Kranenburgia

English

home - lexicon - links - forum - anglahall - contact

Kranenburgia, Kranenburg, Cranenburgh, Kranenborg, Kranenberg  
 

Kranenburga K-K

K::

Kaatje~ > Caatje~

Kaninefaten:
Volkstam die woont en leeft in de duinstreek van Zuid-Holland, vooral boven de monding van de Maas en verder noordwaards. Sinds 12 vC maken zij deel uit van het Romeinse Rijk, mogelijk nadat zij in 4vC door keizer Tiberius zijn onderworpen. Zij leveren soldaten aan de Romeinen en enige onderdelen van het Romeinse leger zijn naar hen genoemd. In 69 nC sluiten de Kaninefaten zich aan bij de Bataafse opstand tegen de Romeinen. Hun aanvoerder is Brinnio. Behalve enige inscripties worden de Kaninefaten verder nauwelijks genoemd. In de loop der eeuwen zijn ze helemaal versmolten met Batavieren en andere volksstammen die zich in Zuid-Holland vestigen.
** Batavieren
# WP, DAB

Kantens:
Dorp in Noord Groningen.
Mogelijk hebben daar Kranenburgs~ gewoond in de 17e-18e eeuw.

Kanunnik:
Wereldlijke geestelijke van een katholieke orde. Een kanunnik is dus een katholieke geestelijke die wereldlijk is ingesteld en zich dienstbaar opsteld naar de wereld.

Kapittel:
Adviescollege van een bisschop.

Kapittelheer:
Lid van een kapittel. Raadsheer van een bisschop.
Ook domheer genaamd.

Kapittelkerk:
De belangrijkste kerk binnen het ambtsgebied van een bisschop.

Karel
** Carel

Karoline: > Caroline

Karveel:
Een snel zeilschip, voornamelijk gebruikt in de handelsvaart. Een één- of tweemaster met een achterkasteel. Oorspronkelijk uit het Mediterrane gebied. Spaans: Caravela/Carabela. Voor het eerst genoemd in 1255 in een charter van Alfons III voor een visboot aan de Portugese kust. Belangrijkste kenmerk: de mast is geplaatst op 1/3 van de voorsteven, waar het schip het breedst is. Verder zijn de planken van de romp sluitend aan elkaar geplaatst en niet dakpangewijs zoals bij andere scheeptypes. Hierdoor krijgt de romp een zgn gladde huid, gladboordig genaamd. Dankzij al deze eigenschappen is de karveel sneller en zeewaardiger en heeft het meer ruimte voor vracht. De Spaanse carvela heeft normaliter latijnzeilen. Twee van de drie schepen op de ontdekkingsrijs van Christoffel Columbus naar Amerika zijn karvelen: de Niña en de Pinta. Typologie: smal-karveel, wijd-karveel en rond-karveel. Circa 1500-1700 wordt de karveel ook gebruikt als binnenschip. Rond 1600 is de karveel circa 45-65 ton groot.

Hollandse karvelen zijn vierkant getuigd. De eerste Nederlandse karveel is gebouwd in 1460 in Hoorn. Haarlem kent van oudsher belangrijke scheepsbouw. Daar worden sinds begin 16e eeuw vele karvelen gebouwd. In 1556 bouwt Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525) in Groningen de eerste karveel in Noord Nederland. Garbrant Claesz Cranenburgh (gb 1548) heeft een werf in Haarlem waar hij rond 1600 karvelen bouwt.
** Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525; Groningen), Garbrant Claesz Cranenburgh (gb 1548; Haarlem)
# WKP 25.12.08, vaarchip.nl 25.12.08, debinnenvaart.nl 20.4.09, DAB, KBG

Kasselrij: > Burggraaf

Kastelein:
Latijn: castellanus. Oorspronkelijk: slotvoogd, burggraaf. Later: kasteelheer, bewaarder van een kasteel of groot huis. Nu: herbergier, beheerder van een logement, of kroegbaas.
** Halewijn I, II en III van Leiden.

Kasteeltorens > Motte, Kranenburg Zwolle (Toren), FW Van Kranenburg Zwolle, FW Cranenburg Bassecourt, Cranenburgh Australia

Kastelen:
Een kasteel is een versterkte, ommuurde en omgrachte stenen woning.
In oude teksten van vóór de 17e eeuw worden kastelen normaliter huis of woning genoemd. In Zuid Holland gebruikt men in de Middeleeuwen ook de termen borch, burcht, veste, toorn, toren, starke, huus, steenhuus, woning, ridderhofstad en begraven hofstad. Ook het woord steen, stene of stein betekent in Oud Nederlands o.a. kasteel. Vele kastelen heten hedentendage nog iets met -stein in de naam. Bijvoorbeeld Knorrenstein bij Den Haag, Beeckstein bij Velzen en Drakenstein bij Lage Vuurse. Soms wordt hetzelfde pand met verschillende termen genoemd. Bijvoorbeeld: riddermatige hofstad, kasteel of huys Kranenburg~ te Bleiswijk.
In Nederland worden tegenwoordig landhuizen vaak kastelen genoemd, hoewel ze die status in feite niet hebben. In dergelijke gevallen is het beter om te spreken van een landhuis, villa of buitenplaats. Of naar Engels voorbeeld van een mansion of manor.
** Huizen, Havezates, Ridderhofstad, Kasteeltorens
# MKZ 5.2.2007, WMN, DAB

Kees~

Kees Kranenburg: (1694*-1754)
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1659) en NN te Nieuwveen*.
Woont in Nieuwveen. Ghm NN.
Overleden 12.3.1754 te Nieuwveen.
# GHA 16.3.09 (DTB Nieuwveen)

 

Kees Kranenburg: (1902-1975)
Geboren 5.2.1902 in Den Haag. Jazzmusicus, voornamelijk slagwerker. Als drummer geniet Kees grote bekendheid. Op 1 september 1926 sticht hij samen met enkele collega-musici The Resonance Seven, een ensemble dat een half jaar later wordt omgedoopt tot The Ramblers, in de geschiedenis van de Nederlandse lichte muziek een legendarisch geworden orkest. Gedurende het bestaan van The Ramblers (1926-'64) is Kees er een vaste medewerker van. Kees is een fantiek drummer die vermaard is om zijn solo's, vooral die in het liedje 'Wie is Loesje'. Met Loesje bedoelt het liedje in feite Liesje, de vrouw van Kees. Voor het beroemde liedje klonk Loesje echter beter volgens de band. Nevenstaande foto is gemaakt rond 1926. Hij speelt in deze tijd ook met Coleman Hawkins, Benny Carter en de Boswell Sisters.
 
The Ramblers met o.m. Jaques Pet, Wim Poppink, Jack Bulterman en Marcel Thielemans maken vele tournees voor de VARA en treden op in beroemde etablismenten in binnen- en buitenland. Het orkest valt niet alleen op door de perfect gespeelde muziek, maar ook door populaire eigen composities en veel show. Het orkest is regelmatig te horen op de radio. Maar ook de platenproductie is naar Nederlandse begrippen gigantisch. De band heeft een grote schare fans en boekt veel succes met nummers als Bouncin' In Batavia, Mambo Jambo, Donkey Serenade, Strike Up The Band en minder jazzy nummers als Sprookje Is Uit, Abelebebop en Mooi Holland.

Kees bepaalt met zijn drumwerk voor een groot deel de sound van The Ramblers. Vooral nummers als 'Swing me to sleep, drummerman' en het onsterfelijke 'Wie is Loesje' uit het mini-oratorium 'Het proces van Pietertje Swing' zijn door toedoen van Kees beroemd geworden. In het gedurende vele jaren bekende liedje 'Wie is Loesje, Wie is tocht dat snoesje, Loesje is het meisje van de drummer van de band' wordt met de drummer Kees bedoeld. Dit liedje is in de jaren 1950-70 vele malen te horen op de radio.
 

Na het overlijden van Theo Uden Masman in 1967 worden The Ramblers ontbonden. De musici vernenigen zich dan onder leiding van Charlie Nederpelt in het bekende VARA Dansorkest. Kees gaat mee als slagwerker, maar verleent daarnaast ook zijn medewerking aan vele andere ensembles. Ondertussen leidt hij ook vele jonge drummers op.

Het drumwerk van Kees is op vele platen vastgelegd: Ramblers, Sem Nijeveen (Decca 1949), Johny Meyer (Decca, Philips 1952-53), Vijf Pianisten (Philips 1955), Red and Brown Brothers (Fontana 1956), Rhythme All Stars (Columbia 1960).

Zondag 5 februari 1967 wordt Kees 65 jaar. In de kantine van de VARA wordt hij gehuldigd door de leden van het VARA Dansorkest en het bestuur van de VARA. Kees wil het voortaan wat kalmer aan doen. Hij zal zijn plaats als vaste drummer langzamerhand overdragen aan zijn zoon Kees Kranenburg Jr.

In 1972-74 is Kees nog actief in The Ramblers Revival, die elke zaterdagmorgen optreden in het beroemde Amsterdamse Americain, een vast trefpunt voor vele artiesten, kunstenaars, schrijvers en journalisten. Als drummer speelt Kees verder nog in gelegenheidsorkesten en als aangever voor het boek van Jack Bulterman over The Ramblers. In die periode verzucht hij eens: 'Ik had zo'n twintig jaar geleden 16 moeten zijn. Het gaat tegenwoordig zoveel makkelijker dan vroeger in de ammusementsmuziek'.

In de laatste maanden van zijn leven wordt Kees ziek. Hij wordt opgenomen in een Hilversums ziekenhuis, waar hij op 22 december 1975 overlijdt. Hij wordt gecremeerd op Daelwijk in Utrecht.
** Kees Kranenburg Jr (zoon), Arie Kranenburg (broer)
# Algemene Muziek Encyclopedie (Unieboek, 1981), Nederlands Jazz Archief, DAB

Kees Kranenburg Jr
Drummer. Zoon van drummer Kees Kranenburg (gb 1902) en Liesje.
Kees junior woont in Huizen.
- Actief studio drummer.
- 1962 invaller bij The Jumping Jewels.
- Speelt in de Jay-Jays.
- Speelt in de jaren 1980 elke maandagavond in Avro's Swingtime in jazzcafé aan de Naarderstraat te Laren.
- Te horen op o.a. de hits Little Ship (Blue Diamonds), Paradiso (Anneke Grönloh) en De Winter Was Lang (Willke Alberti).
- Oud-lid van o.m. de Skymasters.

Kennipakkers:
Akkers waarop hennep wordt verbouwd. In de regel weinig vruchtbaar land. Van de geoogste hennep maken de boeren hun eigen touw.
Ook wel hennepakkers genoemd.
# SRO

Kerkeraad:
Bestuur van een Protestante kerkgemeente. I.e. de predikant (dominee) met de ouderlingen en diakenen. Ouderling = vertegenwoordiger van de kerkgemeente. Diaken = armenverzorger. RK diaken = geestelijke die twee van de drie hogere wijdingen heeft ontvangen.
# WKE

Kerkmeester
Kerkfunctionaris belast met onderhoud en financiën een kerk. Daarnaast organiseert hij alle evenementen van de kerk. Voor al deze werkzaamheden kan hij indien nodig een beroep doen op de lidmaten van de kerk. Een kerkmeester is tevens lid van het kerkbestuur, dat in de RK Kerk uit een voorzitter (de pastoor) en vier kerkmeesters bestaat. Als een kerkmeester 70 jaar wordt, dan treedt hij af. Tot de 19e eeuw worden de kerkmeesters normaliter gerecruteerd uit familie en verwanten van de heer in wiens heerlijkheid de kerk staat.
# baptistenstadskanaal.nl 31.12.07, WP, KBG

Kerktorens
** Groepsymbolen

Kerstant~

Kerstant van Raephorst* (1120*-1189*)
Aanzienlijk edelman, mogelijk uit het geslacht van Raephorst uit Leiden. Kerstant is van 1160 tot 1189 drossaard, een belangrijk hofambt in het graafschap Holland. Kerstant wordt gezien als de mogelijke stamvader van het geslacht Van Wassenaar. Mogelijk is hij namelijk de vader van Filips I van Wassenaar.
Volgens bron GBH is Kerstant een zoon van Doede van Voorhout, een Rijnlands edelman met een omvangrijk bezit o.a. in Doeninxveer.
** Filips I van Wassenaar, Raephorst, Doede van Voorhout
# HVW, GBH

Kerstant van Voorhout (gb 1120)
** Kerstant van Raephorst*

Kerstant van Raephorst (1205*-1265*)
Sticht rond 1230 kasteel Raephorst te Wassenaar. Ghm NN.
Udh: Dirc en Gerrit van Raephorst.
** Raephorst
# UGW

Kerstant van Kranenburg (1257*-1330*):
Mogelijk een zoon van Bartholomeus II van Wassenaar en Vrouwe Godilt van Bleyswyck.
Bartholomeus wordt in 1276 heer van Cranenburg Bleiswijk. Mogelijk heeft Kerstant aldaar zijn jeugd doorgebracht.

Vermeld in een acte van 28.9.1324, waarin Bartholomeus Banisen 7 hont land (0.98 Ha) in Haagambacht koopt van Engelbert van Voorschoten, rentmeester van Noord Holland (OVG 1985 p 22). De acte vermelt verder: nadat de leenheer aankwam van Kerstant van Kranenburg. Een standaard eufemistische formulering in het leenstelsel. E.e.a. betekent gewoon dat dit land oorspronkelijk eigendom is van Kerstant. Ofwel allodiaal bezit (allodium). Door het leenstelsel gedwongen, heeft hij zijn land moeten afstaan aan een leenheer. Mogelijk is dat een heer van Wassenaar geweest. Kerstant kan zijn allodium in dit bestek dan van zijn vader hebben verkregen. > Allodium

Volgens bron OVG (1985, p 18) leent Heer Kerstant in ...-1281 6,5 morgen land in Scheveningen, die hij wellicht zal houden van de heer van Wassenaar. Gezien regio en tijd moet dit wel Kerstant van Kranenburg zijn. Gezien ook de tijd waarin hij leeft, betekent de titel Heer dat hij van adel is en in het bezit van een heerlijkheid. (> Heer) Mogelijk is dit goed oorspronkelijk eigendom van Kerstant zelf geweest, maar later zgn overgedragen aan het leenhof Wassenaar. Wellicht is dit het gebied van Cranenburg Eikenduinen, waarmee zijn neef Willem van Cranenburg in 1330 is beleend. Gezien ligging en grootte van het gebied, de tijd en de regels van overdracht, is dit welhaast een zekerheid. Leengoederen worden namelijk bij voorrang beleend binnen familiaire kring. (> Leenoverdracht)

Aangezien kasteel Cranenburg Eikenduinen pas in 1330 wordt gebouwd door Willem van Cranenburg uit Bleiswijk, is Kerstant mogelijk afkomstig van Cranenburg Bleiswijk. Hij lijkt daarmee de eerste Cranenburg die zich vestigt in de regio Haagambacht. Mogelijk liggen de genoemde gronden in Eikenduinen en horen zij tot het oorspronkelijke Cranenburggoed aldaar.

Mogelijk heeft Kerstant drie zoons: Frank, Jacob en Jan. Kerstant, Jacob en Jan worden in 1317 genoemd in bron RHH (p 87) als Kerstant en Jan van den Stene en Jacob Kerstantsz. Een stene is in die tijd een naam voor een van steen gebouwd huis c.q. kasteel. (> Kastelen) Jacob moet 7 sc. 6 d. renten betalen wegens landhure van grafelijke grond up die Vene in Eikenduinen. Kerstant en Jan moeten respectievelijk 32 en 8 sc. grafelijke renten betalen aan landhure in de meente tEykenduinen. De Meente ligt naast de Geest in de hoek tussen de Loosduinseweg en de Scheveningseweg. Nabij de waarschijnlijke locatie van hofstede Cranenburg te Eikenduinen.

Op pagina 183 van bron RHH staat dat in 1334 Kerstands erfname van den Stien 40 sc. (Schellingen) moet betalen aan grafelijke renten wegens landhuur in die meynte t'Eykenduynen. Dat komt overeen met circa 12.5 Morgen (10.4 Ha) land. Vader Kerstant is dus dood. Het jaartal ligt dichtbij het geschatte sterfjaar van Kerstant. In vergelijking met de bedragen die andere landhuurders in 1334 in de Meent betalen, is de landhuur van de erfgenamen van Kerstant verreweg het meest. Ruw geschat zeker 6x zoveel. Het gaat dus om een groot goed. Als Kerstant en Jan van den Stene worden genoemd, dan past dat goed waarvoor ze 40 sc. landhure betalen heel goed bij een kasteel ofwel riddermatige hofstad. Aangezien al eerder is verondersteld dat het allodiaal bezit van Kerstant van Kranenburg mogelijk de hofstede Cranenburg is, kan het in bron RHH heel goed ook gaan om deze hofstede.

Jacob Kerstansz wordt genoemd in in 1317 in bron RHH (p 81). Hij woont in Haagambacht up den Vene. Hij moet 7 sc. 6 d. betalen aan grafelijke renten wegens landhuur. Waar dit veen precies ligt, is vooralsnog niet bekend. Het kan evenwel heel goed in Eikenduinen zijn, naast de Meent en de Geest. Daar liggen het Noordveen en het Zuidveen. Ook weer nabij de waarschijnlijke locatie van hofstede Cranenburg.

Opmerkelijk genoeg worden Jacob en Jan in 1334 niet meer genoemd in bron RHH. Wel wordt er een erfname (enkelvoud!) genoemd. Zonder naam erbij. Wie is die erfgenaam? En waar zijn Jacob en Jan gebleven. Zijn ze misschien dood? Of vertrokken en onterft? Vooralsnog is daarover niets bekend. En over Frank weten we helaas ook onvoldoende.

Gezien alle genoemde feiten is het niet onwaarschijnlijk dat met bovengenoemde stene de hofstede Cranenburg is bedoeld. Chronologisch, geografische en financieel gezien past de stene heel goed in het plaatje van hofstede Cranenburg. De historie kan er dan als volgt uitzien. Kerstant van Kranenburg sterft ergens rond 1330. Zijn erfname (enkelvoud!) moet in 1334 40 sc aan landhuur betalen. Het gaat dus om één persoon die ergenaam is! In 1330 sticht Willem van Cranenburg de hofstede Cranenburg te Eikenduinen. Gezien het sterfjaar 1330 van Kerstant en het stichtingsjaar 1330 van de hofstede, lijkt het zeer wel mogelijk dat we met hetzelfde goed te maken hebben. De erfgenaam van Kerstant is dus Willem van Cranenburg. Willem heeft dus mogelijk de oude stene opgekalevaterd en er een mooie hofstede van gemaakt. Sindsdien staat het dan bekend als de hofstede Cranenburg te Eikenduinen.

De veronderstelde historie van hofstede Cranenburg kan meteen een verklaring zijn voor een vreemd hiaat in bron OV78/194 waarin de leenoverdrachten zijn vermeld. Als eerste wordt Jan van Cranenborch genoemd. Dat is in feite Jan Engelbertsz van Cranenburg. Hij is een zoon van Engelbert I van Cranenburg, een broer van Kerstant. Jan draagt het leen in 1367 over aan Engelbert II van Cranenburg. Bij Jan van Cranenborch, de eerst genoemde leenman, is geen jaartal vermeld. Vóór Jan is niemand genoemd. Willem sterft rond 1362. Mogelijk is vóór 1367 Cranenburg Eikenduinen een grafelijk leengoed gebleven en zodoende buiten de administratie van Leenhof Wassenaar gebleven.

Wapen*: op goud een blauwe kraanvogel met steen in de rechter poot.
Kinderen: Frank Kerstantsz, Jacob Kerstantsz, Jan Kerstantsz en Ermengart Kerstantsdr van Kranenburg.
** Heer, Heerlijkheid, Leenstelsel, Engelbert van Voorschoten, Eikenduinen, Welgeborenen, Cranenburg Eikenduinen, Cranenburggoed Eikenduinen, Van Cranenburch Bleiswijk, Willem van Cranenburg (gb 1305), OV78/194, Allodium
# OVG 1985, LRK (5 fol 46), LRK (2 fo 35 nr 227 en 228), OV85, DAB

Kerstant Willemsz van Cranenburg* (1356*-1426*):
Mogelijk een zoon van Willem van Cranenburg (gb 1305) te Eikenduinen.
Woont 1380* in Zoetermeer.
** RZZ

Kerstvloed 1717
Stormvloed van 25 december 1717. Teistert heel Noord Nederland en andere landen langs de Noordzee. Daarbij spoelen alleen al in Noord Nederland vele dijken en duizenden huizen en gebouwen weg. Duizenden mensen en dieren komen daarbij om het leven. Veel land langs de kust komt langdurig onder water te staan, waardoor het daarna nog langdurig onbruikbaar blijft.
** Harke Jans Kranenburg (gb 1690)

Kerstijn Claas Willemszdr van Cranenburg* (1378*-1440*):
Mogelijk een dochter van Claas Willemsz van Cranenburg uit Zoetermeer.
Woont in Zoetermeer. Verhuist 25.1.1385 naar Leiden. Gerrit Jan Bettenszz staat borg voor haar. Gerrit hoort tot het patriciaat van Leiden.
# FVK

Kindertal:
Betreft aantal kinderen in adellijke gezinen, zover bekend.
Periode is 1285-1470.

aantal
1
2-4
5-7
> 7
bastaarden 
frekwentie
0.21
0.51
0.08
0.02
0.18
 
Gemiddeld volgens deze cijfers dus 3 nazaten per adellijk gezin.
# RIH (p 212)

KJS
K.J. Slijkerman
DNL 1981

Klaas~
** Claas~, Nicolaas, Nicolaus, Klass

Klaasje~
** Claasje~

Klara~
** Clara~

Klass~
** Claas~

Klaverbladen:
** Klavers

Klavers:
Betreft klaverbladen in de heraldiek.
Klaverbladen (klavers) horen specifiek tot de Friese heraldiek. In bron FWN (303 familiewapens in Groningen, Friesland en Drente) komen ze in vele familiewapens voor in diverse composities. Bij wapens met drie klavers bestaan drie verschillende composities: 1-1-1, 2-1 en 1-2. Compositie 1-1-1 komt betrekkelijk weinig voor. Compositie 2-1 komt 30x voor. Dus in 10% van de wapens. Compositie 1-2 komt 15x voor. Dus in 5% van de wapens. In beide composities gaat het in meerderheid om drie groene klavers op zilver. In meerderheid zijn beide composties een onderdeel van het hele wapen. Meestal op positie IIb (rechtsonder dus). In vele van deze wapens is het veld gedeeld en komt in veld I de halve Friese adelaar voor. De composities 2-1 en 1-2 horen in meerderheid bij Friese familienamen. In een klein aantal gevallen komen alleen de drie klavers voor in het wapen (= groep H). Bij compositie 2-1 in 7 van de 30 wapens. Dus in 23% van de gevallen. Bij compositie 1-2 is dat in 3 van de 15 wapens. Ofwel in 20% van de gevallen. In groep H valt op dat deze wapens horen bij niet-specifiek Friese familienamen. Bij compositie 1-2 gaat het om de families Van Calcar, Oost en Kranenburg. Het lijkt er derhalve op dat klavers een aanduiding zijn voor de omvang van het grondbezit. Bron FEW (p 74) schrijft daarover:

Alleen eikels en klavers zijn tot op den huidigen dag in de herinnering gebleven als eigenerfdenemblemen. Maar de overlevering heeft ook het erflijkheidsbeginsel bewaard: alleen drie eikels en drie klavers zijn eigenerfdenemblemen. Dit aantal van drie kan slechts duiden op de reeds ter sprake gebrachte drie generaties (twee graden). Nog in de doleanciën en punten van Reformatie van 1627 was aangenomen 'dat alleen zij voor Eigenerfden zouden gehouden worden, die hunnen staat in den tweeden graad zouden bewijzen'. Deze rechtsregel werd eerst in 1723 afgeschaft. ...
Daarom duiden de klavers niet direct op kleigrond maar wel op grasland (fri 'greide'): de beste weiden bevatten veel klaver (later ging men klaver op de weide zaaien).
De Klavers duiden dus evenees op de almende en op een zeer voornaam deel daarvan, omdat in Friesland de veeteelt (schapen en runderen) steeds van bijzonder belang is geweest. ...
Meer dan andere wapens komen de drie klavers voor gecombineerd met den Frieschen adelaar en het 'merk'. Zij staan dan in de doorsneden linkerhelft vaak boven (onder: het merk) en, eveneens veelal 1 en 2, dus zg. 'verkeerd gerangschikt'.

De laatste zin dat de klavers meestal 1-2 zijn geplaatst komt niet overeen met de meting in bron FWN. Compositie 1-2 komt daarin slechts in 5% van de wapens voor en compositie 2-1 in 10%. Naar zeggen zou compositie 1-2 de meest echte Friese plaatsing zijn. Nagenoeg alle composities 2-1 en 1-2 zijn in groen en zilver, met een meerderheid van groen op zilver. De kleuren groen en goud komt bij 2-1 maar 5x op de 30 voor, steeds als groen op goud. Dus in 17% van de gevallen. Bij 1-2 is dat in 7% van de gevallen. Namelijk 1x op de 15. En wel alleen bij Kranenburg.
** GXW, FW Kranenburg Scharmer

Klazina~
** Clasina~

Klauwboek
** Edele Heerd

Klein Cranenberg
Klein Cranenborch
Klein Cranenborg

Boerderijen in Lochem en Vorden.
Klein Cranenberg mogelijk in Klein Dochteren. (> Cranenborgh Lochem)
** OTGB/DAT, Cranenborgh Lochem, Kranenburg Vorden

Klein Dochteren:
Buurtschap in Lochem, gelegen tussen Almen, Groot Dochteren, stad Lochem, Vorden en Zutphen. Vanaf Almen stroomt de Berkel door dit gebied langs de Koepel van Staring richting Twente Kanaal. De helft van het gebied bestaat uit bos genaamd het Klein Dochterense Veld, waarin het natuurgebied Velhorst ligt. De andere helft van Klein Dochteren is agrarisch land met diverse boerderijen, die veelal van oude datum zijn. In dit gebied wonen sinds de 17e eeuw vele Kranenborgs~, die vrij zeker nazaten zijn van Henrick Cranenborch (gb 1528*) in Almen. Henrick is nagenoeg zeker dezelfde als Hendrick van Cranenburch (gb 1525*), een Geus afkomstig uit Harderwijk. (> Achterhoek)

In dit gebied staat/stond de hoeve Cranenborgh. (> Cranenborgh Lochem) Mogelijk staat/stond daar ook hoeve Klein Cranenberg, waar vele Kranenbergs~ hun roots hebben. Vooralsnog zijn beide hoeven nog niet gevonden. Helaas is de kans reëel dat ze al geruime tijd geleden zijn afgebroken.

De Cranenborghs~ in Klein Dochteren kerken veelal in de NDG Kerk van Laren. Niet in Almen en nauwelijks in Lochem, waar ook Gereformeerde kerken staan. Dit betekent waarschijnlijk dat hoeve Cranenborgh het dichts bij de kerk in Laren staat. Dus nabij Groot Dochteren en de Koepel van Staring. Daaromtrent staan anno 2008 inderdaad twee boerderijen, die tamelijk oud lijken. Het Twente Kanaal door dit gebied is aangelegd in 1919. (WP) Het kan betekenen dat bij het graven van dit kanaal hoeve Cranenborgh is afgebroken en dus precies op het traject lag.

Klein Dochteren wordt in oude documenten vaak aangeduid met 'onder Vorden'. Onder betekent hier in Oud Nederlands 'ten noorden van'. (> Onder, Windrichtingen)
** Cranenborgh Lochem, Achterhoek

 
Klein Kranenbarg
** Klein Kranenburg~

Klein Kranenburg~:
Deze familienaam komt voornamelijk voor in de Achterhoek, waar ze ook is ontstaan. De naam komt naar zeggen van een boerderij 'Klein Kranenburg' in het dorp Kranenburg bij Vorden. Het was vroeger gebruik dat de oudste zoon van een boer de boerderij van zijn vader overneemt. Soms bleef een jongere zoon op het erf wonen in een eigen woning, meestal om zijn broer te helpen in het bedrijf. Die woning kreeg dan vaak de naam 'Klein ...', i.c. 'Klein Kranenburg~'.

Een andere oorsprong van de naam Klein Kranenburg ligt in Groningen. Hendrik Ipes Kranenburg en Albertine Klein (begin 19e eeuw) hebben acht kinderen waarvan twee zoons de naam Hendrik kregen. Deze gekte is het gevolg van de strenge tradities bij het geven van een voornaam in die tijd. De oudste zoon Hendrik voegt de naam Klein van zijn moeder toe aan zijn achternaam en noemt zich Klein Kranenburg. De tweede zoon Hendrik voegt de naam Boelmans toe en noemt zich Boelmans Kranenburg.

Anno 2004 is de naam Klein Kranenburg vrij zeldzaam. Naar schatting zijn er in totaal ongeveer een 60-tal mensen in Nederland met deze achternaam. Ze wonen o.a. in Arnhem, Apeldoorn, Zwolle, Dedemsvaart, Wapenveld, Nijverdal en Leiden.
** Kranenburg Vorden, Hendrik Ipes Kranenburg, Hendrik Klein Kranenburg (gb 1837), Cleyn Cranenborch Antwerpen, OTGB/DAT
# Jan Kranenburg te Arnhem, GKS, FRI

Kleis~
** Cleis~

Knaap
ON: Knaepe. Militair of edelman die door leeftijd of sociale status (nog) niet tot ridder is geslagen.
# HVW

Kniertje Kranenburg (1798*-1858*)
Geboren te Nieuwveen. Dochter van Dirk Kranenburg en Hermina Kruijt.
Huwt NH 30.5.1819 te Assendelft met Cornelis Winter, geboren in 1795* te Assendelft, zoon van Theunis Winter en Jannetje Jongemens.
Udh: Theunis Winter (gb 1822* Assendelft).

Koen van Kranenburg (1780*-1840*):
Mogelijk een zoon van Jasper van Kranenburg en Antje Leemans in Deil/Geldermalsen.
Woont in Deil. Ghm Jannigje van Ackoy.
In 1806-07 dienstbode bij weduwe H. van Beusekom en haar twee kinderen in Deil.
Alias: Koen van Kraenenburg.
Udh: Lysbeth van Kraenenburg (gb 1824).
Mogelijk ook Willem van Kranenburg (gb 1827).
# GRD, KBG

Kornelia: > Cornelia
Kornelis: > Cornelis
Kors: > Cors

Kortenbos Den Haag
Gebied in Eikenduinen (Westambacht), grenzend aan het Cranenburggoed aldaar.
# DH39 (p 218; kaart)

Kraan:
ONl: crane, craen: 1. kraanvogel; 2. kraan, hijskraan, tapkraan.
Oud Hollands: chranuh.
Engels: crane: kraanvogel, hijskraan, siphon, waterkraan.
EWB: Oud Engels: cran, cranoc.

Zeer opmerkelijk is dat bron EWB geen andere equivalente Oud Germaanse vormen noemt van het woord kraan of kraanvogel. Bij nagenoeg alle andere woorden gebeurt dat welhaast overvloedig. Dit lijkt daarom welhaast te betekenen dat het woord kraan alleen voorkomt in het Oud Engels c.q. Anglisch en dat de Nederlandse vorm 'kraan' afkomstig is uit het Anglisch.
Geranos (Oud Grieks) en garanos (Oud Gallisch) = kraanvogel. Zo genoemd naar het schreeuwen van de vogel.
Etymologie: hijskraan en tapkraan zijn genoemd naar de kraanvogel, vanwege de gebogen hals van deze vogel.
Twents (Neder-Saxisch): kroene krane = slingerpad.
De beteknis van kraanvogel is dus steeds primair.
** Kraanvogels, Kranenburg~
# WMN, COD, EWB, FRI

Kraan~
familienaam
** Craen~

Kraanvogels:
De kraanvogel (gruidae) behoort tot een vogelfamilie die bestaat uit veertien soorten, die voorkomen in Europa, Azië, Afrika en Amerika. Ze hebben lange poten, lange halzen, lange brede vleugels en een korte brede staart. Ze hebben een sterke luchtpijp waarmee ze geluiden maken als van een jachthoorn. De meeste kraanvogels leven buiten de broedtijd in grote groepen. Hun voedsel is voornamelijk plantaardig, maar ze eten ook insecten en wormen. Ze leven in moerassige gebieden en kunnen heel oud worden. De oudst gesignaleerde was 55 jaar. Ze broeden in Europa vooral in Zweden en Oost-Duitsland. Vroeger (250 jaar geleden) broedden ze ook in Nederland, maar door vervening en jacht komen ze hier nog maar weinig voor. In 2001 zijn voor het eerst weer twee broedende kraanvogelparen gesignaleerd in het Fochtleoërveen op de grens tussen Friesland en Drente. Dit heeft te maken met het herstel van de natuur in dit hoogveengebied. In de periode februari-maart trekken de kraanvogels vanuit het warme zuiden door Nederland naar Noord-Europa, waar ze gaan broeden. Ze leggen gewoonlijk maar twee eieren en brengen per jaar maar één broedsel voor. De jongen zijn nestvlieders, ondanks dat ze nogal klein en kwetsbaar zijn. In de periode oktober-november trekken de kraanvogels weer terug naar het zuiden. Tijdens de trek vliegen ze met gestrekte hals in rijen of in V-vorm.
Typerend voor kraanvogels zijn hun dansceremoniën, die niet alleen in de paringstijd worden opgevoerd. De vogels stappen in stijve houding met half gespreide vleugels om elkaar heen en springen dan beurtelings hoog op. Daarbij maken zij buigingen en rekkende bewegingen.
De bekendste soorten zijn:

Amerikaanse trompetkraan (grus americana) ofwel de 'whooping crane'; zeldzaam; met uitsterven bedreigd.
Canadese kraan (grus canadensis); 110 cm lang; minder zeldaam.
Chinese kraanvogel (grus japonensis); broedt in Oost-Siberië en Japan. Grote witte vogel, zwarte vleugels, grijze kop en halszijden. Bedreigd met uitsterven.
Gewone kraan (grus grus); 114 cm, lichtgrijs, zwarte kop en keel, rode vlek op de kruin, witte streep over de zijhals, zwarte over de staart hangende staartpennen. De bekendste soort broedt in Noord-Europa en Azië en overwintert in Zuid-Afrika.
Jufferkraan (anthropoides virgo); 95 cm, grijs, zwarte voorhals en kop, witte oorpluimen. Broedt in Zuidoost-Europa tot in Midden-Azië; overwintert in Noordoost-Afrika, India en China.
Kroonkraan (balearica pavonina) ofwel de 'crowned crane'; 100 cm, op de kruin een kroon van ztijve, stroeve veren, zwarte of grijze nek. Komt voor in Afrika (Senegal, Soedan, Ethiopië, tot in Zuid-Afrika).
Saruskraanvogel (grus antigone); overwegend grijs/blauw van kleur, heeft een rode kop met grijs/blauwe toupet, lange spitse snavel en lange, smalle poten; weegt circa 7 kilo en wordt circa 1.6 meter hoog. Komt van nature voor in India. Tegenwoordig ook in dierentuinen en vogelparken. O.a. Beekse Bergen. (De Telegraaf 2.8.07)
# WP, DAB

- Pleisterplaatsen
Kraanvogels broeden al enkele eeuwen niet meer in Nederland. Dan doen ze in Zweden, Finland en de Baltische landen. De vogels verzamelen zich daarna op het eiland Rügen in de Oostzee en trekken dan naar Spanje, waar ze overwinteren. Tijdens de overtocht naar het Zuiden plachten ze nog lange tijd hier te bivakkeren in veengebieden om te pleisteren. Ze zoeken voedsel in de omliggende landbouwgronden. Vooral bij het dorsen van mais. Geliefde pleisterplaatsen van toen zijn Het Wierdense Veld (Wierden), de Engbertsdijkvenen (Kloosterhaar), de Bergvennen (Denekamp), het Aamsveen (Enschede), het Witte Veen (Haaksbergen), het Haaksberger Veen (Haaksbergen), het Zwillbrocker Venn (Vreden/Dtl), het Korenburger Veen (Winterswijk), het Meddose Veen (Winterswijk), het Wooldse Veen (Winterswijk) en het Vardingholter Venn (Rhede/Dtl). Sinds 2005 zijn weer enige kraanvogels gesignaleerd in het Fochteloër Veen (ZW Groningen). Ook in Brabant en Limburg worden ze weer gezien.
** Kraneveld
# Twentsche Courant 9.9.1995, DAB

- Veldnamen
Vele locaties waar kraanvogels in het verre verleden plachten te pleisteren zijn naar hen genoemd. O.a. Kranenkamp (Diepenveen en Eibergen), Kranekamp (Munckeburen), Kranenland (Diepenveen), Kraanlanden (Ny Beets en Gasselte), Kranendelle (Ruurlo) en Kranenkolk (Overijssel).

- Astronomie

Sterrenbeeld aan de zuidelijke hemel tussen rechte klimming 21 uur en 23 uur en tussen declinatie -36 en -56 graden. Wetenschappelijke naam: Grus. Helderste ster is Al Naír (Arabisch: de schitterende). In het oude Egypte was de kraanvogel het symbool voor de astronoom. In Nederland is dit sterrenbeeld helaas niet te zien.
# WP, WKP
 

- Heraldiek
Kraanvogels komen in diverse familiewapens voor. Meestal bij namen die betrekking hebben op kraanvogels. Zoals Kranenburg~, Kranendonk~ en Krane~. Soms echter komt de kraanvogel ook voor bij andere familienamen. De heraldiek onderscheidt twee basale uitbeeldingen van de kraanvogels:

--- Vigilant Dwz: waakzaam; met een steen in de opgeheven rechter poot.
De kraanvogel wordt in de heraldiek vaak voorgesteld met een steen in een opgetrokken poot. Dit symboliseert de waakzaamheid. Laat de kraanvogel de steen immers los, dan valt de steen op de andere poot en wordt dan vanzelf weer wakker. Volgens "De Uithangtekens" door Van Lennep en Ter Gouw Octavo (1868, deel 2 pag 352) was er een gevelsteen in de Breestraat in Leeuwarden met een kraanvogel afgebeeld en het onderschrift: 'Aldus moet men waken, In de Kranewacht'. (> Kranewacht) Daarnaast geldt deze symboliek ook als teken van oprechtheid. Jacob van Maerlant verhaalt dat kraanvogels bij de start van hun reis een steen in de poot nemen om niet te hard van stapel te lopen. De kraanvogel is dus in de heraldiek een symbool voor waakzaamheid, oprechtheid en voorzichtigheid.

