Kranenburgia

English

home - lexicon - links - forum - anglahall - contact

D - F pagina, Kranenburgia, Kranenburg, Cranenburgh, Kranenborg, Kranenberg  
 

Kranenburga D-F

D::

DAB:
= diverse andere bronnen

Daglonen:
Gemiddelden:
Begin 16e eeuw ...  4 stuiver
Eind 16e eeuw .... 16 stuiver
17-18e eeuw ...... 20 stuiver
** Valuta

Daimt:
Deimt = een stuk land dat in één dag kan worden gemaaid.
Groningse landmaat. Ook wel deimt.
1 daimt = 0.5 ha

DAK:
Dick A. Kranenburg te Amsterdam

Dalmerick E. Cranenburgh
** Delmerick Edwin Cranenburgh

Dammis~

Dammis Jacobs Craanenburg (1590*-1650*)
Mogelijk een zoon van Jacob Adriaensz van Cranenburch uit Vlaardingen.
Dammis woont in Geertruidenberg en is herbergier. Hij huwt Cathelyne Gerritse. Catheleyne koopt in 1624 een werf van Joost Aerte Buijs, oudschepen van Geertruidenberg. De werf staat aan de noordzijde van de Westvaart te Drimmelen. Op die werf is een huis en een schuur gebouwd. Cathelyne sterft in 1656*. Uit dit huwelijk geen kinderen.
In 1646 wordt in een verklaring vermeld dat in Rhoon de landen (polders) van Kijfhoek en de Grafelijkheidslanden tijdens de Reformatie in 4 of 5 dagen tijd geheel kaal zijn gegeten door de paarden van een leger. De pachters van deze landen: herbergier Damis Jacobs van Cranenborg en Jacob Bastiaansen, beiden inwoners van het huidige Oud Drimmelen (bij Geertruidenberg), voelen zich hierdoor zeer benadeeld.
Alias: Van Craenenburgh, Craenenborg

Dammus Cornelisz van Kranenburg (1600*-1662*):
Zoon van Cornelis Dircksz Cranenburgh en Geertje Willemsdr.
Geboren en wonend in Warmond. Is timmerman te Warmond.
Huwt 13.8.1628 (otr 30.7.1628) voor de kerk te Warmond met Annetgen wouters, beiden wonend op 30.7.1628 te Warmond.
Op 8.6.1643 verkoopt Dammus hooiland tussen de Grote Sloot en de Zijl aan Jan Pellen van Heemskerck (RA Warmond 8).
Genoemd in 1653 in acte van alimentatie als voogd over Pieter Bartholomeusz van Roosenburgh (19 jr) samen met schout Cornelis van Roosenburgh (RA Warmond 8).
Alias: Dammas Cornelisz van Cranenburgh
Udh: Gerrit (gb 1629), Jannitje Dammus van Kranenburg, Willem Dammas Cranenburgh (gb 1632), Neeltje Dammas Cranenburgh (gb 1637), Geertie Dammas Cranenburgh en Xx Dammus van Kranenburg (gb 1640).
MO: Nicolaas van Cranenburg (gb 1643*; Rotterdam) =* Xx Dammus van Kranenburg (gb 1640).
# TVP, KWS Maria Elisabeth van der Werff (xs4all.nl 21.4.09), DAB

Dammis Teunisz Cranenburg (1630*-1665*)
Zoon van Teunis Symonsz Craenenburgh en Leentje Jacobsdr te Kijfhoek (ZH.).
Woont in Cromstrijen (1652), later in Heerjansdam en Oost-Berendrecht.
Ghm Pleuntje Cornelisse.
Dammis overlijdt in 1665* te Oost-Barendrecht. Pleuntje overlijdt aldaar rond 1681.
Alias: Dammis Thonis Kranenburgh
Udh: Pieter Dammisz Kranenburg (gb 1654), Cornelis Dammisz (1655-56 Heerjansdam), Geertje Dammis Kranenburg (gb 1656* Oost-Barendrecht), Arien Dammisz (gb 1658 Oost-Barendrecht), Leentje Dammisdr Kranenburg (gb 1660 Rijsoord), Maria Dammis Cranenburg (gb 1662 Heerjansdam) en Cornelis Dammisz (gb 1664 Heerjansdam).
++ Kranenburg IJsselmonde
# KWS Geertrui Maria Bouwer, DAB

Dammis Teunisz Craenenburgh (1645*-1705*)
Zoon van Teunis Teunisz Craenenburgh (gb 1615) te Kijfhoek.
Woont in Kijfhoek. Ghm NN.
Dd 1.6.1680: Dammis en sijn huijsvrouw hebben 3 kinderen boven en 1 beneden 8 jaeren, behelpen haer met vlassen en biertappen.
Udh*: Dammis Dammisz (gb 1668), Ary Dammisz (gb 1670) en Pleuntie Dammisdr (gb 1671) Kranenburg.
++ Kranenburg IJsselmonde
# KWS Geertrui Maria Bouwer, DAB

Dammis Dammisz Kranenburg (1668*-1728*)
Mogelijk een zoon van Dammis Teunisz Craenenburgh te Kijfhoek.
Woont in Rijsoord.
++ Kranenburg IJsselmonde

Daniël~

Daniël Meeus van Cranenburgh* (1580*-1640*)
Mogelijk een zoon van Mees Claesz van Cranenburg te Warmond.
Woont 4.2.1605 aan de Swanestrate te Groningen en is eigenaar van een graf in de Broerkerk.
Huismerk 695 GBG.
** Broerkerk Groningen
# GBG (4853)

Daniël Cranenborg (1675*-1735*):
Mogelijk een zoon van Hiskias Kranenburg en NN in Wymeer (Dtl), net over de grens bij Bellingwolde in Groningen.
Wordt 2 maart 1710 aangenomen als lidmaat van de Hervormde Kerk in Oudeschans (= Bellingwolder Schans). Aldaar is een groot vestingwerk. Mogelijk is Daniël daarom militair.
** Wymeer, Kranenborg Bellingwolde, Hiskias Jans Kranenburg (gb 1745)
# DTB Oudeschans

Daphne Monique van Cranenburgh (gb 1968):
Dochter van Johan Hendrik van Cranenburgh en NN.
Geboren 20.8.1968 in Vlaardingen.
# VC300

David~

David Pietersz Cranenburg (1593*-1653*)
Mogelijk een zoon van Pieter Jacobsz van Cranenburch te Warmond.
Woont in Zevenhuizen (ZH). Ghm Annitgen Dircksdr.
Zoon: Pieter Davidsz Cranenburg (gb 1628*)
# WKR

David Hinderiks Kranenburg (1768-1845)
Gedoopt NH 12.5.1768 te Scharmer. Zoon van Hindrik Harkes Kranenburg en Engel Ypes Stedema. David is arbeider.
Huwt 24.8.1806 te Scharmer met Grietje Willems Wessels, geboren in 1779* te Kijl bij Hoogezand, dochter van Willem Harms Wessels en Jantje Berendse.
Grietje overlijdt 24.3.1837 te Scharmer.
Udh: Jantje (1807), Engeltje (1811), Annegien (1815-17) en Hindrik (1821). Alle kinderen geboren in Scharmer.
# GKH, DAB

David Hindriks Kranenburg (1855-1940):
Geboren 9.6.1855 te Scharmer. Zoon van Hindrik Davids Kranenburg en Geertje Streurman. David is dienstknecht en dagloner.
Huwt 5.6.1886 te Noorddijk met Geesje Blaauw, geboren in 1862* te Westbroek, dochter van Jan Stoffers Blaauw en Geertje de Groot. Geesje is dienstmeid.
David overlijdt 6.9.1940 in Scharmer en is aldaar begraven.
Udh: Hendrik (1887), Jantina (1889), Geertje (1891-91), Luitje (1892) en Geertje (1895). Alle kinderen geboren in Scharmer.
DVB, graftombe.nl

David Kranenburg (1892-1952*)
Zoon van Hendrik Kranenburg en Trientje van Kalsbeek uit Slochteren.
Geboren 7.9.1892 in Groningen.
# GKH

David Kranenburg (1900*-1960*)
Woont in Harkstede. Ghm NN.
Mogelijk is hij landbouwer en woont hij op boerderij De Vossenburg aan het Slochterdiep.
David is betrokken bij de bouw van het gemaal aan de Borgsloot te Harkstede. Hij is vice-voorzitter van de bouwcommissie. Het gemaal moet de Groote Harkstederpolder bemalen en het waterpeil omlaag brengen. In 1952 is de klus gereed. Het waterpeil in de polder daalt met 32 cm. Ter herinnering aan de bouw is een muursteen aangebracht in het gemaal.
# Vrouger november 2002, Henk Nieborg te Scharmer, FRI
 

DBA
De 16e eeuwse dijkboeken van het land van Altena.
Dr J. de Kloe, Zaltbommel 2004, -05, 06.
Lijsten van belastingplichtigen in het Oude Land van Altena. De genoemde personen moete meebetalen aan het onderhoud van de ringdijken rond het Land van Altena. De dijkboeken hebben betrekking op de periode 1510-1550. In deze boeken worden o.a. genoemd:

De slag van Uitwijk (Woudrichem, 1540-42):
Hanrick van Cranenborch: Zandwijk (bij Almkerk) 3 morgen land. (p 25; 1540-)
Cronenborch 2 morgen, nuck dat weeskint van H[en]rick van Cronenborch. (p 26; 1540+)
Cronenborch 12 morgen 3 hont, nuck Aryaen Anthonissen wed. ... Matijs van Croenborch erfg. 2.5 morgen. (p 26; 1542-)
De ban van Woudrichem (1540-42):
Cronenborch metter Almen 22.5 morgen, daer van 7 morgen out lant, nuck die erfg. van Jan van Bochshuyssen 5 morgen oud lant, ende dat weeskkynt van H[en]rick van Croenborch, ..., dat voorn. weeskynt [van Henrick van Croenborch] 4 morgen 2 hont, etc. (p 27; 1540+)
Matijs van Cronenborch erfg. 2 morgen N[ieuw] lant. (p 27; 1542-)
Cronenborch 2.5 morgen, nuck dat weeskynt van H[en]rick van Cronenborch. (p 27)
De ban van Uitwijk (1540-42):
Cronenborch erven 2 morgen, nuck dat weeskynt van Hanrick van Croneborch. (p 40; 1540+)
Corneborch erven 13 morgen 2 hont, nuck Hanrick van Cronenbroch [-wy-] weeskynt 6 morgen 5 hont, Matijs van Croneborch 2.5 morgen, etc. (p 40; 1540+)

De genoemde Cronenborchs~ heten nagenoeg zeker Cranenborch~. De oudste vermelding (p 25) is Henrick (Hanrick) van Cranenborch (gb 1485). Hij heeft kennelijk een kind dat circa 1520 zal zijn geboren. Henrick sterft circa 1540. Matijs van Cronenborch is vrijwel zeker Mathijs van Cranenburg uit Rosmalen, die inderdaad rond 1542 is gestorven. De verwarring van Cranenborch~ met Cronenborch~ komt meer voor. (> Kranenborg~) Mathijs en Henrick zijn vrijwel zeker broers.

Gezien de geciteerde teksten lijkt er te bestaan een hoeve annex een stuk grond van 22.5 morgen met de naam Cranenborch en gelegen in Almen (= Almkerk/Zandwijk). Deze grond behoort kennelijk aan Henrick van Cranenborch. Gezien het grote grondbezit kan de hoeve zijn gebouwd door de vader van Henrick en Mathijs. Temeer daar er buiten Mathijs, Henrick en diens weeskind geen andere Cranenborchs~ in de regio lijken te wonen. Deze Xx van Cranenborch zal circa 1448 zijn geboren. De hoeve dateert dan van circa 1478.

- Chronologie
1448-1508 Xx van Cranenborch (vv Mathijs en Henrick) -- Zandwijk/Almkerk
1478-xxxx  Hoeve Cranenborch te Zandwijk/Almskerk
1480-1542 Mathijs van Cranenburg -- Zandwijk/Almkerk-Rosmalen
1485-1540 Henrick van Cranenborch -- Zandwijk/Almkerk
1520-1580 Xx van Cranenborch (weeskind) -- Zandwijk/Almkerk
# planet.nl 10.11.08, KBG

ddx
= de dato x
Ofwel: datum onbekend.

De Bever:
Adellijk geslacht uit Twente.
** Van Bever, Beverborg Twente

De Bevere:
Adellijk geslacht in Engeland.
** PgBrit

De Crane:
Geslacht in Vlaanderen. Wapen: op rood een kraanvogel in goud, links gekeerd, houdend in de rechter geheven poot een steen in zilver. Mogelijk stamt dit geslacht af van Hendric de Crane (gb 1160), Heer van Kuinre.

De Kraane~
Adellijk geslacht uit Utrecht. Woont daar mogelijk op 't Huis ten Craen aan de St Jacobsbrug, anders genaamd Cranesteijn. (> Cranesteijn)
Wapen: een kraanvogel, links gekeerd, houdend een steen in de opgeheven rechter poot. Kleuren vooralsnog onbekend. (Centraal Museum Utrecht circa 1965)
Bekend zijn o.a.:
Rulof die Craen, vermeld 9.2.1394 ivm Nota post mortem Rodolphi etc.
Willem de Kraan, zoon van Rulof.
Gijsbert de Kraan (Ghijsbert die Craen), zoon van Rulof.
Jan de Kraen, zegelt anno 1400 met de kraen.
Jan de Kraen Hugensz, idem + ster in rechter poot.
Gerrit de Kraen, idem + zuil in rechter poot.
Roelof de Kraen, idem + ...
Johan den Kraen Ghisebrechtsz, vermeld 20.10.1408 ivm dood van zijn vader. Verder vermeld 23.1.1434.
Geryt die Kraen Gijsbertsz, vermeld 11.4.1457 ivm opdracht door zijn broer Johan die Kraen Gijsbertsz.
Johan de Kraen, koopt 10.10.1482 40 morgen land op Voskuil in Woudenberg.
Gijsbert de Craen Roelofsz, vermeld 1491.
Jan de Craen ende Margriete sijn wijf suster van Evert Both, vermeld 1502.
Mattheus de Kraane, 28.5.1723-14.12.1723 goeverneur van Elmina, laatste Nederlandse kolonie in Afrika. Ook wel de Goudkust van Afrika genoemd, thans Ghana.
** Hendric de Crane (gb 1160; Kuinre), Cranenhofstede Utrecht, Cranesteijn Utrecht, In de Crane Den Haag (Huys)
# FRI, DAB

Deimt:
** Daimt

Deliana Pietersdr van Cranenburch (1600*-1660*):
Mogelijk een dochter van Pieter Jacobsz van Cranenburch te Warmond.
Woont in Rotterdam*. Zuster van Reinier Pietersz van Cranenburch. Reinier vertrekt in 1627 met een jacht naar Oost-Indië en machtigt Deliana om jaarlijks twee maanden van zijn loon te innen bij de Oost Indische Compagnie.
# ONAR 15.9.1627 ivn 136

Delmerick Cranenburgh (1890*-1950*)
Zoon van Delmerick Edwin Cranenburgh en Constance C. Alexander in Bengal (India).
Woont in Australië. Ghm Mabel Hardy.
Udh: Lawrence, Edwin, Hughie, Trevor, Walter en Sheila Lawrence Cranenburgh.
** Cranenburgh Australia

Delmerick Edwin Cranenburgh (1845-1915*):
Zoon van Pascal Mathew Cranenburgh en Jessamine Cardozo, dochter van Louis Cardozo en NN. Geboren in Fort William in India.
Woont in Calcutta (NO India) waar hij advocaat is en een drukkerij bezit. (> Savielle & Cranenburgh Printers Ltd)
Huwt 1e in 1870 in Calcutta met Amelia M. Crouch, dochter van Frederick William Crouch en NN. Udh: Eva Cranenburgh (gb 1880).
Huwt 2e in 1883 in Bengal met Constance C. Alexander.
De kinderen uit dit huwelijk migreren naar Australië.
Alias: Delmerick Cranenburgh.
Werken: Criminal Cases (1864-76), Criminal Cases (1876-98), Current Cases (1911).
** Cranenburgh India, Cranenburgh Australia, Delmerick Cranenburgh
# BMA 12.12.2004, PLZ, A Complete List of British and Colonial Law Reports and Legal Periodicals (W. Harold Maxwell, C.R. Brown)

Demografie
De familienaam Kranenburg~ ontstaat in 1276 als Bartholomeus II van Wassenaar ridderhofstad Cranenburg bij Bleiswijk erft van zijn grootvader Filips I van Wassenaar. Nazaten van hem gaan zich Van Cranenburg noemen. Deze naam evolueert echter in de loop der eeuwen in vele variante schrijfwijzen, zodanig dat het besef verdwijnt dat we uiteindelijk met allemaal nazaten van Bartholomeus II van Wassenaar te maken hebben. Athans zeker naar schatting in ruim 85% van alle gevallen. De overige 15% van de naamdragers stammen af van Dirk van Horne, heer van Kranenburg bij Kleef, of uit de Achterhoek (i.b. Beltrum). De groep Kranenburg~ Horne ontstaat ruim een eeuw na het ontstaan van de groep Kranenburg~ uit Bleiswijk. Waar de oorsprong van de groepen Kranenburg~ Achterhoek en Veluwe ligt is vooralsnog helaas niet bekend. Mogelijk komen deze groepen grotendeels uit Zuid-Holland en in mindere mate van Kranenburg~ Horne.

Het is interessant om te weten hoe beide groepen Kranenburgs~ zich in de loop der eeuwen geografisch hebben verspreid. In onderstaande tabel is hiertoe een poging gemaakt. Op grond van alle momenteel beschikbare data is gekeken waar en wanneer een Kranenburg~ is geboren of mogelijk geboren is. Er is alleen gebruik gemaakt van Kranenburgs~ die 20 jaar of ouder zijn geworden. Hierdoor geeft de tabel een reëeler beeld van de demografische stromen. Verder is vooralsnog alleen gekeken naar de ontwikkelingen tot de 18e eeuw. Dit zijn juist de eeuwen waarover zo weinig duidelijk bestaat.

Regio/Eeuw
Brabant
*brabant oost
*brabant west
Drente
Frielsland
Gelderland
*achterhoek
*betuwe
*lek regio
*ryk v nymegen
*veluwe
Groningen
Holland Noord
Holland Zuid
*noordoost
*noordwest
*zuidoost
*zuidwest
Limburg
Overijssel
Utrecht
Zeeland
Buitenland
*belgië
*britannië
*duitsland
*india
*rest
Totaal
  

12..
-
0
0
0
0
-
0
0
0
0
0
0
0
-
0
8
0
0
0
0
0
0
-
0
0
0
0
0
8
  

13..
 -
 0
 0
 0
 0
 -
 0
 0
 0
 4
 0
 0
 0
 -
 2
19
 0
 1
 0
 2
 1
 0
 -
 0
 0
 0
 0
 2
31
  

14..
 -
 1
 1
 0
 0
 -
 0
 0
 2
 0
 2
 0
 2
 -
 2
17
 0
 1
 0
 1
 0
 0
 -
 0
 0
 1
 0
 1
31
  

15..
  -
  2
  6
  0
  0
  -
  1
  0
  0
  1
  2
  3
  8
  -
 12
 67
  4
  9
  0
  0
  4
  0
  -
  3
  0
  0
  0
  2
124
  

16..
  -
  4
 25
  0
  0
  -
 43
 19
  0
  4
  2
 16
  7
  -
 49
129
 21
 71
  0
  0
  4
  0
  -
  0
  2
  7
  1
 10
414
    

1947
  32
   -
   -
  21
   5
 393
   -
   -
   -
   -
   -
 215
 363
 953
   -
   -
   -
   -
  15
 149
 180
   8
   -
   x
   x
   x
   x
   x
2334

In bovenstaande tabel is duidelijk te zien dat de Kranenburg~ Clan in de 13e eeuw in Zuid-Holland (i.c. Bleiswijk) begint en zich voor het overgrote deel duurzaam vestigt in deze provincie. De groep Kranenburg~ Horne heeft zich mogelijk voornamelijk gevestigd in het Rijk van Nijmegen en oostelijk Noord-Brabant. De cijfers in kolom 1947 komen van het Meertens Instituut in Amsterdam. Ze bevatten de namen Kranenburg, Cranenburg, Van Kranenburg, Cranenburgh, Van Cranenburgh, Kranenborg, Van Kranenborg, Kranenberg en Kranenbarg. De cijfers tonen aan dat toch ook in andere provincies grote vestigingen zijn ontstaan. Met name in Gelderland, Noord-Holland, Groningen, Utrecht en Overijssel. De overige provincies herbergen duidelijk aanzienlijk kleinere aantallen. Wat hiervan de oorzaken zijn, is vooralsnog helaas onbekend. De vestiging in Gelderland en Groningen heeft mogelijk met de Reformatie te maken. Vele Protestanten kiezen in die tijd een veilig oord, waar ze niet of nauwelijks vervolgd worden. Van Groningen is dat in ieder geval bekend. Van de Achterhoek en de Veluwe is bekend dat ze al vroeg de kant van de Reformatie kiezen en derhalve mogelijk ook redelijk veilig zijn.

Opmerkelijk is dat de cijfers in de 14e en 15e eeuw nagenoeg gelijk zijn. Dit heeft mogelijk twee oorzaken: de pestepidemie en de Hoeks en Kabeljauwse Twisten. De Kranenburgs~ Bleiswijk wonen in die eeuwen voornamelijk in de noordwest hoek van Zuid-Holland: Eikenduinen, Den Haag en Maasland. Dat is juist de regio waar zowel de pest als de Hoekse en Kabeljauwse Twisten hevig woeden. In die barre tijden zijn de Kranenburgs~ kennelijk niet gespaard van alle ellende. Mogelijk zijn door de Hoekse en Kabeljauwse Twisten ook vele archieven en documenten verloren gegaan. Heel wat kastelen en andere bouwwerken zijn in die tijd verwoest en in vlammen opgegaan. O.a. ridderhofstad Cranenburg in Bleiswijk (1489*). Hierbij zijn mogelijk ook vele gegevens over de Kranenburgs~ verloren gegaan. Dat zelfde gebeurt mogelijk helaas ook in de Tachtigjarige Oorlog. Ook in die tijd wordt veel verwoest en verbrand, juist in Zuid-Holland waar zoveel Kranenburgs~ wonen. De migratie naar andere regio's vindt voornamelijk sinds de 17e eeuw plaats. Per saldo betekent dit een groot verlies aan data. Dit kan alleen langs andere, meer geneametrische weg enigermate gecompenseerd worden.

In de 14e eeuw worden circa 31 geboortes van Cranenburgs~ geteld, die ouder dan 20 jaar worden. In de 15e eeuw zijn dat totaal eveneens 31. Onder normale omstandigheden zouden dat 93 (3x31) moeten zijn. Dat zijn er dus 62 te weinig. Er zijn dus 62 Cranenburgs~ gestorven door oorlogsgeweld tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten of aan de pest of ze zijn gewoon niet geboren, doordat hun potentiele ouders zelf zijn omgekomen. Gaan we uit van gemiddeld 5 nakomelingen van een Cranenburg-man, dan moeten er totaal 12 (62/5) Cranenburg-mannen in de 15e eeuw zijn omgekomen door genoemde factoren. Een van hen is Gerrit van Cranenburg te Eikenduinen, die in 1484 op jonge leeftijd sterft. Mogelijk door de pest. De zwarte dood is juist in die periode aan het toeslaan.

Zoals hierboven becijferd, zijn er in de 15e eeuw circa 12 Cranenburg-mannen omgekomen door het oorlogsgeweld of de pest. Er zal zeker een gelijk aantal Cranenburg-vrouwen in die periode eveeens omgekomen zijn. In totaal dus 24 Cranenburgs~. Op de totaal 31 geregistreerde geboortes in de 15e eeuw is dat 77%. M.a.w.: door het geweld van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten en door de pest is 77% van alle Cranenburgs~ in de 15e eeuw omgekomen. Door de pest is een kwart (25%) van de bevolking in Europa omgekomen. Dat kan in Zuid-Holland veel hoger zijn geweest, door de grote bevolkingsdichtheid en daardoor de grotere besmettingskans. Laat onverlet dat er dan toch zeker 40-45% van de Cranenburgs~ zijn omgekomen door het geweld van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten. Dat is mogelijk ook gebeurd bij de verwoesting van kasteel Cranenburg te Bleiswijk in 1489. Er moeten daar toen mogelijk nog Cranenburgs~ wonen. Met recht kan worden gesteld dat de 15e eeuw een rampeeuw is voor de Cranenburgs~ en vele andere families. Een troost is dat hun aantal in de 16e eeuw weer sterk toeneemt.

Interessant is te weten welke Cranenburgs~ rond het jaar 1500 leven. Op grond van de huidige gegevens kan de volgende lijst worden opgesteld:

Naam
Jan Claesz van Cranenburch
Vranck Matheusz Cranenburgh
Johan van Cranenburch
Catharina Florisdr van Cranenburg
Claes Florisz van Cranenborch
Wouter Jansz van Cranenburch*
Claer van Cranenburg
Elisabeth van Cranenburg
Willem Gielisz te Cranenborch
Jan van Cranenburch
Hendrik van Cranenburgh
Mathys van Cranenburg
Dirck Vrancken Cranenburgh
Willem Vrancke Cranenburgh
Thys Vranken Cranenburgh
Periode 
1415-1498 
1435-1495 
1435-1507 
1440-1500 
1442-1502 
1445-1521 
1447-1507 
1457-1500 
1470-1530 
1475-1535 
1480-1540 
1480-1540 
1480-1550 
1480-1550 
1485-1578 
Locatie
Warmond
Warmond
Rheden
Hoorn
Bergambacht
Maasland
Katwijk
Eikenduinen
Lekregio
Harderwijk
xxx
Rosmalen
Warmond
Warmond
Warmond
 
Er leven dus circa 16 Cranenburgs~ rond het jaar 1500. Zes van hen wonen in de regio Warmond (i.b. Vrouwe Ven). Een percentage van 38%. De overige Cranenburgs~ wonen verspreid over Zuid-Holland (4), Gelderland (4) en Noord-Holland (1). De Vrouwe Ven (Warmond) en Gelderland gelden als relatief safe areas ten tijde van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten en de pest. Deze Cranenburgs~ zijn daardoor mogelijk minder getroffen door de gruwelen uit de 15e eeuw. In de bovenste tabel (regio/eeuw) is duidelijk te zien dat de noordwest hoek van Zuid-Holland inderdaad zwaarder wordt getroffen dan de overige regio's, waar soms zelfs een groei is te zien. Dat kunnen Cranenburgs~ uit Zuid-Holland zijn, die de gruwelen in hun gebied ontvluchten en elders hun heil zoeken. De Van Cranenburchs uit Harderwijk is zo een groep. Van hen is in ieder geval nagenoeg zeker dat ze in de 15e eeuw uit Zuid-Holland zijn gemigreerd naar de Noord-Veluwe.

Een andere opmerkleijke zaak is de migratie. Sinds de 17e eeuw is een duidelijke trek naar vooral het noordoosten (Noord-Holland en Groningen), maar ook naar het oosten (Achterhoek) en het zuidwesten (zw Zuid-Holland en nw Brabant). Dat heeft duidelijk te maken met de Gouden Eeuw. Holland bloeit en groeit. Economie en bevolking expanderen. In alle gewesten gaat het goed. Voor velen is het een uitdaging om het elders nog beter te krijgen. Vooral in Zuid-Holland leeft de gedachte dat het in oosten allemaal veel beter is. Aan deze trek werkt ook de Reformatie mee. Noordoost Nederland is zeer reformatorisch ingesteld en voor vele Protestanten is daar veiligheid en voorspoed te halen.

Wat verder opvalt in de demografie is het plotseling hoge aantal Kranenburgs~ in de 17e eeuw in de Achterhoek. Bij een geleidelijke groei volgens de gemiddelde groeifactor van 3.2 per eeuw, zou de groei er meer als volgt moeten uitzien: 13.. (1), 14.. (4), 15.. (13) en 16.. (43). Dat de cijfers vóór de 17e eeuw zo erg laag zijn, kan worden veroorzaakt door het ontbreken van gegevens. Het kan echter ook zijn dat er eind 16e en/of begin 17e eeuw een grote trek naar de Achterhoek plaats vindt. Vooral Zutphen en Beltrum lijken in trek. In de 17e eeuw zijn in regio Zutphen 23 geboorten geteld en in Beltrum 11. Maar waar komen de ouders vandaan? Op grond van de tabel lijkt het goed mogelijk dat deze Kranenburgs~ uit de noordwest hoek van Zuid-Holland komen. Een optie is dat Jan Meusz van Cranenburg (gb 1400*) zich rond 1427 in Zutphen vestigt. Hij is een zoon van Meus van Cranenburg, die mogelijk een zoon is van Engelbert II van Cranenburg in Eikenduinen. Jan Meusz verbindt zich in 1427 onder ede met hertog Arnold van Gelre. Vestiging in Gelderland lijkt dan zeer goed mogelijk. Mogelijk heeft hij in Zutphen of omgeving dan ook een landgoed gesticht met de naam Cranenburg~. Het valt namelijk op dat de oudst bekende Kranenburgs~ in Zutphen Op de Cranenborch of Op Cranenborch heten. Dat wijst er op dat ze op een locatie wonen met de naam Cranenborch~. Verder onderzoek moet daar meer zekerheid in brengen.

Over de migratie naar de Angel-Saxische landen Engeland, USA, Australië en Canada is vooralsnog geen cijfermateriaal beschikbaar. Wel is bekend dat er sinds de 17e eeuw een trek naar die landen bestaat. In Engeland wonen anno 2005 aardig wat Cranenburghs en Kranenburgs~. In de USA zijn het overwegend Kranenburgs~, die in de 19e en 20e eeuw de overtocht maken. Idem naar Canada. In Australië lijken voornamelijk Cranenburghs~ te wonen. Deze groep is mogelijk vooral met de VOC in het Verre Oosten beland.
De schrijfwijzen van de naam Kranenburg zijn hier opzettelijk vermeld, omdat ze aangeven in welke tijd deze Clanleden moeten zijn geëmigreerd. De spelling Cranenbrurgh overweegt duidelijk tot in de 17e eeuw. Daarna neemt de spelling Kranenburg de overhand. De Cranenburghs~ zijn derhalve meestal al vóór de 18e eeuw geëmigreerd en de Kranenburgs~ vanaf de 18e eeuw. Ze hebben gewoon de spelling uit hun eigen tijd meegenomen.
** DGF, CLK, Bevolking, Leeftijd, Eikenduinen, Hoekse en Kabeljauwse Twisten, Pest, Jan Claesz van Cranenburch, Geneametrie, VCK, Kindertal, Tweelingen, Pg Timetable

Den Haag:
- Beeklaan Genoemd naar een beek de van de duinen naar Den Haag liep. Mogelijk was dat de Oostbeek. (> Haagse Beek) De Beeklaan vormt tot 1902 de grens tussen Loosduinen en Den Haag.
- Cranenburgerwech > Cranenburgerweg Den Haag, Kranenburgweg Den Haag
- Haagse Beek > Cranenburg Eikenduinen
- Haagambacht > Haagambacht
- Hofkwartier Hier wonen in de 14e en 15e eeuw vele Van Cranenburgs~ uit Eikenduinen en Bleiswijk. > Cranenburch Den Haag
- Kaart 15e eeuw

          

 
- Kranenburgweg > Kranenburgweg Den Haag
- 's Graven Wildernisse Duinlandschap tussen Eikenduinen, Scheveningen en Wassenaar. Omvat o.a. Segbroek, Scheveningse Bosjes, Zorgvliet, Westbroek Park en Oostduinen.
Boek: 'Placcaet opt stuck vande wildernisse inden Haeghe den neghen-en-twintchsten mey/Anno 1601', s'Graven-Haghe, Aelbrecht Heyndricxz, 1601. > Leengoed Wassenaar, Wildernisse Scheveningen # WS GA Den Haag 22.2.2007, WS AntiQbook 22.2.2007, DAB
- Scheveningse Bosjes Gelegen in 's Graven Wildernisse, aan de nooroost kant van de Schevenigse Weg. Aangelgd eind 18e eeuw door een Rotterdammer, bekend onder de naam de Bataafse Boer.
- Scheveningseweg Oorspronkelijk de weg vanaf Noordeinde langs de noordkant van Eikenduinen naar Scheveningen. Na de korenmolen slingert de weg door het duinlandschap van 's Graven Wildernisse naar Scheveningen. Naar ontwerp van Constantijn Huygens in 1665 is de weg recht getrokken en loopt ze sindssdien vanaf het Binnenhof langs het Vredespaleis naar Schaveningen en de Scheveningse Bosjes.
- >> Cranenburch Den Haag, Eikenduinen, Scheveningen

Derk~
** Dirk~

Derkje~
** Dirkje~

Deurne Noord-Brabant
** Cranenberch Deurne/NB

Deventer
In de Lebuïnus Kerk in Deveter ligt een grafsteen met het nummer 466. De steen is grotendeels versleten doordat het in een looppad ligt. Op de steen is echter nog duidelijk een familiewapen te zien: drie wassenaars 2-1 geplaatst. Ook de cartouche is nog zeer goed intact: een dekkleed met daarop een helm waaruit aantal rechtopgaande pauweveren (pluimen) steken. Links onderaan de steen staan de letters I.V.S.B. De rest van de steen is helemaal glad door slijtage. Gezien de grootte van de steen lijkt de begravene een belangijk persoon te zijn geweest. De steen wordt gezien de kwaliteit, de versiering, de tijd van de nabijgelegen grafstenen en de toestand waarin het verkeerd, getaxeerd op de 16e eeuw. Vooralsnog is niet bekend wie de begravene precies is. De aanwezige lijst van de grafstenen zegt daar niets over.

