijn vooralsnog onbekend.

Bron DFW (p 35 ev) noemt Willem gewoon een broer van Filips III van Wassenaar. Evenals Arent van Damme, die door bron HVW ook een bastaardbroer van Filips III wordt genoemd. Ook Arent voert een Wassenaar wapen met wassenaars (2-1) en een dunne rechter schuinbalk. Het oudst bekende wapen van de oorspronkelijke Van Cranenburchs uit Bleiswijk en Eikenduinen is een Wassenaar wapen met drie zilveren wassenaars op een zwart veld. Ook latere Cranenburgs~ voeren dit wapen. Op dit wapen is geen bastaardbalkje te zien, hetgeen bij bastaardij wel gebruikelijk is.

Gezien de jaartallen in dit bestek kunnen we de leefperiode van Willem van Wassenaar taxeren op nagenoeg identiek als zijn broer Filips III van Wassenaar. Dus ergens in 1275-1355. Willem van Cranenburgs leefperiode is getaxeerd op 1305-1362. Er is dus een zekere overlap (57%), maar niet voldoende om gelijkheid te mogen veronderstellen. De ongelijkheidsmarge van 43% is er te groot voor. Mogelijk is er dus sprake van verwarring en kunnen we derhalve vooralsnog bron HRAC vertrouwen, die duidelijk Willem van Cranenburg de stichter van hofstede Cranenburg te Eikenduinen noemt. Bron HRAC noemt overigens Willem van Cranenburg een zoon van Engelbert I van Cranenburg en een neef van de heer van Wassenaar, die hem in 13.. beleend met de tienden op Scheveningen en Sleebosch en het recht om twee zwanen te houden op het Wijndaeler Meer. De heer van Wassenaar in kwestie moet dus Filips III van Wassenaar zijn. Gezien de Genealogie Cranenburg in bron HRAC en de genealogie Van Wassenaar in bron HVW zijn Willem van Cranenburg en Filips III van Wassenaar achterneven en absoluut geen broers.

Bron DHG (p 322) noemt ene Willem bastaard van Wassenaer die Rederijker is en in Leiden woont. De bron schrijft:

Tot de oprichters [in 1494 van de Sint Laurys Rederijkers in Den Haag] behoorde Floris Florisz. Oem van Wijngaarden, griffier van het Hof [van Holland], een verwant van de Leidse rederijker Willem bastaard van Wassenaer, van wie de vroegste Hollandse rederijkerstekst is overgeleverd.

De tekst is nogal verwarrend. Onze Willem (I) van Wassenaar leeft namelijk in 1275-1355. De citaat suggereert een Willem (II) die tijdgenoot is van Floris Oem, die kennelijk eind 15e eeuw leeft. Die Willem (II) leeft dus ergens in 1460-1520. De Rederijkers ontstaan begin 15e eeuw, als Willem (I) van Wassenaar (gb 1275) al zeker vijftig jaar dood is. Mogelijk bedoelt de citaat dus een latere Willem (II) van Wassenaar, die kennelijk ook bastaard is. Of bedoelt de citaat dat Floris Oem verwant is aan de reeds gestorven Willem (I) van Wassenaar? Zo ja, dan is de informatie nutteloos. Tenzij de citaat wil aangeven dat Floris Oem verwant is aan een Rederijker van het eerste uur [ic Willem (I) van Wassenaar] en derhalve al enigermate thuis hoort bij de Rederijkers. 'Got wot' zeiden onze verre voorouders.

Willem is verder beleend met de korentienden van Tedingerbroek.
** Willem van Cranenburg (gb 1305), Kranenburg Wassenaar, Tedingerbroek, Leiden (grafsteen bastaard Van Wassenaar)
# AWA, KOH, HVW, DFW, DHG

Willem van Duivenvoorde (1290*-1353)
Bastaardzoon van Filips van Duvenvoorde, zoon van Jan van Duvenvoorde, de stamvader van het geslacht Polanen. Geboren in de omgeving van Haarlem.
1308 zijn vader Filips sterft. Willem erft niets, omdat hij een bastaard is.
1311 hofknaap van graaf Willem III van Holland.
1317 kamerling en zegelbewaarder van Willem III.
1324 schatbewaarder van Willem III.
1325 benoemd tot kamerling en zegelbewaarder voor het leven.
1328 in Brussel tot ridder geslagen door hertog Jan III van Brabant.
1329 erkend als wettige zoon door keizer Lodwijk IV van Duitsland. Daardoor is hij officieel geen bastaard meer.
1330* baanderheer van Jan III van Brabant.
1351 huwt met Heylwich van Vianen. Udh geen kinderen.

Willem heeft zijn residentie in Huize Ten Strijen in Oosterhuis.
Hij leent veel geld aan Europese vorsten. O.a. aan Edward III van Engeland. De rente-opbrengsten belegt hij in grond. Zo verwerft hij uitgestrekte domeinen in Holland en Brabant. Deze domeinen verbetert hij door ontginning en bedijking.
Willem is raadsman van Willem III van Holland en Jan III van Brabant, die hij tot samenwerking brengt. Zo verwerft hij grote invloed.
In de Hoekse en Kabeljauwse Twisten worden Willem en zijn Hoekse vrienden uit de Hollandse regering gezet. De Kabeljauwen hebben genoeg van zijn machtspositie en zijn gewerk achter de schermen.
Willem overlijdt 12.8.1353 in zijn kasteel Boutershem, nabij Mechelen. Hij is begraven in het klooster Rijke Clarissen te Brussel.
In 1404 erft het Huis Nassau al zijn bezittingen, dankzij het huwelijk van Johanna van Polanen in 1403 met graaf Engelbrecht van Nassau.
Alias: Willem Snickeriem (= roeispaan).
Wapen: op goud drie wassenaars in zwart, 2-1 geplaatst.
** Hoekse en Kabeljauwse Twisten
# WS's Nederlandse Marine, Wassenaer, Oosterhout 7.2.2007, RIH

Willem Heynrixz van Kranenburg* (1300*-1360*)
Mogelijk een zoon van Hein van Kranenburg en NN te Eikenduinen/Brakel.
Vermeld in 1334 als borg van Vriese van Coudenhove ivm de leen van een smaltiende te Maasland.
Vermeld in 1351 ivm een eigendomsbewijs van 0.5 morgen land te 's-Gravenzande.
Vermeld op 5.3.1351. Hij vermaakt dan aan de Heilge Geest te 's-Gravenzande 0.5 morgen land in het Nyeweland, na zijn dood te aanvaarden.
Alias: Willaem Heynrix soon
# OVG 1986 (p 697), AKD (p 333 en 345)

Willem van Leyden (1301*-1361*)
Vermeld 8.12.1336 in een charter in kerspel Zeist als Heer Willem van Leyden ivm een vierschaar over pachtzaken van de schout aldaar.
Bron RKR (p 67) schrijft dat vele deelnemers van de vierschaar landheren zijn die van elders komen. Zij worden in de charter als laatsten vermeld. Zo o.a. Willem van Leyden. Waar hij woont in die tijd is niet vermeld.
# RKR (p 66-67)

Willem van Cranenburg (1305*-1362*):
Ridder. Zoon van Engelbert I van Cranenburg (gb 1255), Heer van Cranenburg Bleiswijk. Willem is een broer van Dirck van Cranenburg. Mogelijk is Willem gehuwd met NN van Egmond, een dochter van Jan I van Egmond (heer van Zegwaard/Zoetermeer) en Genephe van Rodenburg.
In 1330 sticht Willem een huis en hofstad in Eikenduinen (Haagambacht) en noemt het Cranenburg. Willem wordt daar in 1330 beleend door zijn neef Filips IV van Wassenaar met de tiende op Scheveningen en Sleebosch en het recht om twee zwanen te houden op het Wijndaeler Meer. Bron HRAC schrijft:

Hij sticht Huis en Hofstad Eykenduynen in Haagambacht, en noemt het ook Cranenburg. En wordt daar mede naast de Tiende op Scheveningen en Sleebosch en het Recht om Twee zwanen in het Wyndaler Meer te houden, beleend door de Heer van Wassenaer 13...

Bron DH68 (p 118) meldt hierover in een tekst over Scheveningen en Eikenduinen:

In het beging van de 14e eeuw stichtte een zekere Willem, Heer van Cranenburg - hij woonde in Bleiswijk, ten noorden van Rotterdam - een hofstede Cranenburg, welke hij van de Wassenaers in leen ontving. In een leebrief lezen we o.a. dat hij de tienden van Scheveningen mocht heffen en dat hij een paar zwanen in het Wijndaeler Meer mocht houden.

Bron HRAC noemt het stichtingsjaar 13.., terwijl bron AWA specifiek 1330 noemt. Opmerkelijk is dat de leen niet is vermeld in bron OV78/194. Die bron begint bij Jan (Engelbrechtsz) van Cranenburg, een broer van Willem. Overigens zonder vermelding van de datum van de leen. In een andere bron wordt weliswaar 1324 genoemd, maar de waarde en betekenis van die notitie is onduidelijk. In de tekst van bron HRAC staat dat Willem de hofstede Cranenburg in Eikenduinen sticht. Er staat niet dat hij daarmee wordt beleend. Cranenburg Eikenduinen mag derhalve beschouwd worden als oorspronkelijk priveebezit van Willem, dat later door een heer van Wassenaar is ingelijfd en als leen teruggegeven. Zulks is in het leenstelsel heel gebruikelijk, meestal onder dwang. Zo is het o.a. ook vergaan in Haagambacht met het priveebezit van Kerstant van Kranenburg, een oom van Willem.
Als Willem overlijdt in 1362* gaat de leen van hofstede Cranenburg te Eikenduinen over naar Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300), een broer van Willem. Zijn eigen zoons hebben kennelijk geen belangstelling voor de leen of zijn nog te jong om de leen te kunnen krijgen. E.e.a. kan echter ook te maken met de belangrijkste regel bij leenoverdracht: altijd naar de oudste van de oudste tak en man voor vrouw. (> Leenoverdracht)
De huidige Kranenburgweg in Den Haag is genoemd naar Willem van Cranenburg. Deze weg loopt van de 2e Binnenhaven vanuit Scheveningen langs het Afvoerkanaal naar de Houtrust Brug.
Alias: Willem van Cranenburch, Willem van Wassenaar, Willem uten Broeke (> Uten Broeke).
Wapen*: op zwart drie wassenaars in zilver 2-1 geplaatst. (> Cranenburg, FW Cranenburch Adelaar).
Zoons*: Willem Willemsz, Kerstant Willemsz, Vrancke Willemsz, Matthijs Willemsz, Claas Willemsz, Bertelmees Willemsz en Enghebrecht Willemsz van Cranenburg/ch.
Mogelijk ook Berwout Willemsz.
De namen van deze zoons zijn zogezegd typisch voor de Van Cranenburgs. De vader van Willem heet Engelbert (Enghebrecht). Diens vader heet Bartholomeus. Een oom van Willem heet Kerstant, terwijl de namen Vranck, Matthijs en Claas veel voorkomen bij de nazaten van Claas Willemsz.
** HRAC, OV78/194, Leenbrief, Sleebosch, Cranenburg Egmond, Cranenburg Eikenduinen, Cranenburggoed Eikenduinen, Zwanendrift, Kranenburgweg Den Haag, RZZ, VWW, Willem van Wassenaar, Leenoverdracht, Uten Broeke
# HRAC, AWA, KOH, KJS, DH68, BBL (p 221)

Willem Cranenborch (1318*-1378*):
Zoon van Xx Cranenborch (gb 1283) en NN.
Woont in Oostenwolde (thans Oosterwolde) bij Elburg, Noord Veluwe. Ghm NN.
Genoemd:
- 1378: in Acte van Verpanding door Johan Stevensz c.u. (cum uxoris = en echtgenote) aan de erven Willem van de halve maat (weide) van 12 ossen (morgen; =10.8Ha) gras (grasland) te Oostenwolde (Oosterwolde) buiten de zomerdijk (ZuiderZee), met aanworp en 21/2 ossen (=9.5Ha) gras (grasland) in de kamp.
- Wilhelmi(us) Cranenborch in proefschrift "Rechtshistorisch onderzoek naar de ontwikkeling van de gebruiks- en eigendomsrechten op de grond" (o.a. te Elburg) van Mr Dr G. Westerink.

Willem van Egmond (1340*-1424*)
Zoon van Jan I van Egmond en Jutta (Guyote) van IJsselstein van Amstel.
Geboren rond 1340 in Egmond-Binnen. Ghm Machteld van Hermert.
Ridder. Ambachtsheer van Zegwaard 1370-1423.
Bouwt in 1380 kasteel Het Huys te Palenstein in de doprstraat van Zoetermeer. Het kasteel is meer een woontoren en is gebouwd op honderden palen. Deze palen zijn in de 1980s teruggevonden tijdens opgravingen. Ook zijn opgegraven vele gebruiksvoorwerpen uit de 14e-18e eeuw. Het kasteel is in 1791 afgebroken. In de 20e eeuw verrijst daar Brinkers Margarine Fabrieken.
Udh: Jan van Egmond.
Mogelijk ook Aernt van Egmond (gb 1385).
** Van Egmond, Claas Willemsz van Cranenburg
# HV Zoetermeer

Willem Gherijtsz van Kranenburg' (1345*-1405*):
Vrij zeker een zoon van Gherijt Heinricsz van Kranenburg en NN in Haagambacht.
Vermeld 2.2.1373 wonend op Huys Craenenburch in Den Haag in acte ivm schuldzaak. Zijn voogd is Adriaen Jacobsz.
** Cranenburch Den Haag
# Regest St Nicolaas Gasthuis Den Haag (ivn 94)

Willem Jansz van Kranenburg* (1353*-1413*)
Mogelijk een zoon van Jan Heynricsz van Kranenburg.
Vermeld in 1412 in bron PKR als kerkmeester van de St Pieters Kerk te Leiden.
# PKR (1412)

Willem Willemsz van Cranenburg (1355*-1450*):
Zoon van Willem van Cranenburg en Xx van Egmond* te Eikenduinen.
Ghm Kathrijn van Beveren. Woont in Eikenduinen. Hij bezit 34 morgen land in Eikenduinen bezuiden de Wildernisse. Dit bezit ligt geheel in het Cranenburggoed te Eikenduinen, waar hofstede Cranenburg is gelegen. Deze hofstede is gesticht in 1330 door Willem van Cranenburg uit Bleiswijk.
Vermeld 16.6.1434 (AKD p 235). Willem Willemsz erkent een schuld aan Claes Ysacsz van 40 schellingen Hollands, gaande uit zijn woning te Heckenduyne (Eikenduinen).
Vermeld 13.6.1440 (AKD p 406). Willem Willemsz erkent een renteschuld aan Dirc Oedziersz van 6 pond Hollands per jaar, gaande uit zijn woning in Westambacht (Haagambacht; w.o. Eikenduinen), groot 34 morgen bezuiden de Wildernisse (tussen Wassenaar en Den Haag).
Vermeld 1.3.1443 (AKD p 240). Willem Willemsz verkoopt aan de Regulieren van Bethaniën te s-Gravenzande 4,5 hont land, gelegen in ambacht Monster in Loserdijc bij de Wendingssloot.
Willem's vrouw Kathrijn wordt vermeld als weduwe 9.12.1469 (AKD p 419). Zij erkent een renteschuld aan Pieter Aerntsz van 3 pond Hollands per jaar, gaande uit haar woning, groot 34 morgen in Westambacht van der Hage bezuiden de Wildernisse, benevens uit de helft van 16 hont land in Hartscamp met voorbehoud van het recht hieruit turf te blijven steken.
Udh*: o.a. Zegher Willemsz, Willem Willemsz, Jan Willemsz, Ysbrand Willemsz, Dirc Willemsz van Cranenburg en Heyndrick van Cranenburch (gb 1393; Leiden).
** Cranenburg Eikenduinen, Cranenburggoed Eikenduinen, Alijt van Cranenburg (gb 1430)
# AKD, DAB, KBG

Willem Claesz van Cranenburg* (1380*-1440*)
Mogelijk een zoon van Claas Willemsz van Cranenburg.
Woont 1380* in Zoetermeer. Mogelijk verhuisd naar Leiden.
** RZZ

Willem Willemsz van Cranenburg' (1395*-1475*):
Mogelijk een zoon van Willem Willemsz van Cranenburg en Kathrijn van Beveren te Eikenduinen. Gehuwd met Aechte NN.
Vermeld 2.1.1469 als Wilhelmus Wilhelmusz samen met andere zgn memoriepriesters ivm een memorie over een conflict binnen de Jacobus Kerk te Haga (Den Haag) over de verplichtingen van memoriepriesters en de kapelaan.
Zoons*: Huge Willemsz en Jan Willemsz van Cranenburg*.
=* Willem van Cranenburch (gb 1400; Den Haag)
# AKD (p 419)

Willem van Cranenburch (1400*-1475*):
Vrij zeker een zoon van Willem Willemsz van Cranenburg (gb 1355) en Kathryn van Beveren te Eikenduinen. Woont in Den Haag.
Vermeld in het testament van landsvrouwe Jacoba van Beyeren als Joncheer Willem van Cranenburch.

REKENING DER TESTAMENTOREN VAN WYLEN DER EDELRE VORSTINNEN VROUWE JACOBS VAN BEYEREN VAN HOLLANT, GRAVYNNE VAN OISTREVANT zaliger gedencknisse
Baillié à court par Gerart Potter et ou nom desdiz testamentoirs, le vj jour de Novembre miiicxliiij [1444]
...
Welk testament van hair gemaeckt ende geordineert wort, wel bedocht ende voirsienlick wetende ende gebruyckende haire synnen, den viij dach in Octobri anno xxxvj [1436] ende sij wort officiuich des anderen dages dair na, den ix. dach van den maent ende int jair voirnoemt. Ende want myn vrouwe Margariete, hoir moeder voirs., ...

Hierna wordt een zeer groot aantal personen en instanties genoemd, die een erfenis ontvangen van Jacoba van Beyeren. O.a. de Kerk van Hage (Den haag). Daarna:

Ende joncheer Willem van Cranenburch gegeven in testament, een maerze [weiland, grasland, veengebied] te copen, iiij scilden, ende na noch jj schilt.
...
Joncheer Willem, ij½ scilt, te hulp een tabbert [lang overkleed] mede te copen.
...

De genoemde datum viij in Octobri anno xxxvj) is 8 october 1436, daags voor de sterfdag van Jacoba van Beyeren. De titel geeft duidelijk aan dat het gaat om Jacoba van Beyeren, gravin van Holland, etc. Zij is geboren 16.7.1401 in Le Quesnoy en overlijdt 9.10.1436 op Slot Teylingen. Bovendien vertelt de tekst dat haar moeder Margariete heet. Dat is dan Margaretha van Bourgondië, de moeder van Jacoba. De auteur van de Rekening is Gerrit Potter van der Loo (1395-1454). Hij is in dienst van het Hollandse Gravenhuis. Daarnaast is hij prozaschrijver.

Gezien de context woont Willem kennelijk in of nabij Den Haag, waar in zijn tijd meer Cranenburchs~ wonen, afkomstig uit Bleiswijk en Eikenduinen. Gezien de maerze die hij ontvangt, is het zeer waarschijnlijk dat hij in Eikenduinen woont. Mogelijk derhalve op kasteel Cranenburg aldaar. (> Cranenburg Eikenduinen), dat inderdaad deels in en aan een veengebied staat. Hij kan derhalve heel goed de kleinzoon zijn van Willem van Cranenburg (gb 1305), de stichter van kasteel Cranenburg te Eikenduinen. In dat geval is hij dezelfde als Willem Willemsz van Cranenburg (gb circa 1395). Diens vader Willem Willemsz (gb 1355) bezit in 1390 34 morgen in het Cranenburggoed.
Zoon*: Huge Willemsz van Cranenburch (gb 1430).
** Cranenburg Eikenduinen, Willem Willemsz van Cranenburg (gb 1395), Cranenburggoed, Jacoba van Beieren (gb 1401)
# Codex diplomaticus Neerlandicus 1852 (p 166-167, 212), WP, MMN

Willem Jansz van Cranenburg (1407*-1477*)
Zoon van Jan van Cranenburg en Elisabeth Gerritsdr.
Vermeld 1431 ivm een ruil van twee percelen land met Jan Filipsz (AKD p 178).
Vermeld 1431 ivm koop van een rentebrief, groot 16 pond Hollands, uit een woning te Monster (AKD p 180).
Vermeld 10.4.1431 ivm ruil van aandelen in land die hij bezit samen met Jan Filipsz aan weerszijden van de Hoelre Watering ten noorden van de Gantel in Wateringen (AKD p 188). Met zegel van zijn vader Jan van Kranenburch.
Vermeld 8.6.1431 ivm een rentekwestie. Met zegel van zijn vader Jan van Kranenburch (AKD p 189).
Vermeld 10.9.1432 samen met zijn broer Ghijsbrecht Jansz ivm aankoop van 8 hont en 10 gaarden land in Watheringe (AKD p 189, 180).
Vermeld in 1437 ivm eigendomsbewijs van drie percelen land (AKD p 178).
Vermeld 18.7.1437 bij de aankoop van 3 percelen land in Monster (AKD p 190).
# AKD

Willem Engebrechtsz van Cranenburg* (1410*-1470*):
Mogelijk een zoon van Engelbert III van Cranenburg en NN.
Woont in Den Haag. Ghm NN Vos, dochter van Jan Vos, schout van Den Haag.
In 1439-69 schout van Den Haag, als opvolger van zijn schoonvader. Bemiddelt als zodanig in dat jaar in een conflict tussen Den Haag en de kerkmeesters van Scheveningen.
Volgens een oorkonde van 24 april 1435 (AKD p 403) bezit Willem een huis aan Nyewestraat (thans Nieuwstraat) in het Hofkwartier. Hij verhuurt het huis aan Aelbrecht Heynricxz in erfhuur voor 45 schellingen Hollands per jaar.
Zoons*: Willem Willemsz (gb 1450) en Symon Willemsz (gb 1454) van Cranenburg.
# OKS, AKD, DHG (p 137)

Willem Jansz Cranendonck (1426*-1486*)
Dijkgraaf van de polder Dirk Smeetsland onder IJsselmonde.
Van hem bestaat een zegel uit 1459 met een wapen waarop twee hoorns zijn afgebeeld en twee haringen in de broek.
** Cranendonck

William Cranby (1434*-1494*):
Nazaat van Hugh Craan (gb 1330) en Joan Xx uit Winchester.
Mogelijk geboren op Cranbury Manor in Otterbourne, Hampshire.
Genoemd in bron SMW in 1462-etc ivm huur en bezit van een woning in Winchester.
** SMW, Cranbury House Otterbourne

Willem Willemsz van Cranenburg* (1450*-1530*)
Mogelijk een zoon van Willem Engebrechtsz van Cranenburg en NN. Ghm NN.
Vermeld in 1497 ivm eigendom van 8 hont land in Eskamp (AKD p 153; charter).
Vermeld op 19.2.1497 ivm verkoop van 16 hont land in Aetscamp (Westambacht) aan de kerk van Eykenduynen.
Vermeld in 1500 als Welgeborene en als schout van Sassenheim (LWR).
Vermeld in 1524 als Welgeborene (LWR).
Vermeld in 1525 als Welgeborene en als schout van Sassenheim (LWR).
Zoons*: Jan Willemsz en Boudewijn Willemsz van Cranenburg.
# AKD, LWR

Willem Pietersz van Cranenburg' (1460*-1520*):
Mogelijk een zoon van Pieter Gielisz van Cranenburg te Maasland*.
Woont in Schipluiden*. Ghm NN.
Udh*: Hillegont Willemsdr (gb 1486).
# KAB, KBG

Willem Vranckenz Cranenburgh* (1469*-1529*):
Mogelijk een zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh.
Vermeld in 1498 op de lijst VML wegens vermogensbelasting te Leiden. Hij woont dan in Marendorp (Rijnzijde).
# VML

Willem Gielisz te Cranenborch (1470*-1530*):
Mogelijk een zoon van Gielis Jansz van Cranenburch (gb 1440) in Beltrum.
Vermeld 30.10.1504 ivm een erfenis en verkoop van visrechten op de Lek tussen Lexmond en Bolnes bij Rotterdam. Willem heeft een deel van die rechten geërft van Meester Pieter Keyser Govaertsz. In de tekst wordt ook een Jacob Gielisz genoemd. Dit kan een broer van Willem zijn. Bij Jacob wordt echter niet de naam te Cranenborch genoemd.