--- Staande Dwz: zonder steen in een poot.
In diverse familiewapens komen kraanvogels voor die geen steen houden in een poot. Deze kraanvogels worden staande kraanvogels genoemd. Sommigen menen dat in dit geval de afgebeelde vogel (steltloper) heraldisch niet als kraanvogel mag worden beschouwd. Zij vinden namelijk dat het kenmerk van een kraanvogel juist de waakzaamheid is. En dat wordt volgens hen uitgebeeld door de steen in een poot. Heraldisch lijkt dit aardig bedacht, maar feitelijk houden natuurlijke kraanvogels normaliter geen steen in hun poot.
# VC300 (p 349), DAB

- Kranendans:
De oude Indianen in de prairies van Noord Amerika voeren jaarlijks in de laatste week van augustus het heilig ritueel op van de dansende kraanvogels. Ze zijn dan uitgedost als grote kraanvogels en dansen uren lang in prachtige bewegingen een soort rondedans. Het ritueel is bedoeld als hoogste lof voor hun goden.

- Traditie:
Volgens oude Japanse traditie krijgt een mens die zelf duizend kraanvogels vouwt een lang en goed leven. #DeTelegraaf 11.11.2014

- Literatuur:
De Duitse schrijver Friedrich Schiller (1759-1805) ziet in zijn boek 'Kraniche des Ibykus' de kraanvogel als een werktuig van de goddelijke wil.

- Mythologie:
In de oudheid werd de kraanvogel bewonderd om zijn onvermoeibaar vliegvermogen. Een vleugel van een kraanvogel was een amulet tegen uitputting. Uit hun trekgedrag in de lente en de herfst werden de boodschappen der goden gelezen. Jonge paren bepaalden hun ideale trouwdag eveneens op grond van dit trekgedrag. De kraanvogel werd vaak afgebeeld in gevecht met pygmeeën. In het Oude Egypte wordt Thot - de god van de wijsheid, gerechtigheid en literatuur - soms afgebeeld als een kraanvogel. (> Thot) Voor de Griekse Demeter - godin van het gewas - is de kraanvogel het heilige dier. Zijn trek in de lente maakte hem een symbool van vernieuwing. In de tijd van het vroege Christendom wordt de kraanvogel het symbool van de verrezen Christus. Verder gold hij als verdelger van slangen. Bij de oude Grieken en Romeinen is de kraanvogel het symbool van de liefde en levensvreugde, vanwege de trek in het voorjaar en de kranendans. In Indiase sagen is de kraanvogel vaak de belichaming van valsheid en arglist. In de Chinese mythologie is de kraanvogel (Ho) een symbool voor een lang leven en onsterflijkheid. Maar ook een symbool voor reinheid (de witte veren), wijsheid, waardigheid en levenskracht (de rode vlek op de kruin). In het Taoïsme wordt de dood van een priester "yühua" genoemd; i.e.: ze zijn in een kraanvogel veranderd. In Japan gold de kraanvogel (tsuru notori; tsuru = vogel) als symbool voor de verhevenheid van het eilandenrijk. Maar ook voor de opofferingsgezindheid: de kraanvogel die zichzelf in de borst pikt om het eigen bloed aan haar jongen te geven. Anno 2007 opent het RK Jikei Hospitaal in Kumamoto (Zuid Japan) een zgn dropbox, waarin ongewenste baby's kunnen worden achterlaten. In het Japans heet deze dropbox 'konotori no yurikago' ofwel wieg van de kraanvogel.
# Symbolen (Spectrum 1991), Symbole (Herder Verlag 1978), De Telegraaf 16.5.2007, WS Japan Times 20.5.07, NDR Fernsehen 5.11.08 (Schover Heide), DAB

Kraanenburg
Deze spellingsvorm van de naam Kranenburg met dubbele a komt vooral voor in Amsterdam in de 18e eeuw. Later wordt de naam van dezelfde personen gewoon als Kranenburg geschreven. We mogen dus aannemen dat de dubbele a in Kraanenburg een ambtelijke abberatie is. Deze spellingsvorm wordt in Kranenburgia daarom zoveel mogelijk gemeden en omgezet in de normale vorm Kranenburg.

Kraenenburg Maasbommel:
Huys Kraenenburg met landerijen gelegen tussen de kerk en de dijk in Maasbommel (Land van Maas en Waal). Het huis komt voor op de kaart van Sligtenhorst (17e eeuw). Dit feit geeft aan dat het huis een landmark is in die tijd en dus kennelijk van enige allure. Rechts: uitsnede van de kaart Ducatus Gelria Neomagensis van rond 1550. Daarop is Kranenburg aangegeven met het symbool van de Edelhuysen, ofwel adelijke huizen. Duidelijk is te zien dat het Huys tegen de Maasdijk ligt.
 
Het huis is in de 17e* eeuw bezit van ene vrouwe Van Kraenenburg. Na haar dood erft een van haar dienaren van haar het huis en de landerijen. Sindsdien raak het huis in verval. Aldus het volgende citaat uit 'De kerk tot Maasbommel' van A. de Haan (1732; met tekening van de kerk):
Noch vind men hier aan den dijk of liever tussen de kerk en den dijk even boven maasbommel een out vervallen huys bekent in de kaart van Sligtenhorst met de naam van Kraenenburg. 't plaght voor dezen te behoren aan een sekere Mevrouwe die bij afsterven dit huys aan eenen van harer dinaren gelegateert heeft welke aldaar van dien tijt af met de woon is gekomen en even [van] de daarbij gevoegde landerijen bestaan kan. 't huys selve is seer klijn en laag bestaande in eenige ledige trapgevel{s} en fijne muren die ten deele met pannen en ten deele met riet of plancken gedeckt en ten deele zonder dack zijn.

Huys Kraenenburg moet volgens deze tekst staan aan den dijk en wel tussen de kerk en den dijk even boven maasbommel, hetgeen overeenkomt met bovenstaande kaart uit circa 1550.



          

Hierboven een tekening van 't huis te Kranenburg 1667 te Maesbommel, gemaakt door P. Verregen. De trapgevel van het huis beantwoordt aan de tekst van 1732. De allure correspondeert met de aanduiding op de kaart van Sligtenhorst. Huys Kraenenburg is in 1676 verwoest door de Fransen.

Bron Historie van het land van Maas en Waal (p 147) van H. van Heiningen schrijft:

Het is niet duidelijk hoeveel adellijke huizen of "burchten" er in Maasbommel gestaan hebben. Behalve de Hof en de Kronenburg, waarvan wel iets bekend is, kan men in de toponymen ook nog de namen Scharenburg (op Berghuizen), Kranenburg en Nussenburg terugvinden. Die namen kunnen betrekking hebben op versterkte huizen [havezathes].

Bron West Maas en Waal van Antoon J.M. Sengers (p 25) schrijft:

Maasbommel had vroeger twee kastelen, waarnaar men thans tevergeefs zal zoeken, nl. 'Het Hof' [Raadhuisdijk 14] en de 'Kronenburg'. Op deze plaatsen zijn later boerderijen gebouwd. De Kronenburg moet dicht bij de tegenwoordige Velddijk gestaan hebben, want in de omgeving daarvan vond men nog fundamenten, die het bewijs leveren, afkomstig te zijn van een ridderslot, dat door grachten was omringd.
Volgens streekhistoricus Jan Boerakker stond Huys Kranenburg tussen de huidige Bovendijk en de Velddijk. Dit stemt overeen met de kaart Ducatus Gelria Neomagensis van rond 1550, zoals bovenaan getoond. Met nog twee campen liggende tegen het voors huys etc genoemd de Gaensacker, volgens een oude tekst. Bron MWT/p21 (Maas en Waalse tijdschrift voor streekgeschiedenis, Nr 63 december 1989) noemt het de Gansacker. De huidige tennisvereniging op dit perceel heet navenant de Gaensacker. Op oude kadastrale kaarten van voor de ruilverkaveling blijkt ook dat het perceel de Gaensacker heet. Een gaensacker is een Oud Nederlands woord voor een vruchtbare akker. Gaens, gans = vruchtbaar, gezond, heilzaam.

Zo te zien staan Kraenenburg en Kronenburg vlak bij elkaar. Aangezien de namen Kranenburg en Kronenburg elders vaak met elkaar verward worden, is het denkbaar dat het ook hier zo is. (> Kronenburg~, Cranenburgh Wynaldum) De gemelde locaties liggen immers vlak bij elkaar. Daarbij komt dat Kraenenburg toch een zekere allure moet hebben, zoals eerder is geconstateerd. De tekst van 1732 noemt het huis wel seer klijn en laag, maar dat kan komen omdat het huis dan al in verval is, zoals de rest van de tekst laat vermoeden.

Eerder genoemde bron Historie van het land van Maas en Waal schrijft verder op pagina 147 conform de Gelderse Leenregisters van 1660:

het huys den Croonenborch, met den bongaert, hoff, gepaet ende aencleven van dien, soo 't selve binnen Maesbommel in sijn oude bepalinge is gelegen, streckende tot in de Maeze; met noch twee campen, liggende tegen het voors. huys, recht over de gemeine straet, groot sestenhalve mergen, genoemd de Gaensacker ende Blick [bleekweide], oostwaert de gemeine straet, suyden Wouter Thoenissen ende de kercken- ende gasthuyskempen, west eenen camp lants genoemt de Geer, ende noorden Harmen Jacobs van Dans ende een perceel genaemt de Lucht.

Kronenburg grenst dus aan de kerk. Kraenenburg ligt tussen die kerk en de Velddijk. Tussen de kerk en de dijk betekent letterlijk dat het land van Kraenenburg grenst aan de kerk. Ook Kronenburg ligt dus tussen de Velddijk en de kerk. Het landbezit van Kronenburg doet verder denken aan de genoemde landerijen van Kraenenburg. Closer kunnen de gelijkenissen nauwelijks zijn. Als Kraenenburg inderdaad dezelfde is als Kronenburg, dan rest alleen nog de vraag welke naam de juiste is. Vooralsnog is daar geen goed antwoord op. De beste optie lijkt Kraenenburg. Immers, er is een geslacht Van Cranenburgh dat zeker al sinds de 17e eeuw in het Land van Maas en Waal woont en een adellijke status voert. (> Van Cranenburgh Tiel) Willem van Cranenburgh (gb 1640) woont in Tiel, circa 10 Km NW van Maasbommel. Het is niet bekend waar hij is geboren. Maar gezien de gebondenheid gedurende enige eeuwen van zijn nazaten met het Land van Maas en Waal, lijkt het goed mogelijk dat ook Willem uit deze regio stamt. Temeer daar Herman van Cranenburgh (gb 1650) ook in Tiel woont en vrij zeker een broer of een neef is van Willem. Willems zoon Derck (gb 1665) woont sinds 1686 in Leeuwen, 6 Km pal Noord boven Maasbommel. De naam huis te Kranenburg is opmerkelijk. Als het voorvoegsel te juist is, dan kan er een relatie zijn met het geslacht Te Cranenborch, dat mogelijk in of nabij de Lekregio woont. Willem Gielisz te Cranenborch (gb 1470) wordt genoemd op 30.10.1504 ivm een erfenis en verkoop van visrechten op de Lek, tussen Wijk bij Duurstede en Bolnes bij Rotterdam. Willem erft een deel van die rechten van Meester Pieter Keyser Govaertsz. In de tekst wordt ook een Jacob Gielisz genoemd. Dat kan een broer van Willem zijn. Het feit dat Willem en Jacob visrechten erven, geeft aan dat zij behoren tot de inner circle van een kennelijk vermogend c.q. aanzienlijk man. Dat doet vermoeden dat zij zelf ook redelijk vermogend zijn en tot de aanzienlijken behoren. Bovendien geeft hun eventuele relatie met Huys (te) Kraenenburg in Maasbommel dan aan, dat dit huis zeker al ruim vóór 1470 bestaat.

Per saldo mogen we het volgende concluderen:

Het bestaan van de tekening van 't huis te Kranenburg 1667 te Maesbommel van P. Verregen en de mogelijke connecties van dit huis met het geslacht Van Cranenburgh uit het Land van Maas en Waal en/of het geslacht Te Cranenborch uit de Lekregio, maken het vrij zeker dat de naam Kraenenburg van het goed te Maasbommel de juiste naam is, zoals eerder verondersteld.

Bron AWA (1842) bevestigt deze conclusie en schrijft bij item Maas-Bommel (p 522):

Voorheen hebben hier [in Maasbommel] twee sloten gestaan, het eene het Hof-te-Maas-Bommel geheeten (zie Hof), het andere Kranenburg genaamd; ...

Het vermoeden dat Huys Kraenenburg vóór 1470 is gebouwd, wordt versterkt door de architectuur van het huis. De lage bouw en de blinde puntgevels zijn zelfs indicaties dat het huis al in de 13e kan zijn gebouwd. Heel opmerkelijk is daarbij het pand rechts naast het hoofdgebouw met de trapgevel. Dit bijgebouw heeft een blinde puntgevel. De bouwstijl van dit bijgebouw doet erg denken aan de typische stijl van de hofsteden in Zuid-Holland in de 13e en 14e eeuw. (> Cranenburg Bleiswijk > tekening) Dit kan erop wijzen dat de bouwheer uit die contreien komt. Mogelijk is dit bijgebouw het oorspronkelijk huis geweest en is het hoofdgebouw pas later erbij gebouwd.

Een ander belangrijk architectonisch gegeven zijn de rechte gaten in de puntgevels. Ze zijn regelmatig en dus opzettelijk aangebracht. Dit zijn zo goed als zeker duivengaten, hetgeen wijst op recht van duivenslag. Dit recht is in de Middeleeuwen een belangrijk heerlijk recht. Het bezit van dit recht wijst daarbij op een adellijke status. (> Heerlijke Rechten)

Op grond van de genoemde gegevens lijkt Huys Kraenenburg te kunnen dateren uit de 13e-14e eeuw. Mogelijk circa 1300. Stichter is dan waarschijnlijk ene Xx van Kraenenburg, die afkomstig is uit Zuid-Holland en een adellijke status voert. Dat moet dan welhaast zijn een nazaat van Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg, die woont op kasteel Cranenburg in Bleiswijk nabij Rotterdam. Diens zoons noemen zich immers allemaal Van Cranenburg~. Hein van Kranenburg (een zoon van Bartholomeus II) woont in 1334 in Brakel, circa 30 Km westelijk van Maasbommel. Andere zoons (Kerstant en Engelbert) wonen in Eikenduinen bij Den Haag.

In 1388 betaalt Johannes van Kraenenburg (alias Henneken van Kranenborg) in Maasbommel thijns/pacht aan de hertog van Gelre. Alles wijst erop dat Johannes geboren en getogen is in Maasbommel en dat hij welgesteld is. Hij moet ergens rond 1355 zijn geboren. (> Johannes van Kraenenburg) Gezien het geschatte bouwjaar van Huys Kraenenburg woont Johannes vrij zeker op dit huis. Als Johannes inderdaad is geboren in Maasbommel, zal Huys Kraenenburg vrijwel zeker zijn gebouwd door zijn vader (gb circa 1318) of grootvader (gb circa 1280). Aangezien Huys Kraenenburg rond 1300 moet zijn gebouwd, komt de grootvader van Johannes het meest in aanmerking. Gezien de architectonische kenmerken van dit Huys is deze Xx van Kraenenburg vrij zeker afkomstig uit Zuid-Holland en derhalve een zoon of kleinzoon van Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg in Bleiswijk.

Bron "Maas en Waalse tijdschrift voor streekgeschiedenis" Nr 63 van december 1989 (MWT) schrijft e.e.a. over de eigenaars van de Kraenenburg in de 18e eeuw. Om de tekst inzichtelijk te maken voor dit bestek is het nuttig de relevante feiten in een chronologische volgorde te plaatsen, aangevuld met feiten uit andere bronnen. Hieronder het overzicht:

1280-1340 Xx van Kraenenburg, stichter van Huys Kraenenburg te Maasbommel. Hij is een zoon of kleinzoon van Bartholomeus II van Wassenaar en Godilt van Bleyswyck op kasteel Cranenburg te Bleiswijk.
1300-1300 Bouw van Huys Kraenenburg te Maasbommel.
1353-1413 Johannes van Kraenenburg woont op Huys Kraenenburg.
1388-1388 Henneken van Kranenborg (alias Johannes van Kraenenburg) betaalt thijns aan de Hertog van Gelderland in de vorm van graafganzen en dijkhoenders, zoals te doen gebruikelijk.
1667-1667 Tekening Huys Kraenenburg van P. Verregen.
1671-1710 Xx van Kraenenburg woont op Huys Kraenenburg. Ghm Xx van Bleyswyck (1673-1713), zuster van Frans van Bleyswyck. Udh: Evert (gb 1706). (Hypothese)
1671-1746 Frans van Bleyswyck. Vermaard graveur te Leiden. Maakt vele belangrijke gravures. Ghm Anna Hogenhoek.
1676-1736 Dirck van Cranenburgh (rentmeester) woont in Land van Maas en Waal. Mogelijk is hij Xx van Kraenenburg (gb 1671).
1706-1766 Evert (van Kraenenburg). Mogelijk een zoon van Xx van Kraenenburg en Xx van Bleyswyck, zuster van Frans van Bleyswyck.
1713-1713 Xx van Bleyswyck (moeder van Evert) overlijdt.
1713-1713 Frans van Bleiswijk en Anna Hogenhoek zijn voogd/voogdes van Evert. (MWT p 21) Aangezien ouders niet optreden als voogd over hun kinderen zijn Frans en Anna kennelijk niet de biologische ouders van Evert! Mogelijk treden Frans en Anna op als voogd/voogdes van Evert ivm de nalatenschap van diens moeder Xx van Bleyswyck.
1713-1713 22.8 Agnes Maria van Raveschot koopt leengoed Kraenenburg van Frans van Bleyswyck en Anna Hogenhoek. Bron MWT (p 21) schrijft:

Direct na haar [Agnes Maria van Raveschot] terugkomst kocht zij op 22 augustus 1713, het leengoed de Kronenburg [Kraenenburg] van Frans van Bleiswijk en Anna Hogenhoek, resp. voogd en voogdesse van hun zoon Evert. De Kronenburg bestond uit huis, hof, schuur en boomgaard. De volgende landerijen hoorden erbij: Gansacker, Blick (bleek), Polder, Vergert, Polderdijcke, Koeijweide, Bulck, alles tezamen 19½ morgen.

Deze tekst suggereert sterk dat in deze transactie Frans en Anna puur opereren als voogd/voorgdes over Evert. Waarom anders Evert genoemd met daarbij de juridische posities van Frans en Anna t.o.v. Evert? Bovendien zijn Frans en Anna niet de biologische ouders van Evert. Hij is tijdens de transactie kennelijk nog minderjarig en derhalve handelingsonbekwaam. Kennelijk ook heeft hij geen broers of zusters. Anders waren die toch zeker betrokken bij de transactie. Het lijkt dus dat Evert de werkelijke eigenaar was van de Kraenenburg en dat zijn ouders op jonge leeftijd zijn gestorven.
1720-1720 Agnes Maria van Raveschot (Mevrouwe van Kraenenburg) sterft. Op 13.4.1720 erft haar dienaar Jura Engelbarts Huys Kraenenburg + landerijen. (MWT p 21; Tekst 1732)
1732-1732 Tekst 1732 van A. de Haan bij tekening Kraenenburg van P. Verregen.
1733-1793 Jasper van Kranenburg woont in Deil. Ghm Antje Leemans. Mogelijk een zoon van Evert van Kraenenburg. (> Naamtradities)
1780-1840 Koen van Kraenenburg woont in Deil. Ghm Jannigje van Ackoy. Vrij zeker een zoon van Jasper van Kranenburg.

Er rijzen vele vragen m.b.t. de voogdijschap van Frans van Bleyswyck en zijn vrouw Anna Hogenhoek over 'hun zoon' Evert en de verkoop van de Kraenenburg aan Agnes Maria van Raveschot. In het leenrecht is een voogd normaliter een man van vaderlijke kant. Evert kan in die zin dus een Van Bleyswyck zijn. Maar ook Anna Hogenhoek is daarnaast voogdes over Evert. In het leenrecht is het een vreemde constructie, dat twee personen tegelijkertijd voogdij voeren bij een leenoverdracht. In deze zin zou Evert dus evengoed een Hogenhoek kunnen zijn. Bij leenoverdracht gaat de leen normaliter over naar een persoon uit de familiaire kring. Evert kan dus ook een Van Raveschot zijn. Het is echter verbazend dat de leen wordt overgedragen aan Agnes Maria van Raveschot. Daarmee worden de rechten ontnomen van Evert en zijn (toekomstig) belang onherstelbaar geschaad. Als de erfgenaam minderjarig is, dan treedt normaliter een plaatsvervanger op als rechtspersoon zolang de minderjarige nog niet meerderjarig is c.q. handelingsbekwaam. Soms kan zelfs beperkte handlichting worden verleend. Evert is bij de leenoverdracht in 1713 pas circa 7 jaar oud. Echt te jong dus voor beperkte handlichting. Een plaatsvervangend rechtspersoon was echter wel mogelijk.

De vraag is nu welke familienaam Evert werkelijk heeft. Van Bleyswyck, Hogenhoek, Van Raveschot of anders? Als Evert een Van Kraenenburg was, dan had leenrechtelijk een Van Kraenenburg zijn voogd moeten zijn. (> Voogdij) De enige constructie die e.e.a. kan verklaren is de optie dat Evert's moeder een Van Bleyswyck was. Dat zo zijnde, is Evert's vader mogelijk een Van Kraenenburg, die enige jaren vóór 1713 is gestorven. Daarna moet de leen dan zijn overgegaan op Evert's moeder Xx van Bleyswyck. Zij sterft dan in 1713 of vlak vóór dat jaar. Nu moet leenrechtelijk een Van Bleyswyck als voogd optreden, omdat het leen als laatste in bezit was van een Van Bleyswyck. Frans van Bleyswyck is dan weliswaar voogd van Evert van Kraenenburg, maar in de leenoverdracht handelt hij dan in feite de zaken af van Evert's moeder Xx van Bleyswyck. Hij treedt bij de transactie dus niet zozeer op als voogd van Evert, maar als executeur testamentair van Evert's moeder. In deze constructie is het mogelijk dat Evert's moeder Xx van Bleyswyck een zuster is van Frans van Bleyswyck en dat zij het voogdijschap over Evert aan aan haar broer Frans heeft opgedragen.

Er zijn redenen om te veronderstellen dat bovengenoemde Evert inderdaad een Van Kraenenburg is. Immers, het geslacht Van Bleyswyck is verwant aan het geslacht Van Cranenburch~ uit Bleiswijk. Stamvader van dat geslacht is Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg in Bleiswijk. Hij is gehuwd met Godilt van Bleyswyck. Het geslacht Van Bleyswyck stamt af van de eerste Heren van Bleiswijk (13e-14e eeuw). Frans is daarvan ongetwijfeld een nazaat. Hij woont in Leiden, waar in zijn tijd (17e-18e eeuw) ook vele Van Cranenburchs~ wonen. Beide geslachten zullen elkaar dus vrijwel zeker kennen. Mogelijk heeft Evert's moeder Xx van Bleyswyck ook in Leiden gewoond en heeft zij in die context Evert's vader leren kennen. De naam Evert komt bovendien al sinds de 13e eeuw voor bij de Van Cranenburchs~. O.a. in de tak Van Cranenburgh uit Tiel en de regio Arnhem. De oudst bekende is Everardus van Cranenburgh (gb 1280), ridder, zoon van genoemde Bartholomeus II en Godilt. Everardus is in 1303 getuige van bisschop Guido van Henegouwen te Utrecht. Kinderen van Everardus vestigen zich o.a. in Leiden. Mogelijk dat Evert via die lijn afstamt van de Van Cranenburchs~ uit Bleiswijk.

De kans dat Evert van Kraenenburg werkelijk heeft bestaan, is zeer aannemelijk. Immers, de naam Van Kraenenburg komt in de Betuwe redelijk frekwent voor. De oudst bekende is Koen van Kraenenburg (Kranenburg), geboren rond 1780 en wonend in Deil (circa 20 Km NW van Maasbommel). Hij is gehuwd met Jannigje van Ackoy. De vader van Koen is waarschijnlijk Jasper van Kranenburg uit Deil. Hij is geboren rond 1746 en kan dus heel goed een zoon zijn van Evert van Kraenenburg. Het feit dat al deze Van Kraenenburgs~ slechts één voornaam voeren, sterkt het vermoeden. Immers, het gebruik van slechts één voornaam gebeurt vaker in diverse stamreeksen en wijst dus op een zekere familietraditie. Ook bij de Van Cranenburghs in Tiel en Leeuwen zien we dit verschijnsel. Namelijk bij Willem (gb 1640), Herman (gb 1650), Derck (gb 1665) en Johan (gb 1667) van Cranenburgh. Ook hun potentiële voorvaders Van Cranenburg~ uit Bleiswijk hebben vaak slechts één voornaam.
** Van Cranenburgh Tiel, Kronenburg~, Willem Gielisz te Cranenborch (gb 1470), Lekregio, Van Kraenenburg Maasbommel, Everardus van Cranenburgh (gb 1280), Voogdij, Johannes van Kraenenburg (gb 1353), Kranenburg Tiel
# bertkolkman.nl 3.3.08 (Beschrijving van de Steeden, Dorpen, Adellijke Huizen enz. in Gelderland), A. de Haan (1732), J.H. Boerakker te Maasbommel (streekhistoricus), Bert Kolkman (historische topografie), AWA

Kranebrug Groningen
Een vaste brug over het Ter A Diep die vroeger de buitengracht vormde van de stad Groningen. Het Ter A Diep verbindt het Hoendiep met het Reitdiep, ofwel de Noorderhaven met de Zuiderhaven. Ze is in feite het laatste stuk van de Drentse A, die vanuit Drente naar het Reitdiep stroomt. Langs de gracht lopen de kades Hoge der A, Kleine der A en Lage der A. Onderstaande kaart is gemaakt in 1575 door Braun en Hogenberg. Op de kaart zijn duidelijk te zien de hijskraan aan het Reitdiep, de Kranebrug en de Kranepoort. De oranje C geeft aan het huis waar ene Tijs Kranenbrugghe (gb 1565*) te Scharmer vóór 1595 moet hebben gewoond. (> Tijs Kranenbrugghe gb 1565)

          

De huizen en hun erven tegenover de Kranebrug maken op de kaart niet de indruk dat het hier gaat om boerderijen. Gezien de locatie nabij de aanlegplaats en de hijskraan voor vrachtboten aan het Reitdiep, kunnen het eerder huizen zijn van mensen die iets te maken hebben met de scheepvaart. Mogelijk zijn Tijs en/of zijn vader dus schippers of havenwerkes. Aangezien het veronderstelde huis van Tijs en/of zijn vader er nogal groot en keurig uitzien, moeten de bewoners toch welvarend en vermogend zijn. Dat betekent dat ze eerder schipper of scheepsbouwer zijn.

De Kranebrug (of Kraenbrug) heet tegenwoordig (2004) de Visserbrug en verbindt de Visserstraat met de Verlengde Visserstraat, die overgaat in de Kraneweg. De Kraneweg eindigt bij de enclave Kranepoort. De Kranepoort stond echter oorspronkelijk aan de buitenzijde van de gracht voor de opgang naar de Kranebrug. Voor de Kranepoort stond een ophaalbrug. De Kranebrug heette ook wel de Musselbrug. Mussels zijn mossels of oesters en die werden daar aan beide kanten van de brug aangevoerd en verhandeld.

Ene Thijs Claesz (gb 1565*) is schipper uit Groningerland die op Holland vaart en daar o.a. mossels koopt, die hij dus bij de Musselbrug/Kranebrug weer verkoopt. Het heeft er veel van weg dat deze Thijs Claesz dezelfde is als Tijs Kranenbrugghe die in 1595 en daarna in Scharmer woont en daar kennelijk ook schipper is en handel drijft.
(> Thijs Claesz Kranenburg gb 1565)

Onderstaande kaart is een uitsnede van de plattegrond van Groningen getekend door Nicolaas Geelkerk in 1616. Bij de Kranebrug zijn geen huizen te zien. Dat moet een opzettelijke omissie zijn, gezien de eerste kaart van 1575. Links midden is de Kraenpoort te zien. Links van de poort liggen schepen gemeerd in het Reitdiep. Middenonder op de kaart zijn te zien de Buiten-A-Poort en de Binnen-A-Poort.

          

Het gebied rond het Ter A Diep heet het A-Kwartier. Hier staan enige van de oudste steenhuizen van de stad. O.a. dat van het geslacht Ter Brugghe bij de A-brug, waarvan Henric Ter Brugghen reeds in 1379 wordt vermeld als 'borger in Gronyngen'. Verder zijn er de Buiten A-Poort en de Binnen A-Poort, de A-Kerk, de A-Weg, de A-Straat en A-Kerkhof.

Langs de kades Hoge der A, Kleine der A en Lage der A staan oude pakhuizen en herenhuizen, die uit de 14e eeuw stammen. O.a. pakhuis Libau op de Hoge der A Nr 5. De Hoge en Lage der A waren vroeger de havens van Groningen en lagen daarom binnen de stadsmuren. Hun namen verwijzen naar de hoogteverschillen tussen de kades langs het Ter A Diep. De Hoge der A lag aan de kant van de oude stadswal. De Lage der A lag buiten de stadspoort tot aan de Kranebrug. Ze stond regelmatig onder water. De Hoge der A had daar minder last van, maar bij hoge vloed kon het daar ook wel eens onderlopen.

Aan de Hoge der A zijn vele bierbrouwerijen gevestigd, waar in de 17e en 18e eeuw het beroemde Groningse kluunbier wordt gebrouwen. Op de hoek Visserstraat/Noorderhaven is een bruine kroeg gevestigd met een uithangbord in de vorm van een biervat met daarin een sleutel. In dit pand was vroeger brouwerij De Sleutel gevestigd.

Richting Kranebrug staan aan de Hoge der Aa vele hijskranen voor het laden en lossen van schepen. Verder staan er ook scheepswerven. Bron EVG (p 29) schrijft namelijk:

Bij de stadsrekeningen van 1548 zijn er meerdere die betrekking hebben op de verhuur van grond tussen 'Papenpoerte und Drapoerte hent [tot] an de Krane'. Dus aan de A [Aa]. Verschillende heren Schuytemaker [scheepsbouwers] huurden grond 'toe gebruyken myt schepen tho tymmeren' en aan Hydryck Ulger werd de 'soltseerswal' [Lage der A] verhuurd (p. 331). Een 'lanck stucke syngelwals nha [naar] de Kranebrugghe streckende, wordt gebruyket tot een gemene upslach' (p. 331)

Hieromtrent staat vrij zeker dus ook de scheepswerf van ene Claes Thijsz (gb 1525) uit Holland. In 1550 woont hij in Groningen, waar hij als eerste een karveel bouwt. Gezien de tijd-regio-millieu optiek lijkt het zeer waarschijnlijk dat hij de vader is van eerder genoemde Thijs Claesz, alias Tijs Kranenbrugghe. (> Claes Thijsz Cranenburgh gb 1525; Leiden-OudeWetering)

In en bij het A-Kwartier bevinden zich vele aanlegplaatsen voor vrachtschepen, met name voor de binnenvaart. Bij de Kranepoort ligt de voorhaven van het Reitdiep, waar voornamelijk runderen en ander vee worden vervoerd van en naar Denemarken, Vlaanderen en Engeland. Eerder genoemde Thijs Claesz (gb 1565) vervoert behalve mossels vaak ook vee en paarden naar Rotterdam. Langs de kades van de Aa staan verder vele hijskranen voor het laden en lossen van de schepen. Door al deze bedrijvigheid vestigen zich in het A-Kwartier vele schippers, vissers, kooplieden, bierbrouwers en ambachtslieden. Het percentage Calvinisten en Doopsgezinden onder hen is heel hoog. Velen van hen zijn gevlucht voor de Inquisitie en de Spanjaarden. De namen van de straten in het A-Kwartier herinneren aan de vroegere ambachtslieden. Bijvoorbeeld de Uurwerkersgang, de Pelsterstraat (pelsdieren), de Pot- en Pannengang, de Pottebakkersrijge, de Reitenmakersrijge, de Steenhouwerskade en de Sledemennerstraat.
** Kranenbrug~, Thijs Claesz Kranenburg, Tijs Kranenbrugghe, Kranenburg & Limborgh, Kranenburg Groningen
# WBG, FRI

Kranenbarg
Deze naam is een Achterhoekse variant van de naam Kranenberg, Kranenborg en Kranenburg. De naam komt voornamelijk voor in de Achterhoek met een hoge concentratie in Vorden, Ruurlo en directe omgeving. Dat komt vrij zeker door hoeve Kranenburg (Kranenbarg) in buurtschap Kranenburg bij Vorden. In het nabijgelegen Ruurlo komen veldnamen voor met Kranenbarg erin, t.w. Kranenbargsgrond en Kranenbargsweide. Deze velden liggen in de Ruurlose Broek, een voormalig veengebied. Ook andere veldnamen met Kraan of Kranen, zoals Kranendelle (Ruurlo), Kranenkamp (Eibergen) en Kraanfles (Laren). In de Achterhoek liggen in de afgelopen eeuwen enige grote veengebieden, zoals het Zwarte Veen tussen Vorden, Ruurlo en Lochem. De laatstgenoemde veldnamen hebben naar zeggen eveneens met kraanvogels te maken en zullen in betekenis identiek zijn aan Kranenberg. Toch is Ruurlo niet een specifieke pleisterplaats geweest voor kraanvogels. Bovendien bivakkeren de kraanvogels al enige eeuwen niet meer in Nederland. Pas sinds circa 2005 zijn weer enige exemplaren gesignaleerd in het Föchteloër Veen in Groningen. (> Kraanvogels/Pleisterplaatsen)
** Achterhoek, Wilde Kranenbarg, Kranenberg, TDR

Kranenbarg Ruurlo

Foto rechts laat de Kranenbargsteeg in Ruurlo zien, niet ver van kasteel Ruurlo en van het dorp zelf. In feite ligt het niet in het oude veengebied, zodat het niet persé met een kranenberg te maken hoeft te hebben. Het kan ook een boerderij zijn met de naam Kranenbarg~, genoemd naar de stichter. De verderop gelegen Kranenbargsweide en Kranenbargsgrond kunnen in deze optiek dan grondgebied van de boerderij zijn. De tussenvoeg s in de namen geven ook letterlijk aan dat het gaat om de weide en de grond van Kranenbarg of bij De Kranenbarg.

Kranenbarg is in deze optiek dan de eigenaar. De Kranenbarg kan zijn een kranenberg, maar ook een hoeve met de naam De Kranenbarg. Deze hoeve kan dan zijn naam ontlenen aan een kranenberg aldaar of aan de naam van de oorspronkelijke bouwheer van de hoeve. Dat is elders ook het geval. (> LNK) Vooralsnog is nog geen zekerheid over de preciese herkomst. Wel is zeker dat Ruurlo in de afgelopen eeuwen meer gekenmerkt is door grote bosgebieden dan veengebieden. (AWA) Alleen de Ruurlose Broek is in die tijd een nat veengebied van vrij grote omvang. De Kranenbargsteeg zelf ligt in een gebied dat niet tot het oude veengebied hoort. Inspectie ter plekke leert bovendien dat het gebied overwegend vlak is en hooguit hier en daar licht geaccidenteerd. De kans is dus groot dat daar ooit een hoeve heeft gestaan met de naam Kranenbarg en dat de steeg daarnaar is genoemd.

Per saldo lijkt de Kranenbargsteeg dus genoemd naar een pand aan die steeg. Van doorslaggevend belang in dezen is echter het feit dat bron TDR voor Ruurlo geen veld noemt met alleen de naam Kranenbarg. Wel in de genoemde samenstellingen Kranenbargsweide en Kranenbargsgrond. Kennenlijk bestaat er dus geen veld met alleen de naam Kranenbarg. Dat betekent dat de Kranenbargsteeg welhaast zeker de naam ontleent aan een hoeve of pand met die naam. Dat moet dan de hoeve zijn op Nr 1. De Kranenbargsteeg loopt immers vanaf de Kaaldijk naar die hoeve en wel naar de achterkant van die hoeve zoals bij hallehuizen ook gebruikelijk is. (> Hallehuis)

- Boerderij
Bij inspectie ter plekke blijkt aan de Kranenbargsteeg Nr 1 een heel oude boerderij te staan met een oude waterput. Ze bestaat uit een woondeel met daarachter een stal plus hooizolder. De bouwstijl past in de periode 1500-1800. Gezien de grootte, bouwstijl, bouwmateriaal en fysieke staat zal ze dus ergens rond 1650 kunnen zijn gebouwd. De andere drie panden aan de steeg zijn duidelijk van latere jaren.
 