- Grafstenen Lebuïnus Kerk
In de Lebuïnus Kerk liggen vele grafstenen. De oudste is van 1438. De meeste grafstenen vekeren nog in vrij goede staat. Hieronder enige grafstenen, die relevante informatie bieden ivm grafsteen 466:
1438 oudste grafsteen: Johan van Leyden (1427 dijkgraaf van Salland) (--)
1550* NN: wapen: drie wassenaars 2-1; helm + bos pauweveren + een wassenaar. I.V.S.B. (466)
1597 25 jan: Catrina van Mouwick, vrouw van Wees. I.P.S.B. 1740. (56)
1626 12 nov: Winoldt Loose, ridder, cornet Rijngrave: wapen: I: 3 wassenaars 2-1; II: 3 wassenaars; III; IV. (--)
1630 5 nov: D. Winandus Alstorpius. In vita ecclessast. Davent. (429)
1671 24 feb: Herman van der Beek: wapen: 3 wassenaars 2-1 (Loose!)
1678 Keppelfox: wapen: Ib: drie wassenaars. (377)
 

¶ Opmerkingen:
A. De stijl van de grafsteen is typisch voor de 16e-17e eeuw: een cirkel met daarin het familiewapen of een alliantiewapen. Gezien de enorme slijtage van de graftekst, zal de steen waarschijnlijk uit de 16e eeuw stammen. Dus ergens rond 1550. NN moet derhalve rond dat jaar zijn gestorven en begraven. (> grafsteen Xx van Cranenburch gb 1511; Harlingen)
B. I.V.S.B. =* in vita ... =~* I.P.S.B. (1740)
C. Bij wapen zerk 466 (NN gst 1550*) noemt bron BVT niet de familienaam Loose.
D. Bij Herman van Beek (bgr 1671) schrijft bron BVT dat het wassenaarwapen afkomstig is van het geslacht Loose.
E. Bij Keppelfox (bg 1678) noemt bron BVT alleen drie wassenaars in wapendeel Ib zonder posities en herkomst.
F. Het wapen van Winoldt Loose is gevierendeeld. I en II bevatten 3 wassenaars. Posities wassenaars niet vermeld. Gezien het wapen ad 1671 moet dat wel 2-1 zijn.
G. Aangezien het wapen van Winoldt Loose gevierendeeld is, moet zijn wapen een combinatie zijn van wapens van zijn voorouders. Kennelijk zijn de drie wassenaars 2-1 dan van vaderlijke kant. Normaliter zou dat zijn van het geslacht waaruit Loose langs mannelijke lijn is voortgekomen. NN gst 1550* zou daarom Winoldts vader kunnen zijn. Aangezien bron BVT dat niet memoreert, lijkt dat echter vooralsnog niet echt waarschijnlijk. De kennis van de auteur van bron BVT (Mr P.C. Bloys van Treslong Prins) lijkt immers groot genoeg om het verband te onderkennen en te melden. NN 1570* lijkt dus vooralsnog geen Loose.
H. Gezien zijn typische wassenaarwapen is NN 1570* mogelijk een telg uit het geslacht Van Duivenvoorde, Van Santhorst, Van Roosenburch, Van Cranenburch of Van Groenevelt. (> Bron 1380) Deze geslachten komen namelijk langs mannelijke lijn voort uit het geslacht Van Wassenaar en voeren daarom allemaal een wassenaarwapen, zij het met de eigen specifieke kleuren. Het geslacht Van Wassenaar voert sinds de 14e eeuw daarentegen het wapen: gevierendeeld: I Van Leyden (op blauw een gouden dwarsbalk); II Van Wassenaar (op rood 3 zilveren wassenaars 2-1); III Van Wassenaar; IV Van Leyden.

- Xx van Cranenburgh (gb 1490)
Op de aangrenzende Veluwe wonen sinds de 14e eeuw diversen Van Cranenburchs~. De oudst bekende is Theodorus van Cranenburgh (gb 1305), sinds 1334 wonend in Nijbroek, waar hij vervener is. Nijbroek ligt circa 8 Km NW van Deventer. Theodorus is mogelijk een zoon van Everardus van Cranenburgh (ridder; gb 1285). Everardus en zijn nazaten voeren het wassenaarwapen: op zwart drie zilveren wassenaars 2-1 geplaatst. Mogelijk dus dat NN 1550* een nazaat is van Theodorus van Cranenburgh (gb 1305) uit Nijbroek. Deze NN 1550* ofwel Xx van Cranenburgh zal dan ergens rond 1490 geboren zijn.
 

Mogelijk is Johan van Cranenburgh (gb 1535) in Epe een zoon van Xx van Cranenburgh. Johan is daar circa 1580 beleend door leenvrouw Margriet met het Larisgoed in buurtschap Veremse te Epe. Larisgoed is 23 molder roggeland groot en 1 schepel. Hij is voogd en momber van Joffer Eefsche van Brienen, weduwe van Reiner van Arler. Epe ligt 7 Km NW van Nijbroek en 15 Km van Deventer. Gezien de milieu-tijd-regio optiek lijkt de relatie dus heel reëel.

Een andere optie is dat Xx van Cranenburgh (gb 1490) een kleinzoon is van Jan Meusz van Cranenburg (gb 1400), die rond 1427 mogelijk enige tijd woont op kasteel Groot Hoenlo, circa 4 Km NW in het aangrenzende Olst.
** Xx van Cranenburgh (gb 1490; Deventer), Van Leyden, Gerlach van Kranenburg (gb 1412; Sibculo), Cranenburg, FW Kranenburg Wassenaar, C5 Optiek, Jan Meusz van Cranenburg (gb 1400), Henrick Cranenborch (gb 1528; Almen)
@ foto's © B.C. Kranenburg
# BVT, FRI

Dewer Thijsses Kranenburg' (1602*-1637):
Mogelijk een dochter van Thijs Claesz Kranenburg en Remke Xx.
Huwt zaterdag 7.7.1635 te Midwolda met Jacob Arents, zoon van Arent Jansen en Wijven Vechter.
Dewer overlijdt in mei 1637.
Udh: Wijven Jacobs.
NB Op 12.9.1675 doet ene Dewer Thees belijdenis voor de NH Kerk te Zuidhorn. Ze is gehuwd met Jacob Loels. De naam Dewer is nogal zeldzaam. De combinatie met Thees (= Thijsses) is daardoor wel heel erg uitzonderlijk. We kunnen ons daarom afvragen of Dewer Thijsses werkelijk in 1637 is gestorven. Een optie is dat Dewer is gescheiden en vertrokken naar Zuidhorn. Late belijdenis is zeker niet uitzonderlijk bij Hervormden.
# KWS Eika Anna Kuiper, Ledematen Zuidhorn 1659-1739

DGF: demografische groeifactor
De DGF geeft aan met welke factor een bepaalde populatie binnen een eeuw gemiddeld groeit. De historische DGF is circa 3.0. Dwz: de betreffende populatie is na een eeuw gemiddeld 3.0x zo groot. Deze factor blijkt o.a. uit de tabel van de migratie van de Kranenburgs~ naar diverse regio's in de 13e-17e eeuw.

In 2006 zijn de volgende mondiale cijfers berekend.
USA: 1967 200 miljoen inwoners; 2006 300 miljoen > DGF = 3.8. Deze factor is nogal hoog. Mogelijk door illegale migratie. Op eeuwbasis is deze factor echter 3.0.
Op wereldschaal geldt eveneens de factor 3.0, zoals uit onderstaande tabel berekend kan worden. De gegevens zijn afkomstig uit De Telegraaf van 17.10.2006. De cijfers zijn in miljoenen. De DGF is omgerekend naar de groei in 100 jaar.

Land
China
India
USA
Indonesië
Brazilië
Pakistan
Bangladesh
Rusland
Nigeria
Japan
2006
1312
1120
 300
 226
 187
 166
 147
 110
 134
 228
2050 
1430
1628
 420
 285
 260
 295
 231
 134
 299
 101
dgf
2.4
3.2
3.0
2.7
2.8
3.9
3.4
2.6
4.9
1.0
 
Het gemiddelde van de dgf's is 3.0.
** Demografie, Bevolking, Kindertal

Diaken:
** Kerkeraad

Dick Kranenburg (1920*-2013)
Woont in Ruurlo. Ghm NN Wezinkhof.
Overleden augustus 2013 te Ruurlo.
Kinderen en kleinkinderen.
# De Stentor 31.8.2013

Die Haghe
Jaarboeken van de Historische Vereniging van Den Haag

Diederik~
Germaanse mannennaam, afgeleid van 'diet' (volk) en 'rik' (rijk). Dus: rijk aan volk, ofwel: machtig. Variante vormen: Diderik, Diederick, Dieric, Dirk, Dirck, Dirc, Derek, Dereck, Derck, Derk, Dik, Dick, Theoderic, Theodericus, Theodoric, Theodorick, Theodorik, Theoderik, Theodoricus, etc. Engels: Dereck, Derek, Derck, Dick. Frans: Thiry, Thierry, Thierri. Duits: Dietrich.
** Dirk~
# WP, DAB

Diederik I van Beveren (940*-1000*)
Zoon van Arnulf de Bevere (gb 905) en NN.
In 965 benoemd tot burggraaf van Diksmuide door graaf Arnulf II van Vlaanderen.
Diederik geniet uitermate veel vertrouwen van de graven van Vlaanderen. Bron PDE schrijft dat tijdens hun afwezigheid messire (heer) Diederik de graafschap mag beheren en besturen. O.a. als graaf Arnulf II in Lombardije vertoeft om daar strijd te voeren.
Bron PDE schrijft verder dat Diederik met veel moed de stad Gent verdedigt en het beleg door de koningen van Frankrijk, Engeland en Schotland zegevierend weerstaat.
De nazaten van Thiry zijn nog drie eeuwen lang burggraaf van Diksmuide.
Wapen: Op een veld van azuur vier dwarsbalken van goud, met daarover een rood Andrieskruis. Dit is het wapen van het geslacht Van Beveren.
Alias: Thiry de Beverne
Zoon: Diederik II van Beveren.
** Van Beveren, Arnulf II van Vlaanderen, Burcht van Diksmuide
# GA Diksmuide, PDE(), DAB

Diederik II van Beveren (975*-1035*)
Zoon van Diederik I van Beveren en NN. Burggraaf van Diksmuide.
Ghm Elisabeth NN.
Udh: Diederik III van Beveren.
** Van Beveren
# GA Diksmuide

Diederik III van Beveren (1010*-1070*)
Zoon van Diederik II van Beveren en Elisabeth NN. Burggraaf van Diksmuide.
Ghm Beatrix van Gent, dochter van Boudewijn van Gent, Heer van Aalst, een neef van Gilbert van Gent.
Udh: Diederik IV.
Vrijwel zeker ook Halewijn I van Leiden en Drogo Beuvriere (Bevere). Beiden voeren het zelfde wapen: op azur (blauw) een balk van goud. Beiden zijn bouwers van forten en burchten. Bovendien is Halewijn burggraaf van Leiden en is Drogo graaf van Aumale in Yorkshire. Drogo wordt in bron CDF ook genoemd i.v.m. Diederik III van Beveren.
** Van Beveren, Robrecht de Fries, Halewijn I van Leiden, Beverstone
# GA Diksmuide, GDM/p27, CDF, DAB

Diederik IV van Beveren (1045*-1128)
Zoon van Diederik III van Beveren en Beatrix van Gent.
Burggraaf van Diksmuide en Heer van Beveren.
Ghm Margaretha van Brienne, dochter van Wouter heer van Sottegem.
In 1096 vergezelt Diederik Robrecht van Jerusalem (zoon van graaf Robrecht de Fries) naar het Heilge Land.
Vergezelt in 1127 de Heer van Woumen, Robrecht en een groot aantal edelen om wraak te nemen op de afschuwelijke moord, gepleegd door enige samenzweerders op Karel de Goede, graaf van Vlaanderen. Deze graaf werd in Brugge vermoord in de St Donaaskerk, nadat hij tijdens een hongersnood de graanzolders van kooplieden liet openbreken. De wraak van Diederik en zijn metgezellen is verschrikkelijk. De burcht waar de samenzweerders zich verschuilen, wordt verbrand. Onder hen bevindt zich Engelram van Eesen. Proost Bertulf, leider van de samenzweerders, vlucht naar Keiem op de hoeve van Bosschaert. Dan naar Veurne en Waasten. In Ieperen wordt hij gegrepen en opgehangen.
Diederik vindt bij het bestormen van de burcht in Brugge een samenzweerder, Gijsbrecht genaamd, bijna stervende op de slachtplaats. Hij bindt hem aan de staart van zijn paard en sleurt zijn lichaam in een slijkput.
In 1128 wordt ene Bertulf Heer van Diksmuide, als opvolger van Diederik.
Deze Bertulf wordt niet Van Beveren genoemd. Hij sterft in 1139 kinderloos. Diederik V volgt hem op.
Udh: Diederik V, Willem en Isabella van Beveren.
Mogelijk ook Lubbert I van Bevern (> Van Beveren Dordrecht).
Willem is constabel van Galilea en heeft de bijnaam Prins van Galilea.
** Van Beveren, Halewijn I van Leiden
# GA Diksmuide, GDM/p27-28, DAB

Diederik V van Beveren (1090*-1174)
Zoon van Diederik IV van Beveren en Margaretha van Brienne.
Ghm een dochter van Boudewijn III Heer van Aalst en Waas. Als bruidschat krijgt Diederik een deel van het land van Waas van Boudewijn III. Diederik is in 1130-1148 heer van dit gebied, dat daardoor de naam Beveren krijgt.
In 1138 graaf van Aalst.
In 1139-1172 burggraaf van Diksmuide.
Udh: o.a. Diederik VI.
# GDM/p29, GLB/p63ev, DAB

Diederik VI van Beveren (1125*-1195)
Zoon van Diederik V van Beveren en NN van Aalst.
Ghm Ade de Coucy, dochter van Rudolf (Raoul), Sire van Coucy en Marle, en Agnes van Hainault, dochter van Boudewijn IV, graaf van Hainault 1120-71, en Adele (Ermensinde) van Namen (Namur). Ade is vermeld in 1166.
In 1168 graaf van Aalst en heer van Beveren.
In 1174-95 burggraaf van Diksmuide.
Udh: Diederik VII en Willem van Beveren + drie dochters w.o. Ada.
# GA Diksmuide, GDM/p31, Worldroots, DAB

Dieren
** Kranenburg Dieren

Dieric~
** Dirk~

Dieuwertje Cranenburch
** Dieuwertje van Cranenburch

Dieuwertje van Cranenburch (1437*-1497*):
Dochter van Bartholt Florisz van Cranenburch en NN van Egmond.
Mogelijk geboren in Dordrecht.
Ghm Albrecht van Loo, pensionaris van Dordrecht (1505-1511), landsadvocaat van Staten van Holland en raadsheer van Hof van Holland, overlend 1511*.
Udh:
1. Margaretha, ghm Mr Frans Woutersz van Alphen, geboren 1489 in Gouda, overleden in 1539.
2. Albrecht, ghm Maria Pietersdr Zwinters. Udh: Gerrit van Loo (gst 28.12.1562), ghm Margariet Eemskerck. Udh: diverse dochters w.o. Catharina van Loo (gst 1581), ghm Pieter van Dekema (gst 1568). Ze wonen op Dekema State in Jelsum, net boven Leeuwarden. Gerrit van Loo is rentmeester-generaal. Van hem en zijn vrouw Maria Zwinters ligt in de Oldehove Kerk in Leewarden een grafsteen, waarop hun kwartieren zijn afgebeeld. Ook van zijn grootmoeder Dieuwertje Cranenburch. Helaas zijn daarover vooralsnog geen nadere gegevens bekend. De kerk is anno 2006 bovendien in restauratie.

Buiten op de zuidmuur van de Oldehove Kerk is een immens grote grafsteen gemetseld van Catharina van Loo en Pieter van Dekema. In de Nederlandse Leeuw van 1884 (p 69) is e.e.a. beschreven. De titel is echter fout: Grafsteen van Pieter van Loo en Catharina Dekema te Leeuwarden. Tresoar in Leeuwarden heeft een transcriptie met correcties onder de titel: Grafsteen van Pieter van Dekema en Catharina van Loo. De transcriptie noemt onder het wapen van Dieuwertje de naam Cranenbroeck, doch spreekt verder over Cranenburg en Cranenburch. Het wapen is beschreven als: de zwaan van Cranenbroeck en de kepers
van Egmond. Dit wapen is echter gelijk aan het wapen Cranenbroek. Dit is nogal vreemd. We hebben toch te maken met een Cranenburch. Mogelijk klopt de wapenbeschrijving niet. Temeer nog omdat het wapen op de grafsteen de wapenbeschrijving niet lijkt te bevestigen.

Anno 2006 is de grafsteen ernstig aangetast en weggesleten. Zo ook het kwartierwapen Cranenburch (rechts nr 3). Zie foto, gemaakt mei 2006. Het wapen lijkt gevierendeeld. Linksbeneden lijkt een wapen met een rechter schuinbalk. Dit doet denken aan het wapen Van Cranenburch Amsterdam. Maar dat ontstaat mogelijk pas in de 16e eeuw. Rechtsboven lijken twee lange halsen van een vogel zichtbaar. Mogelijk zijn dit twee kraanvogels. Als zodanig doet het denken aan het wapen van Kranenburgs in Egmond aan de Hoef. Dit geslacht is afkomstig uit Dordrecht, waar Dieuwertje mogelijk ook haar roots heeft. (> Instituut Kranenburg Dordrecht) Linksboven lijkt sterk op een zwaan. Rechtsbeneden toont nauwelijks relief en doet nergens aan iets herkenbaars denken. De wapenbeschrijving in de transcriptie komt in ieder geval niet overeen met de restanten anno 2006. Aan het wapen van Cranenbroeck doet het zeker niet ecnt denken. Evenmin aan dat van Egmond. Geen keper te zien! Het enige wat vaag aan Cranenburch doet denken zijn de velden rechtsboven en linksbeneden. De overige kwartierwapens van Catharina (1, 2 en 4) roepen al helemaal geen herkenning op. Vooralsnog is nog geen geslacht Kranenburg~ bekend dat dit wapen voert.

Alias: Diewer/Dieuwertje Van Egmond Van Cranenburch.
Aangezien de moeder van Dieuwertje een Van Egmond is, zal het wapen inderdaad een combinatie kunnen zijn van dat van Van Cranenburch en Van Egmond. Dus: op goud vier rode kepers met in de broek (vrijkwartier): op blauw een kraanvogel met een opgeheven poot, houdende een steen. Dit wapen is vermeld in bron WBH. (> Cranenburg Egmond)
** Cranenburgh Wynaldum, Cranenburg Egmond, Cranenbroek (familiewapens), Instituut Kranenburg Dordrecht, Claes Thijsz Cranenburgh (gb 1525; Groningen), Cranenburch Dordrecht
# Tresoar (Coll. Genealogieën, GEN 15.22.08 ache; DNL 1884 p 69), FRI, GVP, DAB

Diewertej Kraanenburg (1740*-1800*):
28.1.1774 in EL Kerk te Amsterdam doopgetuige bij Maria, dochter van Jacob Kruger en Marretje Kraanenburg.
# GA Amsterdam

Dieuwertje Kranenburg (1875-1965)
Dochter van Arend Kranenburg en Maartje Peetoom. Geboren 19.5.1875 te Anna Paulowna en aldaar gestorven 30.1.1965.

Dieuwertje Kranenburg (gb 1912):
Dochter van Albertus Kranenburg en NN. Geboren 27.6.1912 in Schoorl.
# GKH

 

Diksmuide
Gemeente in Vlaanderen.
Wapen: op een blauw (azur) veld vier dwarsbalken van goud.
Dit wapen is afgeleid van het wapen van het geslacht Van Beveren dat er ruim 4 eeuwen burggraaf was.
Volgens een stadsrekning uit 1439 zijn de tinnen stedekannen in dat jaar voorzien van het stadswapen. Eerdere vermeldingen over het gebruik van het stadswapen zijn vooralsnog niet gevonden. We mogen dus
aannemen dat het wapen ergens in de 15e eeuw officieel is ingevoerd, ter vervanging van het oude schepenwapen.
** Burcht van Diksmuide, Burggraven van Diksmuide, Van Beveren, Salisbury

Dimphna Peter van Cranenburgh (1656-1724):
Dochter van Pieter Willems van Cranenburgh en Anna Steven Nijs te EttenLeur.
Gedoopt RK 4.10.1656 te EttenLeur. Getuige: Christina Peeters.
Begraven 19.8.1724 te EttenLeur.
# planet.nl 24.11.09, KBG

Dimpna van Craenenburg (1696-1756*):
Dochter van Simon van Craenenburg en Adriana Schurmans.
Gedoopt 13.7.1696 in Poppel, Vlaanderen.
** Poppel
# Doopboek Poppel

Dina Kranenborg (1751-1811*)
Mogelijk een dochter van Jan Cranenburg (gb 1715) en Hendrijca Spekkink.
Gedoopt in Winterswijk op 7.11.1751.
Broer*: Teube Kranenburg
# DTB Winterswijk, JNZ, KBG

Dina Kranenbarg (1807-1878)
Dochter van Garrit Weulen Kranenbarg en Harmina Stapelkamp.
Geboren 16.9.1807 in Vorden.
Huwt 18.4.1834 in Vorden met Garrit Jan Wilbrink, geboren 11.9.1808 in Ruurlo, zoon van Marten Wilbrink en Fenneken Blumink.
Dina overlijdt 9.12.1878 in Vorden. Garrit overlijdt aldaar op 9.10.1882.
Udh: Maria (gb 21.4.1838 Vorden), Garritjen (gb 184i Vorden), Frederika (gb 1845 Vorden) en Garrit Jan (1850 Vorden).
# mengerink.srsserver.nl 30.8.07, KBH

Dingena van Cranenburgh (1670*-1730*)
Wotdt genoemd samen met Maria van Cranenburgh in documenten en papieren uit 1730 van de Schepenbanken te Etten-Leur rakende haar boedel. Mogelijk is ze dat jaar overleden.
# RA West-Brabant

Dionisius Cranenborgh (1691*-1751*)
Woont in Zeelst. Huwt aldaar 4.10.1716 met NN.
Vermeld als getuige op 13.5.1728 te Hoogeloon.

Dirik~
** Dirk~

Dirk~:
() Dirick~, Derk~, Theodorus~, etc
** Diederik~

Dirk IV van Holland (1010*-1049)
Graaf van Holland 1039-1049. Zoon van Dirk III van Holland en Othilde van Saxen. Hij zet de politiek van zijn vader voort en streeft naar uitbreiding van macht in Zuid-Holland. Hij komt daardoor in fel conflict met de bisschop van Utrecht en de keizer Hendrik III. In 1047 verwoest Hendrik III Vlaardingen en Rijnsburg, maar trekt zich later ontredderd terug. Tijdens een veldtocht in de winter van 1049 wordt Dirk bij Dordrecht overvallen door de bisschoppen van Metz, Luik en Utrecht. Hij sneuvelt op 13.1.1049.
Dirk is ongehuwd en laat geen kinderen na. Hij wordt opgevolgd door zijn broer Floris I.
# WP, DAB

Dirk V van Holland (1051*-1091)
Graaf van Holland 1071-1091. Zoon van Floris I van Holland en Gertruidis van Saxen. Hij is nog minderjarig als zijn vader in 1061 wordt vermoord. Daarom wordt in 1061-1064 zijn moeder Gertrudis zolang gravin. Zij hertrouwt met Robrecht de Fries, zoon van graaf Boudewijn V van Vlaanderen. Robrecht wordt in 1064-1071 graaf van Holland.
In 1064 schenkt keizer Hendrik IV de graafschappen Rijnland en Westflinge aan de bisschop van Utrecht. Robrecht en Gertruidis heersen dan nog alleen in het zuiden van Holland met Vlaardingen als centrum. Vóór 1071 weten zij Kennemerland te veroveren, maar worden kort daarna weer verdreven door bisschop Willem en Godfried III van Neder-Lotharingen.
In 1076 wordt Godfried vermoord. Mogelijk op instigatie van Robrecht en Dirk. Wat later overlijdt bisschop Willem. Bisschop Koenraad volgt hem op. Robrecht en Dirk brengen deze Koenraad bij IJsselmonde een zware nederlaag toe. Hierdoor maken zij de eilanden van Zuid-Holland onafhankelijk van het Sticht. Dirk en Koenraad blijven de rest van hun leven grote tegenstanders. Koenraad blijft trouw aan Hendrik IV, terwijl Dirk de paus blijft steunen en de tegenkoning Rudolf (1078) erkent.
Dirk is gehuwd met NN.
Kinderen: Floris II en Machteld.
Dirk overlijdt 17.6.1091 en is begraven in de Abdijkerk van Egmond.
Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Floris II van Holland.
** Floris II van Holland
# WP, DAB

Theodoricus van Wassenaar (1165*-1225*)
Ghm NN. Zoon: Hendrik Theodoricuszn van Wassenaar.

Dirc I van Wassenaar (1195*-1287)
Ridder, Heer van Wassenaar. Zoon van Filips I van Wassenaar en Agnes Persijn.
Vermeld 1200-1243.
Bron HRAC schrijft:

Heer Dirck Heer van Wassenaer. Ridder. Is dood 1287. tr. Bertha, die men geloofd van Teijlingen

Andere bronnen (o.a. HVW) stellen dat Dirc I is gehuwd met Bertha van Rijswijk Heer Arentsdochter. Gezien de onzekerheid van bron HRAC in dezen, moeten we vooralsnog aannemen dat Dirc I inderdaad is gehuwd met Bertha van Rijswijk Heer Arentsdochter.

Volgens bron MHD verkoopt Dirc in 1229 een hof aan graaf Floris IV van Holland. De hof is de voorloper van de latere Binnenhof in Den Haag en is oorspronkelijk eigendom van Vrouwe Meilendis van Belle, de moeder van Dirc I van Wassenaar. Dus niet Agnes Persijn! Dit hof van Meilendis bezit prachtige, grote kelders, met gewelfde plafonds en pilaren. Mogelijk heeft zij die laten bouwen naar dergelijke kelders in de regio Artois in Noord Frankrijk, vanwaar Meilendis mogelijk afkomstig is. De prachtige kelders van Meilendis verkeren anno 2007 nog in zeer goede staat.

Udh:
Filips II van Wassenaar (gb 1240)
Dirc van Wassenaar tot Santhorst (gb 1219)
Jacob van Wassenaar tot Rosenburg (gb 1230)
Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg (gb 1225)
Arent van Wassenaar tot Groenevelt (gb 1222)
Jacoba van Wassenaar (gb 1233)
Badeloge van Wassenaar (gb 1236)

De geboortejaren zijn schattingen gebaseerd op diverse gegevens.
Wapen: Op een veld van azuur vier dwarsbalken van goud met daarover een rood Andrieskruis. Dit wapen is gelijk aan het wapen van het geslacht Van Beveren, van wie Dirc I een directe nazaat is.
** Bron 1380, Hendrik Theodoricuszn van Wassenaar, Van Wassenaar, Van Beveren, Filips I van Wassenaar, Barthe van Teijlingen
# Bron 1380, HRAC, RIH, UGW, HVW, MHD, DAB

 
Dirk IV van Kleef (1202-1260):
Graaf van Kleef, Heer van Kranenburg Kleef.
Zoon: Dirk V van Kleef.
** Kranenburg Kleef

Dirk V van Kleef (1237*-1297*):
Zoon van graaf Dirk IV van Kleef.
Graaf van Kleef, Heer van Kranenburg Kleef.
Kleinzoon: Dirk van Horne (gb 1315).
** Kranenburg Kleef

Dirc II van Wassenaar (1240*-1300)
Zoon van Filips II van Wassenaar. Is van 1287 tot 1264 knape, van 1268 tot 1297 ridder. Heer van Wassenaar, leenheer van Zoetermeer.
Rond 1294 voert Dirc II het bekende familiewapen in met de drie wassenaars (klimmende manen, liggend). Volgens bron WFW: Op een zwart veld drie wassenaars van zilver 2-1 geplaatst. Vóór die tijd voeren de Van Wassenaars het wapen: Op een veld van azuur vier dwarsbalken van goud met daarover een rood Andrieskruis. De reden voor deze ingrijpende
verandering is de twist tussen de graaf van Holland en Gijsbrecht van Amstel. Het wapen van het geslacht Van Amstel lijkt op het oude wapen van de Van Wassenaars. Alleen kent het wapen van Van Amstel drie lichte (goud?) dwarsbalken op een donker (lazuur?) veld met daarover een Andrieskruis. Dirc II wil echter de relatie met de graaf van Holland goed houden en elke associatie met de Van Amstels uitsluiten. Om die reden besluit hij het oude familiewapen drastisch te veranderen.
Dirc overlijdt in 1300.
Alias: Dideric van Wassennare
Zoon: Filips III van Wassenaar.
Bastaarden: Arent van den Dam, Willem
Afb: Zegel van Dirc II van Wassenaar (1294)
** Wassenaar, Van Wassenaar (wapen), Hendrik Theodoricus van Wassenaar
# UGW, HVW, DFW, WFW (14.1.2004)

Dirc III van Wassenaar (1280*-1320*)
Zoon van Filips III van Wassenaar. Gehuwd met Alverade van Leyden, dochter van Hendric van Cuyck. Door dit huwelijk wordt Dirc van 1307 tot 1310 burggraaf van Leiden.
Huurt volgens bron RHH (Grafelijke Lenen; p 88) in 1317 stuk land in Monster waarvoor hij 18 d. aan renten betaalt. Vermeld als Dirric Wasnaer.
Udh: Filips IV van Wassenaar.
# UGW, RHH

Dirk van Mathenesse (1285*-1345)
Stamvader van het geslacht Van Mathenesse. Eigenlijk Dirk II van Bokel. Zoon van Dirk I van Bokel (gb 1250), ambachtsheer van Mathenesse bij Rotterdam.
Vermeld in 1317 in bron RHH (p 85) wegens een grafelijke leen up de Gheest in Eikenduinen. Hij moet 21 d. renten betalen. Vermeld als Dirric Buekel.
In 1326-46 beleend met 6 morgen land te Eskamp (Haagambacht), nabij Eikenduinen. De leen wordt overgedragen aan Matthijs Willemsz van Cranenburg*.
Vermeld in 1334 in bron RHH (p 180) ivm grafelijke renten te betalen door kinderen van hem wegens landhuur in Eikenduinen.
In 1342-45 eigenaar van de ambachten Sluipwijk, Ravensburg, Vroonmade en Oud- en Nieuw-Gravenkoop. In 1382 wordt Alijd Jansdr van Cranenburg ermee beleend door graaf Albrecht.
Overlijdt 11.2.1345. Hij laat alleen een bastaardzoon na.
Wapen: Op zilver een rechter schuinbalk in rood, beladen met drie zespuntige sterren van goud. Gecreëerd in 1315*.
** Bokel, Cranenburg/Mathenesse, Van Mathenesse
# KJS, OV85, DAB

Dirric Heynensz van Kranenburg (1290*-1316*):
Zoon van Hein van Kranenburg en NN te Eikenduinen.
Woont in Eikenduinen. Ghm NN.
Vermeld in bron RHH wegens renten ivm landhure:
1317 Dirric Heynen soons kinder --- up den Vene te Eikenduinen --- 2 sc.
1317 Dirric Heynen soons kinder --- up de Gheest te Eikenduinen --- 9 sc. d.
1334 Herman Dirck Heynensz --- up den Nortveen te Eikenduinen --- 8 d.
Dirric Heynen en zijn vrouw zijn zelf niet vermeld. Mogelijk zijn ze reeds overleden.
Kinderen: o.a. Herman Dirck Heynensz.
** RHH, Eikenduinen
# RHH

Dirck van Cranenburg (1295*-1355*):
Zoon van Engelbert I van Cranenburg (gb 1265) en NN.
Ridder. Woont in Eikenduinen. Ghm Elisabeth van Beieren*, dochter van hertog Lodewijk IV van Beieren (1282-1347) en zuster van hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland.
Bezegelt met zijn broer Willem e.a. het verdrag van Heer Willem van Oudshoorne, Aarlanderveen en Rijnenburg met diens broer Dirck van Oudshoorn, Knaepe, Victorsdag 1330.

Bron RHH schrijft in 1317 voor de regio Eikenduinen (Cnoepstoc?)

Item ontfaen van den renten van den dunen bi Dirc den jagher ende Heyne den coster    11 £ 2 sc.

Dit moeten wel zijn Dirck van Cranenburg en zijn oom Hein van Kranenburg. In die tijd wonen er meer Van Cranenburgs~ in Eikenduinen en wel specifiek Up de Gheest, de geestgronden ofwel duinwallen van Eikenduinen. Naar de huurprijzen in die tijd in Eikenduinen moet het een enorm groot gebied zijn. Ruw geschat circa 82 Morgen, ofwel 73.8 Ha.

Gezien het feit dat Dirck jager is en het feit dat hij een zeer groot gebied bezit, moet Dirck wel een welgeborene zijn, die een riddermatig leven voert. Dat doet ook zijn vader Engelbert I van Cranenburg (ZA).
Wapen: op rood drie kraanvogels in zilver, links gekeerd, 2-1 geplaats, houdend een steen in de rechter opgeheven poot. (> FW Van Cranenburg Duinen)
Udh: Aechte van Cranenburg (gb 1330), Engelbert II van Cranenburg (gb 1335) en Johanna van Cranenburch (gb 1345). Vrij zeker ook Dieric van Cranenburch (gb 1327) en Joannes van Cranenburch (gb 1345).
** Tweelingen
# HRAC, BRQ, RHH

Theodorus van Cranenburgh (1305*-1365*):
Mogelijk een zoon van Everardus van Cranenburgh (gb 1285), geboren in Bleiswijk of Eikenduinen. Later mogelijk wonend in Utrecht.
In de 14e eeuw begint de ontginning van het veengebied Nijbroek op de Veluwe. De graaf van Gelre heeft daartoe opdracht gegeven. Het hele gebied wordt opgedeeld in percelen, die te koop worden aangeboden. De administratie van de verkoop is een 'lijst van ontvangsten aan handwissel vanwege de koop en verkoop van grond'. De rentmeester van de Veluwe maakt deze lijsten op. Op de lijst van 1334-1335 (RAG, HA, ivn 372) komt een groot aantal namen voor, waaronder die van Theodorico de Cranenboergh ofwel Theodorus van Cranenburgh. Letterlijk staat er:

Item a Theodorico de Cranenboergh de vii iugeris et iii hunt emptis erga Johannem Duem.
ofwel:
Idem aan Theodorus van Cranenburgh gedaan 7 juk (morgen) en 3 hont [3/6 morgen] verkocht tegen twee Johannem [muntsoort]
Het gaat om 7 morgen + 3/6 morgen = 7.5 morgen = 6.8 Ha land, gekocht door Theodorus van Cranenburgh voor een bedrag van 2 Johannem = 27 shilling 6 duiten. Het land is in feite een moeras dat ontgonnen moet worden.