Het feit dat Willem en Jacob de visrechten erven, geeft aan dat zij behoren tot de inner circle van een kennelijk vermogend c.q. aanzienlijk man. Dat doet vermoeden dat zij zelf ook redelijk vermogend zijn en tot de aanzienlijken behoren.

Willem Gielisz te Cranenborch betekent letterlijk dat Willem woont op of in een locatie met de naam Cranenborch. Waar deze locatie precies ligt, is niet aangegeven. Gezien genoemde erfenis lijkt hij in of nabij de Lekregio te wonen. De Lek begint bij Wijk bij Duurstede en heet zo tot Roterdam. Nabij deze Lekregio bestaan twee opties: Cranenburg Bleiswijk en een havezathe Cranenborch te Utrecht. Gezien de overwegingen onder item Te Cranenborg~ lijkt het echter eerder dat Willem Gielisz in Beltrum woont. Albert ten Kranenbargh (gb 1580) is dan mogelijk een nazaat van hem.

Voor de optie dat Willem Gielisz te Cranenborch woont in Beltrum of daaromtrent, pleit o.a. hoeve Gulen Kranenborch in Ruurlo. Deze hoeve is rond 1500 gesticht. (> Kranenbarg Ruurlo) Hoeve Gulen Kranenborch betekent feitelijk de hoeve van Gulen Kranenborch. De naam Gulen is identiek aan Willem (> Gulen). De naamgever kan dus zeker een nazaat zijn van Willem Gielisz te Cranenborch. Temeer daar hoeve Gulen Kranenborch in Ruurlo maar 7 Km verwijderd is van hoeve Cranenborch in Beltrum. Bovendien komt de naam Willem in die regio en tijd nauwelijks voor. Daarbij komt dat voornamen vaak generaties lang worden doorgegeven binnen een bepaald geslacht.
** Achterhoek, Te Cranenborg~, Beltrum, Gulen, Kranenbarg Ruurlo, Kraenenburg Maasbommel, Lekregio
# OVG 1982 (p 150), KBG

William Cranbury (1485*-1545):
Vermeld in 1545 in bron UKA ivm Inquisitions Post Mortem.
** Cranbury Family Hursley

Willem Woutersz van Cranenburch* (1496*-1556*)
Mogelijk een zoon van Wouter Jansz van Cranenburch te Warmond/Leiden.
Vermeld in 1525 als Welgeborene op de lijst LWR.
# LWR

Willem Vrancken Cranenburgh* (1510*-1580*):
Mogelijk een zoon van Vranck Vranckenz Cranenburgh te Leiden. Ghm Maritge Cornelisdr. Heeft een boerderij aan de Heereweg in Warmond met pachtland van het Huis van Lockhorst. Bezit land onder Warmond, Leiderdorp en Esslickerwoude (Woubrugge). Verhuist later naar de Vrouwe Ven te Warmond/Alkemade. Is voogd van Grietge Anthonisdr (1577).
Vermeld op een lijst van inwoners van Warmond, die schade hebben geleden door plunderende soldaten op 7.11.1576.
Udh*: o.a. Jan Willemsz en Dirck Willemsz.
** A447M, Grietge Antonisdr Cranenburgh
# A447, AHW, SRO (p 61)

Willem Xzn van Cranenburch (1517*-1577*):
Zoon van Xx van Cranenburch (gb 1482) en NN te Gouda*.
Woont in Gouda*. Ghm NN.
Udh: Huyg Willemsz van Cranenburch (gb 1552 Gouda).

Willem Maertensz* van Cranenburch (1525*-1585*)
Mogelijk een zoon van Maerten Adriaensz van Cranenburch (gb 1490) en NN in Den Haag.
Woont mogelijk in Den Haag, Bleiswijk en Zwammerdam. Ghm NN.
Mogelijk is Willem een watergeus in het leger van Willem van Oranje. Op de lijst BWG 1568-1572 is namelijk een Willem Martensz vermeld.
Zoon: Balthen Willemsz Cranenburgh.
Mogelijk ook Willem van Cranenburch (gb 1563) te Delft.
# BWG, KBG

Willem Xzn Cranenburgh (1533*-1593*)
Woont in Zwammerdam*. Ghm NN.
Zoon: Balthen Willemsz Cranenburgh.
=* Willem Martensz van Cranenburch

Willem Heijnrijcxz van Cranenburch' (1535*-1595*):
Zoon van Heijnrijck Claesz van Cranenburch (gb 1503) en NN in de buurt Catwijck te Pijnacker. Woont in Pijnacker. Ghm NN.
Vermeld in bron TPP:
1553: Niet vermeld.
1557: Ande kerck: [doorgehaald: Willem Heijnrijcxz. snijer een huijs gehuijrt van de selve om]
** Cranenburch Pijnacker
# TPP, KBG

Willem Xzn van Cranenburch (1541*-1601*):
Zoon van Xx van Cranenburch (gb 1506) en NN te Zwammerdam.
Udh: Balthen Willemsz Cranenburch (gb 1576 Zwammerdam).

Willem Xzn Cranenburch (1543*-1603*):
Zoon van Xx Cranenburch en NN in Dordrecht*.
Woont in Dordrecht*. Ghm NN.
Zoon: Pieter Willemsz Cranenburch (gb 1578; Dordrecht).

Willem van Cranenburch (1563*-1623)
Mogelijk een zoon van Willem Maertensz van Cranenburch (gb 1528) te Bleiswijk.
Begraven 21.10.1623 te Delft (Oude Kerk).
Zoon*: Arent van Cranenburch (gb 1610) te Delft.
# GA Delft

Willem Cornelisz Cranenburgh* (1567*-1627*)
Mogelijk een zoon van Cornelis Tijsz Cranenburgh op de Zuytvenne te Warmond.
Vermeld in 1602 en 1603 als Welgeborene in Rijnland.
Zoon*: Teunis Willemsz Cranenburgh.
# LWR

Willem Lenerts Cranenborg (1583*-1650*):
Zoon van Lenert Xzn Cranenborg (gb 1548).
Afkomstig uit Hazerswoude (Huserswoud). Ghm NN.
In 1647 schepen van Moordrecht.
Alias: Willem Lenerts Craen, Den Huserswouder.
Zoon: Leendert Willemsz Cranenborg (gb 1618 Moordrecht).
** Craen~
# meertens.knaw.nl 26.7.08 (# Slootweg-1997 p 62), KBG

Willem van Cranenborch (1585-1645*):
Zoon van Theodorus van Cranenborch en Willemina Cornelisdr.
Geboren in Roermond. Op 20 april 1597 is hij 12 jaar en wordt dan gewijd in Bisdom Antwerpen. De wijdingsregisters melden op die datum:

Susceperunt tonsuram sequentes
Guillemus, filius legitimus Theodorici a Cranenborch et Guillelmae Cornelii, 12 annorum, Ruremondensis diocesis, virtute dimissorialium episcopi Ruremondensis.

# De wijdingsregisters van het bisdom Antwerpen 1570-1611 (Dr J. Van den Nieuwenhuizen, Antwerpen 2008)

Willem Huygensz van Cranenburch (1587*-1647*):
Zoon van Huyg Willemsz van Cranenburch (gb 1552) en NN te Gouda.
Genoemd 1622 ivm betaling hoofdgeld. (Hoofdgeld Kwartier Gouda)
# GHA 29.1.09

Willem Xzn van Cranenburgh (1593*-1653*):
Zoon van Xx van Cranenburgh (gb 1548) en NN te EttenLeur*.
Woont in EttenLeur. Ghm NN.
Udh: Pieter Willems van Cranenburgh (gb 1628; EttenLeur).

Willem Xzn Cranenburch (1596*-1656*):
Zoon van Xx Cranenburch (gb 1563) en NN te Alphen/Rijn.
Woont in Alphen/Rijn. Ghm NN.
Udh: Maarten Willemsz Cranenburch (gb 1631 Alphen/Rijn).

Willem Xzn van Cranenburch (1597*-1657*):
Woont in Delft*. Ghm NN.
Zoon: Pieter Willems van Cranenburch (gb 1632; Delft).

Willem Jansz Cranenburgh (1598-1658*)
Zoon van Jan Claesz Cranenburgh en Maritgen Cornelisdr te Warmond (Vrouwe Ven).
Geboren en wonend* op de Vrouwe Ven te Warmond/Alkemade. Ghm NN.
Zoons*: John Cranenburgh (gb 1630), Pieter Willems (1632) van Cranenburch, Willem Willemsz van Cranenburch (gb 1632) en Cornelis Willemsz Cranenburch (gb 1635).
# VVB, KBG

Willem Xzn van Cranenburch (1601*-1661*):
Dochter: Gijsbertje Willems van Cranenburch.

Willem Cranenburgh (1610*-1650):
Mogelijk een nazaat van NN van Cranenburch, die in 1571 is begraven in de Grote Kerk te Harlingen.
Woont mogelijk in Leeuwarden. Ghm Tryn Harmens.
Willem overlijdt circa 1650.
Tryn hertrouwd 13.10.1650 te Leeuwarden met Michel Maes, soldaat onder de Guarde.
# soldaten-genealogie.nl 25.1.08 (# Soldatenhuwelijken boek 1021 Tresoar)

Willem van Cranenburgh (1615*-1675*)
Mogelijk een kleinzoon van Wesseler Craneborch en Gertrudis NN te Roermond.
Woont in Roermond*. Ghm NN.
Zoon: Joannes Georgius Guilhelmi van Cranenburgh (Roermond).
# KBG

Willem Gerritsz Kranenburgh (1615*-1675)
Mogelijk een zoon van Gerrit Adriaansz Cranenburgh in Oudshoorn.
Woont in Oudshoorn/Gnephoek*. Ghm NN. Overlijdt in 1675.
Erfgenamen: Symon Willemsz Cranenburch en Marytje Maertens Kranenburgh, dochter van Maerten Willemsz Kranenburgh te Oudshoorn.
Zoons: Symon Willemsz Cranenburch, Maerten Willemsz en Cornelis Willemsz* Kranenburgh.
# KPR 1675, KBG

William Cranbury (1616*-1676*):
Woont in Coldridge, Devonshire/Engeland. Ghm Pleasance Vaghan.
Vrij zeker een nazaat van Hugh Craan (gb 1330) en Isabel Colshill op Cranbury Manor in Hursley, Hampshire.
Vermeld 1651 in bron UKA ivm rechtszaak tegen de weduwe van John Rogers.
** Cranbury Family England

Willem Huychsz van Cranenburgh (1625-1685*)
Zoon van Huych Sachariasz van Cranenburgh en Aeffgen Willemsdr (van Griecken*).
Geboren in Oud Ade (Alkemade). Gedoopt op 7.12.1625 in de NH Kerk te Kaag.
# TVP (Doopboek NH Kerk Kaag)

Willem van Cranenburgh (1628*-1688*):
Zoon van Xx van Cranenburgh (gb 1593) en NN te Woubrugge*.
Woont in Eslickerwoude (Woubrugge), waar hij gerechtsbode is.
- 1653 koopt te Esselickerwoude 1 morgen land, genaamd Zijdwinde, met betimmering.
- 10.3.1658 huwt (otr 14.2) in de Pieterskerk te Leiden met Helena Jans, wonend in Sweringen, weduwe van Wouter Stouthandel.
- 31.5.1659 koopt een kamp hout- en hooiland van 3 morgen groot in Eslickerwoude voor Fl 1960,- van Pieter Albertsz in Alkemade.
- 2.9.1660 genoemd Willem van Craenenburch ivm land in bezit van hem en Johannes Capoen in de Costverlooren ofwel Heuvelpolder te Oudshoorn. (Protocollen Oudshoorn ivn 6 p 167v)
- 24.3.1661 genoemd Willem van Craenenburgh (gerechtsbode Esselickerwoude) ivm verkoop door hem en Johannes Capoen, schout van Esselickerwoude, aan Pieter Cornelisz Douw, lakenkoper bij Alphen, 760 roeden turfland in de Heuvelpolder van Oudshoorn. Koopsom 894 gulden. (Protocollen Oudshoorn ivn 6 p 191)
- 26.11.1665 verkoopt dit land voor Fl 2400,- door aan Cornelis van Zwanenburg te Leiden.
- 1674 gnoemd Willem van Craenenburgh (ambachtsbode Woubrugge) in Rekening Inkomsten & Uitgaven. (OA Woubrugge ivn 42 acte 125.1.01)
- 1674 genoemd ivm nationale financiële bijdragen in de kosten van de oorlog tegen Engeland, Frankrijk, Keulen en Munster.
Gezien alle vermeldingen moet Willem van Cranenburgh een belangrijk en welgesteld persoon zijn.
Alias: Willem (van) Kranenburg, Willem van Craenenburch
# DTB NH (otr) Leiden (ivn 12), OVG 1980 (p 673 en 752), KFR, GHA 16.3.09

Willem Willemsz van Cranenburch* (1632*-1692*)
Mogelijk een zoon van Willem Jansz Cranenburgh te Warmond.
In 1680 buurtheer in wijk Oost Mare te Leiden. Vermeld als Willem Jansz van Cronenburch. Cranenburch~ en Cronenburch~ worden echter soms met elkaar verward. Aangezien in Leiden zeker ook in die tijd vrij veel Cranenburchs~ wonen, is hier mogelijk sprake van een verschrijving.
** Kronenburg~
# WS janvanhout.nl (buurthouden)

Willem Cranenburch (1635*-1795*):
Mogelijk een zoon van Reinier Pietersz van Cranenburch (gb 1598) te Rotterdam.
Vermeld 28.4.1658 in Delfshaven als getuige bij de doop GF van Aelbrecht van Swenningen, zoon van Jan van Swenningen en Maertje Cornelis.
Zoon*: Abram Xzn Kranenburgh (gb 1671; Kralingen*).
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/047)

Willem Dammasz Cranenburgh (1637*-1697*):
Zoon van Dammus Cornelisz van Kranenburg en NN te Warmond.
Woont in Woubrugge.
Vermeld 1688 bij de executie van het testament van zijn moeder.

Willem van Cranenburgh (1640*-1700*):
Zoon van Xx van Cranenburgh (gb 1610) en NN in Tiel* of Maasbommel*.
Xx is mogelijk een zoon van Gerrit van Cranenburgh in Wageningen.
Woont in Tiel. Ghm NN.
Kinderen: Maria Willemse, Derck (gb 1665) en Johan.
Mogelijk ook: Jantje en Gerrit Willemse
** Van Cranenburgh Tiel
# VC300, KBG

Willem Jans Kranenburg* (1641*-1701*)
Mogelijk een zoon van Jan Hindricks Kranenburg te Scharmer.
Vermeld in 1670 op de lijst KHF.
# KHF (1670)

Willem van Cranenburgh (1644*-1704*):
Geboren en wonend in Varik. Later mogelijk wonend in Est/Opijnen. Ghm NN.
Udh: Peter Willems van Cranenburgh (gb 1679 Varik of Est/Opijnen) en Marijke Willems van Cranenburgh (gb 1681).
# HPN

Willem Dirkz van Kranenburgh (1645*-1705*)
Mogelijk een zoon van Dirck Rijcksz van Cranenburch en Anneke Abrahamsdr te Rijnsburg.
Woont aan de Langegracht in Leiden. Is warmoezier (groenteteler).
Huwt 1e SH 29.12.1666 (otr 5.12) te Leiden met Grietge Keysers (ovl 1670*), wonend aan de Coolstraet.
Huwt 2e NH 1671 (otr 17.7) te Leiden met Janneke Blok (Jannetgen Bloecke; ovl 1679*), wonend aan de Nieuwe Houtmarkt.
Udh: Aagje (gd 1672), Maertgen (gb 1674) en Sijtje (gb 1677).
Huwt 3e NH 1680 (otr 3.5) te Leiden met Anettgen van der Laen (Annetge Arents van de Laen), wonend aan de Langegracht.
Udh: Dirk Willemsz (gd 1681), Maarten Willemsz (gb 1683) en Johanna Willemsdr (gb 1685).
Alias: Willem Dirxz Cranenburch, Willem Dircksz Kranenburgh, Willem Dircxe Kranenburgh
# JKE, DTB SH Leiden (ivn 3 fol 122), DTB NH (otr) Leiden (ivn 12 fol 129v), DTB NH (otr) Leiden (ivn 12 fol 148v)

Willem Xzn van Kranenburgh (1645*-1705*):
Zoon van Xx van Kranenburgh (gb 1610) en NN te Woubrugge.
Woont in Esselickerwoude (Woubrugge). Ghm NN.
In 1660 aangeslagen tbv Gemaal Rijnland (Lager Kwartier) categorie Kleine Getaxeerden. Is in dat jaar bode en heeft dan mogelijk 2 kinderen.
# GHA 29.1.09

Willem Cranenburch (1649-1709*)
Zoon van Hiskias Cranenburch en Willemijntje Willems.
Geboren 28.8.1649 te Amsterdam.
# JKE

Willem Xzn van Cranenburch (1650*-1710*):
Zoon van Xx van Cranenburch (gb 1655) en NN in Oudshoorn/ZH*.
Woont in Oudshoorn in de Heerewegse Polder.
Genoemd 18.1.1685 ivm verkoop door derden aan Claas Tijsz Copje van land gelegen in de Heerwegse Polder, o.a. belend door Willem van Cranenburch ten oosten en ten noorden. (Protocollen Oudshoorn ivn 9 p 194v)
# GHA 29.1.09

Willem Gerritsz Cranenburg (1652*-1712*):
Mogelijk een zoon van Gerrit Dircksz van Cranenburch en Grietje Dircksdr van Egmond te Endegeest. Woont in Aarlanderveen. Ghm NN.
Genoemd 1712 in bron KPR ivm 100e penning wegens erfenis van Gerrit Leendertsz Vermy in Oudshoorn.
# KPR

Willem Xzn Kranenburg (1655*-1715*)V
Woont in Leiden. Ghm NN.
Zoon: Maarten Willemsz Kranenburg (gb 1690) te Soetermeer.

Willem Xzn Cranenburg (1665*-1735*)
Zoon: Maarten Willemsz Cranenburg (gb 1700) te Mijdrecht.

Willem Leendertsz Craenenburgh (1670-1730*)
Zoon van Leendert Pietersz Craenenburgh en Aeltgen Cornelisdr Baes.
Gedoopt zondag 30.11.1670 in Hazerswoude.
# MVS

Willem Xzn Cranenburgh (1670*-1730*)
Woont in Hendrik-Ido-Ambacht. Ghm NN.
Zoon: Jan Willemse Cranenburgh.
Mogelijk ook Symon Xzn Kranenburg (gb 1704).

Willem Xzn Kranenburg (1670*-1730*)
Woont in Zevenhoven*. Ghm NN.
Dochter: Aaltje Willems Kranenburg.

Willem Peeters van Cranenburgh (1671-1681*):
Zoon van Pieter Willems van Cranenburgh en Anna Steven Nijs te EttenLeur.
Gedoopt RK 12.12.1671 te EttenLeur. Getuigen: Anthonius Wille en en Johanna Tijs. Overleden vóór 1682.
# planet.nl 24.11.09, KBG

Willem Kranenburg (1675-1735*)
Zoon van Jan Jans Kranenburg en Ariaantje Jans Smits.
Geboren te Fijnaart en Heijningen en gedoopt NH aldaar 11.8.1675.
# NG Dopen Fijnaart en Heijningen 1664-1742 (3)

Willem Kranenburg (1680*-1740*)
Mogelijk een zoon van Cornelis Kranenburg en Marritje van Wieringen in Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN.

Willem van Cranenburg (1680*-1740*)
Zoon van Claes Pietersz van Cranenburch en Maria Scheffens.
Geboren en wonend in Vleuten.
Ghm Willempien Arents.
Vermeld 19.7.1711 in acte (UA) ivm erfenis van Sara Pieters van Craenenburch, van wie hij een neef is.
Vermeld 30.6.1715 in acte U129a/38 (UA) ivm Johan van Bylar.
Alias: Willem van Craenenburch/Cranenburgh
Udh: Geertruyt Willems (gb 1705) en Nicolaas (gb 1710).
Mogelijk ook Jan Kranenburg (gb 1727 Utrecht).
** UTRA
# JKE, UA, KBG

Willem Ariensz Kranenburg (1680*-1740*)
Zoon van Arien Xzn (gb 1645) en NN te Hazerswoude*.
Woont in Hazerswoude. Ghm NN.