Het heeft er derhalve veel van weg dat de boerderij op Nr 1 de oudste boerderij van de steeg is en dat de Kranenbargsteeg de steeg was naar de boerderij met de naam De Kranenbarg. De hoeve hoort qua bouwstijl tot het type Hallenhuis, dat eind 14e eeuw verschijnt en anno 2007 nog redelijk veel voorkomt in Drente, Twente, de Achterhoek en de Veluwe.
 

- Vermelding
Opmerkelijk is dat bron RTB (boek over Ruurlo anno 2007) alleen op pagina 133 sumier schrijft over de Kranenbargsteeg. Alleen de panden Nr 2 en Nr 4 worden genoemd. Nr 2 is boerderij De Heibloem (gebouwd in 1840) en Nr 4 heet Niejkamp uit 1830. De hoeve op Nr 1 wordt niet genoemd. Op de topografische kaart van Ruurlo (i.c. 34C Ao 2002) zijn alleen drie percelen aangegeven. De VVV-kaart van Ruurlo (Ao 2000) vermeldt alleen de percelen Nr 1, Nr 2/2a en Nr 4. Bij inspectie ter plekke blijkt e.e.a. te kloppen. Gezien de namen van Nr 2/2a en Nr 4 kan de Kranenbargsteeg niet naar die panden zijn genoemd. Andere panden dan de nummers 1, 2/2a en 4 staan er niet. De steeg lijkt dus inderdaad genoemd te zijn naar de hoeve op Nr 1.

- Naam
Zoals eerder is gesteld, lijkt de Kranenbargsteeg te zijn genoemd naar de hoeve op Nr 1. Het feit dat bron TDR in Ruurlo geen veld noemt met alleen de naam Kranenbarg, geeft aan dat in Ruurlo kennelijk ook geen veld met die naam bestaat of bestond. Dit feit ondersteunt de these dat de Kranenbargsteeg moet zijn genoemd naar de hoeve op Nr 1. Ipso facto zal die hoeve dus moeten zijn genoemd naar de bouwer/eigenaar/bewoner van die hoeve. Een Kranenbarg dus, of een naamvariant. Kranenbarg is immers een variant van Kranenburg die typisch is voor Ruurlo en Vorden. (> LNK)

- Gulen Kranenborch
Aangezien Hermen op Gulen Kranenborch (gb 1650) in Ruurlo woont, moet hoeve Gulen Kranenborch (waar Hermen kennelijk woont) ipso facto ook in Ruurlo staan. Vrij zeker is dat de hoeve, die daar anno 2007 staat aan de Kranenbargsteeg 1. De voorvoeging Gulen bij Kranenborch lijkt derhalve te moeten worden geïnterpreteerd als de hoeve Kranenborch (alias Kranenbarg) waar ene Gulen op woont. Immers, de naam Gulen komt bij de bewoners van de hoeve voor als voornaam. Deze bewoners voeren de familienaam Kranenborch, Kranenburg en Kranenbarg. Hoeve Gulen Kranenborch heeft dus haar naam te danken aan ene Gulen Kranenborch~. Aangezien deze hoeve in 1650 wordt genoemd, kan de hoeve reeds vóór dat jaar bestaan. De naamgever Gulen Kranenborch~ moet derhalve de vader of een voorvader zijn van Hermen. (> Gulen Kranenborch)

- Locatie
Bij de inspectie ter plekke blijkt het gebied rondom De Kranenbarg nagenoeg geheel vlak met hier en daar lichte accidentatie. Nergens doet het denken aan een typische kranenberg, een zandrug in een moerassig gebied waar kraanvogels bivakkeren en lijkt dat ook nooit geweest te zijn. (> Kranenberg) Historisch lijkt dat ook juist. Bron AWA schrijft dat Ruurlo voornamelijk grote bossen kende. Alleen de zuidelijk gelegen Ruurlose Broek schijnt nogal nat en moerassig te zijn geweest. Hoeve Kranenbarg ontleent haar naam derhalve vrij zeker aan haar stichter.

- Ligging
De voorgevel van de boerderij is gericht naar de Groenloseweg, de N319. Tussen de hoeve en de N319 loopt de spoorlijn Ruurlo-Winterswijk. De achtergevel van de boerderij is gericht naar het verlengde van de Kranenbargsteeg, die eindigt aan de zijkant van de achtertuin van de boerderij. De Kranenbargsteeg lijkt daarom oorspronkelijk te zijn geweest een verbindingspad naar de Kaaldijk, die circa 500 M verderop haaks op de Kranenbargsteeg loopt. Het heeft er per saldo veel van weg dat de steeg primair fungeerde als agrarische aan- en afvoerweg voor de boerderij.

- Perceel
Gezien de ligging van de hoeve lijkt het erf van De Kranenbarg oorspronkelijk te zijn begrensd door de Groenloseweg, de Kranenbargsteeg en de Slootsdijk tot aan het huidige stationnetje aan de spoorlijn. Een groot driehoekig erf dus, met een basislijn van circa 375 M en een diepte van circa 625 M. Per saldo dus een erf van circa 23.4 Ha. Aardig groot dus voor een boerenbedrijf. Bij een bezit van 15 Ha is er normaliter sprake van een eigenerfde. De spoorlijn en de Slootdijk lijken in latere tijden door het gebied van De Kranenbarg te zijn aangelegd.

- Status
In Zelhem staat in de buurtschap Winkelshoek een hoeve met de naam Tenk. Deze hoeve is qua bouwstijl identiek aan hoeve Kranenbarg in Ruurlo. Ook dat is een Hallehuis. De oudste vermelding van hoeve Tenk is in 1646 (Verpondingsregister Rigtersambt Zelhem), ten tijde dat de hoeve wordt bewoond door burgemeester Post. De hoeve moet dus zeker ruime tijd voor dat jaar zijn gebouwd. Aangezien het Verpondingsregister pas in 1646 start, kan het bouwjaar van hoeve Tenk zeker in de 16e eeuw liggen. Hoeve Tenk wordt in 1646 omschreven als Huys ende hof s sp. boulant 6 mir 3e gerve met 1½ koeweydens slecht lant en kennelijk enig bouwland. Zulks bouwt men niet in enkele jaren op. Het lijkt derhalve vrij zeker dat hoeve Tenk zeker ruim vóór 1645 moet zijn gebouwd. Aangezien daar een burgemeester woont, moet de hoeve toch een zekere status van aanzien hebben in zijn tijd. E.e.a. kunnen we dan toch ook veronderstellen van hoeve Kranenbarg in Ruurlo.
# oudzelhem.nl 28.9.07, FRI, DAB

- Bouwheer/bouwjaar
Op het oog geschat lijkt de boerderij qua bouwstijl en bouwmateriaal te zijn gebouwd in de 16e-19e eeuw. Deze schatting lijkt nogal plausibel. Immers, genoemde hoeve Tenk in Zelhem moet zeker zijn gebouwd in de 16e-17e eeuw. Aangezien er vooralsnog geen oudere vermelding is gevonden, lijkt hoeve Gulen Kranenborch haar naam te danken aan ene Gulen Kranenborch, die waarschijnlijk de vader is van Hermen op Gulen Kranenborch (gb 1650). Deze Gulen Kranenborch zal dan geboren zijn ergens rond 1615. Het bouwjaar van hoeve Gulen Kranenborch (alias Kranenbarg) zal dan moeten liggen rond 1650.

- Zelhem
In Zelhem stond in 1880-1953 een hoeve met de naam Kranenbarg, gesticht door Martinus Weulen Kranenbarg. Zijn vader is afkomtig uit Ruurlo, hoogstwaarschijnlijk van de hoeve aan de Kranenbargsteeg. De hoeve in Zelhem is een hallehuis, net zoals in Ruurlo. Het kan louter toeval zijn. Maar dit specifieke type hallehuis is toch zeldzaam in zowel Ruurlo als Zelhem. Het is dus denkbaar dat de Zelhemse hoeve een copie is van de hoeve in Ruurlo. Dat is niet vreemd, want vele belangrijke keuzes die mensen maken hebben een conservatieve basis. Zeker ook bij bouwstijlen. Dat kan zijn uit nostalgie, maar evengoed op grond van de praktische ervaring met het oude vertrouwde en het gemak wat daaruit voortvloeit. Indirect dus een bevestiging van de veronderstelling dat de hoeve aan de Kranenbargsteeg Nr 1 bezit was van een Kranenbarg.
** Gulen, Gulen Kranenborch (gb 1613; Ruurlo), Achterhoek, Hallehuis, Eigenerfden, LNK, Kranenberg, TDR, RTB
# TDR, AWA, FRI, DAB

 
Kranenbarg Zelhem
Boerderij in buurtschap 't Loo in Zelhem (Achterhoek). Eigenaars en bewoners zijn de familie Kranenbarg.

          

Foto boven: hoeve Kranenbarg rond 1936. De ansichtkaart is verzonden in 1938. Op de foto staan Gerrit Willem Kranenbarg (met kruiwagen) en enige buurtkinderen. Hij is de 2e zoon van Marinus Kranenbarg, toenmalig eigenaar van de hoeve. De hoeve is gebouwd rond 1880 en is van het type Hallehuis, dat in de regio meer voorkomt.

De hoeve komt niet voor in het Verpondingsregister 1646-1650 van 't Rigtersambt Zelhem. Ook niet in het Kadaster van 1830. Vooralsnog is Mina Berendina Kranenbarg de oudst bekende Kranenbarg uit Zelhem. Zij is geboren in 1888 in Zelhem. Mogelijk daarom is de hoeve gebouwd door haar vader Xx Kranenbarg, die rond 1853 moet zijn geboren. Mogelijk is dat Martinus Weulen Kranenbarg, geboren 1853 in Vorden. De heer M.J. Kranenbarg bevestigt anno 2007 dat zijn overgrootvader Weulen Kranenbarg in de 19e eeuw vanuit het nabijgelegen Halle op de hoeve kwam wonen. De vader van deze Weulen Kranenbarg was naar zijn zeggen Derk Weulen Kranenbarg uit Vorden. Deze Derk heeft inderdaad een zoon met de naam Martinus Weulen Kranenbarg.

De hoeve stond aan de kruising Roesinkweg x Toonkweg. In 1953 is ze afgebroken. Op dezelfde locatie is een nieuw huis gebouwd, waar anno 2007 nog Kranenbargs wonen.

- bewoners/eigenaars
Marten Weulen Kranenbarg (gb 1807)
Derk Kranenbarg (gb 1850)
Martinus Weulen Kranenbarg (gb 1853); stichter
Berend Kranenbarg (gb 1853)
Marinus Kranenbarg (gb 1878)

** Hallehuis
@ Foto: Courtesy Historische Vereniging Oud Zelhem
# oudzelhem.nl 28.9.07, MJK, FRI, DAB

Kranenbeemd Poppel
** Poppel

Kranenberg:
Van oorsprong betekent deze naam 'de berg van de kraanvogels'. Het is een hoger gelegen plek (berg) temidden van een moeras of veengebied waar kraanvogels neerstreken en tijdelijk bivakkeren voor hun trek naar het noorden of het zuiden. Op zo een kranenberg werd soms een huis, boerderij of burcht gebouwd, daar het hoog gelegen en dus droog is en de ondergrond stevig genoeg om te bouwen. Vaak krijgt dit bouwwerk dan ook de naam Kranenberg, wat in de loop van de tijd kan veranderen in Kranenborg of Kranenburg. Op heel oude kaarten is de naam cranenberg of zelfs craen berch (Kranenburgh Bergen) te zien, waar later de naam Cranenborch of Cranenburg en nog later Kranenburg verschijnt.
Als familienaam komt Kranenberg voornamelijk voor in Overijssel met een opmerkelijk hoge concentratie in Markelo.
Als boerderijnaam en veldnaam vinden we Kranenberg o.a. in de Achterhoek.

De betekenis van de naam Kranenberg is identiek aan de naam Kranendonk, die in Noord-Brabant en Zuid-Holland voorkomt: een donk (heuvel) waarop kraanvogels vertoeven. Deze betekenis wordt duidelijk weergegeven in het wapen van Soerendonk (gem Cranendonck in NB): Van lazuur een kraanvogel in natuurlijke kleur op een terras. Dit terras is een donk (heuvel) waarop de kraanvogel staat.
** LNK, Huys Kranenburg te Bleiswijk, Kranenburg Vorden, Kranenburgh Bergen, MVB (Kranenberg), Kranenbeemd, Kranendonk, LPK
# DKK, NPN

Kranenberg Andernach
Berg bij Andernach (Rijnland-Pfalz) bij Neuwied en Koblenz.

Kranenberg Herne Sodingen
Geslacht uit Herne Sodingen bij Essen, Westfalen.
Aldaar staat Haus Kranenberg aan de Giesenberg Strasse 4, waarnaar ze zijn genoemd. Oorspronkelijk heten ze Drenhaus.
De Herner Anzeigers van 27.4.1935 schrijft in een artikel over Haus Kranenberg in Herne Sodingen:

Hernes Veranlagung zur Türkensteuer 1542". Danach ist "Wessell Kranenberg" mit 2 g (Goldgulden - damals viel Geld) vermerkt und mit dem Zusatz "1675 ist Kranenberg unter Holthausen erwähnt.

Haus Kranenberg is een mooi en groot vakwerkhuis in Saxische bouwstijl, helemaal vrij gelegen in een boomrijk natuurgebied.
** Wessel Kranenberg
++ Kranenberg Herne Sodingen
# KHS

Kranenberg Lochem
** Klein Dochteren

Kranenberg Poppel
** Poppel

Kranenberg Tilburg
Berg aan de Dongenseweg en de Albionstraat in Tilburg.
** Cranenborch Tilburg, Oisterwijk, Kranesites

Kranenborch Linde:
In het archief van Huis Vorden bevindt zich een lijst anno 1666 waarop de namen zijn vermeld van burgers in Vorden die geld ontvangen wegens schade aangericht door de troepen van bischop Christoph Bernard van Galen. De Munsterse troepen hebben in 1665 o.a. in Vorden veel schade aangericht. (> Woellen Cranenborch) Op die lijst komt ook voor Meijnt op Kranenborch in buurtschap Linde te Kranenburg bij Vorden. Zijn naam 'Op Kranenborch' betekent dat Meijnt in Linde woont op een hoeve met de naam Kranenborch. Vooralsnog is verder helaas niets bekend over deze hoeve.

Momenteel zij de volgende personen bekend die de naam Op Kranenborch voeren en in Vorden wonen:
Meijnt op Kranenborch (1632-1692)
Wendel op Kranenborg (1637-1697)
Gerrit op Kranenborg (1667-1727)
Hendrick op Kranenborg (1672-1732)

In die tijd bestaat al een hoeve Cranenborch in buurtschap Kranenurg te Vorden. De bewoners van die hoeve voeren echter de naam Op de Cranenborch. (> Achterhoek, Kranenburg Vorden) Het is dus mogelijk dat de hoeve in Linde is gesticht door een telg uit het geslacht van hoeve Cranenborch in Kranenburg/Vorden. De hoeve in Linde heeft dan de naam gekregen van die Xx Op de Cranenborch. Mogelijk is hij ergens rond 1597 geboren en heeft hij de hoeve in Linde rond 1630 gebouwd. Meijnt is dan een zoon van hem.
** Meijnt op Kranenborch (gb 1632), Achterhoek

Kranenborg
Deze naam is identiek aan Kranenburg en vaak eveneens ontstaan uit Kranenberg. De naam komt hoofdzakelijk voor in Groningen met hoge concentraties in Bellingwolde en Warffum. De naam kan daar zijn gevormd vanuit Kranenburg, want in Groningen spreekt men meer van een borg dan van een burg.
** MVB (Kranenborg), Wijbrandus Kranenborg, Kranenborg Loppersum, VCK

Kranenborg Bellingwolde
In Bellingwolde woont een vrij hoge concentratie Kranenborgs. Op de begraafplaats komt de naam ook zeer frekwent voor. De grafstenen dateren vanaf eind 18e eeuw. De oudst gevonden geboortedatum van een Kranenborg aldaar is 1833. Bij de Hervormde Kerk in het centrum van Bellingwolde staat een 50-tal grafstenen van oudere datum. De naam Kranenborg of varianten daarvan is daar echter niet te vinden, zo de tekst al te lezen valt.
Bellingwolde is een overwegend Hervormde gemeente. Gezien de voornamen van de Kranenborgs op de gevonden grafstenen, is aan te nemen dat de Kranenborgs te Bellingwolde eveneens tot de Hervormde Kerk horen.
** Wymeer

Kranenborg Loppersum
Het geslacht Kranenborg uit Loppersum begint bij Lambertus Derks Kranenborg. Zijn naam wordt in de 18e eeuw als Cranenburg geschreven. Met de Naamwet van 1811 noemen zijn nazaten zich echter Kranenborg.
Anno 2003 zijn op de begraafplaats van Loppersum geen namen Kranenborg of Cranenburg te vinden. De grafstenen dateren vanaf eind 18e eeuw. Bij de Petrus en Paulus Kerk (NH) ligt een klein aantal grafzerken van oudere datum, maar ook daarop zijn de namen Cranenburg of Kranenborg niet te vinden, zo ze al te lezen zijn. De conclusie lijkt redelijk dat in Loppersum geen Cranenburgs of Kranenborgs zich duurzaam hebben gevestigd.
** Lambertus Derks Kranenborg (1705*-1775*)

Kranenbroek: > Cranenbroek, Kranenburg Kleef

Kranenbroek Leiderdorp
Vermeld in 1281 ivm gift van 4 pond van Van der Mye ivm een herftsbede in Leiderdorp.
# OVG 1987 (p 708)

Kranenbrug~
Als familienaam komt Kranenbrug~ niet voor. De naam is een verschrijving van de naam Kranenburg~. Google geeft dd 18.7.08 bij deze naam een klein aantal hits, die alle wijzen op een verschrijving. Roelof Kranenburg (gb 1880 Groningen) wordt door Wikipedia op die datum een enkele maal abusievelijk Kranenbrug genoemd. Het bedrijf Kranenburg International Timber in Australië wordt eveneens op die datum abusievelijk Kranenbrug etc genoemd. Zo ook de plaats Kranenburg bij Kleef. Huis Craenenburg in Brugge wordt eveneens abusievelijk Craenenbrug genoemd. Etc. Ook in genealogiën komt de verschrijving voor. De kinderen van Hendrik Kranenburg (1813-1864) uit Sommeldijk (NH) voeren allen de achternaam Kranenburg. Uitzondering is zoon Abram (1837-1890) die Kranenbrug wordt genoemd. Thijs Claesz Kranenburg (gb 1560; Scharmer) wordt in oude documenten Tijs Kranenbrugghe of Kranenbrugge genoemd. Als familienaam komt Kranenbrugghe~ later in Scharmer en omgeving niet meer voor. Wel de naam Kranenburg. Elders komt de naam Kranenbrugge~ evenmin voor. Ook niet als familienaam. De verwarring bij Tijs Kranenbrugghe heeft vrij zeker te maken met de Kranebrug in stad Groningen, waaromtrent Tijs vóór 1595 woont. Zijn vader is Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525), een scheepsbouwer afkomstig uit Leiden. In dit geval is er vrij zeker sprake van verschrijving. Bron EVG (p 29) schrijft namelijk:

Bij de stadsrekeningen van 1548 zijn er meerdere die betrekking hebben op de verhuur van grond tussen 'Papenpoerte und Drapoerte hent [tot] an de Krane'. Dus aan de A [Aa]. Verschillende heren Schuytemaker huurden grond 'toe gebruyken myt schepen tho tymmeren' en aan Hydryck Ulger werd de 'soltseerswal' [Lage der A] verhuurd (p. 331). Een 'lanck stucke syngelwals nha [naar] de Kranebrugghe [Kranenbrug] streckende, wordt gebruyket tot een gemene upslach' (p. 331)

Op onderstaande kaart uit 1577 is de situatie duidelijk te zien: de (hijs)kraan aan het Reitdiep, de Kranebrug en de Kranepoort. Het is vrij zeker dat Tijs woont in het huis (oranje C) recht tegenover de Kranebrug en is dat zijn ouderlijk huis.

          

Uit deze context kan worden opgemaakt dat Claes Thijsz z'n scheepswerf had staan aan de Hoge der A kade en nabij de Kranenbrug. Daaromtrent zal hij ook gewoond hebben met z'n gezin. Dat zijn zoon Thijs Claesz in Scharmer abusievelijk de familienaam Kranenbrugghe krijgt, is dus begrijpelijk. Hij heet Kranenburg/Cranenburgh en woonde aan de Kranebrugge in stad Groningen, een locatie die in het nabijgelegen Scharmer wel bekend zal zijn. De naam Cranenburgh is daarentegen in die tijd niet bekend. De verwisseling is dus gouw geschiedt.
** Kranebrug Groningen, Tijs Kranenbrugghe

Kranenbrugge
** Kranenbrug~, Tijs Kranenbrugghe

Kranenburcht
De ligging van Huys Kranenburg in Bleiswijk sterkt de veronderstelling dat het primair een militaire functie heeft. Gelegen aan de flauwe binnenbocht van de Rotte maakt het de wachters van Kranenburg mogelijk om tijdig schepen te signaleren op de rivier. Er kan dan snel gereageerd worden om tol te heffen of mogelijke vijandige agressie het hoofd te bieden. In dit kader lijkt het zelfs mogelijk dat er een ketting ligt in de Rotte, die opgetrokken kan worden om schepen tot stoppen te dwingen. Na de betaling van de tol kunnen de schepen dan weer doorvaren. Een dergelijke constructie zien we ook bij de veenborg Kranenburg in Neder-Saxen, tussen Bremen en Hamburg. Ook deze borg heeft naast een tolfunctie nog een militaire functie. Voornamelijk om raids van Vikingen, Denen en Zweden te weren. Op grond van deze feiten kan men menen dat de naam Kranenburg mogelijk samenhangt met een belangrijke functie van de burcht of borg. Namelijk het afsluiten van een waterweg. Net zoals een tapkraan de toevoer van water of een andere vloeistof opent of sluit. Het toeval wil dan dat dergelijke kranenburchten juist in moerassige veengebieden liggen, waar ook veel kraanvogels vertoefen. Deze kraanvogels symboliseren dan meteen ook de typische waakzaamheid die nodig is bij de controlerende functie van de kranenburcht. Interessant in dezen is dat Instituut Kranenburg in Dordrecht een wapen voert met daarin drie tapkranen. Wanneer dit wapen is ingevoerd is vooralsnog niet bekend. Mogelijk is dit wapen gecreëerd bij gebrek aan beter weten. De oudste wapens van Kranenburg~ dateren echter van eind 13e eeuw. Het lijkt daarom niet echt waarschijnlijk dat men niet beter wist.
** Cranenburg Bleiswijk, Kranenburg Oste, Kranenburg, Kraan

Kranenburg~:
Deze naam is zeer waarschijnlijk afgeleid van Kranenberg met de betekenis 'de burcht of borg op de kranenberg'. In latere tijden kan het ook zijn gevormd uit Cranenborch, Cranenburch, Cranenburgh of Cranenburg. De naam komt het meest voor in Zuid-Holland met uiterst hoge concentraties in Rotterdam, Den Haag en Nieuwkoop. Daarna volgen Noord-Holland, Utrecht en Gelderland. In Groningen komt de naam sinds de 17e eeuw ook steeds vaker voor.
In een aantal gevallen lijkt de naam Kranenburg~ iets te maken te hebben met een hijskraan. (> Hijskranen) In Gent staat op de Kraanlei in de 15e eeuw een huis met de naam Cranenburch. Daaromtrent heeft ook een grote hijskraan gestaan. (> Cranenburch Gent) Sommigen menen daarom dat de naam Cranenburch aldaar iets met de hijskraan heeft te maken. Vooralsnog zijn daarvoor nog geen aanwijzingen gevonden. In Leiden is een identiek geval bekend. Daar stond een hijskraan aan een kade nabij het centrum. (> Cranenburch Leiden) De buurt daaromtrent heet oorspronkelijk Cranevelt. Na 1500 gaat deze buurt Cranenburch heten. In Leiden wonen echter al ver vóór 1500 vele Kranenburgs~. In Utrecht staat sinds de 16e eeuw een hijskraan aan de Oude Gracht, vlakbij een pand dat al in 1281 de naam Cranenborch heeft. (> Cranenborch Utrecht) Er is in al deze voorbeelden nog geen relatie gevonden tussen de hijskranen en de familienaam Kranenburg. Vooralsnog mogen we derhalve aannemen dat de naam Kranenburg~ vrijwel zeker oorspronkelijk is afgeleid van een kranenberg: een zandplaat in een moerassig gebied waar kraanvogels plegen te bivakkeren.
** Kranenberg, Kranenburcht, Kraan, Burcht, LNK, Kranenburg Vorden, VCK, Cranenburch Gent, Cranenburch Leiden, Cranenborch Utrecht, Hijskranen

- Etymologie
De naam Kranenburg (en variante vormen) komt oorspronkelijk als locatienaam uitsluitend voor in Zuid Holland, NW Duitsland en Zuid Engeland. Deze regio's zijn circa 300vC-700nC overwegend bevolkt door Angelen.
Aangezien:
- het woord 'crane' (Ndl kraan~) blijkens bron EWB etymologisch uitsluitend lijkt voor te komen in het Oud Engels c.q. het Anglish,
- en het woord 'burg' eveneens blijkens bron EWB etymologisch uitsluitend lijkt voor te komen in het Oud Engels c.q. het Anglisch,
- en de locatienaam Kranenburg alleen voorkomt in oorspronkelijk Anglische gebieden,
>> lijkt de naam Kranenburg~ van oorsprong een Anglische naam te zijn.
** Kraan, Pg Anglicana (Offaland, Mega Angeln)
# EWB, DAB, KBG

 

Kranenburg & Co.
Een sigarenfabriek te Groningen, opgericht rond 1888. De fabriek is een joint-venture van Hendrik Kranenburg (gb 1857) en zijn vader Ipojé. De fabriek is gevestigd aan de Oude Ebbingestraat A79 WZ. Dus in het zelfde complex als sigarenfabriek 'De Groninger Vlag' van Ipojé en Hendrik.

Het Octrooiregister van 1889 meldt dat op 10 juli van dat jaar octrooi is verleend aan het bedrijf Kranenburg & Co. voor het handelsmerk 'De Beurs van Groningen'. Dit handelsmerk omvat een logo met de Beurs van Groningen en daarboven de stedelijke vlag. Rechts van het beursgebouw

een monogram met de letters K&Co. Het merk wordt gebruikt op verpakkingen van producten. Het Octrooiregister meldt tevens dat Kranenburg & Co. sigaren, sigaretten en andere tabakproducten vervaardigt.

Officieel is Kranenburg & Co. een sigarenfabriek. Zo wordt het in de Groningse adresboeken vermeld. In 1891 maakt K&Co echter reclame voor 'directe import van echte Havanna's en Turksche Cigaretten'. Het bedrijf beperkt zich dus niet tot eigen productie, maar importeert en verkoopt ook andere tabakproducten. Voor die tijd is dat in de tabakwereld een normale zaak.

In 1904 komt Kranenburg & Co. nog voor als sigarefabriek op de 'Alphabetische Lijst der in Nederland gedeponeerde handels- en fabrieksmerken ingeschreven bij het bureau van den industriëlen eigendom tot ultimo 1904'. Hendrik woont echter inmiddels met zijn gezin in Kopenhagen, waar hij een eigen sigarenfabriek is begonnen. In de adresboeken van stad Groningen komt Kranenburg & Co echter sinds 1904 niet meer voor. We mogen derhalve aannemen dat de fabriek in 1904 is opgeheven.
** Groninger Vlag
# GKS

Kranenburg & Limborgh
Reeds voor de 19e eeuw staat in de Noorderhaven van stad Groningen een werf met de naam Kranenburg. Deze werf bouwt een groot aantal schepen, o.a. voor de vaart op het Verre Oosten. In de 19e eeuw is Hendrik Ipes Kranenburg te Groningen grootaandeelhouder en bestuurslid van deze werf. In latere jaren fuseert de werf met die van scheepsbouwer Hendrik Limborgh en gaat de nieuwe werf Kranenburg & Limborgh heten. Hier bouwt Hendrik Limborgh de grootste bark die buiten de Randstad is gebouwd. Later bouwt hij nog een aantal grote zeezeilschepen voor o.a. de vaart op Nederlands Oost-Indië.

De werf Kranenburg is oorspronkelijk gebouwd door Claes Thijszoon Cranenburgh uit Alkemade. Claes was scheepsbouwer die zich rond 1555 in Groningen vestigt. Een stadsrekening van 1548 meldt de verhuur van grond tussen 'Papenpoerte und Drapoerte hent an de Krane', aan een aantal scheepmakers (schuytemakers). Anno 2004 gaat het om het gebied van de Ebbingebrug tot aan (hent) de Vissersbrug (vroeger de Kranebrugghe). Daar moet ook Claes zijn werf hebben gestaan. Tijs Kranebrugghe, zeer waarschijnlijk een zoon van Claes, moet daar immers gewoond hebben. Zeker als jongeling. Het is aannemelijk dat de werf vlakij of zelfs naast de woning heeft gestaan.


          

Op bovenstaande kaart van Egbert Haubois uit 1632 blijkt bij de Kranebrugghe inderdaad een scheepstimmerwerf te staan. Op de kaart is het zelfs de enige werf in de Noorderhaven. Deze werf bouwt o.a. voor de West-Indische Compagnie (WIC), een onderdeel van de VOC.

In de loop der tijd komt de werf van Claes Thijszoon Cranenburgh in diverse handen. Rond 1870 wordt de werf een zelfstandige NV met de naam Noorderwerf. De Kranenburgs te Groningen blijven nog vele jaren grootaandeelhouders en weten zodoende hun positie te handhaven. Eind 19e eeuw wordt de werf echter definitief gesloten. Foto rechts van de Noorderwerf is gemaakt rond 1903, als de werf al enige jaren dicht is.
** VOC, Hindrik Johannes Limborgh
# FRI, EVG (p 29 ev)

  

  

  

Kranenburg & Rozenburg
Rond 1995 is bij stad Groningen een industrieterrein aangelegd, die de naam Kranenburg heeft gekregen. Deze naam refereert naar hoeve Kranenburg die daar rond 1750 is gebouwd aan de Peizerweg 160 en daar anno 2009 nog steeds staat. (> Kranenburg Groningen) Een weg in dat gebied krijgt de naam Rozenburglaan. Foto hiernaast is daar anno 2008 gemaakt.
 
De Rozenburglaan is vernoemd naar hoeve Rozenburg die vroeger stond aan de Peizerweg 162, naast hoeve Kranenburg. Hoeve Rozenburg was heel oud en vervallen. Mogelijk is ze gebouwd rond 1755, vlak na hoeve Kranenburg aldaar. In 2003 is Rozenburg afgebroken. Foto links toont de hoeve rond 1992.
 

De namen Kranenburg en Rozenburg verschijnen vreemd genoeg vaker in elkaars nabijheid:
- In Bron 1380 zijn de geslachten Van Rosenburch en Van Cranenburch naast elkaar genoemd als geslachten die voortkomen uit het geslacht Van Wassenaar.
- In Den Haag staan tot 1609 op enige afstand van elkaar kasteel Rozenburg en kasteel Cranenburg. (> Cranenburg Eikenduinen)
- Jan Gerritsz Cranenburgh (gb 1621) te Warmond bezit aldaar een erf (2 hont 12 roeden), dat is gelegen naast het erf van ene Rosenburgh. Op zijn erf woont Wouter IJsbrantsz (van Rosenburgh). In de Morgenboeken Warmond van 1656 staat:

Kerck van Warmont erff .................................................. - xx roe.
Wouter IJsbrantsz. loco Jan Gerritsz. Cranenburghs erff .... - ij hont xij roe.
Noch loco Rosenburgh .................................................... - xxx roed.

- In Scharmer staat borg Kranenburg (gbouwd circa 1600) tot circa 1830 naast de borg Rozenburg. (> Borg Kranenburg Scharmer)
- In Groningen staan in de 18e-20e eeuw genoemde twee boerderijen Kranenburg en Rozenburg naast elkaar aan de Peizerweg.
- Er is een wapen Rosenburg: op zwart drie zilveren wassenaars (2-1) met een dwarsbalk in zilver beladen met drie bloemen (rozen*) naast elkaar. Het zwarte veld met de drie wassenaars in zilver = het wapen Van Cranenburg Wassenaar (> Cranenburg)

Of e.e.a. op toeval berust valt te betwijfelen. Maar hoe de relaties verklaard moeten worden, is vooralsnog volledig onbekend. Een verklaring kan o.a. zijn dat ene Rosenburgh samen met Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525) vanuit Warmond is verhuisd naar Groningen. Zulke gezamenlijke migraties komen veel voor en zijn vaak een zekere garantie voor succes. Vooralsnog is er echter geen zekerheid of in de periode 1525-1555 ook Rosenburghs wonen in Warmond. Het is de periode dat Claes Thijsz mogelijk nog in Warmond woont of regelmatig verblijft.

- Morgenboeken Warmond
1656:
- Het erff van Jan Gerritsz. Cranenburgh ... viij roeden
- Wouter IJsbrantsz. loco Jan Gerritsz. Cranenburgs erff ... ij hont xij roe.
- Noch loco Rosenburgh ... xxx roed
- IJsbrant Corn. hoffstede ... ij hont.
1660:
- Cornelis van Rosenburgh bruijct het clooster .... 2-1-50

- Rosenburghs te Warmond
Vooralsnog zijn de volgende Rosenburghs~ in Warmond bekend:
- Wouter J. (IJsbrandsz) van Rosenburg (1580*-1658*), snyder (kleermaker), 30.1.1605 te Warmond ghm Neeltje Bartholomeusdr Klinkenberg. Hij woont in 1656 op het erf van Jan Gerritsz Cranenburgh. In 1660 wordt hij niet meer genoemd. Hij zal daarom rond 1658 gestorven kunnen zijn.
- Pieter Bartholomeusz van Roosenburgh (gb 1634). In 1653 is Dammus Cornelisz van Kranenburg (gb 1600) te Warmond voogd over hem (19 jaar), samen met schout Cornelis van Roosenburgh (acte van alimentatie; RA Warmond 8).
- Cornelis van Rosenburgh (1625*-1685*), 1660 pachter van de kloostergrond in Warmond. (Morgenboek Warmond) Hij kan een zoon zijn van Wouter IJsbrantsz van Rosenburg, die in 1656 woont/werkt op het erf van Jan Gerritsz Cranenburgh.

- Chronologie Rosenburgh te Warmond
Op grond van de gegevens uit de Morgenboeken Warmond en andere bronnen kunnen we onderstaande chronologie opstellen:
1545-1605 IJsbrant Xzn van Roosenburgh
1580-1658 Wouter IJsbrantsz van Rosenburg
1585-1645 Cornelisz IJsbrantsz* Rbg*
1599-1653 Bartholomeus IJsbrantsz* van Roosenburgh
1621-1681 IJsbrant Cornelisz Rbg*
1625-1685 Cornelis van Rosenburgh (schout)
1634-1694 Pieter Bartholomeusz van Roosenburgh
1650-xxxx hofstede IJsbrant Cornelisz Rbg*
1653------ Cornelis van Roosenburgh (schout) en Dammus Cornelisz van Kranenburg voogd over Pieter Bartholomeusz van Roosenburgh
1656------ Wouter IJsbrantsz (snyder) woont op erf Jan Gerritsz Cranenburgh
1656------ Vermelding hofstede van IJsbrant Cornelisz Rbg*
1656------ Vermelding Loco Rossenburgh
1660------ Cornelis van Rosenburg gebruikt het klooster
 

- Loco Rosenburgh te Warmond
De Morgenboeken Warmond van 1656 spreken over Loco Rosenburgh, groot 30 roeden (=0.5 morgen=0.45Ha). Dat betekent dat er in Warmond in die tijd een locatie is met de naam Rosenburgh. Daar zal vrij zeker een woning staan waar Rosenburghs wonen. Gezien de naam Loco Rosenburgh, zal die locatie toch zeker geruime tijd aldaar zo heten. Aangezien Wouter IJsbrantsz Rosenburgh in 1656 kennelijk woont op het erf van Jan Gerritsz Cranenburgh, zal er in die tijd vrij zeker een andere Rosenburgh wonen op Loco Rosenburgh. Mogelijk een broer van Wouter, want z'n vader IJsbrant Xzn van Rosenburgh (gb 1545) zal zeker al lang geleden zijn gestorven. E.e.a. betekent dat er in Warmond in die tijd meer Rosenburghs wonen. Mogelijk is IJsbrant Xzn van Rosenburgh hun stamvader aldaar.

- Rosenburghs~ in Groningen
Vooralsnog zijn de volgende Rosenburghs~ in Groningen gevonden:

• Klaas Rosenberg: gd 5.10.1791 te Groningen; beurtschipper op Schiedam; overleden 1851* te Schiedam.
Huwt 1e A. Schut (ovl 1838*). Udh1 geen kinderen bekend.
Huwt 2e Wilhelmina Hamme Geerts Kunst (1809-1879). Udh2:
- Harmannus Rosenberg (gb 1840 Groningen) en
- Johannes (gb 1842 Groningen).

Andere Rosenbergs te Groningen sinds circa 1838 zijn afkomstig uit Wurtenberg in Duitsland.

- Borg Rozenburg te Scharmer
Volgens bron OBS (p 351) is borg Rozenburg in Scharmer vernieuwd rond 1770 door Arnold Sicco Werumeus. Bron Vrouger acht het mogelijk dat de naam Rozenburg heeft te maken met het wapen van Johan Rengers ten Post: op blauw drie rozen in goud, 2-1 geplaatst, daartussen een horizontale balk in goud. De rozen zijn afkomstig uit het wapen van de Snelgersma's (Snelgers). Rozenburg zou volgens Vrouger een herbouw zijn van het steenhuis van Snelgerus de Skeremere (Snelger van Scharmer). Dit steenhuis (kemenade) komt in 1459 in bezit van Johan Rengers ten Post dankzij een erfscheiding. (Vrouger nov 1999 p 39). In de Kroniek van Emo worden in 1250-1300 de Snelgers genoemd als de heren van Scharmer. (Bron GVS p 316) Hun herkomst is nog duister.