Bron GTW (p14-16) schrijft:

Twee grote ontginningen op de Veluwe waren het Olde Broek en het Nije Broek. Graaf Reinold II pakte het voortvarend aan. Op 25 februari [1334*] kwam er een oorkonde waarbij het recht van ontginnen van het Nije Broek werd gegund aan Johanne Veerenbartenssoons en Maarten Willems: ...
...
Een van de punten uit de oorkonde was dat de bewoners van het Nijbroek vrije lieden zouden zijn, en geen andere overheid hoefden te erkennen dan de graaf (hertog) van Gelre. Als hoofd van het richterambt Nijbroek werd een richter (rechter) aangesteld. Deze werd bijgestaan door uit de bevolking gekozen schepenen (raadslieden).
Uit bovenstaande citaat kan men concluderen dat Theodorus van Cranenburgh een vrij man is, die welhaast zeker in Gelderland woont en daardoor dus geen andere overheid hoefde te erkennen dan de graaf van Gelre.
¶ In een artikel De cope-ontginning Nijbroek van G.J. Borger e.a. stellen de schrijvers dat de meeste kopers mensen uit de nabije omgeving zijn, maar dat enkelen van verder gelegen regio's komen. Ze noemen o.a. Hendrik van Elst en op de lijst van 1333-1334 vinden we zelfs een Hendrik van Keulen en een Jacob van Nassouwe. De schrijvers hebben het over herkomstnamen, zodat we mogen veronderstellen dat Hendrik van Elst uit Elst komt, Hendrik van Keulen uit Keulen en Jacob van Nassouwe uit Nassau. Voor die tijd geen geringe afstanden. Op pagina 89 schrijven de auteurs dat historicus Fockema Andreae stelt dat de ontginners afkomstig zijn uit het Hollands-Zeeuwse watergebied (Studiën I. 9) Dat zo zijnde kan Theodorus zijn roots heel goed hebben in Bleiswijk of daaromtrent, waar immers ook grote veengebieden zijn. In dat geval is hij mogelijk een kleinzoon van Bartholomeus II van Wassenaar, stamvader van het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck.
¶ In Nijbroek staan anno 2010 65 boerderijen. Daarvan dateren zeker acht uit de 14e eeuw, of ze staan op een plek van een boerderij uit die tijd. Van deze acht oudste hoeven staan er vier aan de Middenweg dwars door Nijbroek en vier aan de randwegen van Nijbroek. Dit betekent dat de ontginning tegelijk is gestart vanaf de randwegen (R) en vanaf de centrale Middenweg (M).
¶ Hieronder de acht genoemde boerderijen. Codes: AL (alias), AN (annex), GB (gebouwd), NBC (NB Cranenburg), OP (oppervlak), OV (oudste vermelding), TVC (Theodorus vCbg).
Blankemate Blankematerweg (x) 2 //Oene-Welsum -- HRX2
OV 1394 (x); AN Klein Blm, Groot Blm, Hoge Blm, Lage Blm
Cranenburg* xx
OV 1334; OP 1334 7.5 morgen = 6.8 Ha; NB Theodor was vrij man! > Vrijhof
Eikenhoeve Middendijk (x) 72 -- HMX4
OV 1923 GB 1923 Genoemd naar naastgelegen weiland, vermeld in 1861 en 1887 op knrs A31 en A32 (Boerderijen Voorst) NB Eikenhoeve kan nimmer een orginele naam zijn voor een weiland. Dat weiland zal dus zijn genoemd naar een oudere hoeve die daar stond. OV oude hoeve = 1334* NBM (x); OP oude hoeve = minimaal 18 Ha NBC (x) NB Cranenburg Eikenduinen Haaglanden (x)
Fransenberg achter Middendijk (x) 31 -- H*EX4
Soort havezate! (x); AL: Fransenburg, Frankenburg; Oud. (x); OP 2010* 1,2 Ha (x)
Grote Geer Vaassenseweg 54 -- HRX2
OV 1334 (x); OP 1334 1 hoeve = 16 morgen = 13.8 Ha (x*) NBC; OP 1837 36.3 Ha
Hagenhoeve Oude Wezenveldseweg 22 --HRX2
OV 1379 (x); OP 1650 1 hoeve = 16 morgen (x) NBC
Komme Middendijk tussen 75a en 77 -- HMX2
OV 1350 (x); OP klein (x)
Rode Hoeve Middendijk (x) 14 -- HMX3
OV 1399 (x); OP 1650 14 morgen (x) NBC
Ter Inde Middendijk (x) 55 -- HX3
OV 1350* (x); OP 1618 48 morgen (x) NBC
Vrijhof Middendijk (x) 61 -- H*MX2
vrijhof = belastingvrij hof (x); NB TVC was vrij man!
Ziel de Ziele (x) 6-8 -- H*RX3
ziel = zijl = sluis; OV 1350* (x); OP 1648 24 morgen (x) NBC
¶ Van genoemde acht hoeven lijkt de Eikenhoeve de meest waarschijnlijke hoeve van Theodorus van Cranenburgh. Redenen:
- De mogelijke vader van Theodorus is Everardus van Cranenburg, die mogelijk afkomstig is uit Eikenduinen, waar in zijn tijd meer Van Cranenburgs~ wonen. Deze these wordt gesterkt door de eerer genoemde stelling van historicus Fockema Andreae dat de ontginners afkomstig zijn uit het Hollands-Zeeuwse watergebied (Studiën I. 9) Dat zo zijnde kan Theodorus zijn roots heel goed hebben in Bleiswijk of daaromtrent, waar immers ook grote veengebieden zijn en vele Cranenburghs~ woonden en wonen.
- Als Everardus van Cranenburgh inderdaad afkomstig is uit Eikenduinen en Theodorus een zoon is van hem, dan is Theodorus mogelijk geboren in Eikenduinen.
- Nijbroek is in 1334 nog een groot moerasgebied, dat ontgonnen moet worden. De ontginning zal vele jaren hebben gevergd.
- Eikebomen groeien niet in moerassen. Ze hebben droge of licht vochtige maar losse grond nodig. Zomereiken vedragen iets meer vocht dan wintereiken, maar alleen in beperkte mate.
- Het noordlijke deel van Nijbroek ligt van oudsher hoger dan de rest van Nijbroek. De grond bestaat daar uit een mix van zand en leem.
- De huidige hoeve Eikenhoeve in Nijbroek is genoemd naar een nabijgelegen weiland met die naam. De term hoeve in een orginele veldnaam is niet gebruikelijk. Ze duidt er eerder op dat het weiland zo is genoemd naar een hoeve met de naam Eikenhoeve die aldaar stond.
- Historisch is in Nijbroek een hoeve een landmaat die 18 Ha omvat. De genoemde perceelnmmers uit de 19e eeuw betreffen het weiland Eikenhoeve A31/1861 (1.5 Ha) en A32/1887 (0.5 Ha). (# Hr Lubberts, Oudheidkamer Voorst, dec 2010) Deze maten voldoen niet aan de norm dat een hoeve 18 Ha groot moet zijn. Van het weiland Eikenhoeve zijn vooralsnog geen oudere gegevens bekend. Het lijkt per saldo dat het weiland deel had uitgemaakt van een groter complex met de naam Eikenhoeve en dat het het weiland uit de 19e eeuw daarvan een restant was.
- Natte gronden worden historisch gebruikt als weidegrond, omdat ze ongeschikt zijn voor landbouw. Het weiland bij de oude Eikenhoeve zal derhalve vrijwel zeker in het oorspronkelijke veengebied hebben gelegen.
- De huidige Eikenhoeve (2010) staat in het noordelijk deel van Nijbroek aan de Middendijk (richting Oene), nabij de Vloeddijk, alwaar een oude sluis staat daterend uit circa 1340 toen de ontginning van Nijbroek vorm kreeg.
- Inspectie ter plekke december 2010 leert dat de hoeve staat nabij het einde van de Middendijk richting Oene en wel rechts (oostkant) van de weg op grond die circa 50 Cm hoger ligt dan de grond links (westkant) van de weg. De locatie grenst aan de Vloeddijk, die overgaat in de Blankematerweg langs de wetering. Richting centrum Nijbroek daalt de grond aan de oostkant van de Middendijk vrij snel en ligt na circa 200 meter zowat op gelijke hoogte als de grond aan de westkant van de Middendijk.
- De oude Eikenhoeve zal dus gestaan hebben op of nabij de rand van de hogere zandgrond in Noord Nijbroek. Dit gebied was oorspronkelijk sterk onderhevig aan overstromingen van de IJssel. Daarom werden er sloten en sluizen aangelegd om de waterstroom te reguleren en heel Nijbroek droog te houden. Bron GTW (p 15) schrijft daarover:
Het eerste waarmee de ontginners te maken kregen was de instroom van water tijdens overstroming van de IJssel. De ontginning werd omringd door dijken. Aan de westzijde van Nijbroek werd de Grift gegraven om vrije instroom van die zijde te voorkomen. Het water dat via weteringen of andere waterlopen vanuit het noorden vrij Nijbroek kon instromen werd in de loop der tijd gekanaliseerd, verbreed en uitgediept. De Flierte, Twellose Beek, Kromme Beek, Tuylse Leisloot, Hunderse Leisloot, Kraaigrave, alle voerden hun water af naar het laag gelegen Nijbroek. ... De geërfden (grondeigenaren) die wilden lozen op de Grote Wetering moesten ook bijdragen in de kosten van onderhoud van wetering en sluizen die in het noorden en zuiden van Nijbroek waren aangelegd. Dit zal niet alleen voor de Grote Wetering hebben gegolden, maar ook voor het gebruik van alle waterlopen in beheer bij de ontginners.
- Inspectie ter plekke januari 2011 leert dat de Vloeddijk hoger ligt dan de gronden langs de dijk en dat de Vloeddijk in de bocht bij de Wetering overgaat in de Blankematerweg. In die bocht is duidelijk te zien dat de dijk is aangelegd om de instroom van water uit Welsum te weren en dat de Wetering het instromende water moet afvoeren. De Blankematerweg is een dijkweg gaande richting Blankemate. Deze naam betekent vrij zeker de maat (mate, weide) die vaak blank stond door instromend water.
 
- De inspectie van januari 2011 leert tevens dat het gebied tussen de Vloeddijk, de Blankematerweg (dijk) en de Middendijk ondanks de dijken toch behoorlijk nat is door de aanhoudende sneeuwval en regen van de voorgaande weken. Vrij zeker te nat voor eiken. Er zijn in de enclave daadwerkelijk ook nergens eiken te zien vanaf de weg.
- Per saldo lijkt de kans reëel dat de zoom van de zandhoogte van Nijbroek Noord vóór de aanleg van de dijken, sloten en sluizen zeker te nat was voor eiken. Als er ooit eiken stonden, dan moeten die derhalve zijn geplant na de aanleg van de dijken en de wetering ergens rond 1340 AD.
- Qua naam valt de de Eikenhoeve nogal uit de toon vergeleken met de namen van de andere boerderijen in Nijbroek. Er is daarvoor nog geen verklaring gevonden. (# Hr Lubberts van Oudheidkamer Voorst 8.12.2010)
- Gezien al het voorgaande mag worden geconcludeerd dat de oorspronkelijke hoeve de naam Eikenhoeve kreeg nadat de eigenaar van de hoeve aldaar eiken heeft geplant na circa 1340 AD of om een andere reden. De kans is echter reëel dat daar nimmer eiken stonden gezien de natheid van de grond. De term eiken in de naam Eikenhoeve moet dus zijn toegekend niet omdat daar (al) eiken stonden maar nadat de eigenaar ze aldaar had geplant of zelfs helemaal niet. Maw: de naam Eikenhoeve kan aan de hoeve zijn toegekend zonder dat aldaar ooit eiken stonden. De vraag rest dan waarom de eigenaar de hoeve de naam Eikenhoeve gaf. Per saldo lijkt het volgende een reëele these:
>> Aangezien Theodorus van Cranenburgh mogelijk is geboren en getogen in Eikenduinen bij Den Haag, lijkt het niet onwaarschijnlijk dat hij zijn hoeve Eikenhoeve heeft genoemd naar Eikenduinen bij Den Haag, waar hij is geboren en getogen. Het gebruik van dierbare namen en termen uit hun herkomstgebied is bij migranten immers zeer gebruikelijk.
- Voorgaande these wordt gesterkt door het feit dat op bovengenoemde lijst van 1334-1335 (RAG, HA, ivn 372) naast de notitie voor Theodorico de Cranenboergh (Theodorus van Cranenburgh) eenzelfde notitie bevat mbt ene Theodorico de Cranenbroeck. De verwisseling van Kranenburg~ en Kranenbroek~ komt met name in die tijd in Zuid en Noord Holland vaker voor. In Nijbroek van die tijd geldt dat 1 hoeve = 16 morgen = 13.8 Ha. Cranenburgh en Cranenbroeck kopen ieder 7 morgen + 3/6 morgen = 7.5 morgen = 6.8 Ha land. Samen hebben ze dus 13.6 Ha grond. Later groeit het grondbezit uit tot circa 18 Ha. Dus iets groter dan 1 hoeve.
>> Per saldo mogen we derhalve aannemen dat de Eikenhoeve welhaast zeker is gekocht door ene Theodorus van Cranenburgh afkomstig uit Eikenduinen bij Den Haag. Temeer daar bovengenoemde historicus Fockema Andreae stelt dat de ontginners van Nijbroek afkomstig zijn uit het Hollands-Zeeuwse watergebied. Daartoe wordt Eikenduinen bij Den Haag zeker ook gerekend. Eikenduinen was in de 14e eeuw een mix van zandgronden, geestgronden, laagveen en moerassen waar vele verveners woonden.
¶ Nazaat*: Xx van Cranenburch (gb 1490; Deventer).
** Kranenburg Nijbroek, Turfindustrie, LNK, Cranenburg Eikenduinen, PgAng/Migratienamen

Dirk van Cranenborch (1315-1380):
Zoon van Gerard I van Horne (ridder) en Irmgard van Kleef.
Ridder. Heer van Cranenborch bij Kleef.
Vermeld 2.2.1377 in een regest (charter) van Den Bosch ivm een acte uit 1346. De acte heeft betrekking op Bertholdus de Hoesden en Petrus de Waderle, schepenen in Den Bosch.
Vermeld 5.3.1440 in de Bosche Protocollen (429.1210/46-3) ivm oude pachtkwestie in Moergestel:

... dominum Theodoricum de Horne dictus de Cranenborch militem ... ofwel
... de heer Theodorus van Horne genaamd van Cranenborch ridder ...

Alias: Dirk van Horne, Diederic van Hoorne, Theodorus van Horne, etc.
** Theodorus van Horne, Dirk van Horne
# loegiesen.nl 31.1.2007, DAB

Dirk van Horne (1315-1380):
Zoon van Gerard I van Horne (ridder) en Irmgard van Kleef.
Kleinzoon van graaf Dirk V van Kleef.
Alias: Diederic van Hoorne, Theodorus van Horne, Dirk van Cranenborch
** Theodorus van Horne, Dirk van Cranenborch

Theodorus van Horne (1315-1380)
Ridder, heer van Cranenburg (Kleef) en Perweys, zoon van Gerard I Heer van Horne en Althena en van Vrouwe Ermgardis (Irmgard) van Cleve, Vrouwe van Cranenburg (Kleef) en van Herlaer. Ghm Vrouwe Elisabeth NN.
Udh: Jan van Cranenborch.

Vermeld:
acte dd 6.11.1341 en acte dd 9.4.1348 in het RA Tilburg
Charter Regesten Den Bosch (2.2.1377)
post mortem in 8.3.1401 mbt het goed Ten Beerschot in Udenhout (1182 f 160)

Theodorus bemiddelt 24.1.1364 tussen Jan III van Polanen en Zweder van Abcoude in een geschil over een leen van het hoog en laag grecht van de Niervaert.

Theodorus van Horne leeft in de zelfde tijd als Theodorus van Cranenburgh. Mogelijk zijn deze twee Theodorussen één en de zelfde persoon. Ook bij andere Heren van Cranenburg zien we dat ze (Van) Cranenburg als geslachtsnaam gebruiken. Zo o.a. Johan van Haersolte tot Cranenburg (18e eeuw), die zich in Zweden (waar hij gezant is) gewoon Cranenburg laat noemen. Maar ook de nazaten van Theodorus van Horne noemen zich op een gegeven moment Van Cranenburg~.

Alias: Dirk van Horne, Diederic van Hoorne, Dirck van Hoerne, Dirk van Cranenborch
=* Theodorus van Cranenburgh
** Van Horne, Kranenburg Horne, VCK
# RA Tilburg/Oorkonden Midden-Brabant 1325-1349, Charter Regesten Den Bosch 1300-1399 (RAL Maastricht), OVG 1983 (p 116), DAB

Dieric van Cranenburch (1327*-1387*):
Mogelijk een zoon van Dirck van Cranenburg (gb 1295) en Elisabeth van Beieren* te Eikenduinen.
Baljuw van Delfland en Schieland. Ruwaard van Holland. Neef van hertog Albrecht van Beieren (gb 1330), graaf van Holland. Mogelijk is Dierics moeder een zuster van Albrechts vader, Lodewijk van Beieren.
Vermeld in een regest van 24 mrt 1357.
Vermeld 24.3.1358 ivm benoemen van bode (bodeambacht). Bron RGL p 174:

24-3-1358: Nadat heer Dieric van Cranenburch, baljuw van Delfland en Schieland, de stad onrecht had aangedaan, ontvangt deze het recht terug (Oud archief Rotterdam, inv.nr. 683, f8)

Alias: Dieric van Cronenburch
Zoon*: Floris van Cranenburch (gb 1367).
=* Xx van Cranenburg (gb 1326)
** Alijd Jansdr van Cranenburg, Kronenburg~, Ruwaard
# KJS, OVG 1986 (p 174), OA Rotterdam (ivn 683 f8), KBG

Dirc IV van Wassenaar (1330*-1391)
Zoon van Filips IV van Wassenaar. Baanderheer van Wassenaar, burggraaf van Leiden. Huwt 1354 zijn nicht Machtild Oem, dochter van Gilles Oem (Heer van Barendrecht) en Maria van Amerongen Heer Vrederiksdr.
Alias: Diderik van Wassenaar.

Dirk Poes Jansz van Leyden (1341*-1401*)
Patricier te Leyden. Woont 1368 naast het grafelijk hof.
Staat in 1381 borg voor Claas Willemsz van Cranenburg.
In 1385 belendt zijn huis dat van Steven Everardsz van Cranenburch.
Zoon*: Johan Dodo van Leiden (> Gerlach van Kranenburg)
** Van Leyden, Steven Everardsz van Cranenburg (gb 1343), Gerlach van Kranenburg (gb 1412; > Johan Dodo van Leiden)
# FVK, JVH

Dirc Woutersz van Cranenburgh (1350*-1410*):
Zoon van Wouter Everardsz van Cranenburgh (gb 1315) en NN te Utrecht.
Woont op hofstede Kranenburg te Utrecht. Ghm NN.
** Kranenburg Utrecht (Hofstede/Bewoning)

Dirc van Cranenburch (1361*-1421*):
Vrij zeker een zoon van Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1330) en NN, wonend aan de Molenstraat in Den Haag.
Woont in de Molenstraat in Den Haag. Ghm Geertruut Xx.
Vermeld 1.2.1411 in een acte waarbij Geertruut, vrouw van Dirc van Cranenburch, als voogdes van haar man verklaart schuldig te zijn aan de Heilige Geest een jaarlijkse losrente van 20 schell. holl., verzekerd op haar huis en erf in de Molenstraat.
# archieven.nl 28.9.08 (Heilige Geest en Heilige Geesthofje tgn 0006-01; Haags Gemeentearchief)

Dirck van Cranenborch (1375*-1435*):
Mogelijk een zoon van Jan van Cranenborch en Margriet NN.
Woont in Nijmegen en Den Bosch*. Ghm NN.
Is in 1405* getuige van de moord op Jacob van Wiert door Lemken van Acht.
Vermeld op de lijst 'Schatting Nijmegen 1418/19'.
# Schoutrek. ARA Brussel (ivn 074.6.1.12), DAB

Dirc Willemsz van Cranenburg* (1395*-1455*)
Mogelijk een zoon van Willem Willemsz van Cranenburg en Kathrijn van Beveren te Eikenduinen. Ghm NN.
Vermeld 10.8.1446 ivm een schuld van 2 pond Hollands per jaar van zijn oom Andries Michielsz aan Dirc, gaande uit het huis en erf van Andries aan het Noorteynde in Den Haag (AKD p 60).
# AKD

Dirk Engebrechtsz van Cranenburg* (1399*-1475*)
Mogelijk een zoon van Eggebrecht Jansz van Cranenburg en NN in Den Haag.
Mogelijk ghm Margriet Andriesdr.
Vermeld 1464 als hoofdman van het Sacrament Gasthuis in Den Haag.
In de St Jacob Kerk is een memorie van Dirk Engebrechtsz en Margriet Andriesdr (NAD, Familiearchief Van Vredenburch 248 fol 3).
$ Dirk Engelbertsz
# HGE

Dirk Henriksz van Cranenborch (1410*-1470*)
Zoon van Henrik van Cranenborch (gb 1380) en NN.
Is poorter van Den Bosch.
# RLH

Dirick van Cranenburch (1420*-1480*):
Vrijwel zeker een zoon van Engelbert III van Cranenburg.
Woont in Den Haag waar hij diverse huizen bezit. Ghm NN.
Vermeld 4.11.1453 (acte KHD) betreffende een jaarlijks te betalen bedrag van 1 Hollandse Pond tbv het altaar in de Jacobskerk in Den Haag.
Vermeld 29.7.1455 in Den Haag ivm erkenning van een recht op een voet in de laan bij het Sint Lijsbetten Zusterhuis.
Alias: Dirc Engebrechtsz
Udh: Wouter Dirxz en Adriaen Dirixsz van Cranenburch
# KHD, AKD (p 24)

Dirck Gijsbrechtsz van Cranenburg* (1437*-1497*):
Mogelijk een zoon van Ghijsbrecht Jansz van Cranenburg (gb 1411) te Maasland.
Vermeld op 22.6.1468 in bron AKD ivm de verkoop van 2 morgen land aan het Convent van St Lijsbetten in Den Haag.
Pacht boerderij Blankenhoeve op de Vrouwe Ven te Warmond van de Abdij van Rijnsburg. Op 19.4.1498 gaat bij acte de pacht over op Claes Reynoutsz van Cranenburch.
Alias: Dirck Ghijssen
** Claes Reynoutsz van Cranenburch
# AKD, SRO (p 172)

Dirck Vranken Cranenburgh (1470*-1552):
Zoon van Vranck Matheusz Cranenburgh en NN te Lisse. Ghm NN.
Dirck woont enige tijd in Lisse NO van een stuk land genaamd het Slechte Velt.
Vermeld in 1498 op de lijst VML wegens vermogensbelasting te Leiden. Hij woont volgens deze lijst in de wijk Overmare.
Later is Dirck bouwman op de Vrouwe Ven tnv 't Cloosterland en vallend onder Warmond. Hij woont daar op boerderij Pennings aan het Vennemeer. Dit pand koopt hij vóór 1534. Hij pacht 32 morgen land, verdeeld in twee partijen (weren) van de Abdij van Rijnsburg. Op de ene weer staat z'n boerderij; de andere weer wordt gebruikt door ene Cornelis Jansz.
Voor de 32 morgen land betaalt zoon Claes Dircksz aan pacht in 1534 47 pond, in 1539 51 pond, in 1545 64 pond en in 1550 69 pond. Kennelijk wordt het land door hem gebruikt. Dat is goed mogelijk want vader Dirck Vranken is in de periode 1510-1550 kastelein van Huys Dever te Lisse en pacht daar 33 morgen en 85 roeden land van leenheer Nicolaes van Mathenesse.
In 1550 is zoon Huych eigenaar van de boerderij, mogelijk door erfenis c.q boedelscheiding wegens de dood van zijn vader. Hij pacht dan 34 morgen land.
Alias: Dirck Vranck, Dirck Vrankenz.
Udh: Claes Dirck Vranken, Huych Dircks, Leendert Dirck Vranckenz, Mathijs Dircksz, Cornelis Dirck Vranken, Vrank Dirksz en Ysbrant Dircx Cranenburgh en Xx van Cranenburch (gb 1503 Warmond).
$ Dirk Vrankenz
** Pennings Vennemeer, Cranenburgh Alkemade, Cranenburgh Lisse, Huys Dever te Lisse, Cranenburg & Mathenesse, Zijplant, Van Cranenburch Warmond
# KOJ, KHN, SRO (p 171-172), A447M, NKS, OVG 1974 (p 134), TVP, VML

Dirick van Cranenborch (1480*-1540*):
Woont mogelijk in Den Bosch. Ghm NN.
Genoemd in de Schoutsrekening 1514 van Den Bosch ivm verwonding door Adriaen Everits. In de regel daarop wordt ene Jan Dircxz genoemd, verwond door Aert Danels. Mogelijk is die Jan Dircxz (gb 1505) een zoon van Dirick van Cranenborch.
Alias: Dirick van Craenenborch.
** Xx van Cranenborch (gb 1445; Den Bosch)

Dierck van Cranenborch (1481*-1541*):
Woont in Den Bosch. Ghm Katharine Noppen, dochter van Roeloff Noppen en Barbara van Borchenen.
Udh: Dierck (1514), Roelof Dircx (1516), Sebastiaen (1518), Gerard (1520) en Elizabeth (1523) van Cranenborch.
# bossche-encyclopedie.nl 23.8.08 (Erfdeling RA1843 23.1.1541 f40)

Dirck Xzn van Cranenborch (1490*-1550*)
Vader van Roelof Dircx van Cranenborch in Den Bosch.
** Dierck van Cranenborch (gb 1481; Den Bosch)

Dirk Jorisz van Cranenborch* (1495*-1555*)
Mogelijk een zoon van Joris Claes Florisz van Cranenborch en Catharina Pouwelsdr.
Vermeld in 1530 als Welgeborene in Rijnland.
# LWR

Dirk Wouter Gerritsz van Cranenburg* (1500*-1560*)
Vrij zeker een zoon van Wouter Gerritsz van Cranenburg te Eikenduinen.
Vermeld in 1533 als Welgeborene in Rijnland.
Zoon*: Dirk Dirksz van Cranenburg.
** Roelof Dircx van Cranenborch
# LWR, KBG

Dirck Woutersz van Cranenburch* (1504-1580):
Mogelijk een zoon van Wouter Jansz van Cranenburch uit Warmond.
Woont in Katwijk, waarschijnlijk in een klooster. Sinds 1528 in Den Haag, waar hij een huis bezit aan de Lange Voorhout. Ondertekent daar mede het testament van Vrouwe Jeanne van Halewijn, vrouwe douariere Van Wasseaar.
Vermeld in 1533 als Welgeborene in Rijnland.
Sinds 1534 pastoor van Wassenaar en huiskapelaan van de Van Wassenaars. Schrijft een genealogie voor hen o.a. gebaseerd op stukken uit hun eigen archief, zijn eigen archief en op oude kronieken.
Gezien zijn naam, leefperiode, regio en functie is Dirck mogelijk een zoon van Wouter Jansz van Cranenburch uit Warmond. De Van Cranenburchs stammen immers af van Bartholomeus II van Wassenaar en hebben goede contacten met hen. Claas Willemsz van Cranenburg (1360-1450) woont bijvoorbeeld enige jaren in Wassenaar en is daar kerkmeester.
Bron UGW (p 47) schrijft dat Dirck pastoor is van de dorpskerk in Wassenaar. In 1566 komen Herpert van Raephorst, Frits van Egmond, Mr Symon Schermer en anderen de kerk binnen en zingen daar luidkeels enkele Geuzenliederen. Dirck protesteert hiertegen, maar krijgt een klap in zijn gezicht. De zaak komt voor de vierschaar. Herpert c.s. worden veroordeeld o.a. wegens eerdere vernielingen in de kapel van Cralingen en van Raephorst.
Dirck Woutersz is een waardig en algemeen geacht man, zoals blijkt uit de verhoren in 1566-67 nav de ongeregeldheden in de Wassenaarse kerk. Dirck Woutersz zelf wordt verhoord op 2.1.1568. (J. Smit: Den Haag in de Geuzentijd; 1922).
Zondag 26 juli 1573 trekken Geuzen van Leiden naar Wassenaar en steken daar de kerk, de molen en een aantal huizen in brand. Dirck Woutersz vertrekt uit Den Haag. Waarheen is vooralsnog niet bekend. Op 25 mei 1575 krijgt hij van de Staten van Holland een jaargeld 'in aensieninge van den ouderdom des suppliants ende dat deselve is staende ter goeder name ende fame', plus een vergoeding.
In de zomer van 1580 overlijdt Dirck Woutersz. De klok van de Grote Kerk in Den Haag wordt voor hem geluidt. Hij wordt begraven in Wassenaar op kosten van de kerk.
Alias: Dirk Woutersz van Catwijk.
Zoons*: Jan Dircxz van Cranenburch en Cornelis Dircksz Cranenburgh.
** GWD, Bron 1380, HRAC
# HVW, LWR, UGW, WST 5.4.2007, KBG

Dirk Vrankenz Cranenburgh, Jonge (1508*-1568*):
Zoon van Vranck Vranckenz Cranenburgh en NN te Leiden.
Vermeld in 1543 in bron MBR wegens pacht van land in Langeweg van de Abdij van Rijnsburg.
Alias: Jonge Dirk Vrankenz
Udh: Cornelis Dircksz Cranenburgh (Jonge; gb 1538).
# MBR

Dirck Willemsz Cranenburgh* (1510*-1570*)
Mogelijk een zoon van Willem Vrancke Cranenburgh en Maritge Cornelisdr te Warmond.
Vermeld in 1543 in bron MBR wegens pacht van grond van de Abdij van Rijnsburg in Alkemade en Langeweg.
# MBR

Dierck van Cranenborch (1514*-1574*):
Zoon van Dierck van Cranenborch en Katharine Noppen in Den Bosch.
# bossche-encyclopedie.nl 23.8.08 (Erfdeling RA1843 23.1.1541 f40)

Dirck Thijsz Cranenburgh' (1520*-1580*):
Zoon van Mathijs Dircksz Cranenburgh (gb 1495) en NN te Warmond.
Ghm Geertgen Jacobsdr.
Udh: Cornelis Dircksz Cranenburgh (gb 1555; Warmond).

Dirck Xzn Cranenburgh (1520*-1580*):
Zoon van Xx Cranenburgh (gb 1485) en NN te Warmond*.
Udh: Cornelis Dircksz Cranenburgh (gb 1555; Warmond).

Theodorus van Cranenborch (1534*-1594*):
Mogelijk een zoon van Peter van Cranenberch (gb 1497) in Den Bosch.
Genoemd in de Bosche Protocollen dd 24.11.1569. Ghm Anne Thielman Hagens.
# ABP, KBG

Dirk Dirksz van Cranenburg* (1540*-1600*)
Mogelijk een zoon van Dirk Wouter Gerritsz van Cranenburg te Eikenduinen.
Vermeld in 1575 als Welgeborene in Rijnland, wonend in Leiderdorp.
# LWR

Theodorus van Cranenborch (1550*-1610*):
Zoon van Xx van Cranenborch (gb 1515) en NN te Roermond*.
Mogelijk een nazaat van Petrus van Cranenborch (gb 1291) in Roermond.
Woont in Roermond. Ghm Willemina Cornelisdr.
Udh: Willem van Cranenborch (gb 1585 Roermond).
# > Willem van Cranenborch

Dirc Anthonisz Cranenburgh* (1555*-1615*):

Mogelijk een zoon van Anthonis Frankensz Cranenburgh te Lisse.
Woont in Oude Wetering.
Op 3 januari 1577 ontvangt hij 15 Carolus guldens voor steun aan de Staatse vloot bij de belegering van Haarlem. Hij is met zijn schouw over het Haarlemmer Meer gevaren om de Staatse vloot te helpen. Dirc tekent met zijn merk: een anker.
Dirc Anthonisz is mogelijk schuitenmaker, ofwel scheepsbouwer. Het merk waarmee hij tekent (een anker) is namelijk een symbool dat door schuitenmakers in zijn tijd veel wordt gebruikt. Bovendien zijn in die tijd in Oude Wetering vele scheepswerven gevestigd.
Merk: een omgekeerd anker
Zoon*: Huybert Dircksz Kranenburg.
@ merk van Dirc Anthonisz
** A447M, Oude Wetering
# A447M

Dirck Cornelisz Cranenburch, Oude (1555*-1625*):
Zoon van Cornelisz Dirck Vranken Cranenburch (Oude; gb 1508) en NN te Warmond.
Woont in Warmond. Ghm NN.
Vermeld in Morgenboek Warmond 1612 fol 22v:
Oude & Jonge Dirck Corn.soonen eijgen haer hoffestede - (sic)
Dirck Cornelisz. Cranenburch eijgen sijn twee hoffsteden mette werve van Geerte Jonckers - iij½ [30.5] hont [4.3 Ha]
Noch eijgen het werffgen van Stijnen - (sic)

De gezamenlijke vermelding van Dirck Cornelisz (Oude) & Dirck Cornelisz (Jonge) Cranenburch suggereert een vader-zoon relatie. Temeer daar ze volgens de tekst op het zelfde adres wonen. Toch zijn ze neven. (> Warmond)
Vermeld in Morgenboek Warmond 1620 wegens 20 roede land van zijn weduwe.
Idem wegens eijgen [van] het croffgen van Stijnen door zijn erfgenamen.
Vermeld in Morgenboek Warmond 1636 wegens 20 roeden land van Crijn Crijnsz Noch eijgen seker erve eertijts gecomen van Dirck Cornelisz Cranenburch.
Dirck Cornelisz is dus inmiddels (1636) enige tijd (jaren) geleden gestorven.
** Warmond, Crijn Crijnsz Cranenburgh (gb 1568)

Dirck Xzn Kranenburg (1560*-1620*)
Woont te Hazerswoude*. Ghm NN.
Zoon: Huybert Dircksz Kranenburg.
=* Dirc Anthonisz Cranenburgh

Dirck Xzn van Cranenburch (1561*-1621*):
Woont in Hazerswoude*. Ghm NN.
Udh: Claes Dircksz (gb 1594), Sijmon Dircksz (gb 1596) en Cornelis Dircksz (gb 1598) van Cranenburch.