Wilhelmus Peeter van Cranenborgh (1681-1706):
Zoon van Pieter Willems van Cranenburgh en Anna Steven Nijs te EttenLeur.
Gedoopt RK 10.4.1681 te EttenLeur. Getuigen: Digna en Antonij van Cranenbeurgh.
Begraven 10.9.1706 in Etten.
# planet.nl 24.11.09, DAB

Willem Xzn Kranenburg (1685*-1745*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1650) en NN te Oudshoorn*.
Woont in Oudshoorn/ZH*. Ghm NN.
Udh: Maarten Willem Kranenburg (gb 1720; Oudshoorn).

Willem Ariensz Kranenburgh (1687*-1747*):
Zoon van Arien Xzn Kranenburgh (gb 1666) en NN te Hazerswoude.
Woont in Hazerswoude. Ghm NN.
Udh: kind (bg pro deo 17.6.1722 Hazerswoude.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Hazerswoude)

Willem Pieterse Cranenburgh (1690*-1733*):
Mogelijk een zoon van Pieter Cornelisz van Cranenburch en Catharina Lefeber, wonend in Kijfhoek, afkomstig van Rijnsburg/Leiden.
Geboren en wonend in Delfshaven.
In dienst bij de VOC. Reist met het VOC-schip 'Zoetigheid' op 18.10.1719 naar Batavia. Arriveert daar 14.6.1720. Contract met VOC eindigt in 1721 om onbekende reden.
Huwt 1e GF 28.2.1723 (otr 14.2) in Delfshaven met Lijsbeth Meesse Bloessem (Bloeijsen), jongedochter wonend in Delfshaven. Lijsbeth overlijdt in 1724*.
Huwt 2e GF 23.12.1725 (otr 9.12) in Delfshaven met Geertje van de Velden, wonend in Delfshaven.
Udh: Pieter (gb 1726 Delfshaven) en Cornelis (gb 1729 Delfshaven).
Treedt weer in dienst bij de VOC als kwartiermeester. Reist met het VOC-schip 'Den Dam' op 27.4.1730 naar Batavia. Arriveert daar 28.1.1730. Op 31.8.1733 vermist in Azië (Oost-Indië*).
Alias: Willem Cranenborg/Kranenburg, Willem Pieters van Kranenburg
# AVOC, DTB GF Rotterdam (ivn 14/09; 1/033)

Willem Xzn Kranenburg (1690*-1750*):
Woont mogelijk in Reeuwijk of Zwammerdam. Ghm NN.
Zoon: Cornelis Willemsz Kranenburg.

Willem Mattheusz Kranenburgh (1691*-1751*):
Zoon van Mattheus Cornelisz Kranenburgh (gb 1656) en Annetje Michiels Outshoorn (gb 1665) in Woubrugge.
Woont nabij de Duikerwetering in Oudshoorn/ZH. Ghm NN.
Genoemd:
- 18.5.1726 ivm de koop door hem van:
-- Een huis, een woonplaats en turfschuur met erf in de Gnephoek bij Woubrugge, te verongelden voor 66 roeden nabij de Heimanswetering en Jan Cornelisz Graaf (*ghm Annetje Thomasdr Kranenburgh). Het huis heeft een "servituijt soo ten voordeele van de Biersteekerije van Harmen Meese Schipper, staande naast dit huis binnen Esselickerwoude. In het huis mag nooit een "tapperije effte neeringe in Bier, Brandewijn offte gedistieleerde wateren sal mogen werden gedaan" of verkocht, etc. Ook geen spelen. Jongste waarbrief 15.11.1723. Koopsom 200 gulden contant en schuldbrief van 300 gulden.
-- 3 hont uitgeveend land of water in de Heuvelpolder onder Oudshoorn, ten noorden van de wetering.
- 10.2.1736 ivm een rentebrief tbv Claas Abrahamsz Bints te Woubrugge. Woont dan nabij de Heimanswetering in de Gnephoek bij Woubrugge.
- 11.6.1736 ivm bedijking en droogmaking in Oudshoorn. Heeft dan 3 hont land in de Heuvelpolder.
Genoemd 24.9.1736 als buur ivm verkoop van land door Tonis Jansz Coleyn aan Johan Baartman.
- 29.12.1736 als participant bij de bedijking en droogmakerij onder Esserlickerwoude, Ter Aar, Oudshoorn en Rijnsaterwoude. Willem Mattheuwisz Kranenburg moet 0-3-0 betalen. (Protocollen Oudshoorn)
- 7.5.1738 ivm verkoop door Jan Cornelisz de Graaf aan Cornelis Jillisz Valk van een schuur en schuurstaal in de Gnephoek bij Woubrugge. (Protocollen Oudshoorn)
- 25.5.1742 ivm verkoop door en aan derden van een huis, erf, zomerhuis en drie turfschuren bij Woubrugge , strekkende uit de Heimanswetering en belend ten noorden Willem Mattheus Kranenburg. (SRM ivn 18 p 34v)
- 8.2.1748 ivm verkoop door Jan van der Jagt en Jan Raaphorst, armenmeesters van Esselickerwoude (woubrugge) aan Arij Jansz van den Bos en Arij Jansz de Graaf van een huis met drie turfschuren aan de westzijde van Heimanswetering bij Woubrugge in de Gnephoek ... belend ten noorden Willem Mattheusz Kranenburg. (SRM ivn 19 p 305)
- 24.4.1750 ivm verkoop door Willem van de Bos aan Dirk Jansz de Graaff en Willem Dirksz Lelijveld van een huis met schuur gelegen aan de westzijde van de Heimanswetering bij Woubrugge etc en ten noorden van Willem Mattheusz Kranenburg. (SRM ivn 20 p 125)
Alias: Willem Mattheuwisz/Teuwisz Kranenburgh/Kranenburg.
Udh: Maarten Willemsz Kranenburg (gb 1720 Oudshoorn), Neeltje Willemse Kranenburg (gb 1724; Oudshoorn) en Aaltje Willemse Kranenburg (gb 1728 Oudshoorn).
# GHA 29.1.09

Willem Xzn Kranenburg (1693*-1753*):
Woont in Oudshoorn*. Ghm NN.
Udh: Aaltje Willemse Kranenburg (gb 1728; Oudshoorn).

Willem Xzn Cranenburg (1695*-1755*)
Woont in Voorburg*. Ghm NN.
Zoons: Arent Willemsz, Hendrik Willemsz, Gerrit Willemsz en Joost Willemsz Cranenburg.

Willem van Cranenburg (1701*-1761*)
Vermeld op 10.2.1736 bij geboorte van een kind in Den Bosch.
Mogelijk is dit Hendrik van Cranenburg in Den Bosch.
=* Gerret Willem van Cranenburg (gb 1699 Den Bosch)

Willem Kranenborgh (1705-1765*)
Geboren in Vorden. Aldaar gedoopt 5.4.1705.
# DTB Vorden, JNZ

Willem ten Kranenborg (1705*-1765*):
Zoon van Reiner Cranenburgh en Gerritjen Vrackinck uit Beltrum (Gld). Geboren in Beltrum. Gezien zijn achternaam Ten Kranenborg, zal Willem wel geboren moeten zijn op hoeve Cranenborg in Beltrum. (> Beltrum) Dat is althans algemeen gebruikelijk bij Oost Nederlandse familienamen.
Huwt NH 18.12.1734 in Haaksbergen met Geertje Klein Swerink.
Huwt RK 6.1.1735 in Haaksbergen met Geertje Swerinck afkomstig uit Buurse.
Vermeld als Willem ten Kranenborg 11.10.1739 bij de doop van Jan Gelkink.
Vermeld 30.5.1748 bij de volkstelling in Haaksbergen als Wilm Cranenborgh, samenwonend met een zuster en twee kinderen onder de 10 jaar.
Willem is bouwman op "de Kraane bij het Laekmors" aan de Buurserbeek te Haaksbergen. Het Laekmors hoort samen met een groot aantal andere boerderijen bij Den Oldenhof, een bezit van de Heren van Buurse.
Udh: Reindt (gd 9.4.1735), Jan (gd 30.1.1737), Gerrit (gd 19.10.1738), Reind (gd 25.10.1741), Toone (Anthony, gd 30.6.1743).
Jan, Berend en Hendrik ten Kranenburg zijn mogelijk broers van Willem.
De nazaten van Toone ten Kranenborg noemen zich Nijhuis.
Alias: Willem Cranenborgh/Kraenenborg.
== Willem Cranenborgh (gb 1713*; Haaksbergen)
** Kranenburg Haaksbergen, Beltrum
# Historische Kring Haaksbergen, JNZ (dd; 5.1.09)

Willem Huygen Cranenburgh (1708*-1768*)
Mogelijk een zoon van Huig Pietersz Cranenburg (gb 1675).
Wordt vermeld op de lijst Weerbare Mannen van Hendrik-Ido-Ambacht dd 1747. Volgens deze lijst is Willem vermogend.
Broer: Pieter Huygen Cranenburgh
++ Kranenburg IJsselmonde
# WHI

Wilhelmus van Cranenborgh (1711-1771*)
Gedoopt op 20.10.1711 te Etten-Leur.

Wilhelmus van Cranenborgh (1713-1773*)
Gedoopt op 26.12.1713 te Etten-Leur.

Willem Cranenborgh (1713*-1773*):
Woont 1748 in Haaksbergen samen met een zuster en twee kinderen onder de 10 jaar op Nr 71 in Buurse.
Gezien de data bij Willem ten Kranenborg, moet Willem Cranenborgh wel dezelfde persoon zijn als Willem ten Kranenborg. Die heeft 30.5.1748 welliswaar drie kinderen onder de 10 jaar, maar dat kan zijn omdat één van deze kinderen inmiddels is vertrokken naar elders of is overleden. Dat kan heel wel Gerrit zijn. Van hem weten we vooralsnog alleen zijn geboortedatum. E.e.a. kan betekenen dat Geertje Swerinck (de vrouw van Willem ten Kranenborg) inmiddels overleden moet zijn. Om die reden kan Willems zuster wel bij hem zijn ingetrokken om te zorgen voor de huishouding en de jonge kinderen.
Alias: Wilm Cranenborgh.
== Willem ten Kranenborg (gb 1705*; Haaksbergen)
# Volkstelling Haaksbergen 1748, KBG

Willem Cranenburgh (1714-1774*)
Zoon van Jan Cranenburgh en Doorete Roijpoel te Delft.
Gedoopt 5.8.1714 te Delft. Getuige o.a. Claas Croonenburg.
# GA Delft

Willem D. Kranenburg (1715*-1775*)
Huwt 6.11.1740 Jannetje van Duivenbode, geboren 7.10.1703.

Willem Cranenburg (1716-1776*)
Geboren 26.1.1716 te Maasland. Zoon van Maarten Willemsz Cranenburg en Cornelia Cornelisse Overgaauw. Huwt 22.11.1750 te Maasland met Lena van der Kley.
Udh: Willem Kranenburgh (gb 22.11.1750).
# JKE

Willem Kranenberg (1734-1794*)
Geboren in Warnsveld. Aldaar gedoopt 19.11.1734.
# DTB Warnsveld, JNZ

Wilhelmus van Cranenburg (1736-1796*)
Zoon van Nicolaas van Cranenburg en Anthonia van der Pluijm.
Geboren in Vleuten*. RK gedoopt in Utrecht.
Mogelijk heeft hij een kleinzoon die in 1840-63 woont op de buitenplaats Vechtoever in het nabijgelegen Maarssen.
** Vechtoever Maarssen
# JKE, KBG

Guillaume Julien Cranenburgh (1740*-1800*):
Woont in Amsterdam. Ghm Jacoba Wermule.
Udh: Guillaume Medar (gd RK 1775).
# GA Amsterdam

Willem Kranenburg (1740*-1800*):
Vermeld op de Naamlijst Ledematen NH Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en Zandelingen Ambacht beginnend in 1792 van A.B. den Haan.
# OVG 1992

Willem te Cranenborg (1741-1801*)
Zoon van Berend ten Kranenburg (gb 1709) en Gerretien te Cranenborg.
Gedoopt NH 12.11.1741 te Haaksbergen.
# JNZ 29.12.08

Wilhelmus Cranenborgh (1743*-1803*)
Geboren in 1743* in Brabant.

Willem van Kranenburg (1745*-1805)
Vermeld 3.6.1780 ivm begravenis te Pijnacker.
Begraven 23.1.1805 te Pijnacker.
Kind: 3.6.1780 begraven te Pijnacker.
# GA Delft

Willem Cornelisz Kranenburg (1746*-1806*):
Zoon van Willem Cornelisz Kranenburg en NN in Reeuwijk.
Geboren en wonend in Reeuwijk. Huwt 1771 (otr 4.7.1771) te Reeuwijk Johanna van der Lecq, gd NH 5.11.1747 te Reeuwijk, dochter van Jan van der Lecq Boudewijnsz en Elisabeth Reyers Zuijtdam te Reeuwijk.
# OVG 1982 (p 280)

Willem van Cranenburgh (1748-1834):
Zoon van Frederik Jan van Cranenburgh en Joosje Goossens.
Gedoopt 22.5.1748 in Leeuwen.
Huwt 26.9.1765 te Leeuwen met Johanna van Hiebendaal, gedoopt 1.3.1738 te Horssen, dochter van Jan Hendrik van Hiebendaal (molenmaker en schout te Horssen) en Catharina Alberts.
In 1768 volgt Willem zijn vader op als ontvanger der verponding. Door belangenverstrengling raakt Willem in moeilijkheden. Hij en zijn gezin besluiten Leeuwen te verlaten. Omstreeks 1770 vestigen zij zich in Tricht. Willem moet opnieuw beginnen. Hij is achtereenvolgens bakker, kapper, klokkenmaker en smid. Het gezin komt te wonen in Horssen in 'De Hertenkamp', de woning van de gestorven ouders van Johanna. Op 20.7.1812 overlijdt Johanna. Door financiële problemen verhuist Willem in 1830* naar Honselersdijk, waar hij intrekt bij zoon Jan Hendrik. Hij overlijdt daar op 3.12.1834.
Alias: Wilhelmus van Cranenburgh
Udh: Frederik Jan (gd 1767), Anna Catharina (gd 1769), Josina Hendrika (gd 1771), Willem Jan (gd 1781) en Jan Hendrik (gd 1783).
# VC300

Willem Kranenburgh (1750-1810*)
Zoon van Willem Cranenburg en Lena van der Kley.
Geboren 22.11.1750 te Maasland.
# JKE

Willem Maurits Kranenburg (1751*-1772):
Geboren in Roodwust in 't Amptine. Vaart als jongmatroos met het VOC-schip 'Schagen' op 25.6.1771 naar Batavia. Arriveert daar 16.5.1772. Overlijdt op 5.7.1772 in Azië (Oost-Indië*).
# AVOC

Willem Cranenburg (1754-1830)x
Een creatief en succesvol zeehandelaar. Woont en werkt op Schouwen-Duiveland. Wordt beschreven in 'Kroniek van het land van de Zeemeermin (Schouwen-Duiveland) 2000', een jaarboek van de vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland ter gelegenheid van haar 25 jaar bestaan. Het artikel is geschreven door I.C. van der Marle. Aldus beschreven op zeeuwsarchief.nl 10.12.03. Na bestelling van de Kroniek blijkt het eachter te gaan om Willem Canneburg uit Maastricht.
# zeeuwsarchief.nl 10.12.03

Wilhelmus Cranenborgh (1755*-1815*)
Geboren in 1755* in Brabant.

Willem Kranenburg (1755-1815*)
Zoon van Pieter Kranenburg en Johanna Hendriks te Rotterdam.
Gedoopt GF 19.8.1755 te Rotterdam. Getuige is Geertruij Kranenburg.
Woont aan de 1e Voorstraat in Delfshaven.
Huwt GF 13.8.1782 (otr 29.7) in Delfshaven met Cornelia van Vliet, jongedochter wonend in Delfshaven.
Udh: NN (bgr 21.7.1785 D'haven), NN (bgr 21.2.1786 D'haven), Johannes (gb 1787 D'haven), Maria (gb 1790 D'haven), Willem (gb 1797 D'haven), Cornelia (gb 1803 D'haven).
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/299; 1/033; 14)

Willem Kranenburg (1755*-1815)
Op 26.1.1815 overleden te Moergestel.

Wilhelmus Hendrik Cranenburg (1760*-1840*)
Geboren in Moergestel.
Huwt 1e 4.4.1773 te Moergestel met NN.
Huwt 2e 29.5.1785 te Moergestel met NN.

Willem Kranenburg (1760*-1820*)
Vermeld op 1.10.1815 als vader van bruid te Moergestel.

Willem Kranenburg (1760-1830*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1725) en NN te Reeuwijk*.
Genoemd:
- 15.9.1819 genoemd Willem Kraanenburg (59 jaar, timmermansbaas, wonend in Reeuwijk) als getuige bij huwelijk Jan Verzaal en Sanna van Woerkom in Gouda. (Huwelijken Gouda 1819 acte 47)
- 1821 ivm beëdiging als deskundige, wonend in Reeuwijk. (Vredegerecht Repertorium Gouda 1821; acte 18)
# GHA 16.3.09

Willem Kranenburg (1762-1822*)
Zoon van Cornelis Kranenburg en Maria Nobel.
Gedoopt GF 17.12.1762 in Delfshaven.
Woont in Delfshaven.
Huwt 16.5.1790 (otr 2.5) in Delfshaven met Jacoba Grims, jongedochter wonend in Delfshaven.
Udh: NN (bgr 21.4.1795 D'haven), Dirk (1796-96 D'haven), Dirk (gb 1797 D'haven), Nela Johanna (gb 1806 D'haven) Kranenburg.
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/033; 14/09; etc)

Willem Kranenborg (1773-1833*)
Zoon van Toone ten Kranenborg (Nyhuis) en Stiene Morsink.
Geboren en gedoopt NG in 1773 in Haaksbergen.
# Doopboek NG Kerk Haaksbergen, JNZ

Guillaume Medar Cranenburgh (1775-1835*):
Zoon van Guillauma Julien Cranenburgh en Jacoba Wermule.
Geboren 4.12.1775 en gedoopt RK 5.12.1775 in de Franse Kapel te A'dam.
# GA Amsterdam

Willem Jan van Cranenburgh (1781-1853):
Zoon van Willem van Cranenburgh en Johanna van Hiebendaal.
Geboren 13.7.1781 te Horssen. Aldaar gedoopt 15.7.1781.
Op 29.12.1798 lid van de Hervormde Gemeente in Horssen.
Verhuist 3.2.1807 met attestatie naar Den Haag. Huwt aldaar 29.11.1815 met Maria Johanna Welsink, geboren 16.7.1789 in Den Haag, dochter van Hermanus Welsink (timmerman) en Maria van Ginkel. Het gezin woont o.a. aan de Koediefstraat 100.
Is in Den Haag gepensioneerd secretaris van wijk L.
Maria overlijdt in Den Haag op 25.4.1852. Willem overlijdt aldaar op 26.10.1853.
Udh: Willem Jan (gb 1816), Maria Johanna (gb 1819), Hermina Josina Hendrica (gb 1821), Frederik Carel Hendrik (gb 1823), Maria Magdalena Margaretha (gb 1826), Jan Hendrik (gb 1829), Johanna Barbara Maria (gb 1831), Bernardina Maria (gb 1835) en Cornelis Anthonie (1839-39).
# VC300

Willem Kranenburg (1797-1857*)
Zoon van Willem Kranenburg en Cornelia van Vliet.
Geboren 16.9.1797 in Delfshaven en aldaar gedoopt GF 20.9.1797.
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/033)

Willem Klein Kranenberg (1805-1865*)
Geboren in Vorden. Aldaar gedoopt 24.11.1805.
# DTB Vorden, JNZ

Willem Diderik van Cranenburgh (1808-1885):
Zoon van Jan Hendrik van Cranenburgh en Johanna Ton in Honselersdijk/Naaldwijk.
Geboren 15.8.1808. Gedoopt 21.8.1808. Werk in zijn jeugd in de smederij van zijn vader.
Neemt dienst bij de Haagsche Schutterij. Wordt ingeschreven onder nr 69 voor zes jaar. Militair signalement: Lengte: 1 el, 7 palm, 6 duim (= 1.76 M); Gelaat: ovaal; Voorhoofd: rond; Ogen: blauw; Neus: ordinair (= gewoon); Kin: spits; Haar: licht; Wenkbrouwen: bruin.
Huwt 11.11.1829 in Den Haag met Maria Magdalena Post, geboren 1.3.1803, gedoopt 6.3.1803, dochter van Franciscus Post en Margaretha Welsink in Den Haag. Hij leert haar kennen tijdens zijn militaire dienst via zijn sobat David Post uit Den Haag.
In 1830 genoemd als obligatiehouder bij de bouw van een orgel in de NH Kerk te Naaldwijk.
Is in 1837 sergeant-majoor van de 4e compagnie 1e bataljon. Neemt deel aan schietwedstrijden en wint een eerste prijs, een tabakdoos met inscriptie, uitgereikt door kolonel Baron van Boetzelaar van Dubbeldam van de dienstdoende schutterij in Den Haag. Deze tabakdoos is anno 1988 in bezit van W.E. van Cranenburgh in Zwolle.
Na zijn diensttijd werkt Willem bij het Departement van Binnelandse Zaken. In 1842 is hij adjunctcommies. Hij eindigt in de functie van hoofdambtenaar.
Woont 1837 op Uileboomen 177, 1875 op Nieuwe Haven 146, 1876 op Herderinnestraat 9 en 1883 op Westeinde.
Maria overlijdt 8.3.1878 in Den Haag. Willem overlijdt 1.1.1885.
Udh: Jan Hendrik (gb 1830), Johanna Margaretha (gb 1831), Wilhelmina Maria (gb 1832), Jacoba Margueretha Francisca (gb 1834), Elisa Henrietha (gb 1836), Maria Magdalena Margaretha (gb 1838), Willem Diderik (gb 1841) en Gerarda Eva (gb 1843).
# VC300

Willem Jan van Cranenburgh (1816-1844):
Zoon van Willem Jan van Cranenburgh (gb 1781) en Maria Johanna Welsink in Den Haag.
Doet in 1833 belijdenis in Den Haag.
Is zeeman. Vaart in 1844 als tweede stuurman op het koopvaardijschip 'Jeannete' naar Oost-Indië. Overlijdt 6.3.1844 aan boord van dit schip aan de reede van Soerabaja.
# VC300

Willem van Kranenburg (1827-1897*):
Mogelijk een zoon van Koen van Kranenburg en Jannigje van Ackoy in Deil.
Op 1.9.1888 in Deil getuige bij het huwelijk van Fhilippus (Flip) van Diejen en Antonia van Ewijk. Willem is dan 61 jaar oud en van beroep brievengaarder.
# wxs.nl 9.4.08

Willem Kranenberg (1839*-1899*):
Woont in Markelo. Ghm Willemken Roekevis.
Udh: Jan Willem (gb 1870 Markelo) en Aaltjen (gb 1878 Markelo).