Bron Vrouger van november 2001 (p 41 ev) schrijft daarentegen dat de behuizing die Herman van Ballen koopt in 1627 niet het Huis te Scharmer is. Dit lijkt echter in strijd met de citaat over de verkoop van het huis in 1621. (> Scharmer > Huis te Scharmer) Op grond van diverse gegevens mogen we concluderen dat het Huis te Scharmer moet hebben gelegen "Ten zuidwesten van de Hoofdweg, zo tussen de Heerenlaan en de Borgmeren in, om precies te zijn achter het het huis van de familie Van Dijken-Fluks, Hoofdweg nr. 44, vroeger café Venema". Daar staat dus de behuizing die Herman van Ballen in 1627 koopt. Borg Rozenburg ligt echter elders. Namelijk halverwege (= 1Km) de Hoofdweg tussen de Woubloemlaan en de viaduct over de A7, naast huis nr 8. Circa 500 meter vanaf Rozenburg richting Kolham, nabij huis nr 6, stond in 1600-1830 borg Kranenburg. (> Borg Kranenburg Scharmer)

Op grond van deze feiten mogen we concluderen dat borg Rozenburg niet in bezit was van Herman van Ballen en de naam dus ook niet heeft gekregen dankzij de drie rozen in zijn familiewapen.

Borg Rozenburg te Scharmer wordt pas genoemd in 1771/72 als het wordt vernieuwd door de nieuwe eigenaar Arnold Sicco Werumeus. In 1835 wordt het huis afgebroken. Vreemd genoeg is geen eerdere vermelding bekend. Aangezien de borg in 1771/72 wordt vernieuwd, zal ze al van oudere datum zijn. Vernieuwing betekent in de praktijk feitelijk een lichte verbouwing en/of verfraaiïng. De oorspronkelijke bouwstijl zal daardoor gehandhaafd blijven en dus duidelijk herkenbaar. Gaan we af op het beschikbaar beeldmateriaal (foto's), dan lijkt de borg op een voornaam huis naar Gronings model uit de 17e-19e eeuw. In 1781 komt Rozenburg voor het eerst voor op een kaart. Namelijk op de kaart van Beckering. (> Borg Kranenburg Scharmer) Overwegende dat:
- Rozenburg in 1772/73 is vernieuwd
- de oorspronkelijk bouwstijl kan dateren uit de 17e-19e eeuw
- de borg pas in 1781 voorkomt op een kaart
- oudere detailkaarten van Groningen dateren van vóór 1600
lijkt het aannemelijk dat de Rozenburg ergens rond 1650 is gebouwd. Streekhistoricus Henk Nieborg te Scharmer acht dit bouwjaar zeer wel mogelijk. Volgens hem bestaat er een verkoopacte van rond 1635 waarin de locatie wordt genoemd. Mogelijk stond er toen reeds een oudere woning. Aangezien de naam Rozenburg aldaar niet eerder voorkomt, lijkt de naam afkomstig van de bouwheer. Dus van ene Xx Rozenburg~, die ergens in de 17e eeuw is geboren.

- Borg Kranenburg te Scharmer
De ligging van Rozenburg is duidelijk te zien op diverse kaarten. Namelijk halverwege (= 1Km) de Hoofdweg tussen de Woubloemlaan en de viaduct over de A7, naast huis nr 8. Circa 350 meter vanaf Rozenburg richting Kolham, nabij huis nr 6, stond in 1600-1830 borg Kranenburg.
** Borg Kranenburg Scharmer

- Scharmer 1721
Volgens bron VSH verpachten in 1721 de erven van Pieter Luitjens in 1721 aan Harke Jans Kranenburg totaal aan land 5.5 akkers + 20.5 gras = 5.5 + 20.5/4 akker = 5.5 + 5.1 = 10.6 akker = 21.2 Ha land. Waar deze grond ligt, is niet genoemd. In de acte van verdeling van de nalatenschap van Harke en Hilje Jans Kranenburg uit 1750 verlaren de erven:

... verkogt en overgedragen te hebben ijder voor een vierde part, haar ouders plaatse bestaande in huis en landt van vier en een half akker en ½ gras an haaren jongste Broeder Jacob Harkes, an wien de overige vierde part [=4.5/3=1.5 akker] reets is toebehoorende, ..., alles eerdt en naagelvast met geboomte en plantagie staande en gelegen tot Scharmer soo als de selve in sijn eijnden en swetten [grenzen, buren] bevonden wordt en met oude papieren kan worden verdeedigt; ...

De zinsnede haar ouders plaatse bestaande in huis en landt van vier en een half akker en ½ gras betekent dat er 4.5 akker + 0.5 gras land bij het huis ligt. De drie verkopende erven bezitten dus samen 4.5 akker + 0.5 gras (= 0.5x0.25 akker) = 4.5 + 0.125 akker = 4.625 akker. Jacob Harkes bezit al zijn vierde part = 4.625/3 akker = 1.542 akker. In 1750 bedraagt de totale grond bij de woning dus 4.625 + 1.542 akker = 6.167 akker. Afgerond dus 6.2 akker. Gezien de zinsnedes

- haar ouders plaatse bestaande in huis en landt van vier en een half akker en ½ gras
- an wien de overige vierde part [=4.5/3=1.5 akker] reets is toebehoorende
- alles eerdt en naagelvast met geboomte en plantagie staande en gelegen tot Scharmer soo als de selve in sijn eijnden en swetten [grenzen, buren] bevonden wordt en met oude papieren kan worden verdeedigt;

mogen we concluderen dat in 1721 de genoemde 5.5 akker land bij de woning ligt, wat in latere jaren wordt uitgebreid tot 6.2 akker land.

In totaal laat Harke Jans in 1750 na: 20.5 Ha = 0.5x20.5 akker = 10.3 akker (= 20.6 Ha) grond. (GKS) Elders had hij dus nog aan grond: 10.3 - 6.2 (bij de woning) = 4.1 akker. De grond Harke en Hilje Jans is dus in 1721-1750 uitgebreid met 10.3 - 5.5 = 4.8 akker. Aangezien de acte van 1750 aangeeft dat het eigendomsrecht van woning + erf met oude papieren kan worden verdeedigt, lijkt het welhaast zeker dat de genoemde 5.5 akker grond uit 1721 (afkomstig van de erven van Pieter Luitjens) bij de woning van Harke en Hilje Jans moet liggen en dat deze grond na 1721 is gekocht door Harke en Hilje Jans Kranenburg.
** Harke Jans Kranenburg (gb 1690 Scharmer)

- Luitje~
In bron VSH (1721;1781) komt de naam Luitje~ als volgt voor:
- Luitje Derks (gb 1660*) wed: H1721-S1721-S1721
- Luitjen Izebrands (gb 1645): Hc1721
- Pieter Luitjens (gb 1670) wed: S1721
- Sytse Luites (gb 1672): Hc1721
- Jacob Luitjens (gb 1675): H1721-S1721
- Luitjen Roelfs (gb 1670+): S1721

Hieruit blijkt dat de naam Luitje~ een jongensnaam is, die relatief frekwent voorkomt in Scharmer. In die tijd wonen daar immers naar schatting amper 500 personen. Elders lijkt die naam nauwelijks voor te komen. Volgens het Meertens Instituut is Luitje een naam die alleen voorkomt in Groningen. De naam is afgleid van Lude, van het Germaans liud = volk. De Friese variant van Luitje is Luitjen. Dat komt overeen met het feit dat Scharmer in de Groninger Ommelanden ligt, en de Ommelanden oorspronkelijk een Fries gebied zijn. Luitjen Izebrants is dus vrij zeker geboren in Scharmer of daaromtrent.
# VSH, meertens.knaw.nl 6.5.09 (Meertens Instituut), KBG

- Genealogie Pieter Luitjens te Scharmer
Op grond van bron VSH (Verponding Scharmer en Harkstede 1721 en 1786) is de volgende genalogie denkbaar:
1649-1727 Luitjen Izebrands (Hc1721: 60gras=30Ha) // Heideschap
1660-1720 Luitje Derks // Harkstede*
---------- Luitje Derks wed H1721 2.25gras; S1721 32akker 128gras + 5akker 20gras
1671-1720 Pieter Luitjens // Heideschap-Scharmer
---------- 1720 bezit land te Scharmer (S1721 5.5akker+20.5gras=21.2Ha)
1675-1735 Jacob Luitjens // Heideschap-Scharmer-Harkstede
---------- H1721 348gras; S1721 6akker 24gras
1682-1742 Sytse Luities (Hc1721 80gras) // Heideschap
1695-1750 Jan Pieters (S1721 4akker+10gras=6.3akker=12.6Ha) // Scharmer
1721------ Pieter Luitjens erven verpachten 10.6 akker (21.2 Ha) land aan Harke Jans Kranenburg. (S1721)

Uit deze chronologie en de herkomst van de naam Luitje~ blijkt dat:
1. Sytse Luities een zoon moet zijn van Luitje Derks.
2. Pieter Luitjens moet een zoon zijn van Luitjen Izebrands en NN te Heideschap. Pieter zal geboren zijn in Heideschap en later voor zichzelf zijn begonnen in Scharmer. Jacob Luitjens zal een broer zijn van hem.
3. Jan Pieters zal een zoon zijn van Pieter Luitjens en NN.

 
- Conclusies
Op grond van de beschikbare gegevens en veronderstellingen kunnen we de volgende conclusies formuleren.

1. Aangezien:
- genoemde 5.5 akker van 1721 bij de plaetse van Harke en Hilje Jans Kranenburg afkomstig zijn van de erven van Pieter Luitjens
- en genoemde 5.5 akker van 1721 bij de borg van Harke en Hilje Jans Kranenburg is gelegen
- en de borg Rozenburg is gelegen naast/nabij borg Kranenburg van Harke en Hilje Jans Kranenburg
- en de afstand tussen borg Kranenburg en borg Rozenburg circa 350 meter bedraagt
- en de genoemde 5.5 akker land gelijk is aan 11 Ha land
- en 11 Ha = 110.000 M2 = 300x367 M2
- en het verval van borg Rozenburg c.q. de waarschijnlijke verarming van de eigenaars circa 1771-50=1721 moet zijn begonnen
- en genoemde eigenaars van borg Rozenburg mogelijk door de verarming gedwongen zijn land bij hun borg te verpachten
- en de jonge Harke Jans (gb 1690), sinds 1717 wonend in naastgelegen borg Kranenburg, het land bij Rozenburg goed kan gebruiken en derhalve dat land in of reeds vóór 1721 in pacht vraagt en krijgt
>> is de kans reëel dat genoemde 5.5 akker land bij de borgstee van Harke Jans Kranenburg te Scharmer in 1721 afkomstig zijn van naastgelegen borg Rozenburg.

2. Aangezien:
- borg Rozenburg pas in 1771 wordt genoemd
- en de borg op oudere kaarten niet voorkomt
- en borg Rozenburg niets te maken heeft met Herman van Ballen en diens koop in 1627 van een behuizing in Scharmer, en dus ook niet met de rozen in zijn familiewapen
- en het geslacht Rosenburg~ in de provincie Groningen voorkomt
- en borg Rozenburg te Scharmer naast/nabij borg Kranenburg staat
- en de geslachten Rozenburg en Kranenburg al sinds 1380 frekwent nabij elkaar voorkomen en/of wonen
- en borgen, landhuizen, e.d., vaak worden vernoemd naar de bouwheer
>> is het aannemelijk dat borg Rozenburg te Scharmer is vernoemd naar een bouwheer met de naam Rozenburg~.

3. Aangezien:
- borg Rozenburg vóór 1771 niet wordt genoemd
- en van een eerdere verkoop van borg Rozenburg vooralsnog geen bewijs is gevonden, ondanks alle historische onderzoeken naar de borg gedurende afgelopen eeuwen
- en borg Rozenburg vrijwel zeker is vernoemd naar de bouwheer
>> zal borg Rozenburg sinds de bouw tot de verkoop in 1771 vrijwel zeker onafgebroken in bezit zijn van een geslacht Rozenburg~.

4. Aangezien:
- eerder genoemde 5.5 akker land bij de borgstee van Harke Jans Kranenburg te Scharmer in 1721 afkomstig moeten zijn van naastgelegen borg Rozenburg
- en genoemde 5.5 akker land in 1721 door Harke Jans Kranenburg worden gepacht van de erven van Pieter Luitjens
- en borg Rozenburg vanaf de bouw tot 1771 onafgebroken in bezit lijkt van een geslacht Rozenburg~
>> moet Pieter Luitjens welhaast zeker een Rosenburgh zijn.

5. Aangezien:
- bij borg Rozenburg nimmer singels of grachten zijn gevonden
- en borgen gebouwd vóór de 17e eeuw normaliter omgracht en/of ommuurd zijn
- en borgen in de Ommelanden in de 17e-18e eeuw voornamelijk zijn gebouwd op fraaiheid en minder op veiligheid (> Borg)
- en Pieter Luitjens welhaast zeker een Rosenburgh is
- en borg Rozenburg pas in 1771 wordt genoemd
- en de borg in 1771 enigermate in verval verkeerd, maar nog opknapbaar is
- en wezenlijk verval van solide stenen huizen vele jaren vergt
- en vóór het verval borg Rozenburg toch zeker vele jaren normaal bewoond en onderhouden zal zijn geweest
- en Pieter Luitjens afkomstig is uit Heidschap
- en vóór Pieter Luitjens geen andere Rozenburg~ in Scharmer lijkt te wonen
>> zal Pieter Luitjens welhaast zeker de bouwheer zijn van borg Rozenburg.

5. Aangezien:
- Pieter Luitjens is geboren rond 1671
- en hij rond 1720 moet zijn gestorven
>> zal borg Rozenburg rond het jaar 1700 kunnen zijn gebouwd

 
- Warmond--Scharmer
Welke Rosenburg~ heeft zich in Scharmer gevestigd en daar de borg Rozenburg gebouwd? Wie was deze Xx van Rosenburgh (XxR) en waar kwam hij vandaan? Met de huidige beschikbare gegevens lijkt hij een zoon of kleinzoon van Wouter IJsbrantsz van Rosenburgh te Warmond. Hij zal dan gewoont kunnen hebben op het erf van Jan Gerritsz Cranenburgh en de familie Cranenburgh zeker kennen. Overgrootvader Dirck Thijsz Cranenburgh van Jan Gerrits Cranenburgh in Warmond en overgrootvader Claes Thijsz Cranenburgh van Harcke Jansen Kranenburg in Scharmer zijn broers. De Kranenburgs in Scharmer en de Cranenburghs in Warmond zullen dus in 1556-1650 onderling nog contact kunnen hebben. Zulks is voor die tijd zeker niet ongebruikelijk. In die tijden waren familiebanden nog zeer belangrijk. Zeker ook bij de Kranenburgs in Scharmer. Van hen werd vaak gezegd: "Bij lekaar deugen ze niet. Van elkaar meugen ze niet." Langs die familiaire contactlijnen kan XxR geïnformeerd zijn over Scharmer en de mogelijkheden daar. Bron AWA schrijft hierover bij Scharmer en de Scharmer Ee:

De menigvuldige veengronden en baggerijen hebben misschien aanleiding gegeven tot het stichten van eenige buitenverblijven alhier, gelijk Rozenburg, Tilburg, Overveen en Werk-en-Rust.
...
Vóór ruim 70 jaren [tot circa 1770] was deze stroom [de Scharmer Ee] nog zoo breed, dat hij door tjalkschepen bevaren werd, die van hier veel turf naar Hamburg afvoerden; het oude bed kan op eenige plaatsen wel 20 ell. breedte houden, doch thans [1842] bedraagt de wijdte algemeen niet meer dan 6 ell.

Mogelijk besluit XxR op grond van genoemde mogelijkheden ergens rond 1645 te verhuizen naar Scharmer, waar hij dan circa 1650 borg Rozenburg bouwt. Hij is vrij zeker de eerste Rosenburgh~ die migreert naar Groningen en de stichter van borg Rozenburg te Scharmer. Eerder genoemde boerderij Rozenburg aan de Peizerweg in stad Groningen dateert immers van circa 1750. De stichter van die boerderij moet haast wel een nazaat zijn van Xx van Rosenburgh (gb 1615) te Scharmer en zal dan ergens rond 1715 geboren zijn.

- Chronologie Kranenburg~ & Rosenburg~ te Warmond-Scharmer
Om nader te determineren wie Xx van Rosenburgh is en waar hij vandaan komt, is het nuttige alle relevante feiten chronoligisch op een rij te zetten. Dat levert het volgende overzicht op.

C1: Cranenburgh Bleiswijk--Warmond
1255-1340 Engelbert I van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk.c:
1305-1362 Willem van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk.ww.c:
1354-1445 Claas Willemsz van Cranenburg B!+// Eikenduinen--Leiden-Lisse ...ww:
1395-1455 Matheus Claesz Cranenburgh B!+// Leiden-Lisse ...ww:
1435-1495 Vranck Matheusz Cranenburgh B!+// Lisse-Leiden ...ww:
1470-1550 Dirck Vranken Cranenburgh B!+// Lisse-Warmond ...ww.cd=:zh:
1495-1570 Mathijs Dircksz Cranenburgh' B!+// Warmond ...cd:zh:

C2: Cranenburgh Warmond
1495-1570 Mathijs Dircksz Cranenburgh' B!+// Warmond ...cd:zh:
1520-1580 Dirck Thijsz Cranenburgh B!+// Warmond ...cd:zh:
1555-1630 Cornelis Dircksz Cranenburgh B!w+// Warmond-Aarlanderveen* ...ww:zh:
1585-1645 Gerrit Cornelisz Cranenburgh B!+// Warmond ...cd:zh:
1621-1681 Jan Gerritsz Cranenburgh B!+// Warmond ...cd:zh:
etc

C3: Kranenburg Warmond-Groningen-Scharmer
1495-1570 Mathijs Dircksz Cranenburgh' B!+// Warmond ...cd:zh:
1525-1580 Claes Thijsz Cranenburgh // Warmond-Haarlem-Groningen ... xsi"
1555-1610 Thijs Claesz Kranenburg // Groningen-Scharmer
1585-1645 Jan Thijssen Kranenburg // Scharmer
1620-1680 Harcke Jansen Kranenburg // Scharmer-Warffum-Kantens
1660-1710 Jan Harkes Kranenburg // Warffum-Spijk
1690-1750 Harke Jans Kranenburg // Spijk-Scharmer
etc

C4: Eigenaars/bewoners borg Kranenburg te Scharmer
1600 Thijs Claesz Kranenburg (gb 1565)
1620 Jan Thijssen Kranenburg (gb 1590)
1649 Thijs Jansen Kranenburg (gb 1614)
1675 Jan Hindrix Kranenburg (gb 1645)
1721 Harke Jans Kranenburg (gb 1690)
1751 Jacob Harkes, zoon van Harke Jans Kranenburg en Hilje Jans.
Nazaten van Jacob Harkes noemen zich Harkema. Mogelijk bezitten zij de borg tot aan het uiteindelijk verval in 1830.

C5: Rosenburgh~ Warmond-Scharmer-Groningen
1555-1615 IJsbrant Xzn van Roosenburgh // Warmond*
1580-1658 Wouter IJsbrantsz van Rosenburg // Warmond
---------- 1656: Loco Jan Gerritsz Cranenburgh
1605-1665 Cornelisz Woutersz* van Rosenburgh (schout) // Warmond
1627-1687 IJsbrant Cornelisz van Rosenburgh // Warmond-Heideschap (H)
---------- 1647 migreert naar Scharmer
---------- 1648 huwt te Scharmer met Xx Luitjensdr*
---------- 1650 vestigt zich in Heideschap, grenzend aan Scharmer en Harkstede
---------- 1656 bezit korte tijd een hofstede in Warmond
1649-1727 Luitjen Izebrands van Rosenburg' (Hc1721 60gras=30Ha) // Heideschap
1671-1720 Pieter Luitjens van Rosenburg' // Heideschap-Scharmer
---------- 1694 huwt te Scharmer met NN
---------- 1700 bouwt borg Rozenburg te Scharmer
---------- 1720 bezit land te Scharmer (S1721 5.5akker+20.5gras=21.2Ha)
---------- 1721 dit land door erven verpacht aan Harke Jans Kranenburg te Scharmer
1675-1735 Jacob Luitjens Rbg' (H1721) // Heideschap-Scharmer-Harkstede
1682-1742 Sytse Luities (Hc1721) // Heideschap
1695-1750 Jan Pieters Rbg' (S1721 4akker+10gras=6.3akker=12.6Ha) // Scharmer
1697-1752 Rotger Pieters Rbg' (H1721 20gras=10Ha) // Harkstede
1700-1835 Borg Rozenburg te Scharmer
1721------ Pieter Luitjens Rosenburg' erven verpachten 10.6 akker (21.2 Ha) land aan Harke Jans Kranenburg. (S1721)
1727-1787 Xx Rosenburg (zv* Jan Pieters) // Scharmer*-Groningen/Peizerweg*
---------- 1755 bouwt hoeve Rozenburg aan de Peizerweg te Groningen
1730-1790 Joghum Jansz Rbg* (S1786 6akker=12Ha) // Scharmer
1750-hedn Hoeve Kranenburg Peizerweg 160 Groningen
1755-2003 Hoeve Rozenburg Peizerweg 162 Groningen
1759-1819 Xx Rosenburg (zv Xx1727; vv Klaas) // Groningen/Peizerweg*
1771-1772 Verkoop borg Rozenburg aan Arnold Sicco Werumeus, raadsheer te Groningen
1791-1851 Klaas Rosenberg (zv Xx1759; schipper) // Groningen/Peizerweg*-Schiedam
etc

- IJsbrant Cornelisz van Rosenburgh (gb 1627)
De verbindende schakel tussen de Rosenburghs~ in Warmond en Scharmer zou volgens chronologie C5 ene IJsbrant Cornelisz van Rosenburgh moeten zijn. In de Morgenboeken Warmond 1656 staat:

IJsbrant Corn. hoffstede     ij hont [= 20 x 0.14 Ha = 2.8 Ha]

In de Morgenboeken Warmond wordt IJsbrant Cornelisz nergens zelf genoemd. Eerder of later wordt zijn hofstede daarin ook niet genoemd. Dit betekent:
- dat de hofstede vlak vóór 1656 is gebouwd, gehuurd of verworven door IJsbrant
- dat IJsbrant in 1656-1660 (dus circa 1658) is gestorven, in armoede vervallen, elders is ingetrokken of is vertrokken uit Warmond of de hofstede heeft verkocht.

Aangezien:
- de hofstede vóór 1656 moet zijn gebouwd, gehuurd of verworven
- en IJsbrant elders in de Morgenboeken in 1656 of daarvóór niet wordt genoemd
- en de grootte van zijn perceel (2.8Ha) nogal klein is voor een boer
- en de hofstede zelf wel wordt genoemd in 1656
- en Cornelis van Rosenburg in 1660 het klooster te Warmond gebruikt
- en Cronelis van Rosenburg vrijwel zeker de vader is van IJsbrant
>> lijkt het dat IJsbrant rond 1655 de hofstede te Warmond slechts tijdelijk in bezit heeft. De reden daarvan is voralsnog onduidelijk.

De veronderstelde vader van IJsbrant Cornelisz is Cornelis van Roosenburgh, schout te Warmond. Deze Cornelis is vrij zeker een zoon van Wouters IJsbrantsz van Rosenburg, die in 1656 woont op het erf van Jan Gerritsz Cranenburgh. Verder is Cornelis van Rosenburg in 1553 samen met Dammus Cornelisz Van Kranenburg te Warmond voogd over Pieter Bartholomeusz van Roosenburgh (gb 1634). De Van Rosenburghs en de Van Cranenburghs te Warmond zullen elkaar dus zeker goed kennen. Zeker IJsbrant en z'n vader Cornelis en grootvader Wouter. Mogelijk is IJsbrant Cornelisz van Rosenburgh door Cranenburghs~ in Warmond geïnformeerd over de goede economische mogelijkheden in Scharmer op het gebied van turfwinning, die sinds circa 1600 in Oost Groningen systematisch wordt gerealiseerd en welvaart brengt. (> Scharmer) Deze informatie zullen de Cranenburghs~ te Warmond waarschijnlijk hebben gekregen via hun contacten met de hun verwante Kranenburgs in Scharmer, afkomstig uit Warmond. IJsbrant zal dan rond 1647 naar Scharmer zijn gemigreerd en daar een bestaan hebben opgebouwd. Hij is dan circa 20 jaar oud. Mogelijk woont hij de eerste tijd in of nabij borg Kranenburg, waar in die tijd Thijs Jansen Kranenburg (gb 1614) woont met z'n gezin. Rond 1648 zal hij in Scharmer zijn getrouwd, mogelijk met ene Xx Luitjensdr, geboren circa 1628 te Scharmer. Uit dat huwelijk is dan rond 1649 geboren Luitjen Izebrands van Rosenburgh.

- Reconstructie
Op grond van alle gegevens en veronderstellingen omtrent de Kranenburgs~ en Rozenburgs~ in Warmond en Scharmer lijken de volgende conclusies aannemelijk:

1. De Kranenburgs in Scharmer en de Cranenburgs~ in Warmond zijn verwanten via hun gemeenschappelijke voorvader Mathijs Dircksz Cranenburgh (1495-1570) te Warmond. Geruime tijd zijn er nog contacten tussen de Kranenburgs in Scharmer en die in Warmond. Door deze contacten zijn de Cranenburghs~ in Warmond op de hoogte van de economische mogelijkheden in Scharmer.

2. De Cranenburghs~ en Rosenburghs~ in Warmond zijn buren en hebben veel met elkaar te maken. In 1653 is Dammus Cornelisz van Kranenburg te Warmond (gb 1600) samen met Cornelis van Roosenburgh (schout van Warmond) voogd over Pieter Bartholomeusz van Roosenburgh (gb 1634). In 1656 woont Wouter IJsbrantsz van Roosenburgh op het erf van Jan Gerritsz Cranenburgh. Wouter is vrij zeker de vader van Cornelis, de vader van IJsbrant Cornelisz van Rosenburgh.

3. IJsbrant Cornelisz van Rosenburgh zal door zijn contacten met Cranenburghs in Warmond enthousiast zijn geraakt over de economische kansen in Scharmer, waar vooral de vervening en de handel in turf zich sterk ontwikkelen. Rond 1647 vestigt hij zich in Scharmer om daar zijn geluk te beproeven. Mogelijk trekt hij aldaar enige tijd in bij de Kranenburgs~ in borg Kranenburg. Rond 1648 huwt hij te Scharmer met ene Xx Luitjensdr*, geboren rond 1630. Rond 1649 wordt geboren hun zoon Luitjen Izebrands. Rond 1650 vestigt IJsbrant zich met z'n gezin in Heideschap, nabij Scharmer. Luitjen blijft op het erf van zijn vader en huwt rond 1670 met NN. Zoon Pieter Luitjens (gb 1671) vestigt zich in Scharmer, nabij borg Kranenburg, en bouwt daar rond 1700 borg Rozenburg.

4. Borg Rozenburg blijft tot 1771 in handen van de familie Rozenburg. In de laatste jaren raakt de borg echter in verval. Waarschijnlijk om economische redenen. In 1721 wordt al 5.5 akker + 0.5 gras grond verpacht aan buurman Harke Jans Kranenburg, die deze grond + 0.7 akker later koopt van de Rosenburghs~. In 1771 wordt de borg uiteindelijk verkocht aan Arnold Sicco Werumeus, raadsheer te Groningen. Deze beschikt kennelijk over voldoende middelen en laat de borg daarom renoveren en een prachtige tuin aanleggen. Mogelijk koopt hij er extra land bij, want op de kaart van Beckeringh van 1781 bezit Rozenburg kennelijk veel grond bij de borg.

5. Xx Rosenburg (gb 1727) is een zoon van Jan Pieters (gb 1695) Rosenburgh, een zoon van Pieter Luitjens Rosenburgh te Scharmer. Xx Rosenburg (gb 1727) bouwt rond 1755 hoeve Rozenburg aan de Peizerweg 162 te Groningen, naast hoeve Kranenburg op nr 160. Xx Rosenburg (gb 1727) is de grootvader van Klaas Rosenberg, gedoopt 1791 te Groningen, schipper, overleden te Schiedam. Klaas is 2x gehuwd. Van hem zijn alleen bekend de kinderen Harmannus (gb 1840 Groningen) en Johannes (gb 1842 Groningen).

@ foto's © B.C. Kranenburg
** Kranenburg Groningen, Borg Kranenburg Scharmer, Bron 1380, Scharmer
# FRI, AWA, Vrouger, VSH, DAB, KBG

 
Kranenburg Aalten:
In Aalten staat een boerderij genaamd 't Kranenburg, gelegen aan de Bolwerkweg 22. De hoeve is naar schatting gebouwd rond 1900. Aan de overkant van de weg staat een hoeve van 1866, die gezien de stijl inderdaad van oudere datum moet zijn. Gerrie Kranenburg in Aalten is circa 1958 geboren op hoeve 't Kranenburg. Haar vader was er farmer. Gezien het bouwjaar van 't Kranenburg zal de bouwer rond 1865 geboren kunnen zijn. De grond van de hoeve ligt zeker niet hoger dan de directe omgeving. Er lijk dus geen sprake van een typische kranenberg, waarop de hoeve is gebouwd en waaraan ze haar naam kan hebben ontleend. Bovendien bestaat het gebied uit zandgrond en niet uit veen. Het dichtsbij gelegen veengebied ligt circa 10 Km verder noordwestelijk. Per saldo zal de hoeve de naam dus van de bouwer moeten hebben gekregen. Ene Xx Kranenburg, geboren rond 1865. Hij zal dan de overgrootvader van Gerrie moeten zijn. Vooralsnog zijn Lammert Cranenborg (gb 1670*) en diens zoon Jan Christoffel Cranenborg (gb 1702) de oudst bekende Kranenburgs~ in Aalten. Bouwer Xx kranenburg (gb 1865*) zal dus een nazaat kunnen zijn van Lammert Cranenborg. Diens vader is dan ene Xx Cranenborg die rond 1635 moet zijn geboren. Dat kan in principe zijn Alff Kranenborgh, die in 1636 is gedoopt in Eibergen. Hij kan afkomstig zijn uit Beltrum, waar hoeve Cranenborch staat. Vele Cranenborgs~ aldaar laten zich in die tijd NH dopen in Eibergen. De afstand tussen hoeve 't Kranenburg en Beltrum/Eibergen is circa 14 Km. De realtie lijkt dus zeer goed mogelijk. In die tijd bedraagt de gemiddelde afstand tussen de woonplaatsen van huwelijkspartners op het platteland in Nederland namelijk circa 15 Km. De timeline kan er dus als volgt uitzien:

1636-1696 Alff Kranenborgh - Beltrum/Eibergen
1670-1730 Lammert Cranenborg ghm Margaretha NN - Beltrum/Eibergen-Aalten
1702-1762 Jan Christoffel Cranenborg - Aalten
1735-1890 4 generaties nazaten van Lammert en/of Jan Christoffel Cranenborg
1865-1925 Xx Kranenburg (nzv Lammert en/of Jan) - farmer op 't Kranenburg in Aalten
1900-1960 Xx Kranenburg (zv Xx 1865) - farmer op 't Kranenburg
1900-hedn Hoeve 't Kranenburg te Aalten
1935-xxxx Xx Kranenburg (zv Xx 1900; vv Gerrie) - farmer op 't Kranenburg
1958-hedn Gerrie Kranenburg te Aalten



          

 

boven: hoeve 't Kranenburg te Aalten anno 2014 (© KBG)

Gerrie Kranenburg is geboren op 't Kranenburg en woont daar tot circa 2007. Het is interessant te weten wie de overige Kranenburgs~ te Aalten zijn en waar ze hebben gewoond. Vooralsnog is daar geen informatie over.
** Stechman
# FRI, DAB

 
Kranenburg Advocaten Almelo
Advocatenkantoor aan de Boompjes in Almelo. Opgericht in 1941 door Ypo Willem Kranenburg, gespecialiseerd in civiele zaken. In 1943 wordt het kantoor versterkt met Bernard Wilhelm Kranenburg (gb 1912), een broer van Ypo. Bernard is gespecialiseerd in strafzaken. In 1989 fuseert het kantoor met Jacobs C.S. in Oldenzaal tot het advocatenkantoor Jacobs Kranenburg.
** Jacobs Kranenburg
# FRI, DAB

Kranenburg Amsterdam
** Amsterdam, Van Cranenburgh Amsterdam

Kranenburg Assurantiën Velp Gld
** Harry Robert Kranenburg (gb 1948)

Kranenburg Bleiswijk
Geslacht afkomstig van ridderhofstad Cranenburg te Bleiswijk. Stamvader is Bartholomeus II van Wassenaar (1225*-1308*). Hij erft de ridderhofstad van zijn grootvader Filips I van Wassenaar. Nazaten van Bartholomeus noemen zich Van Cranenburg~. De naam evolueert in de loop der eeuwen tot de moderne vorm Kranenburg. Het geslacht vestigt zich grotendeels in Zuid-Holland. Grote concentraties zijn Rotterdam, Den Haag, Leiden en Nieuwkoop. Andere takken Kranenburg~ vestigen zich in Noord-Holland, Utrecht, Noord-Brabant, Gelderland en Groningen. Ook emigreren vele Kranenburgs~ naar Engeland, Amerika, Canada en Australië.
Ruim 90% van alle mensen die de naam Kranenburg~ rechtmatig voeren, zijn afkomstig uit Bleiswijk en zijn nazaten van Bartholomeus II van Wassenaar. De ovrige 10% Kranenburgs~ zijn mogelijk afkomstig uit Vorden en Beltrum in de Achterhoek. Anderen uit Haaksbergen. Een andere groep Kranenburgs~ stamt af van de graven Van Horne, die enige generaties ook Heren van Kranenburg bij Kleef waren. Mogelijk is Theodoricus van Horne hun stamvader. Ook hij was Heer van Kranenburg bij Kleef.
** Patrilocalisme, Cranenburg Bleiswijk, Kranenburg Wassenaar, Bartholomeus II van Wassenaar, Bleiswijk, Kranenburg Haaksbergen, Kranenburg Vorden, Achterhoek

Kranenburg Chicago
De Kranenburgs in Chicago stammen af van Pieter Kranenburg, die in 1831 is geboren op een turfschip in Lisse. Zijn zoon Teunis (gb 1858) migreert in 1913 met vrouw en kinderen naar Amerika. Teunis is daar begraven in Hackensack in de staat New Jersey. Zoon Teunis vertrekt naar Chicago. Zijn schoondochter Sue Bohse schrijft over haar schoonvader:

My husbands father and mother and siblings came from Holland when my father-in-law was 6. He died in 1971, but I believe was born in 1916. His first name was Teun, his father Teunis. They came on a private boat, cattle and all. There were 5 children, William, Teun, John, Dan and Min. The story is that they settled in New Jersey, thought they were buying a farm or farm land, but were scammed out of their money - they then moved on to Illinois.

** Teunis Kranenburg (gb 1858), Teunis Kranenburg (gb 1885), Teun Kranenburg (gb 1916), Pg Summaries, Pg Documenten, Pg Timetable

Kranenburg Dieren
In de Naamlijst DTB van de Nederduits-Gereformeerde gemeenten Spankeren, Ellecom, Soeren en Dieren en de burgerlijke gemeente Dieren komen vele Kranenburgs~ voor. Ze stammen allen af van Arent Kranenburg, een militair van het garnisoen te Doesburg, die in 1738 huwt met Berendina van Keulen uit De Steeg.
De naam wordt uiteenlopend gespeld: Cranenburg, Kraanenburg, Kranenbarg, Kranenberg, Kranenborg en Kranenburg. In de loop der tijd wordt Kranenburg de gebruikelijke spelling.
** Arent Kranenburg, Kranenburg Velp, Kranenburg Veluwe
# GAA

Kranenburg Eikenduinen
** Cranenburg Eikenduinen

Kranenburg Ermelo
Hofstede in de buurtschap Tonsel, halverwege tussen Ermelo en Harderwijk.
De hofstede beslaat een oppervlakte van 13 bunder.
Gezien deze gegevens moet dit wel hofstede Cranenburg in Harderwijk zijn.
** Kranenburg Harderwijk (hofstede Cranenburg)
# AWA

Kranenburg Girl (1698-1758*)
Feitelijke naam: Anna Maria Jennaert, geboren 18 oktober 1698 te Antwerpen, dochter van Joannes Jennaert en Anna du Chatel.

Als Anna zestien maanden oud is, komt een vrouw bij haar moeder op bezoek. De vrouw vertelt dat ze thuis lekkere rijstepap heeft gemaakt wat echt iets voor de kleine Anna is. De vrouw blijft aandringen. Als een zuster van moeder Jennaert zegt dat de vrouw te goeder trouw is, mag Anna mee om van de lekkernij te smullen. De vrouw en Anna keren echter niet terug. De wanhopige ouders plaatsen daarom een advertentie in de krant.

Den 5 Mey is te Antwerpen gestoolen een kind, oud omtrent 16 maanden, synde een meysken, genoemd Anna Maria Gennaert.
Verder worden enige fysieke kenmerken van Anna vermeld. Ze heeft kuiltjes in haar wang en kin, een litteken op haar wenkbrauw en twee tenen aan haar linker voet zijn aan elkaar gegroeid. De advertentie levert niets op. Anna blijft spoorloos.