Dirck Crijnen Cranenburgh (1570*-1626*)
Mogelijk een zoon van Crijn Tijsz Cranenburgh in Warmond.
Woont in Strijen.
Huwt 1e 1597 Liesje Adriaanse Boender (1577*-1609*).
Udh*: Jan (Dirksz) Kranenburg (gb 1605; Fijnaart-Heiningen).
Huwt 2e 1610* Marietje Bartholomeusdr (1585*-1615*).
Kinderen allen geboren te Strijen:
Neeltje Dirks Cranenburgh (gb 1598*)
Maaike Dirks Kranenburg (gb 1600*)
Adriaantje Dirks Kranenburg (gb 1603*)
Meeuwis (Bartholomeus) Dirksz Cranenburgh (1611*-1670)
$ Dirk Krijnsz
** Neeltje Dirks Cranenburgh, Crijn Jorisz van Cranenborch

Dirck Cornelisz Cranenburch, Jonge (1573*-1655*):
Zoon van Cornelis Dircksz Cranenburch (Jonge; gb 1538) en NN te Warmond.
Woont in Warmond. Ghm Duijfgen Mourijnsdr, dochter van Mourijn Pietersz.
Vermeld 1608 in Morgenboek Warmond wegens bezit van 1.5 morgen land.
Idem wegens 3.5 hont land in de Waert.
Idem wegens 1 morgen en 3.5 hont land op 't Molengat van 't Gasthuis te Leiden.
Vermeld in Morgenboek Warmond 1612 fol 22v:
Oude & Jonge Dirck Corn.soonen eijgen haer hoffestede - (sic)
Dirck Cornelisz. Cranenburch eijgen sijn twee hoffsteden mette werve van Geerte Jonckers - iij½ [30.5] hont [4.3 Ha]
Noch eijgen het werffgen van Stijnen - (sic)

Vermeld in Morgenboek Warmond 1620 wegens 20 roede land van zijn weduwe.
Idem wegens eijgen [van] het croffgen van Stijnen door zijn erfgenamen.
Vermeld 1620 in Morgenboek Warmond wegens verkoop van 25 roede land.
Idem wegens 4 hont teelland in Oosthoorn.
Idem wegens verkoop van 8 roede land.
Idem als man ende voocht van Duijfgen Mourijnsdr eijgen seecker erfe van Mourijn Pietersz 2 roede land.
Idem wegens koop van 50 roede land van Jan Jacobsz Cluft.
Idem wegens verkoop van 1.5 morgen land aan Ermpgen Pietersdr.
Vermeld 1652 in Morgenboek Warmond wegens 8 roeden land eertijds verkocht aan Crijn Crijnsz.
Idem wegens 25 roeden eertijds verkocht aan Cornelis Camerlijns erven.
Idem als man ende voocht van Duijfgen Mourijnsdr, eijgen seecker erve gecomen van Mourijn Pietersz.
Udh*: Cornelis Dircxz Cranenburch (gb 1617).
** Warmond, Van Cranenburch Warmond

Dirck Fransz van Cranenburch (1573*-1633):
Zoon van Frans Xzn van Cranenburch (gb 1536) en NN te Warmond.
Is timmerman/ondernemer in Warmond. Ghm NN.
Genoemd in transportacte dd 17.4.1633 (GA Warmond ivn 1195 Deel P fol 135):
De gebroeders Cornelis Dircxsz Cranenburch en Jan Dircxsz van Cranenburch, timmerluiden en erfgenamen van Dirck Fransz van Cranenburch, timmerman te Warmond, transporteren op 17 april 1633 aan Wijven Henricxdr, weduwe van Pieter Maertesz Rousch:

seecker huijsken ende erve, met alle 't geene daer inne, ende aen aert, ende nagelvast es, staende ende gelegen binnen de voorsz. heerlicheijt van Warmont. Belent ten noortwesten Benjamin Sampsonssz. Cuijper, met een gemeene scheijmuijer ten noortoosten Frans Bouderije boratwercker ende Pietertgen Bouderije sijn suster, ten suijtoosten Dirck Geritsz. Poelman mede met een gemeene scheijmuijer ende ten suijtwesten de gemeene laen.
Koopsom: 275 gulden.
Udh: Cornelis Dircxsz (gb 1607 Warmond) en Jan Dircxsz (gb 1609 Warmond) van Cranenburch.
** Van Cranenburch Warmond

Dirck Xzn van Cranenburch (1587*-1647*):
Woont in Endegast* (ZH). Ghm NN.
Zoon: Gerrit Dircksz van Cranenburch

Dirk Jacobsz van Cranenburch* (1588*-1648*):
Mogelijk een zoon van Jacob Jacobsz van Cranenburch (gb 1545) te Endegeest.
Vermeld in 1621-26 als Welgeborene in Rijnland, wonend in Alphen a.d. Rijn.
Zoon*: Gerrit Dircksz van Cranenburch (gb 1622) te Endegeest.
# LWR

Dirck Rijcksz van Cranenburch (de oude) (1600*-1640):
Zoon van Rijck Hesselsz van Cranenburch en Jannetgen Pietersdr te Rijnsburg.
Geboren in Rijnsburg.
Huwt 1625* met Trijntge Jaspers.
Genoemd 1623 in bron KHR ivm hoofdgeld vader.
Genoemd 2.6.1638 in bron UPB ivm testament vader. I.c.: Jannetge Dirxs, dochter van wijlen Dirck Rijcken en Trijntge Jaspers.
Opmerkelijk is dat alleen zij specifiek als kind van Dirck en Trijntge is genoemd. Kennelijk zijn er geen andere kinderen.
Genoemd 9.4.1640 in bron UPB ivm testament vader. I.c.: Jannitgen Dircx, nagelaten dochter van Dirck Rijcksz en Trijntge Jaspers.
Alias: Dirck Rijcken van Cranenburch
Udh: Jannetge Dirxs van Cranenburch (gb 1625).
Wapen*: op goud een kraanvogel in blauw, rood gepoot en gebekt, houdend een steen in de rechter poot. (> Van Cranenburch Bleyswyck)
=* Dirck Xzn van Cranenburch
# Trouwboek NDG Rijnsburg, KHR, UPB

Dirck Xzn van Cranenburch (1600*-1660*)
Mogelijk een zoon van Gerrit van Cranenburgh (gb 1555) en NN in Wageningen.
Woont in Veenendaal. Ghm NN.
Wapen: op een veld van goud een blauwe kraanvogel met een steen in de rechter poot.
Zoon: Aernt Dircksz van Cranenburch (gb 1630).
Mogelijk ook Cornelis Dircksz van Cranenburch (gb 1635).
# KBG

Dirck Cornelisz van Cranenburgh (1606*-1666*):
Zoon van Cornelis Xzn Kranenburgh (gb 1565) en NN te Hazerswoude.
Woont in Hazerswoude.
Genoemd 6.2.1640 wonend/landbezit in de Gemenewegspolder te Hazerswoude. (Protocollen Hazerswoude ivn 25 p 101v)
Genoemd 4.4.1641 ivm verkoop door derde aan derde van 7 morgen land belend ten westen Dirck Cornelisz van Cranenburgh. (Protocollen Hazerswoude ivn 25 p 325)
Genoemd 17.12.1641 verkoop door Crijn Pietersz Craen land in Hazerswoude belend ten noorden en oosten Dirck Cornelisz van Cranenburch. Ook genoemd is Cornelis Pietersz Craen. (Protocollen Hazerswoude ivn 25 p 415v)
# GHA 29.1.09

Dirk Xzn van Kranenburgh (1610*-1670*)
Woont in Leiden*. Ghm NN.
Zoons: Willem Dirkz van Kranenburgh (gb 1645) en Jacob Dirks Kranenburg (gb 1649).
=* Dirck Rijcksz van Cranenburch (jonge; gb 1618)

Dirck Cranenburch (1612*-1672*):
Zoon van Xx Cranenburch (gb 1577) en NN te Amsterdam*.
Woont in Amsterdam. Ghm NN.
Genoemd 4.8.1662 als Dirck Cranenburch Sr te Amsterdam op bestellijst te Gilze Rijen (# Vestbrieven Gilze en Rijen 1556-1717 Schepenbank Breda). Aangezien Dirck wordt genoemd als Dirck Cranenburch Sr heeft hij kennelijk een zoon, die eveneens Dirck heet, die dan rond 1640 geboren kan zijn.
Udh: Dirck Cranenburch (gb 1640 Amsterdam).
** Dirk van Cranenburch (gb 1630 Amsterdam)

Dirck Rijcksz van Cranenburch (de jonge) (1618*-1678*):
Zoon van Rijck Hesselsz van Cranenburch en Jannetgen Pietersdr te Rijnsburg.
Geboren in Rijnsburg.
Genoemd 1623 in bron KHR ivm hoofdgeld vader.
Genoemd 2.6.1638 in bron UPB ivm testament vader.
Genoemd 9.4.1640 in bron UPB ivm testament vader.
Huwt 12.5.1642 met Anneke Abrahamsdr.
Udh*: Willem Dirkz van Kranenburgh (gb 1645), Jacob Dirks Kranenburg (gb 1649), Mary Dircx van Kranenburgh (gb 1652) en Dominicus Dircksz van Cranenburg (gb 1659).
Wapen*: op goud een kraanvogel in blauw, rood gepoot en gebekt, houdend een steen in de rechter poot. (> Van Cranenburch Bleyswyck)
=* Dirk Xzn van Kranenburgh
# Trouwboek NDG Rijnsburg, KHR, UPB

Dirck Claesz van Cranenburch (1624*-1673):
Zoon van Claes Dircksz van Cranenburch (gb 1594) en Pietertje Ottendr te Hazerswoude.
Dirck is bakker. Hij woont ruime tijd in Voorschoten, waar hij 25.4.1649 huwt (Schepenbank) met Huijbertgen Cornelisdr Van Hogendorp.
Woont later in Hazerswoude, waar hij bakker is.
Genoemd 9.2.1685 ivm een rentebrief dd 23.5.1657 ivm Jan van de Kruijs in Alphen/Rijn. Bedrag rentebrief niet vermeld.
Overlijdt in Hazerswoude. Aldaar NH begraven 2.3.1673.
Alias: Dirck Claessen van Cranenburgh.
Udh: Ary Dircksz Cranenburgh en Cornelis Dircksz Kranenburgh.
# GHA 29.1.09, M. Kranenburg, DAB, KBG

Dirk Cornelisz Kranenburg (1624-1684*):
Zoon van Cornelis Meesz Cranenburch (Jonge), bouwman, en Neeltje Jansdr Steijnen in Warmond. Gedoopt NH 14.5.1624 te Warmond.
Huwt 1645 (otr NH 11.2.1645) te Warmond met Sijtje (Cijtgen) Willemsdr, overleden 1684.
** Van Cranenburch Warmond
# WS Gen. Willem Casteleijn 24.4.08

Dirck Xzn van Cranenburg (1624*-1688*):
Zoon van Xx van Cranenburg (gb 1589) en NN te Leiden*.
Woont in Leiden*. Ghm NN.
Udh: Dominicus Dircksz van Cranenburg (gb 1659) te Leiden.

Dirk Cranenburg (gb 1626*)
** Dirk van Cranenburch (gb 1630)

Dirk van Cranenburch (1630*-1690*):
Zoon van Jan Claesz van Cranenburch en Belytje Govertse van Keulen.
Geboren in Amsterdam.
Door de dood van zijn moeder sinds 28.3.1640 tot zijn mondigheid onder toezicht van de Weeskamer te Amsterdam.
Alias: Dirk/Dierck Cranenburg/Cranenburgh
Huwt 1e 1659* te Amsterdam met Agnietje Schimmels.
Udh1: Henricus (gb 1660), Catrina (gd NH 1661).
Huwt 2e 1666* te Amsterdam met Aeltie/Aaltje Jaspers Sicx.
Udh2: Henricus (gb 1667), Anna (gd NH 1673), Catharina (gd NH 1676).
** Dirck Cranenburg (gb 1612 Amsterdam)
# JKE, GA Amsterdam

Dirck Pietersz Kranenburgh (1630*-1670):
Ouders: Pieter Xzn Kranenburgh (gb 1600) en NN te Hazerswoude.
Vrouw NH begraven 30.5.1666 in Hazerswoude.
Dirck NH begraven 16.3.1670 in Hazerswoude.
# GHA 29.1.09 (NH Begraven Hazerswoude)

Dirck Cranenburch (1640*-1700*):
Zoon van Dirck Cranenburch (gb 1612) en NN te Amsterdam.
Geboren te Amsterdam*.

Dirck Meeuwisz Craenenburgh (1649*-1714*)
Zoon van Meeuwis Dircksz Cranenburgh en Geertruydt Jacobsdr Esseboom. In augustus 1664 vermeld als lidmaat van de NH Kerk te Strijen met de naam Dirck Meussen Kranenburgh. Woont te Strijen (1677), Numansdorp (1682) en Groot Cromstrijen (1707). Is bouwman in de Numanspolder, Groot Cromstrijen en de Noord Cavel van de Brouck. Huwt 1676* Aletta Willemsdr Bosman uit Numansdorp, geboren 1659*, dochter van Willem Jansz Bosman en Neeltje Corsdr Spruyt. Zij overlijdt 4 juli 1730 te Strijen.
Alleta was een bemiddelde boerendochter. Door dit huwelijk en dankzij de voorspoed van de boerderij wordt Dirck een welvarend man en legt hij de basis voor de enorme welstand van zijn zoon Adrianus Kranenburg en kleinzoon Jan Kranenburg, die tot de rijkste boeren van de Hoeksche Waard gaan behoren.
Alias: Dirck Meeuwis (van) Cranenburgh, Dirck Meeuwis Kranenburg, Dirck Meussen Kranenburgh.
Udh:
Meeuwis Dirksz Kranenburg (1677-1679)
Meeuwis Dirksz Kranenburg (gb 1679; jong overleden)
Neeltge Dirksdr Kranenburg (1680-1694)
Geertruyt (Truychie) Dirksdr Cranenborgh/Kranenburg (gb 1683)
Johanna Dirksdr Kranenburg (1688-1704)
Neeltge Dirksdr Kranenburg (gb 1694)
Adrianus (Adriaen) Dirksz Kranenburg (gb 1697)
** Aletta Cranenburg
# KJS (OVG dec 2004), OVG okt 1963, DAB

Dirck Xzn Kranenburg (1654*-1704*):
Woont in Henderik-Ido-Ambacht*.
Zoon: Arie Dircxe Kranenburg (gb 1689).

Derck op Kranenborch (1656-1716*)
Zoon van Harmen op Kranenborch en NN. Gedoopt 1.2.1656 te Zutphen of Vorden.
** Zutphen
# DTB Zutphen, JNZ, KBG

Derck Hindricks Kranenburg (1657*-1727*)
Mogelijk een zoon van Hindrick Jansen Kranenburg in Groningen.
Huwt 16.10.1687 te Loppersum met Bijwke Michiels, geboren te Loppersum en aldaar overleden in 1717*.
Volgens bron GGW (p 68) is Derck lid van de Schuitenschuiversgilde te Groningen. Schuitenschuivers zijn schippers die op platbodems varen. Deze boten worden veel gebruikt bij transport van turf.
Dezelfde bron GGW meldt dat ene Staats Derksma een zoon is van Derck Hindricks. Deze zoon is in 1770 boekverkoper in Groningen. Hij heeft het ledenboek van de Schuitenschuiversgilde gebonden.
Gezien de jaartallen 1667 en 1770 kan Staats Derksma nimmer een zoon zijn van Derck Hindricks. Wel een kleinzoon, geboren in 1730*. In dat geval moet zijn vader Derck Dercksz Kranenburg heten en geboren zijn in 1695*.
Udh: Lambertus Derks, Hindrik Dercks, Geertje Dercks en Gepke Derx Kranenburg.
Mogelijk ook Derck Dercksz en Jan Dercksz Kranenburg.
# JBK, GWG, KBG

Dirck Xzn Kranenburg (1660*-1720*)
Woont in Klaaswaal*. Ghm NN.
Udh: Adriaan Dircksz Kranenburg (gb 1696).

Dirck Kranenburg (1662-1742*):
Zoon van Teunis Huybertsz Kranenburg en Gooltje Gerrits Kooy.
Gedoopt 6.10.1662 te Nieuwkoop.
# DAK, SRM

Dirck Hindrix Kranenburg (1665*-1725*)
Zoon van Hindrik Xzn Kranenburg (gb 1630*) en NN. Woont in Loppersum. Ghm NN.
Udh: Lambertus Derks Kranenborg gb 1700*.

Derck van Cranenburgh (1665*-1752):
Zoon van Willem van Cranenburgh uit Tiel. Moeder onbekend. Huwt 1696* Henrica Vierhuis, gedoopt 25.4.1669 te Zutphen, dochter van Gerrit Vierhuys en Naleke (Nueleken) Jordens. Derck wordt 1686 aangesteld als custos (koster) bij de Gereformeerde Gemeente van Leeuwen en Puijflijk. Woont op boerderij de Sandcamp in Puijflijk. Henrica overlijdt 1733*.
Op 26.7.1698 procedeert Derck voor het Hoogadellijk Gericht. Zulks kan alleen door adellijke personen. Mogelijk voert Derck dus een adellijke status. Gezien zijn mogelijke roots in het adellijke Huys Kraenenburg in Maasbommel valt te denken aan Welgeborene.
Alias: Derck van Cranenburg.
Udh:
Vincent Fredrik Albert gb 24.9.1697
Frederik Jan gb 18.12.1698
Elbertina Maria gb 22.8.1700
Elbertina Maria gb 2.7.1702
Gerrit Willem gb 19.9.1704
Jan Peter gb 14.11.1706
Arnolda gb 9.6.1709
Arnolda gb 23.8.1711
** Van Cranenburgh Tiel, Kraenenburg Maasbommel
# VC300, DAB

Dirck van Cranenburgh (1676*-1736*):
Woont in Land van Maas en Waal. Van beroep rentmeester. Ghm NN.
Vermeld 14.3.1711 ivm beslaglegging op 't bezit van zijn knecht en scheper Peter Henricksz. Order vanwege de ambtman geweigerd uit te voeren. (Gelders Archief, ORA Land van Maas en Waal, tgn 0182)
Mogelijk woont Dirck op Huys Kraenenburg in Maasbommel (Land van Maas en Waal) en is hij gehuwd met Xx van Bleyswyck. Evert van Kraenenburg (gb 1706) is dan mogelijk een zoon van hen. (> Kraenenburg Maasbommel)
# archieven.nl 28.9.08, KBG

Dirk Kranenburg (1681*-1741*)
Woont in Leiden.
** Dirk Willemsz van Kranenburgh

Dirk Willemsz van Kranenburgh (1681-1741*)
Zoon van Willem Dirksz van Kranenburgh en Annetgen van der Laen te Leiden.
Gedoopt NH 20.5.1681 te Leiden.
Woont aan de Gorstestraet in Leiden en is boezelwerker.
Huwt in 1706 te Leiden met Hendrickge van Leeuwen, wonend aan de Meutjessteegh.
Alias: Dirck Kranenburgh, Dirk Kranenburg
Udh: Geertie (gd 1709).
# DTB NH (otr) Leiden (ivn 12 fol 196v), Dopen in Leiden, RA Leiden

Dirck Gerrits Cranenburg (1683-1743*)
Zoon van Gerrit Gerritse Cranenburg en Neeltje Crynen van Leeuwen. Gereformeerd gedoopt 12.12.1683 te Oudshoorn (ZH).
Alias: Dirck Gerritsz Kranenburgh
$ Dirk Gerritsz
** Mietje Gerrits Kranenburgh
# Dopen GK Oudshoorn en Gnephoek

Dirk Xzn Kranenburgh (1685*-1745*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1650) en NN te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN.
Udh: Cornelis Dirksz Kranenburgh (gb 1721 Nieuwkoop) Kranenburgh.
# GHA 29.1.09, KBG

Derk Cranenborg (1687*-1747*):
Woont in Klein Dochteren (Lochem). Ghm NN.
Volgens DTB Lochem wonen Derk en zijn gezin in 1747 in Klein Dochteren, een buurtschap van Lochem. In dat geval is hij mogelijk een zoon van Jan Hendricksz Cranenborgh (gb 1660) en Jenneken Henricks op hoeve Cranenborgh in Klein Dochteren.
Alias: Derk Kranenberg.
Udh: Albert Kranenberg (gb 1727).
Mogelijk ook Gerrit Kranenborg (gb 1724).
** Klein Dochteren, Grietjen Cranenborg (gb 1722; Barchem), Cranenborgh Lochem
# DTB Lochem (JNZ 29.12.08), KBG

Dirk Cranenburg (1688*-1748*):
Op 11.4.1723 in de Nieuwe Kerk (NH) te Amsterdam doopgetuige bij Cornelus, zoon van Eijda van de Bergh en Elisabeth van de Wetering.
# GA Amsterdam

Derck Kranenberg (1690*-1750*):
Woont in Vorden. Ghm Albertjen Alberts.
Alias: Derk Kranenborg, Derck Cranenbarg.
Udh: Harmken (1724) en Hendrik Jan Kranenberg (1733).
# DTB Zutphen, JNZ, Overlijden Vorden 1726-1757

Dirk Ariensz Kranenburgh (1691*-1751*):
Zoon van Arien Xzn Kranenburgh (gb 1666) en NN in Hazerswoude*.
Woont in Hazerswoude. Ghm Antje Jeremiasse Rook.
Udh: kind (bg pro deo 4.8.1723 Hazerswoude), kind (bg pro deo 9.4.1726 Hazerswoude), Cornelia Kranenburg (gb 1731 Hazerswoude).
# GHA 29.1.09, DAB

Derck Dercksz Kranenburg (1695*-1755*):
Mogelijk een zoon van Derck Hindricks Kranenburg en Bijwke Michiels te Loppersum.
Woont in Loppersum-Groningen*. Ghm NN.
Zoon: Staats Derksma Kranenburg.
Mogelijk ook Wybrand Kranenburg.
** Derck Hindricks Kranenburg
# KBG

Derk Kranenborg (1704*-1764*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1671) en NN in Lochem.
Woont 1762 in den Wildenborg nu onder Vorden. Ghm NN.
Zuster*: Fenne Kranenburg (gb 1709 Lochem).
Udh: Geesken Kranenborg (gb 1739).
** Cranenborgh Lochem, Wildenborch, Dirk Kranenberg (gb 1711 Lochem)
# DTB Lochem (JNZ 29.12.08)

Dirk Hemmes Kranenborg (1706-1758):
Zoon van Hemme Jansz Kranenburg en NN uit Nieuwolda.
Geboren 1706 in Wymeer. Huwt 1726* Geeske Wubbelts.
Geeske overlijdt 26.11.1734 in Dunebroek.
Dirk overlijdt 13.11.1758 in Wymeer.
Udh: Hemme Dirks Kranenborg (1727 Wymeer).
# xs4all.nl 28.11.08, KBG

Dirk Xzn Kranenburgh (1706*-1766):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1671) en NN te Hazerswoude.
Begraven pro deo 5.2.1766 in Hazerswoude.
# GHA 29.1.09

Dirk Kranenburg (1708*-1768*):
Woont in Amsterdam. Ghm Johanna Vriessekolk.
21.11.1745 smm Johanna Vriessekolk in de NH Amstel Kerk te Amsterdam doopgetuige bij Dirkje, dochter van Jan Horst en Anna Renouwe.
11.2.1770 smm Maria Harbo in de NH Amstel Kerk te Amsterdam doopgetuige bij Margareta Maria, dochter van Gerrit Herman Lucassen en Maria Potharst.
Udh: Johanna (gd NH 1743 Nieuwe Kerk A'dam), Geertruij (gd NH 1745 Amstel Kerk A'dam), Marija (gd NH 1748 Wester Kerk A'dam), Geertruij (gd NH 1751 Wester Kerk A'dam), Jan (gd NH 1753 Wester Kerk A'dam).
# GA Amsterdam

Dirk Kranenberg (1711*-1771*):
Woont in Lochem. Ghm NN.
Udh: Aaltjen Kranenberg (gb 1746).
** Derk Kranenborg (gb 1704; Vorden)
# DTB Lochem (JNZ 29.12.08)

Dirk Teunisz Kranenburg (1713-1773*)
In 1738 komt bij het Gerecht van Nieuwkoop een verzoek binnen. Het Hof van Utrecht wenst de uitlevering van de 25-jarige Dirk Teunisz Kranenburg. Dirk zou bij ene Anna ten Koot een kind hebben verwekt. Dit kind is door Anna vermoord. Volgens haar gebeurde dit onder invloed van 'verfoeilijke raadgevingen' van Dirk. Hij is echter een inwoner van de Heerlijkheid Nieuwkoop. Van zomaar uitleveren is dus geen sprake. De baljuw is echter wel bereid om Dirk te ondervragen. Zijn oordeel luidt dat Anna een losbannige vrouw is. Dirk is daarop vrijgelaten.
# BNK (p 26)

Dirk Kranenburg (1714-1774*):
Zoon van Teunis Kranenburg en Beertje van Wieringen.
Geboren 19.10.1714 in Nieuwkoop.

Derck Hendriks Kranenberg (1719*-1770*):
Zoon van Hendrik Kranenberg (gb 1684) in Vorden. Ghm NN.
Udh: Jan Hendrik Kranenbarg (gb 1752 Vorden).
Mogelijk ook Gerrit Kranenbarg (gb 1754; Zieuwent/Ruurlo).
** Kranenbarg
# esveld.nl, KBG

Dirk Xzn Kranenburg (1719*-1779*):
Zoon van Xx Kranenburgh (gb 1682) en NN te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN.
Alias: Dirk Cranenburgh.
Udh: Claas Dirksz Kranenburg (gb 1752 Nieuwkoop), kind (bg 7.7.1763 Nieuwkoop).
# GHA 29.1.09

Dirk Kranenburg (1725-1785*):
Zoon van Adrianus Dirksz Kranenburg en Lijntje Simonsdr Oudedeur.
Geboren te Klaaswaal. Huwt 1755 in Strijen met Maaike Arijs Lagerstee, geboren in Strijen in 1732*. Udh: Maaike Kranenburg (gb HI-Ambacht 1762).

Dirk Adriaansz Kranenburg (1725-1785*)
Zoon van Adrianus Dirksz Kranenburg en Lijntje Simonsdr Oudedeur. Gedoopt te Klaaswaal op 25.2.1725. Huwt te Strijen 1755 (otr 9.5.1755) met Maria Arijsdr Lagestee, gedoopt te Strijen op 8.1.1730.
Udh: Lijntje Dirksdr en Jan Dirksz (1765 Strijen) Kranenburg
# KJS (OVG dec 2004), DAB

Dirk Teune Kranenburg (1726*-1786*):
Zoon van Teun Xzn Kranenburg en NN.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN.
Overlijdt 27.3.1786 te Nieuwkoop en aldaar begraven 30.3.1786.
Udh: Teunis Dirksz (gb 1761 Nieuwkoop), Cornelia Dirksdr (1766-81) en Cornelis Dirksz (1766-81) Kranenburg.
# GHA 29.1.09 (DTB Nieuwkoop), KBG

Derk Kranenbarg (1729*-1889*):
Woont in Vorden. Ghm Aaltjen Kieskamp.
Udh: Aaltjen (gb 1764 Vorden).
# NDG Doopboek Vorden

Derk Jacobs Kranenborg (1729*-1789)
Geboren in Hoogemeeden (Gro). Zoon van Jacob Thomas Kranenborg en Eltje Jans.
Huwt 8.2.1755 te Oostwold met Hendrikje Hindriks, geboren te Farnsum in 1735*.
Derk overlijdt in 1789* te Faan. Hendrikje overlijdt aldaar op 23.1.1811.
Udh: Hendrik Derks en Jacob Derks Kranenborg en Ida Derks Kranenburg.
# PKG, KBG

Derk Lammerts Kranenborg (1730-1811)
Geboren te Loppersum, RK gedoopt Uithuizen 29.9.1730 als Theodorus. Zoon van Lambertus Derks Kranenborg en Aafke Doojes. Derk is koperslager. Huwt 1774 Hilligjen Folkerts, geboren Sappemeer ca. 1744. Derk overlijdt 6.11.1811 te Kalkwijk. In 1783 wordt hij vermeld in de kerkrekeningen van Zuidbroek: 'Derk Cranenburg voor een zonnewijzer L.Q. 3,-.-'.
Udh: Lambertus Derks (Hoogezand, Martenshoek 1776*-1841) en Annegien Derks (Hoogezand 1777*-1818).
=* Derk Xzn Kranenburg (gb 1735*)
** Kranenborg Loppersum, Jacob Derks Kranenborg, Ida Derks Kranenburg
# JBK

Dirk Kranenburg (1731-1791*):
Zoon van Jan Kranenburg en Joanna van der Keeren.
Gedoopt NH 25.7.1731 in de Noorder Kerk te Amsterdam.
# GA Amsterdam

Dirck Michel van Cranenburg (1733-1793*)
Zoon van Gerret Willem van Cranenburg en Anna Maria de Gasee uit Arnhem.
Op 27.11.1733 gedoopt in Den Bosch.

Dirk Cranenburg (1734*-1794*)
Woont in Mijnsheerenland. Vermeld als lidmaat de NH Kerk aldaar, na belijdenis op 12.4.1764.
Dirk is gehuwd met Marygje van der Steeg, die belijdenis doet op 20.3.1766.
# Archief Kerkeraad NH Kerk Mijnsheerenland

Dirk van Kranenburg (1735*-1795):
Begraven 14.10.1795 te Pijnacker.
# GA Delft

Derck Kranenburg (1755*-1815*):
Zoon van Arent Kranenburg en Berendina van Keulen te Rheden (Gld).
# Derk Kranenburg (Pg Forum 26.3.07)

Dirk Xzn Kranenburg (1756*-1816*):
Zoon van Xx van Kranenburg (gb 1718) en NN te Nieuwveen.
Woont in Nieuwveen. Ghm Mijntje Kruit.
Udh: Pietje (bg pro deo 7.8.1801 Nieuwveen).
# GHA 29.1.09 (Gaarder Nieuwveen)

Theo Jan van Cranenburg (1756*-1816)
Op 7.7.1816 overleden in Den Bosch.

Derk Kranenburg (1763-1823*):
Zoon van Hendrik Jan Kranenberg (gb 1733) en Jenneken Stapelkamps.
Gedoopt 24.9.1763 in Vorden.
# NDG Doopboek Vorden

Dirk Kranenburg (1768*-1828*)
Woont in Leiden. Ghm Wilhelmina van Brabant.
Udh: Johanna Elisabeth (gd 1803).
# Dopen in Leiden

Dirk Kranenburg (1774*-1834*)
Mogelijk een zoon van Jacob van Cranenburg en Cornelia Geervliet te Nieuwveen.
Woont in Nieuwveen.
Huwt 1797* met Hermina Kruijt (gb 1777*).
Udh: Kniertje Kranenburg (gb 1798).

Dirk Jansz Kranenburg (1782-1842*)
Zoon van Jan Adriaans Kranenburg en Maaike Bastiaans Fonckert.
Gedoopt 3.2.1782 in Strijen.
# VDH 25.5.05

Dirk Kranenburg (1786-1846*):
Zoon van Teunis Klaasz Kranenburg en Marietje Pieters van Leeuwen.
Gedoopt 19.3.1726 te Nieuwkoop.
Zoon*: Christiaan Kranenburg (gb 1820)
# DAK, SRM, DAB

Dirk Kranenburg (1791-1851*):
Geboren 11.10.1791 in 's-Gravendeel.
Vermeld op de Registre Civique van 1811, waarop de weerbare mannen zijn genoemd, wonend in 's-Gravendeel. Volgens dit register is Dirk cultuvateur, ofwel landbouwer.

Dirk Kranenburg (1797-1857*)
Zoon van Dirk Kranenburg en Jacoba Grims.
Geboren 22.3.1797 in Delfshaven. Aldaar gedoopt GF 26.3.1797.
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/033)

Derk Kranenburg (1800-1860*):
Zoon van Barend Kranenburg en Johanna Noorman.
Geboren 28.6.1800 te Spankeren en aldaar NDG gedoopt op 29.6.1800.
Genoemd in DTB NDG Rheden 23.4.1846 als Dirk Kranenburg. Volgens de notitie is hij dan 46 jaar oud, wonend in Rheden en gehuwd met Henrietta Slot.
Alias: Dirk Kranenburg.
Kleinzoon*: Derk Jan Kranenburg (gb 1878).
# GAA, DTB Spankeren, DTB NDG Rheden 1358.1

Dirk Kranenburg (gb 1800; Rheden)
** Derk Kranenburg

Derk Weulen Kranenbarg (1810*-1880*)
Zoon van Harm Weulen Kranenbarg en Berendina Eggink.
Geboren 1810* in Vorden. Daghuurder, arbeider (1872).
Huwt 24.7.1832 te Ruurlo met Janna Marsman, geboren 1811 te Ruurlo, dochter van Engbert Marsman en Jenneken Arentsen.
In 1868 bouwen Derk en Janna een huis aan de Palssteeg in Ruurlo, langs de Groenloseweg en in het verlengde van de Kranenbargsteeg. Het huis is in 1961 bezit van Johan Toevank die er een Café en Zalencentrum van maakt.
Udh: Everdina (1833 Ruurlo), Garritjen (1835 Ruurlo), Jenneken (1839 Ruurlo), Lammert (1845 Ruurlo), Berend Kranenborg (1848 Ruurlo), Hendrik Jan (1851 Ruurlo) en Martinus Weulen (1853 Vorden) Kranenbarg.
** Kranenbarg Ruurlo
# KBH, RTB (p 136)

Dirk Gijsbertsz Kranenburg (1831-1882)
Mogelijk een zoon van Gijsbert Kranenburg (gb 1804) en Grietje Horkis te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN. Dirk is smid.
Zoons*: Gijsbert Dirksz (gb 1856) en Jacob Dirksz (gb 1863) Kranenburg.
** SLN
# GNS

Derk Kranenbarg (1850-1910*):
Zoon van Marten Weulen Kranenbarg en Garritjen Botloon in Zelhem.
Bij de geboorte van Derk is de naam Weulen niet vermeld.
Derk woont op hoeve Kranenbarg in Zelhem.
Huwt 4.3.1875 met Johanna Lammerdina Jansen.
Udh: Gerrit Willem (1876*), Marinus (1879*), Christina (1882*), Derkje (1885*), Mina Berendina (1888), Antje (1891*) en Johanna Lammerdina (1893*).
** Kranenbarg Zelhem
# MJK

Dirk Kranenburg (1858-1885)
Mogelijk een zoon van Jacob Dirksz Kranenburg (gb 1830) te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN.
Zoon*: Gerrit Kranenburg (gb 1896).
** SLN
# GNS (p 137)

Derk Jan Kranenbarg (1873*-1933*):
Kleinzoon van Derk Weulen Kranenbarg en Janna Marsman in Ruurlo.
Woont in Ruurlo. Huwt 1898 met Jenneken Stegeman.
Bezit een boerderij, een bakkerij, een kruidenierszaak, een veevoerhandel en een gelagkamer. Waarschijnlijk zijn dit de panden van zijn grootvader Derk Weulen Kranenbarg aan de Palssteeg in Ruurlo.
Udh: geen kinderen.
# RTB (p 136), KBG

Derk Jan Kranenburg (1878*-1938*):
Mogelijk een kleinzoon van Derk Kranenburg en Johanna Noorman in Spankeren.
Woont in Arnhem. Ghm Johanna Lodewijk.
Udh: Derk (gb 1907*), Jop (gb 1909*), Berend (Beer; gb 1911*), Gerrit (gb 1913), Jan (gb 1915*) en Annie (gb 1917*) Kranenburg.
** Kranenburg Velp
# HRK

Dirk Kranenburg (1891-1966)
Mogelijk een zoon van Gijsbert Dirksz Kranenburg (gb 1856) te Nieuwkoop.
Woont in Nieuwkoop. Ghm NN. Dirk is smid.
Eigenaar van de smederij Kranenburg's Metaal Bewerkingsbedrijf Sinds 1880 te Nieuwkoop. Sinds 1951 genaamd D. Kranenburg, gevestigd aan het Zuideinde 165 te Nieuwkoop. De smederij maakt producten voor de bouwvak en scheepsbouw, gaspluggen, paalbeschermers en inrichtingen voor autogenisch lassen.
In 1931 neemt de smederij deel aan de 25e Nederlandse Jaarbeurs te Utrecht. Op een voorbereidende vergadering van het Nieuwkoopse gemeentebestuur merkt Dirk op:

De grossiers bederven het vak door teveel te eisen voor te weinig geld, waardoor minderwaardig goed gemaakt werd. De smeden zouden meer rechtstreeks met de afnemer en winkeliers zaken moeten doen.