Willem Diderik van Cranenburgh (1841-1871):
Zoon van Willem Diderik van Cranenburgh en Maria Magdalena Post in Den Haag.
Geboren 25.9.1841. Ongehuwd. Overlijdt 19.11.1871 in Den Haag.
# VC300

Willem Jan van Cranenburgh (1847-1879):
Zoon van Frederik Carel Hendrik van Cranenburgh en Clara Geertruijda Michaël.
Geboren 29.7.1847 in Den Haag.
Willem is sergeant in het Oost-Indische leger. Bij zijn terugkeer in Nederland wordt hij gelegerd in een kazerne Harderwijk. Op 3.2.1879 wordt hij afgekeurd voor verdere dienstuitvoering. Willem keert terug naar zijn ouderlijk huis in Den Haag. Zijn gezondheid is gaat echter verder achteruit en op 21.5.1879 vertrekt hij naar Huize Bronbeek in Arnhem, waar hij wordt opgenomen. Daar overlijdt hij maandag 15.9.1879.
# VC300

Willem Kranenburg (1864-1928):
Zoon van Hindrik Davids Kranenburg en Geertje Streurman.
Geboren 17.9.1864 in Scharmer. Willem is dienstknecht, landgebruiker en landbouwer.
Huwt 14.6.1884 te Noorddijk met Fenna Boekeloo, geboren in 1864* te Engelbert, dochter van Jacob Boekeloo en Kornelia van der Molen.
Willem overlijdt op 30.6.1928 te Groningen en is begraven in Groningen Zuid. Fenna overlijdt na die datum.
Udh: Geertje (Middelbert 1887), Jacobus (Engelbert 1891-92), Kornelia (Engelbert 1893), Hendrik (Engelbert 1895), Cornelia (Engelbert 1897) en Jacoba (Harkstede 1899).
# DVB, graftombe.nl 8.4.07

Wilhelm August Kranenberg (1873-1939):
Geboren 8 maart 1873 in Hinuber/Radervormwald in Duitsland, gestorven 25 september 1939. Hij was Evangelisch-Lutheraans en werd Pastor in Bublitz-Ubedel, Grünwald, Belgard, Neustein (Hammerstein), Köslin and Persenzig. Huwde Lucie Kurtz, dochtter van Emil Paul Kurtz (1843-1923) en Marie Haver (1849-1929). Ze hadden drie kinderen: Elisabeth Käthe Luzie, Marliese and Rudolf. Elisabeth is geboren 10.12.1909 in Bublitz en stierf 26 december 2007 in Levenhagen. Ze huwde Fritz Ludwig Heinz Walter Westmann (1914-2004).
# kay-uwe.westmann@freenet.de (14.12.2011)

Guilliame E. Kranenburg (1870*-1930*)
Begraven op Vredehof in Tilburg.
# graftombe.nl 4.2.08

Willem Kranenburg (1872-1932*)
Geboren 2.3.1872 te Groningen. Zoon van Alebartus Kranenburg en Sietske van der Steeg. Willem is milicien bij het Eerste Regiment Infantrie, arbeider en stoker.
Huwt 25.4.1897 te Groningen met Geertje Zielstra, geboren 24.1.1874 te Groningen, dochter van Hendrik Zielstra en Janna Koorenhof.
Udh: Jan (1898), Sietske (1900), Eeltje Eke (1902), Jacoba Jantina (1904) en een doodgeboren zoon (3.7.1905). Allen geboren te Groningen.
# GKH

Willem Kranenburg (1883-1944):
Zoon van Hugo Kranenburg (gb 1863) en Wilhelmina Wijnholt (gb 1863).
Geboren 29.12.1883 in Haarlemmermeer.
Huwt 21.9.1905 te Lisse met Lijntje de Ridder, geboren 17.4.1883 te Hazerswoude.
Verhuist 21.9.1905 van Lisse naar Haarlemmermeer.
Overlijdt 29.9.1944 in Zijpe NH.
Udh: Johannes Kranenburg (gb 1916 Leiden).
# GKC, Jan Kranenburg te Elburg 28.1.2010

Willem Eliza van Cranenburgh (1887-1924):
Zoon van Jan Hendrik van Cranenburgh en Elisabeth van Reeven.
Geboren 5.6.1887 in Honselersdijk. Van beroep smid. Ongehuwd.
In 1914-1924 organist in de Ned.Herv. Kerk te Naaldwijk. Geeft piano- en orgellessen. Begaafd musicus, bekend tot ver buiten zijn woonplaats. Trouw lid van de Naaldwijkse Harmonievereniging 'Crescendo' en het Naaldwijkse Mannenkoor.

Per 17.6.1911 wordt Willem in de gelegenheid gesteld om te Duisburg in Duitsland verder te studeren. Hij keert echter in 1914 terug wegens overlijden van zijn vader.
Willen is bekend door het jaarlijks organiseren van concerten in de Ned.Herv. Kerk van Naaldwijk. Naast Westlandse koren treden ook artiesten van elders op.

Rechts: Willem op weg om bestelde gereedschappen te bezorgen (circa 1921).

 
Willem wordt echter ziek. Hij verblijft ten huize van zijn moeder Bets van Reeven. Daar wordt hij verpleegd door zijn zuster Jansje. Willem overlijdt dinsdag 18.3.1924. De leden van eerdergenoemde muziek- en zangverenigingen dragen hem 21 maart ten grave.
# VC300

Willem Kranenburg (1896-1956*):
Huwt 21.12.1920 met Elisabeth Maria Monsma.
# Rob Kranenburg (Pg Forum 21.4.05)

Willem Kranenburg (1897-1980)
Mogelijk een zoon van Jacob Dirksz Kranenburg (gb 1863) te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop waar hij smid is en een eigen smederij heeft, genaamd W. Kranenburg. Het bedrijf maakt hoofdzakelijk duimen. In 1931 neemt hij deel aan de 25e Nederlandse Jaarbeurs te Utrecht. Daar staan ook stands van Joh. Kranenburg en D. Kranenburg, eveneens uit Nieuwkoop. Kennelijk verkoopt hij daarna het bedrijf, want hij treedt in dienst van smederij D. Kranenburg te Nieuwkoop. Daar blijft nog hij tot op hoge leeftijd doorwerken.
Foto 1965* in bron GNS (p 126): Willem werkzaam in de smederij.
** SLN, D. Kranenburg Nieuwkoop
# GNS


Wim Kranenburg (1907-1962):
Zoon van Teunis Kranenburg en Dirkje van Klaveren. Geboren 3.10.1907 in Nieuwveen. Huwt 31.10.1929 met Geertje Bruines (1908-1998). In 1932 verhuist het gezin naar Uithoorn. Op z'n 54ste jaar heeft Wim hartproblemen. Hij wordt opgenomen in het Maria Ziekenhuis te Haarlem. Daar overlijdt hij op 23.2.1962. Wim is begraven in Uithoorn. Zijn grafsteen staat op het kerkhof achter de Thamer Kerk (PKN) aan de Amsteldijk-Noord in Uithoorn.
Alias: Willem Kranenburg.
Udh: Geertje (gb 1930) en Willem (Bill; gb 1938).
@ foto © B.C. Kranenburg
# FRI, Bill Kranenburg (Australia, 6.5.08)

 
Wim van Kranenburg (gb 1915*):
Zoon van Arie van Kranenburg en NN. Geboren in Moordrecht.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers tewerkgesteld in Duitsland. O.a. aan de spoorlijn bij Nurenberg.
# MOZ

Willem Kranenburg (1917-1945):
Geboren in Zaandam op 15.4.1917. Willem is grondwerker. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt hij krijgsgevangene van de Duitsers. Hij belandt in Seghorn in Ost Friesland. Het is 26 maart 1945. Na een bombardement moeten Willem en vier andere krijgsgevangenen een blindganger onschadelijk maken. De bom ontploft. Willem en de vier andere mannen komen daarbij om het leven.
Willem is begraven op het Nederlands Ereveld in Bremen-Osterholz (Rij 12, Nr 2).
** Pg FORUM (Oproep 12.6.08; liefkeknol.nl)
# OGS, Liefke Knol 3.6.08 (# Holger Frerichs, Duitsland)

Willem Kranenburg (gb 1919):
Zoon van Nicolaas Kranenburg en Geertje Wilkes.
Geboren 14.4.1919 in Groningen.
# GKH

Willem Eliza van Cranenburgh (Wim) (1928-1986):
Zoon van Anton Hendrik van Cranenburgh en Janna van Nieuwkerk.
Geboren 12.6.1928 in Honselersdijk. Opleiding: OLS Honselersdijk, MULO A en B, Radio-officier Koopvaardij.
In 1948-55 radio-officier op diverse Nederlandse schepen in dienst van Radio Holland te Amsterdam.
Huwt 23.9.1952 in Naaldwijk met Hendrika Wilhelmina Luchtenberg (Riek), geboren 7.10.1927 in Scheemda.
In 1954 met zijn schip Tomini in de haven van Palembang, waar hij zijn neef Jan van der Laan ontmoet, medefirmant van Transportbedrijf Van Cranenburgh aldaar. Blijft een week bij hem logeren.
In 1956-62 opleiding electrotechnicus aan een HTS in Rotterdam. Werkt tegelijkertijd als electrotechnisch tekenaar bij firma Crown & Co. in Rotterdam en bij het GEB in Naaldwijk.
1962-66 technisch ambtenaar bij Gas-, Water- en Electriciteitbedrijf in Goirle.
1966-71 directeur GEB in Markelo.
Verhuist 1971 naar Zwolle waar hij gaat werken als Chef Electrotechnische Dienst van de electriciteitcentrale Harculo bij Zwolle van de IJsselcentrale.
Overlijdt 30.9.1986 na een ernstige ziekte in Zwolle.
Udh: geen kinderen.
** Van Cranenburgh Palembang
# VC300

Willem (Wim) Kranenburg (1937-1964):
Zoon van Johannes Kranenburg (gb 1916) en Geertje van Dijk.
Geboren 1.8.1937 te Zijpe NH. Overlijdt 16.11.1964 in Zwolle. Begraven in Dronten.
# graftombe.nl 8.4.07, Jan Kranenburg te Elburg 27/28.1.2010

Willemina~
() Wilhelmina~, Willemke~, etc

Willempge Huybrechtsdr Cranenburch (1612*-1672*)
Dochter van Huybrecht Lenertsz Cranenburch en Tryntgen Jaspersdr.
Geboren in Bleiswijk.
# HBB

Willemptge Huijgen Cranenburch (1640*-1700*)
Mogelijk een dochter van Huych Meesz van Cranenburgh en Chieltgen Dircksdr uit Warmond.
Woont aan de Nieuwe Rijn te Leiden.
Huwt 2.11.1670 (otr 17.10) te Leiden met Jacob Stoffels Laluyn, wonend aan de Bouwe Louwersteech.
# DTB SH Leiden (ivn 3 fol 216v)

Wilmijna van Cranenburgh (1677-1737*)
Gedoopt 12.4.1677 in Tiel. Dochter van Herman van Cranenburgh en Agnis Wichmans.
Huwt Gerard de Raadt, predikant te Gellicom.
# VC300 (p 355)

Willemken te Cranenborg (1680*-1740*):
Dochter van Geert te Cranenborg en NN. Geboren in Beltrum.
Huwt 9.10.1701 met Jan Heerdink.
** Beltrum, Achterhoek
# JNZ

Willemijntje Maartens Kranenburg (1698*-1758*)
Dochter van Maarten Claesz Kranenburg en Erckje Abrahams Bijlevelt in Moordrecht.
Huwt 13.4.1716 te Moordrecht met Pieter Sijmonsz Den Baars, geboren 1695 te Gouderak ZH, zoon van Sijmon Engelsz* Den Baars en Ariaantje NN.
In het Trouwregister van Moordrecht is Willemijntje foutief ingeschreven als Willemijntje Symonsdr Cranenborg. (> Willemijntje Symonsdr Kranenburg)
Udh: Simon Pieters (gd 17.12.1718), Abraham Pieters (gd 16.8.1720), Ergijna (gd 1731 14.4.1731) en Anna (gd 21.9.1732) den Baars.
** Willemijntje Symonsdr Kranenburg
# CEH 17.4.2007

Willemijntje Symonsdr Kranenburg (1698*-1758*):
Volgens Trouwboek Moordrecht afkomstig uit Moordrecht waar zij op 13.4.1716 huwt met Pieter Sijmonsz Den Baars, geboren 1695 te Gouderak ZH, zoon van Sijmon Engelsz* Den Baars en Ariaantje NN.
In de doopinschrijvingen van de kinderen van Pieter Sijmonsz Den Baars wordt zijn vrouw echter konsekwent vermeld als Willemijntje Maartens Kranenburg. Dat gebeurd ook bij de huwelijksinschrijvingen van de kinderen. Willemijntje Symonsdr Kranenburg moet derhalve een verschrijving zijn van Willemijntje Maartens Kranenburg.
** Willemijntje Maartens Kranenburg
# CEH 17.4.2007

Willemken op den Kranenurg (1721-1781*)
Zoon van Jan op den Kranenburg. Gedoopt te Zutphen (Vorden?) op 9.11.1721.
# DTB Zutphen, JNZ

Willemijntje van Cranenburgh (1722-1782*):
Dochter van Peter Willems van Cranenburgh en Gerritje de Vette.
Geboren 26.12.1722 in Opijnen.
# HPN, KBG

Willemina Kranenborg (1760*-1820*):
Dochter van Lubbert Kranenborg (gb 1728) en Jenneken Garritzen in Vorden.
Woont in Warnsveld. Ghm Egbert Jimmink.
Trouwboek NDG Gemeente Vorden 4.11.1785: Ingetekend Engbert Jimmink, weduwnaar van Jenneken Geltink onder Wanrsveld, en Willemina Kranenberg, jongedochter van Lubbert Kranenberg onder Vorden. Met attestatie van hier om in Warnsveld te trouwen op 4 December.
Udh: Garrit Jimmink (gb 11.3.1790 te Warnsveld).
** Achterhoek
# Trouwboek NDG Gemeente Vorden, BRX

Wilhelmina Frederica Cranenborgh (1773-1833*)
Gedoopt RK op 30.4.1773 te Heusden. Dochter van Pieter Kranenburg en Angelique Nijsen.
# DTB Heusden

Wilhelmina van Cranenburg (1783*-1843)
Op 7.9.1843 overleden in Den Bosch.

Wilhelma Cranenborgh (1786-1846*)
Gedoopt op 12.4.1786 te Moergestel.

Wilhelmina Kranenburg (1790*-1850*)
Huwt 1.10.1815 te Moergestel.

Wilhelmina Maria van Cranenburgh (1832-1892*):
Dochter van Willem Diderik van Cranenburgh en Maria Magdalena Post in Den Haag.
Huwt 27.12.1861 in Den Haag met Willem Blüm, instituteur (onderwijzer), geboren te Breda, zoon van Gerhard Blüm en Adriaantje Stijnes.
# VC300

Wilhelmina Kranenburg (1868-1928*):
Dochter van Bruin Kranenburg en Gerritje Voskamp te Pijnacker.
Geboren 12.9.1868 te Pijnacker.
Verder geen gegevens bekend.

Willemina L. Kranenberg (1871-1945):
Geboren 17.2.1871 in Gorssel. Overlijdt 7.5.1945 in Grouw en is aldaar begraven.

Wilhelmina Berendina Kranenburg (1895-1955*)
Geboren 14.10.1895 te Groningen. Dochter van Nicolaas Kranenburg en Klasina Luikinga.
Huwt 21.1.1918 te Groningen met Reinder Jorritsma, geboren 9.6.1893 in Ferwerd, zoon van Obe Jorritsma en Geertje Wieringa. Reinder is voerman.
Udh: Obe (1918) en Klasina (1921). Beiden geboren te Groningen.
# GKH

Wilhelmina Kranenburg (1915-1963):
Geboren 4.9.1915. Overlijdt 10.7.1963. Begraven in Rotterdam Hofwijk.
# graftombe.nl 8.4.07

Wilhelmina Hendrika Kranenburg (1915-1942):
Geboren op 7.8.1915 te Nijmegen. Wilhelmina vertrekt naar Nederlands-Indië.
Ghm NN Bruis. Zij wonen in Malang op Java.
Wilhelmina overlijdt op 24.7.1942 in een ziekenhuis te Malang.
Haar begraafplaats is onbekend.
# SWO2 (gedenkboek 40)

Willemken~
** Willemina~

William~
** Willem~

Windrecht
Een heerlijk recht dat inhoudt dat molenaars belasting moeten betalen voor de wind die de molen gebruikt. In de praktijk wordt de belasting geheven over de productie van de molen.
Molens mogen alleen worden gebouwd door of met toestemming van de locale heer. Hierdoor kan concurrentie worden voorkomen.
De heer zorgt ervoor dat de molen vrij staat en er geen windbelemmering bestaat. Zo mogen er geen hoge bomen of panden worden gebouwd in de directe omgeving. Anno 2006 geldt een windvrije zone van minimaal 375 M.
Molens moeten herkenbaar zijn en daartoe een naam hebben. Vaak wordt gekozen voor de naam van een dier. Maar andere namen mogen ook. Door een afbeelding van de naam te plaatsen, kunnen ook analfabeten de molen herkennen.
In 1798 maakt de Bataafse Republiek een eind aan alle heerlijke rechten. Zo ook aan het windrecht en teglijk daarmee aan het bijhorende recht op molendwang.
** Heerlijke Rechten, Molens
# WKP

Windrichtingen
Middeleeuwen-1800:
boven = zuidwaarts, ten oosten of hogere gelegen (soms)
beneden = noordwaarts, ten westen of lager gelegen (soms)
oestwert = zuidwaarts of ten oosten van > oest = oost of zuid
onder = beneden
westwart = noordwaarts of ten westen van > west = noord of west

Op Middeleeuwse en latere kaarten ligt het zuiden dus vaak boven en het noorden onder. De aanduidingen 'boven', 'beneden', etc bieden dus onvoldoende houvast om de ligging van een object te bepalen in hedendaagse termen.
** Utrecht Stad (Kaart 17e eeuw)
# RKR (p 125)

Windvanen
** Kerktorens

Winkelhaak:
Symbool voor architectuur en bouwkunde. Attribuut van de apostel Thomas, schutspatroon van de architecten. De winkelhaak is identiek aan het teken voor het getal 7, in religies en mystiek een heilig symbool, dat vaak het goddelijke voorstelt. Ook stelt het voor de deugdzaamheid en rechtvaardigheid. De winkelhaak wordt ook gezien als symbool van de geest die de materie overwint. Als zodanig wordt het vaak gevonden op graven van Vrijmetselaars.
** Gamma
# SSP, DAB

Winkelhaak * astronomie
Sterrenbeeld aan de zuidelijke sterrenhemel. Eigenlijke naam is Norma et Regula, aldus genoemd door Nicolas de Lacaille in het midden van de 18e eeuw.
Qua symbool is de winkelhaak identiek aan het sterrenbeeld Kraanvogel.
** Kraanvogel

Winkelhaak * bouwkunde
Hulpmiddel voor het bepalen en tekenen van rechte hoeken, zowel in de tekenfase als in de bouwfase van bouwkundige projecten.

Winkelhaak * china
In China is de winkelhaak het symbool voor het opbouwen en van heiligende toverkrachten in de mystieke leer van Foe Hsi, die de I Tjing zou hebben geconcipieerd. Hij wordt voorgesteld met een slangvormig onderlijf en een winkelhaak in de hand.
# SSP

Winkelhaak * heraldiek
In de heraldiek komt de winkelhaak al in oude tijden voor. Ruim vóór het ontstaan van de Vrijmetselarij in het begin van de 18e eeuw. Een winkelhaak in een familiewapen betekent dus zeker niet persé dat die refereert naar de Vrijmetselarij. Vaker stelt het iets voor uit de algemene symboliek.

Winkelhaak * letterhistorie
In het Fenisisch schrift stelt de winkelhaak de klank G voor.
In het Archaïsche Griekse schrift stelt de winkelhaak de letter gamma (C) voor. Via het Romeinse schrift is hieruit de huidige letter C ontstaan, aanvankelijk uitgesproken als G of Ché, later als K.
** Gamma
# WP

Winkelhaak * regeermacht
In de Egyptische hieroglyfen beeld de faraostaf regeren uit. (> Gamma) Oud Nederlands cric, crike, crock, cruc = krik, kruk, haak, L-vormige stok, staf of staaf. Crichoudere = schout, gerechtsdienaar. De cric is dus een symbool van bestuurlijke macht en waardigheid. Dit komt overeen met de eerder genoemde historische betekenissen van gamma. De winkelhaak in het wapen van Kranenburg Scharmer beeld vrij zeker hetzelfde uit. Deze winkelhaak is namelijk ingevoerd rond 1690 door Jan Harkes Kranenburg (gb 1660). Hij is grietman in Spijk (Gro). Dus een burgermeester met rechtsprekende macht.
** Gamma, Kranenburg Scharmer, Jan Harkes Kranenburg (gb 1660), Grietman

Winkelhaak * vrijmetselarij
Het 7e cq centrale symbool in de Vrijmetselarij. Symbool van het goddelijke en de rechtvaardigheid. De Achtbare Meester draagt als ambtsteken een winkelhaak op de borst. Hij is voorzitter van de Loge. Volgens J. Baurnjöpl (1793) is de winkelhaak het symbool van Gods liefde en de naastenliefde.
Vele Vrijmetselaars hebben een winkelhaak op hun grafsteen.
# SSP, DAB

WJK
Wapenboek van Jan van Kuyl.
Dit wapenboek dateert van circa 1740 en hoort tot de verzameling Handschriften in het Gemeentearchief van Gorinchem. Op folio 257 van het boek staat het wapen Kranenburg afgebeeld, omschreven als: 'In sabel drie wassenaars van zilver, geplaatst 2-1'. Volgens folio 147 van hetzelfde boek behoort het wapen aan Roberta Kranenburg, die rond 1590 de eerste echtgenote wordt van Johan van Kuyl Aalbrechtsz.
** Kranenburg Wassenaar, York Insignia Ltd
# GA Gorinchem

WKB
= waarheidskans bewering B
= de kans dat de inhoud van bewering B overeenstemt met de werkelijkheid W
= 1-(1/[(A-C)!])