In de zomer van 1717 wordt een 'wolfskind' op een boerenkar als kermisatractie binnen de stadspoorten van Zwolle gereden. De kar wordt geëscorteerd door trotse boeren die dit wolfskind, een meisje, eerder die dag op landgoed Kranenburg in Berkum hebben gevangen. Ze is geheel verwilderd en nagenoeg naakt. Honderden nieuwsgierige Zwollenaars staan langs de route. Het meisje zit helemaal ingedoken, proberend de blikken van de opgewonden massa te ontwijken. Ze heeft lang haar en een ruwe en donkere huid. Ze is gehuld in een schamel linnen kleed.
Praten kan ze niet. Ze maakt alleen wat onverstaanbare klanken, die niemand begrijpt. In de volksmond heet ze de Wilde Deerne. Wetenschappers in die dagen noemen haar Puella Trans Islana, ofwel het meisje van Overijssel. Algemeen wordt ze beschouwd als een wolfskind, opgegroeid tussen de wolven in de bossen rondom kasteel Kranenburg in Berkum bij Zwolle.

Het wolfskind wordt ondergebracht in het logement De Misverstand aan de Ossenmarkt in Zwolle. Dit logement was gebouwd tussen twee steunberen aan de noordkant van de kerk aldaar. In 1879 is dit logement afgebroken om uitbreiding van de kerk mogelijk te maken.

Het wolfskind verblijft 27 weken in logement De Misverstand om 'te worden opgevoed als de Zwolse jeugd'. Het eerste voedsel wat ze krijgt is suiker om haar in leven te houden en te laten wennen aan ander voedsel. Van ander voedsel wordt ze echter ziek. Het wolfskind houdt meer van slablaadjes en ander groen voedsel. Van haar verblijf in het logement zijn nog enige archiefstukken bewaard gebleven. O.a. een rekening van 6 februari 1718 van weduwe Van Orten voor de kosten die zij moet maken voor het 'Vrouw mens uit het Cranenberger Bos'. Verder krijgt de Wilde Deerne een jack, een rock, hemden, een schorteldoek en een paar kousen.

De kranteberichten over de vondst van het wolfskind bereiken ook Antwerpen. Dankzij een tip komt ook moeder Jennaert op de hoogte. Zij herkent in de bescrijving van de uiterlijke kenmerken van de Wilde Deerne uit de Kranenburgse Bossen haar verloren dochter Anna. Ze reist naar Zwolle, waar een emotioneel weerzien volgt. Na 17 lange jaren van verwijdering hebben beiden elkaar volgens de overlevering toch nog herkent.

Dankzij kranteberichten, pamfletten en rekeningen van haar kostadres weten we dat het wolfskind echt heeft bestaan. Een pamflet uit 1721 meldt dat ze inmiddels heel goed kan spinnen en dat ze ook al een paar woorden spreekt. Ook weet ze met gebaren haar moeder in Zwolle de weg te wijzen. Wat al die jaren sinds de verdwijning met Anna is gebeurd en hoe het na de hereniging met haar moeder verder met de Wilde Deerne afloopt, is vooralsnog onbekend.

René van der Have van de Solexclub in Windesheim is getroffen door het verhaal van de Wilde Deerne. Hij schrijft in de 1970 jaren de song 'Het wolfskind' op de melodie van 'Pappie loop toch niet zo snel' van Herman van Keeken. Het wordt een succes op het Smartlappen Festival in schouwburg Odeon in Zwolle.

Anno 2000 schrijft Marijke van der Wal een wetenschappelijke publicatie over Anna met als titel 'The Kranenburg Girl' in de historische bundel 'Sprachdiskussion und Beschreibung von Sprachen im 17. und 18. Jahrhundert'. Marijke is historisch taalkundige aan de Universiteit van Leiden en raakt geïnteresseerd in Anna door Gerda Hassler, die tijdens een taalkundig congres in 1996 een sumiere verwijzing naar het wolfskind uit Overijssel citeerde. Marijke is zo geïnteresseerd, dat ze verder onderzoek in de archieven van Antwerpen gaat verrichten.
** Kranenburg Zwolle
# Volkskrant 18.12.1994, Zwolsche Courant 5.2.2000

 
Kranenburg Groningen:

Aan de Peizerweg 160 in stad Groningen staat een zeer oude boerderij met de naam Kranenburg. Deze naam staat op de voorgevel en komt op diverse oude kaarten voor. Hoe oud de boerderij is, is nog niet bekend. Er liggen nog resten van een dikke oude muur rond de boerderij, zodat het misschien om een zeer oude havezathe gaat. Grenzend aan de boerderij ligt anno 2001 een nieuwe woonbuurt annex bedrijvenpark die de naam Kranenburg heeft gekregen. In de Groninger Courant van 15 januari 1805 wordt te koop aangeboden: "De Herberg Kranenborg" gelegen aan de Peizerweg.
 
Volgens bron home.planet.nl (parenteel Hendrik Wessels; 19.11.08) staat de boerderij in 1820 aan de Drentsche Laan te Hoogkerk. Volgens dezelfde bron woont daar in in dat jaar ene Garbrand Hindriks van Dijkum uit Larrelt in Oost-Friesland. Deze twee locaties liggen op kleine afstand van elkaar. Het is niet duidelijk hoe ze met elkaar te rijmen zijn. Het enig redelijke antwoord lijkt dat er twee boerderijen Kranenburg vlak bij elkaar stonden. Daarvoor is echter vooralsnog geen zekerheid over.

De huidige boerderij (woonhuis) heeft dus enige tijd gefunctioneerd als herberg, hetgeen niet ongebruikelijk is in die tijd.
Het terrein waarop de boerderij staat, is nogal vlak en lijkt niet noemenswaardig hoger dan het er omheen liggend gebied. Dit terrein doet niet bepaald denken aan een berg of hoogte in een moeras waar kraanvogels bivakkeerden en kan dus niet echt een zgn kranenberg geweest zijn. De naam van de boerderij kan derhalve eerder afkomstig zijn van Kranenburgs~ die daar ooit woonden.
** Hindrick Claesz Cranenburgh (gb 1567)
# W.W. Kat (Voorzitter Historische Vereniging Hoogkerk, 2002), FRI, DAB
 

- Kaart

          

De kaart hierboven dateert van 1867. Daarop is duidelijk te zien de naam Kranenburg en wel aan de Peizerweg waar bovengenoemde boerderij staat.

 

- Vesting
Het boek "Waarachtighe beschrijvinghe belegeheringen ende victorien ..." van J. Orlers en H. van Haestens (1610) bevat een kaart getiteld "Groningen tijdens het beleg in 1594". De kaart toont stad Groningen en de nabije omgeving. Deze kaart wordt vrij accuraat genoemd. Op de locatie van hoeve Kranenburg is duidelijk te zien een klein vestingwerk. (afb. rechts) Dit feit verklaart de genoemde dikke muren die in de grond onder de hoeve liggen. Het lijkt erop dat de
vesting na de Vrede van Munster in 1648 in onbruik is geraakt en daarom is verwaarloosd. Rond 1700 zal het waarschijnlijk helemaal overwoekerd zijn. Hoeve Kranenburg moet derhalve zeker na dat jaar zijn gebouwd.
De conclusie is daarom gewettigd dat hoeve Kranenburg aan de Peizerweg te Groningen rond 1750 is gebouwd en de naam afkomstig is van de bouwheer. Dus van ene Xx Kranenburg die ergens rond 1715 is geboren in of nabij stad Groningen. Mogelijk in Scharmer. Vooralsnog is verder niets bekend over de hoeve en de bouwheer.

 

- Buurt
De buurt waar hoeve Kranenburg staat heeft in de loop van de tijd de naam Kranenburg gekregen. Aangezien de locatie van de hoeve niet de kenmerken lijkt te hebben of ooit te hebben gehad, zal de buurt de naam van de hoeve moeten hebben gekregen. Rond 1995 is daar het industriegebied Kranenburg aangelgd. De foto hiernaast is daar anno 2008 gemaakt. (> Kranenburg & Rozenburg)
 

- Kranologie
Op grond van de beschikbare gegevens kan de volgende primaire kranologie worden opgesteld.

1500-1580 Thijs Vranken Cranenburgh B!+// Leiden-OudeWetering ...ww
1525-1585 Claes Thijsz Cranenburgh +// Leiden-OudeWetering-Groningen ...ww/wy
1565-1647 Thijs Claesz Kranenburg/Kranenbrugghe +// Groningen-Scharmer ...ww/wy
1567-1627 Hindrick Claesz Cranenburgh +// Groningen ...ww/wy
1590-1650 Jan Thijssen Kranenburg +// Groningen*-Scharmer ...wy
1595-1655 Harke Thijsz Kranenburg +// Scharmer-Nieuwolda-Wymeer* ...wy
1600-1830 Borg Kranenburg Scharmer (ZA)
1600-1680 Hindrick Theis Kranenburg +// Groningen-Scharmer ...wy
1620-1680 Harcke Jansen Kranenburg +// Scharmer*-Warffum-Kantens ...wy
1635-1692 Hiskias Kranenburg +// Wymeer*-Franeker-Venhusen-Wymeer ...wy
1635-1695 Jan Hindricks Kranenburg +// Groningen-Loppersum ...wy
1660-1710 Jan Harkes Kranenburg +// Warffum*-Spijk/Gro ...wy/ws=
1668-1713 Wijbrandus Kranenborg +// Wymeer*-Groningen-Wedde ...wy=
1680-1745 Gerlov Jans Kranenburg +// Loppersum-Bedum-W'wijtwerd-Groningen ...wy
1690-1750 Harke Jans Kranenburg +// Spijk-Scharmer ...ws
1710-1789 Focke Gerlofs Kranenburg +// Bedum-Westerwijtwerd-Groningen ...wy
1715-1775 Xx Kranenburg x// Groningen (bouheer hoeve/herberg Kranenburg)
1750-hedn hoeve/herberg Kranenburg Peizerweg Groningen
etc

Het geslacht Kranenburg uit Groningen lijkt dus afkomstig uit Zuid Holland. De eerste Kranenburg die zich in Groningen vestigt, is scheepbouwer Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525). Hij heeft een scheepswerf die vrij zeker heeft gestaan aan de A-Kade in stad Groningen. (> Kranebrug Groningen) Zijn nazaten vestigen zich in stad Groningen en Scharmer en vandaar in andere delen van de provincie en in Oost-Frielsand.

- Familiewapen
Voorouders van genoemde Claes Thijsz Cranenburgh voeren het wapen Kranenburg Wassenaar: op zwart drie wassenaars in zilver. (> Kranenburg Wassenaar) Aangezien Claes Thijsz een nazaat is van Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1355) is het mogelijk dat hij een wapen voert zoals afgebeeld en beschreven bij FW Kranenborg Wedde: een borg of ridderhofstede met daarboven een vogel, mogelijk een gans. Op grond van een oude familie-overlevering uit Scharmer is bij nader onderzoek de borg geIdentificeerd als de hofstede Cranenburg te Eikenduinen bij Den Haag. (> Borg Kranenburg) De gans en de borg in het wapen Kranenborg Wedde hebben vrij zeker te maken met de Hussieten en de Doopsgezinden. De Hussieten hebben de gans als hun symbool. De Doopsgezinden een huis. De Doopsgezinden hebben hun wortels feitelijk in het geloof van de Hussieten. (> Hussieten, Doopsgezinden) De Kranenburgs~ uit Groningen zijn oorspronkelijk overwegend Doopsgezind. Dat is vrij zeker de belangrijkste reden waarom Claes Thijsz zich in Groningen vestigt. Die stad is in zijn tijd een belangrijke wijkplaats voor de vervolgde Protestanten. Claas Willemsz van Cranenburg is vrij zeker Hussiet. (> Claas Willemsz van Cranenburg) Het wapen Kranenborg Wedde is dus een fraaie symbolische weergaven van deze achtergronden: hofstede Cranenburg Eikenduinen en de gans van Claas Willemsz van Cranenburg c.q. de Hussieten. (> FW Kranenborg Wedde) De tak Kranenburg Scharmer voert echter sinds circa 1690 het wapen: Op goud een zwarte winkelhaak met daaronder drie klavers (1-2) geplaatst. (> Kranenburg Scharmer) Dat heeft te maken met Jan Harkes Kranenburg (gb 1660). Hij woont in Spijk en is daar hereboer en grietman (burgemeester). Zijn wapen is daarvan een symbolische expressie, gebaseerd op de regionale heraldische gebruiken.
** Claes Thijsz Cranenburgh, Thijs Claesz Kranenburg, VWW, FW Kranenborg Wedde, Kranenburg Scharmer, Jan Harkes Kranenburg (gb 1660)
 

Kranenburg Haaksbergen

Dit geslacht begint bij Willem ten Kranenborg (gb 1705), afkomstig uit Beltrum. De naam wordt in diverse actes ook geschreven als Kranenburg (met en zonder ten), Kranenborg (met en zonder ten), Kraenenberg, Cranenborgh, Kraanenberg en Kraanenborg.
Willem is bouwman op 'de Kraane' in het Laekmors, aan de Buurserbeek bij de Koekoek Brug in de gemeente Haaksbergen, halverwege de weg naar Buurse.

Oorspronkelijk ligt De Kraane op de grens tussen de marken Honesch en Buurse. Het Laekmors hoort samen met een groot aantal andere boerderijen bij 'Den Oldenhof', dat bezit is van de heren van Buurse, die al in de 14e eeuw worden vermeld.

De Kraane is vermeld in de Veldnamen van Haaksbergen onder Sectie F2 in het Haaksberger Veen (p 99 nr 143). Daar staat anno 2005 nog een woning met de naam Krane. In 1825 woont daar Hermannus Nijhuis, zoon van Toone ten Kranenburg en Styne Morssink. Jan Nijhuis in Zuid-Afrika is een nazaat van hem.
De veldnaam De Kraane is vermoedelijk afkomstig van de bewoners (ten) Kranenborg. (> Craen~)
 
De oorspronkelijk boerderij De Kraane dateert uit de 18e eeuw. Nevenstaande foto's zijn gemaakt rond 1935. Gezien de kennelijke gesteldheid van de boerderij in die tijd, kan ze ergens rond 1900 gerenoveerd zijn. In 1945 is de boerderij afgebroken.
** Beltrum
@ foto's De Kraane Courtesy of Jan Nijhuis, Zuid-Afrika.
# JNZ, Historische Kring Haaksbergen
 

Kranenburg Haarlemmerliede:
Een boerenhoeve aan de Middenweg in de Houtrakpolder (Ruigoord) te Haarlemmerliede. Op deze boerderij woonde Pieter Jan Kranenburg (1887-1948) met zijn gezin. De boerderij is rond 1975 afgebrand. De polder ontstaat in het begin van de 19e eeuw door drooglegging van een deel van het IJ. Er komen dan veel jonge boeren met name uit Zuid-Holland daar wonen.

          

Hoeve Kranenburg is mogelijk rond 1825 gebouwd als een van de eerste boerderijen na de drooglegging van de IJpolder. Inmiddels is het deel van Ruigoord waar de boerderij stond geannexeerd door Amsterdam. De boerderij stond vlakbij het oude Zijkanaal F en de huidige rotonde.
** Pieter Jan Kranenburg
# GGB, FRI

Kranenburg Harderwijk:
In de wijk Tonsel, in het centrum van de garnizoenstad Harderwijk, vlakbij de Oranjelaan, bevinden zich de Kranenburglaan en de kazernes Kranenburg-Noord en Kranenburg-Zuid. Oorspronkelijk ligt er de hofstede Cranenburg met een grondgebied van 16 ha, dat al eeuwenlang in bezit is van het geslacht Cranenburg~ aldaar. Bron AWA (1842) schrijft:

KRANENBURG, hofstede op de Over-Veluwe, ..., in de buurs. Tonsel -- Deze hofstede beslaat eene oppervlakte van 13 bund. [= 13 Ha]
De hofstede is aangegeven op een kaart van 1827. Op 15 juni 1850 wordt ze verkocht: 'Een bouwhof, Kranenburg genaamd, bestaande in huis en verder getimmerte, bouwland, hooiland en houtgrond, groot ruim 15 bunders' (Overveluwsch Weekblad 18 mei 1850).

Hofstede Cranenburg staat aan de huidige Mecklenburglaan, aan de rand van de wijk Kranenburg, die naar de hofstede is genoemd. De hofstede is in 1615 bezit van Gerritgen van Craenenborch en haar man Aelbert Jansz. Zij is een dochter van Henrick van Cranenburch en Geertruijdt Janssen te Harderwijk. In de acte wordt de hofstede een 'herengoed in Tonsel' genoemd. Tot in de 19e eeuw blijft het een familiegoed van de Cranenburgs~ in Harderwijk.

          

Bovenstaande foto toont boerderij Kranenburg anno 1900. De boerderij is in latere jaren afgebroken. Vooralsnog is niet bekend wanneer.

In 1915 koopt het Ministerie van Oorlog de grond van de oude boerderij van de gemeente Harderwijk om er een eenheid veldartillerie te plaatsen en verder om er Belgische geïnterneerden te huisvesten. De beide legerterreinen, waarop een aantal barakken staat, krijgen de naam Kamp Kranenburg. Eind februari 1919 komen 700 man van het 1e Regiment Veldartillerie (1 RVA) met hun imposante 7-Veld kanonnen in garnizoen. De garnizoensterkte stijgt daarmee tot 1500 man. Later komt nog de staf van de IXe (later: VIIe) Infanteriebrigade. De grote militaire uitbreiding leidt tot de bouw van extra woningen in de stad, maar ook tot een versterking van de locale economie. Op Kamp Kranenburg wordt later een houten schouwburg gebouwd, dat wordt opengesteld voor het publiek. Tussen 1988 en 1991 worden op Kranenburg-Noord het OCI stafgebouw, een nieuw lesgebouw en een instructeursflat gebouwd, waar onderdak wordt geboden aan de Infanterieschool van het OCI. Deze school bestaat uit de vroegere Infanterie Tactiekschool (ITS) en de Infanterie Schietschool (ISS). De laatste houten lesgebouwtjes worden afgebroken.

In 1993 presenteert het Ministerie van Defensie een Prioriteitennota, waarin een drastische inkrimping van de Koninklijke Landmacht wordt aangekondigd. Voor Harderwijk zijn de gevolgen aanzienlijk. Binnen vier jaar moeten alle militairen uit Harderwijk zijn vertrokken en de kazernes gesloten. Het OCI wordt ingekrompen en elders ondergebracht. Harderwijk reageert ontzet. Veel werkgelegenheid zal verdwijnen, waardoor de locale economie een forse tegenslag moet incasseren. Maar ook de sociale gevolgen zijn enorm. De militairen zijn binnen de Harderwijkse gemeenschap verweven in allerlei maatschappelijke organisaties, zoals politiek partijen, kerkgenootschappen, sportverenigingen, stichtingen, etc. 'Het vertrek van de militairen betekent een forse versmalling van het maatschappelijke draagval' zegt burgemeester J.G. de Groot.

Anno 2003 staan op Kranenburg-Zuid burgerwoningen. Op Kranenburg-Noord bevinden zich nog enige militaire gebouwen en een trainingsomplex.
** Van Cranenburch Harderwijk, SCW, Kranenburg Veluwe, Kranenburg Ermelo, Gerritgen van Craenenborch (gb 1590), Herengoederen
++ Kranenburg Harderwijk
# 'Harderwijk als militaire stad en de geschiedenis van 4 Divisie' (Drs M. Elands mmv Dr M.P. Bossenbroek, Sectie Militaire Geschiedenis, Koninklijke Landmacht, Den Haag, 1994), Streekarchivariaat Noordwest Veluwe, AWA, Hans van Dijk te Ermelo, HOV

Kranenburg Heusden
** Jan van Kranenburg (gb 1370; Heusden)

Kranenburg Horne
Deze groep Kranenburgs~ stamt af van het geslacht Van Cranenborch Horne. In de loop der eeuwen zijn ook zij hun naam modern gaan schrijven.
** Van Cranenborch Horne

Kranenburg Kleef:

Stad in Westfalen tussen Nijmegen en Kleef. In 2003 ca. 9000 inwoners. Vanaf 1127 vestigen zich hier Hollandse 'broekers' die in opdracht van de graaf van Kleef het 'Kranenbroek' droogleggen t.b.v de vervening. In 1294 krijgt Kranenburg stadsrechten. Sinds 1308 is Kranenburg een bedevaartoord. Begin 15e eeuw wordt het vestingwerk gebouwd, dat nu een van de best bewaarde aan de Neder-Rijn is. Een van de poorttorens fungeert tot in de moderne tijd als molen, maar bergt nu het Heimatmuseum.
 
Op kaart KGH (1593) wordt Kranenburg aangegeven als Craneborg, zijnde een vrij grote streek tussen Nijmegen en Kleef. Het gebied is naar zeggen genoemd naar het slot Kranenburg dat heeft gestaan op een heuvel aan de monding van de Groesbeek, omringd door een wal en een gracht, midden in een veengebied. Het is gebouwd rond 1227 door Dirk IV graaf van Kleef (1202-1260).
 
Een andere graaf Dirk van Kleef is in 1276 heer van Kranenburg. Mogelijk is hij een zoon van Dirk IV, genaamd Dirk V. Diens kleinzoon Dirk van Horne (1315-1380) is heer van Kranenburg. Van Horne wordt in 1368 verdreven als hij zich verzet tegen de aanspraken van de graaf van Kleef. Kort daarna wordt het slot verwoest en door een ander slot vervangen.

Het oude slot wordt o.a. genoemd rond 1300 door Melis Stoke in De Rijmkroniek van Holland (366-1305). Stoke is klerk aan het hof van graaf Floris V en Willem III. Hij beschrijft gebeurtenissen uit zijn tijd, waarin de geschiedenis van het graafschap Holland centraal staat. In regel 9347-9357 schrijft hij:

Ende voer bi nymaghen an bonswaerde
Ende met hem an sine vaerde
Al sijn here op enen dach
Als die coninc dat ghesach
Dat die grave quam so starc
Ne had hi niet om dusent marc
Binnen nymaghen ghebleven
Die hem den raet had ghegeven
Wiste hijs doe clenen danc
Hi sat op eer yet lanc
Ende voer op cranenburch veste
Dat dochte den grave van cleve beste

Boek 'Historica Gelrica' van I.I. Pontani schrijft op p 529 regel 512:

Cranenburgum obsessum ab Adolpho Egmond. Arnaldi D. filio, sed frustra.

Ofwel: Kranenburg wordt belegerd door Adolf van Egmond (1438-1477), zoon van Arnold van Egmond, de hertog van Gelre. Maar tevergeefs.

In 1614 wordt de stad ingenomen door de Hollanders. (Burgund Niederlande, Merian 1659) Na de Vrede van Munster in 1648 komt Kranenburg weer in Duits bezit.

Wapen (sinds 1947): op rood een burcht in goud met toren in het midden; op de muren twee kraanvogels, links en rechts van de toren en naar elkaar toegewend.
Vóór 1947 is het veld blauw en zijn de burcht en de kraanvogels in zilver.
Het wapen komt al voor op een zegel uit de 13e eeuw. Rechts: zegel dd 25.1.1359. De zegel bevindt zich in het Gelders Archief (0243 Hertogelijk Archief, charterverzamling, ivn.nr. 272/61). Copyright Gelders Archief. (auteursrechten zie www.geldersarchief.nl)
@ foto's © TiedLight ®
** Jan van Cranenborch (gb 1345), Van Cranenborch Horne, Van Horne, Kranenburg Horne
++ Kranenburg Kleef
# Kranenburg, ein Heiligtum des Niederrheins (Friedrich Gorissen, Kirchenbauverein Kranenburg, 1953), Kranenburg, ein Heimatbuch (Verein für Heimatschutz e.V., Kranenburg, 1984), Burgund Niederlande (Merian 1659), WP, FRI, DAB

 
Kranenburg Leiden:
** Cranenburch Leiden

Kranenburg Neder-Saxen: > Kranenburg Stade

Kranenburg Nieuwkoop:
Dit geslacht begint in de 16e eeuw met Huybert Kranenburg (gb 1595*). Nieuwkoop is een veengebied dat rond die tijd wordt ontgonnen. Het geslacht breidt zich behoorlijk uit. In Nieuwkoop heet op een gegeven moment bijna de helft van de bevolking Kranenburg. Ze zijn vooral werkzaam in de turfindustrie, maar sinds de 18e eeuw beginnen velen van hen een eigen bedrijf (smederijen, machines en transport).
Een aantal van Huyberts nazaten emigreert in de 19e eeuw naar de Verenigde Staten.
** Nieuwkoop
++ René Kranenburg

Kranenburg Noord-Holland
De oudste roots van de Kranenburgs~ in Noord-Holland zijn vooralsnog uiterst onduidelijk en lijken erg complex. Geen andere provincie geeft op dat gebied zoveel problemen.

Hieronder een chronologisch overzicht van de oudste gekende Kranenburgs~ in Noord-Holland en andere relevante feiten:

1250-xxxx Kasteel Cranenbroek Heiloo (> Cranenbroek Heiloo)
1275-1335 Jan Xzn van Cranenbroek Xx// Heiloo
1290-1350 Xx van Cranenburch (ghm Xx van Egmond) Xx// Xx-Egmond ... xx
1325-1385 Xx van Cranenburch (vvv Jan TvC) Cx// Egmond-Castricum ... cc

 stichter Huys Cranenburch te Castricum
1350-xxxx Wapen Van Cranenburch Castricum (cc; > Van Cranenburch Castricum)
1360-1420 Xx van Cranenburgh (vv Jan) Cx// Castricum ... cc
1360-xxxx Huys Cranenburch te Castricum (> Cranenburch Castricum)
1375-1447 Jan van Cranenburg B+// Maasland ... wk
1395-1455 Jan Xzn van Cranenburgh (ghm Xx Teding) Cx// Castricum ... cc
1404-1464 Floris Jansz van Cranenburg B+// Maasland-Hoorn ... wk
1430-1490 Joost Jansz Tedingh van Cranenburgh C+// Castricum-xx ... tc
1440-1500 Catharina Florisdr van Cranenburg B+// Hoorn ... wk
1460-hedn Wapen Tedingh van Cranenburgh (tc; > Tedingh van Cranenburgh)
1465-1525 Jan Joostz Tedingh van Cranenburgh C+// Castricum* ... tc=
1500-1560 Xx Cranenburgh (vv Cornelis en Jacob) Cx// Egmond*--Heiloo* ... cc*
1500-1565 Cornelia Jansdr Tedingh van Cranenburg C+// Hoorn ... tc
1535-1595 Cornelis Xzn Cranenburgh C+// Castricum*-Heiloo* ... cc*
1535-1595 Jacob Xzn Cranenburgh C+// Castricum*-Heiloo* ... cc*
1542-1542 Huys Cranenburch te Castricum vermeld
1570-1630 Claes Jacobs Cranenburgh C+// Heiloo ... cc*
1570-1630 Jan Cornelisz Cranenburgh C+// Heiloo ... cc*
1614-1674 Jacob Cranenburg C+// Enkhuizen-VOC-Malabar-Batavia ... cc*

In deze chronologie zijn zes geslachten Kranenburg~ vertegenwoordigd:

1. Van Cranenburch Xx (ex xx; 1265+; xx)
2. Van Cranenburch Egmond (ex 1; 1290+; cc)
3. Van Cranenburch Castricum (ex 2; 1325+; cc)
4. Van Cranenburg Hoorn (ex Bleiswijk; 1404+; wk)
5. Tedingh van Cranenburgh (ex 3; 1430+; tc=cc)
6. Cranenburgh Heiloo (ex 2/3/5; 1500+; xx/cc/tc)

Naar zeggen (FRI 12.4.08) staan in Heiloo en Egmond enige landhuizen met de naam Kranenburg~. Dit bevestigt dat in die regio zeker al enige eeuwen Kranenburgs~ moeten wonen. De naam Kronenburg~ komt er overigens ook voor, maar beduidend minder frekwent. Het lijkt dus aannemelijk dat het Huys te Castricum inderdaad van oorsprong Huys Cranenburch heet.

In de 17e eeuw lijken ook Kranenburgs~ uit Groningen zich te vestigen in Enkhuizen. Deze zijn oorspronkelijk zelf afkomstig uit Warmond. In de 18e-19e eeuw volgen Kranenburgs~ uit Zuid-Holland (o.a. Sommelsdijk). Zij vestigen zich voornamelijk in de Kop van Noord-Holland: Zijpe, Anna Pauwlowna en Den Helder. De oudste Kranenburgs~in Amsterdam komen vrij zeker begin 16e eeuw uit Warmond. Later komen er Kranenburgs~ uit andere regio's zich daar vestigen.
** Cranenburch Castricum, Tedingh van Cranenburgh
# FRI, DAB, KBG

Kranenburg NV Den Haag * smyrna tapijtfariek
Gevestigd aan de Loosduinse Weg in Den Haag. Opgericht in 1900.

Kranenburg NV Den Haag * zandsteenfabriek
Zandsteenfabriek aan de Beeklaan in Den Haag. Opgericht in 1899.
De zandstenen worden gemaakt uit duinzand. Deze stenen zijn o.a. gebruikt voor de Art Nouveau panden aan de Laan van Meerdervoort hoek Archimedesstraat.

Kranenburg Nijbroek:
Mogelijke stamreeks:
1255-1340 Engelbert I van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk
1267-1337 Watier van Cranenburch B!+// Brugge ...wk
1270-1330 Xx van Cranenburgh (vv Theodorus) B!+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk
1283-1343 Xx Cranenborch (vv Willem) X!x// Oostenwolde/Elburg ...xx:
1283-1343 Xx van Cranenburch (vv Jan) B!+// Bleiswijk ...:zh:
1285-1359 Everardus van Cranenburgh B!r+// Bleiswijk-Utrecht ...ww
1295-1355 Dirck van Cranenburg B!r+// Bleiswijk-Eikenduinen ...wk
1297-1357 Henricus Xzn van Cranenborch B!x// Angerlo*-Arnhem* ...xx
1305-1365 Theodorus van Cranenburgh B!+// Bleiswijk*-Nijbroek ...ww
1318-1378 Willem Cranenborch X!x// Oostenwolde/Elburg ...xx
1330-1390 Xx van Cranenburg (vv Meus) B!x// Bleiswijk*-MaaslandZH* ...wk
1340-1400 Xx vCbg // Nijbroek
1365-1425 Meus Xzn van Cranenburg (vv Jan) B!+// MaaslandZH*-Zwolle* ...wk
1375-1435 Xx vCbg // Nijbroek
1390-1450 Jan Meusz van Cranenburg B!r+// DenHaag-Olst-Zutphen-Rheden ...wk
1410-1470 Xx vCbg // Nijbroek
1445-1505 Xx vCbg // Nijbroek
1480-1640 Xx vCbg // Nijbroek
1490-1550 Xx van Cranenburch* B!++// Nijbroek*-Deventer ...ww=
1525-1585 Xx vCbg // Nijbroek
1535-1605 Johan van Cranenburgh B!++// Nijbroek*-Deventer*-Emst/Epe ...ww
1560-1620 Xx vCbg // Nijbroek
1560-1630 Henrick van Cranenburch B!+// Harderwijk ...wk
1595-1655 Xx vCbg // Nijbroek
1600-1660 Dirck van Cranenburch B!+// Wageningen*-Veenendaal ...wk
1608-1668 Xx vCbg // Oostenwolde
1613-1673 Cornelis Dircx Cbg* // Nijbroek
1630-1690 Aernt Dircksz van Cranenburch B!+// Veenendaal ...wk=
1630-1690 Xx vCbg // Nijbroek
1635-1695 Cornelis Dircksz van Cranenburch* B!+// Veenendaal ...wk

Kranenburg Oost-Friesland
** Kranenburg Groningen, Hiskias Kranenburg (gb 1635)

Kranenburg Oostvoorne
Hofstede in Oostvoorne op eiland Voorne (ZH).Vermeld 16.1.1821 in een notariële acte, zeggende:

Louisa Mina Villerius wonende den Briel weduwe van Hendrik Kruijne verkoopt in het openbare hak staande op schoven in haar bos behorende tot de hofstede Kranenburg binnen Oostvoorne aan de inwoners. Totaal verkocht om 816 gld. Volgende akte op 25/01/1821 nr 24. Totaal verkocht om 1089 gld.
Notaris H.M. van Andel, 16.1.1821 Tgn 110 Notarissen ivn 1221

# google 29.9.08 (archieven.nl; Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg)

 
Kranenburg Pruisen: > Kranenburg Kleef, Kranenburg Neder-Saxen

 

Kranenburg Scharmer:
Het geslacht Kranenburg uit Scharmer (Gro) begint met Harke Jans Kranenburg (1690-1750) gehuwd met Hilje Jans rond 1717. De naam Kranenburg wordt officieel aangenomen in 1811 met de invoering van de Naamwet, waarbij iedereen wordt verplicht een familienaam te voeren. Volgens een oud familieverhaal noemen zij zich naar een borg waar ze ooit hebben gewoond. Volgens een ander familieverhaal bezitten de verre voorouders ook 'grond, zo groot, dat men te paard een dag nodig had om er omheen te komen'. Of de borg en het grote grondbezit bij elkaar horen, wordt niet verteld. Waar die borg heeft gestaan evenmin. In Groningen is ze nooit gevonden. Uit later onderzoek blijkt echter in Scharmer inderdaad een borg te hebben gestaan in de periode circa 1600-1800 waar Kranenburgs hebben gewoond.
 

- Winkelhaak:
In de Egyptische hieroglyfen beeldt de faraostaf regeren uit. (> Gamma) Oud Nederlands cric, crike, crock, cruc = krik, kruk, haak, L-vormige stok, staf of staaf. Crichoudere = schout, gerechtsdienaar. De cric is dus een symbool van bestuurlijke macht en waardigheid. Dit komt overeen met de eerder genoemde historische betekenissen van gamma. De winkelhaak in het wapen van Kranenburg Scharmer beeld vrij zeker hetzelfde uit. Deze winkelhaak is namelijk ingevoerd rond 1690 door Jan Harkes Kranenburg (gb 1660). Hij is grietman in Spijk (Gro). Dus een burgermeester met rechtsprekende macht.
** Gamma, Jan Harkes Kranenburg (gb 1660), Grietman

- Kroon:
De kroon op het wapen hoort volgens bron "Familiewapens in Noord-Nederland" (Piet Bultsma, A.B. Dull en G.A. Brongers; Uitg. Roorda, Uithuizermeeden, 2000) bij een Ette, Eigenerfde of Welgeborene. De kroon komt al voor op de grafsteen van Jan Harkes Kranenburg (1660-1710) te Spijk. Hij was redger (rechter) en de vader van Harke Jans Kranenburg (1690-1750), landbouwer in Scharmer. Een redger heeft echter volgens genoemde bron "Familiewapens ..." recht op drie parels op elke parelhouder van de kroon. E.e.a. kan betekenen dat de kroon van ouder datum is. Dus uit de tijd bevoor Jan Harkes redger was.
--- Andere bronnen stellen dat een kroon met drie punten hoort bij een burggraaf. Zo is in de Oude Mattheus Kerk te Eibergen een muurschildering te zien van een borg, een vrouw en twee mannen in een heuvelig gebied. De vrouw draagt een kroon met drie punten, zijnde een kroon van een burggraaf. (> PgAng/Kamp/Neede) De kroon van Jan Harkes heeft inderdaad drie punten in de vorm van klavers. Als deze inderdaad verwijzen naar een burggraaf, dan beantwoordt dat aan de herkomst van de Kranenburgs~ uit kasteel Cranenburg in Bleiswijk bij Rotterdam. Dit kasteel is genoemd ridderhofstad aan de rivier de Rotte (Oude Lede, Klappolder), gesticht door Halewijn II, burggraaf van Leiden omtrent het jaar 1106. > Cranenburg Bleiswijk, Halewijn II van Leiden

- Titel:
De kroon op bovenstaand wapen hoort zoals gezegd bij een Ette, Eigenerfde of Welgeborene. Eigenerfd is een familie die minstens drie generaties achtereen minstens 15 Ha grond bezit. In 1750 wordt de status van edelman genoemd. Harke Jans Kranenburg (1690-1750) is landbouwer in Scharmer. Hij huwt rond 1717 Hilje Jans. Harke en Hilje wonen in het gebied 'De Burgh' aan de Borgweg te Scharmer (Gro), hetgeen blijkt uit een acte van 21.3.1750 in de Groninger Archieven (RAXVIb1 blz 1 ev), waarin de nalatenschap van Harke en Hilje wordt verkocht aan zoon Jacob voor een bedrag van in totaal 1125 Car (Karolingse guldens). Genoemde acte begint met:

Gerhard T. Voon, geconstitueerde Rigter tot Scharmer etc. Betuige met deesen openen versegeld en brieve dat persoonlijk voor mij gecompareert en Erscheenen zijn De E. [Edele] Jan Harkes [Kranenburg], ..., Hindrik Harkes [Kranenburg] ...
Met de term Edele in De E. [Edele] Jan Harkes, ..., Hindrik Harkes ... wordt in die tijd iemand van adel bedoeld. (#K&E). Deze titel komt overeen met de titel Edelwelgeborene van Jan Harkes Kranenburg (gb 1660) te Spijk. Hij is de grootvader van genoemde Jan Harkes en Hindrik Harkes Kranenburg te Scharmer.