Kinderen*: Leentje Marretje (gb 1919*) en Dirk Kranenburg (gb 1926)
Foto's 1925* in bron GNS (p 88 en 89) ivm smederij Gijsbert Dirksz Kranenburg. Op de foto's staan ook Gijsbert Dirksz, Marretje Leentje en Leentje Marretje Kranenburg.
** SLN, D. Kranenburg Nieuwkoop
# GNS (p 32 ev, 126)

Dirk Kranenburg (1923-1940)
Geboren te Zuidland op 27.1.1923. Dirk is matroos bij de KV van de Nederlandse Marine. Hij overlijdt op 11.7.1940 te Belfast (County Antrim) en is begraven te Londen op het Nederlands Ereveld Mill Hill (Vak A, Rij 15, Nr 6).
# OGS

Derk Kranenburg (1907*-1967*):
Zoon van Derk Jan Kranenburg en Johanna Lodewijk in Arnhem.
# HRK

Derk Jan Kranenbarg (gb 1915):
Zoon van Marinus Kranenbarg en Hermina Wilhelmina Haverkamp.
Geboren 14.5.1915 in Zelhem.
** Kranenbarg Zelhem
# MJK

Dirk Kranenburg (1926*-1986*)H
Gezien de gegevens mbt de firma D. Kranenburg, heeft Dirk Kranenburg (gb 1891) mogelijk een zoon, eveneens genaamd Dirk.
** D. Kranenburg Nieuwkoop

Dirkje~
() Dirkje, Derkje, etc

Dirckje Pietersdr van Cranenburch (1657*-1717*)
Geboren in Delft. Dochter van Pieter Cornelis van Cranenburch en Jannitgen Cornelis Corstiaens.
Huwt 29.12.1680 (otr 14.12) te Pijnacker met Johannes Harmansz van Nieuwenhuysen, jongeman afkomstig uit Delft.
6.10.1682 te Delft doopgetuige van Annetje Poelijn.
Alias: Dirkje Prs van Kranenburgh, Dirckie/Dirckje Pieters van Cranenburgh
Zuster*: Sara Pieters.
Udh: Pieter (1683-83), Pieter (1684 vgst), Pieter (1686), Hermanus (1688).
# Huwelijken Gereformeerde Gemeente Pynacker 1669-1695, GA Delft, DAB

Derkje Kranenbarg (1885*-1945*):
Dochter van Derk Kranenbarg en Johanna Lammerdina Jansen.
Geboren in Zelhem.
# MJK

Derkje Kranenbarg (1885-1945*):
Dochter van Hendrik Jan Kranenbarg (gb 1851) en Jannetje van der Hoef (gb 1855).
Geboren 16.9.1885 te Ede. Huwt 4.1.1913 met Aalbert Borgers, geboren 1882 in Ede, van beroep rijwielhersteller, zoon van Reyer Borger (Reijer Borgers) en Aartje Mulder.
# JBM 22.10.08, Ann Borgers 31.8.10

DKK
De Kerken van Kranenburg
Pater M. Reinders OFM te Vorden, 1971

In dit overzichtelijk werkje beschrijft pater Reinders de buurtschap Kranenburg bij Vorden in de Achterhoek. Hij besteedt ruim aandacht aan de Katholieke Kerk aldaar en de herkomst van de naam Kranenburg. Hij heeft daar vele jaren gewerkt en gewoond en e.e.a. ter plekke zorgvuldig bestudeerd en beschreven. Zijn conclusie is dat de naam Kranenburg is afgeleid van 'kranenberg', een zandplaat (berg) in een moerassig gebied waar kraanvogels in hun jaarlijkse trek tijdelijk bivakkeren. De naam Kranenburg is daarvan afgeleid, zijnde een borg of burcht op de kranenberg. In dit geval een boerderij, die daar anno 2005 nog steeds staat aan de Bergkappeweg 2.

Zoals zo vaak is hier sprake van een locatie waar mensen gaan wonen. Hun woning krijgt dan heel vaak de naam van de locatie. In de loop van de tijd krijgen de bewoners dan de naam van hun woning of van de locatie. In casu: de boerderij op de locatie 'kranenberg' krijgt de naam 'kranenburg' en later krijgen de bewoners de naam Kranenburg. Vaak krijgt de naam in het begin nog de voorvoeging 'Op de', 'Ten' of 'Van', maar meestal verdwijnen de voorvoegingen en wordt de naam vereenvoudigd tot alleen Kranenburg. Dergelijke naamontwikkelingen komen veel voor. Een mooi voorbeeld is de locatie Zandvoort in Bathmen, waar eerst de boerderij aldaar de naam overneemt en later de bewoners.
Bron NPN komt bij de familienaam Kranenburg met de zelfde betekenis als pater Reinders.

Bron DKK van pater Reinders opent met een statement, die veel twijfels oproept:

Nooit heeft er in het achtkastelendorp Vorden een adelijk huis 'De Kranenburg' gelegen. Wel droeg hier eeuwen geleden een stuk grond de naam 'Kranenberg'. Het lag aan de Bergkappeweg halverwege tussen het Onstein en het Klooster. Dit perceel hoorde eertijds aan Herman Franckenmeulen. In 1725 bouwde hij daarop een schuurkerk voor de ongeveer 600 Katholieken, die na de reformatie in Vorden, Hengelo, Laren, Lochem en Ruurlo waren overgebleven.

Een probleem van bron DKK is dat Reinders nergens aantoont dat er werkelijk geen hoeve of kasteel stond, laat staan dat hij onderzoekt of de locatie Kranenberg die hij noemt, de naam misschien heeft gekregen van de hoeve of welk ander pand ook dat daar eerer kan hebben gestaan. Wat indirect blijkt uit de citaat van Reinders is, dat er kennelijk rond 1971 mensen zijn die het tegendeel beweren. Dat is o.a. de heer W. Wolbert in Vorden. Hij is anno 1964 overtuigd dat er ooit een kasteel Kranenburg in Vorden heeft gestaan. Naar zijn zeggen is er een heel oude put gevonden, die bij dat kasteel moet hebben gehoord. Helaas ontbreekt hierover vooralsnog verdere informatie. E.e.a. pleit daaorm voor verder onderzoek.

Reinders vervolgt op pagina 11:

Nu [1716] bood een zekere Herman Franckenmeulen hem een huisje aan, dat hij daarna nog liet vergroten. De pastoor mocht het bewonen zonder huur te betalen. Deze eerste parochie stond aan de Bergkappeweg, zo genoemd naar een daar gelegen boerderij, die nu verplaatst is. Hier verhief zich in een drassige wildernis een droog stuk grond, dat als landingsplaats of broedgebied van kraanvogels Kranenbarg werd genoemd.

Inspectie ter plekke anno 1964 en 2004 laat op genoemde locatie Kranenberg geen hoger gelegen stuk grond zien. Het is er even vlak en laag als de directe omgeving. De topografische kaart 34C (Ruurlo en omgeving) toont wel dat de Kranenbarg een stuk zandgrond is waarop hoeve Het Elshof staat. Maar de kaart laat ook zien dat alle hoeven in die streek op zandgrond staan. Dat is ook pure noodzaak, anders zal het pand wegzakken in de zachte grond. Het feit dus dat de Kranenbarg zandgrond is mag dus niet direct tot de conclusie leiden dat het ook een pleisterplaats voor kraanvogels was. De afgelopen eeuwen zijn er notabene geen kraanvogels meer gesignaleerd in Nederland. (> Kraanvogels) Reinders had moeten aantonen dat daar ook werkelijk kraanvogels plachten te bivakkeren, voor hij tot zijn statement komt dat het inderdaad een echte kranenberg was.

Het huisje dat Franckenmeulen schenkt aan de pastoor, moet haast wel hoeve Kranenborch zijn die in 1672 wordt genoemd. Het NDG Doopboek van Vorden schrijft namelijk dat op 29.9.1672 ene Hendrick op Kranenborg is gedoopt en dat hij de zoon is van Wendel op Kranenborg. Kennelijk bestaat er dus al een hoeve met de naam Kranenborch. Gezien het doopjaar 1672 en de naam van de vader Wendel op Kranenborch kan die hoeve daar dus al ruim vóór 1672 staan. Zelfs al vóór 1636. Het NDG Doopboek van Vorden schrijft namelijk ook dat op 6.3.1636 ene Griete op de Cranenborch is gedoopt en dat zij de dochter is van Henderick op de Cranenborch. Deze Henderick zal dus ongeveer rond 1600 geboren zijn. Hij woont kennelijk op hoeve De Cranenborch in Vorden. Meer weten we vooralsnog niet van hem. Hij kan echter de zoon zijn van Christian Kraneborch, die in 1599 in Zutpen woont. Of daarmee de stad of het graafschap Zutphen wordt bedoeld, is helaas niet bekend. Gezien de regio/tijd optiek kan hij echter best een zoon zijn van een Cranenborch uit Ruurlo, die daar woont op hoeve Gulen Kranenborch. (> Achterhoek)

Op grond van het voorgaande kunnen we concluderen dat er rond 1630 in Vorden een hoeve staat met de naam Cranenborch. In dat jaar woont daar Hendrick op de Cranenborch met zijn gezin. Hendrick is Protestant en is zeker niet bekrompen. Hij heeft een schuur waar de toen nog vervolgde Katholieken tegen betaling hun bijeenkomsten mogen houden. Uit verder onderzoek blijkt dat Hendrick een nazaat moet zijn van Willem Gielisz te Cranenborch, die in Beltrum rond 1470 een hoeve bouwt met de naam Cranenborch. (> Beltrum). De hoeve in Vorden zou op grond daarvan ergens rond 1600 kunnen zijn gebouwd door genoemde Christian Kraneborch. De hoeve moet dus de naam hebben gekregen van haar stichter, en niet van de oorspronkelijk locatie.

In 1730 meldt het NDG Overlijdens Register van Vorden een sterfgeval op Groot Cranenbarg. Op het stuk grond met de naam Kranenberg (genoemd door Reinders) moet dan toch wel een woning staan in die tijd. Het sterfgeval zal toch niet in de schuurkerk zijn voorgevallen. Bovendien doet de naam Groot Cranenbarg niet denken aan een schuurkerk. Eerder aan een vrij grote hoeve. Reinders had zich toch meer moeten verdiepen in de historische bronnen. Het is nogal kleinzielig dat hij niets meldt over de schuur van Hendrick op de Cranenborch, waar de toenamlige Katholieken hun diensten konden houden. Dat kan niet te maken hebben met het feit dat Hendrick op de Cranenborch in 1630 geldt vraagt voor het gebruik van de schuur. Ook de erfgenamen van Herman Franckenmeulen vragen geld voor het gebruik van de schuurkerk! (DKK p 13) Daaraan kan Reinders zijn kleinzieligheid dus niet ontlenen. Objectiviteit en erkentelijkheid zijn kennelijk niet zijn grootste deugden. Zeker waar hij zelf toegeeft dat in die tijd de uitoefening van de Katholieke godsdienst streng verboden is en dat bij overtreding daders en gelegenheidgevers heel zwaar wordt gestraft. (DKK p 5)
** Kranenburg Vorden
# DKK, NPN, FRI

Doede van Voorhout (1070*-1140*)
Vermogend Rijnlands edelman. Vermeld in 1101-1130. Beleend met het veerrecht op de Rijn tussen Katwijk en Zwammerdam, w.o. de veer bij de huidige brug Het Haagse Schouw bij Doeninxveer (oudtijds genaamd Doedinxvere).
Mogelijk dankt Doede zijn familienaam aan oude rechten in Voorhout, die ooit zijn afgestaan aan het geslacht Van Teylingen.
Vermeld in een oorkonde van 1108, waarin hij samen met de graaf en burggraaf Halewijn I van Leiden getuigt voor de bisschop van Utrecht.
Alias*: Dudo de Furneholt
Zoon: Kerstant van Raephorst*
# GBH, BVL (p 32)

Doesburg
** DGH, Arent Kranenburg (gb 1720)

Domesday Book
** DDB

Domheer
Kapittelheer. Raadsheer van de bisschop.

Dominicus Dircksz van Cranenburg (1659*-1719*)
Vrij zeker een zoon van Dirck Rijcksz van Cranenburch (de jonge) en Janetgen Pietersdr te Rijnsburg. Is schoenmaker. Woont aan de Groenesteegh te Leiden.
Huwt 5.5.1684 te Leiden met Geertruyt Brandt (Geertrui Brink).
Alias: Dominicus Kranenburg
Udh: Maria Cranenburgh (gd 1694).
Mogelijk ook Anna Kranenburg (gb 1690).
# DTB RK Leiden (ivn 11), Dopen in Leiden, RA Leiden

Domproost
Proost van een domkerk.
** Proost

Domproost Utrecht
Proost van de Domkerk te Utrecht. Tevens Heer van het Domproostgerecht, dat hij bestuurt met consent van Domdeken en Domkapittel. O.a. bij aanstelling van schouten en schepenen in zijn domein.
# RKR

Domproostdij
Kantoor van de Domproost en het Domproostgerecht te Utrecht.

Domproostengerecht
** Domproostgerecht Kranenburg

Domproostgerecht Kranenburg
Heerlijkheid in de Nederkwartier van provincie Utrecht. Oppervlakte circa 40 Ha (AWA 1841).

In een acte van 19.2.1760 (ivn U236a2/12) in het Utrechts Archief wordt gesproken van het Domproostgerecht, anders genaamd Kranenburg, ivm een rechtszaak over een huis op de Mariaplaats te Utrecht.

Het Domproostgerecht wordt genoemd in diverse actes in het archief van het Domkapittel. In een aantal gevallen wordt het dan geassocieerd met de Cranenhofstede in stad Utrecht.

Vermeld in 1512 in een acte van machtiging door priorin Haza van Meerten en het St Maria Magdalena Convent in Wijk bij Duurstede aan hun rentmeester Wilm van Riebeeck tot overdracht aan Melis Uten Eng van 3 morgen land in het Domproostengerecht van Utrecht (UA/Archief St Maria Magdalena Klooster in Wijk bij Duurstede/tgn 1006-5/cartularium).

Waarom het Domproostgerecht te Utrecht de naam Kranenburg draagt, is vooralsnog niet met zekerheid bekend. Mogelijk heeft het te maken met de Cranenhofstede. De stap van Cranenhofstede naar Kranenburg is echter nogal groot. Mogelijk is er dus nog een link met Kranenburg~ zelf. Bekend is dat Bartholomeus II van Wassenaar in 1280-1308 domproost is geweest. Hij woont voordien op ridderhofstad Cranenburg te Bleiswijk en laat in 1280* het stadskasteel Cranenborch bouwen aan de Oude Gracht 158 te Utrecht. Mogelijk heeft e.e.a. met elkaar te maken.

Het is ook mogelijk dat het Domproostgerecht gelijk is aan de buurtschap Kranenburg, gelegen langs de Kromme Rijn ten zuid-oosten van de stad Utrecht richting Bunnik of zelfs verder naar Zeist. De betiteling anders genaamd Kranenburg in genoemde acte van 1760 maakt deze optie reëel. Normaliter krijgt een heerlijkheid de naam van de reeds bestaande regio die het omvat. De regionaam is dus in feite ouder dan de heerlijkheid. M.a.w.: er is een regio met de naam Kranenburg~, die op een gegeven moment de status van heerlijkheid krijgt. De vraag rijst dan waarom de buurtschap Kranenburg heet. Was daar ooit een kranenberg? Hierover bestaat nog geen enkele zekerheid.

Dat het Domproostgerecht gelijk is aan de buurtschap Kranenburg lijkt niet geheel onwaarschijnlijk. Immers, de buurtschap ligt vlakbij de zetel van het Domproost Kapittel in de stad Utrecht. De domproosten hebben sinds de 13e eeuw overal in de provincie en elders grote bezittingen. O.a. in Zeist, w.o. Huize Doorn. In de loop der eeuwen is het Domproostgerecht echter een steeds wisselende verzameling van bezittingen en rechten. In hoeverre dat altijd samenvalt met de buurtschap Kranenburg is vooralsnog niet bekend. Deze buurtschap heet vóór 1811 Gerecht Cranenburch. Dit gerecht ligt zeer waarschijnlijk oorspronkelijk in de noordhoek van de regio Houten. Daar waar anno 2006 de Maarschalkerweerd ligt.

In antwoord op de vraag over de ligging van het Domproostgerecht reageert het Utrechts Archief dd 31.1.2006 als volgt:

Uw vraag over de ligging van het Domproostgerecht kunnen wij helaas als zodanig niet beantwoorden. Er is namelijk geen 'het' Domproostgerecht. Het betreft hier een aan wijzigingen onderhevige lappendeken aan bevoegdheden en eigendommen in diverse gebieden.


Auteur C. Hoek schrijft in Ons Voorgeslacht van januari 1971 een artikel over de 'Lenen van de Domproostdij te Utrecht, gelegen in de provincie Zuid-Holland'. Hij begint met te zeggen dat

De leenregisters van de Domproostdij lopen over de jaren 1391-1526, 1566-1574 en 1610-1811. In het oudste register komen ook oudere brieven voor, evenals enkele losse acten onder andere nummers van het archief van de Dom.


Aangezien het Domproostgerecht volgens het Utrechts Archief in feite uitsluitend een verzameling van (heerlijke) rechten en bezittingen is, omvatten de leenregisters van de Domproostdij mogelijk niets meer of minder dan de leenrechten van het Domproostgerecht. In feite vormen ze dan het archief van de Leenkamer van het Domproostgerecht. Als deze veronderstellingen juist zijn, dan moet het Domproostgerecht rond 1391 zijn ontstaan.

Bron RKR (p 70 ev) meldt dat de bisschop van Utrecht in Zeist een hof bezit dat fungeert als administratiecentrum voor in de omtrek gelegen domeinen, die eigendom zijn van de Domkerk. Sinds 1328 verliest dit hof steeds meer haar functie en ergens in de periode 1379-1426 komt er een centraal hofgerecht binnen de stad Utrecht. Vanuit dit centrum worden voortaan alle hofgoederen in het Nedersticht beheerd. Aangezien het nieuwe hofgerecht binnen de stad Utrecht ligt, kan dit niet het Gerecht Cranenburch zijn, dat in 1867 nog buiten de stadsmuren ligt, vlakbij de 1e Lunet. Daar waar de Kromme Rijn stad Utrecht binnenstroomt. Dus kennelijk nog op Utrechts grondgebied. Veeleer omvat het territoir van het nieuwe hofgerecht niet meer dan de percelen van de Domproostdij gelegen in de stad Utrecht zelf. Een soort mini-hofgerecht dus, met alleen een administratieve functie.

De oprichting van het hofgerecht ergens tussen 1379 en 1426 valt aardig samen met het ontstaan van de leenregisters van de Domproostdij rond 1391. Het lijkt daarom niet uitgesloten dat met het hofgerecht in feite het Domproostgerecht wordt bedoeld. Met het ontstaan van dit gerecht ontstaat immers direct ook de noodzaak tot de oprichting van een leenarchief c.q. leenkamer voor het beheer van de leenboeken en leenbrieven.

De vraag die nu overblijft is: waarom en sinds wanneer wordt het Domproostgerecht ook wel Kranenburg genoemd? Met Kranenburg lijkt immers het Gerecht Cranenburch bedoeld, dat in de ZO-hoek van stad Utrecht ligt. Het enige logische antwoord lijkt dat dit Gerecht Cranenburch de leenkamer van het Domproostgerecht herbergt. Het kan betekenen dat er in dit Gerecht Cranenburch een versterkte borg of een havezathe staat, waar de leenkamer zetelt. Dit kan een havezathe Kranenburg~ en/of de latere hofstede Kranenburg zijn, die staan in Gerecht Cranenburch (later buurtschap Kranenburg) bij Utrecht.

De veronderstelling dat havezathe/hofstede Kranenburg de zetel is van de leenkamer van het Domproostgerecht, is op zich niet echt vreemd. Bron RKR (p 70 ev) meldt immers dat de bisschop van Utrecht in Zeist een hof bezit dat fungeert als administratiecentrum voor in de omtrek gelegen domeinen, die eigendom zijn van de Domkerk. Hofstede/havezathe Kranenburg in het Gerecht Cranenburch kan zo een functie in principe ook vervullen.

Op zich lijkt bovengestelde hypothese echter eigenlijk ook wel weer vreemd. De havezathe/hofstede Kranenburg~ staat immers buiten de stadsmuren. Dus aanzienlijk minder beschermd dan binnen de stadsmuren. Het leenarchief is daardoor kwetsbaar voor diefstal of vernietiging met alle ernstige gevolgen van dien. Zonder leenboeken en leenbrieven zijn de eigendomsrechten en leenrechten in feite niet te bewijzen. Helaas is er echter vooralsnog geen andere reden te bedenken waarom het Domproostgerecht ook wel Kranenburg wordt genoemd. We moeten daarbij bedenken dat de Leenkamer Wassenaar even kwetsbaar is. Ze zetelt namelijk in de burcht van de Wassenaars en die is in feite even kwetsbaar als havezathe/hofstede Kranenburg~ bij Utrecht. Mogelijk is de veiligheid binnen de muren van Utrecht trouwens in de praktijk zelfs minder groot dan gedacht. De vele houten huizen zijn vatbaar voor brand en kunnen daardoor een gevaar zijn voor een archief. Bovendien zijn er bij tijd en wijle ook ernstige ongeregeldheden en opstanden met plunderingen en brandstichting. Mogelijk zijn de gevaren van brand, diefstal of vernietiging binnen de poorten van de havezathe/hofstede Kranenburg per saldo in werkelijkheid zelfs veel geringer.

Als de veronderstelling juist is dat hofstede/havezathe Kranenburg te Utrecht inderdaad de zetel is van de leenkamer van het Domproostgerecht, dan rijst de vraag waarom en wanneer e.e.a. zo is tot stand gekomen. Een mogelijkheid is dat Everardus van Cranenburgh (gb 1268) daarin een rol heeft gespeeld. Hij wordt immers in 1303 een getuige van bisschop Guido genoemd. Dat betekent dat hij een belangrijke positie bekleedt en een vertrouweling is van de bisschop. Misschien heeft Everardus de leenkamer of een voorloper daarvan opgezet en beheerd in opdracht van de bisschop. Mogelijk is deze functie dan later door nakomelingen van hem verder vervuld en is de zetel van de leenkamer van het Domproostgerecht op een gegeven moment om praktische redenen verhuisd naar de hofstede/havezathe Kranenburg in het Gerecht Cranenburch. Het Domproostgerecht moet op dat moment dan wel al eigenaar zijn van dit Gerecht Cranenburch. Zodoende kan het Domproostgerecht ook wel Kranenburg zijn gaan heten.

Een andere optie levert het Gerecht Cranenburch zelf. Dit ligt in de ZO-hoek van stad Utrecht, daar waar ook havezathe/hofstede Kranenburg staat. In de 19e en 20e eeuw heet dit gebied buurtschap Kranenburg. Het Domproostgerecht moet dan op een zeker moment eigenaar/leenheer zijn geworden van dit gerecht. In deze optiek is het mogelijk dat beide gerechten in de loop der eeuwen elkaar steeds meer zijn gaan overlappen. Zodanig dat ze niet goed meer te onderscheiden zijn. Een verklaring hiervoor lijkt dat door de Reformatie de eigendommen van de Domproostdij c.q. het Domkapittel zijn geminimaliseerd en dat uiteindelijk het Gerecht Cranenburch als voornaamste bezit overblijft. En aangezien de Domkerk Protestant wordt, zal de de Domproostdij zich mogelijk hebben teruggetrokken op haar laatste post in Gerecht Cranenburch.

Het is vooralsnog niet bekend wanneer havezathe/hofstede Kranenburg ophoudt de zetel te zijn van de leenkamer van het Domproostgerecht, zo ze dat ooit echt was. Gezien bovengenoemde acte van 1750 heet het Domproostgerecht in dat jaar in ieder geval ook Kranenburg. In 1811 worden alle gerechten en heerlijkheden in de Nederlanden opgeheven en omgebouwd tot gemeenten. Of er in de periode 1750-1811 nog veranderingen zijn in de status van de havezathe/hofstede is nog onbekend. In 1811 bestaat het Domproostgerecht niet meer. En het Gerecht Cranenburch is verandert in een buurtschap, wat ze oorspronkelijk ook moet zijn geweest. Althans, zo is dat in 1811 bij wet geregeld. Het is daarom vreemd dat bovengenoemde bron AWA uit 1841 nog spreekt van een Domproostgerecht, zijnde 40 Ha groot. Of bedoelt hij misschien buurtschap Kranenburg, alias Gerecht Cranenburch?

Per saldo is er nog zoveel onzeker en onduidelijk dat er nog veel onderzoek moet gebeuren. Zodra de belangrijke feiten zijn achterhaald, kan een duidelijk beeld ontstaan over de samenhang tussen alle genoemde elementen.
** Bartholomeus II van Wassenaar, Cranenborch Utrecht, Cranenhofstede Utrecht, Nederkwartier Utrecht, Gerecht, Utrecht Stad (Gerecht Cranenburch, etc), Everardus van Cranenburgh, Lunetten, Bunnik, Albert Egbertsz van Cranenburg (gb 1500), Willem van Leyden (gb 1301)
# UA, AWA, KBG, LDU, RKR

Donald McClung Kranenberg (gb 1928)
Zoon van Harold Church Kranenberg en Ethel Alice McClung.
Geboren 26.2.1928 in Grand Rapids USA. Eigenaar Internal Grinding Inc. Michigan. Ghm Eve Whittier, geboren 6.10.1930.
Udh: Donald Kranenberg Jr. (1957).
# PKG

Donald Kranenberg Jr. (gb 1957)
Zoon van Donald McClung Kranenberg en Eve Whittier.
Geboren 9.1.1957. Eigenaar Internal Grinding Abrasives Inc. Michigan.
# PKG

Doopsgezinden:
Volgelingen van Menno Simons (1496-1561). Ook Mennonieten genoemd. Ze verschillen van de Wederdopers door hun rustige en ingetogen levesnwijze. De Doopsgezinden vinden oorspronkelijk veel aanhang in Vlaanderen en Zuid-Holland. Maar door de vele vervolgingen vestigen ze zich vooral in Amsterdam, Londen, Emden, Friesland, Groningen, Zwitserland en in andere Europese landen en in Amerika. Veel van hun kerkarchieven zijn hierdoor verloren gegaan of zijn door hen meegenomen. Ze zijn daardoor moeilijk te vinden en te raadplegen. Vaak ook zijn hun archieven onvolledig. Geboortedata worden niet bijgehouden, omdat zij geen kinderen dopen. Lidmaatschaplijsten vermelden geen leeftijden. Achternamen zijn vaak niet vermeld. Hierdoor is genealogisch onderzoek erg moeilijk. Alleen niet-kerkelijke archieven en andere bronnen kunnen soms nog informatie opleveren.
Per saldo worden in de 16e eeuw 2000 Nederlandse en Vlaamse Protestanten door de Inquisitie levend verbrand op de brandstapel. Onder de 2000 slachtoffers van dit extreem wrede proces waren 1600 Doopsgezinden. (De Telegraaf 25.2.2011)
¶ Vele Kranenburgs~ in de provincie Groningen behoren van oudsher tot de Doopsgezinden. Vermoedelijk is dat de reden dat de naam Harke bij hen frekwent voorkomt. Dat is namelijk naar zeggen nogal typisch voor Doopsgezinden. Ook de naam Wibrandus komt sinds de 16e eeuw frekwent voor bij de Groningse Kranenburgs~. Dat heeft vrij zeker te maken met de Katholieke priester Wibrandus Georgij die in 1595 in Warffum als eerste overgaat tot de Reformatie en de eerste Hervormde predikant wordt. Dat gebeurde nadat vele Wederdopers (Doopsgezinden) in Groningen waren gearresteerd en terechtgesteld wegens hun geloofsovertuigingen. (> Warffum)
¶ In Groningen zijn de Doopsgezinden vooral geconcentreerd in de gemeenten Groningen, Holwierde, Den Horn, Noordbroek, Sappemeer, Mensingeweer en Warrfum. In die regio's wonen door de eeuwen heen ook vele Kranenburgs~. Reden temeer om te veronderstellen dat vele Kranenburgs~ tot deze Christelijke geloofsrichting behoren.
Door de Doopsgezinde tradities zijn helaas weinig historische gegevens over deze geloofsgroep vastgelegd. Door een geneametrische aanpak zijn echter inmiddels toch aardig wat feiten over hen bekend geworden.
¶ Doopsgezinden kenmerken zich op een 12-tal belangrijke punten:

• geen dogma's
• doop op geloofbelijdenis
• niet-hiërarchische gemeente (geen ambten, alleen voorgangers)
• geweldloosheid
• geen eed afleggen, niet zweren
• geen overheidsfuncties
• eigen visie op sacramentenleer
• soberheid
• nadrukkelijk samengaan van geloof en werken
• recht om de bijbel te lezen en naar eigen visie te interpreteren
• ieder lid zoekt en bepaalt de eigen geloofweg; andere lidmaten helpen alleen op verzoek
• kerkgebouwen zijn eenvoudig en sober van stijl, wat een heel eigen schoonheid uitstraalt

Ds A. van der Zijpp te Eindhoven heeft een Dopers Profiel geschreven waarin de meeste van bovenstaande kenmerken uitvoerig en met grote kennis van zaken zijn uitgewerkt.
** Harke, Wederdopers, Hussieten, Geneametrie, FW Kranenborg Wedde, DNK, Baptisten
# PAMA, GGW, dgeindhoven.doopsgezind.nl 31.12.07, FRI, DAB

Dordrecht
** Cranenburch Dordrecht, Bom van Cranenburgh, Van Beveren Dordrecht, GKD, SGA, GND, Instituut Kranenburg Dordrecht, Lammegiena Maria Kranenburg (gb 1835), etc

Drielingen
** Johan, Johanna en Jacob Kranenburg (gb 1878), Tweelingen

Drogo Beuvriere (1040*-1100*)
** PgBrit

Drossaard
** Drost

Drost
Baljuw of gerechtelijk ambtenaar op het platteland. Oorspronkelijk de hoogste gerechtsambtenaar die de vorst vervangt. Verricht daarnaast allerlei administratieve werkzaamheden. De titel wordt later een erfelijke eretitel. Naam en functie gaan dan over op een ambtenaar, aangewezen door de vorst. Deze drost moet toezicht houden op gewestelijke en locale gerechtsdienaars. Daarnaast blijft hij de vorst vertegenwoordigen in de hoegere jurisdictie. Ook: drossaard.
** Jan Cranenborch (gb 1640; Beltrum)
# WP

Dunstan (909-988)
Engelse aartsbischop. Benedictijn. Geboren in Baltonsborough in Somerset, nabij Glastonbury. Zoon van Heorstan, een edelman uit Wessex, verwant aan het koningshuis. Opgeleid aan de Abdij van Glastonbury van de Orde der Benedictijnen. Wordt jong page aan hof van Athelstan, sinds 924 koning van Wessex. Wordt adviseur en schatbewaarder van Edmund, sinds 939 koning van Wessex als opvolger van Athelstan. Door intriges aan het hof wordt Dunstan verbannen. Zijn bezittingen wordt geconfisceerd. Kort daarna benoemd Edmund hem desondanks tot abt van Glastonbury in Gloucestershire. Daar wordt hij o.a. adviseur van Ethelflaed van Wessex, Lady of the Mercians. Bron SML schrijft:

While Dunstan was living thus in Glastonbury he became the trusted adviser of the Lady Aethelflaed, King Aethelstan's nice, and at her death [918] found himself in control of all her great wealth, which he used in later life to foster and encourage the monastic revival.

Lady Ethelflaed van Wessex bestuurt Mercia in 910-918 wegens de ziekte en de dood van haar man Ethelred II van Mercia. In 910-913 doet ze dat vanuit Worcester en sinds 913 tot haar dood in 918 vanuit haar nieuwe zetel in Stafford. De tekst van bron SML is dus merkwaardig. Het zou betekenen dat Dunstan op de leeftijd van 1-9 jaar adviseur is van een zeer bekwame vrouw van 41-49 jaar. Als Dunstan inderdaad deze rol heeft, dan zal hij toch aanzienlijk ouder en wijzer moeten zijn. Dat betekent dat hij zeker 20 jaar eerder geboren moet zijn. Dus rond 889. Als hij dan in 988 sterft, is hij bijna 100 jaar geworden. E.e.a. lijkt nogal onwaarschijnlijk. Een dergelijke ouderdom is in die tijd uitzonderlijk.