A = aantal assets (relevante bevestigende argumenten) bewering B
C = aantal contra's (relevante ontkennende argumenten) bewering B

Met deze ruwe formule is het mogelijk om in simpele gevallen te checken of een veronderstelling of bewering een zekere realiteitswaarde heeft op grond van de aangevoerde argumenten. De toevalsmarges en onzekerheidsmarges van alle argumenten worden geacht tegen elkaar weg te vallen. De formule is zinloos als er argumenten zijn die de bewering volledig overtuigend bevestigen of ontkennen. De bewering wordt dan geacht volledig juist of onjuist te zijn.

Als een WKB > 95.0%, dan wordt de bewering gezien al nagenoeg waar. De 5% ondermarge wordt dan gezien als horend bij de waarschijnlijkheidsmarge. Bij veronderstelde namen en data wordt dan het teken ' erachter geplaatst. Zo betekent Jan Cranenburgh' dat Jan nagenoeg zeker Cranenburgh heet. Als er zou staan Jan Cranenburgh*, dan betekent het dat Jan mogelijk Cranenburgh heet.
** C5 Optiek, RGL/151
# KBG

 

Woelle:
Woelle lijkt afgeleid van het werkwoord woelen. In het Oud Nederlands betekent woelen: lawaai maken, wroeten, omwoelen. De term komt nog voor in namen als Woelwijk en Weulenberg of Wullenberg (op de Holterberg bij Holten). Wul of wol betekent in Oud Nederlands: wal, muur of kade. (WMN) In Twente is een zandwal een groot stuk zandgrond of -rug in een veengebied.
De term Wal in zandwal lijkt identiek aan de term Woel(le) in de Achterhoek. Later verandert de term in Weul(le). In Salland lijkt dat Wul(le) te zijn. De top van de Wullenberg bij Holten blijkt bij inspectie ter plekke voornamelijk te bestaan zand. Verderop is de grond pas leemachtig. In het Neder-Saxisch is een woele een gebied van losse zandgrond. (Drents Woordenboek) Als de natuur vrij spel heeft, kan zangrond er inderdaad soms uitzien als omwoeld land. Dat is te zien in het natuurgebied Kamphuizen bij Vorden. Wul in de naam Wullenberg is daarom kennelijk een locale variant van woele. Dat stemt overeen met de naamvariant Weulenberg. Afstammelingen van het geslacht Woellen Cranenborch noemen zich navenant ook Weulen Kranenburg (Kranenbarg). Woele, woelle, wulle en weule betekenen dus feitelijk hetzelfde. Namelijk: een gebied bestaande uit omwoeld los zand. Echter, er zijn vele omwoelde zandgebieden waar de naam Woelle niet wordt gebruikt. Kennelijk hoort er iets bij om het predikaat Woelle te geven. Op grond van de huidige kennis over zulke zandgronden lijkt het dat de term Woelle alleen wordt toegekend als de accidentatie van het omwoelde zandgebied merkbaar grote proporties heeft. Bijvoorbeeld zoals de Wulle (zandheuvel) aan de Wullenweg x Haaksbergsestraat in Hengelo, Twente. Deze Wullenweg loopt van een drasland over een lang stuk naar de Wulle, geleidelijk steeds hoger. E.e.a. stemt overeen met de Oud Nederlandse betekenis van wul of wol: wal, muur of kade. Ook dergelijke structuren zijn normaliter behoorlijk groot in formaat.

Een Woelle lijkt dus navenant kennelijk een grote zandheuvel of een groep grote zandheuvels. Genoemde Wulle bij Holten was kennenlijk zo groot dat ze ook het predikaat Berg kreeg. Later zijn deze termen dan samengevoegd tot Wullenberg. E.e.a. wordt bevestigd door de locatie Wullenhoven bij Nijkerk, dat bestaat uit een zandverstuiving met een grote heuvel van zand. Rechts: detail stafkaart 1939.
 

Woellen Cranenborch Vorden:
Hoeve in buurtschap Mossel in Kranenburg bij Vorden. Mogelijk gesticht rond 1630 door Xx op de Cranenborch, zoon van Christian Kraneborch en NN op hoeve Cranenborch te Kranenburg bij Vorden. Vermeld in 1666 ivm betaling aan Herman op Woellen Cranenborch van 52 toenmalige guldens, ivm schade opgelopen door oorlogsdaden in 1665 van Christoph Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Munster. E.e.a. is vermeld op een lijst in het archief van het Huis Vorden ivm de schade die de Vordense bevolking in 1665/66 lijdt door het Munsterse geweld.

Buurtschap Mossel ligt tussen de weg Ruurlo-Vorden, Huize Wientjesvoort, natuurgebied Kamphuizen, landgoed De Wildenborch en landgoed 't Medler. Dwars door Mossel loopt de Mosselse Weg van Vorden naar Barchem. Circa 1.5 Km zuidelijk van Mossel staat hoeve Cranenborch aan de Bergkappeweg 2 in buurtschap Kranenburg te Vorden. (> Kranenburg Vorden) Op genoemde lijst van 1666 staan 15 namen, die per naam gemiddeld Fl 125,40 ontvangen. Hoeve Woellen Cranenborch heeft dus geringe schade opgelopen. Dat kan betekenen dat de hoeve relatief ver van het strijdtoneel lag. Mogelijk dus wat verder van de weg af.

- De naam
Gezien de naam Woellen Cranenborch kan deze hoeve op zandgrond hebben gestaan. (> Woelle) In buurtschap Mossel te Kranenburg/Vorden komen inderdaad twee grote zandgebieden voor. Dat is duidelijk te zien op kaart 34C (dd 2002) van Ruurlo en omgeving van de Topografische Dienst te Emmen. Woellen Cranenborch kan dus op een van deze zandgronden hebben gestaan. Het predikaat Woellen zal de hoeve dan vrij zeker hebben gekregen ter onderscheiding van de andere hoeve Kranenburg/Cranenborg in Kranenburg/Vorden. Anno 2008 heet deze laatste hoeve De Elshof. (> Kranenburg Vorden) Het predikaat Woellen kan tevens aanduiden dat de ander hoeve Kranenburg/Cranenborg van oudere datum moet zijn. Als zodanig had deze hoeve Kranenburg immers oorspronkelijk geen onderscheidend predikaat nodig van een andere naamgenote hoeve. Dat was voor Woellen Cranenborch later natuurlijk wel praktisch. Een derde belangrijk aspect van het predikaat Woellen geeft aan dat het kennelijk om een tamelijk groot zandgrondgebied moet gaan. Vele hoeven in Kranenburg bij Vorden staan op een stuk zandgrond ter grootte van het boerenerf zelf, terwijl de produktiegronden van de hoeve normaliter bestaan uit meer veenachtige grond. Ook de andere hoeve Cranenborg in Kranenburg bij Vorden staat op een klein stuk zandgrond, omgeven door veengrond. Het predikaat Woellen is derhalve nietszeggend, als Woellen Cranenborch zelf ook op maar een klein stuk zandgrond zou staan. Dat zou geen onderscheidend predikaat opleveren. Derhalve zal met Woellen inderdaad zijn bedoeld, dat de zandgrond van Woellen Cranenborch zich door de grootte in belangijke mate onderscheidt van andere hoevegronden. Bovendien bestaat die zandgrond kennelijk nogal uit los zand. Mogelijk dus dat die zandgrond nog maar pas is bewerkt en bebouwd.

Op grond van de genoemde aspecten mbt het begrip Woellen zal hoeve Woellen Cranenborch gezien haar predikaat Woellen oorspronkelijk kunnen hebben gestaan op een stuk onbebouwd zandgrond, dat qua grootte beduidend groter moet zijn geweest dan normaal in de regio Kranenburg bij Vorden. Verder geeft het predikaat Woellen aan dat hoeve Woellen Cranenborch later moet zijn gebouwd dan de hoeve Cranenborg die rond het jaar 1600 is gebouwd in het dorp Kranenburg bij Vorden.


- De locatie
In de Hottinger Atlas van 1783 is buurtschap Mossel duidelijk aangegeven. (kaart rechts) In dit gebied is slechts één hoeve getekent. (oranje C) Op bovengenoemde lijst ivm schade opgelopen door oorlogsdaden in 1665 van de Munsterse bisschop Christoph Bernhard van Galen, wordt slechts één woning genoemd in Mossel. Aangezien op nevenstaande kaart van 1783 in Mossel maar één woning is getekend, moet dat vrijwel zeker hoeve Woellen Cranenborch zijn. De hoeve staat op een rond erf omrand met hoge bomen, waarschijnlijk populieren.
 

Op de kaart in de Hottinger Atlas (HTN) ligt hoeve Woellen Cranenborch circa 0.5 cm zuidoost van de lijn KasteelWildenborg-HuisWientjesvoort op 4/9 afstand gerekend vanaf Wildenborg. Projecteren we deze gegevens op de de Topografische Kaart 34C (Ruurlo e.o.; 2002) van de Topografische dienst te Emmen, dan moet hoeve Woellen Cranenborch

hebben gestaan in de hoek tussen de Mosselseweg (Kranenburg-Lochem) en de Giezenkampweg, een rechte zandweg van de Wildenborger Hof aan de Wildenborgseweg naar de Mosselseweg. Kaart 34C toont op die plek een vrij groot zandgebied.

 
Inspectie ter plekke (juli 2009) toont inderdaad een opmerkelijk hoge en ronde heuvel, omrand door bomen. De grond aldaar blijkt zandgrond met wat leemgrond te zijn. Op de heuvel groeit mais, wat betekent dat de grond zeker uit zand bestaat. Het pad op Kaart 34C op het terrein van Woellen Cranenborch is verdwenen. E.e.a. betekent dat de hoeve al geruime tijd is afgebroken. Naar schatting zeker al enige decennia. Mogelijk liggen er nog fundamenten of ander resten in de grond. De bomen rond het huidige erf (de heuvel) lijken hooguit circa 70 jaar oud. Het zijn voornamelijk jonge eiken. Er staat een heel grote populier (peppel) die van veel oudere datum lijkt.

Het gebied rond Woellen Cranenborch laat duidelijk zien dat het ooit een groot moerasgebied was. In het bos aan de overkant liggen nog vele sloten voor de ontwatering. Het kan haast niet anders dan dat de vroegste bewoners van Woellen Cranenborch verveners waren.

Eerder genoemde Herman op Woellen Cranenborch krijgt zoals gezegd in 1666 52 toenmalige guldens, ivm schade opgelopen door oorlogsdaden in 1665 van Christoph Bernhard van Galen, bisschop van Munster. Het bedrag dat hij krijgt is relatief klein vergeleken met wat anderen op die lijst krijgen. Was Herman eerlijker dan die anderen, of heeft hij inderdaad beduidend minder schade geleden? Dit laatste lijkt niet onmogelijk. De heuvel waarop hij woont, wordt omringd door grote moerasvelden. Zijn woning is dus moeilijk toegankelijk. Mogelijk wordt zijn heuvel ook nog omringd door een brede sloot. Anno 2009 lijken daarvan nog sporen aanwezig.

- De driesprong
Hoeve Woellen Cranenborch blijkt te liggen op een driesprong. De Reeoordweg loopt naar Almen (7.7 Km). De Mosselseweg loopt richting Kranenburg (2.2 Km) en aan de andere kant richting Lochem (5 Km). In Almen woonde Henrick Cranenborch (gb 1528), stamvader van de Cranenborchs~ in de Achterhoek. Genoemde Herman op Woellen Cranenborch is geboren circa 1630 op hoeve Cranenburg in Kranenburg/Vorden. In Lochem wonen later Cranenborghs~, van wie enige hun roots lijken te hebben op Woellen Cranenborch. (> Cranenborgh Lochem) De afstanden tot de ouderlijke huizen zijn dus gering. Ook voor die tijd, toen mensen nog te voet of te paard grote afstanden aflegden.

- Weulen
Trouwboek Almen schrijft 25.10.1691:

Jan Hermans, soon van Hermen op Weulen Cranenborgh onder Vorden, en Bartha Hendrick, n.d. van Hendrick Ounck in Almen.

Deze tekst bewijst dat woellen=weulen zoals eerder is beschreven. In de 18e eeuw verschijnt ook de naam Weulen Kranenbarg~. Dit geslacht zal derhalve zeker afkomstig zijn van hoeve Woellen Cranenborch in Mossel. (> Weulen Kranenbarg)

- Kranologie
1565-1625 Christian Kraneborch B!+// Zutphen"-Vorden*
1595-1655 Xx Cranenborch (zv Christian)* B!+// Mossel/Kranenburg/Vorden
1630-1690 Herman op Woellen Cranenborch B!+// Mossel/Kranenburg/Vorden
1630-xxxx  Hoeve Woellen Cranenborch in Mossel/Kranenburg/Vorden
1676-1736 Jan Hermans Weulen Cranenborch B!+// Mossel/Kranenburg/Vorden
1706-1766 Jan Weulen Kranenburg B!+// Vorden
etc
** Weulen Kranenbarg~, Achterhoek, Wullenhoven
# WS OTGB 01.7 17.10.07 (artikel van Jarich Renema, Naberlaan 19, Utrecht), FRI, DAB, KBG

 
Wold:
Bron Vrouger: Oud Saxisch woord voor een gebied met landerijen, zoals open plekken, grasland of bouwland, gelegen tussen bossen en bossingels. Oud Fries: wout of wolt. Oud Anglisch: wudu. Komt veel voor in plaatsnamen in Noord Nederland. Vaak in groepen bij elkaar. Bijvoorbeeld in Groningen: De 7 Wolden (Harksted, Scharmer, Kolham, Slochteren, Hellum en Siddeburen), Oostwold bij Siddeburen, Kropswolde, Woltersum, Noordwolde, Zuidwolde, Wolddijk, Woldendorp, Finsterwolde, etc. Drente: Roderwolde, Foxwolde, etc. Friesland: Eernewoude, Siegerswoude, Duurswolde, etc. Oost-Friesland: Böhmerwold, Georgiwold en Simonswolde.
Bron EWB: woud: Oud Saxisch, Oud Fries, Oud Hollands: wald; Oud Engels: weald. Vrij zeker afgeleid van Oud Germaans walthu = open veld. Het landschap in Noord Europa bestond voornamelijk uit grote open vlakten begroeid met gras en weinig bomen.
** Cotswolds, Wychwood
# Vrouger nov 2007 p 41, EWB

Wolhandel:
** Cranenburg Damme, Hughe Hughesz van Cranenburg (gb 1330 Eikenduinen)

Woning
Met 'woning' wordt in het Middelnederlands ook vaak een borg, havezathe of kasteel bedoeld.
** Huizen

Wopke Jacobs Kranenburg' (1607*-1667*):
Dochter van Jacob Claesen Kranenburg en Anne Heijnens. Geboren in Scharmer*.
Vermeld 3.11.1661 in Register Lidmaten NH Kerk Kantens:

    Wopke Jacobs, huijsvrouw van Jacob Claesen

Er lijkt hier sprake van verwarring. Genoemde Jacob Claesen zal zeker niet Wopke's man zijn, maar haar vader.
# menneglas.nl 20.11.08, KBG

Worcester:
Hoofdstad van Worcestershire in Engeland, gelegen aan de Severn rivier. Rond 50 nC bouwen de Romeinen er een fort. Dankzij de ligging aan de weg van Wroxeter naar Gloucester komt er veel verkeer langs en gaat de economie bloeien. Er werken vooral boeren, smederijen, timmerlieden, pottebakkers, etc. In de 2e eeuw komt de ijzerindustrie op gang.
In 407 verlaten de Romeinen Engeland en raakt de stad in verval.
Rond 650 komen de Hwicce, een Anglische stam uit Mercia. Ze bouwen er een nederzetting, die ze Weogoran Caester noemen. Dit betekent stad van de mensen van de bochtige rivier.
In 680 krijgt deze nederzetting een kathedraal en een bisschop. Deze bisschoppen dragen de titel Episcopus Hwicciorum, ofwel bisshop van de Hwicce.
Door de vestiging van de kathedraal gaat Worcester in rap tempo verder groeien. De Kerk betekent immers geld en macht in die tijd.
In de 9e eeuw wordt Worcester een vesting. Koning Alfred de Grote bouwt namelijk rond zijn hele rijk een netwerk van forten tegen de aanvallen en raids van Denen. De stad wordt ommuurd en omgracht. Op de muren komt een houten palisade.
In 1041 zendt koning Harthacanute een belastinginner. De stad weigert echter te betalen en vermoordt de man. De koning is woedend en stuurt een leger om de stad te straffen. De bevolking vlucht daarop naar Bevere Island. Het leger neemt wraak en plundert de stad. Vrij snel na dit brute optreden weet de stad zich echter weer te herstellen.
In 1086 telt Worcester 2000 inwoners. In die tijd een redelijke omvang voor een stad.
** Alfred de Grote, Beverey
# Tim Lambert (A brief history of Worcester), WKP, FOW, DAB

Worcestershire
Graafschap in MW Engeland. Oppervlakte 1813 Km2. Overwegend laagvlakte langs de Severn met de zijrivieren Avon, Teme en Stour. Ruim 60% is grasland. Het zuid-westen en noorden zijn heuvelachtig. Economie: rundteelt, tuinbouw, steenkool en industrie. Anno 2006 ruim 1 miljoen inwoners. Hoofdstad is Worcester.
Districts: Worcester, Malvern Hills, Wyre Forest, Bromsgrove, Redditch en Wychavon.
Worcestershire hoort historisch bij Mercia, het koninkrijk van de West-Angelen. Het is oorspronkelijk bevolkt door de Hwicce, een Anglische stam uit Mercia. Dat gebeurt op grote schaal rond 650 nC.
** Hwicce, Mercia, Bevere
# WP, WKP, DAB

Woubrugge
Gemeente in Zuid-Holland.
** Gerrit Gerritse Cranenburg, Maartje Gerrits Cranenburg

Wouter~

Wouter Everardsz van Cranenburgh (1315*-1375*):
Ridder. Zoon van Everardus van Cranenburgh (gb 1285) en NN te Utrecht.
Bouwer van hofstede Kranenburg te Utrecht. Ghm NN.
Wapen: op zwart drie wassenaars in zilver.
Udh: Dirc Woutersz van Cranenburgh (gb 1350; Utrecht).
** Kranenburg Utrecht (Hofstede/Bewoning)

Wouter Dirxz van Cranenburch (1440*-1510*):
Vrijwel zeker een zoon van Dirick van Cranenburch (gb 1420) in Den Haag.
Vermeld bij Jan Woutersz Craen op 7.4.1506 ivm de verkoop van 4 kamers met erven aan het Convent van St Maria op het Spoy in Den Haag (AKD p 85).
Zoon: Jan Woutersz Cranenburg (gb 1471).
Mogelijk ook Gerrit Woutersz van Cranenburch (gb 1480).
** Craen
# AKD

Wouter Jansz van Cranenburch (1445*-1521):
Zoon van Jan Claesz van Cranenburch in Leiden/Warmond.
Vermeld 29.4.1480 in charter (retroacte) ivm rente op een huis in de Breestraat te Leiden (centrum).
Op 23.2.1498 beleend met 14 morgen land in Borgersdijk na overdracht door Lijsbeth van Cranenburch.
Overlijdt oktober 1521. (OV70/101)
Zoons*: Jan Woutersz, Dirck Woutersz, Bruyn Woutersz, en Mouring Woutersz van Cranenburch
** OV70/101, Leenoverdracht, Jacob Claesz van Cranenburg
# LWR, KBG

Wouter Gerritsz van Cranenburg* (1470*-1530*)
Mogelijk een zoon van Gerrit van Cranenburg te Eikenduinen.
Vermeld in 1528 als Welgeborene in Rijnland.
Zoons*: Cornelis Wouter Gerritsz en Dirk Wouter Gerritsz van Cranenburg.
# LWR, KBG

Wouter Jansz van Cranenburch (1611*-1671*):
Mogelijk een zoon van Jan Claesz Cranenburgh in Warmond.
Woont in Eindhoven. In 1646 wordt aldaar beslag gelegd op zijn penningen om hieruit een schuldvordering te verhalen.
Alias: Wouter Janssen van Cranenburch
Kinderen*: Mathys Woutersz van Kranenburgh (gb 1635), Bartholomeus van Cranenburgh (gb 1640), Catharina van Cranenburch (gb 1654).
** Van Cranenburgh Brabant
# Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (ivn A-210), KBG, DAB

Wouter van Kranenburgh (1672-1732*)
Geboren 28.10.1672 te Amsterdam. Zoon van Mathys Woutersz van Kranenburgh en Geesien Loomans.
# JKE

Wullenberg:
** Woelle

Wullenhoven:
Zandverstuiving met grote heuvel van zand circa 1.5 Km ZO van Nijkerk.
** Woelle

Wybrandus~
() Wybrandus, Wijbrandus, Wybrand~, Wibrand~, etc

 

Wijbrandus Kranenborg (1668-1713):
Zoon van Hiskias Kranenburg en Trientje Wyben. Geboren 1668 Oost-Friesland (Wymeer*). Wordt predikant te Wedde (Gro), waar hij 16 mei 1693 trouwt met Trijntje Haselhoff, dochter van Lucas Haselhoff en Eltien Elses, gedoopt 1 maart 1668 te Blijham (Gro). Notitie in huwelijksacte: Alb. Stud Gron. 25/6/1688 Wibrandus Cranenburg Frisius Orientalis. (KWS Edzard van Dijkum)
Wijbrandus overlijdt 9.6.1713 te Wedde. Trijntje overlijdt daar 20 april 1721.
Zijn nazaten zijn met een enkele uitzondering allemaal predikanten.
Alias: Wybrandus Cranenborgh, Wibrandus Cranenburg.
 
Udh: Magdalena, Trijne, Ettien, Albertjen, Hiskias Wijbrands en Beelken Cranenborgh.