Adellijke personen die zelf geen Heer zijn, voeren in de tijd van de Republiek (17e-19e eeuw) de titel Jonkheer of Jonkvrouw. Jonge jonkheren worden aangesproken met Jonker. Jonge jonkvrouwen met Jonkvrouw of Freule. #WP

- Spreiding wapen H12K = familiewapen met drie klavers 1-2 geplaatst
vooralsnog bekend:
Jan Roelofs Kranenburg (c 1595-1673) adsessor Gerecht te Noorddijk; H12K + xsiga
Jan Harkes Kranenburg (1660-1710) redger te Spijk-Bierum; H12K + winkelhaak
Harke Jans Kranenburg (1690-1750) boer te Spijk-Scharmer; H12K + winkelhaak
Kornelis Berents Kranenburg (gst 1740; 68 jr) boer te Zeerijp; H12K + K.B.
Berent Kornelis Kranenburg (gst 1751; 54 jr) boer te Zeerijp; H12K seq
Claas Berents Kranenburg (c 1750-1810) boer te Spijk H12K seq

- Herkomst
In Spijk lijken de drie klavers en de winkelhaak vooralsnog voor 't eerst samengevoegd op één wapenveld door Jan Harkes Kranenburg (grietman), zoon van Harcke Jansen Kranenburg (veeboer) te Warffum en vader van Harke Jans Kranenburg (boer) te Scharmer. > Jan Hrakes Kranenburg (gb 1660)

- Kenmerken:
¶ Opvallend is dat Scharmer en omgeving een taalkundige enclave vormen met o.a. een sterke voorkeur voor de meervoudsvorm s, het lidwoord de en de klemtoon op de laatste lettergreep. Aldus bleek uit een fonologisch onderzoek ergens in de jaren 1980. De voorkeur voor het lidwoord de, als feitelijk het gangbaar is. Deze neiging komt nog steeds voor bij de nazaten van Harke Jans Kranenburg (1690-1750). Ook al zijn ze na 1800 AD verhuisd naar Groningen stad en nog verder de wereld in. #FRI
¶ Hindrik Harkes Kranenburg (gb 1745) is gehuwd met Engel Ipes Stedema. Van hun zoon Ipeye Hindriks (gb 1765) en zijn gezin is gezegd dat zij nogal hard en duidelijk met elkaar converseren. Hun excuus is dat zij op het land vaak tegen de sterke wind in tegen elkaar moeten praten. Opmerkelijk is dat ook van vele nazaten van genoemde zoon Ipeye (gb 1765) zulks is gezegd: helder, duidelijk en to the point, zowel fonologisch als taalkundig. Enigszins dove mensen waren daar zeer blij om en zeiden zelfs dat deze Kranenburgs tot de weinige mensen hoorden die ze goed konden verstaan. Anno 2013 vertelt Hindrik Kranenburg in Appingedam hetzelfde over hem en z'n kinderen: helder, duidelijk en to the point. Hij blijkt een nazaat te zijn van David Hindriks Kranenburg (gb 1768), een broer van genoemde Ipeye. Beide takken hadden sinds circa 1800 AD nauwelijk of geen contact meer met elkaar. #FRI
¶ Als mensen in stad Groningen in de 19e eeuw vragen waar de Kranenburgs (uit Scharmer) wonen, dan zeiden de mensen: Ga die straat maar door en het huis waar het meeste lawaai uit komt, daar wonen ze.
¶ Uit spraaktesten is gebleken dat mensen die helder en duidelijk spreken qua volume niet of nauwelijks harder spreken dan anderen. (FRI/1974) Harder klinken blijkt hier kennelijk gewoon het gevolg van helder en duidelijk articuleren.
Bij elkaar deugen ze niet, van elkaar meugen ze niet. Dat werd veel gezegd over de Kranenburgs in Scharmer en Groningen stad. Raker hebben ze dat nauwelijks kunnen zeggen. Deze Kranenburgs konden stevig met elkaar van gedachten wisselen, zodanig dat anderen dachten dat ze elkaar te pletter zouden slaan. Even later echter draaide de stemming radicaal om en werd het er oergezellig. Zo gezellig dat mensen uit de buurt er graag bij kwamen zitten. #FRI
** Tijs Kranenbrugghe, Thijs Claesz Kranenburg (gb 1565), Harke Jans Kranenburg (gb 1690), Borg Kranenburg, Wijbrandus Kranenborg, Hindrick Theis Kranenburg, Winkelhaak, Collectie Römelingh, Eigenerfden, Jan Harkes Kranenburg (gb 1660), FW Kranenburg Scharmer, Vrijmetselarij, Kranenburg Groningen, Borg Kranenburg Scharmer, Mathijs Claesz van Cranenburch (gb 1480), Xsi, GXW, PgAng/Kranenburg Scharmer
@ familiewapen © B.C. Kranenburg
# GKS, KBG

 
Kranenburg Stade:

Tussen Bremen en Hamburg ligt aan de rivier de Oste een gehucht met de naam Kranenburg, gebouwd op de 'Geest' (zandheuvel) in een drooggelegd moerasgebied. In dit gebied verzamelen zich de Hasten (een onderstam van de Angelen) in de 5e eeuw NC voor de overtocht naar Zuid Engeland (Kent en Sussex), waar ze o.a. de stad Hastings bouwen. Iets ten noorden van Hastings ontstaat een dorp met de naam Cranbrook.
Anno 2003 wonen in Kranenburg aan de Oste ongeveer 400 mensen. Dit gehucht dankt haar naam aan een veenborg met de naam Cranenburg dat daar in 1375 is gebouwd in opdracht van aartsbischop Albert II van Bremen. Oorspronkelijk woont er Bartold Kinde en daarna nakomelingen van hem. Rond 1450 wordt Cranenburg beleend aan het geslacht Bachtenbrock. Volgens het Register van Vörde (Bremervörde) laat aartsbischop Rode rond 1500 weten dat "de Kinde von der Kranenborg de sind verkamen …" d.w.z. uitgestorven of niet meer vindbaar.
In het naburige Brobergen wordt in de zelfde tijd een gelijksoortige borg gebouwd, eveneens in opdracht van aartsbisschop Albert II. Hiervan is in 1931 de hierbij geplaatste foto gemaakt, vlak voordat de borg werd afgebroken. De Broberger borg en de Cranenburg zijn veenborgen van het type 'Holländer Hofe'.
De veenborg Cranenburg heeft primair een strategische functie. De leenmannen van de borg bezitten derhalve de functie van maarschalk in het artsbisschoppelijk leger. De borg moet de veiligheid garanderen van de hoofdweg Stade-Oldendorf tegen bedreigingen uit het Noorden. Daarnaast fungeert Cranenburg als openbare vergaderplaats voor de Raad en de burgers van Stade, op welks grondgebied Cranenburg ligt. De borg Cranenburg ligt direct aan de oostelijke oever van de Oste, midden aan een opmerkelijke kronkel van de rivier.
De kronkel heeft veel weg van een hele grote hoefijzer. Vanuit de borg is de bootvaart op de Oste tijdig en goed te overzien. De weg naar de borg gaat over een dijk (dam) door het moeras langs de Oste. Vervening heeft er niet echt plaats gevonden, ondanks de naam veenborg (Niederungsburg). De bewoners waren ook geen boeren, maar ridders en ambtslieden in dienst van de aartsbisschop van Bremen.
In 1364 bericht de Stader Coplar over een kapel in Cranenburg gelieerd aan de kerk van Hechthausen. De kapel staat naast de Cranenburg. Segebaldo Marschalck van de
Cranenburg schenkt in 1461 de kapel een klok met de inscriptie Anna bin ick geheten, Segebalde leth mi gethen, aldus het 'Lagerbuch der Kapelle Cranenburg'. Later wordt een klokketoren gebouwd naast de kapel. De kapel is inmiddels verdwenen.
In 1435 wordt een brug gebouwd over de Oste naast de Cranenburg en wordt er tol geheven. De brug ligt tussen de borg en de kapel. Ook de brug is verdwenen.
In 1542 besluiten Johann en Franz Marschalck 'die Huse tho Cranenburg' met het 'gebuwete' af te breken en het materiaal te gebruiken voor de bouw van een woning aan de overkant (westzijde) van de Oste. In 1566 is er van de oude veenborg Cranenburg niets meer over. Tegenwoordig staat op die plaats een mooie boerderij met rieten dak.

De bovengenoemde Holländer Höfe herinneren aan de Hollandse verveners, die met name in de Bremer Marsen actief zijn. Ze zijn door de bisschop van Bremen daartoe gecontracteerd. De oudste acte is van 1106. Het is een overeenkomst van de bisschop met zes Hollanders uit het gebied boven de Oude Rijn, tot kolonisatie van de Bremer Marsen. Er zijn daar drie nederzettingen gebouwd, die tot in detail overeenkomen met Esselickerwoude, Rijnsaterwoude en Leimuiden. Het is dus goed mogelijk dat de veenborg Cranenburg door nazaten van hen is gebouwd.
** Segebaldo Cranenburg, Ax (Olfriesia)
@ foto's © TiedLight ®
# NCK, ZHT (p 16), DAB

Kranenburg Tiel:
In zijn "Reise- en Zakatlas" van 1773 schrijft Jan Christiaan Sepp in Amsterdam over Tiel op pagina 76:

De voornaamste Logementen zyn aldaar: 't Hof van Gelderland; Kranenburg, enz.
Vooralsnog is helaas niet bekend waar dit logement stond en wie de eigenaar was. Mogelijk heeft 't iets te maken met het geslacht Van Cranenburgh Tiel dat sinds de 17e eeuw in Tiel woont en mogelijk afkomstig zijn van Kraenenburg Maasbommel. Aangezien het in 1773 wordt vermeld en kennelijk vermeldenswaardig is, kan het daar zeker al geruime tijd eerder staan. Het bereiken van een goede status en bekendheid bij verre vreemden kost immers een ruime aanlooptijd.
** Van Cranenburgh Tiel, Kraenenburg Maasbommel

Kranenburg Utrecht:
De naam Kranenburg~ is in stad Utrecht al van oudsher bekend. Aan de Oude Gracht 158 stond ooit een stadkasteel met de naam Cranenborch, dat rond 1280 is gebouwd. Verder komt de naam als familienaam al in 1623 voor. In dat jaar huwt Aert Jansz van Cranenburch voor het Gerecht in Utrecht met Judith Elias van Vianendr. Aert is mogelijk een zoon van Jan Claesz Cranenburgh (gb 1562*) in Warmond. Na 1623 komen de Kranenburgs~ steeds vaker voor in de archieven. In een acte van 20.3.1674 wordt Claes Pieterss van Cranenburch genoemd, die een huysinge ende erve bezit aan de Loeffballenmaeckerstraet.
** Cranenborch Utrecht, Van Cranenburgh Utrecht, Bartholomeus II van Wassenaar, Everardus van Cranenburgh, Domproostgerecht Kranenburg, Cranenhofstede Utrecht
# UA, DAB

- Huis Cranenborch
Modern kantorencentrum aan de Croeselaan. (> Cranenborch Utrecht)

- Kranenburgerweg

Anno 1953 wordt in Utrecht een weg aangelegd, die de naam Kranenburgerweg krijgt. Het is een korte verbindingsweg tussen de Ina Boudier Bakker Laan en de Koningsweg. De weg kruist halverwege de Kromme Rijn.
Volgens de gemeente Utrecht is de weg genoemd naar de Heerlijkheid Kranenburg, die daaromtrent ooit heeft gelegen.
Volgens het Utrechts Archief loop de weg naar de oude Buurtschap Kranenburg.
Mogelijk hebben beide instanties gelijk. Zowel de heerlijkheid als de buurtschap lijken historische feiten. Mogelijk is de buurtschap Kranenburg een onderdeel geweest van de oudere heerlijkheid Kranenburg.
# FRI, ICU, UA

- Kranenburgerwed
In 1419 genoemd als drinkplaats voor vee.
Wed(de) betekent in Middeleeuws Nederlands 1. pand, borg; 2. loon, jaarwedde; 3. schuld; 4. misère, ellende. (WMN) Betekenis 1 lijkt in dit bestek de meest relevante optie. M.a.w.: Kranenburgerwed = Kranenburger pand of borg. Als drinkplaats voor vee lijkt hier dus bedoeld: de drinkplaats bij het pand of de borg met de naam Kranenburg. Daarmee kan bedoeld zijn de Kromme Rijn bij de borg Kranenburg. Daar zal dan de oever zodanig laag zijn dat het vee er makkelijk kan drinken. Inspectie ter plekke anno 2006 leert dat de oever aldaar inderdaad zeer laag is en opglooit naar de plek van de borg. (> -- Hofstede/Ligging/2/foto)
# UA, WMN, FRI

 

- Wijk Kranenburg
Op lijsten van het bevolkingsregister van stad Utrecht is achter diverse namen van personen in de 19e eeuw vermeld dat zij wonen in Kranenburg. Uit de context valt op te maken dat hiermee een wijk wordt bedoeld. Waarom de wijk zo heet, is vooralsnog niet duidelijk. Het heeft er echter veel van weg dat de wijk een onderdeel vormde van de reeds genoemde Heerlijkheid Kranenburg.
Gezien bovengenoemde gegevens moet de wijk liggen tussen de Koningsweg en de Rubenslaan. En wel aan beide kanten van de Kromme Rijn die daar stroomt vanaf Bunnik naar het noord-westen. Maar hoever strekt de wijk zich verder uit in oostelijke richting? Vooralsnog is daar helaas niets over bekend.

Wijk Kranenburg grenst in de oudheid aan het Romeinse Rijk. Aan de Koningsweg richting Gansstraat, vlakbij de spoorlijn, staat een replica van een oude Romeinse grenspaal.
@ foto © TiedLight ®
# UA, FRI

 
- Kranenburg onder Kovelswade
Letterlijk: Kranenburg ten noorden van Kovelswade (buurt aan de zuidkant van de Koningsweg). Wijk in stad Utrecht gelegen tussen de Krommer Rijn en de Koningsweg in de stad Utrecht. Kovelswade is anno 2006 een Algemene Bagraafplaats. Vermeldingen:

1406   In bron Codex diplomaticus Neerlandicus (Rekening van Philips van Dorp wegens de bruiloft van Jacoba van Beijeren en Jan Hertog van Touraine, Anno 1406):
- p 90: Item ghegheven enen knecht die den steen wech dede voeren voer Cranenborch, daer dat vochtelic viel, coste ij s. vi d.
- p 145: Item op Cranenborch, doe [toen] hoeftmans [hoofdmannen] waren Vrederic van Drackenborch ende Jan de Bole, coste haer onraet [lasten] x fg. viij d.
- p 145: Item op Cranenborch, doe hoeftmans waren Herman van Wulven ende Jan Breye, ende laghen ix weken, coste xvi gg. xvij s., vi d.
- p 146: Item op Cranenborch, doe hoeftmans waren Jan Grawert ende Dirc haren Wouters soen, ende laghen ix weken coste haer onraet xxvi fg. iiij s.

Kennelijk is hier bedoeld dat rond 1406 Vrederic van Drackenborch, Jan de Bole, Herman van Wulven, Jan Breye, Jan Grawert en Dirc Wouters hoofdelingen zijn, die kosten hebben gemaakt tbv het huwelijk van Jacoba van Beieren (1401-1436). Een hoofdeling is een eigenerfde met inspraak in bestuur en rechtspraak in de regio. (> Hoofdeling) E.e.a. betekent dat de genoemde hoofdelingen rond 1406 in de buurtschap Kranenburg wonen. Kijken we naar de kaarten sub Hofstede Kranenburg (Ligging), dan zien we op de kaarten van 1649 en 1757 3 woningen (hoeven) staan in de buurt Kranenburg, zoals die anno 2008 is begrensd. Gezien de vermelding van 3x2 personen en gezien de kennelijk dubbele bewoning van hoeve Kranenburg in de 18e eeuw, is het mogelijk dat het gaat om 3 dubbelwoningen, zoals wie die anno 2008 ook nog kennen.

1419   Kranenburgerwed (# UA), ofwel: de borg Kranenburg. (> -- Kranenburgerwed)

1588   In bron Beschrijving van het Utrechtsche Bisdom, door Van Heussen en Van Rijn (circa 1678): Rekening van Geertruijd van den Berge, mater van het convent van St. Nicolaas in 1588:
- p xx: 4 morgen land genaamd Cranenborch by Covelaarsbrug, sjaars om 14 mudden weit en een mud groene erwten, al hetwelk den conventualiteit tot hun noodrdruft omgedeeld wordt: 1 morgen land gelegen in Galecop; 3½ morgen in de lage Weide.

1596   Ivm een criminele zaak tegen Dirckgen Moelenaers van Cranenborch, wonend bij de heg in de Weerd (Maarschalkerweerd), beschuldigd van hekserij. Ze bekend na zware foltering, wordt gegeseld en haar nek gebroken. Ter afschrikking wordt haar lijk daarna opgehangen bij de Engelenborch. De beschuldigingen tegen haar zijn ronduit belachelijk. Mensen beweren ernstig ziek te zijn geworden doordat zij aan duivelse hocuspocus zou hebben gedaan. De gebeurtenissen doen denken aan de film van Black Adder (BBC serie) waarin de maniak Crumbledook (15e eeuw) mensen naar de brandstappel voert op grond van bespottelijke argumenten.
¶ Gezien de beschikbare gegevens moeten we de formulering 'Dirckgen Moelenaars van Cranenborch' vrijwel zeker uitleggen als: Dirckgen is de dochter van de molenaar die in de buurt Cranenborch te Utrecht woont, aan de grens met Maarschalkerweerd. Gezien deze interpretatie en omdat uit niets blijkt dat ze is getrouwd en/of kinderen heeft, mogen we aannemen dat ze nog jong is en bij haar ouders woont. Het feit dat ze de dochter van een molenaar wordt genoemd en carnaval viert, versterken deze these. Van oudere, gehuwde vrouwen is dat niet zo te verwachten. Op de kaart van Utrecht in de Atlas van Blauw van 1649 is op het grondgebied van Kranenburg anno 2009 echter geen molen te vinden. (> sub - Hofstede Kranenburg * Ligging) Die wordt daar pas gebouwd in 1797 door Barend Pleyster. Wel staat op de kaart van 1649 een molen in de buurt zuidelijk van Kranenburg. Die locatie komt anno 2009 overeen met de Kovelaarstraat, vanaf Kovelswade naar de Koningsweg tegenover Kranenburg. We mogen dus concluderen dat de vader van Dirckgen molenaar is, die zijn molen heeft staan in Kovelswade, maar woont in Kranenburg, bij de heg in de Maarschalkerweerd.

1689   In acte U78a4-8 (Utrechts Archief) dd 22.2.1689 ivm huur onroerend goed stuck lants van 9 margen genaamd Cranenborch, vallend onder Gerecht Covelsway, door Gysbert Huybertss Sprongh, wonend buyten Tollesteechpoort.

1712   In een acte van 1.9.1712 (ivn U144a2/134) in het Utrechts Stadsarchief wordt gesproken over Cranenburch onder Covelswade.
De term onder betekent hier ten noorden van. Anno 2006 ligt in de wijk Tolsteeg de Laan van Kovelswade, langs de begraafplaats en aan de zuidkant van de spoorlijn naar Arnhem aldaar. Iets NO daarvan loopt de Kranenburgerweg tussen de Rubenslaan en de Koningsweg. Daar ligt nu de wijk Kranenburg, de vroegere heerlijkheid Cranenburch dus.

1720   In een acte van 25.11.1720 (UA ivn U162a3/97) over een warmoessierhof groot 10 hont en gelegen op Cleyn Cranenburg. De acte spreekt hier over een onroerend goed gelegen in het Gerecht Cranenburch.

1724   Acte U175a1/151 dd 19.9.1724 handelt over 2 morgen land gelegen in het Gerecht Cranenburg.

1725   Rond 1725 woont ene Cornelis Albertusz van Beusekom met zijn gezin te Utrecht buyten Tollesteegh op Cranenburgh op de weg naar Bunnik.

1731   Acte U162a12/119 dd 1.10.1731 handelt over 10 hont land gelegen op Kleyn Cranenburgh in het Gerecht Covelswade.

1743   Een acte van 16.11.1743 (UA ivn U205a1/148) spreekt over bouwland gelegen op Cranenburg.

Het betreft hier dus om een hoeve [huis met erf] waarop hoofdelingen wonen. Een hoofdeling is in die tijd een persoon met inspraak in bestuur en rechtspraak. (> Hoofdeling) Dit sluit aan bij de vermelding van het Gerecht Cranenburch. Met Gerecht wordt in Utrecht een lage heerlijkheid bedoeld. (> Gerecht) De hoofdelingen op hoeve Cranenburch hebben dus inspraak in bestuur en rechtspraak binnen de heerlijkheid Cranenburch aldaar.

Per saldo wordt in dit bestek dus met Cranenburch onder Covelswade bedoeld een (lage) heerlijkheid met de naam Cranenburch waarop een hoeve staat met dezelfde naam, beide gelegen ten noorden van Covelswade. In deze heerlijkheid hebben anno 1406 na elkaar 2x 2 hoofdelingen gewoond. Eerst Vrederic van Drackenborch en Jan de Bole. Daarna Jan Grawert en Dirc (haren?) Woutersz. De heerlijkheid stelt tegenwoordig voor de Utrechtse wijk Kranenburg.

Hoofdelingen zijn medebestuurders. Zij assisteren de heer van de heerlijkheid in diens bestuur van en rechtspraak in zijn heerlijkheid. Er moet dus in die tijd ook een Heer van Cranenburch zijn. Vooralsnog is niet bekend wie dat was.
** Utrecht Stad (Wijk Kranenburg)
# UA, DAB

- Kranenburg School

Dit is een RK School voor Praktijkonderwijs. De school staat in de wijk Kranenburg, op de hoek tussen de Tamboerdijk en de Kromme Rijn.
@ foto © TiedLight ®
# FRI, Kranenburg School Utrecht
 

- Molen Kranenburg
Een houtzaagmolen met de naam Kranenburg. Deze windmolen is gebouwd in 1797 en stond aan de zuidkant van de Kromme Rijn, naast de hofstede Kranenburg en aan de Oud Wulverbroek Wetering. De molen raakt sinds de 1930s steeds meer in verval en is daarom op 29.3.1954 afgebroken.
De molen is gebouwd op het terrein van hofstede Kranenburg door Barend Pleyster (Reyster?). Eigenaar en bewoner van de hofstede is Arie Verheem.
De molen heeft z'n naam te danken aan hofstede Kranenburg.
** Molens, Windrecht, Bunnik (molen Kranenburg), Utrecht Stad (geslacht Kranenburg~)
# UA, ICU, VMN, DAB

- Hofstede Kranenburg

Rond 1800 is ene Arie Verheem eigenaar van een hofstede genaamd Kranenburg in Utrecht. Dit blijkt uit diens boedelbeschrijving opgesteld in 1806. Over de geschiedenis van de bouw, de naam en de bewoners van de hofstede is nog niet veel formeel bekend. Gezien de bouwstijl lijkt ze in ieder geval zeer oud. Tekening links is een impressie van Chris Veldhof (© BCK)
 

- Hofstede Kranenburg * bouwstijl
Op het oog lijkt de hofstede uiterst simpel van stijl. In het nabijgelegen Houten staat aan de Heemstedekanaalweg een heel oud gepleisterd pand genaamd Hoeven 't Rechthuis. Het pand valt onder monumentenzorg. Het doet qua bouwstijl sterk denken aan hofstede Kranenburg. De bouwstijl van Kranenburg komt echter volmaakt overeen met hoeve Tenkink (Thenekinch) te Zelhem in de Achterhoek. De oudste vermelding van hoeve Tenkink dateert van 1382/83. Ze moet dus zeker enige tijd daarvoor zijn gebouwd.
** -- Bouwheer
# oudzelhem.nl 28.9.07, DAB

- Hofstede Kranenburg * bewoning
Sub 'Kranenburg onder Kovelswade 1406' zijn vier hoofdelingen genoemd die rond 1406 in de buurt Kranenburg wonen. Het zijn de hoofdelingen Vrederic van Drackenborch, Jan de Bole, Jan Grawert en Dirc Woutersz. In dit bestek is het interessant te weten wie van hen heeft gewoond op borg Kranenburg. Aangezien de namen Drackenborch, De Bole en Grawert kennelijk familienamen zijn, blijft Dirc Woutersz over als mogelijke Kranenburg~. In de orginele tekst staat Dirc haren Wouters soen. Deze formulering is zo uniek, dat ze vermoedelijk fout is en moet zijn Dirc heren Wouters zoen. De tweede formulering is zeer gangbaar en betekent dat Dirc de zoon is van ridder Wouter. De juistheid van deze mening is heel groot, aangezien de veronderstelde vader van Wouter - Everardus van Cranenburgh (gb 1285) - ook ridder is.

De genoemde hoofdelingen wonen rond 1406 op hun hofsteden, maar kennelijk bij het opmaken van de rekening niet meer. Immers er staat doe [= toen] ... hoeftmans waren. Het opmaken van de rekening zal zeker veel tijd hebben gevergd gezien de vele claims en de trage verwerking. Als de rekning is opgemaakt, leven de genoemde hoofdelingen kennelijk niet meer. De rekening zal dus vele jaren later tot stand zijn gekomen. Bij een gemiddelde bewoning van circa 30 jaar per hoeve, zal de rekening dus kunnen dateren van circa 1421. Het jaar 1406 is dan genomen als gemiddeld jaar halfway de bewoning. Dirc Wouters zal dan circa 1350-1410 leven. Zijn vader Wouter van Cranenburgh kan dan een zoon zijn van ridder Everardus van Cranenburgh (gb 1285), die een vertrouwling is van Guido van Henegouwen, bisschop van Utrecht. Everardus is een zoon van Engelbert I van Cranenburg op kasteel Cranenburg te Bleiswijk.

Op grond van de bekende feiten en veronderstellingen kan de volgende chronologie worden opgesteld van waarschijnlijke bewoners:

1285-1359 Everardus van Cranenburgh B!r+// Bleiswijk-Utrecht ...ww.c:
1315-1375 Wouter Everardsz* van Cranenburgh
1350-1350 bouw hofstede Kranenburg
1350-1410 Dirc Woutersz van Cranenburgh
1385-1445 Xx Dircsz van Cranenburgh (H)
...
1780-1805 Arie Verheem

 
- Hofstede Kranenburg * muurschildering
Hieronder een muurschildering van hofstede Kranenburg met de houtzaagmolen die er in 1797 is gebouwd. De schildering is gemaakt ter nagedachtenis van de historische site en ter verfraaiing van de omgeving.

          

Bovenstaande muurschildering is te zien op de zijmuur van het pand aan de Koningsweg hoek Kozakkenweg. Hofstede en molen stonden feitelijk circa 200 meter verder aan de Kromme Rijn. Het oude erf heet anno 2008 Lodewijk Napoleon Plantsoen, naar de broer van keizer Napoleon Bonaparte van Frankrijk. Lodewijk was in 1806-1810 koning van Holland, tijdens de Franse bezetting. De schildering is onthuld op 28 oktober 2008 door wijkwethouder Robert Giesberts. Vooralsnog is helaas niet bekend wie de maker is.
# Algemeen Dagblad 28.10.08, KBG

- Hofstede Kranenburg * layout
Hieronder een layout van hofstede Kranenburg uit de 19e eeuw. Duidelijk is te zien dat de hofstede in die tijd bestaat uit twee woningen (nr 4).

          

2=haven 3=zaagmolen 4=woningen 5=schuur 6=loods 7=grasveld 8=moestuin 9=boomgaard

Sinds circa 1375 wonen er dus na elkaar twee paar hoofdelingen. De tweedeling van de hofstede bestaat dus kennelijk al sinds dat jaar.

- Hofstede Kranenburg * omgrachting
Wat verder opvalt op bovenstaande layout van hofstede Kranenburg is de omgrachting van het terrein van de hofstede. Dit gebeurt normaliter alleen bij havezathes. Ipso facto moet de hofstede de status bezitten van havezathe. Deze status past helemaal bij de overige feiten in betrekking met de hofstede. O.a. het feit dat de buurtschap Kranenburg de status blijkt te hebben van een Gerecht. Dat is de Utrechtse equivalent voor een (lage) Heerlijkheid. (> sub Gerecht Cranenburch)

 

- Hofstede Kranenburg * ligging (1)
Foto rechts: de woning met de muurschildering van de oude hoeve en molen Kranenburg. Het pand staat op de hoek Koningsweg x Kozakkenweg.
@ foto © B.C. Kranenburg
 

Foto rechts: de tekst die rechts onderaan de muurschildering staat. De molen staat dus 200 meter verderop de Kozakkenweg aan de Kromme Rijn. Anno 2008 ligt daar het Lodewijk Napoleon Plantsoen.
 

- Hofstede Kranenburg * ligging (2)
In het Lodewijk Napoleon Plantsoen in de buurt Kranenburg ligt een groep stenen die exact de plaats aangeeft waar de hofstede ooit stond.

          

Op de achtergrond is de Kromme Rijn te zien.

 

- Hofstede Kranenburg * ligging (3)
De kaart rechts is een uitsnede van de kaart van stad Utrecht in 1757, gemaakt door Isaak Tirion in Amsterdam.

1 = de Kromme Rijn
2 = de Oud Wulverbroek Wetering
3 = hofstede Kranenburg
4 = ?
5 = havezathe Kranenburg*
6 = School Kranenburg anno 2006
7 = de Koningsweg naar Bunnik
x = molen Kranenburg (1797)

De hofstede stond naast de plek waar anno 2006 het Pieter Baan Centrum staat, aan de westkant van de spoorlijn aldaar.
Rond 1725 woont ene Cornelis Albertusz van Beusekom met zijn gezin te Utrecht buyten Tollesteegh op Cranenburgh op de weg naar Bunnik. Dit is locatie 4 of 5.
De lunetten tussen Utrecht en Bunnik ontbreken op de kaart. Dat betekent dat ze pas na 1757 zijn gebouwd.
** Lunetten, -- Havezathe Kranenburg, Cranenburch Hull
# VMN, Gen. Aert van Beusekom

 

- Hofstede Kranenburg * ligging (4)
Rechts een uitsnede van de kaart van Utrecht in de Atlas van Blauw gemaakt in 1649. (> ATB) Daarop is de Kromme Rijn te zien met bovenaan rechts hofstede Kranenburg.
 

- Hofstede Kranenburg * erf
Rechts hofstede Kranenburg zoals afgebeeld in de Atlas van Blauw uit 1649. Op de tekening ligt de hofstede verder af van de Kromme Rijn dan op latere tekeningen. Naar zeggen is de loop van de Kromme Rijn steeds enigszins gewijzigd. (> - Kaart 17e eeuw) Mogelijk dat daardoor de hofstede later dichter bij de oeverkant is komen te staan.
 

- Hofstede Kranenburg * bouwjaar
Bron UHW schrijft op pagina 28:

Omstreeks 't midden van de 9e eeuw werd de Rijn te Wijk bij Duurstede afgedamd, om Utrecht en Holland voor overtollig water te vrijwaren en toen werden de eerste dijken aangelegd. Het watergebied om en in Utrecht moest daarvan in den loop der tijden den invloed ondervinden, en zoo zien wij tusschen 1259 en 1348 in de nabijheid der stad een kanaal gegraven van den Krommen Rijn bij de Kovelaarsvaart naar de stadsgracht nabij Tolsteeg, welk vaarwater "de Nieuwe Minne" werd geheeten en nu nog als Krommerijn van Vossegat af tot den Tolsteegsingel bekend is. Deze nieuwe afwatering zal wel de oorzaak zijn geweest dat de oude Rijntak tot de Ganzenmarkt toe geheel droog liep, want reeds in 't laatst der 14e eeuw was het oude Rijnbed geheel opgedroogd en waren in het dieper gelegen gedeelte, "Oude Delle" genaamd, eenige hofsteden gebouwd.

In 1419 wordt het Kranenburgerwed genoemd. De buurtnaam Kranenburg bestaat er dus zeker al enige tijd. Zeker al in 1406 zoals blijkt uit bovenstaande tekst over Kranenburg onder Kovelswade. Het is dus heel goed mogelijk dat hofstede Kranenburg ergens rond 1350 is gebouwd. Deze datum lijkt zeer plausibel. Immers, qua bouwstijl komt hofstede Kranenburg volmaakt overeen met hoeve Tenkink (Thenekinch) te Zelhem in de Achterhoek. De oudste vermelding van hoeve Tenkink dateert van 1382/83. Ze moet dus zeker enige tijd daarvoor zijn gebouwd.
** -- Bouwheer
# oudzelhem.nl 28.9.07, DAB

- Hofstede Kranenburg * locatie
Onderstaande kaart uit de 17e eeuw geeft de stad Utrecht weer rond de 17e eeuw. De kaart komt uit de verzameling 'Oude Huizen in Utrecht' van Mr S. Muller Fzn.
Op de kaart ligt het Noorden rechts, het Zuiden links, het Oosten onder en het Westen boven. Een normale presentatie voor die tijd. (> Windrichtingen) Verder is de kaart in de 20e eeuw op enkele plaatsen ingetekend en ingeschreven. O.a. om de vermeende historisch loop van de Kromme Rijn aan te geven. Of de Kromme Rijn aldus werkelijk heeft gestroomd, is vooralsnog niet helemaal zeker. Waarschijnlijk heeft de loop zich steeds enigszins gewijzigd.

          

Historisch gezien zijn er twee opties waarom de locatie Kranenburg~ heet. Of de locatie is genoemd naar een zgn kranenberg aldaar. D.w.z. een zandplaat of heuvel in een moerassig gebied, waar kraanvogels bivakkeren. Of er staat een belangrijke hofstede, borg, havezathe of kasteel met de naam Kranenburg~. Bovenstaande kaart toont Utrecht en omgeving rond de 17e eeuw. Buiten de poorten ziet het land er vlak en agrarisch uit. Van een verhoging, bult of heuvel is niets te zien. Inspectie ter plekke anno 2008 toont evenmin dergelijke accidentaties. De locatie lijkt dus de naam te hebben gekregen van de hofstede Kranenburg~. In dat geval moet het in de begintijd een belangrijk en/of groot pand zijn geweest. Anders krijgt een locatie niet gauw dezelfde naam.
** LNK

- Hofstede Kranenburg * naam
Waarom de hofstede Kranenburg heet, is vooralsnog niet bekend. Er zijn drie opties:

A) De hofstede is gebouwd op een zgn kranenberg: een zandplaat in een moerassig gebied waar kraanvogels bivakkeren.
B) De bouwheer heet Kranenburg~.
C) De bouwheer vindt de naam mooi of heeft andere redenen om de hofstede Kranenburg~ te noemen. Vaak zijn dat sweet memories. Bijvoorbeeld omdat de bouwheer zelf ooit woonde in een pand met de naam Kranenburg~.

Op oude schilderijen van het gebied is duidelijk te zien dat het land rond hofstede Kranenburg helemaal vlak is. Ook bovenstaande kaart uit de 17e eeuw laat dat goed zien. Door deze gesteldheid van de locatie lijkt het niet waarschijnlijk dat daar ooit een kranenberg heeft gelegen. Het lijkt er zelfs op dat de locatie werd overheerst door de bovengenoemde grote drinkpoel Kranenburgerwed. Bovendien doet bovenstaande citaat (sub bouwjaar) uit bron UHW vermoeden dat het gebied langs de Kromme Rijn nogal laag gelegen is. De citaat uit bron RKR sub Kranenburgerwed bevesitgt dit en spreekt over broekland, weteringen en poelen langs beide zijden van de Kromme Rijn. Ook de citaat anno 1406 over de steenweg naar Cranenborch (> sub De steen wech) spreekt expliciet over een drassig gebied. Oud beeldmateriaal van hofstede Kranenburg bevestigt deze feiten. Het land waarop de hofstede staat, is vlak en laag. Plaatselijke inspectie anno 2007 bevestigt dit beeld. Alleen meer richting de Koningsweg lijkt het land wat op te lopen. Maar niet zodanig dat er sprake zou geweest kunnen zijn van een typische kranenberg. (> Kranenberg). Optie A lijkt dus per saldo niet erg reëel. Aangezien in Utrecht en daaromtrent van oudsher Kranenburgs~ wonen, lijkt optie B daarom een grote kanshebber. De oudst bekende Kranenburgs~ die waarschijnlijk in Utrecht stad wonen, zijn Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg in 1280-1303 en z'n kleinzoon Everardus van Cranenburgh in 1300-1356. Hij is in 1303 getuige van bisschop Guido van Henegouwen en moet dus een bekende c.q. een vertrouweling van de bisschop zijn. Everardus zal daarom waarschijnlijk niet ver van de bisschop wonen. Optie C is deels inherent aan optie B. Everardus heeft namelijk vrij zeker enige tijd gewoond op kasteel Cranenburg te Bleiswijk. Daar woont in die tijd z'n vader Engelbert I van Cranenburg, een zoon van Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg.
** LNK, Everardus van Cranenburgh (gb 1285)

- Hofstede Kranenburg * bouwheer
Zoals bij Locatie Kranenburg is gezegd, moet er in de 14e eeuw of daaromtrent een Kranenburg~ zijn geweest, die de hofstede of havezathe Kranenburg~ heeft gebouwd. Gezien bovengenoemde feiten, kan dat ergens rond 1350 zijn gebeurd. Op grond van de huidige gegevens komt dan Wouter Everardsz van Cranenburch (gb 1315) het meest in aanmerking om de oorspronkelijke bouwheer te zijn. Hij is een zoon van Everardus van Cranenburgh en woont in Utrecht.
** - Hofstede Kranenburg (* bouwjaar)

- Hofstede Kranenburg * grondbezit
Over het grondbezit van hofstede Kranenburg valt vooralsnog weinig te zeggen. Mogelijk hoort het hele gebied van de buurt Kranenburg oorspronkelijk tot dit bezit. Anno 2006 is dit gebied circa 0.25x0.63 Km. Omgerekend is dat 15.6 Ha, ofwel 17.3 morgen land. Niet gering voor die tijd. Het betekent dat de eigenaar een eigenerfde moet zijn. Mogelijk heeft hij buiten het Kranenburggoed waar hij woont, ook nog grondbezit buiten zijn directe territoir.
** Eigenerfden

- Hofstede Kranenburg * status (1)
Op de tekening en de muurschildering van hofstede Kranenburg zijn duidelijk twee schoorstenen te zien. Gezien de oorspronkelijke bewoning van de hofstede door Wouter Everardsz van Cranenburgh en zijn nazaten, mogen we aannemen dat er steeds slechts één gezin woont op de hofstede. Sinds 1797 - bij de bouw van de molen - wonen er kennelijk steeds twee gezinnen, gezien de layout van de hofstede.