Een andere reden om wantrouwig te zijn naar de citaat, is het feit dat Edmund pas in 939 koning van Wessex wordt. Maar dan is Ethelflaed al 21 jaar dood. Het lijkt er veel op dat de historische feiten verward zijn. Mogelijk heeft Dunstan inderdaad Ethelflaed gekend. Maar dan zal Dunstan toch wel wat ouder zijn geweest. Het is hier dat vele historici voor een raadsel staan wat betreft zijn geboortejaar. De Anglo-Saxon Chronicle noemt het jaar 925. Andere bronnen noemen 908, 909 of 924. Het lijkt erop dat er twee Dunstans hebben geleefd. Vlak na elkaar en in dezelfde dimensies. Of er is één Dunstan geweest, die heel erg oud is geworden. In die tijd is dat zeer uitzonderlijk. Of hij heeft Ethelflaed wel gekend, maar dan niet zozeer als haar raadsman. En dat hij over haar nalatenschap zou beschikken, lijkt nagenoeg onmogelijk. Dat zou betekenen dat haar eigen kinderen niets hebben gekregen.

Voor de chronologie van Dunstans leven, lijkt het reëel om te veronderstellen dat hij rond 909 is geboren. Als we echter van dit geboortejaar uitgaan, dan ontstaan er andere realiteiten. Als Dunstan inderdaad rond 924 page wordt aan het hof van Athelstan, dan is hij ongeveer 14 jaar. Voor een pas beginnende page is dit een aanvaardbare leeftijd. Als Dunstan daarnaast Ethelflaed in leven heeft gekend, dan moet dat ergens in de leeftijd van 1-9 jaar zijn geweest. Het lijkt er dan eerder op dat hij als kind (vaak) verblijf hield aan haar hof en Ethelflaed daar heeft leren kennen. Dus in Worcester en/of in Stafford, waar ook Athelstan is opgegroeid. Daar de vader van Dunstan banden heeft met het koninklijk hof van Wessex, lijkt het verblijf van Dunstan aan het hof van Ethelflaed niet zo onwaarschijnlijk. Zij is immers een broer van Edward the Elder, in die jaren koning van Wessex.

De mogelijkheid dat Dunstan inderdaad (vaak) aan het hof van Mercia (Ethelred II en Ethelflaed) verblijft, wordt versterkt door een tekst in bron DLE (ad 34+):

Dieselbe Bezeichnung (propinquitas) verwendet B. für Æthelflaed, eine Nichte König Athelstans. 35 Da sie vorher auch als "nobilissimae ac religiosissimae matronæ" bezeichnet wurde, 36 halte ich eine echte Verwandschaft nicht für sicher. Allerdings rückt Dunstan hiermit bewiesenermassen in die Nähe des Könighauses, mit dem er desweiteren durch einige nicht näher benannte "palatini" verbunden ist.

Uit deze tekst blijkt dat Dunstan nauw verwant schijnt aan Ethelflaed. Mogelijk echter ook aan haar man Ethelred II. De term palatini is immers de meervoudsvorm voor wat in het Engels een palatine is en volgens bron COD in Engeland staat voor Graaf of Earl. En Ethelred II is Earl van Mercia sinds 886. Maw: Dunstan is verwant aan Ethelflaed en mogelijk ook nog aan haar man Ethelred II. In die hoedanigheid kan Dunstan hen zeker gekend hebben. Zoals te doen gebruikelijk in familiaire kringen, zal hij dan zeker ook (vaak) op bezoek zijn geweest bij hen. Dunstan zal zodoende Ethelflaed van Wessex, Lady van de Mercians, zeker gekend kunnen hebben. Met Ethelred II is dat waarschijnlijk minder het geval. Hij sterft namelijk in 911. Dunstan is dan nog maar 2 jaar oud. Normaliter te jong dus om bewuste herinneringen aan Ethelred II te kunnen hebben.

Eerder schrijft bron DLE (ad 30+):

Ohne hohen sozialen Rang, engere Verwandtschaft und sehr gute Beziehung zum Königshaus wird aber für Dunstan ein Aufstieg zum höchsten englischen Kirchenamt, dem Erzbischof von Canterbury, kaum möglich gewesen sein.

We mogen dus aannemen dat Dunstan inderdaad verwant is aan het koningshuis van Wessex. Zowel Ethelflaed als haar man Ethelred II zijn dat ook. Ethelflaed is een dochter van koning Alfred de Grote van Wessex. En Ethelreds moeder Ethelswitha is een dochter van koning Ethelwulf van Wessex, de vader van Alfred de Grote. Derhalve zijn Dunstan, Ethelflaed en Ethelred II onderling ook verwant. Het kan dus nauwelijks nog anders dan dat ze elkaar gekend hebben.

Als Edwig in 955 koning van Wessex wordt, ontstaan er problemen door gekonkel van diens vrouw Elfgifu en haar moeder Ethelgifu. Dunstan vlucht naar Gent. Bron SML schrijft:

At first Dunstan took refuge with his friends, but they too felt the weight of the king's anger. Then seeing his life was threatened he fled the realm and crossed over to Flanders, where he found himself ignorant alike of the language and of the customs of the inhabitants.

Graaf Arnulf I van Vlaanderen is hem welgezind. Beiden zijn zeer begaan met het kloosterleven en de reorganisatie daarvan. Bovendien is Arnulf een zoon van Elftrudis, dochter van koning Alfred de Grote van Wessex. Bron SML schrijft:

But the ruler of Flanders, Count Arnulf I, received him with honour and lodged him in the Abbey of Mount Blandin, near Gent. This was one of the centres of the Benedictine revival in that country.

The Abbey of Mount Blandin is de Munkenhof op de Blandijnberg in Beveren-Leie, dat in 950 door Arnulf I is geschonken aan de Abdij van St Pieter in Gent. In dit gebied wonen zeker al in de 10e eeuw telgen uit het geslacht Van Beveren. Ze stammen af van Arnulf de Bevere (gb 905), burggraaf van Diksmuide. Hij is vrij zeker een zoon van Ethelflaed van Wessex. Dunstan moet hem dus kennen uit z'n jeugdjaren aan het hof van Ethelflaed. Met zoveel direct en indirect bekende figuren in de buurt moet Dunstan zich in Gent en Beveren-Leie toch wel redelijk thuis hebben gevoeld. Dat kan de reden zijn waarom hij hiernaartoe is gevlucht.

Naar zeggen schrijft Dunstan tijdens zijn verblijf in de Munkenhof enige handschriften, die hij daar achterlaat. Ook laat hij er een boek achter, dat twee eeuwen later in handen komt van Filips van de Elzas, Graaf van Vlaanderen, tijdens een verblijf in Gent. Hij geeft het aan hofdichter Chrétien de Troyes. Deze put daaruit inspiratie voor zijn boek 'Perceval ou le conte del Graal' (1181). Dit is het eerste Arthurverhaal waarin de graal als wonderlijk voorwerp wordt opgevoerd. Daarmee worden Koning Arthur en zijn Ridders van de Ronde Tafel onsterfelijk gemaakt.

In 957 komen de Mercians en de Northumbrians in opstand tegen Edgar, de nieuwe koning. Edgar roept Dunstan terug en maakt hem bisschop van Worcester, in 958 van Londen en in 961 aartsbisschop van Canterbury. Dunstan overlijdt in 988. Hij is begraven in de Canterbury Cahtedral. Na zijn dood in 988 is Dunstan heilig verklaart. Hij is de patroon van de wapenmakers, goudsmids, slotenmakers, juweliers, hoefsmids, musici en blinden. Zijn feestdag is 19 mei.
** Ethelflaed van Wessex, Arnulf de Bevere, Arnulf I van Vlaanderen, Beveren-Leie
# SML, DLE, COD, DAB

DUT
De Uithangtekens
Mr J. Van Lennep en J. Ter Gouw
Uitg. A.W. Sijthof, Leiden 1868
p 208: "Juist in dezelfde houding als de Ooievaar verschijnt de Kraanvogel; doch met dit kenmerkend verschil, dat de Kraan in de opgetrokken poot altijd een keisteen vasthoudt. Nog voor weinige jaren stond zulk een vogel (die thans, als uithangteken, vrij zeldzaam geworden is) op een gevelsteen te Leeuwarden in de Breestraat, met dit onderschrift:

Aldus moet men waken
In de Kranenwacht

Het devies van den Kraanvogel was vanouds Vigilia en labore [waakzaamheid en werken]; want hij was het symbool der waakzaamheid. Nog hangt de Kraanvogel aan den Amstel uit, op de grens tusschen Utrecht en Zuid-Holland.
De Lepelaar, kenbaar aan zijn lepelvormigen snavel, komt nog wel op gevelstenen voor.
Ook de Reiger hing aan herbergen uit, o.a. te Diemen.
De Arend hing aan brouwerijen en burgerwoningen uit."

 
Duijffgen Claes van Cranenburgh (1644*-1704*)
Geboren in de Vrouwe Ven te Warmond/Alkemade. Dochter van Claes Sachariasz van Cranenburgh en NN. Werkt enige jaren als dienstmaagd bij haar grootouders Zacharias Claesz (van) Cranenburgh en Geertge Gerritsdr van Dusseldorp op boerderij Pennings aan het Vennemeer te Warmond.
Anno 1674 woont Duijffgen in Warmond, gehuwd met Ary NN. Ary is bouwman.
Alias: Duyfge Claesdr
** Pennings Vennemeer
# TVP, KFR

DVB
= diverse bronnen

D. Kranenburg Nieuwkoop
Smederij opgericht in 1880 te Nieuwkoop door Gijsbert Dirksz Kranenburg (gb 1856) te Nieuwkoop. In 1907 verhuist het bedrijf naar 't Zuideinde 165 te Nieuwkoop. In 1942 neemt zoon Dirk het bedrijf over.
Het bedrijf maakt producten voor de bouwvak en de scheepsbouw, gaspluggen, paalbeschermers en inrichtingen voor autogenisch lassen.
De smederij neemt op 8-17 september 1931 deel aan de Nederlandse Jaarbeurs te Utrecht. Op deze beurs staan ook stands van de smederijen van Johannes (Teunisz) Kranenburg (kleine ijzerwaren) en Willem Kranenburg (duimen), eveneens uit Nieuwkoop.
Vanaf 1951 is het bedrijf gevestigd aan het Zuideinde 165 te Nieuwkoop. Het bedrijf is inmiddels een electrische smederij en constructiewerkplaats. Dirk Kranenburg (gb 1891) is eigenaar. In 1957 wordt W. Verschuur medevennoot. In 1967 trekt Dirk zich terug. Gezien het jaartal is hij mogelijk een zoon van de voorige Dirk Kranenburg, die in 1966 is gestorven.
W. Verschuur zet in 1967 de onderneming voort als eenmanszaak onder de handelsnaam Kranenburg's Metaalbewerkingsbedrijf. Sinds 1975 is het bedrijf een besloten vennootschap. In 1978 wordt J. Schellingerhout directeur. Hij verplaatst het bedrijf in 1979 naar de Teddingtonweg 16. Het berijf wordt gesplitst in twee onderdelen:
Kranenburg's Gevelonderhoudinstallaties voor het ontwerpen, fabriceren, monteren, onderhoud en inspectie van gevelonderhoudinstallaties.
Kranenburg's Metaalbewerkingsbedrijf voor de overige activiteiten van het oorspronkelijke bedrijf.
** Dirk Kranenburg (gb 1891), Joh. Kranenburg Nieuwkoop, SLN
# GNS (p 32 ev, 126)

E::

Ealdorman
Ook: eald, alderman of earl.
De hoogste rang c.q. de belangrijkste magistraat onder de koning in Angel-Saxisch Engeland. Functies: administratie van een shire (county of ealdormanry), belasting heffen en innen, handhaving van de wet, een leger vormen op verzoek van de koning en het leger aanvoeren. Benoemd door de koning. Meestal uit de oude en machtige geslachten.
** Ethelred II van Mercia
# WKP, DAB

Eanulf van Mercia (676*-736*):
Zoon van koning Ethelred I van Mercia.
Mogelijk geboren in Tamworth in Staffordshire, nabij van Stafford.
Is verwant aan het koningshuis van Mercia.
Krijgt land in Bredon (18 Km ZO van Worcester) van zijn oom Ethelbald, koning van Mercia, om er een klooster te bouwen. Bron BHO schrijft:

According to Worcester tradition, between 715 and 717, (fn 13) Ethelbald, King of Mercia, gave land at BREDON to his kinsman Eanulf to found a monastry there. (fn 14) Offa grandson of Eanulf endowed the monastery with lands in Worcestershire in 780.

Zoon: Thingfrith.
# BHO 9.10.2006, DAB

East of Eden
Boek van de Amerikaanse schrijver John Steinbeck (1902-1968).
Het verhaal speelt zich af rond 1917 in Salinas (County Monterey, California), een plattelands dorp met een sterk Christelijke inslag. Het boek is in 1955 verfilmd door Elia Kazan met de legendarische James Dean in de rol van Cal Trusk. Hij is de bad guy, terwijl z'n broer in de ogen van de zeer Christelijke vader de ware good guy is. Vader is gescheiden en moeder is uit het oog verdwenen. Cal gaat op zoek. Op een goede dag ziet hij Kate, een vrouw die hem mysterieus boeit. Hij wil haar achternaam weten en achtervolgt haar. Bij haar huis ziet Kate hem en stuurt hem weg. Dan komt er een passant aan wie Cal vraagt wat de achternaam van Kate is. De man zegt dan: In this town nobody has a last name. Cal wordt daardoor nog nieuwsgieriger. Hij voelt intuitief dat hij veel weg heeft van haar. Uiteindelijk ontdekt hij haar in een bordeel als hoerenmadam. Kate blijkt dan zijn moeder te zijn. De benauwde religieuse opvattingen van haar man had haar ertoe gebracht te vluchten en een eigen bestaan te beginnen in de anoniemiteit.

De reden van de passant om te zeggen dat in Salinas niemand een achternaam heeft, blijkt te maken te hebben met het feit dat Salinas een migrantendorp is waar velen zich hebben gevesitgd, die om onbekende redenen anoniem willen blijven. Een andere reden blijkt, dat vele brave huisvaders regelmatig stiekem het bordeel bezoeken en dan ook geen achternaam willen noemen. Iedereen daar respecteert dat uit eigenbelang.
** Naamvermelding
# KBG

Edele Heerd:
** Heerd

Edmund I van Wessex (921-946)
Zoon van Edward the Elder van Wessex.
In 939-946 koning van Engeland. Opvolger van zijn halfbroer Athelstan van Wessex.
Direct na zijn kroning wordt Engeland van diverse kanten militair bedreigd. In 940 veroveren de Denen Northumbria. En koning Olaf van Dublin valt de Midlands binnen. Na de dood van Olaf in 942 herovert Edmund de Midlands.
Herovert in 942 de Five Boroughs.
Herovert in 944 Northumbria.
Verovert in 945 Strathclyde in Schotland. Sluit daarna een militair verbond met koning Malcolm I van Schotland.
In 946 vermoord door de outlaw Leofa tijdens een party.
Opgevolgd door Edred van Wessex.
Alias: Edmund the Deed-Doer, Eadmund, Edmund the Elder
Zoons: Edwy en Edgar van Wessex.
# WP, WKP

Edward the Elder van Wessex (870-924)
Zoon van Alfred de Grote van Wessex. Koning van Wessex in 899-924.
Erft Wessex, Kent en Sussex. Verovert Mercia, Essex en East Anglia. Overlord van Schotland, Wales en Northumbria.
Strijdt tijdens zijn hele regering tegen de Denen, samen met zijn zuster Ethelflaed en haar man Ethelred II van Mercia. Herovert met hen grote delen van de Danelaw in 910, na de slag bij Tettenhal.
Bouwt in 910-916 vele forten in het zuidoosten van de Midlands, terwijl Ethelflaed forten bouwt rond Mercia.
In 917 lanceren Edward en Ethelflaed een massieve aanval op de Denen.
Bron EBT schrijft:

By 917 she [Ethelflaed] and Edward were ready to launch a massive joint assault on the Danish positions. Aethelflaed quickly captured Derby, and in 918 she occupied Leicester, but she died before the campaign was succesfully completed. Edward then claimed his sister's kingdom and completed the subjugation of the Danes. Because Aethelflaed had extended her influence into Wales and Northumbria, Edward was able to assert his authority over these regions as well. Thus, almost all of England came under his control.

Na de dood van Ethelflaed in 918 wordt haar dochter Elfwyn koningin van Mercia. Edward sleept haar echter voor een gerecht en dwingt haar tot aftreden. Hij deporteert haar dan naar een nonnenklooster. Nadien is er niets meer vernomen van haar.
** Ethelred II van Mercia, Ethelflaed van Wessex, Elfwyn van Mercia
# WP, EBT, DAB

Edwin Cranenburgh (gb 1925*)
Zoon van Delmerick Cranenburgh en Mabel Hardy in Australië.
Ghm Kathleen Mary White.
Udh: Marcelle Margueritte Lillian, Delmerick Edwin Lionel, Vernon Edwin, Malcom Bruce, Kathleen Laura, Mervyn Roland, Charmaine Evelyn, Alethea Merle Lucille Cranenburgh.
** Cranenburgh Australia

Eelke Kranenborg (1878-1945):
Geboren 30.11.1878 in Hoogezand. Overlijdt 6.8.1945 in Bedum. Begraven in Bedum.
# graftombe.nl 4.2.08

Egbert~
Deze naam is afgeleid van het Germaans Eg (zwaard) en bert (glanzend, schitterend, stralend). De naam komt al voor bij een Engelse heilige in Northumbria, geboren in 639 nC. In de 9e eeuw is het de naam van een koning in Wessex.
Variaties: Egg(h)ebrecht, Eng(h)ebrecht, Ecgebrecht, Egg(h)ebert, Eng(h)ebert, etc.
** Engelbert~
# Meertens Instituut, DAB

Egbertje Catharina Kranenburg (1900-1960*):
Dochter van Teunis Kranenburg en Hendrika Wijnholt. Geboren 1.2.1900 in Lisse.
Huwt 28.8.1924 in Lisse met Adrianus van Kesteren, slager, geboren 1898* in Hillegom.
# GKC

Eggebrecht~
** Engelbert~

Egghebrecht
** Engelbert~

Egghebrecht Jan Egghebrechtsznzn van Cranenburch
** Eggebrecht Jansz van Cranenburg

Egidius Cornelius van Cranenburgh (1728-1795):
Zoon van Hendrik van Craenenburgh en Constantia de Witt.
Gedoopt RK 3.6.1728 in De Lely Kerk te Amsterdam.
Sticht de firma E&H van Cranenurgh Kassiers te Amsterdam.
Huwt 1e 21.9.1755 te Amsterdam met Maria Anna van Westerloo, gedoopt 20.1.1728 te Amsterdam, dochter van Hendrik van Westerloo en Bregitta Coenders. Maria overlijdt te Amsterdam en is aldaar begraven op 4.12.1756.
Udh: Bregitta Henrica van Cranenburgh (gd RK 1756).
Huwt 2e in 1758 (otr 31.3.1758) te Amsterdam met Christina Hurenboom, gedoopt 2.11.1728 te Amsterdam, dochter van Pieter Hurenboom en Anna Putman. Christina overlijdt 14.5.1788 te Amsterdam.
Op 17.8.1760 in de De Lely Kerk (RK) te Amsterdam met Elizabet van Westerloo doopgetuige bij Elisabeth Aegidia, dochter van Pieter van Cranenburg en Alida van Westerloo.
Bezit 1776 huis+erf aan de Singel WZ tussen Raadhuisstraat (Warmoesgracht) en Gasthuismolensteeg.
Egidius overlijdt 1.11.1795 te Amsterdam.
In het Gemeente Archief te Amsterdam bevindt zich een rekening courant van Hendrik Jacob van Naarden met Egidius van Cranenburg (1 deel: 1778-1784).
** E&H van Cranenburgh Kassiers Amsterdam
# NP 1949 (p 27), GA Amsterdam

Egmond
** Cranenburg Egmond, Van Egmond

Egmond, Heerlijkheid
Gelegen tussen Wimmenum, Alkmaar, Heiloo, Limmen en Castricum. Omvat Egmond-Binnen, Egmond/Hoef, Rinnegum en Egmond/Zee.
# AWA

Egmond aan de Hoef
Stadje in Noord-Holland bij Egmond aan Zee.
** Instituut Kranenburg Dordrecht

Egmond van Cranenburg
** Cranenburg Egmond, Van Egmond

Egmondwapens
Betreft wapens waarin het oorspronkelijke wapen van Egmond voorkomt: op goud een aantal kepers in rood. In biezonder gaat het om het aantal kepers. De bovenste keper is vaak slechts ten dele zichtbaar, maar telt wel mee. G=goud, W=wit/zilver, R=rood, K=kraanvogel, KS=kraanvogel+steen, Z=zwaan.
6R/G/K = 6 rode kepers op goud + kraanvogel. Etc.

kepers
3G/R
3R/W  
4R/G
4R/G/KS  
5W/R
6R/G
6R/G/K
6R/G/Z
7R/G
7R/G/K
wapen
Helder NH
Nieuwerkerk ZL
Van Egmond
Cranenburg Egmond
Warmenhuizen NH
Heerlijkheid Egmond, Egmond/Zee
Van Cranenbroek Heiloo, Groot Hoenlo
Cranenbroek, Tedingh v Berkhout
Egmond-Binnen, Egmond/Hoef
Van Cranenburch Castricum, Tedingh v Cranenburgh

# AWA, DAB

 

Eikenduinen
Eikenduinen is een gebied in de duinen tussen Loosduinen, Kijkduin, Scheveningen, Den Haag (Leyenburg) en Eskamp. Gezien de naam is het een duingebied waar vele eiken (heken) moeten groeien.
In de oudheid vestigen zich in Scheveningen en Eikenduinen vrij veel Angel-Saxen en Denen. Sommige heel oude persoonsnamen doen daar nog aan denken. Zoals Phisant en Winscester (RHH).
Graaf Willem II van Holland bouwt er in 1234 een kapel ter ere en zielerust van zijn vader graaf Floris IV. Rond de kapel komen huizen, waardoor de bevolking verder uitgroeit.
Bron DHG (p 39) schrijft dat de geestgronden van Eikenduinen erg vruchtbaar zijn. De boerengemeenschap ontwikkeld daardoor zo snel, dat men er in 1326 een aparte parochie wil vestigen.
In 1330 sticht Willem van Cranenburg in Eikenduinen de adellijke hofstad Cranenburg.
In 1331 geeft bisschop Jan van Diest toestemming om in Eikenduinen een parochie te stichten. De kapel wordt dan
 
omgebouwd tot een parochiekerk, gewijd aan Maria. In de kerk wordt een biezondere reliek van het Heilige Kruis bewaard. De kerk wordt daardoor een bedevaartoord voor de hele graafschap en verre streken daarbuiten.

Sinds de 15e eeuw bezit de kerk van Eikenduinen ook een zgn wonderdoend Mariabeeld. Dat trekt zeer vele pelgrims aan. Op Witte Donderdag en Goede Vrijdag leggen ze op hun knieën de bidwegen af naar en om de kerk.

Bron DH39 citeert uit Informacie 1541 (p 346; uitg 1866) en stelt:

Eykckenduynen mit half Loesduynen is groot 1300 merghen mit Segbrouck, daerof dat twestambacht van Eyckenduynen groot es omtrent 600 mergen ..., ende dat oostambacht van die Leywecht tot die noertwecht [Moerweg] 400 mergen......

Segbroek is de strook tussen de Oostbeek, de Beek en het Wijndaler Meer. Per saldo lijkt Eikenduinen circa 600 + 400 = 1000 Morgen (900 Ha) groot. Dat komt overeen met het gebied tussen de Scheveningseweg, Kijkduin, de duinrand en de oostgrens (Loosduinseweg-Loosduinen). De afstand Scheveningseweg - Kijkduin = circa 5.0 Km. Gemiddelde afstand Duinrand - Oostgrens = circa 1.9 Km. Oppervlakte gebied (inclusief Segbroek) is bijgevolg 9.5 Km2. Ofwel 9.5 x 100 = 950 Ha = 1056 Morgen land. De Scheveningseweg vormt derhalve inderdaad de noordgrens van Eikenduinen.

Oorspronkelijk bestaat Eikenduinen uit diverse deelgebieden:

Up de Gheest - de duinwallen = geel gebied op de kaart
Cnoepstoc - bij de duinen = geel gebied op de kaart
Up de Veen - veengebied = groen gebied op de kaart
De Meynte - gebied binnen Up de Veen
Segbroek - vallei tussen twee duinruggen; veengebied

Up de Veen minus De Meynte is later opgesplitst in:

Noordveen = westelijk deel en
Zuidveen = oostelijk deel

De exacte grenzen tussen De Meynte, Noordveen en Zuidveen zijn vooralsnog niet te achterhalen. De historische gegevens over dat gebied geven te weinig informatie.

Up de Gheest omvat de feitelijke geestgronden ofwel de duinwallen van Eikenduinen. Op het hoogste punt van dit gebied staat in de Middeleeuwen een kapel, de voorloper van de huidige Jabobs Kerk nabij het Binnenhof. Up de Gheest staan in die tijd ook enkele boerderijen en een aantal statige buitenhuizen. Zo staat er ook hofstede Cranenburg, gesticht in 1330 door Willem van Cranenburg. Dat die hofstede daar in die tijd staat weten we uit de leenboeken van het Hof van Wassenaar. De oudste vermelding dateert echter van 1334 in bron RHH (Grafelijke Lenen):

up die Gheest    Jan van Walcheren,
   van ere hofstede, daer die porte plach te staen   6 sc. 8 d.

Achter het Catshuis in Den Haag staat een oude poort als monument. De weg erheen begint aan de Scheveningseweg. De locatie komt overeen met een kaart uit 1578 van Jacob van Deventer. Up de Gheest hebben verder geen andere hofsteden gestaan. We moeten hier dus te maken hebben met hofstede Cranenburg. Dit wordt bevestigd door twee actes uit 1466. (> Cranenburch Den Haag)

Up de Veen is een veengebied waar vele verveners wonen. De nabijgelegen Venestraat verwijst daar nog naar. Westeinde, Riviervismarkt, Groenmarkt, Halstraatje, Papestraat, Nobelstraat, Hoogstraat, Slijkeinde en Vleerstraat stammen allemaal uit de begintijd van de ontginning.

In het hele gebied van Eikenduinen wonen sinds begin 14e eeuw vrij veel Van Cranenburgs~. De oudst bekende zijn Kerstant van Kranenburg (gb 1260), Engelbert I van Cranenburg (gb 1265), Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1295), Willem van Cranenburg (gb 1305), Alijd Jansdr van Cranenburg (gb 1340) en Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1341). Kerstant woont ergens in het zuidelijk deel Up de Gheest. Engelbert ergens Up de Gheest nabij het Noordveen. Willem, Jan, Alijd en Eggebrecht wonen op hofstede Cranenburg, dat vermoedelijk staat in de noord-west hoek Up de Gheest, in de haakse bocht van de Haagse Beek. Na hen wonen er nog vele andere Van Cranenburgs~.

Up de Gheest wonen kennelijk ook nog andere Van Cranenburgs~. Bron RHH schrijft in 1317 voor de regio Eikenduinen (Cnoepstoc?)

Item ontfaen van den renten van den dunen bi Dirc den jagher ende Heyne den coster    11 £ 2 sc.

Dit moeten wel Dirck van Cranenburg (zoon van Engelbert I) en zijn oom Hein van Kranenburg (broer van Engelbert I) zijn. Zoals gezegd wonen in die tijd wonen meer Van Cranenburgs~ in Eikenduinen en wel specifiek Up de Gheest, de geestgronden ofwel duinwallen van Eikenduinen. Naar de prijzen van die tijd moet het een enorm groot gebied zijn. Ruw geschat circa 82 Morgen, ofwel 73.8 Ha.

Segbroek is een vallei tussen twee duinruggen. Volgens bron DHG (p 39) is het een veengebied dat door de verstuivingen net gespaard is gebleven. In de 13e en 14e eeuw staan er enige uiteenliggende boerderijen, die zich in leven houden met het bewerken van hun soms schrale gronden. Vreemd genoeg bevat bron RHH geen gegevens over dit gebied. Alleen wordt in 1334 ene Willem uten Broeke genoemd. Mogelijke woont hij in Segbroek. Waarom Segbroek (of Broeke) verder niet wordt genoemd, is vooralsnog niet zeker. Elke landbezitter moet immers erfhuur ofwel landhure betalen. Vooralsnog lijkt de enige verklaring dat het gebied leengoed is van het Hof te Wassenaar en als zodanig valt onder die Wildernisse. Dit lijkt nogal plausibel. De Wildernisse strekt zich namelijk uit over delen van Scheveningen, Eikenduinen en Wassenaar. Bovendien wordt onder wildernisse in de Middeleeuwen ook broekland verstaan. Dit uitgestrekte gebied is sinds circa 1280 bezit van het Hof te Wassenaar.
In bron AVW wordt Segbroek in die tijd echter niet genoemd. Mogelijk heet dit broekland in die tijd daarom simpelweg De Broeke. Voornoemde Willem uten Broeke kan in dit verband Willem van Cranenburg zijn, die in 1330 wordt beleend met 7 Morgen land in Eikenduinen door zijn neef Filips IV van Wassenaar. Ook zijn vader Engelbert I van Cranenburg wordt immers in bron RGL/151 Uten Broecke genoemd. (> Uten Broeke) Willems leen moet dus in die Wildernisse liggen. (> Leengoed Wassenaar)
Bijgaande kaart is gemaakt in 1869. Hierop is duidelijk te zien dat Segbroek zich uitstrekt vanaf Vinkenstein tot aan Zorgvliet.

Eikenduinen is onderdeel van Haagambacht. Als zodanig kent het geen eigen bestuur. Evenals Scheveningen. Beide dorpen worden bestuurd door de baljuw, schout en schepenen in Den Haag. Als zodanig zijn ze slechts vertegenwoordigd door een eigen schepen. De parochie wordt bestuurd door een kerkmeester. De Heilige Geest wordt geleid door Heilige-Geest meesters. Kerk- en Geest-meesters worden benoemd door het Haagse Gerecht. (DHG p 142+)

In de 15e en 16e eeuw loopt het aantal inwoners van Eikenduinen sterk terug. In 1490 telt Eikenduinen nog 61 huizen, in 1632 zijn er nog maar 37. Oorzaak is voornamelijk de pestepidemie van eind 15e eeuw. Later gevolgd door migratie naar omliggende plaatsen als Den Haag, Delft en Rotterdam. Rond 1580 wonen er nog maar 100 mensen. De kerk raakt in vergaande verval. De Staten van Holland besluiten daarom in 1581 de kerk af te breken. Resten van de oude toren zijn anno 2003 nog bewaard gebleven. Om de ruïne van de kapel ligt een heel oude begraafplaats, die zeer mooi en indrukwekkend is ingericht. Deze begraafplaats is er al in 1331. (DHG p 85).

Volgens bron OVG 1978 (p 204 sub 113) wordt Eikenduinen in 1658 het Cranenburgerblok genoemd. Dit lijkt te betekenen dat het toenmalige landgoed Cranenburg heel Eikenduinen omvatte.
Alias: Eydikenduynen (14e eeuw), Hekenduien (12e eeuw)
@ Historische combikaart van Eikenduinen en omgeving. De situatie in de 19e eeuw is geprojecteerd op de geografie van de 14e-15e eeuw, waardoor de historische verhoudingen duidelijker worden. Geel = duingrond. Groen = natte veengrond. Waar ridderhofstede Cranenburg precies heeft gestaan, is vooralsnog helaas niet bekend. Het moet echter ergens in Eikenduinen zijn geweest, in de buurt van het Wijndaler Meer.
** RHH, Cranenburg Eikenduinen, Cranenburggoed Eikenduinen, Pest, Leengoed Wassenaar, Scheveningen, Haagambacht
# AWA, OVG 1978 (p 204), DH39 (p 212), DHG, WS godenhaag.nl 14.2.2007, FRI, DAB

Eibergen:
Eibergen is sinds de Reformatie overwegend Protestant (Hervormd/Gereformeerd). De Kranenborgs~ die daar gedoopt zijn in de 17e-19e eeuw zijn meestal Protestant. Aangezien Protestant Beltrum in die tijd kerkt in Groenlo of Eibergen, is de kans groot dat de Kranenborgs~ gedoopt in Groenlo of Eibergen, in feite in Beltrum wonen. Deze Kranenborgs~ hebben hun roots in hoeve Cranenborg die daar sinds 1580* staat.
# KBG, FRI

Eigenerfden
In Groningen en Friesland een term voor een boer die eigenaar is van minimaal 30 grazen (15 Ha) grond en daardoor zitting heeft in de Landdag, ofwel het regiobestuur. Deze eisen gelden ook voor de adel. Zodoende is er sinds de 17e eeuw geen rechtsverschil meer tussen adel en eigenerfden.
De positie van de eigenerfden is nagenoeg gelijk aan die van de welgeborenen in Holland en de yeomen in Engeland.
Eigenerfden hebben vaak drie klaverbladen in hun wapen. Elk klaverblad stelt dan 10 grazen land voor. Soms worden de drie klaverbladen ook geïnterpreteerd als drie opvolgende generaties van de familie met minimaal 30 grazen land.
** Welgeborenen, Yeomen, Gras
# WP, NGE

Eildert Jans Kranenborg (1729-1808):
Zoon van Jan Hemmes Kranenborg en Grietje Eilderts in Wymeer.
Geboren 21.9.1729 in Wymeer en aldaar gedoopt 25.9.1729.
Van beroep arbeider op het Heerenland.
Huwt 24.8.1755 te Wymeer met Antje Hindriks, geboren 6.12.1729 in Wymeer, aldaar gedoopt 7.12.1729, dochter van Hindrik Remmers en Hebe Dirks.
Antje overlijdt 14.3.1795 te Wymeer. Eildert overlijdt aldaar 28.5.1808.
Udh: Jan Eilderts (1756-56 Wymeer), Hebe Eilderts (1757-58 Wymeer), Hindrik Eilderts (1759 Wymeer), Hebe Eilderts (1763 Wymeer), Grietje Eilderts (1764 Wymeer), Jan Eilderts (1766 Wymeer), Dirk Eilderts (1767 Wymeer) en Borsjes Eilderts (1773-74 Wymeer) Kranenborg.
# xs4all.nl 28.11.08

El:
Oude lengtemaat. 1 el = circa 70 cm.

Elbertina~
** Albertine~

Elesa (439*-499*)
Zoon van Esla en NN.
Woont in de Corswolds of in Wessex. Ghm NN.
Zoon: Cerdic van Wessex.