In de Nederlands Hervormde Kerk te Wedde ligt schuin tegenover de kansel de grafsteen van Wijbrandus en Trijntje. Daarop staat de tekst: 'Anno 1713, den 9 juny, is de eerw. welgel. heer Wybrandus Cranenborgh, in syn leven predicant tot Wedde, in den Heere ontslapen, out zynde 45 jaar, naedat hy 20 jaren predicant waar geweest, verwachtende met alle ware gelovige een zalige opstandinge door Jesum Christum'. Verder: '1721, den 20 appril, is an pastors reghter hand begraven syn huisvrouw Trintye Haselhof'. Tussen beide teksten: de familiewapens van Wijbrandus en Trientje. Het wapen van Wijbrandus (zie foto) is in bron GGW als volgt beschreven:

Een kraanvogel(?) met korte poten, staand op het dak van een borg, zijnde een dwarshuis met een deur, waarvoor een stoep met twee treden, in de middelste van drie puntgevels, in elke puntgevel bovenin een rond raam en daaronder drie rijen van twee rechthoekige ramen naast elkaar en tussen de puntgevels drie rechthoekige ramen onder elkaar.

 

Het wapen van Wijbrandus is om vele redenen nogal curieus. Het dwarshuis is zo precies afgebeeld, dat het erop lijkt dat het een reëel bestaande borg betreft. De regels in de heraldiek schrijven dit in feite ook voor. De stijl is duidelijk uit de Gotiek (1230-1560). De borg is volgens het zegel van Arius Kranenborg, waarop de zelfde borg staat, opgetrokken uit bakstenen of kloostermoppen. Het dak is met leistenen bedekt in schuine banen, wat in vroegere tijden gebruikelijk was. De treden van de stoep zijn vrij simpel gelegd, hetgeen kan duiden op een ver verleden. Vanaf de Vroege Renaissance (1525-1565) zijn stoepen veel fraaier en vaak al echte bordessen. Wat verder opvalt, zijn de raampartijen tussen de puntgevels: tussen twee gevels drie ramen
onder elkaar. Een dergelijke constructie is zeldzaam. Alleen in Engeland komt deze specifieke bouwstijl meer voor. Bijvoorbeeld bij Broughton Castle in Oxfordshire en Loseley House in Surrey. Beide kastelen zijn eveneens dwarshuizen.

In Nederland kent alleen kasteel Staverden op de Veluwe een gelijke constructie: een dwarshuis met drie puntgevels met tussenruimtes voor ramen en een pauw op de punt van de middelste gevel. Dit kasteel heeft echter twee verdiepingen, terwijl de borg van Wijbrandus er drie heeft. Ook de zogenaamde bull's eye in elke puntgevel ontbreekt bij kasteel Staverden. Verder zij opgemerkt dat Staverden in zijn huidige vorm dateert van 1904, toen het door de toenmalige eigenaar geheel herbouwd werd. Op oude plaatjes ziet Staverden er aanmerkelijk anders uit.
Dwarshuizen zijn huizen waarvan de nok evenwijdig aan de straat loopt. Het oogt fraai en doet het huis breder lijken. Deze bouwstijl is voornamelijk vóór de 17e eeuw gangbaar. De borg van Wijbrandus kan derhalve heel wel vóór 1600 zijn gebouwd, hetgeen strookt met de gotische bouwstijl uit de periode 1230-1560.

Bron FEW (p 76) schrijft over gevels in wapens:

Huis- of trapgevels (drie, paalsgewijs in de linkerhelft van het wapen, rechterhelft de Friesche halve adelaar) werden slechts aangetroffen in het wapen (de Haan) Hettema. Zij zullen duiden op het bezit van een (geërfde) state.

De borg in het wapen van Wijbrandus lijkt dus per saldo te verwijzen naar een historische borg waar de Kranenburgs~ ooit hebben gewoond. Alvorens de vraag te onderzoeken waar en wanneer die borg heeft gestaan, is nodig de borg op het wapen nader te analyseren.

- De borg
Gezien de gotische bouwstijl van de borg en de overige kenmerken lijkt deze te zijn gebouwd tussen 1250 en 1525. De cartouche van het wapen doet adellijk aan. Qua stijl lijkt hij echter niet echt Gronings. In Groningen treft men eerder blader- of klaverkronen. Maar ook de andere elementen van de cartouche doen niet bepaald Gronings aan. De parelkroon is meer typisch voor het westelijke deel van Nederland; i.b. Noord- en Zuid-Holland. Ook de borg is qua stijl meer te plaatsen in met name Zuid-Holland dan in Groningen. Vooral vanwege het dwarshuis, de puntgevels en de meer elegante stijl. In Warmond stond een monumentaal pand genaamd 'het Theologicum' dat qua stijl doet denken aan de borg van Wijbrandus. Het Theologicum is echter gebouwd rond 1820 en is inmiddels alweer afgebroken. Qua bouwstijl en ouderdom zou de borg van Wijbrandus echter goed passen in Warmond en omgeving. Maar ook in andere delen van Zuid-Holland. Een pand dat ook enigszins doet denken aan de borg van Wijbrandus is bijvoorbeeld dat van het Medisch Centrum Scheveningen aan de Nieuwe Duinweg 21. Kasteel Binckhorst in Den Haag doet eveneens denken aan de borg van Wijbrandus. Het wordt voor het eerst vermeld op 16 mei 1308, als Symon van Benthem zijn 'huys ter Binckhorst metten lande datter omtrent leyt' opdraagt aan graaf Willem III. Het is dus zeer waarschijnlijk eind 13e eeuw gebouwd en hoort daarmee tot de gotiek (1230-1560). Dit kasteel heeft echter twee verdiepingen en twee puntgevels.

Er zijn met name in Groningen meer familiewapens met borgen en puntgevels bekend. Vooral in Kantens en omgeving zijn ze te vinden. (> Kantens, Harcke Jansen Kranenburg) Het geslacht Van Saxenhuizen (Wedde) heeft bijvoorbeeld ook een pand met puntgevels. Al deze panden met puntgevels zijn echter nogal simpel en cliché uitgebeeld. Dit in sterke tegenstelling tot de borg van Wijbrandus. Deze borg lijkt haast wel een getrouwe weergave van een orgineel en bestaand (hebbend) monumentaal pand. Het is alleen de vraag wat de borg zelf moet voorstellen. Is het de borg van de voorouders Kranenburg van Wijbrandus? Of is de borg een bezit (geweest) van voorouders langs vrouwelijke lijn? Of is het een borg die van nog weer anderen was? Of is het een fantasieborg, die nimmer werkelijk heeft bestaan of slechts ten dele? De genoemde expliciete uitbeelding van de borg en de bouwstijl sluiten uit dat de borg een fantasieborg is. Verder zal men normaal gesproken slechts pronken met de eigen veren en zal de borg dus bezit en woning zijn geweest van de voorouders Kranenburg van Wijbrandus. Dat geeft pas echte zin en betekenis aan de uitbeelding. Bovendien horen volgens bron PAMA huizen in een familiewapen concreet bestaande of bestaand hebbende huizen voor te stellen. In dat geval en rekening houdend met de overige wapenkenmerken, kan dit erop wijzen dat de voorouders van Wijbrandus waarschijnlijk niet uit Groningen zelf komen, maar eerder uit de huidige Randstad. Voor dit denkbeeld pleit ook de naam Kranenburg zelf. Het overgrote deel van de Kranenburgs in Nederland woont/woonde immers in Zuid-Holland, met als concentratiegebieden Rotterdam, Den Haag, Leiden en Nieuwkoop. Verder is er niets in Groningen waar de naam Kranenburg van afgeleid of overgenomen lijkt. Boerderij Kranenburg aan de Peizerweg in stad Groningen lijkt niet gebouwd op een terrein dat een 'berg van de kraanvogels' in een moeras geweest moet zijn. Het terrein is daarvoor veel te vlak en op gelijke hoogte met het gebied er omheen. De naam van deze boerderij kan derhalve eerder afkomstig zijn van mensen die daar ooit gewoond hebben.

Onder de titel Borg Kranenburg wordt in dit lexicon gespeculeerd over de vraag of en waar een borg zou kunnen hebben gestaan die beantwoordt aan de borg van het wapen van Wijbrandus en oude familieverhalen over een dergelijke borg bij het geslacht Kranenburg uit Scharmer. Uit deze speculatie blijkt het kasteel Cranenburg te Eikenduinen het meest te lijken op de veronderstelde borg Kranenburg. De locatie in Zuid-Holland (Loosduinen) versterkt bovengenoemde vermoedens over een mogelijke locatie van de borg van Wijbrandus en de herkomst van de Kranenburgs uit Scharmer c.q. Groningen. Mocht Cranenburg Eikenduinen inderdaad de grote kanshebber zijn, dan is de vreemde vogel in het wapen van Wijbrandus waarschijnlijk toch een zwaan. Deze zwaan kan dan een uitbeelding zijn van de zwanendrift die Cranenburg Eikenduinen bezat. Vooralsnog is alleen van Willem van Cranenburg (1300*-1360*), de stichter van Cranenburg Eikenduinen, bekend dat hij zwanendrift bezat. Of laterebewoners/eigenaars van het kasteel ook dit zwanendrift hebben, is (nog) niet bekend. E.e.a. betekent dat het wapen van Wijbrandus kan dateren van de beginperiode van Cranenburg Eikenduinen. Dus van de periode 1330-1360, de periode dat Willem van Cranenburg er woont.

- De kraanvogel
De zogenaamde kraanvogel op het dak lijkt in eerste instantie meer op een zwaan dan een kraanvogel, gezien de korte poten, de hals en de verdere lichaamsbouw. De 'zwaan' van Wijbrandus heeft echter iets op de kop wat aan oortjes doet denken. Verder heeft deze 'zwaan' geen snavel, maar iets dat meer op een afgeronde bek lijkt. Verder is het geen typische afbeelding voor een zwaan. Zwanen worden normaliter uitgebeeld met een lange ranke hals en omhoog staande vleugels. Per saldo lijkt de 'zwaan' dus niet echt op een zwaan, maar doet door de genoemde rariteiten meer denken aan een mislukte knobbelzwaan, een helmhokko, een gans of een fabeldier. Maar welk? En met welke betekenis? Waar dit fabeldier het meest aan doet denken, zijn de drie hemelnimfen uit het sterrenbeeld Orion. Maar ook aan een broodhaantje op een palmpasenstok en dan specifiek uit de regio Amsterdam. In beide gevallen hebben we te maken met de Christus-mythologie en wel heel biezonder met de wederopstanding van Christus. Een dergelijke symboliek past aardig in de religieuse wereld van de pastors Wijbrandus en Arius Kranenborg. De vraag is dan alleen of dit fabeldier door hen is toegevoegd aan de borg, of dat daarvoor geen of een andere familiewapen aanwezig was. Als er geen of een ander familiewapen aanwezig was, dan kan het wapen van Wijbrandus een fantasieborg uitbeelden duidend op 'borg' van Kranenborg of 'de burcht van God' conform de tekst 'een vaste burcht is onze God'. De zeer specifieke c.q. expliciete uitbeelding van de borg van Wijbrandus doet daaraan twijfelen. Wilde Wijbrandus de 'burcht van God' uitbeelden, dan had hij dat simpeler kunnen doen en zeker meer in line met het gebruikelijke in zijn leefwereld Groningen, zoals in andere familiewapnes.

Bron FEW schrijft over de wapenelementen gans en zwaan:

De gans komt in de Groninger Ommelanden in enkele wapens voor. De wilde gans duidt op het jachtrecht; met de tamme gans gaat de ganzehoeder op de almende [markegrond]. Ook de tamme gans duidt dus op almendergerechtigheid.
...
De zwaan kan duiden op het recht om zwanen te schieten, dus op het jachtrecht, onderdeel van het almenderecht. Dit recht hadden uiteraard oorspronkelijk alle eigenerfden. Later schijnt het echter in sommige Friesche landen te zijn beperkt tot enkele huizen. Maar ook kan de zwaan duiden op het recht om zwanen te houden, d.i. het recht van zwanendrift (het recht om met uitzondering van ieder ander zwanen te houden binnen zeker gebied en de inwoners te dwingen deze dieren niet te verjagen, te hinderen, te storen, veelmin te doden. De zwaan gold voor een edelen vogel. Hamconius vermeldt nog in 1609 dat alle eigenerfden hiertoe gerechtigd waren. Dit recht zal mede tot het almenderecht moeten worden gerekend. De zwaan komt in de middenfriesche en Ommelanden wapens zelden voor.

Deze tekst geeft belangrijke aanwijzingen over de reëele achtergronden van het wapen van Wijbrandus:
A. De gans in het wapen lijkt specifiek voor de Ommelanden van Groningen. Exact het gebied waar de Kranenburgs~ zich vestigen en waar ook Wijbrandus dus zijn roots moet hebben.
B. De gans is het symbool van de Hussieten. (> Groepsymbolen, Hussieten) De gans in het wapen van Wijbrandus kan daarom verwijzen naar Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1355 Eikenduinen). Hij is Hussiet en moet dat zwaar bekopen. In 1444 wordt hij daarvoor gestraft. Zijn rechterhand wordt afgehakt en hij moet Leiden verlaten op straffe van dood. Met de gans in het wapen willen de Kranenburgs~ in de Groninger Ommelanden mogelijk aangeven dat ze afstammen van deze Claas Willemsz van Cranenburg uit Eikenduinen.
C. De zwaan wijst op een recht dat bij de Kranenburgs~ in Groningen vooralsnog onbekend is. Wel heeft Willem van Cranenburg (gb 1305) in Eikenduinen dit recht en mogelijk enige nazaten van hem die kasteel Cranenburg in Eikenduinen bezitten. Mogelijk verwijst het wapen van Wijbrandus naar dit recht!

- De kroon
De kroon op het wapenschild doet niet echt Gronings aan. Groningse kronen hebben normaliter klavers of bladeren op de kroonband met daartussen parels. De kroon van het wapen van Wijbrandus is duidelijk een parelkroon, zoals die vooral voorkomt in Zuid-Holland. Daar liggen kennelijk de roots van de Groningse Kranenburgs~. In ieder geval zijn ze van oorsprong kennelijk geen Friese familie. Dat blijkt o.a. ook uit het wapen van Harke Jans Kranenburg (gb 1660) in Spijk. Zijn wapenschild heeft kenmerken die horen bij familienamen die niet als typisch Fries zijn te beschouwen. (> Harke Jans Kanenburg)

- Conclusie
Op grond van de analyses over de borg en de kraanvogel of gans lijkt de volgende conclusie vooralsnog gerechtigd:

Het wapen van Wijbrandus moet in de Ommelanden zijn gecreeerd door Kranenburgs~ aldaar op grond van historische kennis van hun voorouders. In biezonder van hofstede Cranenburg in Eikenduinen en de zwanendrift van de Cranenburgs~ aldaar. Maar mogelijk ook van hun voorvader Claas Willemsz van Cranenburg, geboren 1355 in Eikenduinen. De Kranenburgs~ in Groningen hebben daarmee aangegeven dat hun roots liggen in Eikenduinen en dat ze nazaten zijn van Willem van Cranenburg, de stichter van hofstede Cranenburg te Eikenduinen en bezitter van de zwanendrift aldaar.

** Borg Kranenburg, Cranenburg Eikenduinen, Willem van Cranenburg (gb 1305), Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1355), Arius Kranenborg, FW Kranenborg Wedde, Kranenburg Scharmer, Kranenburg Wassenaar, Zwanendrift, Hussieten, Groepsymbolen, Gans, Huizen, VWW, Almenderecht, Kantens, Harcke Jansen Kranenburg (gb 1620), W. Cranenburg (gb 1688; Wedde)
# JBK, GGW, KOH, BIN, HRAC, GEH

Wibrandus Cranenburgh (1713-1773*):
Zoon van Focko Emes en Ettien Cranenburgh (gehuwd 22.12.1713 te Blijham).
Geboren 8.9.1713 te Wedde. Gedoopt 1714 in de NH Kerk te Wedde.
Huwt 20.11.1739 te Winschoten met Anna Nannes.
Op 31.5.1742 te Winschoten aangenomen als lidmaat van de NH Kerk.
Alias: Wijbrandus Cranenburg/Cranenborgh.
Bron archieven.nl 28.9.08 (doopinschrijvingen) schrijft dat Wibrandus Cranenburgh een zoon is van Fokko Emes en NN en dat hij in 1714 is gedoopt in de NH Kerk te Wedde. Zijn moeder is dus niet genoemd. Opmerkelijk is daarbij dat Wibrandus de naam Cranenburgh meekrijgt, hoewel zijn vader Emes wordt genoemd. Volgens de doopischrijving moet de werkelijke vader dus een Cranenburgh zijn. Wibrandus lijkt daarom een ondergeschoven kind uit de familiare kring, aangezien zijn moeder ook een Cranenburgh is.
** W. Cranenburg (gb 1688; Wedde)
# archieven.nl 28.9.08 (doopinschrijvingen), DAB

Wybrand Kranenburg (1735*-1795*):
Mogelijk een zoon van Derck Dercksz Kranenburg en NN te Loppersum/Groningen.
Geboren in Groningen.
Otr (jongeman) VK 6.9.1760 te Enkhuizen met Antjen Harmes, weduwe uit Enkhuizen.
Nazaat*: Jan Kranenburg (gb 1871; Enkhuizen).
# Otr. Boek Enkhuizen, KBG

Wibrandus Kranenborg (1818")
** Wybrandus Kranenborg (gb 1772)

Wybrandus Kranenborg (1772*-1832*):
Cargadoor en later convooiloper. Woont in Oude Pekela. Ghm Grietje Harms Hut.
Op 5.11.1808 worden Wibrandus en Grietje te Oude Pekela op belijdenis aangenomen als lidmaat van de NH Kerk.
Notariële acte Oude Pekela Ao 1818: "Wibrandus Kranenborg, negotiant, verkoopt aan Jan Reints Brons een smakschip, genaamd 'Vrouw Hillegenia', met deszelfs annexen en tuigagiën, zoals laatst door Albert Hermannus Tap als schipper is bevaren, metende lang 70 voet, wijd 16 voet, hol ½ voet, zoals van Otto Cornelis Bijlholt te Martenshoek te water is gebracht, voor de somma van Fl 1700,-."
Alias: Wibrandus Kranenborg.
Udh: Nanno Kranenborg (gb 1807 Oude Pekela)
# F.A. van Mourik, menneglas.nl 19.11.08

Wybrandina~

Wijbrandina Cranenburg (1713-1773*):
Volgens archieven.nl 28.9.08 (doopinschrijvingen) wordt in 1713 in de NH Kerk te Wedde ene Wijbrandina Cranenburg gedoopt. Als haar ouders worden genoemd W. Cranenburg (predikant) en NN. Gezien de context kan met W. Cranenburg bedoeld zijn Wijbrandus Kranenborg (1668-1713), predikant te Wedde.
Op 19.6.1735 is Wijbrandina "op belijdenis" aangenomen als lidmaat van de NH Kerk in Oude Pekela. In het lidmatenboek wordt ze Wibrandina Cranenberg genoemd en blijkt ze te zijn gehuwd met de brouwer Harm Willems.
** W. Cranenburg (gb 1688; Wedde)
# archieven.nl 28.9.08 (doopinschrijvingen), menneglas.nl 19.11.08

Wychwood
Groot heuvelig natuurgebied in ZW Oxfordshire, gelegen tussen Salford, Burford en Asthall. Voornamelijk bos en rivierdalen van de Evenlode en de Glyme.
In de 4e eeuw nC bevolkt door de Hwicce, een stam van de Angelen. Mogelijk is Wychwood naar hen genoemd: het woud van de Hwicce.
** Hwicce, Cotswolds, UTR/UK, Wig (gb 345; Sleswig), Wold

Wymeer:
Dorp in Oost-Friesland (Neder-Saxen) grenzend aan Bellingwolde in Groningen. Anno 2003 circa 1500 inwoners. Hiskias Kranenburg (gb 1635) woont daar in 1675. Mogelijk woont daar al rond 1650 Harke Thijsz Kranenburg (gb 1595) uit Nieuwolda, die de vader van Hiskias kan zijn.
Wymeer grenst aan Bellingwolde. Zowel in Bellingwolde en Wymeer als daaromtrent wonen sindsdien vele Kranenborgs~, meest nazaten van Hiskias. Op de begraafplaats van Wymeer is anno 2006 geen graf van Hiskias te vinden. Ook niet in de kerk zelf. De grafstenen dateren van eind 18e eeuw. De naam Kranenborg of varianten daarvan is anno 2006 helaas op geen enkele steen te vinden, zodat de conclusie redelijk lijkt dat zich in Wymeer sinds de 19e eeuuw geen Kranenborgs~ duurzaam hebben gevestigd.
Lit.: Ortsippenbuch Wymeer 1713-1900 (Rolf Koens 2004; 3300 gezinnen uit o.a. Weener, Bunde, Blijham en Bellingwolde; 400 pag.; bestel bij Theo Hofman in Zuidbroek)
** Harke Thijs Kranenburg (gb 1595), Hiskias Kranenburg (gb 1634), Bellingwolde,
FW Kranenborg Wedde (tak 1-3)
# KBG, FRI, yahoo.com 28.11.08, DAB

Wynaldum:
Dorp in Friesland ZO van Harlingen.
** Cranenburgh Wynaldum, Ax (Wynaldum)

W. Cranenburg (1688*-1748*):
Volgens bron archieven.nl 28.9.08 (doopischrijvingen) wordt in 1713 in de NH Kerk te Wedde ene Wijbrandina Cranenburg gedoopt. Als haar ouders worden genoemd W. Cranenburg (predikant) en NN. Gezien de context kan met W. Cranenburg bedoeld zijn Wijbrandus Kranenborg (1668-1713), predikant te Wedde. Een andere predikant W. Cranenburg~ in of nabij Wedde is namelijk vooralsnog niet bekend. Vreemd is dan echter dat Wijbrandus Kranenborg in de doopinschrijving Cranenburg wordt genoemd. De doopinschrijver zal toch moeten weten hoe de predikant heet en hoe diens naam wordt geschreven.

Bron archieven.nl 28.9.08 (doopinschrijvingen) schrijft verder dat ene Wibrandus Cranenburgh een zoon is van Fokko Emes en NN en dat hij is geboren in 1713 en in 1714 gedoopt in de NH Kerk te Wedde. Zijn moeder is dus niet genoemd. Opmerkelijk is dan dat Wibrandus de naam Cranenburgh meekrijgt, hoewel zijn vader Emes wordt genoemd. Volgens de doopinschrijving moet de werkelijke vader dus een Cranenburgh zijn. Andere bronnen noemen Ettien Cranburgh als moeder van Wibrandus. Ettien is een dochter van Wijbrandus Cranenborgh en Trijntien Haselhof. Zij is rond 1688 geboren te Wedde. Zij huwt 22.12.1713 te Blijham met Fokko Emes, weduwnaar van Johanna Bonninga en begraven 21.6.1721 te Wedde. Per saldo lijkt Wibrandus daarom een ondergeschoven kind uit de familiare kring, aangezien zijn moeder ook een Cranenburgh is.