Twee schoorstenen op een huis met één gezin duidt in de 14e-18e eeuw op een zekere mate van welgesteldheid. Voor elke schoorsteen moet in die eeuwen namelijk belasting worden betaald. Om te bezuinigen wordt daarom vaak maar één schoorsteen gebouwd.

Op de layout van hofstede Kranenburg is duidelijk te zien dat het erf geheel is omringd door water, bestaande uit de Kromme Rijn, de Kovelaarsvaart en een L-verbinding tussen de Kovelaarsvaart en de Kromme Rijn. In feite is de hofstede dus omwaterd, wat gelijk is aan omgracht. Als zodanig heeft het de status van een havezate. (> Havezates)

- Hofstede Kranenburg * status (2)
Sub Kranenburgerwed is geconstateerd dat Wed in Oud Nederlands in dit bestek de betekenis heeft van borg. Een borg is identiek aan een havezate. Deze status wordt bevestigd door het feit dat hofstede Kranenburg was omgracht. Dit gebeurt normaliter alleen bij havezates. Ipso facto moet de hofstede de status bezitten van havezathe. Deze status past helemaal bij de overige feiten in betrekking op de hofstede. O.a. het feit dat de buurtschap Kranenburg de status blijkt te hebben van een Gerecht. Dat is de Utrechtse equivalent voor een (lage) Heerlijkheid. (> - Gerecht Cranenburch; -* omgrachting; - Borg Kranenburg)

- De steen wech
Boven genoemde bron Codex diplomaticus Neerlandicus schrijft anno 1406 op pagina 90:

Item ghegheven enen knecht die den steen wech dede voeren voer [langs] Cranenborch, daer dat vochtelic viel, coste ij s. vi d.

Met deze steenweg is vrij duidelijk bedoeld de weg naar Cranenborch en wel heel specifiek het landgoed Cranenborch, waarop hofstede de Cranenborch staat. Was er specifiek de hofstede bedoeld, dan had er zeker gestaan iest dergelijks als 't Huys Cranenborch. Zulks is in die tijd zeker gebruikelijk. Gezien de Atlas van Johan Blaeu uit 1649 (> ATB) en andere beschikbare kaarten, moet met de steenweg kennelijk zijn bedoeld de huidige Koningsweg van Tolsteeg langs buurtschap Kranenburg naar Bunnik. De huidige Kranenburgerweg naar de buurt Kranenburg dateert uit de 20ste eeuw. Deze weg loopt vanaf de Ina Boudier Bakker Laan naar buurtschap Kranenburg. Ze staat dus haaks op de genoemde steenweg naar Cranenborch.

- Buurtschap Kranenburg
Zoals gezegd is de Kranenburgerweg genoemd naar de buurtschap Kranenburg die ooit in het zuid-oosten van de huidige stad Utrecht heeft gelegen. De buurtschap zal wel meer omvat hebben dan genoemde wijk Kranenburg. De Kranenburgerwed wordt reeds in 1419 genoemd. We mogen derhalve aannemen dat de buurtschap reeds geruime tijd voor dat jaar bestaat. Zo een naam komt immers niet zomaar uit de lucht vallen. Vooralsnog is echter helaas niet veel meer bekend, dan dat die buurtschap heeft bestaan en dat wijk Kranenburg daar een onderdeel van moet zijn geweest. Hoogst waarschijnlijk is de buurtschap identiek aan de oorspronkelijke heerlijkheid Kranenburg, gelegen langs de Kromme Rijn vanaf de spoorlijn bij het huidige Pieter Baan Centrum aan de Gansstraat en verder langs de Koningsweg richting Bunnik. De oostgrens was waarschijnlijk de Tamboerdijk waar de Kranenburg School staat.
** Buurtschap, LNK
# UA, DAB

- Heerlijkheid Kranenburg
Volgens bron ICU is de Kranenburgerweg genoemd naar de heerlijkheid Kranenburg, die daaromtrent ooit heeft bestaan. Dat wordt bevestigd door de oude teksten genoemd onder bovenstaande paragraaf Kranenburg onder Kovelswade. In het Nederkwartier van Utrecht bestaat in voorbije eeuwen een Domproostgerecht, dat ook wel Kranenburg wordt genoemd. Dit Domproostgerecht omvat sinds de 13e eeuw vele bezittingen en rechten. O.a. in Zeist, w.o. Huize Doorn. Het Gerecht (of Heerlijkheid) is eigendom van het Domproost Kapittel, dat zetelt in stad Utrecht. Dus vlakbij heerlijkheid Cranenburch onder Covelswade. Het lijkt derhalve aannemelijk dat met het Domproostgerecht inderdaad wordt bedoeld de heerlijkheid Kranenburg.
** Domproostgerecht Kranenburg, -- Gerecht Cranenburch

- Gerecht Cranenburch
In provincie Utrecht wordt een Heerlijkheid normaliter een Gerecht genoemd. In feite heeft een Gerecht daar de status van een ambachtsheerlijkheid. Dus een heerlijkheid met lage jurisdictie, ressorterend onder de bisschop van Utrecht.

In acte U144a2/134 dd 1.9.1712 wordt gesproken over een onroerend goed gelegen in het Gerecht Cranenburch.
Acte U175a1/151 dd 19.9.1724 handelt over 2 morgen land gelegen in het Gerecht Cranenburg.

Gezien de genoemde vermeldingen en de paragraaf hierboven Kranenburg onder Kovelswade bestaat er dus inderdaad een gerecht met de naam Cranenburch. Meer gegevens over dit gerecht ontbreken vooralsnog. Wat we echter nu weten, is in ieder geval een bevestiging van het bestaan van een (ambachts-)heerlijkheid Kranenburg, gelegen in de ZO-hoek van stad Utrecht.

Een acte uit 1653 mbt het Sint Eloyengasthuis te Utrecht handelt over een testament van Anthon Claessen en Catharina Thiessen. Het testament is opgesteld ten overstaan van 'de schepenen van Cranenburch'. M.a.w. het Gerecht Cranenburch bezit ook een schepenbank, die allerlei bestuurlijke en juridische zaken afhandelt onder voorzitterschap van een schout.

Op grond van genoemde feiten lijkt het Gerecht Cranenburch in feite groter dan het grondgebied van de buurt Kranenburg rond de hofstede doet vermoeden. Aangezien een gerecht in feite een verzameling heerlijke rechten en niet uitsluitend een grondgebied omvat, kan Gerecht Cranenburch inderdaad een grotere betekenis hebben dan alleen de oppervlakte van de buurt Kranenburg.
** Gerecht, Domproostgerecht Kranenburg
# UA, Archief St Eloyengasthuis (tgn 712-7-3)

- Borg Kranenburg
Sub Kranenburgerwed is geconstateerd dat Wed in dit bestek de betekenis heeft van borg. Een borg is identiek aan een havezate. Deze status wordt bevestigd door het feit dat hofstede Kranenburg was omgracht. (> -* omgrachting) Dit gebeurt normaliter alleen bij havezathes. Ipso facto moet de hofstede de status bezitten van havezathe. Deze status past helemaal bij de overige feiten in betrekking met de hofstede. O.a. het feit dat de buurtschap Kranenburg de status blijkt te hebben van een Gerecht. Dat is de Utrechtse equivalent voor een (lage) Heerlijkheid. (> sub Gerecht Cranenburch)

Hofstede Kranenburg stond circa 650 meter achter Lunet 1 van Utrecht, daar waar de Kromme Rijn de stad binnenstroomt. Een lunet is een vooruitgeschoven verdedigingswerk om de kracht van vijandige aanvallen tijdig te breken. Het feit dat er een lunet staat, betekent dat op dat punt een aanval tot de reëele mogelijkheden behoort. Vaak is dat een plaats waarlangs in vroegere tijden al vaker vijandige aanvallen plaats vonden. Dat betekent dat hofstede Kranenburg op een gevaarlijke plaats stond. Lunetten worden pas sinds einde 17e eeuw gebouwd. Die van Utrecht zijn na 1757 gebouwd. Hofsteden zijn in feite normaliter niet verdedigde bouwwerken. Vóór de bouw van de lunetten moet hofstede Kranenburg te kwetsbaar zijn om een leenkamer met uiterst belangrijke documenten te herbergen. Als hofstede Kranenburg dus werkelijk de leenkamer van het Domproostgerecht herbergt, dan moet ze zeker voldoende beveiligd zijn geweest. Als een hofstede echter die kwaliteit heeft, dan is er in feite geen sprake meer van een normale hofstede, maar van minimaal een havezathe. Dat is een versterkte borg met een gracht eromheen. Voldoende bestand tegen aanvallen of inbraken van buitenaf.

Op de kaart van stad Utrecht in de Atlas van Blaeu uit 1649 (> ATB) is het gebied dat de heerlijkheid Cranenburch voorstelt, voornamelijk landbouwgebied. De paar woningen daarin liggen westelijk van hofstede Kranenburg. Een pand dat een havezathe van Kranenburg zou kunnen voorstellen, is niet te bespeuren. Het lijkt dus dat havezathe Kranenburg identiek is aan genoemde hofstede Kranenburg aan de Kromme Rijn.

Op bovenstaande kaart van 1757 sub Hofstede Kranenburg (Ligging) staan op het territoir van de heerlijkheid Kranenburg drie panden getekend die een havezathe kunnen voorstellen. Pand 3 is hofstede Kranenburg. Pand 4 en 5 zijn echter nog onbekend. De panden op de kaart zijn overwegend nogal klein getekend. Pand 5 is daarentegen groot vergeleken bij de andere panden. Dit pand moet dus navenant nogal groot zijn. Zeker in vergelijking met de hofstede. Als zodanig kan pand 5 dus zeker een havezathe zijn. Verder onderzoek is echter nodig om daar meer zekerheid over te krijgen.
** Zates, -- Hofstede Kranenburg

- Heren van Kranenburg
Bij een heerlijkheid hoort een heer. Maar wie zijn dan die heren van Kranenburg? Hoe heten ze precies? Vooralsnog is daar helaas weinig over bekend.
Aangezien de Heerlijkheid Kranenburg waarschijnlijk gelijk is aan het Domproostgerecht, zijn de heren van Kranenburg mogelijk identiek aan de domproosten. Deze domproosten staan immers aan het hoofd van het Domproostgerecht. Aangezien dit Domproostgerecht echter meer een verzameling van diverse rechten en goederen is (tot in Zeist toe), kan er naast de domproost ook een persoon zijn die als heer van de buurtschap Kranenburg functioneert. Maar wie is dat dan? Gezien alle bekende feiten en veronderstellingen komen Wouter Everardsz van Cranenburgh (Cranenburch) en zijn nazaten daarvoor het meest in aanmerking.
** Windrecht

- Kranologie
1225-1308 Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg B!+// Bleiswijk-Utrecht
1280-1308 Bartholomeus II genoemd als domproost te Utrecht
1255-1315 Engelbert I van Cranenburg (zv Bartholomeus II) B!// Bleiswijk-Eikenduinen
1285-1359 Everardus van Cranenburgh (zv Engelbert I) B!+// Bleiswijk-Utrecht
1303-----  Everardus van Cranenburgh onder een groot aantal milites et vasalli Episcopi genoemd als getuige van bisschop Guido van Henegouwen te Utrecht ivm een oorkonde.
1315-1375 Wouter Everardsz van Cranenburgh B!+// Utrecht
1350-----  Wouter Everardsz van Cranenburgh bouwt hofstede Cranenburch
1350-1410 Dirc Woutersz van Cranenburgh
1406-1406 Dirc Woutersz van Cranenburgh hoofdeling op Cranenborch
1419-----  Kranenburgerwed genoemd
1563-1623 Jan Xzn van Cranenburch (vv Aert) ghm NN woont in Utrecht*. Mogelijk is hij een nazaat van Everardus van Cranenburgh (gb 1285).
1588-----  4 morgen land Cranenburch bij Covelaarsbrug genoemd in Rekening van Geertruijd van den Berge, mater van het convent van St Nicolaas
1598-1658 Aert Jansz van Cranenburch ghm NN woont in Utrecht*. Mogelijk is hij een nazaat van Everardus van Cranenburgh (gb 1285).
1623-----  Aert Jansz van Cranenburch huwt op 10.5.1623 voor het Gerecht in Utrecht met Judith Elias Jansz van Vianendr.
1653----- Acte mbt Sint Eloyengasthuis te Utrecht ivm testamentacte opgesteld door de schepenen van Cranenburch tbv Anthon Claessen en Catharina Thiessen. (> Schepenacten) Kennelijk woonden Anthon en Catharina op Cranenburch. Anders zou het testament nimmer door de schepenen van Cranenburch zijn opgesteld.
1712-----  Cranenburch onder (= ten noorden van) Covelswade genoemd
1720-1724 Gerecht (= lage heerlijkheid) Cranenburch genoemd
1734-1794 Johannes van Cranenburch in Driebergen (12 Km ZO van Kranenburg). Mogelijk een nazaat van Everardus van Cranenburg (gb 1285).
1780-1805 Arie Verheem op Kranenburg
1797-1954 Molen Kranenburg op Kranenburg
1954-----  Restanten hofstede en molen Kranenburg afgebroken
1957-hedn Kranenburgerweg

 
- Geslacht Van Cranenburch Utrecht
Aannemend dat Wouter Everardsz van Cranenburch de havezathe/hofstede Kranenburg~ in de buurtschap Kranenburg~ heeft gebouwd, dan vormen zijn nazaten mogelijk het geslacht Van Cranenburch Utrecht. Dit geslacht mag niet worden verward met het geslacht Van Cranenburgh uit Utrecht. Dat geslacht stamt immers af van het geslacht Van Cranenburgh uit Amsterdam en vestigt zich pas begin 17e eeuw in Utrecht. Terwijl de nazaten van Everardus van Cranenburgh al sinds de 14e eeuw in en rond Utrecht wonen.
Gezien de nabijheid van Driebergen kan ene aldaar wonende Johannes van Cranenburg (gb 1734) mogelijk een telg zijn uit een geslacht Van Cranenburch~ dat zich al ruim vóór de 15e eeuw in het Gerecht Cranenburch heeft gevestigd.
** Van Cranenburch Utrecht, Van Cranenborch Arkel, Van Cranenburgh Utrecht, Utrecht Stad, Van Cranenburch Utrecht, Van Cranenburgh Utrecht, Cranenhofstede Utrecht, Cranesteijn Utrecht

 
Kranenburg Van der Meer:
Naar zeggen noemen nazaten van Elisabeth van Cranenburg (gb 1444), Vrouwe van Cranenburg Bleiswijk en Cranenburg Eikenduinen, zich Kranenburg. Elisabeth huwt met Adriaen Gerritsz van der Houve. Hun dochter Margaretha huwt Huybert van der Meer Pietersz, waardoor beide Cranenburgs na de dood van Elisabeth op 25 juli 1499 in de familie van der Meer terecht komt. Ze moeten dus nazaten zijn van Margaretha en Huybert van der Meer, die zich later Kranenburg noemen. Vooralsnog zijn deze nazaten nog niet gevonden, hoewel een enkele Kranenburg zichzelf zo schijnt te noemen.
++ René Kranenburg

Kranenburg Velp
Ondergetekende is een Kranenburg. Ik zal hieronder een opsomming doen van de famillie waar ondergetekende uit voort komt. De gegevens van onze grootouders blijven beperkt tot de namen. Geboortedatums zijn onbekend. En wel: Gerrit Kranenburg, geboren op 17 februari 1913 te Arnhem, zoon van Derk Jan Kranenburg & Johanna Lodewijk, gehuwd op 27 november 1935 te Arnhem met Wolven Teuntje Grada, uit dit huwelijk zijn de volgende kinderen voort gekomen: Gerrit Jan Kranenburg, geboren op 22 oktober 1939, nu wonende te Den Helder, Martinus Kranenburg, geboren op 26 juni 1941, wonende te Velp Gld, Mieke Geerdiena Johanna Kranenburg, geboren op 23 juni 1943, wonende te Arnhem, Harry Robert Kranenburg, geboren op 10 maart 1948, wonende te Velp Gld, Adriaan Kranenburg, geboren op 12-12-1949, wonende te Ellecom, Everardus Johannes Kranenburg, geboren op 7 februari 1953, wonende te Arnhem en Sonja Francisca Kranenburg geboren op 24 september 1957, wonende te Velp Gld. Martinus Kranenburg heeft in Velp Gld een winkel onder de naam Martin Kranenburg Audio,TV, Video, welke in 1948 is opgezet door vader Gerrit Kranenburg. Deze is destijds begonnen met de verhuur van wasmachines. Harry Robert Kranenburg heeft in 1984 opgericht Kranenburg Assurantien te Velp. Dit bedrijf heeft hij in 2000 verkocht en de zaak is opgesplits in twee bedrijven onder de namen Kranenburg Assurantien te Velp Gld & Kranenburg Verzekeringen te Huissen. Indien er verdere informatie gewenst wordt verneemt ondergetekende dit van u. Vertrouwende hiermee een bijdrage geleverd te hebben in de geschiedenis van de naam Kranenburg.
Harry Robert Kranenburg, 17.2.2006
** Kranenburg Dieren, Nanno Kranenborg (gb 1807)

Kranenburg Veluwe
Op de Veluwe wonen in de loop der eeuwen tamelijk veel Kranenburgs~. Vooral in Harderwijk en omgeving. Waar ze oorspronkelijk allemaal vandaan komen, is vooralsnog niet zeker. Sommigen lijken uit Zuid-Holland te komen en derhalve tot de groep Kranenburg Bleiswijk te horen. Het is echter ook goed mogelijk dat velen afstammen van Theodorus van Cranenburgh (1305*-1365*), die vervener is in Nijbroek. Mogelijk is hij dezelfde als Theodorus van Horne. In Harderwijk woont Jan van Cranenburch (gb 1475*) die is gehuwd met Anna van Speulde.
** Kranenburg Harderwijk, Kranenburg Dieren, Kranenburg Velp, Theodorus van Cranenburgh, Jan van Cranenburch (gb 1475*), Johan van Cranenburch (schepen van Harderwijk), Cranenburchgoedje Hierden, Kranenburg Ermelo, FW Van Cranenburch Harderwijk, Van Cranenburch Harderwijk, Demografie

Kranenburg Verf NV Groningen
** Roelof Kranenburg (gb 1834)

Kranenburg Verzekeringen Huissen
** Harry Robert Kranenburg (gb 1948)

Kranenburg Vorden:
In Vorden (Gld) ligt een buurtschap met de naam Kranenburg. Deze buurtschap is genoemd naar boerderij De Kranenburg aan de Bergkappeweg 2. De huidige boerderij dateert van 1845. Voor die tijd staat er een kerk met pastorie. Daarvoor staat er weer een boerderij van veel oudere datum. De pastorie komt voort uit een schuilkerk waar Katholieken vroeger bijeen komen. De Protestante boer, op wiens grond de schuilkerk staat, heeft hen daartoe tegen betaling toestemming verleent. De pastorie komt voor op een kadastrale kaart van begin 19e eeuw bij het gebied met de naam 'De Kranenburg' en waar dus de historische boerderij heeft gestaan. Kerk en pastorie zijn verdwenen rond 1834. Voor de oude schuilkerk komt in 1867 de Sint Antonius Kerk in de plaats, gelegen aan de Ruurloseweg van Kranenburg naar Vorden. In de huidige Antonius Kerk worden geen erediensten meer gehouden, vanwege de teruggelopen kerkelijkheid. De kerk heeft echter een nieuwe bestemming gekregen als Museum voor Heiligenbeelden. De collectie is uniek en omvat vele mooie beelden uit binnen- en buitenland.

De Kranenburg ligt oorspronkelijk in een veengebied dat in de loop van de tijd is afgegraven. Vele namen van wegen en velden met het woord veen of dijk erin doen daar heden ten dage nog aan denken. Kraanvogels zijn waadvogels die vooral in moerassige veengebieden voorkomen. Tijdens hun trek van Noord Europa naar het warme zuiden, bivakkeren ze o.a. in Twente en de Achterhoek.
De Kranenburg ligt op een stuk zandgrond van het omringende drassige veengebied. Het was een pleisterplaats voor de kraanvogels en kreeg daardoor de naam Kranenberg, i.e.
de berg (= hoger gelegen stuk grond) van de kraanvogels. Kranenberg of in de volksmond 'kranenbarg' wordt later Kranenburg.

- Vermelding
Groot Cranenbarg 1.5.1730 in register Overlijden NDG Vorden 1726-1757 ivm overlijden van een kind aldaar.
Indirect in de 17e eeuw via de achternamen Op de Cranenborch en Op Kranenborg. (> sub Bewoners/eigenaars)

- Boerderij
De Kranenburg werd soms ook vermeld als De Kranenbarg, De Kranenborg, De Kranenborch, De Cranenborch, De Cranenberg of de Kranenborgplaats. Vooralsnog is niet bekend wanneer de oorspronkelijk boerderij Kranenburg is gesticht. Rond 1630 woont er vrij zeker Henderick op de Cranenborch (gb 1600) met zijn gezin. Mogelijk is zijn vader Xx op de Cranenborch (gb 1575) de stichter. Dat kan Christian Kranenborch zijn, die rond dat jaar is geboren. Mogelijk is hij een broer van Albert ten Kranenbargh (gb 1580) op boerderij Cranenborg in Beltrum, circa 14 Km van Kranenburg/Vorden. De boerderij in Beltrum is mogelijk gesticht rond 1500. Albert ten Kranenbargh lijkt te zijn een nazaat van Willem Gielisz te Cranenborch (gb 1470), zoon van Gielis Jansz van Cranenburg uit Zutphen. De nazaten van Albert voeren ruim een eeuw lang de spelling Te Cranenborch~. De spelling Ten Kranenbargh is in deze optiek niet meer dan een locale vorm. In de regiotaal van de Achterhoek wordt een berg of borg immers barg genoemd.

Als Xx op de Cranenborch inderdaad de stichter is van boerderij Cranenborch in Vorden, dan dateert deze mogelijk van rond 1600. Henderick op de Cranenborch is Nederduits-Gereformeerd en kan dus de bovengenoemde Protestante boer zijn, die op zijn terrein een schuilkerk biedt aan Katholieken. Temeer omdat na de Vrede van Munster in 1648 de Katholieke Kerk verboden is en daarom gaat onderduiken. Het feit dat Henderick een Protestant is, past verder goed in de familiehistorie. De overgrote meerderheid van de Kranenburgs~ uit Bleiswijk hoort immers sinds het begin van de Reformatie tot de Protestante Kerk.

Den Kranenberg: Bron DKK/p17 schrijft in 1971:

In 1834 was dus de vierde kerk [op de St Anthoniekamp] na de reformatie tot stand gekomen. ... De bouwvallige schuurkerk en pastorie aan de Bergkappeweg werden nu gesloopt. De stenen zijn gebruikt voor de daar nog aanwezige boerderij Elshof, voorheen 'den Kranenberg' geheten.

Bijgaande foto's van hoeve Elshoff zijn gemaakt in 2005. Foto boven is de voorkant van de hoeve. Foto rechts de achterkant. De hoeve verkeert zo te zien nog in uitstekende staat.
@ foto's Courtesy Jan Klein Kranenburg (kleinkranenburg.nl)
 

Bron oldreurle.nl schijft 15.10.07:

In 1725 werd op een stuk grond, behorende aan Herman Franckenmeulen, geheten Kranenberg en gelegen aan de Bergkappeweg, halverwege tussen het Onstein en het klooster Kranenburg, een schuilkerk gebouwd.
In 1834 werd de bouwvallig geworden schuurkerk afgebroken en werden de stenen gebruikt voor de nog aanwezige boerderij 'Elshof', voordien 'Kranenburg' geheten. Door het feit dat aan de erfgenamen van Franckenmeulen huur moest worden betaald voor kerk en pastorie, waaraan door de parochianen moest worden meebetaald, kan een schatting gemaakt worden hoe groot, rond 1730 de parochie was.

Het is dus duidelijk dat hoeve Elshoff oorspronkelijk Kranenburg heet. In 1964 wonen er de families Wassink en Wesseling. Een zwager van hen vertelt dat de Elshoff is genoemd naar de vrouw van boer Harmsen, die daar vroeger woonde. Naar zijn zeggen bezat de hoeve uitgestrekte gronden en een boerderij aan de Eikenlaan, vanaf de Ruurloseweg rechts vlak vóór de spoorlijn aldaar. Het Elshoff zelf ligt circa 300 Meter verderop aan de Bergkappeweg, direct over het spoor schuin rechts.

- Bewoners/eigenaars
1564-1624  Christian Kraneborch ?!
1600-1660  Henderick op de Cranenborch
1605-1665  Jan op de Cranenborch
1635-1695  Gerrit op de Cranenborch
1636-1696  Hermen op de Cranenborch
1636-1696  Griete op de Cranenborch
1637-1697  Wendel op Kranenborg
1638-1698  Berent op de Cranenborch
1640-1700  Egbert op de Cranenborch
1640-1700  Hendrik Kranenborg
1667-1727  Gerrit op Kranenborg
1671-1731  Garrit Kranenborg
1672-1732  Hendrick op Kranenborg
1725-1729  Herman Franckenmeulen
1729-1834  Erven Franckenmeulen

Na 1732 noemen de nazaten van het geslacht Op de Cranenborch~ in Vorden zich gewoon Kranenborg, Kranenbarg, etc. Zonder de voorvoeging 'Op de' of 'Op' dus. Het geeft aan dat ze kennelijk niet meer op hoeve Cranenborch wonen. Dat stemt overeen met het feit dat rond 1725 de hoeve is verkocht aan Herman Franckenmeulen.

- Kasteel
Volgens overlevering zou er in Vorden ooit een kasteel Kranenburg hebben bestaan. (> DKK) Anno 1964 is de heer W. Wolbert correspondent voor verscheidene kranten in Gelderland. Hij woont aan de Kranenburgweg D136b in Vorden. Naar zijn zeggen heeft daaromtrent inderdaad een kasteel Kranenburg gestaan, die omringd was door een gracht. Er is daar ook een heel oude put opgegraven. Vooralsnog ontbreekt echter verdere informatie. Als het kasteel werkelijk heeft bestaan, dan zal dat waarschijnlijk op of nabij de locatie van hoeve Cranenborch zijn geweest. Zoiets gebeurt immers elders ook. O.a. bij Cranenburg Eikenduinen. Eerst staat er een kasteel, het kasteel verdwijnt (bijvoorbeeld door verwoesting of verval) en later komt er een boerderij op of nabij de plek van het oude kasteel.
** DKK, Achterhoek, OTGB/DAT, Kranenberg, Op de Cranenborg~, Kranenbarg
# DKK, NPN, FRI, KBG

Kranenburg Wassenaar:
Volgens een notitie van de NKS verviel het kasteel Cranenburg te Bleiswijk aan het geslacht Wassenaar waarvan een tak de naam Kranenburg aanneemt. Om welke tak het gaat, wordt niet vermeld. De Lansingh Historische Sprokkelingen vertelt over een voormalig adelijk Huis te Bleiswijk dat in 1106 in bezit was van Bartholomeus II van Wassenaar van wiens afstammelingen een tak de naam Cranenburg heeft aangenomen. In het boek 'Ridderschap in Holland' van Antheum Janse staat op pagina 281 een genalogische schema van de nazaten van Filips heer van Wassenaar (1200-1223). In dit schema wordt de naam Kranenburg vermeld voortkomend uit Bartholomeus de domproost van Utrecht, die een zoon is van Dirk heer van Wassenaar (1205-1243). Deze Dirk is weer een zoon van genoemde Filips van Wassenaar. Anthenum Jansse baseert zich op een genealogische notitie uit omstreeks 1380 waarin de genealogie van het geslacht van Wassenaar wordt beschreven. Het is een stuk dat zich in de zestiende eeuw in het Wassenaar-archief bevond. In dit stuk staat o.a.:

Hier voomaels was een Heere van Wassenaer, die wan twee sonen: des de oude bleef heer van Wassenaer nae zijns heeren vaders doot. De andere hiete Philips van Wassenaer; daer af zijn gecomen die van Duvoirde. De oudste, die nae zijns heeren vaders doot Heer bleef, die wan veel kinderen. Eenen die heer van Wassenaer nae hem hiet; eenen anderen die hiet heer Dirk, daer af zijn ghecomen die van Santhorst: den derden die hiet Jacob daer af zijn ghecomen die van Rosenburch; de vierde was heer Bartholomeus den Domproost, daer af zijn ghecomen die van Cranenburch; de vijfde hiet heer Arent van Wassenaer, daer af zijn ghecomen die van Groenvelt.


In de notitie van de NKS wordt echter gesproken van Bartholomeus, de vierde zoon van Philips heer van Duivenvoorde. Deze Bartholomeus is hoofd van het college van Canoniken van St Maarten te Utrecht. Daarna wordt Egbert van Cranenburg genoemd, die is vermeld in het jaar 1408 in de Rekenkamer van Holland. Aldus S. van Leeuwen in 'Batavia Illustrata' blz 1195. Het lijkt dat de notitie wil zeggen dat Egbert van Cranenburg een zoon is van Bartholomeus van Duivenvoorde. Dit strijdt met de beweerde relatie Bartholomeus (II) van Wassenaar/Cranenburg (domproost van Utrecht) in de genealogie Cranenburg Bleiswijk. Deze relatie wordt overigens weer bestreden door Jhr Dr W.A. Beelaerts van Blokland (NL nov 1922), maar hij erkent wel dat er een relatie moet zijn tussen Engelbert van Cranenburch (1275*-1335*) en van Wassenaar. Hoe die relatie is, dat weet hij niet. De nodige gegevens daartoe ontbreken vooralsnog.

Opmerkelijk is in dit verband dat er een familiewapen bestaat van een geslacht Cranenburg, zijnde een veld van 'sable' (zwart) met drie zilveren wassenaars (wassende manen). Dit wapen is een kleurvariant van het orginele wapen van Van Wassenaar, zijnde drie zilveren wassenaars op een rood veld. Het wapen is ingevoerd door Dirc II van Wassenaar. Voor die tijd voeren de Van Wassenaars een wapen met een Andrieskruis. Volgens de Armorial de Gelre voerde ene Jan van Wassenaer (welke is niet duidelijk) een wapen zoals dat van de Cranenburgs, dus een zwart veld met drie zilveren wassenaars. Mogelijk is dat Jan I van Wassenaar (gst 1445) geweest. Verder noemt de Armorial S. van Cranenburch en Jan van Cranenborch bij het genoemde wapen. Met Jan van Cranenborch kan gezien de tijd en het wapen alleen Jan Engelbrechtsz van Cranenburg zijn bedoeld. Hij wordt o.a. ook
Jan van Cranenburch of -borch genoemd en is een tijdgenoot van Jan I van Wassenaar. Volgens het Wapenboek van Jan van Kuyl voert ook Roberta Kranenburg (gb 1565) dit wapen. Het is dus aan te nemen dat haar voorouders Kranenburg dit wapen eveneens hebben gevoerd.

Deze feiten lijken duidelijk te bevestigen dat de Cranenburgs/Kranenburgs afstammen van de Van Wassenaars. Ook andere leden van het geslacht Van Wassenaer schijnen dit wapen te hebben gevoerd. In het boek van Reinier van Heemskerck 'Waapen boeck van adellijke en aanzienelijke famielien in de 17 provintien van de Nederlanden' wordt bij dit wapen (blz 48) de naam Cranenburg vermeld (zie afbeelding) en niet Van Cranenburg. Bij andere familienamen in dit wapenboek komt het voorvoegsel 'van' wel voor. Interessant is verder, dat de Collectie Snouckaert van Schauburg (Hoge Raad van Adel) op het titelblad met bovenbeschreven familiewapen de naam Cranenburg vermeld en niet Van Cranenburg. Opmerkelijk is in dit verband, dat de beschikbare bronnen ook steeds vermelden dat van de afstammelingen van Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg een tak de naam Cranenburg heeft aangenomen; dus niet Van Cranenburg. Er waren dus meer takken, maar slechts één van deze takken noemt zich kennelijk gewoon Cranenburg. In de loop der eeuwen wordt de naam steeds vaker geschreven als Kranenburg.

In de bijhorende genealogie wordt echter wel over Van Cranenburg (of varianten van de naam) geschreven. Het gezaghebbende wapenboek van Rietstap geeft bij de wapenbeschrijving de naam (van) Cranenburg. M.a.w.: zowel Cranenburg als Van Cranenburg. We mogen er dus vanuit gaan dat een deel van de Van Cranenburgs uit Bleiswijk/Eikenduinen zich in latere tijden niet langer Van Cranenburg noemt, maar gewoon Cranenburg, later geschreven als Kranenburg. Wanneer, waar en waarom dat precies gebeurt, is vooralsnog niet bekend. Mogelijk is dat als ze de titel 'Heer van Cranenburg' (Bleiswijk/Eikenduinen) niet meer bezitten. In ieder geval is vanaf ca. 1543 het voorvoegsel 'van' verdwenen. Op grond van het wapenboek van Reinier van Heemskerck kan worden aangenomen dat dit geslacht Cranenburg/Kranenburg in de periode 1543-1648 tot de adellijke en aanzienlijke geslachten in de Nederlanden wordt gerekend.
** FW Kranenburg Wassenaar, Cranenburg, Cranenburg Bleiswijk, WBH, Bron 1380, Oudste Kranenburgs~, Rietstap, Armorial de Gelre
# RIH, HRAC, BRQ, NLB, WBH, CBG, WFW, LHS, WJK, Rietstap, York Insignia Ltd, Armorial de Gelre

Kranenburg Westfalen
** Kranenburg Kleef

Kranenburg IJsselmonde
Dit geslacht begint bij Teunis Sijmonsz Craenenburgh, die rond 1590 wordt geboren en in Kijfhoek (ZH) woont. Zijn nazaten wonen voornamelijk op het eiland IJsselmonde bij Rotterdam, maar waaieren deels ook uit naar aangrenzende gebieden als Dordrecht, Zwijndrecht, Ridderkerk, etc. De naam wordt na 1650 steeds vaker als Kranenburg geschreven.
Wapens:
1) Oorspronkelijk*: op zwart drie wassenaars in zilver. (> Kranenburg Wassenaar, Cranenburg)
2) Sinds circa 1930: In rood een zilveren open burcht, getopt met een zilveren kraanvogel. Helmteken: een ziveren kraanvogel. Identiek aan wapen Cranenburgh Australia. (> Jan Kranenburg gb 1893; Klaaswaal)
3) Sinds circa 1950: In goud een rode burcht met deuren waarin zwarte tralies, geplaatst op groene grond. In een groen schildhoofd drie gouden antieke (tap)kranen. Helmteken: een gouden vlucht waartussen de burcht van het schild. Dekkleden: goud en rood. Dit wapen lijkt op het wapen van Instituut Kranenburg in Dordrecht.
Wapen 1 is waarschijnlijk het oorspronkelijke wapen. Wapen 2 en 3 worden gevoerd door slechts een klein aantal Kranenburgs uit IJsselmonde.
** Teunis Sijmonsz Craenenburgh, FW Tapkranen
++ Kranenburg IJsselmonde
# KBG, GGK

 
Kranenburg Zwolle:

Havezathe aan de Vecht in de buurtschap Berkum bij Zwolle. Wordt vanouds gerekend tot de Sallandse havezathes. Is oudtijds bezit van de familie Campherbeek. Wordt in 1471 verkocht door Dirk Campherbeek aan Reinold van de Clooster. In 1542 komt Kranenburg in bezit van het geslacht Mulert uit Hasselt. Johan Mulert verschijnt 1535-1560 op de landdagen als riddermatige. Hij huwt Clara van Cuylenburg, dochter van Derk van Cuylenburg. Zij overlijdt 1597 te Kampen. Uit dit huwelijk stammen drie kinderen: Lubbert, Dirk en Johanna. Lubbert dient in 1584 als overste-luitenant bij de graaf van Bronckhorst.
Dirk Mulert is kanunnik ten Dom te Utrecht. De Kranenburg is een uitzonderlijk groot huis, een gebouw van uitzonderlijke omvang. Een waar slot. In 1580 wordt het huis vernield door de troepen van graaf Van Rennenberg, na diens mislukte aanval op Zwolle, bedoeld om deze stad onder Spaans gezag te brengen.
Via Adolf Mulert komt Kranenburg in 1629 in bezit van Diederik van den Ruitenberg tot Zuthem. Hoewel dit huis inmiddels geruineerd is, bezitten de goederen toch een aanzienlijke waarde. In 1642 wordt Kranenburg verkocht aan Rutger van Haersolte, hoogschout van Hasselt. Het huis wordt gedeeltelijk herbouwd en in 1675 telt het zeven haardsteden. In 1676 is Johan van Haersolte eigenaar van de Kranenburg. Als zodanig wordt hij toegelaten tot de Ridderschap. Hij en zijn nazaten noemen zich dan Van Haersolte tot Cranenburg. Soms echter ook alleen Cranenburg. Johan is gehuwd met Mechteld Hendrika Woltera Martensen. Zij sterft
in 1670 in de kraam. In 1676 hertrouwt Johan met Anna Sickinghe uit Groningen. Hij sterft in 1717, waarna Anna en haar dochter Christina de Kranenburg verkopen aan Rutger van Patkull, landrentmeester van Twente. Via via belandt de Kranenburg bij de erfgenamen van Jan Anthony Zwier van Isselmuden tot Paaslo, die het in 1810 publiekelijk verkopen.
De havezathe Kranenburg gelegen aan de Vecht omvat dan een kapitaal huis, twee bouwhuizen, orangerie, tuinmanswoning, twee hoven met trekkasten en broeibakken, considerabele bossen met zware eiken, beuken en dennebomen, akkermanshout, groen- en bouwland, alsmede de tiende uit de Galgen- en Honden Esch. Koper is Gerardus Vos de Wael, burgemeester van Zwolle. Zijn erfgenamen laten in 1844 de havezathe afbreken, vanwege de vervallen staat waarin het dan verkeert. De twee bouwhuizen blijven gespaard. Anno 2003 resten alleen nog een bouwhuis en de poortzuilen aan de ingang van de statige
oprijlaan aan de Kranenburgweg van Zwolle naar Nieuw-Leusen. Tegenwoordig is het een prachtig aangelegde begraafplaats waar ook concerten worden gegeven.