Elfwyn van Mercia (898-958*)
Geboren in Worcester*. Dochter van Ethelred II van Mercia en Ethelflaed van Wessex.
In 918 sterft haar moeder in Tamworth. Elfwyn volgt haar in dat jaar op als koninging van Mercia. Ze is dan 20 jaar.

In 919 wordt Elfwyn voor het gerecht gedaagd door haar oom koning Edward the Elder van Wessex, broer van haar moeder Ethelflaed. Het gerecht ontneemt haar all autority among the Mercians. Edward neemt haar daarna mee naar Wessex. Daar schijnt ze de rest van haar leven door te brengen in een nonnenklooster. Andere bronnen betwijfelen dat. Ze stellen dat er na haar deportatie niets meer is gehoord van haar. Weer andere bronnen stellen dat ze huwt met ene Edulph en dat daaruit is geboren rond 946 Leofwine, Earl van Mercia.

Na de deportatie van Elfwyn komt Mercia onder bestuur van koning Edward van Wessex.

Historici erkennen het recht van Elfwyn op de troon van Mercia. De regels van troonopvolging zijn in die tijd in Engeland zodanig dat een vrouw inderdaad een troon kan erfen. Aangezien de ouders van Elfwyn in 889 zijn gehuwd en Elwyn in 898 is geboren, is de kans groot dat zij niet het oudste kind is. Mogelijk heeft zij een oudere broer of zuster, die door de Witan onbekwaam is geacht. Arnulf de Bevere, mogelijk een jongere broer van haar, is rond 905 geboren. Hij is in 918 pas dertien jaar en kennelijk dus te jong om koning te worden. Na 919 is de kans voor hem helemaal verkeken. Koning Edward van Wessex heeft immers alle macht over Mercia naar zich toegetrokken.
Alias: Elfwina, Aelfwyna, Aelfwynn
** Ethelred II van Mercia, Ethelflaed van Wessex, Royal Succession, Edward the Elder van Wessex
# WKP, TAS 27.8.2006, DAB

Eliza van Cranenburgh (1811-1859):
Zoon van Jan Hendrik van Cranenburgh en Johanna Ton in Honselersdijk.
Geboren 10.7.1811. Gedoopt 28.7.1811 in de NH Kerk te Naaldwijk.
Eliza is smid in de zaak van zijn vader.
Op 1.4.1830 lidmaat van de NH Kerk in Naaldwijk. In 1831 aangesteld als organist van deze kerk. In 1840 valt hij vele meters omlaag door een openstaande luik in de kerk. Raakt door de stenen vloer zodanig gewond, dat hij zijn beroep van smid niet meer kan uitoefenen. In 1841 volgt zijn jongste broer Johannes hem op als organist.
Huwt 27.7.1844 in Vianen met Henriëtte Jacqueline van der Does, aldaar geboren 20.7.1806 en gedoopt 20.7.1806, dochter van Jan Glabbeek van der Does, dijkgraaf 's Lands van Hagestein, en Ester Jeane van Roijen.
Op 7.8.1844 wordt Eliza als lidmaat in Naaldwijk uitgeschreven naar Bergen op Zoom. Daar is hij organist en muziekmeester. Eliza en Henriëtte wonen in de Lievevrouwenstraat 47 en 15. Later op de Zuidzijde der Haven 42A en R47.
Eliza overlijdt op 14.4.1859.
Udh: een tweeling: Jan Hendrik en Esther Jeane, beiden geboren op 11.4.1845.
Op 9.10.1860 vertrekt Henriëtte met de kinderen naar Wijk bij Duurstede. In 1872 vehuist zij naar Culemborg, waar zij overlijdt op 10.9.1877.
** Tweelingen
# VC300

Elisa Henrietha van Cranenburgh (1836-1887):
Dochter van Willem Diderik van Cranenburgh en Maria Magdalena Post in Den Haag.
Geboren 3.8.1836. Ongehuwd. Zonder beroep. Overleden 21.4.1887 in Den Haag.
# VC300

Elisabeth~
() Elizabeth~, Elisabet~, Elizabet~, Lysbeth~, Liesbeth~, Elisabeta~, Bestsie~, etc

Liesbeth van Cranenborch (1376*-1436*):
Dochter van Jan van Cranenborch en Margriet van Starkenborch van Boeschot.
Huwt 1396 Diederik V van Gemert, leenman van de Duitse Orde te Gemert, geboren 1362* en overleden 1427*.
Udh: Diederik VI van Gemert.

Lysbeth van Cranenburch (1381*-1448):
Jonkvrouwe. Dochter van Engelbert II van Cranenburg (gb 1335) en Lijsbeth Jan Mouwerijnsdr Jonkvrouwe van Burghersdijk te Maasland.
Bron "Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde" (N. Japikse; I.A. Nijhoff 1913) noemt haar Joncfrou Lijsbet Egbrecht van Cranenburch.
Huwt 1e 1405* Jan van Ysselstein (ovl 1418).
Huwt 2e 1419* Jan Willem Moersz.
Heeft 8.10.1416 te Maasland in leen 2 morgen land, strekkend van de Maasdijk tot de Kerkweg.
Vermeld 28.1.1419 ivm haar huis en erf met berg en opstal, gelegen ten zuiden van het zusterhuis van het Convent Sinte Aechten te Delft. E.e.a. is gekocht door haar man op 2.12.1406 van Jan van Ysselstein (ovl 1418). De zusters van Sinte Aechten krijgen recht op gebruik van enige kamers, de stal en de berg tegen 8 pond per jaar.
Vermeld 1429+1437 in Archief Klooster St Agatha ivm 20 morgen land, afkomstig van Lijsbeth van Cranenburch, weduwe van Jan Willem Moersz. (charter reg.nr. 150+208)
Vermeld 1431+1447 ivm eigendom van 371/2 morgen land, afkomstig van Lijsbeth Jan Willem Moirsz. (Ar.St.Agatha reg.nos. 174 en 242)
Vermeld 12.5.1438 ivm verkoop van 2 morgen land van Willem Reyster in Maasland. Zijn land grenst aan dat van Lysbeth.
Vermeld 13.7.1439 ivm vruchtgebruik van haar huis door de zusters van Sinte Aechten. Bron Historische beschryving van het Klooster van Sinte Agatha met het Prinsenhof (B.W.F. van Riemsdijk, 1912) schrijft op pagina 21:

... in 1439 was overeengekomen dat Jan Moerszoon en zijne vrouw Lysbet van Cranenburch het [huis] tot hun dood toe zouden blijven bewonen en uit een charter van 1448 blijkt, dat de vrouw laatstgenoemd jaar [1448] nog leefde.

Uit deze tekst blijkt dat Jan Willem Moersz in 1439 nog in leven is. In de teksten bij 1429 en 1437 wordt Lysbeth echter al weduwe genoemd van Jan Willem Moersz! Wat dit moet betekenen is vooralsnog niet duidelijk.

Bron achterdegevelsvandelft.nl 7.8.2009 schrijft:

Uiteraard was deze plek in de stad tegenover de Oude Kerk [te Delft] reeds vroeg bewoond. In de 14e eeuw woonden hier Jan van IJsselsteijn en zijn vrouw Fije van Alkemade. ... Hij [Jan van IJ.] verkocht zijn huis in 1404 aan de zusters van Sint Aagten, via zijn tussenpersoon, Jan Willem Moersz., maar hij bedong daarbij dat hij en zijn vrouw er tot hun dood toe mochten blijven wonen. Jan [van IJ.] overleed in 1418 en zijn tweede vrouw Lijsbeth van Cranenburch in 1448. Vanaf dat moment werd het [huis] volledig eigendom van het convent [zusters van St Aagten] ...

Alias: Lijsbeth van Cranenborch
Udh: o.a. een dochter.
# OVG (1961 p 190; 1987 p 628-29; 1990 p 219), DHE 15.12.2006, Archief Klooster St Agatha

Elisabeth van Cranenburg (1444*-1499):
Dochter van Engelbert IV van Cranenburg en Gerarda Geranda.
Jonkvrouwe. Geboren op hofstede Cranenburg te Eikenduinen.
Op 6 december 1484 bij dode van haar broer Gerrit beleend met Cranenburg Eikenduinen en wordt dan Jonkvrouwe van Cranenburg. Op 18 april 1485 beleend met diens goederen in Maasland. Op 11 april 1491 draagt zij deze smaltiende over aan Henrick Jacobsz. Op 7 maart 1492 beleend met het goed van de hofstad Hontshol. Lijsbeth draagt dit over aan Adriaen Gerritsz van der Houve met wie zij trouwt. Op 23 februari 1498 draagt zij 14 morgen met woning te Maasland over aan Wouter Jansz en op 1 juni nogmaals 10 morgen. Haar dochter Margaretha trouwt Huybert van der Meer Pietersz, waardoor Cranenburg na de dood van Elisabeth op 25 juli 1499 in de familie van der Meer terecht komt.
Na overlijden van Adriaen van der Hoeve rond 1487 hertrouwt Lijsbeth met Gijbrecht Willemsz.
Alias: Elisabeth, Lisebet, Lijsbeth van Cranenburch; Lijsbeth Engelbrechtsdr van Cranenburg.
Kinderen uit eerste huwelijk:
Ridder Adriaen
Marie van der Houve
Adriaen van der Houve
Margaretha Adriaensdr van der Hoeve
** OV70, OV78, Jan Claesz van Cranenburch, HRAC, Kranenburg Van der Meer
HRAC, KJS, OV70, OV78

Elisabeth Engelbrechtsdr van Cranenburg (gb 1444*)
** Elisabeth van Cranenburg

Lysbeth Engelbrechtsdr van Cranenburg (gb 1444*)
** Elisabeth van Cranenburg

Elizabeth van Cranenborch (1523*-1583*):
Dochter van Dierck van Cranenborch en Katharine Noppen in Den Bosch.
Ghm Sebastiaen van Eijck.
# bossche-encyclopedie.nl 23.8.08 (Erfdeling RA1843 23.1.1541 f40)

Lysbet Huygensdr van Cranenburch (1583*-1643*):
Dochter van Huyg Willemsz van Cranenburch (gb 1552) en NN te Gouda.
Genoemd 1622 ivm btaling hoofdgeld. (Hoofdegeld Kwartier Gouda)
# GHA 29.1.09

Lysbeth Ysbrandts Cranenburch (1640*-1686*)
Dochter van Ysbrandt Huybrechtsz Cranenburch en Trijntgen Pieters Witten.
Geboren in Bleiswijk.
Huwt 1e 18.5.1670 in Ter Bregge (onder Hillegersberg) met Jacob Heyndryckss. Woont sindsdien in Ter Bregge. Verhuist later naar Hillegersberg.
Huwt 2e 28.5.1673 in Hilgersberg met Corenlis Dircksen Kruyck.
Huwt 3e 23.8.1682 in Bleiswijk met Zacharias Paspoort, gedoopt NK Delft 3.8.1653, zoon van Nicolaes Paspoort (lakenverkoper en notarisklerk) en Burchgen Maerschalck. Zacharias is chirurgijn te Berkel, collecteur van gemene landsmiddelen, overleden na 26.5.1690. Hij is eerder getrouwd (1667) te Berkel met Francina Villerius, gb Kampen 24.8.1655, dochter van Dr. Anthonius Villerius (arts) en Hendrickjen Muller (Moller).
Lysbeth en Zacharias bezitten en wonen in het huis 'tot Berckel op 't dorp' (waarde 800 gld). Ook bezitten ze een huis in Bleiswijk dat wordt verkocht voor Fl 1300,-, alsmede land in de Cleijnpolder onder Hillegersberg voor Fl 2250,-.
Lysbeth en Zacharias testeren in Berkel op 10.9.1685. De boedelscheiding geschiedt op 14.1.1686, na het overlijden van Lysbeth. Per saldo resteert een bedrag van Fl 4200,- dat aan de drie kinderen wordt uitgekeerd.
Alias: Elisabeth Ysbrandts Cranenburgh
# DTB Hillegersberg, BKK, ONA Bleiswijk (872-18, boedelscheiding)

Elisabetha van Cranenburgh (1654-1714*):
Dochter van Pieter Willems van Cranenburgh en Anna Steven Nijs te EttenLeur.
Gedoopt RK 28.3.1654 te EttenLeur. Getuige: Digna Pauli.
# planet.nl 24.11.09, KBG

Lijsbeth Clijssen Kranenburg (1655*-1715*):
Op 2.7.1688 lidmaat van de NH Gemeente van Westmaas, met attestatie van Rhoon.
# OVG 1962 (p 349)

Lijsbeth van Cranenburch (1661*-1721*):
Mogelijke een dochter van Hendrick Rutgert van Cranenburch en Tryntge Jans van Lotteringen te Leiden.
Woont aan de Hoygracht te Leiden.
Huwt 26.3.1684 (otr 4.3 Leiden) in Zoeterwoude met Hendrick de Buff, wonend aan de Hoygracht te Leiden.
Op 7.6.1686 is Lijsbeth getuige bij de ondertrouw van Marie Bucquoy (haar meuy) met Jacobus de Bunje, chirurgijn te Leiden.
# DTB NH (otr) Leiden (ivn 12 fol 155v), RA Leiden, Gen. De Bucquoy 26.3.08

Elisabeth Cleisdr Cranenburgh (1664-1745):
Dochter van Cleis Teunisz Craenenburgh en Neeltje Woutersdr Kooiman.
Gedoopt NH 2.11.1664 in Barendrecht. Overleden 12.7.1745 in Rhoon.
Huwt 2.7.1688 met Cornelis Jansz Vrijland, geboren in 1600*, landbouwer te Westmaas, laatstelijk in Rhoon, gestorven 16.1.1737 in Rhoon, zoon van Jan Jansz Comejan (alias Vrijlandt genaamd van Heijde, schepen van Pernis, dijkgraaf van polder Smalland en Oostbroek) en Neeltje Leendertsdr Welhoek.
# GKK, KBY, GGK

Elisabeth Kranenborgs (1668-1748*)
Gedoopt 23.8.1668 te Eibergen.
Zuster: Margaretha.
** Eibergen
# DTB Eibergen, JNZ

Elisabeth Hendricksdr Craenenburgh (1668-1728*)
Gereformeerd gedoopt op vrijdag 18.5.1668 te Hazerswoude. Dochter van Hendrick Pietersz Craenenburgh en Claertie Mouringhsdr Hooghwegh.
# MVS

Elisabeth Kranenburgh (1681*-1741*)
Mogelijk een dochter van Nicolaas van Cranenburg en Sijtje Groenwouts te Rotterdam.
Huwt 4.5.1704 (otr 19.4) te Rotterdam met Jacobus Verschuijr uit Rotterdam.
Alias: Elijsabet Craanenburgh
Udh: o.a. NN (1708-19 Rotterdam).
# DTB Rotterdam (ivn 15/083; 44)

Elisabeth van Cranenburch (1687-1747*)
Dochter van Corstiaan Pietersz van Cranenburch en Sophia Hendrix van Gijsen te Delft. Geboren in 1687.
18.1.1728 te Delft doopgetuige van Hendrik Pleun Rooddecker.
# GA Delft, KBG

Lijsbeth Jans Kranenburg* (1700*-1760*):
Afkomstig van Spijk. Vrij zeker een dochter van Jan Harkes Kranenburg en NN aldaar.
Huwt 19.11.1724 in Middelstum met Jan Peters uit Middelstum.
Alias: Lijsabeth Jans.
# den-braber.nl 7.1.08 (DTB Middelstum)

Lijsbet Kranenburg (1705*-1753):
Mogelijk een dochter van Pieter Cornelisz van Cranenburch en Catharina Lefeber te Kijfhoek, afkomstig uit Rijnsburg/Leiden.
Woont in Delfshaven.
Huwt 12.12.1734 (otr 28.11) GF te Rotterdam met Jacob Kieboom, wonend in Delfshaven, afkomstig uit Wijk in het Land van Heusden.
Mogelijk is Lijsbet een zuster van Isaak (Pietersz) Kranenburg (gb 1699). Deze Isaak is op 26.6.1735 getuige bij de doop van zoon Klaas Kieboom. Op 22.1.1741 is Lijsbet in Delfshavenals getuige bij de doop GF van Pieter Kranenburg, zoon van Isaak Pietersz Kranenburg. En op 2.9.1744 bij de doop van diens zoon Maerten.
Udh: Klaas (gd GF 1735 Delfshaven), Pieter (gd GF 1736 Delfshaven), Willem (gd GF 1738 Delfshaven), Zijtje (gd GF 1740 Delfshaven), Aeltje (gd GF 1744 Delfshaven) en Willemijntje (gd GF 1744).
Lijsbet overlijdt in Delfshaven en is aldaar begraven op 7.8.1753 buiten de kerk.
Alias: Lijsje
# DTB Rotterdam (ivn 14/08; 6/006; etc)

Elisabeth van Cranenburch (1705*-1765*):
Dochter van Xx van Cranenburch en NN te EttenLeur*.
Huwt RK 16.6.1725 te EttenLeur met Wijnandus de Neeve.
# ooijevaar.info 13.12.09 (# DTB EttenLeur ivn 9), KBG

Elisabeth van Cranenborgh (1722-1782*)
Op 10.11.1722 gedoopt in EttenLeur.

Elisabet Cranenburg (1735*-1795*):
Woont in Amsterdam. Ghm Gose Pieters.
Udh: Jannetje (gd NH 31.10.1765 Amsterdam).
# GA Amsterdam

Elisabeth van Kranenburg (1735*-1795*):
Mogelijk een dochter van Evert van Kraenenburg en NN.
Woont in Deil*. Ghm NN.
Op 3.4.1784 in Deil doopgetuige (NDG) bij Aaltje, dochter van Willen Dirk van Diejen en Pieterke van Kranenburg (dochter van Jasper Kranenburg).
Op 1.10.1786 in Deil doopgetuige (NDG) bij Aaltje, dochter van Willem Dirk van Diejen en Pieterke van Kranenburg.
Mogelijk is Elisabeth een zuster van Jasper van Kranenburg in Deil.
# wxs.nl 9.4.08, KBG

Elisabeth van Kranenburg (1734*-1780)
Mogelijk een dochter van Cornelis Gerrits Kranenburgh (gb 1688) te Rotterdam.
Geboren/gewoond in Rotterdam. Woont later in Maaslandtsluis (Maassluis*).
Huwt 31.1.1757 (otr 18.1) te Rotterdam met Cornelis van Linden.
Cornelis is burgemeester. Hij overlijdt op 15.8.1762.
Verdere vermeldingen Elisabeth:
- 24.7.1765 getuige bij doop RK van Elisabeta Matthijse te Rotterdam.
- 22.1.1769 doop RK Johannes en David te Rotterdam, kinderen van Elisabeth en NN.
Elisabeth overlijdt maart 1780.
Alias: Elisabeta van Cranenburg
# DTB Rotterdam (ivn 14/097; RK ivn 35), DAB

Elisabeth Jans Cranenborg (1734-1794*)
Gedoopt NH op 25.12.1734 te Noordbroek. Dochter van Jan Harmens Cranenborg en Geertruida Wessels Scholtens.
Huwt Jan Hendriks Bos.
# PKG

Elisabeth Kranenburg (1744*-1804*):
8.12.1775 smm Hendrik de Vries in de Ev.Lut. Kerk te Amsterdam doopgetuige bij Johannes Lambertus, zoon van Anthonij van der Most en Claasje Kranenburg.
15.2.1795 smm Hendrik de Vries in de NH Wester Kerk te Amsterdam doopgetuige bij Hendrik, zoon van Hendrik Smit en Jannetje Budden.
# GA Amsterdam

Elisabeth Kranenborg (1756*-1816*):
Woont in Amsterdam. Ghm Willem de Haas.
Udh: Willem (gd NH 3.7.1789 Oude Kerk A'dam).
# GA Amsterdam

Elisabeth van Cranenburg (1760*-1820*):
Geboren in Middelburg. Huwt (jongedochter) NH 1777 te Zevenbergen (otr 10.8.1777) met Leonardus (Leendert) van Heere, geboren maart 1758 te Zevenbergen, zoon van Leonardus Heere en Joanna van Axel. Elisabeth en Leendert gaan wonen in Etten.
Alias: Elisabeth van Cranenburgh.
Udh: Hendricus Jansz van Heere en Antonius van Heer (gb/gd apr 1713 Zevenbergen).

Elizabet Aegidia van Cranenburg (1760-1820*):
Dochter van Pieter van Cranenburg en Alida van Westerloo.
Gedoopt RK 17.8.1760 in De Lely Kerk te Amsterdam. Getuigen: Egidius van Cranenburg en Elizabet van Westerloo.
# GA Amsterdam

Elisabetta Kranenburg (1766*-1826*):
27.5.1796 smm Gerrit de Wolde in de Wester Kerk getuige bij de NH doop van Elisabetta, dochter van Paulus Kranenburg en Johanna Roelof.
# GA Amsterdam

Lysbeth Kranenburg (1769-1829*)
Dochter van Hendrik Kranenburg en Kaatje Herberts Grootenboer.
Gedoopt NH 23.7.1769 in Sommelsdijk.
# GKK

Elisabeth van Cranenburg (1770*-1830*)
Vermeld op 9.7.1793 bij geboorte van kind in Den Bosch.

Elisabeta van Cranenburg (1770*-1830*)
Vermeld op 21.11.1798 bij geboorte van kind in Den Bosch.

Elisabeth Kranenburg (1784*-1844*)
Mogelijk een dochter van Frans Kranenburgh (gb 1748) te Rotterdam.
Op 14.10.1809 getuige bij de doop van Henricus NN te Rotterdam.
# DTB RK Rotterdam (ivn 35/Leeuwenstraat)

Elisabeth Helena van Cranenburgh (1784-1858)
Geboren 19.6.1784 te Oirschot. Dochter van Alardus van Cranenburgh en P. de Bruyn. Huwt 18.6.1814 met Franciscus W. Kock. Overlijdt 10.3.1858 te Aken.
# NP 1949 (p 31)

Elisabeth Kranenborg (1786*-1846*):
Dochter van Arius Kranenborgh en Jantje Boekhout.
Geboren in Groningen.
# JBK

Elisabetta Kranenburg (1796-1856*):
Dochter van Paulus Kranenburg en Johanna Roelof.
Gedoopt NH 27.5.1796 in de Wester Kerk te Amsterdam.
# GA Amsterdam

Elisabeth Kranenburg (1804-1864*):
Gedoopt 15.7.1804 te Leiden. Dochter van Johannes Kranenburg en Maria Overduin.
# Dopen in Leiden

Elisabeth Kranenberg (1804*-1864*)
Vermeld 14.10.1839 als beurtschipper te Nijmegen, zijnde in het buitenland.
# altijdstrijdvaardig.nl 18.7.09

Elisabetha Wilhelmina van Cranenburg (1808-1868*)
Op 5.6.1808 gedoopt in Den Bosch.

Lysbeth van Kraenenburg (1824*-1884*):
Dochter van Koen van Kranenburg en Jannigje van Ackoy.
Geboren in Deil. Huwt 10.2.1849 in Deil met Hendrik Dirk van Sandewijk, geboren 26.6.1823 in Deil, overleden 24.6.1853 in Deil, zoon van Dirk van Sandewijk en Lijda van Diejen.
# ws werkman.info 1.4.08

Elisabeth Kranenburg (1873-1933*):
Dochter van Hugo Kranenburg en Catharina Kleyweg.
Geboren 15.1.1873 in Lisse.
# GKC

Elisabeth Kranenburg (Betsie) (1875-1935):
Dochter van Ipojé Kranenburg en Elisabeth de Witt.
Geboren 27.1.1875 te Groningen.
Huwt 22.1.1901 te Groningen met Dr Jacob Scholtens, geboren 21.9.1871 te Groningen, zoon van Arend Lubberts Scholtens, boekhandelaar, en Jacoba Post.
Elisabeth overlijdt in 1935. Ze is begraven op Westerveld in Driehuis bij Velzen, naast het graf van haar ouders. Direct naast deze graven liggen de graven van enige leden van de familie Scholtens.
Udh: Jacob Elise (10.12.1902 Groningen).
Foto: Ipojé Kranenburg
** Ferdinand Kranenburg (gb 1913)
# GKH, FRI

Elizabeth Kranenburg (1877-1937*):
Dochter van Teunis Kranenburg en Clasina Vulperhorst.
Geboren 7.2.1877 in Mijdrecht.
# vulperhorst.eu 25.1.08

Elisabeth Kranenberg (1886-1946*):
Geboren 21.5.1886 in Duitsland*. Ghm NN Lindenbaum.
** Kranenberg Herne Sodingen
# KHS 29.10.07

Elisabeth Kranenburg (Betsie) (1892-1945)
Geboren 15.6.1892 te Groningen. Dochter van Hendrik Kranenburg en Emma Charlotte Helene Osten. Betsie brengt haar jeugdjaren door in Groningen. Haar vader is sigarenfarikant. In 1899 verhuist het gezin naar Nijmegen en in 1902 van daaruit naar Kopenhagen, waar vader Hendrik een sigarenfabriek begint. In 1907 overlijdt Hendrik. Betsie gaat dan met haar moeder Emma en haar jongere broertje Frits naar Bremen, waar ze worden opgevangen door de familie Osten. In 1919* huwt Betsie met de apotheker Heinz Neuenhaus in Wiesbaden, waar ze gaan wonen. Moeder Emma trekt bij hen in.
Op 9 maart 1945 wordt hun huis getroffen door een bombardement van Amerikaanse vliegtuigen. Alle drie zijn op slag dood. Ze zijn begraven op het Süd Friedhof te Wiesbaden.
Uit het huwelijk van Betsie en Heinz is geboren een zoon Hans Neuenhaus.
Foto: Ipojé Kranenburg
# GKS, DAB

Elisabeth Käthe Luzie Kranenberg (gb 1909)
** Wilhelm August Kranenberg (1873-1939)

Elisabeth Francina Kranenburg (gb 1917):
Dochter van Gerardus Kranenburg en Elizabeth Zwiep. Geboren 13.4.1917 in Den Haag.
# Gen. Aldo van Zeeland 10.6.07

Elisabeth Maria van Cranenburgh (Bep) (gb 1918):
Dochter van Jan van Cranenburgh en Johanna van den Burg.
Geboren 21.5.1918 in Monster. Huwt 2.5.1942 in Naaldwijk met Wilhelm Christiaan van Diem, geboren 14.12.1914 in Rotterdam, zoon van Willem Marinus van Diem en Leonarda Stefana Heijer. Bep en Willem wonen in Voorburg.
Udh: Willem Christiaan (gb 25.1.1943 Naaldwijk), Ronald (gb 11.4.1944 Naaldwijk) en Jan (gb 30.10.1949 Pankal Pinang Banka in Indonesië).
** Indonesië
# VC300

Elske~
() Els, Elsien, Elske, etc

Elsien Kranenburg (1756-1816*):
Dochter van Harm Kranenburg en Anna Haijkens.
Gedoopt NH 1756 te Scheemda.
Op een grafsteen in Termunten staat de volgende gehavende tekst:

..........CEMBER, IS DE .......
E. HARMENS DOG[TER].................
HARMENS HARKES TOT SPYK IN HET ...

Termunten ligt 13 Km NO van Scheemda. Met E. Harmens dochter kan dus Elsien zijn bedoeld. Haar vader Harm is dan kennelijk afkomstig uit Spijk, waar in de 17e eeuw inderdaad Kranenburgs wonen. (> Jan Harkes Kranenburg gb 1660). Elsien is dan later verhuisd naar Termunten en aldaar begraven.
# archieven.nl 26.9.08, GGW (Spijk)

Elsien Clasens Cranenburgh* (1555*-1655*):
Mogelijk een dochter van Claes Thijsz Cranenburgh te Groningen.
Op 21.2.1631 is zij weduwe en is zij eigenaresse van een graf in de Broerkerk te Groningen.
Huismerk 846 GBG.
** Broerkerk Groningen
# GBG

Elsje Kranenburg (1773*-1833*):
Woont in Nieuweschans. Ghm Antoni Warffemius.
Udh: Geertruida (gd NH 1806 Nieuweschans).
# archieven.nl 26.9.08 (doopinschrijvingen)

Elsjen Harms Cranenborg (1763-1823*)
Dochter van Harmen Jans Cranenborg en Anna Haiijkens.
Gedoopt op 19.6.1763 te Scheemda.
** Elsien Kranenburg (gb 1756 Scheemda)
# PKG

Elske Kranenborg (1872-1961):
Geboren 10.4.1872. Overlijdt 28.9.1961. Begraven in Wierum (Gro).
# graftombe.nl 4.2.08

Elske Hayckens Kranenburg' (1651*-1711*):
Dochter van Haycko Harckes Kranenburg en NN in Nieuwolda.
Huwt 1e 17.4.1674 onder huwelijksvoorwaarden te Midwolda met Luppo Fockens, geboren 26.1.1640 te Warffum. Luppo overlijdt 13.3.1682.
Huwt 2e 23.7.1686 onder huwelijksvoorwaarden te Midwolda met Hermannus Broers.
Geen kinderen bekend.
# fmavanschaik.nl 26.11.08, KBG

Elsken Hendriks Cranenberg (1703*-1763*):
Trouwboek Almen: "Elsken Hendriks van 't Cranenberg onder Vorden".
Vrij zeker een dochter van Hendrick op Kranenborg (gb 1672) en NN te Vorden.
Huwt 1e 17.11.1726 in Almen met David Peters Spitholt, zoon van wijlen Peter Spitholt en NN in Almen, "beide wonagtig binnen Zutven".
In 1740 is Elsken weduwe.
Huwt 2e 18.10.1740 (otr. 28.8.1740) in de Gr.K. (Grote Kerk?) te Zutphen met Pieter van Roij, jongeman, soldaat in 't Regiment Van Pallant, in garnizoen te Zutphen, onlangs te Doetinchem.
Alias: Elsken Cranenburgs.
** Zutphen"
# Trouwboek Almen (GRA 5.1.09), Trouwboek Zutphen, KBG

Eltje Cranenborg (1764*-1824*)
Op 11.3.1784 ingeschreven als lidmaat van de NH Kerk te Oude Pekela (Beneden Pekel A).
# menneglas.nl 19.11.08

Elte Kranenborg (1875-1954):
Geboren 26.5.1875. Overlijdt 22.10.1954. Begraven in Feerwerd (Gro).
# graftombe.nl 4.2.08

Emma Kranenburg-Osten
** Hendrik Kranenburg (gb 1858)

Emma Johanna Jacoba Kranenburg (Emmie) (1890-1991)
Geboren 30.4.1890 te Groningen. Dochter van Hendrik Kranenburg en Emma Charlotte Helene Osten. Emma brengt haar jonge jaren door in Groningen. Haar vader is sigarenfabrikant. In 1899 verhuist het gezin naar Nijmegen en in 1902 van daaruit naar Kopenhagen, waar vader Hendrik een sigarenfabriek begint. In 1907 overlijdt haar vader. Moeder Emma, dochter Betsie en zoon Frits vertrekken naar Bremen. Emmie vertrekt naar Uruguay waar ze gaat wonen bij haar oom Cornelius Osten. Cornelius is een rijke wolhandelaar. Haar andere oom, Hans Osten, is astronoom en woont in Montevideo. Hij ontdekt een ster die hij Emita (kleine Emmie) noemt.
Emmie keert in 1915 terug naar Europa.

In Nieder Walluf (Dl) ontmoet Emmie de wijnbouwer Carl Mehl, met wie ze in het huwelijk treed. Ze besluiten om te emigreren naar de Verenigde Staten, waar ze zich vestigen in Sunny Side bij Seatle en een fruitfarm beginnen. Emmie en Carl overlijden in Seatle. Foto rechts is gemaakt in 1935 in Sunny Side.
 
Uit dit huwelijk: Fred Goetz (gb 16.8.1915), Irmelin (gb 8.4.1917) en Ingrid (gb 17.5.1920).
Alias: Emmie Kranenburg.
** Ipojé Kranenburg (foto's)
# GKS, DAB

Engberdina Kranenborg (1765-1825*):
Dochter van Gerrit Kranenborg en Jereintien Aris Middelkoop.
Gedoopt NH 18.12.1765 in de Noorder Kerk te Amsterdam.
# GA Amsterdam

Engbert~
** Engelbert~

Egbertje~
** Engelberta~

Engebrecht~
** Engelbert~

Engel~
** Engelbert~

Engeland
** Angelen, Anglisch, Angeln, Gewisse, Mercia, Ethelflaed van Wessex, Cranenburgh Engeland, Cranborough, etc

Engelbert~:
De naam is afgeleid van het Germaans Engel en bert. De naam Engel komt van Angelen, een oude Germaanse volksstam uit Angeln (NO Duitsland). Samen met de Saxen zijn ze in de 5e en 6e eeuw Engeland gaan bevolken, vooral Noord Engeland en East Anglia. Het woord bert betekent in het Germaans stralend, glanzend, schitterend.
De naam Engelbert is populair als naam voor heiligen. Zoals Engelbert I (ca. 1185-1225), aartsbischop van Keulen. Bij de Van Cranenburgs~ komt de naam in de 13e en 14e eeuw zeer frekwent voor.
Variaties: Engelbregt, Engelbrecht, Enghebregt, Enghebrecht, Engebrecht, Engbert, etc.
** Egbert, Engbert, Angelen
# Meertens Instituut, DAB

Engelbert I van Cranenburg (1255*-1320*):
Zoon van Bartholomeus II van Wassenaar en Vrouwe Godilt van Bleyswyck op kasteel Cranenburg te Bleiswijk. Gezien zijn voornaam Engelbert is hij naar toenmalig Katholiek gebruik vrij zeker geboren op 7 november, de dag van St Engelbart, ofwel Engelbert de Heilige (1185-1225).
Ridder. Vermeld 1305 en 1308. Ghm NN.

In 1922 citeert Jhr Mr W.A. Beelaerts van Blokland in bron BNL 'Batavia Illustrata' (Van Leeuwen, p 1294):

Bartholomeus hadde getrout N. van Bleyswijk, na welkers dood hij wierde Domproost van Utrecht, nalatende bij sijn Vrouwe voornoemt Engelbert, Heere van Cranenburch. Ridder, vermeld in den jare 1305 en 1308 ....

In bron RHH (p 188) wordt ene Enghebrecht, die jagher genoemd. Hij wordt in 1334 aangeslagen voor 7 sc. 5½ d. aan grafelijke renten wegens landhure en wel up die Gheest in Haagambacht. De Geest is een gebied in Eikenduinen in de hoek tussen de Loosduinseweg en de Scheveningseweg. Nabij de vermoede locatie van hofstede Cranenburg. Heer Jan van Polanen betaalt in 1334 aan landhuur in dezelfde sector 14 d. aan renten. Enghebrecht moet dus circa 7.20/14 is 10x meer land bezitten aldaar. Dirric Wasnaer (Dirc III van Wassenaar) betaalt in 1317 18 d. aan rente voor een stuk land aldaar.