Recapitulatie van de feiten:
- Wijbrandina Cranenburg en Wibrandus Cranenburgh zijn beiden in 1713 geboren in Wedde.
- Wijbrandina Cranenburg en Wibrandus Cranenburgh zijn beiden gedoopt in de NH Kerk te Wedde, waar Wijbrandus Kranenborg (gb 1668) predikant is.
- De vader van Wijbrandus Kranenborg is Hiskias Kranenburg.
- Een alias van Wijbrandus Kranenborg is Wibrandus Cranenburg. (> Wijbrandus Kranenborg)
- De vader van Wijbrandina Cranenburg is ene W. Cranenburg. Haar moeder is NN.
- De vader van Wibrandus Cranenburgh is Xx Cranenburgh. Zijn moeder is NN.
- Aangezien Wibrandus Cranenburgh woont bij Ettien Cranenburgh, hoort zijn vader Xx Cranenburgh vrij zeker tot de familiaire kring van Ettien Cranenburgh.
- Aangezien W. Cranenburg rond 1713 predikant is
en zijn dochter Wijbrandina in de NH Kerk te Wedde is gedoopt
en er vooralsnog geen andere W. Cranenburg bekend is die in 1713 kennelijk in Wedde woont en daaromtrent predikant is
lijkt het vooralsnog vrij zeker dat W. Cranenburg in 1713 predikant te Wedde is.
- Aangezien Wijbrandus Kranenborg een zoon is van Hiskias Kranenburg
en Wibrandus Cranenburg een alias is van Wijbrandus Kranenborg
en Wijbrandus Kranenborg in 1713 predikant is in Wedde
en W. Cranenburg in 1713 vrij zeker in 1713 eveneens predikant is in Wedde
en Wedde in die tijd een gehucht is waar zeker niet meer dan één predikant is aangesteld
en er vooralsnog geen andere W. Cranenburg bekend is die in 1713 kennelijk in Wedde woont en daaromtrent predikant is
heeft het er veel van weg dat genoemde W. Cranenburg dezelfde persoon is als Wijbrandus Kranenborg.
- Aangezien genoemde Wijbrandina Cranenburg en Wijbrandus Cranenburgh beiden in Wedde zijn gedoopt, zullen zij zeker in Wedde of daaromtrent zijn geboren.
- Aangezien genoemde Wijbrandina Cranenburg en Wijbrandus Cranenburgh beiden in Wedde zijn geboren, zullen hun moeders zeker in Wedde of daaromtrent wonen.
- Aangezien Xx Cranenburgh (vader van Wibrandus Cranenburg) kennelijk tot de familiaire kring hoort van Ettien Cranenburgh (waar Wibrandus woont)
en Ettien Cranenburgh in Wedde woont
zal Xx Cranenburgh vrij zeker in Wedde of daaromtrent wonen.
- Aangezien genoemde Wijbrandina Cranenburg en Wibrandus Cranenburgh beiden in 1713 in Wedde of daaromtrent zijn geboren
en hun moeders onbekend zijn
en hun moeders zeker in Wedde of daaromtrent wonen
en hun respectieve vaders W. Cranenburg en Xx Cranenburgh zijn
en hun respectieve vaders in Wedde of daaromtrent wonen
en Xx Cranenburgh vooralsnog niet is gevonden in of nabij Wedde
en rond 1713 kennelijke geen andere Cranenburgs~ in of nabij Wedde wonen
heeft het er veel van weg dat W. Cranenburg (alias Wijbrandus Kranenborg) en ene NN de ouders zijn van zowel Wijbrandina Cranenburg als Wibrandus Cranenburgh.
- Aangezien Wijbrandina Cranenburg en Wibrandus Cranenburgh beiden in 1713 zijn geboren en ze vrij zeker dezelfde ouders hebben, zijn Wijbrandina en Wibrandus kennelijk een tweeling.
- Aangezien Wijbrandina Cranenburg en Wibrandus Cranenburgh vrij zeker een tweeling zijn
en hun waarschijnlijke grootvader Hiskias Kranenburg (gb 1635) zelf vrij zeker ook een tweeling had (Tjake en Danïel)
en aangezien bij de Kranenburgs~ stammend uit Bleiswijk meer dan normaal vaak tweelingen voorkomen (> Tweelingen)
is de kans groot dat W. Cranenburg (alias Wijbrandus Kranenborg) inderdaad de vader is van zowel Wijbrandina Cranenburg als Wibrandus Cranenburgh.
** Wijbrandus Kranenborg (gb 1668; Wedde), Wibrandus Cranenburgh (gb 1713 Wedde), Wijbrandina Cranenburg (gb 1713 Wedde), Tweelingen
# archieven.nl 28.9.08 (doopinschrijvingen), DAB

W. Kranenborg (1859*-1919*):
Woont 1894 in stad Groningen, voor 't Klein Poortje Q103.
In 1900: Winschoterdiep OZ 3.
Van beroep zakkenverhuurder.
# Groninger Almanak (1894;1900)

W. Kranenburg Nieuwkoop
Smederij te Nieuwkoop.
** Willem Kranenburg (gb 1897)

X::

Xdr
= X-dochter. Dwz: vader c.q. diens voornaam (Xx) is onbekend.

XGH
WS xs4all.nl/Geschiedenis van het centrum van Den Haag

Xsi:
Symbool bestaande uit een X met een I horizontaal erdoorheen. Lijkt veel op het Christusmonogram: een X met een P erdoor. Xristus Pontifex Maximus. Ofwel: Christus de grote bruggenbouwer. Een variante vorm voor het Christusmonogram is de vereenvoudigde vorm: een X met verticaal
 
een I erdoorheen. De X voor Chrestos en de I voor Iesous. Ofwel: het symbool voor de stervende en herrijzende Christus.
Bron WP schrijft over het Christusmonogram:
CHRISTUSMONOGRAM, gevormd door de eerste twee ineengestrengelde letters (x = chi en p = rho) van het Griekse woord Chrèstos, was reeds vóór 312 n.C. een algemeen gebruikelijke afkorting voor woorden die met deze letters [Cr of Kr] beginnen.

Later gebruikt keizer Constantijn de Xsi op zijn vaandel (labarum), schilden en munten. Een ander Christusmonogram is IHS, dat is samengesteld uit de eerste drie Griekse letters voor Iesous.

Xsi is ook een uitbeelding van de regeneratieve kracht in de kosmos en het proces van leven, sterven en herrijzen. Zoals de feniks die uit zijn eigen as herrijst. Of de herijzenis van Jezus aan het kruis. De X is dan het symbool van de vernietigende kracht en de I van de ziel die uit de eigen as opstijgt naar een nieuw leven. Anno 2009 vinden we Xsi nog terug op een kerstboom in het buitengebied van Gorssel. Als zodanig verbeeldt het de geboorte van Jezus, ofwel de wedergeboorte van het Licht.
 
Het teken Xsi komen we verder tegen als de 10e letter in het Cyrillisch en Russisch alfabet waar het staat voor de letter Dzjim, met de klank "dzj", zoals in het Engels door de G (Germany) en de J (Jesus). Deze dzj-klank vinden we terug bij Djhoeti, de Egyptische naam voor Thot, de god van de regeneratieve kracht van de kosmos. (> Thot) Deze naam wordt al genoemd rond 1500 vC in een graftombe in Luxor gewijd aan een hooggeplaatste ambtenaar, genaamd Djehuty. De tombe is onderdeel van van de necropolis Dra Abu El Nagra, aan de Nijl bij Thebe in Zuid Egypte. (De Telegraaf 18.3.09) Het Cyrillisch alfabet is een variant van het Griekse. Mogelijk hebben de Grieken dit teken bedacht en geassocieerd met Djhoeti, toen die naam voor Thot ingang vond in Egypte. Dat moet dan ergenis in 100-300 nC zijn gebeurd, toen het teken werd gecreëerd. Juist in de tijd dat het Romeinse Rijk de belangrijkste wereldmacht is en het oude Egypte in verval raakt.

De Engelse dzj-klank wordt zoals gezegd weergegeven door de Latijnse letters G (Germany) en J (Jesus). De G is afgeleid van de Oud Griekse C (gamma), die de vorm heeft van een omgekeerde L. De Latijnse G-klank ligt vlakbij de K-klank. De GCK-klanken liggen dus fonetisch vlak bij elkaar. Dat vinden we zelfs terug bij de naam Kranenburg~, die in een enkel geval vervormd lijkt tot Granenburg, zoals bij een boerderij nabij kasteel Cranenburg in Bleiswijk. (> Granenburg) In het Engels komt de overgang vaker voor: Cranbury > Granbury en Cranborough > Granborough. Zoals de GCK-klanken vlak bij elkaar liggen, zo blijken ook de oorspronkelijke GCK-lettertekens vlak bij elkaar te liggen. Dat is ook terug te vinden in het Runen-alfabet.

Kazachstan kent twee alfabetten: het Kazachse Cyrillische Alfabet en het Kazachse Arabische Alfabet. In de Cyrillische vorm is de Xsi qua vorm de 10e letter genaamd Dzjim. In transcripties wordt Dzjim weergegeven door de Latijnse letter J. De Arabische equivalent wordt weergegeven door een letterteken
 
dat nagenoeg gelijk is aan de Latijnse C. In de Kazachse transcriptie wordt de letter weergegeven door een J. In het Latijnse alfabet is dat weer het 10e teken. De J staat weer voor Jezus en Jezus heet de Christus. De Cyrillische letter Dzjim is dus equivalent aan het Christusmonogram en dus ook aan de afkortingen Cr en Kr.
 

Diverse Cranenburchs~ in Leiden en Warmond hebben het Xsi-teken gebruikt als merk. O.a. onder acten. Nevenstaand teken is een copie uit een acte van hen. Het is duidelijk dat zij dit teken gebruiken als een soort paraaf voor de beginletters Cr van hun achtenraam.
 

Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525) in Groningen en zijn dochter voeren hetzelfde huismerk. Dit merk is welhaast identiek aan de letter Dzjim in het Cyrillisch en Russisch alfabet. Dit Dzjim-teken correspondeert zowel met het Christusmonogram als met het Dzjim-teken. Kennelijk hebben Claes en zijn dochter dit teken gebruikt als de afkorting Cr voor hun achternaam Cranenburgh.
 

In het Runen alfabet (futhark) bestaat het teken Xsi ook. Namelijk in de Angel-Saxische en Deense futhark. Dit teken staat voor de letter H, wat een symbool is voor Harmonie, Heil en Geluk. Het lijkt een combinatie van de tekens Gebo (X) en Isa (I). Gebo staat voor de letter G en Isa voor de letter I. Opmerkelijk is dat Jezus (de Heiland) in oude geschriften ook Isa wordt genoemd. In de wat langerekte vorm vinden we het Xsi-teken in de runen terug als teken voor de Z-klank. Mogelijk identiek aan de dzj-klank van de Russische Xsi.

In de Jonge Futhark (runen alfabet) en in de Armanen Futhark is Xsi het 7e teken, genaamd Hagal. Daar staat het voor: geestelijk leiderschap, bescherming en harmonie.

De letter H staat in feite ook voor Horus, de Egyptische god en symbool van al het Goede. Zijn broer en grote rivaal is Seth. Beide zijn ze kinderen van oppergod Osiris en zijn hemelse vrouw Isis. Seth is de belichaaming van al het Kwade. Hij is er steeds op uit om Horus te achtervolgen en te vernietigen. Soms lukt het hem Horus te doden en in stukken te snijden. Maar telkens weer herrijst Horus uit het dodenrijk.

Per saldo geldt het teken Xsi dus als een kosmisch symbool voor de eeuwige cyclus van leven, sterven en herrijzen. Maar tegelijkertijd ook als symbool van de goede krachten in de wereld, die weliswaar sterfelijk zijn, maar uiteindelijk steeds weer zullen herrijzen. Een teken dus van geloof en hoop.

Bij een aantal Cranenburghs~ komt de Xsi als huismerk voor. Dat zijn:

1525-1585 Claes Thijsz Cranenburgh // Warmond-Groningen
1543-1616 Mees Claesz van Cranenburgh // Warmond
1580-1640 Zacharias Claesz van Cranenburch // Warmond
1611-1671 Jacob Sachariasz van Cranenburgh // Warmond
1665-1730 Jan Hindrix Kranenburg // Groningen-Scharmer (x)

Gezien eerder vermeld citaat uit bron WP over het Christusmonogram, is het duidelijk dat het door bovengenoemde Cranenburghs~ gebruikte Xsi-teken staat voor de beginletters van hun familienaam: Cr/Kranenburg~. Temeer daar in het wapen van de Van Cranenburchs in Warmond drie zespuntige sterren voorkomen en een zespuntige ster identiek is aan het Xsi-teken.

** Runen, Gamma, Thot, GXW, Jan Hindrix Kranenburg (gb 1665 Groningen), Jacob Sachariasz van Cranenburgh (gb 1611 Warmond), Huismerken, Van Cranenburch Dever, Ax (Hagal)
# WP, RGT, DAB

Xsiga:
** GXW

Xx
= voornaam onbekend
Sortering hierna per eeuw op geboortejaar-voornamen-achternaam tot xxx.
** Pg Xx Zone

Xzn
X-zoon. Dwz: zoon van vader (Xx) wiens voornaam onbekend is.

Y::

Yeomen
Landeigenaren in Engeland vergelijkbaar met de status van Welgeborenen in Holland of Eigenerfden in Groningen.
Een yeoman moet minimaal 40/- land bezitten. Ofwel minimaal per jaar 40 shilling aan verponding betalen. Hieraan zijn bepaalde rechten en plichten gekoppeld. Hij moet dienen in de vierschaar (rechtbank). Heeft stemrecht bij de benoeming van Knights van de Shire. Etc.
Oorspronkelijk zijn yeomen vrijwilligers in de cavalerie. Meestal jongemannen uit de boerenstand, die goed met paarden kunnen omgaan. Vergelijkbaar met de ridders in de Nederlanden.
Yeoman is afgeleid van het Oud Engelse woord yoman of yeman, dat mogelijk jonge man betekent.
** Welgeborenen, Eigenerfden, Thomas Goodspeed
# COD, DAB

Yngvi (700*-640* vC)
Uitspraak Ingwi.
** Pg Anglicana (Ingwi)

 
York Insignia Ltd.

** FW Kranenburg Wassenaar, Kranenburg Wassenaar, Cranenburg

Ype~
** Ipo~

IJsbrand~
() Ysbrand, IJsbrant, etc

Ysbrand Willemsz van Cranenburg* (1400*-1475*):
Mogelijk een zoon van Willem Willemsz van Cranenburg en Kathrijn van Beveren te Eikenduinen.
Vermeld 24.7.1457 (AKD p 411) als Ysbrandus Wilhelmusz, vicaris van de Jacobus Kerk te Haga (Den Haag), samen met anderen ivm geschillen over memoriegelden en statuten binnen de kerk.
Vermeld 6.3.1461 (AKD p 414) als Ysbrandus Wilhelmus, vicaris aan de Jacobus Kerk te Haga, samen met anderen ivm statuten voor de dienst in het koor en het afhandelen van geschillen binnen de kerk.
Vermeld 2.1.1469 (AKD p 419) als Ysbrandus Wilhelmusz samen met andere zgn memoriepriesters ivm een memorie over een conflict binnen de parochiekerk te Haga over de verplichtingen van memoriepriesters en de kapelaan.
** Willem Willemsz van Cranenburg
# AKD

Ysbrant Dircx Cranenburgh (1500*-1560*):
Zoon van Dirck Vranken Cranenburgh en NN.
Mogelijk geboren in Lisse (Huys Dever). Ghm NN.
In 1534* bouman in het Cloosterland (Vrouwe Ven, Warmond) vlakbij het Wallermeer (= Vennemeer).
Zoons*: Pieter Ysbrandsz en Jacob Ysbrantsz Cranenburgh
$ Ysbrand Dirksz
# TVP

Ysbrand Huychesz Cranenburgh* (1536*-1596*):
Mogelijk een zoon van Huych Dircksz Cranenburgh in Warmond (Vrouweven).
Vermeld in 1568 in bron MBR wegens pacht van land in de Vrouwe Ven te Warmond van de Abdij van Rijnsburg.
# MBR

Ysbrandt Huybrechtsz Cranenburch (1600*-1659*):
Zoon van Huybrecht Lenertsz Cranenburch en Tryntgen Jaspersdr. Geboren in Bleiswijk.
Huwt 1e 6.5.1629 Barber Claes, weduwe van Arien Meynen, wonend in Hillegersberg. Barber overlijdt vóór juni 1634.
Huwt 2e 11.6.1634 te Bleiswijk met Trijntgen Pieters Witten uit Hillegersberg (1616*-1686*), weduwe van Cornelis Dircksz Kruijck.
Udh2: Lysbeth Ysbrandts (gb 1640*), Jan Ysbrandsz (gd 1643), Leentje Ysbrants (gd 1644), Trijntje Ysbrants (gd 1647), Pieter Ysbrantsz (gd 1650) en Sara Ysbrants (gd 1653) Cranenburch
Trijntgen (Tryntie) hertrouwt 18.1.1660 te Bleiswijk met Jan Gerritse van Hees, weduwnaar van Maertien Maertens Scheer.
Alias: Ysbrant Huybrechtss Kranenburgh
$ Ysbrand Hubertsz
# BKK, DTB Bleiswijk, HBB, KHB, randstadcourant.nl 24.11.09

Yzak~
** Isaak~

Z::

ZA
= zie aldaar

Zaaltorens:
Betreft soort mottekasteel met hoge toren, gebruikt als uitkijkpost en als woning. Meestal gebouwd door en in bezit van landadel als versterkte woonstede. Ze bestaan meestal uit twee etages, hebben vierkante torens met plat dak en kantelen. Daarnaast staat meestal een lager bijgebouw. Rond de toren is vaak een ringgracht met een aarden wal, muur of palissade. Zaaltorens komen in heel NW Europa voor, zij het met vaak enige regionale verschillen in architectuur.
** Motte, Cranenburch Leiden (Huys), Cranbourne Tower Windsor, Cranenburg Bleiswijk, Kuinre, Kranenburg Zwolle

Zacharias~
** Sacharias~

Zates
** Havezates

 

Zegelringen:
Sinds de 14e eeuw worden zegelringen in West Europa gebruikt om documenten te zegelen ten bewijze van de echtheid ervan. Deze zegelringen hebben normaliter een heraldisch wapen in negatief, waarmee met lak een afdruk in positief wordt gemaakt. Foto rechts: zegelring met het wapen Van Cranenburch Bleyswyck met daaronder de afgeleide naam Kranenburg. (©® TiedLight)
 
Zegelringen zijn al sinds de verre oudheid in gebruik. Thoetanchamon (gst 1323vC) draagt als jong farao een prachtige zegelring van goud met daarop oude Egyptische hierogliefen die zijn waardigheid uitbeelden. Steden en andere instanties gebruiken van oudsher ook zegelringen, waarop normaliter het wapen van de stad of de instantie is aangebracht. Vóór de Tweede Wereldoorlog worden o.a. geboorte-actes van Nederlanders in het buitenland nog vaak gezegeld. Daarnaast gebruikt men zegelringen om enveloppen te verzegelen met lak waarop de ring wordt gedrukt als waarmerk.
Het zegelen gebeurt op licht vloeibaar lak of was waarop de zegel wordt gedrukt. Als de lak of de was afkoelt, wordt het duurzaam hard en verschijnt het wapen in positief. Waszegels zijn helaas minder bestand tegen breuk en brokkelen daardoor in de loop der tijd vaak af.
Foto rechts: een afdruk (vergroot) van de zegelring boven rechts. (©® TiedLight)
 
Sommige instanties zegelen nog steeds. O.a. notarissen. Overheidsinstanties doen dat feitelijk niet meer. Zegelringen met familiewapens worden verder alleen nog gebruikt als sierraad. Anno 2008 worden echter steeds meer zgn wapenringen gedragen. Dat zijn ringen met het familiewapen erop en soms ook de familienaam, maar dan in positief. Dwz: normaal zichtbaar en leesbaar.
** Van Cranenburch Bleyswyck, Wapenringen

 
Zegher Willemsz van Cranenburg* (1390*-1450*)
Mogelijk een zoon van Willem Willemsz van Cranenburg en Kathrijn NN te Eikenduinen.
Vermeld 24.6.1417 bij de koop van een stuk ingedijkt land in het Nuweland buiten 's-Gravenzande, voordien uitgegeven ter bedijking aan Pieter Jacobsz, kanunik in den Hage, door het kapittel van der Hage (AKD p 225).
# AKD

Zichem:
Gemeente in Vlaams Brabant. Circa 30 Km ZW van Eindhoven richting Brussel.
Zichem omvat de dorpen Scherpenheuvel, Averbode, Messelbroek, Testelt en een deel van Kaggevinne. De stad ligt tussen Aarschot en Diest en is gelegen aan de river de Demer. Ze telt anno 2005 21.862 inwoners en heeft een oppervlakte van 50.5 Km2.

- Historie
1212 Zichem is een agglomeratie met een eigen bestuur.
1386 De stad is omwald en omgracht. De economie bestaat voornamelijk uit lakennijverheid en veeteelt.
1437 Zichem telt 2400 inwoners.
1439 De streek wordt geteisterd door overstromingen en ziektes. Vele mensen migreren.
1440 Zichem telt nog maar 750 inwoners.
1568 De Tachtigjarige Oorlog breekt uit.
1577 Zichem is het bolwerk van de Geuzen en Oranje. De stad telt 274 gezinnen.
1578 De Spaanse commandant Alexander Farnese bezet Zichem. Zijn leger steekt huizen in brand en plundert de stad en vermoordt vele soldaten en burgers. Andere burgers en soldaten weten te vluchten. Tot overmaat van ramp breekt daarna een pestepidemie uit. Daarbovenop vallen baanstropers de stad binnen, steken huizen in brand en mishandelen burgers. Daarna wordt de stad geteisterd door Geuzen, die de Spanjaarden en burgers te gek en te sport houden.
1583 De Spanjaarden heroveren de stad. De Geuzen branden de Heilige-Geest Molen af en vluchten. Pastoor Godefriedus van Thienwinckel keert terug na drie jaar ballingschap. Hij beschrijft de geschiedenis van Zichem, start de Mariavieringen en organiseert pelgrimages naar de Heuvel der Mirakelen om te bidden voor steun aan alle slachtoffers.
1584 De burgers worden financieel uitgepersd door belastingen en afpersingen. Velen sterven door ontbering. Enkelen overleven op kruiden en geronnen kaas.
1592 De stad telt nog maar 26 gezinnen.
1599 Zichem wordt weer heroverd door de Geuzen. Ze stelen 200 koeien en paarden en branden de stad af.