- Geografie
Het gebied waar de havezathe Kranenburg stond, is circa 25 Ha groot en ligt circa 3 meter boven de Vecht. Het terrein is licht geaccidenteerd. De grond is er een mix van leem en zand. In strikte zin lijkt het zeker niet op een typische kranenberg (ZA). Bij een kranenberg gaat het immers om kleinere en lagere zandruggen in een moerassig gebied waar kraanvogels bivakkeren.
** Kranenberg
# FRI

- Archeologie
Sinds 2004 zijn archeologen van Zwolle bezig een compleet landhuis op te graven nabij begraafplaats Kranenburg. Er zijn fundamenten van het hoofdgebouw en omringende grachten gevonden. Op de plaats van het hoofdgebouw heeft al 1471 een stenen huis gestaan. Mogelijk is dat niet meer geweest dan een stenen toren, ook wel spijker genaamd. Voordien staat er een houten huis, waar later de toren tegenaan is gebouwd.
In 2005 zijn muren van een brug uit de 18e eeuw blootgelegd. De brug was versierd met zandstenen ornamenten. Volgens stadsarcheoloog Michael Klomp heerst er eeuwenlang een bouwwoede rond het landhuis.
In 2005 zijn ook zichtbaar geworden de contouren van de oude havezathe.
** FW Van Kranenburg Zwolle
# De Telegraaf 21.4.2005, Archeonet.nl 23.11.2005 (Ex De Stentor 20.3.2005)

- Toren
In de Collectie Scheltus van Kampferbeke de Blo komt het volgende familiewapen voor: op blauw een zilveren burcht met daarop vijf vogels in zilver. Gezien de naam Kampferbeke heeft dit wapen vrij zeker te maken met havezathe Kranenburg bij Zwolle, dat in de 15e eeuw bezit is van het geslacht Campherbeek aldaar. Deze havezathe bestaat reeds ver vóór 1471, als het door het geslacht Campherbeek wordt verkocht. De primitiveit van de tekening hiernaast geeft aan dat de tekening c.q. het wapen en de toren heel oud zijn. Kennelijk is Kranenburg nog in het stadium van een mottekasteel. Het is meer een versterkte toren. Dit bevestigt de ouderdom van de toren.
Bron Kasteleninoverijssel.nl schrijft hierover dd 4.5.2007:
Wanneer het huis de Kranenburg ouder is dan 1471 dan kan het een aantal basisvormen hebben gehad. Het kan hebben behoort tot een woontoren, zaaltoren of compact zaaltorenkasteel. Woontorens komen voor in de periode 1250-1450, zaaltorens in periode 1250-1350 en compacte zaaltorenkastelen tussen 1350-1425.
...
Op de tekeningen uit 1633 [van kasteel Kranenburg] is een L-vormig huis te zien met in de binnehoek een traptoren. Dit huis kan mogelijk ontstaan zijn uit een zaaltoren [1250-1350] en later uitgebreid zijn met een tweede vleugel en traptoren. ...

De toren is dus inderdaad zeer oud en moet zijn gebouwd in 1250-1350.

- Naam
Waarom het kasteel de naam Kranenburg heeft, is vooralsnog onbekend. Theoretisch kan de naam afkomstig zijn van de locatie of van de oorspronkelijke bouwheer. De locatie is niet te beschouwen als een typische kranenberg: een zandrug in een moerassig gebied waarop kraanvogels bivakkeren. (> - Geografie). Het lijkt derhalve plausibel dat de naam afkomstig is van de oorspronkelijke stichter van de havezathe.
** Kranenberg, LNK

- Bouwjaar
Sub Archeologie is gezegd dat kasteel Kranenburg begint met een houten huisje dat vóór 1470 is gebouwd. Hoe ver voor dat jaar is niet gezegd. Bovendien kan daarvoor ook al een woning hebben gestaan. Het oudste bouwjaar moet dus vooralsnog langs andere weg bepaald worden.

- Geslacht
Het familiewapen FW Van Kranenburg Zwolle (ZA) bestaat uit een toren in zilver op een blauw veld. (> - Toren) Op de toren zijn vijf vogels afgebeeld. Dit wapen past goed in de bouwgeschiedenis van havezathe Kranenburg te Zwolle. Bovendien is het wapen onderdeel van de Collectie Campherbeek. Dit wapen vinden we identiek terug onder de naam (Van) Cranenburg als kwartierwapen bij het geslacht De la Bassecourt: op blauw een geopende zilveren burcht. (> FW Cranenburg Bassecourt) Er bestaat dus inderdaad een geslacht Van Kranenburg~, dat vrij zeker afkomstig is van havezathe Kranenburg bij Zwolle. Gezien de primitieve uitvoering van het wapen uit de Collectie Campherbeek, moet het wapen zeer oud zijn. Naar schatting uit de 14e of 15e eeuw. Het geslacht Van Kranenburg~ Zwolle zal dan minstens ook zo oud zijn of zelfs ouder zijn.
** FW Kranenburg Zwolle, FW Cranenburg Bassecourt, Van Kranenburg Zwolle

- Bouwheer
Aangezien de locatie van havezathe Kranenburg vooralsnog weinig weg heeft van een typische kranenberg, is het aannemelijk te veronderstellen dat de havezathe en later de locatie zelf de naam Kranenburg~ ontleend aan een eigenaar/bewoner van de havezathe. Maar wie was hij? Aangezien het genoemde familiewapen FW Van Kranenburg Zwolle vrij zeker uit de 14e/15e eeuw stamt, mogen we aannemen dat hij vóór 1440 geboren is. De beste optie lijkt dan een voorvader van Jan Meusz van Cranenburg, geboren rond 1400. Bron HRAC (p 3) vraagt zich namelijk af bij Jan van Cranenburg Meusz

Is hij van dit geslacht [Van Cranenburch Bleyswyck] of van het Overijsselse?

Maw: er is volgens bron HRAC een geslacht Van Cranenburg dat begin 15e eeuw al in Overijssel woont. Het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck voert het wapen: op goud een kraanvogel in blauw etc. Dat heeft niets weg van het boven beschreven wapen van het geslacht Van Kranenburg Zwolle. Hun wapen doet meer denken aan een relatie met Hendric de Crane (1160-1213), heer van Kuinre, alias Hendrik de Craenvogel. Deze Hendric woont in een motte, een torenachtige burcht met een gracht eromheen. (> Motte, Kuinre) Mogelijk dat een nazaat (achterkleinzoon) van deze Hendric de Crane zich rond 1300 vestigt aan de Vecht bij Zwolle (Berkum) en daar een houten huis bouwt. Daarna komt er de stenen toren en is er sprake van een soort burcht met een gracht eromheen. Identiek aan de burcht te Kuinre. Deze burcht krijgt dan de naam Craneburcht. Ofwel: de burcht van de nazaen van Hendric de Crane. In de loop der tijd verandert de naam dan in Kranenburg, zoals elders ook gebeurt.

- Kranologie
1265  Xx de Crane, stamvader geslacht Van Kranenburg Zwolle.
1300  Houten huis bezit van geslacht Van Kranenburg Zwolle.
1325  Bouw stenen toren.
1350  Wapen geslacht Van Kranenburg Zwolle.
1450  Bezit van Dirk Campherbeek
1471  Stenen toren vermeld; in bezit van Dirk Campherbeek
1471  Verkoop aan Reinold van de Clooster
1542  Bezit van geslacht Mulert uit Hasselt
1580  Kasteel Kranenburg vernield
1629  Bezit van Diederik van Ruitenberg tot Zuthem
1676  Bezit van Johan van Haersolte
1717  Bezit Rutger van Patkull
18...  Bezit van Anthony Zwiers van Isselmuden tot Paslo
1810  Bezit van Gerardus Vos de Wael
1844  Afbraak
1933  Aanleg begraafplaats Kranenburg

** FW Van Kranenburg Zwolle, Van Kranenburg Zwolle, Van Cranenburch Bleyswyck, Kranenburg Girl, Johan van Haersolte tot Cranenburg, Xx de Crane, Van Cranenburch Kuinre, Motte
++ Kranenburg Zwolle
# De Havezathen in Salland en hun bewoners. (Jhr A.J. Gevers en A.J. Mensema, 3e druk, Uitgeverij Canaletto, Alphen aan de Rijn, 1997), DAB, KBG

 
Kranenburg's Metaal Bewerkingsbedrijf Nieuwkoop
** D. Kranenburg Nieuwkoop

Kranenburgh Bergen:
Kranenburgh aan de Hoflaan in Bergen (NH) is een Museum voor Moderne Kunst. Het pand wordt in 1882 gebouwd door Jacob van Reenen. De villa is genoemd naar het oude Craen Berch dat aan de overzijde stond. Craen Berch is gebouwd in 1561 door Sebastiaen Craenhals, baljuw van Brederode. Het pand wordt later Craeneberch of Cranenburg genoemd. Nog later heet het de Oude Hof.

          

In 1952 wordt Kranenburgh aangekocht door de gemeente Bergen en krijgt het een culturele bestemming. Op 29 april 1993 wordt het een museum voor moderne kunst, waar vele exposities worden georganiseerd met als hoofdthema de Bergense School.
@ foto © TiedLight ®

 

Kranenburgweg Den Haag
Bron Die Haghe 1910 (p 351) schrijft:

1893. Naar de woningen en landen genaamd Cranenburch.

M.a.w.: De Kranenburgweg is aangelegd in 1893. De weg is dus niet identiek aan de Cranenburgerwech genoemd in 1422. (> Cranenburgerwech Den Haag) Bron Straatnamen in Den Haag (2006) schrijft bij de Kranenburgweg:

Genoemd naar Willem van Cranenburg, stichter van ridderhofstad Cranenburg in Eikenduinen.

De Kranenburgweg loopt van de 2e Binnehaven te Scheveningen langs het Afvoerkanaal naar de Houtrust Brug, daar waar ooit boerderij Cranenburg stond. Ridderhofstad Cranenburg (1330-1609) stond daarentegen tussen het huidige Catshuis en de Scheveningseweg. Het gebied tussen de voormalige ridderhofstad Cranenburg en de latere boerderij Cranenurg aan de Beekstraat heet in de 14e-20e eeuw eveneens Cranenburg. (> Cranenburggoed Eikenduinen) Dat gebied hoorde historisch bij de ridderhofstad Cranenburg.
 

De huidige Kranenburgweg is aangelegd na het graven van het Afvoerkanaal en de ontsluiting van het gebied daar omheen. Dat past in de uitbreidingsplannen van Den Haag in de 19e en 20e eeuw.

In bron OVG 1985 (p 2) wordt wel gesproken over 'de vogelarij tussen Hutgenshoek en de Kranenburgerweg' maar alleen als titel van de desbetreffende paragraaf (3). Niet als citaat, zoals in andere teksten gebruikelijk is. De bijhorende tekst heeft betrekking op een donatie in 1422 wegens achterstal aan Floris Hendriksz. Over de Kranenburgerweg wordt niet gerept, noch over Hutgenshoek. De titel lijkt dus meer op een actuele aanduiding afkomstig van de auteur zelf. Bovendien heet de bedoelde weg niet Kranenburgerweg maar gewoon Kranenburgweg, hetgeen ook al kan duiden op een creatie van de auteur.
@ foto © TiedLight ®
** Cranenburgerwech Den Haag
# Straatnamen in Den Haag, OVG 1985 (p 2)

Kranenburgweg Zwolle
Genoemd naar kasteel Kranenburg in Zwolle. De weg loopt langs het landgoed c.q. de huidige begraafplaats richting Nieuwleusen.
** Kranenburg Zwolle

Kranendonk
Betekenis: heuvel (donk) waar kraanvogels vertoeven.
Op het wapen van Soerendonk (gem Cranendonck in NB) is deze betekenis duidelijk weergegeven: Van lazuur een kraanvogel van natuurlijke kleur op een terras. Dit terras stelt de donk (heuvel) voor waarop de kraanvogel staat.
In Zuid-Nederland en Vlaanderen komt deze familienaam veel voor. In feite is ze identiek aan de naam Kranenberg.
** Kranenberg, Cranendonck

Kranenkamp Diepenveen:
Oude boerderij met landgoed aan de Raalterweg 39 in Diepenveen, tegenover Restaurant De Kranenkamp. Oorspronkelijk een moerassig gebied met uitgestrekte heidevelden. Sinds circa 1401 in cultuur gebracht door nonnen van een vrouwenklooster dat daar toen is gesticht. In 1604 wordt melding gemaakt van een boerderij/havezathe op de Kranenkamp. Mogelijk een voorganger van de huidige boerderij. In 1824 wordt tussen de boerderij en de Raalterweg een Engels landschappark aangelegd, met waterpartijen en slingerpaden. Ontwerp van A. van Leusen. Sinds 1950 eigendom van Stichting IJssellandschap. Anno 2005 is het landgoed een mooi wandelgebied met veel bos. In de nabijheid staat het klooster Sion van de Benedictijnen.
 
De locatie heeft duidelijke kenmerken van een kranenberg. Het ligt wat hoger dan het omliggende gebied, oorspronkelijk moerassige veengrond. Hier en daar zijn nog overblijfselen zichtbaar in de vorm van grote kikkerpoelen en een brede sloot voor de afwatering.
** Kranenberg
@ foto © TiedLight ®
# AWA, DAB, FRI

Kranesites:
Engeland
Bournmouth/Dorset: Cranborough Road
Buckinghamshire: Cranborough - landgoed
Dorset: Cranborough - woonplaats Sir Edward Ernle of New Sarum, Bart. (17e eeuw)
East Sussex: Cranborough - stad
East Sussex: Cranborough Arms - vml pub aan de Cranbourne Street
Engelfield/Berkshire : Cranesbury Manor (ZA) 1070-xxxx
Hampshire: Cranborough - stad
Kent: Cranborough - stad
Londen: Cranborough - gehucht NW
Longborough/Gloucestershire: Cranborough - district
Otterbourne/Hampshire: Cranbury House 1380-heden > Cranbury House Otterbourne
Wiltshire: Cranborough - stad
Winchester: Cranborough House > Cranborough House Winchester
Windsor/Berkshire: Cranbourne Tower (ZA) 1067-heden
Windsor/Berkshire: Cranborough Mews (ZA) - pleisterplaats voor paarden
Friesland
Wynaldum: havezate Cranenburgh 1550*-1640"-1990 > Cranenburgh Wynaldum
Gelderland
Aalten: hoeve 't Kranenburg 1850* > Kranenburg Aalten
Beltrum: hoeve Cranenborg 1470*-1646"-heden > Beltrum
Harderwijk: hoeve Cranenburg 1615-1957 (> Kranenburg Harderwijk)
Harderwijk: buurt Kranenburg 1700-heden (> Kranenburg Harderwijk)
Heusden: kasteel Cranenburg 1390-xxxx (> Heusden)
Hierden: Cranenburchgoed 1550-2005 (> Cranenburchgoed Hierden)
Kranenburg/Vorden: dorp 1850* > Kranenburg Vorden
-dorp: hoeve Groot Cranenbarg 1635*-1730" > Kranenburg Vorden
-Linde: hoeve Kranenborch 1630*-1666" > Kranenborch Linde
-Mossel: hoeve Woellen Cranenborch 1630*-1666" > Woellen Cranenborch
Lochem: hoeve Cranenborgh 1590*-1685"-xxxx > Cranenborgh Lochem
Maasbommel: huys Kraenenburg 1300* > Kraenenburg Maasbommel
Ruurlo: hoeve Gulen Kranenborch 1500*-1650" > Kranenbarg Ruurlo
Zelhem: hoeve Kranenbarg 1850* > Kranenbarg Zelhem
Groningen
Glimmen: huis Kranenburg 1872 > Roelof Kranenburg (gb 1834)
Groningen: hoeve/herberg Kranenburg 1750*-1805"-heden > Kranenburg Groningen
Groningen: industriegebied 1990*-heden > Kranenburg & Rozenburg
Scharmer: borg Kranenburg 1737-1830 > Borg Kranenburg Scharmer
Limburg
Borgharen/Maastricht: hoeve Cranenborch 1480*-1554"-xxxx > Cranenborch Maastricht
Neder-Saxen
Kranenburg: dorp bij Stade 1300*-heden > Kranenburg Neder-Saxen
Kranenburg: veenborg Cranenburg 1375-1435"-1934 > Kranenburg Neder-Saxen
Noord-Brabant
Bergen op Zoom: huis Cranenborch 1350*-1397" > Cranenborch Bergen op Zoom
Casteren/Bladel: regio Cranenberch 1678" > Cranenberch Casteren/NB
Deurne: regio Cranenberch 1539" > Cranenberch Deurne/NB
Land van Heusden: Huys Cranenburg 1440*-xxxx (H) > Heusden
Middelbeers: akkerland Cranenborch 1542" > Cranenborch Middelbeers
Oisterwijk: land Den Cranenberch in die Hasselt 1531"+ > Oisterwijk
Tilburg: hoeve Cranenborch met land aen die Hasselt 1517"+ > Tilburg, Cranenborch Tilburg
Noord-Holland
Bergen: locatie Craen Bergh 1581" > Kranenburgh Bergen
Bergen: museum Kranenburgh 1900-heden > Kranenburgh Bergen
Castricum: huys Cranenburch 1360*-1529"-xxxx > Cranenburch Castricum
Haarlem: villa De Cranenburgh 1928-heden > Cranenburgh Haarlem
Overijssel
Haaksbergen: boerderij De Kraane 1730*-1945 > Kranenburg Haaksbergen
Zwolle: kasteel Cranenburg 1300*-1461"-1844! > Kranenburg Zwolle
Zwolle: begraafplaats 1900*-heden > Kranenburg Zwolle
USA
New Jersey: stad Cranbury 1750*-heden > Cranbury New Jersey
Utrecht
Utrecht: huis Cranenborch 1280-xxxx > Kranenburg Utrecht
Utrecht: borg Kranenburg 1350-1954! > Kranenburg Utrecht
Utrecht: buurt Kranenburg 1350-heden > Kranenburg Utrecht
Utrecht: kantorencentrum Cranenborch 1980* > Cranenborch Utrecht
Vlaanderen
Antwerpen: huis Cleyn Cranenborch 1400*-1482"-xxxx > Groot Cranenborch
Antwerpen: huis Groot Cranenborch 1400*-1482"-xxxx > Groot Cranenborch
Brugge: huis Cranenburg 1280*-1300"-heden > Cranenburg Brugge
Damme/Brugge: huis Cranenburg 1280*-xxxx > Cranenburg Damme
Gent: huis Cranenburch 1450*-xxxx > Cranenburch Gent
Poppel: regio/hoeve* Kraenenberg 1649" > Poppel
Rosbeke/Geel: leenhof Cranenborch 1550*-1636" > Leenhof Cranenborch Antwerpen
Zichem: havezate Craenenburgh 1550*-heden > Zichem
Westfalen
Herne Sodingen: haus Kranenberg 1450*-1542"-heden > Kranenberg Herne Sodingen
Kranenburg: kasteel Cranenburch 1227-1850 > Kranenburg Kleef
Kranenburg: stad 1276-heden > Kranenburg Kleef
Zuid-Holland
Bleiswijk: kasteel Cranenburch 1106-1573! > Cranenburg Bleiswijk
Bleiswijk: polder Cranenburch 1480*-1582! > Cranenburg Bleiswijk
DenHaag-Eikenduinen: ridderhofstad Cranenburg 1330-1603! > Canenburg Eikenduinen
DenHaag-Eikenduinen: hoeve Cranenburg 1450-1909! > Cranenburg Eikenduinen
DenHaag-Hofkwartier: huis Craenenburch 1330*-1466"-xxxx > Cranenburch Den Haag
Dordrecht: huis Cranenburch 1385*-1419"-heden > Cranenburch Dordrecht
Gouda/Waddinxveen: huis Cranenburch 1500*-xxxx > Cranenburch Gouda/Waddinxveen
Leiden: huys Cranenburch 1080-1800 > Cranenburch Leiden
Leiden: buurt Cranenburch 1500-1542"-1796! > Cranenburch Leiden
Oostvoorne: hofstede Kranenburg 1600-1821"-xxxx > Kranenburg Oostvoorne
Pijnacker: huys Cranenburch 1294-1594 > Cranenburch Pijnacker
Strijen: hoeve Cranenburgh 1550-xxxx (> Cranenburgh Strijen)
** LNK

Kraneveld:
Craneveld, Cranevelt, Kranenveld, etc. Stuk grond (veld) waar kraanvogels plegen te fourageren en bivakkeren. Vooral in NO Nederland liggen vele velden met die naam. Ook: kranekamp, kranemaat, kranemaot.
Soms: veld waar een hijskraan staat.
** Kraanvogels

 

Kranewacht:
De kraanvogel wordt in de heraldiek vaak voorgesteld met een steen in een opgetrokken poot. Dit symboliseert de waakzaamheid. Laat de kraanvogel de steen immers los, dan valt de steen op de andere poot en wordt dan vanzelf weer wakker. Volgens bron DUT was er vóór 1868 een gevelsteen in de Breedstraat te Leeuwarden met een kraanvogel afgebeeld en het onderschrift: 'Aldus moet men waken, In de Kranewacht'. Bij inspectie anno 2006 is deze steen inderdaad niet meer te vinden.
De kraanvogel met een steen in de poot geldt ook als symbool van oprechtheid en voorzichtigheid. Jacob van Maerlant verhaalt dat kraanvogels bij de start van hun reis een steen in de poot nemen om niet te hard van stapel te lopen. De kraanvogel is dus in de heraldiek een symbool voor waakzaamheid, oprechtheid en voorzichtigheid.
** Kraanvogels (heraldiek), FW Van Cranenburch Bleiswijk, FW Kranenburg Londen, Cranenburg Egmond, De Kraane~, DUT
$ kranenwacht
# VC300, DUT, FRI

 

Kranologie:
Chronologisch overzicht van items met de naam Kranenburg~. Eventueel aangevuld met andere items als achtergrondinfo. Onder items worden verstaan personen, kastelen, havezates, borgen, boerderijen, gebeurtenissen, etc.
** Kranenburg Groningen, Achterhoek

Krenenburg~
De naam Kranenburg~ wordt in de loop der tijd diverse malen geschreven als Krenenburg~. Hieronder een listing:
¶ Bron randstadcourant.nl 9.12.09 noemt noemt de burggraven Halewijn I en II van Leiden en hun kinderen Alveradis, Arnold, Christiaan en Jacob Kranenburg, Kreenenburg.
¶ De Kranenhoeve in Wilp/Voorst/Gld wordt in 1448 vermeld als Cranenhoeve. In de 17e en 18e eeuw als Kreen- en Krenenhoeve. In 1874 wordt het weiland de Kranenhoeve onder Wilp genoemd.
¶ Het Vaderlandsch Woordenboek (google 21.9.08) noemt ene Anna van Crenenburg, 1521 ghm Jan van Betchhuizen.
¶ Enkele bronnen noemen Mathijs Harmansz van Crenenburch (gb 1543), Rederijker te Leiden. Ook op zijn grafsteen in de Pieters Kerk te Leiden staat Crenenburch:

HIER LEYT BEGRAVE
MATHYS HARMENSZ VAN CRENENBURCH
MET ZYN KINDEREN.
STARF DEN 23EN SEPTEMBER ANNO 1603.

Andere bronnen noemen hem Mathijs Harmens van Cranenburch (Cranenburgh). Het is echter vrijwel zeker dat hij Van Cranenburch heet en een zoon is van Harman Engebrechtsz van Cranenburch te Katwijk. (> Mathijs Harmansz van Cranenburch)
¶ Peter of Hanover schrijft 1719 het boek "The Wild Girl of Crenenburg". (google 21.9.08) Dit moet zijn de Kranenburg Girl bij Zwolle (ZA).
¶ In de Genealogie Lucas Haselhof (wanandoo.nl 21.9.08) wordt genoemd Magdalene Krenenburg circa 1823 te Blijham in Groningen. Moet zijn Magdalena Kranenborg.
¶ Roelof Kranenburg (gb 1880; Groningen) wordt R. Krenenburg genoemd op de site Asian Law Student Association. (google 21.9.08)
¶ Bron FPN 21.9.08 noemt de naam Krenenburg op de Passenger Record Search. (> FPN)
¶ Roger Krenenburg wordt genoemd als auteur van "One degree of improvement in temperature is worth one billion dollars". (Dividens From the COOP Modernization; Utility Industry; Google 21.9.08) Dit moet zijn Roger Kranenburg.
¶ Massachusetts Daily Obituaries 08/29/08 meldt het overlijden van Maude (Crenenburgh) Olmedo op 27.8.08, dochter van Arthur Crenenburgh en Constance Wilson. (Google 21.9.08) De bron schrijft dat ze is geboren in Calcutta (Bengal, India). Sinds de 18e eeuw wonen in Bengal (India) diverse Cranenburghs. Een aantal van hen is in de 20ste eeuw gemigreerd naar Australia. (> Cranenburgh India) Maude Olmedo heet dus vrijwel zeker oorspronkelijk Maude Cranenburgh.
¶ Eigen ervaring leert dat sommige mensen de naam Kranenburg soms voor de gein uitspreken als Krenenburg. Kennelijk nogal Engels-achtig bedoeld, maar dan wel verkeerd. De gangbare Engelse uitspraak is namelijk Krânenburg. Dus met een licht nasale korte â-klank! Mogelijk ligt de diepste wortel van de foute schrijfwijze dus in de geinig bedoelde maar foute imitatie-Engelse uitspraak. Hoewel, voor een Engelstalige die niets weet van het Nederlands, is de uitspraak Krenenburg wel logisch. Immers, het Engelse Crane wordt wereldwijd ook uitgesproken als Kreen. Aangezien in Haagse kringen de a normaliter wordt uitgesproken als è is het voor Nederland ook mogelijk dat de naam Krenenburg~ de schrijfwijze is voor het in Haagse kringen uitgesproken Krènenburg. Dat betekent dat we de roots van de Krenenburgs~ in Nederland moeten zoeken in Den Haag en omstreken. Aangezien genoemde Mathijs Harmansz van Cranenburch in Leiden woont, lijkt deze mogelijkheid aardig reëel. Ook genoemde Anna van Cranenburch kan haar roots dus hebben in de Haagse regio.
¶ Google 21.12.09 toont Crenenburgs in België (19e eeuw) en Kreenenburgs in Canada (2003).
¶ Op grond van al deze voorbeelden en argumenten mogen we aannemen dat de naam Krenenburg~ een foute schrijfwijze is van de naam Kranenburg~, en/of een schrijfwijze is voor Kranenburgs~ afkomstig uit de Haagse regio, en/of een schrijfwijze voor Kranenburgs~ in Engelstalige landen. Toch lijkt dit niet altijd correct. Het woord kreen blijkt namelijk niet te bestaan, althans nergens te vinden te zijn. Veeleer lijkt de naam Krenenburg~ te maken hebben met de Engelse uitspraak van crane [kreen] = kraanvogel. Immers:

De naam Kranenburg is vrijwel zeker afkomstig van Cranesbury Manor in Englefield bij Windsor, Berkshire in Engeland, en is rond 1080 meegenomen door Halewijn I (gb 1050) burggraaf van Leiden. Halewijn I en zijn nazaten worden namelijk door enkele bronnen Kranenburg~ of Kreenenburg~ genoemd. Krenenburg~ is dan de vernederlandsde vorm van Cranesbury. (> Van Cranenburch Leiden)
 

Kronenburg~:
De naam Kranenburg~ wordt wel eens abusievelijk geschreven als Kronenburg~. Dat vinden we o.a. bij Dieric van Cranenburch (gb 1327; Delfland) en Cranenburgh Wynaldum (havezathe). Omgekeerd komt ook voor. De kastelen Kronenburg in Heusden en Loenersloot (Utrecht) worden soms ook Kranenburg genoemd. Soms is de naam Kronenburg echter een legitieme variant van Kranenburg. Zo verschijnt in 1980 het boekje 'Kronenbörgs Platt' van de Flierefluiters in Kranenburg bij Kleef, een dialectbundel van 60 pagina's. In het Neder-Saxisch wordt de a-klank ook vaak uitgesproken als oâ-klank. In Scharmer bijvoorbeeld wordt Kranenburg vaak uitgesproken als Kroânenburg of -borg. Mogelijk dat dergelijks ook in andere regiotalen gebeurd.
Een mooi voorbeeld anno 2008 is Dane Cranenberg (zanger) die ook wordt genoemd Dane Kronenberg. (discogs.com/artist 28.8.08).
** Heusden, Cranenburgh Wynaldum, Kraenenburg Maasbommel, Cranenburch Dordrecht, Harrint de Craneborch (gb 1400), Heusden, Jan van Kranenburg (gb 1385; Heusden)
# Dagblad De Gelderlander 16.12.1980, DAB, KBG

Kronenburg Castricum
** Cranenburch Castricum

Kronenburg Loenersloot:
Kasteel in Loenersloot. Oorsponkelijk een Hollandse enclave in Utrecht.
1296 Kronenburg genoemd in de Rijmkroniek van Melis Stoke (gb circa 1260) ivm de moord op Floris V in 1296.
1308 Xx Splinter te Loenersloot huurt 10 morgen land 'te Cronenborch' en nog eens 20 morgen 'bi Cronenborch'.
1342-1343 Melding van 'den hoflande tot Cronenborch' ivm huur van land. (Grafelijke Rekeningen).
1345 De graaf (van Holland) geeft opdracht het puin te halen uit de grachten van het kasteel en de stenen af te bikken ter versterking van kasteel Vreeland.
1350 Het kasteel wordt herbouwd.
1354 Graaf Willem V van Holland beleend zijn neef Drick Claesz van den Gheyne met 373 morgen land tussen kasteel Kronenburg en kasteel Vreeland. Verder benoemt Willem V zijn neef Dirck Claesz tot burgzaat (= kastelein) van kasteel Kronenburg. Sinds dat jaar noemt Dirck Claesz zich Dirk van Kronenburg.
1362 Dirk van Kronenburg overlijdt kinderloos. Het kasteel vererft op Willem, een jongere broer van Dirk. In hetzelfde jaar hertrouwd Willem met Lijsbeth van Heemskerk, die een huis bezit in Castricum. (> Cranenburch Castricum)
1374 Utrechters veroveren kasteel Kronenburg 'ende worpen het neder in de graft'. Het kasteel wordt afgebroken.
1386 Willem van Kronenburg krijgt schadevergoeding wegens verlies van het kasteel.
1396 Willem strijdt met twee zoons tegen de Friezen en wordt tot ridder geslagen.
1397 Jan van Kronenburg (zv Willem en Lijsbeth) beleend met huis en 60 morgen land in Oudekerk/Amstel. Erft zowel Kronenburg met hoge rechtspraak als Huys te Castricum (later Cronenburg).
1404 Jan van Kronenburg lid Grafelijke Raad.
1414 Jan van Kronenburg benoemd tot tresorier.
1453 Hendrik van Kronenburg de jonge verkoopt kasteel Kronenburg aan zijn neef Amelis van Mijnden wegens een schuld van 8500 Rijnse guldens.

- Personen
Bron KRU noemt de volgende personen met de familienaam Van Kronenburg:
Dirk van Kronenburg (1302*-1362)
Willem van Kronenburg (1337*-1397) > Heusden
Jan van Kronenburg (1379-1423; zv Willem) > Heusden, Cranenburch Castricum
Hendrik van Kronenburg de oude (1375*-1435*; *zv Willem)
Hendrik van Kronenburg de jonge (1410*-1470*; *zv Hendrik/gb1375)
Jan van Kronenburg (1434*-1494*; *zv Hendrik/gb1410) > Heusden

Bron RIH schrijft op p 445:
KRONENBURG, JAN VAN (1379-1423), ridder (1398). Oudste zn. Willem van Kronenburg (1362-1397) en Liesbeth van Heemskerk; geh. Catharina van Drongelen, dr. Jan van D., heer van Eethen, Meeuwen en Drongelen; zoon: Hendrik. Bewoonde het huis Kronenburg te Castricum (1379). Heer van Loenen, Houtvester van de Haarlemmerhout (1392-1393), schout Grotebroek en Bovenkarspel (1395), rentmeester, drost en kasteelvoogd Heusden (1398-1410), raad van Albrecht van Beieren (1397-1404), Willem VI (1405-1417), tresorier (1411).

Het boek "Over macht en overwicht, Stedelijke elites in Leiden (1420-1510)" (Hanno Brand, Uitg. Garant 1996; p 228) schrijft

Op 12 januari 1419 had Jan van Brabant de heerlijkheid [Engelen en Vlijmen bij Den Bosch] in pand gegeven aan heer Jan van Kronenburg op voorwaarde dat het gekocht kon worden voor de som van 8.000 kronen. Ofschoon Philips van Bourgondië het leen opdroeg aan heer Otto van der Lek, kon de landsheer de rechten van Van Kronenburg niet blijvend bruuskeren. Nadat in 1431 diens erfgenamen weer als pandheren werden erkend, te weten zijn weduwe Catharina, zijn neven Hendrik en Willem van Kronenburg en Godschalk Oom en Willem van Alkemade, bleek een tiental jaren later de laatste als enige aansprak op de rechten te maken.

** Cranenburch Castricum, Heusden
# KRU, RIH

KRU
Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht
Stg Utrechtse Kastelen, 1995

Krijn~
** Crijn~

Krijna~
** Crijna~

KTE:
Kerntaal Engels
** Pg Anglicana

Kuinre:
Stadje in NW Overijssel dat reeds in 800 wordt vermeld. Vanaf 1100 worden er de grote veengebieden ontgonnen. Omstreeks 1165 wordt er een burcht gebouwd in opdracht van de bisschop van Utrecht, die daarmee zijn wereldlijke macht in Friesland wil uitoefenen. In 1196 wordt de burcht door de Friezen verwoest. Hendric de Craenvogel ofwel Hendric de Crane (1160-1213) is in die tijd de burchtheer. Hij is graaf van Kuinre. In 1204 wordt de burcht herbouwd.

Na een bloedige strijd met Hendric wordt jonker Willem, broer van Diederik graaf van Holland, de nieuwe burchtheer. In 1331 wordt Jan van Kuinre beleend met de 'alde bergh' door graaf Willem III van Holland. Kuinre en de burcht liggen direct aan de Zuiderzee, die een steeds grotere bedreiging wordt. In het begin van de 15e eeuw wordt de burcht daarom verlaten en wordt verder landwaarts een nieuwe burcht gebouwd.
Rechts: De resten van de burcht anno 2003.
 
In 1420 verkeert de burcht in een slechte staat en wordt dan geheel hersteld. In 1508 verovert hertog Karel van Gelre zowel de burcht als het stadje. Kastelein Seyno Mullert en het garnizoen worden gevangen gezet. Zeer tot ongenoegen van Zwolle, Deventer en Kampen. Deze steden hebben immers inspraak bij de benoeming van de kastelein en betalen soms mee aan het onderhoud van de vesting. Voor hen is Kuinre immers een militaire voorpost ter bescherming van hun handelsvaart.
 
Kuinre verliest echter zijn strategische betekenis en raakt in verval. Tussen 1531 en 1536 wordt de burcht daarom ontmanteld en afgebroken. In 1538 is de oude burcht van de heren van Kuinre nagenoeg verdwenen. In 1943 worden de resten ervan gevonden: 15 paalfunderingen. In latere jaren wordt op een lemen terp de burcht deels gerestaureerd. Anno 2003 staat er een ringmuur met slotgracht, deels opgebouwd uit materiaal van de oude burcht.
Rechts: De poort van de burcht.
 
** Motte, Kranenburg Zwolle (ib bouwheer), Van Kranenburg Zwolle, Van Cranenburch Kuinre
@ foto's © Tiedlight ®
# GBK, KVN (p 217), FRI, DAB

Kunst & Cultuur
Onder de Kranenburgs~ bevinden zich in de loop der eeuwen diverse kunstenaars en acteurs van naam. O.a.:
Jan Kranenburgh (1644-1704) - schilder - Delft
Corstiaan Pietersz van Cranenburch (1650-1725) - plateelschilder - Delft
Hendrik van Cranenburgh (1754-1832) - schilder/tekenaar - Amsterdam
Pieter van Cranenburgh (1792-1858) - tekenaar - Amsterdam-Amersfoort-Maarsseveen
Teunsijna Johanna Albertina Kranenburg (1827-1878) - schilderes - Amsterdam-Utrecht
Hendrik Kranenburg (1871-1948) - beeldhouwer/houtsnijder - Gouda-DenHaag
Anna Clara Kranenburg (1876-1950) - schilderes - Groningen-DenHaag-Tilburg
Pieter Gerard van Cranenburgh (1893-1971) - tekenaar - Honselersdijk-Palembang-Hillegom
Jan van Kranenburg (1896-1920) - schilder/tekenaar - Moordrecht
Hendrik Cornelis Kranenburg (1917-1997) - schilder - Amsterdam-Parijs-LarenNH
Jeroen Kranenburg (gb 1957) - acteur - ZuidAfrika-Alkmaar-Europa
** Schrijvers, Muziek & Zang

Kunstenaars
** Kunst & Cultuur

Kunstschilders
** Kunst & Cultuur

Kijfhoek
Locatie in Zuid-Holland waar sinds circa 1585 vele Kranenburgs~ wonen.
Genalogie > GKK > Pg Documenten

 

===