- Hoeve Craenenburgh
In Zichem staat een hoeve met de naam Craenenburgh, in de volksmond De Toren genaamd. De hoeve dateert uit de 17e eeuw en is een typisch voorbeeld van een Brabantse hoeve. Een zgn vierkantshoeve, die in de regio zeldzaam is. De vierkantshoeve is een type uit de Romeinse tijd en komt in Noord-Brabant en Limburg veel voor.

Hoeve Craenenburgh is oorspronkelijk omgeveven door een ringgracht. Deze gracht is later gedeeltelijk gedempt bij de aanleg van de Steenweg naar Diest. Gezien de ringgracht moet de hoeve oorspronkelijk de status van een havezate hebben gehad. (> Havezates)

Craenenburgh is enige tijd in bezit van baron Ch. De Radzitzky D'Ostrowick. Ze staat anno 2005 op de lijst van bezienswaardigheden van Zichem/Scherpenheuvel. De hoeve ligt aan de Steenweg, op 0.8 Km afstand vanaf de Markt in Zichem.

Heronder drie foto's van hoeve Craenenburgh augustus 2008 gemaakt door Peter van Elven in Zichem.

          

 



          

 



          

Boven: Op de boogrand van de schuurdeur staat de tekst: C-A-N-NBURG. Dat moet dus Craenenburg zijn.

Er is verder een Kranenburgstraat in Zichem die naar de Maagdentoren loopt. Deze toren staat aan de oever van de Demer. Het is in feite een donjon, gebouwd met de typische roodbruine ijzerzandsteen uit de streek. De toren dateert uit de 14e eeuw en diende als verdedigingswerk voor de Heren van Zichem.

De Kranenburgstraat ligt in het verlengde van de Steenweg, waar hoeve Craenenburgh staat. Mogelijk is de straat dus genoemd naar de hoeve. Waarom de hoeve zo is genoemd, is vooralsnog niet bekend. Het ligt echter voor de hand om te veronderstellen dat de oorspronkelijk bewoners zo hebben geheten. Het is evenwel ook mogelijk dat het gebied waar de hoeve staat al zo heet, voordat de hoeve er kwam en dat de hoeve die naam heeft meegekregen. Een dergelijke gang van zaken is in het verre verleden vrij normaal.

Anno 2005 verkeert hoeve Craenenburgh in een slechte staat. Ze staat helaas niet op de monumentenlijst en de gemeente Zichem is niet genegen gelden beschikbaar te stellen voor restauratie. Huidige eigenaar is Wilfried Swevers, een huisarts uit het naburige Bekkevoort.

• De naam
Normaliter krijgt een havezate of hoeve de naam van de bouwer of de regio. (> LNK) Voor havezate Craenenburgh is hieromtrent geen zekerheid. De regio lijkt daar niet de naam Craenenburgh te hebben of ooit te hebben gehad. Blijft dus over dat de bouwer de naam Craenenburgh voerde. Deze conclusie geldt temeer daar in de boogrand van de schuurdeur de naam Craenenburg staat. Dat doet normaliter alleen degene die de hoeve heeft gebouwd.

• Eigenaars
Aangezien hoeve Craenenburgh oorspronkelijk de status moet hebben gehad van een havezate, is ze mogelijk een onderdeel geweest van het leenhof Cranenborch. (> Leenhof Cranenborch Antwerpen) Het geslacht Van Bylen heeft in de 17e eeuw deze leenhof in bezit en woont in Geel, dat circa 20 Km noordelijk van Zichem ligt. Onwaarschijnlijk is deze optie dus niet. In de 19e eeuw is de hoeve enige tijd in bezit van baron Ch. De Radzitzky D'Ostrowick.

• Bouwjaar
Aangezien Laureys van Bylen, heer van leenhof Cranenborch, circa 1630 sterft, kan hoeve Creanenburgh door hem zijn gebouwd rond 1595. Maar hij noch de latere eigenaars van de havezate/hoeve voeren de naam Craenenburgh. De hoeve moet dus al vóór 1595 zijn gebouwd. Gezien de bouwstijl en de eigendomsperiodes van eerdere eigenaars kan het bouwjaar ergens rond 1550 liggen. Aangezien de vierkantshoeve als type al dateert uit de Romeinse tijd, is 1550 dus zeker reëel. Het lettertype van de naam Craenenburg in de boogrand van de schuurdeur past ook helemaal in die tijd. Het bouwjaar van de havezate/hoeve kan dus zeker rond 1550 worden gesteld.

• Bouwheer
Aangezien hoeve Craenenburgh rond 1550 moet zijn gebouwd en de hoeve de naam van de bouwheer moet hebben gekregen, is deze bouwer ene Xx van Craenenburg, die rond 1515 zal zijn geboren. Mogelijk is hij een zoon van Mathijs van Cranenburg (gb 1480) te Rosmalen. Zoals eerder gezegd is de hoeve een typisch voorbeeld van een Brabantse hoeve. Een zgn vierkantshoeve, die in de regio zeldzaam is. Deze feiten maken het zeer plausibel dat Mathijs van Cranenburg in Rosmalen inderdaad de vader is van bouwer Xx van Craenenburg van de hoeve Craenenburgh in Zichem. Geboren en getogen in Rosmalen (Noord-Brabant) zal deze Xx van Craenenburg de bouwstijl van hoeve Craenenburgh uit die contreien kunnen hebben meegenomen.

• Chronologie
Op grond van gekende feiten, veronderstellingen en taxaties is de volgende chronologie te reconstrueren:
1515 Xx van Craenenburg geboren in Rosmalen als zoon van Mathijs van Cranenburg en NN.
1550 Xx van Craenenburg bouwt havezate Craenenburg in Zichem.
1575 Xx van Craenenburg (gb 1515) sterft. Zoon Xx van Craenenburg (gb 1550) erft de havezate.
1610 Havezate Craenenburg in bezit van Laureys van Bylen. Hij wordt daarmee heer van de leenhoven Cranenborch en Rosbeke. (> Leenhof Cranenborch Antwerpen)
1630 Laureys van Bylen sterft en wordt begraven in de kerk van Geel. Havezate Craenenburg komt in bezit van zijn nazaten Van Bylen.
18... De ringgracht rond de havezate wordt deels gedempt tbv de aanleg van de Steenweg pal langs de havezate.
18... De Craenenburg in bezit van baron Ch. De Radzitzky D'Ostrowick.
19... De Craenenburg in bezit van een farmer te Zichem.
2004 Eigenaar van De Craenenburgh raakt in financiële problemen.
2005 De hoeve wordt verkocht aan Wilfried Swevers, een huisarts uit het naburige Bekkevoort.

• Anno 2008
Zoals op de foto's is te zien, verkeert hoeve Cranaenenburgh in een verwaarloosde staat. Genoemde Peter van Elven schrijft dat de laatste boer de hoeve uit financiële problemen heeft moeten verkopen. Wilfried Swevers uit het naburige Bekkevoort heeft de hoeve toen gekocht. Er ware plannen om er een restaurant met feestzaal van te maken, maar de bevoegde Vlaamse instanties hebben hiervoor stokken in de wielen gestoken. Wat er nu zal gebeuren met deze prachtige oude havezate c.q. hoeve is vooralsnog niet bekend.
** Kranenburg, Leenhof Cranenborch Antwerpen, LNK, Poppel
# Oost-Brabant Heemkundig Tijdschrift voor Hageland en Omgeving (jrg XX, 1983 nr 4 blz 208), Het Nieuwsblad Online 8.7.2005, Peter van Elven te Zichem, DAB

 
ZLB
Zeven lokale baljuwschappen in Holland
O. van den Arend
Hilversum, Verloren, 1993
Betreft de Baljuwschappen Maasland, 's-Gravenhage, 's-Gravenzande, Noordwijk, Honderdland, Naaldwijk, De Lier en Zoetermeer.
Met een algemene inleiding over Welgeborenen en Baljuwschappen.
Tevens registers met namen en jaartallen van baljuws en welgeborenen in die regio's. Als Welgeboren Cranenburgs worden genoemd Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1341) en Jan van Cranenburg (gb 1375).
** Welgeborenen, Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1341), Jan van Cranenburg (gb 1375)

Zoetermeer
Oudste vermelding is van 1242. Een acte van dat jaar omschrijft het land waarop Ghisebrecht Bokel het recht van de grote en kleine tienden heeft. In deze acte worden ook Zegwaard, Berkel, Bleiswijk en Zevenhuizen genoemd.
Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg, de stamvader van het geslacht Cranenburg uit Bleiswijk, heeft eind 13e eeuw het tiendrecht in Zoetermeer. Zijn kleinzoon Jan Engelbertsz van Cranenburg gaat er na 1367 wonen. Claas Willemsz van Cranenburg woont in Zoetermeer voordat hij in 1381 poorter van Leiden wordt. En op grond van bron RZZ mogen we aannemen dat er naar alle waarschijnlijkheid nog andere Cranenburgs in Zoetermeer wonen in 1371-1385. Waarom gaan diverse achtereenvolgende generaties van een geslacht in een zelfde regio wonen? Uit gewoonte of uit gebrek aan ondernemingsgeest? Of omdat het om bepaalde redenen zo goed wonen is? Zoetermeer is in die eeuwen een gebied met veel vervening. Er wordt turf gegraven en verkocht aan de bierbrouwers en klakbranders van Leiden en Delft. Niets wijst er echter vooralsnog op dat de Cranenburgs in die tijd en daar actief waren in de vervening. Misschien is er daarom een andere reden om enige generaties in Zoetermeer te wonen. Het lijkt niet ondenkbaar dat er een soort stamhuis van de Cranenburgs heeft gestaan waar in ieder geval sinds Bartholomeus diverse generaties van de Cranenburgs hebben gewoond. Gezien bron RZZ moet het verondersteld stamhuis dan op het toenmalige (13e-14e eeuw) platteland van Zoetermeer hebben gestaan. Helaas zijn er vooralsnog geen verdere concretere aanwijzingen voor deze optie.
** ZHT, RZZ, Cranenburch Pijnacker
# LHS, RZZ

Zonneleen
** Allodium

Zuid-Holland
** Holland

Zuidwijk
Ambacht gelegen langs de Noordzee, tussen Haagambacht en Wassenaar.
Zuidwijk en Wassenaar zijn nauw met elkaar verbonden. Het Huis te Zuidwijk ligt in Wassenaar en kasteel Wassenaar ligt in Zuidwijk.
Ook: Zuytwijck
** Claas Willemsz van Cranenburg, Raephorst
# AWA

Zutphen:
Zutphen wordt voor het eerst genoemd (als Sutphen) in een oorkonde uit 1053-1071 van de Abdij van Corvei aan de Weser. Stad Zutphen ontwikkelt zich economisch en cultureel heel sterk dankzij haar ligging aan de IJssel en vlakbij de Rijn en haar positie als Hanzestad. Graafschap Zutphen profiteert daarvan in ruime mate dankzij de handel in agrarische producten en metalen.

Zutphen vormt bij historisch onderzoek vaak enige problemen. In teksten is niet altijd duidelijk of bij de vermelding van Zutphen de stad of het graafschap Zutpen (Zutphania, Zutphen") wordt bedoeld. Ook zijn er DTB-boeken van Zutphen waarin namen voorkomen van personen die niet in stad Zutphen wonen, maar bijvoorbeeld in Vorden. Dat blijkt vaak uit DTB-boeken van hun werkelijke woonplaatsen. Het lijkt erop dat de DTB-boeken van de steden in de graafschap Zutphen (beknopt) zijn gecopieerd in een DTB-boek voor de hele graafschap Zutphen. De argeloze onderzoeker is dan vaak geneigd te veronderstellen dat een persoon in kwestie in de stad Zutphen is geboren, gedoopt of gehuwd of aldaar woont of is gestorven en begraven. Zeer verwarrend dus.

- De Graafschap
In 1107 wordt voor het eerst een graaf van Zutphen genoemd, namelijk Hendrik van Zutphen. Decennia later huwt een dochter van graaf Otto van Zutphen met graaf Gerard van Gelre. Zo komt circa 1150 het graafschap Zutphen bij het graafschap (later hertogdom) Gelderland.

In 1021 zijn de grenzen van de Graafschap bepaald bij de opdeling van Hamaland. De grenzen van Graafschap Zutphen omvatten dan: Rande/Olst, Hunne/Olst, Wegstapelen/Bathmen, Westerflier/Diepnheim, Hazelberg/Zwiep, Baak, Steenederen, Leuvenheim, Eerbeek, ZuidEmpe en Eschede/Gorssel. Op 23 augustus 1046 schenkt Hendrik III van Hamaland het gebied aan de bisschop van Utrecht. De grenzen van de Graafschap worden dan genoemd:

... de Rathnon ad Hunne, de Hunne a Weicggestapolen et inde ad Westerfle ad Bagastaldaburg, de Bagastaldaburg ad Stenhere per silvam, et in alia parte Islae de Lovenem usque ad Erbeke, de Erbeke ad Suhtempe, et itern ex alia parte Islae ad Acetha ...

Later omvat de Graafschap ook de plaatsen Vorden, Ruurlo, Rheden, etc.
** Achterhoek, Beltrum, Kranenburg Vorden, Demografie, HGZ (Archief)
# WP, graafscahpe-middeleeuwen.nl 30.1.09, DAB

Zutphen"
= Graafschap Zutphen (> Zutphen)
Archief > HGZ.

Zuytvenne (Alkemade)
Zuidelijk deel van de Vrouwe Ven te Alkemade.
# SRO (p 141 ev)

Zwaan
** Zwanen

Zwaardzijde
I.c. rechte zwaardzijde: afstamming in mannelijke lijn. Ook wel de Frankische lijn genoemd.
** Leenoverdracht, Welgeborenen

Zwanen
Zwanen komen in vele familiewapens en regiowapens voor. Dit heeft vaak te maken met zwanendrift, het recht op het houden van zwanen in het leenstelsel. Later is de zwaan ook een symbool van de Lutheranen, uitgebeeld op de gevel van hun kerken of als dakruiter. De zwaan symboliseert dan de zuiverheid van het geloof. Bijgaande foto is van de zwaan in de gevel van de Evangelisch Lutherse Kerk aan de Heddingestraat 23 te Groningen.
** Hussieten, Gans, Tedingh van Berkhout, Instituut Kranenburg Dordrecht, Dieuwertje van Cranenburch, Wijbrandus Kranenborg (gb 1668; wapen), Gans
@ foto ©TiedLight ®
 

Zwaluwe
btr Hooge en Lage Zwaluwe in Noord-Brabant
** Pietertje Kranenburg (gb 1796), Pieter* Kranenburg (gb 1800)

Zwanendrift
Dit is het recht op het houden van zwanen. Oorspronkelijk is dit recht voorbehouden aan de adel. Dit recht werd verleend door de Heer van het gebied en hoort daarom tot de zogenaamde 'heerlijk rechten', naast bijvoorbeeld het visrecht en het recht op duivenslag. Deze rechten werden met de komst van de Bataafse Republiek (1795-1813) afgeschaft. Het is dus een onderdeel van het leenstelsel. Het recht van 'Swaenendrift' was zeer gewild, maar zelden verleend. De andere Heerlijke Rechten, zoals bijvoorbeeld het recht van Duivenslag, kwamen veel vaker voor.

Bron FEW (p 88) schrijft over zwanendrift:

... het recht om met uitzondering van ieder ander zwanen te houden binnen zeker gebied en de inwoners te dwingen deze dieren niet te verjagen, te hinderen, te storen, veelmin te doden.

De statige zwaan is een sieraad in elke slotgracht. Het is een statussymbool, dat in sommige gevallen werd uitgebeeld in het familiewapen of het stadswapen. Voorbeeld: de zwaan in het wapen van Teding van Berckhout (alias Tedingh van Cranenburg). Andere voorbeelden zijn de wapens van Zwammerdam, Monnickendam, Waterland en Kuinre. Haarlemmerliede en Spaarnwoude wilden in 1985 twee zwanen als schildhouders voor hun regiowapen. Het verzoek is afgewezen. Er was wel zwanendrift, maar verder waren er onvoldoende redenen.

Hoewel zwanen een statussymbool zijn in oude tijden, houdt zwanendrift niet persé in dat de zwanen direct bij huis worden gehouden. Dat kan ook wel gebeuren op enige afstand van de woning of de hofstede. In de praktijk zal daar natuurlijk een grens aan zijn. Helaas is niet bekend hoe groot de afstand normaliter is tussen woning of hofstede en de plaats waar de zwanen verblijven. Praktisch gesproken zal dat echter niet verder dan maximaal één tot twee Km gaans zijn geweest. Wat zint het immers om nog verder van huis zwanen te houden, als men er geen toezicht op kan houden of kan genieten van hen.
# FRI, DAB

Zwarte dood
** Pest

Zwet
Grensscheiding, gewoonlijk gevormd door een sloot.

Zwiep:
Gehucht bij Lochem. Aldaar hebben diverse Kranenburgs~ gewoond. O.a.:
Fenne Cranenbarg (1684-1744) B!x// Lintvelde/Beltrum-Zwiep/Lochem-Groenlo
Harmen Kranenburg (1763-1840) B!+// Vorden-Zwiep/Lochem
Teunis Kranenburg (1925-1985) B!x// Zwiep/Lochem
¶ In de 20e eeuw woont in Zwiep ene Teunis Kranenburg~ met zijn gezin in de hoeve tegenover de molen vlak voor de bocht van de weg naar Barchem. De hoeve is gebouwd rond 1780 en heeft de naam Blikken Piepe. De betekenis van deze naam is vooralsnog niet bekend. Mogelijk slaat het op de vrij grote schoorsteen op de verbouwde schuur aan de straatkant en is die schoorsteen ooit gemaakt van blik, ofwel dun ijzerplaat. Anno 2010 is ze van steen. De hoeve is rond 2005 gerenoveerd. Naast de hoeve staat nog een schuur uit 1780, die lang geleden is omgebouwd tot woning. Daarnaast staat een kleine schuur, die ook nog dateert uit 1780. Het hele complex ligt tegen de Lochemse berg aan. Het is rond 1990 verkocht buiten de familie. Twee dochters van Teunis wonen sindsdien in Lochem.
¶ Gezien het bouwjaar van de hoeve is de kans groot dat ze rond 1800 is gekocht door Harmen Kranenburg (gb 1763) en dat ze tot 1990 in de familie is gebleven. Er liggen dan circa 4 generaties tussen Harmen en Teunis met een gemiddeld leeftijdverschil van circa 32 jaar. Harmen overlijdt in Zwiep. Kennenlijk heeft hij dus ook gewoond in Zwiep. Hij is geboren in Vorden. In 1798 huwt hij daar met Geesken Termeulen. Kort daarna moet hij dus de hoeve in bezit hebben gekregen.
# KBG, FRI feb 2010

Zwolle:
** Kranenburg Zwolle, Van Kranenburg Zwolle, FW Van Kranenburg Zwolle

Zijplant (Warmond)
Op 21.12.1407 verkoopt hertog Johan van Beieren 17 morgen en 4 hont land, genaamd het Zijpplant, in vier kampen met nog een paar stukken land aan ene Claes Willemsz. Het gebied ligt in 'het Broek te Warmonde in Heeren Jans Ambocht van de Woude'. De koop wordt later bevestigd door graaf Willem VI van Holland.

Het Zijplant is een stuk land langs de Zijp in Warmond en het Vennemeer (toen nog Walkairsmeer genaamd) in Alkemade. De Zijp is een brede vaart tussen het Vennemeer en de Kager Plassen. In dit gebied wonen zeker sinds de 16e eeuw al Cranenburghs~. De oudst bekende is Dirck Vranken Cranenburgh (1470*-1550*). Hij koopt vóór 1534 boerderij Pennings gelegen aan het Vennemeer, vlak onder het Zijplant en vlakbij de Leidse Weg van Oud Ade naar Leiden. De afstand tussen Pennings en Leiden bedraagt nog geen 5 Km.

In 1450 koopt Jan Claes Willemsz het Zijplant van zijn vader. Op 30.7.1542 verkoopt Jan Janse van Berendrecht de hofstede met land aan zijn broer Claas, Schout van Leiden. In 1593 komt de hofstede met singels hout, schuur, barg en erf in bezit van het Huis te Warmond. Op onderstaande kaart van het Vennemeer zijn de locaties van hofstede Zijplant en boerderij Pennings aangegeven.


          

Een interessante vraag is wie bovengenoemde Claes Willemsz precies is. Kan het Claas Willemsz van Cranenburg (1360*-1450*) zijn? Deze Claas Willemsz woont in 1380-1444 in Leiden en is een vermogend man. Hij is de overgrootvader van Dirck Vranken Cranenburgh (1470*-1550*), die reeds vóór 1534 in bezit is van boerderij Pennings aan het Vennemeer. Het is in de Vrouwe Ven en omliggende gebieden in die tijd gebruik dat een boerderij of hofstede van vader op zoon vererft. Jan Claes Willemsz kan heel goed een broer zijn van Matheus Claesz Cranenburgh, de grootvader van Dirk Vranken. Bovengenoemde acte van 1542 vermeldt ook dat er al vóór 1542 een stuk grond van 3 hont is verkocht aan Leendert Dirck Vranckenz, een zoon van Dirck Vranken Cranenburgh. Het lijkt er sterk op dat we hier dus te maken hebben met transacties in familiaire kring.

Opmerkelijk is in dit verband dat latere bewoners van boerderij Pennings, i.c. Sacharias Claesz en zijn broer Mees Claesz de achternaam Van Cranenburch voeren. Dit is de oudste schrijfwijze van de naam Kranenburg en identiek aan de naam van de eerste nazaten van Bartholomeus II van Wassenaar, de stamvader van de Kranenburgs~ uit Bleiswijk. Het kan betekenen dat ook Claes Willemsz en zijn voorvaders de naam op die wijze schrijven en dat alleen door slordigheid in latere tijden andere schrijfwijzen zijn ontstaan.
** Vrouwe Ven (Alkemade), Warmond io, Leendert Dirck Vranckenz Cranenburgh
# SRO (p 171), DAB

 
===