Engelbert woont kennelijk up de Gheest in Eikenduinen zoals reeds verteld. Bron RHH vermeldt verder in 1334:

up die gheest ... die cappelle in der Haghe, van sjaghers huise    12 d.

Met die capelle in der Haghe is waarschijnlijk de Jacobs Kerk bedoeld. Die staat aan de weg van het Binnenhof naar Scheveningen. Kennelijk heeft de kapel een deel van het huis van Engelbert in leen. Misschien staat er een huiskapel. Hoewel, letterlijk staat er: de kapel in Den Haag van het huis van de jager. Dat betekent dan dat het huis van de jager een kapel in Den Haag bezit. Biezonder, maar het staat er feitelijk wel. Mogelijk gaat het dan eerder om een kleinere kapel ergens in Den Haag. Hoewel, op het hoogste punt van Up de Gheest staat in die tijd de voorloper van de Jacobs Kerk. In die tijd toch zeker niet zo groot als anno 2007.

Met huise wordt in die tijd een kasteel of dergelijks bedoeld. Het zal in dit kader wel een riddermatige hofstad kunnen zijn. (> Kastelen).

Geestgronden zijn duinwallen. Up de Gheest is derhalve het westelijk deel van Eikenduinen dat tegen de duinen ligt. Exact in dat deel staat in die tijd vermoedelijk hofstede Cranenburg, gesticht in 1330 door Willem van Cranenburg. Mogelijk dus naast of nabij de huise van zijn vader Engelbert. (> Eikenduinen)

Volgens bron ZLB (25) vormen de riddermatige welgeborene of welgeboren mannen de ridderschap. Verder schrijft de bron:

De welgeboren man is een persoon van adellijke afkomst, die riddermatig leeft. Hij heeft zitting in het baljuwhof. Hij trekt bij de heervaart met de baljuw op in volle wapenrusting. Hij geniet belastingvrijdom van schot en bede. Hij is gekwalificeerd tot de jacht.

Enghebrecht die jagher bezit dus kennelijk aardig wat land. Gezien het feit dat Enghebrecht jaagt en ook in een huise woont, moet hij volgens bron ZLB zelfs een welgeborene zijn, die een riddermatig leven voert. Als dan Jan Engelbrechtsz van Cranenburg rond 1360 op hofstede Cranenburg in Eikenduinen woont, nabij de welgeborene Enghebrecht die jagher dan is de kans wel erg groot dat we te maken hebben met Engelbert I van Cranenburg (de jager) en zijn zoon Jan Engelbrechtsz van Cranenburg. En aangezien in 1371-1375 Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1341), een zoon van Jan, is vermeld als Welgeborene in Den Haag, dan valt het welhaast niet meer te betwijfelen dat we hier te maken hebben met drie generaties Van Cranenburg. Een man is immers pas welgeborene als ook zijn voorvaders in mannelijke lijn tot in de 3e graaf die status hebben. Dus ook Bartholomeus II van Wassenaar, de vader van Engelbert I van Cranenburg, lijkt een welgeborene te zijn.

Aangezien ene Ghisebrecht Enghebrechtsz vrij zeker een zoon is van Engelbert I van Cranenburg, is het eveneneens vrij zeker dat Engelbert ridder is. In verband met een leen van Sleebosch (Haagambacht) in circa 1300-1330, wordt Ghisebrecht genoemd als Ghisebrecht heer Engebrechtsz. (> Sleebosch) Deze typische aanduiding wijst erop dat Engebrecht ridder is. Bron BNL (p 323) schrijft hierover:

... maar zoo Jan Engelbertsz. inderdaad eenen ridder tot vader had gehad, zoude hij zijn aangeduid als Jan heeren Engelbertsz.

De leen gaat in 1330 over naar Willem van Cranenburg, zoon van Engelbert I. Engebrecht en Engelbert I zijn derhalve vrij zeker dezelfde persoon. Leenoverdracht vindt namelijk normaliter plaats binnen de familiaire kring (rechte zwaardzijde). (> Leenoverdracht)

De kans dat Engelbert I inderdaad ridder is, wordt erg versterkt door een tekst in bron RGL (grafelijke lenen; p 151). Het betreft land met een woning in polder Rotterban te Hillegersberg, circa 5 Km zuidelijk van Bleiswijk.

7 morgen land met de eropstaande woning in de polder Rotterban, die vroeger van heer Voppe van Driehusen waren.
29-8-1323: Hughe Enghelbrechtsz. na opdracht uit eigen in ruil voor het leen 42, te versterven op de nakomelingen van heer Enghebrechtsz uten Broecke, ridder en op die van diens derde graads verwanten (l.h.l. 137).
4-6-1353: Hughe Gherijtsz. onmondig (l.h. 42, f6)
.-.-1390: Enghebrecht Heyndricxz. met ledige hand (l.h. 422, f50v).
18-9-1398: Godelt Heynric Enghebrechtszdr, gehuwd met Johannes Pietersz, bij dode van haar vader Heynric Enghebrechtsz. (l.h. 52, f66)
... (> Rotta)

Engelbert I is vrij zeker geboren en getogen op kasteel Cranenburg te Bleiswijk. Later verhuist hij naar Eikenduinen bij Den Haag. Daar wonen ook zijn zoons Willem, Jan en Dirck en zijn broer Kerstant en Hein van Kranenburg. Zoon Willem sticht er in 1330 hofstede Cranenburg. Bron RHH meldt ene Willem uten Broeke, die in 1334 voor een stuk land Up den Veen in Eikenduinen 4 sc. 3½ d. aan renten betaalt wegens landhure. Deze Willem woont dus in broekland. Gezien de context van bron RHH is de kans reëel dat we hier te maken hebben met Willem van Cranenburg, die dan kennelijk aan de Haagse Beek woont. Voglens bron OV78/194 ligt het Cranenburgoed (ZA) in 1607 deels in Segbroek. Dit moet al in 1330 het geval zijn. Willem wordt namelijk in 1330 beleend met 7 Morgen land door zijn neef Filips IV van Wassenaar. Het Leengoed Wassenaar omvat in die tijd o.a. die Wildernisse, een gebied dat zich uitstrekt over delen van Scheveningen, Eikenduinen en Wassenaar. (> Leengoed Wassenaar). Onder wildernisse verstaat men in de Middeleeuwen ook broekland. Aangezien Willem van Cranenburg is beleend door het Hof te Wassenaar, moet zijn leengoed derhalve ook in die Wildernisse liggen. Segbroek ligt bovendien dicht tegen Scheveningen aan. Het oorspronkelijke Cranenburggoed moet dus ook daaromtrent liggen. Op de kaart van 1611 sub Haagse Beek loopt Segbroek inderdaad helemaal door tot aan de scherpe bocht van de Haagse Beek richting Binnenhof. De beek loopt precies langs de duinen. En daar wonen ook Dirck van Cranenburg en Hein van Kranenburg, ooms van Willem van Cranenburg. Het kan dus haast niet missen.

De naam uten Broecke is een herkomstnaam. In de gegeven optiek lijkt het op Segbroek te slaan. Temeer daar de naam Segbroek in bron RHH verder niet genoemd wordt en daarom mogelijk in die tijd nog niet in zwang is. Het gebied is nog dun bevolkt en stelt kennelijk nog niet veel voor. Het lijkt er dus inderdaad sterk op dat we hier met Engelbert I en zijn zoon Willem te maken hebben. Dat ze niet met de naam Van Cranenburg worden genoemd is niet zo vreemd. Deze naam wordt feitelijk pas met zoon Jan Engelbrechtsz vrij konsekwent gevoerd. (> NVC)

Uit analyse van eerder genoemde bron RGL/151 blijkt nagenoeg zeker dat de tekst handelt over enige van de oudste leden van het geslacht Van Cranenburg~ uit Bleiswijk. (> RGL/151) De tekst meldt o.a. dat in 1353-1390 de leen in bezit is van Enghebrecht Heyndricxz. Gezien de bepalingen van overdracht moet deze Enghebrecht Heyndricxz wel een zoon zijn van Hein van Kranenburg, een broer van Engelbert I van Cranenburg. Dat zo zijnde, is deze Engelbert I van Cranenburg (alias uten Broecke) dus inderdaad een ridder. Hughe Enghelbrechtsz is dan kennelijk een zoon van hem.

Per saldo mogen we op grond van alle gegevens concluderen dat Engelbert I van Cranenburg inderdaad ridder is en een riddermatig leven voert.
Wapen*: op goud een kraanvogel in blauw, rood gepoot en gesnaveld, houdend in de rechter poot een steen.
Zoons: Everardus van Cranenburgh, Dirck, Willem, Jan Engelbrechtsz, Ghisebrecht Enghebrechtsz en Hughe Enghelbrechtsz van Cranenburg.
Vrij zeker ook Filips Engebrechtsz van Cranenburg.
Mogelijk ook Petrus van Cranenborch (gb 1291; Roermond) en Xx van Cranenborch (gb 1297; vv Johanees).
** BNL, RGL/151, Welgeborenen, Jachtrecht, Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1341), Van Cranenburch Bleyswyck, Cranenburg Bleiswijk, Sleebosch, Xx van Cranenburg (gb 1288)
# HRAC, BNL, WS godenhaag 14.2.2007, KBG, DAB

Engelbert van Voorschoten (1280*-1340)
Bastaard uit het geslacht Van Duvenvoorde. Noemt Hendrik van Santhorst neef.
Rentmeester van Noord Holland (1316-34), vermaard om zijn bestuurlijke bekwaamheid. Noord Holland in die tijd omvat het gebied tussen Kennemerland en Amstelland en de rivieren Maas en Lek. (DHG p 128)
Vermeld op 28.9.1324 in twee actes waarin hij in totaal 15 hont land in Haagambacht verkoopt.
Mogelijk is Engelbert een zoon van Ogier Heer Gillesz van Voorschoten (1247-1308) en NN van Sassenheim (1262-1322*).
Huwt 1e NN.
Huwt 2e Aleid van Barendrecht, dochter van Jan heer Gillisz.
Tocht Aleid op 22.6.1326 aan 17 pond 10 schl uit 30 pond per jaar te Berkel, een grafelijke leen.
Alias: Engebrecht van Voorschoten.
** Kerstant van Kranenburg, Sluipwijk
# OVG 1985, LRK (2 fo 35 nr 227 en 228), HGE, DHG, DAB

Enghebrecht Heyndricxz van Kranenburg (1310*-1390):
Zoon van Hein van Kranenburg en NN in Eikenduinen.
Vermeld in bron RGL (p 151) in 1390 ivm leen met ledige hand van 7 morgen land met daarop een woning in polder Rotterban te Hillegersberg.
Zoon: Heynric Enghebrachtsz van Kranenburg.
** RGL/151

Egbert van Cranenburch (1335*-1421*):
= Engelbert II van Cranenburg

Engelbert II van Cranenburg (1335*-1421):
Zoon van Dirck van Cranenburg (gb 1295) en NN. Neef van Dirc IV van Wassenaar, burggraaf van Leiden. Bezit Cranenburg Bleiswijk.
Huwt 1360* Lijsbeth Jan Mouwerijnsdr Jonkvrouwe van Burghersdijk, dochter van Jan Diercxz Mouwerijn en Kateline Willems Katelinendr. Lijsbeth is beleend met een goed in Maasland. Zij overlijdt in 1420*.
Erft van zijn oom Willem van Cranenburg hofstede Cranenburg te Eikenduinen, waarmee hij wordt beleend op 29.6.1367. In 1421 gaat de leen over naar zijn zoon Jan, benevens het recht om twee zwanen te houden op het Wijndaeler Meer (LHW).
In 1383 beleend met een smaltiende te Maasland (4 pond; r.r. 226).
Vermeld 1380, 1396 en 1408.
Engelbert is leenman van de Graaf van Holland.
12.6.1405: verschijnt voor de leenheer van zijn vrouw Lijsbeth. (Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde; p 371; N. Japikse, 1913).
12.6.1405: Jonkvrouwe Lijsbeth Jan Mouwerijnsdr heeft bij de inbraak van de Riederwaert haar handvest verloren en tocht haar man Engebrecht van Cranenburch [Engelbert II] (l.h. 54, f 10) [OV70/96]
8.2.1407: leenvonnis met Hertog Willem van Beieren.
7.2.1410: beleend met een smaltiende in Maesland.
Overlijdt november 1421.
Alias: Egbert/Engebrecht/Egbrecht/Eggebrecht/Enghebrecht Van Cranenburch/Cranenberch
Wapen*: op goud een blauwe kraanvogel, rood gebekt en gepoot, houdend een steen in de opgeheven rechter poot. (> Van Cranenburch Bleyswyck)
Udh: Jan (gb 1370), Engelbert III (Egbert; gb 1380) en Catalina van Cranenburg en Lysbeth van Cranenburch (gb 1381; Maasland).
Mogelijk ook Aernt Engebrechtsz en Meus Xzn van Cranenburg.
** OV70, OV78/194, OV86, FW Cranenburg Wassenaar, Walich van Cranenburg
# HRAC, Van Miers IV (p 48), LHW, HLR 1405, BNL, KJS, OV70, OVG 1978 (p 194), OVG 1986 (p 697), GVP, Google 10.4.08, dekleinestamboom.nl 18.9.08, DAB

Enghebrecht van Cranenburch (gb 1341)
** Eggebrecht Jansz van Cranenburg (gb 1341)

Eggebrecht Jansz van Cranenburg (1341*-1421):
Zoon van Jan Engelbrechtszn van Cranenburch en Badeloge Pietersdr van Minnichem in Eikenduinen. Woont in Den Haag. Ghm NN.
Is Welgeborene te 's-Gravenhage 1371-1375. (ZLB p 472)
Op 20 mei 1376 woont Eggebrecht in de Papestraet op NZ 335 (Hofkwartier) in het pand met de naam Craenenburch. Aldus notities over de Papestraet in Die Haghe 1997 (> HVH):

in die Papestraet up dat huys [Craenenburch] dair Engebrecht van Cranenburch in woent

Zijn overburen zijn Mr Adriaen van der Goes (landsadvocaat) op ZZ 337 en Jan Tol en Dircx van Zwieten op ZZ 341.
Beleend met Ravensberg, Vromade, en Oud- en Nieuw-Gravenkoop.
In 1383 vermeld ivm smaltiende te Maeslant (OVG 1986 p 697).
Volgens een oorkonde dd 22 februari 1390 (KHD) woont Eggebrecht (Engebrecht Jans) in een huis aan de Venestraat (Hofkwartier) in Den Haag. Hij huurt dit pand voor 40 schellingen Hollands per jaar van Filips Dircx.
Vermeld in oorkonde 22.2.1390 ivm een rentekwestie ivm een huis aan de Venestraat in Den Haag (AKD p 395).
Volgens een oorkonde dd 5 juni 1396 (KHD) woont Eggebrecht in dat jaar aan de Molenstraat ZW (Hofkwartier) in Den Haag, niet ver van de Venestraat. Hij woont daar samen met zijn zuster Alijd van Cranenburg (Jonkvrouwe van den Werve). De Molenstraat loopt vanaf Noordeinde langs Paleis Noordeinde naar de Prinsestraat. De Molenstraat is een van de oudste straten van Den Haag en is genoemd naar de Nortmolen die daar vele eeuwen heeft gestaan. Deze molen stond aan het Noordeinde op de plaats waar tegenwoordig de Waalse Kerk staat.

In feite is de Molenstraat een steeg, zoals op nevenstaande foto anno 2004 is te zien. Oorspronkelijk is deze steeg een duinpad geweest, waarlangs huizen zijn gebouwd. Het oudste huis van Den Haag dateert van 1598 en staat aan de Oude Molstraat, vlakbij de Molenstraat. Het oude pand van Eggebrecht en Alijd zal derhalve niet meer bestaan.
In de 13e en 14e eeuw is de Molenstraat de noordgrens van Den Haag. Boven deze weg liggen weide- en veengronden en verderop de duinen. Daar vlakbij, in de scherpe bocht van de Haagse Beek, ligt kasteel Cranenburg te Eikenduinen. In die tijd woont daar Engelbert van Cranenburg (gb 1335*), een achterneef van Eggebrecht. Hemelsbreed
liggen de woning van Eggebrecht en kasteel Cranenburg Eikenduinen ongeveer 2,5 Km van elkaar verwijderd, dus een goed half uur lopen.
Bij acte van 21 mei 1418 koopt Van Rijkaarde van Tetrode, priorin van de abdij van Loosduinen, land. Eggebrecht van Cranenburg en Willem Jansz getuigen bij de koop.
Genoemd (Enghebrecht van Cranenborch/Cranenburch) 1397* in De Rekeningen van de Grafelijkheid van Holland (P.H. Jansen, Werkgroep Holland 1300-1500; 1980).
Alias: Eggebrecht Jan Eggebrechtsznzn, Engelbert, Egghebrecht Jan Egghebrechtsz, Engebrecht Jans, Engebrecht/Engghebrecht/Engelbrecht/Eggebrecht van Cranenburch/Cranenburg.
Wapen: op een zwart veld drie wassenaars in zilver.
Eggebrecht Jansz overlijdt maart 1421. (dekleinestamboom.nl 18.9.08)
Zoons': Dirc van Cranenburch (gb 1361; Molenstraat Den Haag), Claes Enghebrechtsz van Cranenburch (gb 1390).
Mogelijk ook: Willem Engebrechtsz, Aernt Enghebrechtsz van Cranenburg.
** BNL, Welgeborenen, Cranenburg Eikenduinen (oude kaart), Dieric van Cranenburch, Alijd van Cranenburg, Huge Willemsz van Cranenburch (gb 1430), Cranenburch Den Haag, HVH
# KJS, KHD, AKD, Tettero, SLB/namenregister, BNL, ZLB

Enghebrecht Willemsz van Cranenburch* (1345*-1420*):
Mogelijk een zoon van Willem van Cranenburg (gb 1305) en NN van Egmond in Eikenduinen.
Genoemd:
- 1412 in bron PKR Enghebrecht Willemsz ivm renten up hofsteden up die hoeve binnen der nuwer vrihede ende beghinnen eerst up Levensdailsgraft. Aanslag is 6 schelling wegens een erve.
- 1413 in bron PKR Enghebrecht Willems coft een half huystgen jeghens Margrieten, dairof te voirhuyr     IIs VIIId
# PKR (janvanhout.nl 15.11.04)

Egbert van Cranenburg (1373*-1433*):
Mogelijk een zoon van Engelbert II van Cranenburg.
Vermeld 1408 in de Rekenkamer van Holland.
=* Engelbert III van Cranenburg
# NKS (Ex BIT/1685 p 1195)

Engelbert III van Cranenburg (1380*-1461*):
Zoon van Engelbert II van Cranenburg en jonkvrouwe Lijsbeth Jan Mouwrijnsdr van Burghersdijk. Ghm NN (Xx van Egmond*).
Vermeld in oorkonde 8.2.1407 waarin graaf Willem IV bij vonnis verklaart dat de leengoederen van Urk en Emelwaarde (Emmeloord) toekomen aan de Vrouwe van Voorst en Keppel in plaats van Dirc van Zwieten, die dacht daar recht op te hebben. In de getuigenlijst is een Engebrecht van Cranenburch vermeld.
Vermeld in 1408 in de Rekenkamer van Holland. (BTI/1685 p 1195).
Op 7.2.1410 beleend met een smaltiende in Maasland van de hofstad Egmond. (> Cranenburg Egmond)
Op 14.3.1431 door zijn broer Jan beleend beleend met 2 kampen uit het leen van 14 morgen te Maasland.

Aangezien broer Jan is beleend met een goed in Maasland, woont Engelbert III mogelijk op Huys Cranenburg te Bleiswijk en is de leen daarvan derhalve op hem overgegaan. Deze veronderstelling wordt gesterkt door teksten uit 1418-21 vermeld in de Kronijk van het Historisch Genootschap te Utrecht (8e jaargang 1852, 2e druk; Kemink & Zoon, Utrecht):

Item an Eggebrecht, anden casteleyn aldair, van Cranenburch. (p 416)
...
Item an Eggebrecht van Cranenburch.
(p 419)

De teksten hebben betrekking op waterschaplasten. Engelbert II van Cranenburg leeft niet meer. Engelbert III is daarom de enige Van Cranenburg in die tijd op wie de teksten betrekking kunnen hebben. Hij is dus inderdaad kastelijn, ofwel kasteelheer. Dat zal dan vrij zeker zijn op Huys Cranenburg in Bleiwsijk, dat voordien in leen was bij Engelbert II van Cranenburg, de vader van Engelbert III. Leenoverdracht gaat immers primair van vader op zoon.
Alias: Egbert/Engebrecht/Eggebrecht van Cranenburg/Cranenburch.
Zoons*: Dirick, Willem Engebrechtsz en Albert Egbertsz van Cranenburg en Egbert van Cranenburch (gb 1426).
=* Egbert van Cranenburg (gb 1373)
** Cranenburg Bleiswijk
# HRAC, HLR, CVC, NKS (Ex BTI/1685 p 1195), KBG

Engebrecht van Cranenburch (1407")
** Engelbert III van Cranenburg (gb 1380)

Engebrecht Xzn van Cranenburg (1398*-1458*):
Woont in Den Haag. Ghm NN.
Udh: Jan Engebrechtsz van Cranenburg (gb 1433).

Engelbert IV van Cranenburg (1414*-1484):
Zoon van Jan van Cranenburg en Beatrice Gerritsdr. Ghm Gerarda Geranda.
Bij dode van zijn vader op 23 mei 1447 beleend met de grafelijke goederen en smaltiende te Maasland. Op 29 mei 1447 beleend met Cranenburg Eikenduinen. Bezit leen van Hontshol en Egmond.
Bij oorkonde van 19.11.1448 bevestigt Egghebrecht van Kranenburch (Engelbert IV), dat zijn vader Jan van Kranenburch, aan het klooster van Loosduinen heeft gegeven het land dat hij bezat in de Groten Kamp te Monster, met de bepaling dat 40 schellingen van de jaarlijkse opbrengst gebruikt zal worden voor een jaarlijkse mis voor zijn ouders en het overige voor een dergelijke mis voor hemzelf en zijn vrouw (AKD p 191).
Geeft 21.12.1469 uit dit leen een lijfrente van 1 pond groot per jaar aan zijn dochter Claer, wonend in het Sint Lijsbettenzusterhuis in Den Haag. (HRAC)
Bron OV 1986 (p 663) schrijft:

's-Gravenhage
De woning met 7 morgen land enz. [huis Cranenburg Eikenduinen]
21-12-1469: Egbert van Cranenburch geeft uit het leen een lijfrente van 1 pond groot per jaar aan zijn dochter Claer, wonende in het Sint Lijsbethenzusterhuis (C, f 4).
Engelbert doet 20 februari 1479 opnieuw hulde voor de 10 morgen in Maasland. Engelbert sterft vóór 17 maart 1484 te Maasland.
Alias: Egghebrecht van Kranenburch, Egbert van Cranenburch, Engebrecht van Cranenburch Jansz, Engelbrecht Jansz van Cranenburg.
Udh: Gerrit, Elisabeth en Claer van Cranenburg
Mogelijk ook Dierck Engelbrechtsz en Jan Enghebrechts van Cranenburg.
** OV70, OV78/194, Egbert van Cranenburch (gb 1426)
# HRAC, KJS, AKD, OV70, OVG 1978 (p 663), OVG 1989 (p 450)

Engebrecht van Cranenburch Jansz (gb 1414)
** Engelbert IV van Cranenburg

Engelbert van Cranenburg Jansz
** Engelbert IV van Cranenburg, Eggebrecht Jans van Cranenburg

Engelbrecht Jansz van Cranenburg (gb 1414)
** Engelbert IV van Cranenburg

Enghebrecht van Cranenburch (1424*-1484*):
Mogelijk een kleinzoon van Jacop Jansz van Cranenburch (gb 1353; Rijnsburg).
Huurt in 1459 land in Rijnsburg: Enghebrecht van Cranenburch heeft met toestemming van Mergriete van Breulis, abdis te Rijnsburch, gehuurd 8 morgen land, behoorende in de abdij, voor 15 Wilhelmusschilden en 20 hoenders jaarlijks, en 14½ morgen 1½ hond en 28 roeden ...
Zoon*: Xx van Cranenburch (gb 1459 Rijnsburg; vv Hendrik)
# Rijks Geschiedkunige Publicatiën (Google 23.8.08), KBG

Egbert van Cranenburch (1426*-1486*):
Mogelijk een zoon van Engelbert III van Cranenburg (gb 1380) en NN.
Op 27.2.1448 tocht Egbert van Cranenburch zijn vrouw Gerijt Andriesdr ivm een leen van 10 morgen land 'in de woning van Mourijn in Burgherdijc'.
Vermeld op 19.11.1459 ivm verkoop van 3,5 morgen land in Bilwijk bij Haestrecht.
Alias: Engbert van Kranenburg.
Zoon*: Claes Engelbrechtsz (gb 1467).
** Engelbert IV van Cranenburg
# OVG 1983, LRK (117b fo 7)

Engbert van Kranenburg (1426*-1486*)
** Egbert van Cranenburch

Engel Hendriksz van Cranenburg* (1432*-1492*)
Mogelijk een zoon van Heynric Jansz van Cranenburg en NN in Den Haag.
Vermeld in 1467 in bron AKD ivm een stuk land van Zusterhuis Sint Maria in Galilee te Den Haag, afkomstig van Engel Heynricx.
Zoon*: Pieter Engebrechtsz.
# AKD (p 50)

Engebrecht Xzn van Cranenburch' (1467*-1527*):
Woont in Katwijk/Rijnsburg*. Ghm NN.
Udh: Anna (gb 1498) en Harman Engebrechtsz van Cranenburch (gb 1509; Katwijk).

Egbert Claesz van Cranenburg (1494*-1554*):
Mogelijk een zoon van Claes Gielisz van Cranenburg en NN te Schipluiden.
Mogelijk is hij kloosterling in Schipluiden (Jacob Gerrits Straat?) of daaromtrent.
Vermeld 28.4.1529 in bron AKD ivm een lijftocht, een huis in Schipluiden* en land te Schipluiden en De Lier. In deze zaak wordt hij vertegenwoordigd door broeder Doe Pietersz, Willem Pietersz, Quyrijn IJsbrantsz en Daem Jansz.
# AKD (p 272)

Engelbert Jorisz van Cranenborch* (1510*-1570*):
Mogelijk een zoon van Joris Claes Florisz van Cranenborch en Catharina Pouwelsdr te Eikenduinen.
Woont in Den Haag.
# DHE

Egbert Claesz* Kranenburg (gb 1554)
** Egbert Xzn Kranenburg

Egbert Xzn Kranenburg (1554*-1614*):
Vader*: Claes Thijsz Kranenburg te Groningen.
Woont in Emden. Ghm NN.
Udh: Harke Egbertsz Kranenburg (gb 1589).

Engel Wesselsz van Cranenburch* (1563*-1623*)
Zoon van Wessel Jansz van Cranenburch en NN.
Woont in Rijnsburg. Ghm Lijntgen Mathijsdr.
Zoon*: Rutgert Engelz van Cranenburch.
** Rijck Hesselsz van Cranenburch

Egbert Hindricks* Kranenburg (1603*-1663*):
Vader*: Hindrick Claesz Cranenburgh te Groningen.
Verhuist in 1635* naar Winschoten.
Zoon: Jan Egberts Cranenborg (gb 1638).
# KBG

Egbert Hindrix Kranenburg* (1633*-1693*)
Mogelijk een zoon van Hindrick Theis Kranenburg en Greetien Titsincks.
Vermeld in 1670 op de lijst KHF van Scharmer.
# KHF

Egbert op de Cranenborch (1640-1700*):
Zoon van Jan op de Cranenborch en NN op Kranenburg te Vorden.
Gedoopt NDG 28.6.1640 te Vorden.
** Kranenburg Vorden
# DTB Zutphen, JNZ, Doopboek NDG Vorden, KBG

Egbert Cranenberg (1701*-1761*)
Huwt (j.m.) NDG 4.8.1726 (Otr 21.7.1726) in de N.St.K. te Zutphen met Johanna Plasman, weduwe van Willem Vriesekolk.
# NDG Trouwboek Zutphen

Engbert Kranenborg (1702*-1762*):
Woont in Amsterdam. Ghm Hernemina van der Mast.
Hermien is 5.8.1763 weduwe en getuige bij de NH doop in de Wester Kerk A'dam van Arijantien, zoon van Gerrit Kranenborg en Jereintien Aris Middelkoop.
Udh: Hendrik Jan Willem (gb 1732), Gerrit (gb 1737).
# GA Amsterdam

Engbert Kranenborg (1767-1827*):
Zoon van Gerrit Kranenborg en Jereintien Aris Middelkoop.
Gedoopt NH 23.12.1767 in de Noorder Kerk te Amsterdam. Getuigen: Hendrik Jan Willem Kranenborg en Hermina van der Mast, weduwe van Engbert Kranenborg.
# GA Amsterdam

Engelberta~
() Engelberta, Engelina, Engeltje, etc

Engel Ipes Kranenburg (1799-1877):
Dochter van Ype Hindriks Kranenburg en Aukje Everts Postema.
Geboren 23.3.1799 in Scharmer. Gedoopt NH 22.7.1799 te Scharmer.
Huwt 17.5.1826 te Slochteren met Hendrik Jacobs Boelmans, geboren in 1792*. Hendrik is logementhouder.
Engel overlijdt 24.2.1877 te Groningen. Hendrik overlijdt voor die datum.
** Boelmans Kranenburg
# GKH, DAB

Engelina Kranenburg (1839-1866)
Dochter van Hendrik Ipes Kranenburg en Albertien Klein in Groningen.
# GKH

Engelina Kranenborg (1886-1968):
Geboren 27.12.1886 in Kalkwijk (Gro). Overlijdt 9.11.1968 in Hoogezand. Begraven op Stillehof in Hoogezand.
# graftombe.nl 4.2.08

Egbertje Catharina Kranenburg (1900-1960*):
Dochter van Teunis Kranenburg en Hendrika Wijnholt. Geboren 1.2.1900 in Lisse.
Huwt 28.8.1924 in Lisse met Adrianus van Kesteren, slager, geboren 1898* in Hillegom.
# GKC

Engeltje van Cranenburch (1624-1684*):
Dochter van Jan Claesz van Cranenburch en Belytje Govertse van Keulen.
Geboren in 1624 te Amsterdam.
Door de dood van haar moeder sinds 28.3.1640 tot haar mondigheid onder toezicht van de Weeskamer van Amsterdam.
Huwt in 1647 (otr 20.6.1647) met Johannis/Jan Boddens.
Maakt met haar man op 6.2.1649 een testament op voor notaris J. van de Ven.
Alias: Engeltje Cranenburgh/Craenenburg.
Udh: Nicolaes (gd NH 18.9.1650 in de Oude Kerk te A'dam), Abraham (gd NH 2.2.1653 Oude Kerk te A'dam), Sara (gd NH 17.11.1656 Oude Kerk te A'dam).
# JKE, GA Amsterdam

Engeltje Davids Kranenburg (1811-1877)
Dochter van David Hinderiks Kranenburg en Grietje Willems Wessels.
Gedoopt NH 25.1.1811 te Scharmer.
Huwt Willem Roelfs Drent.
Engeltje overlijdt in 1877 in Kolham. Willem ovrlijdt in 1889*.
# GKH, DAB

Engeltje Jans van Cranenburch (1622*-1682*)
Vrij zeker een dochter van Jan Jansz van Cranenburch en Annetgen Jansdr in Delft.
Huwt in 1646 (otr 30.6) te Delft met Jacob Assuerusz van Moerkerken.
# GA Delft

Engist van Angeln (405*-465*)
Ook wel Hengist genaamd, wat hengst zou betekenen. Afkomstig uit Angeln (NO Duitsland). Engist is legerleider (overste) van een Germaans huurlingenleger, dat voornamelijk bestaat uit Angelen, Saxen en Juten. Mogelijk vestigt Engist zich vóór het jaar 430 met Horsa en zijn leger in Humsterland (NW Groningen), waar nog de dorpen Englum en Saxum aan dat verblijf herinnert. (> Angelen)

Rond het jaar 430 vertrekt Engist met Horsa en het huurlingenleger naar Brittannië om zich aan te sluiten bij de Britse koning Vortigern. De koning deed namelijk een oproep aan Germaanse strijders op het Continent om te komen vechten tegen de aanvallende Picten. Na de overwinning op de Picten blijven de Germaanse strijders in Engeland en laten op grote schaal hun stamgenoten overkomen. Dat is het begin van de invasie van Angel-Saxen in Engeland.

Volgens overlevering komen de Angel-Saxen in Engeland op een gegeven moment in opstand. Dat komt omdat koning Vortigern slecht soldij betaalt aan de Angel-Saxische huurlingen. Engist zou daarom voor zichzelf in Kent een koninkrijk stichten. Of Engist inderdaad de stichter is van het koninkrijk Kent valt echter te betwijfelen. In de overleveringen wordt zijn naam vaak genoemd. Maar Engelse bronnen twijfelen aan de correctheid daarvan. Zo zou hij o.a. een dochter hebben met de naam Rowena~. Die naam is waarschijnlijk Keltisch. In ieder geval niet Angel-Saxisch. Voor een Angel-Saxische legerleider of koning is een huwelijk met een oorspronkelijke bewoner van Brittannië in die tijd ondenkbaar. Dat zou de eenheid binnen de Angel-Saxische stammen teveel schaden.

Ook op andere punten wordt eraan getwijfeld of Engist inderdaad de dingen heeft gedaan, die de overleveringen beweren. Mogelijk is er sprake van verwarring met zijn broer Horsa. Kent voert namelijk als wapen een wit stijgend paard op een rood veld. Aangezien de naam Horsa paard betekent, lijkt het meer waarschijnlijk dat Horsa (broer van Engist) de stichter is van het koninkrijk Kent. Het wapen van Kent is dan te beschouwen als een eerbetoon aan Horsa. Temeer daar het paard en niet zozeer de hengst een symbool is voor de Saxen. In Kent wonen namelijk van oudsher Jutten uit Denemarken en Saxen uit NW Duitsland en NO Nederland. De Kentse volkstaal wordt bovendien gerekend tot de Saxische talen. Kent zal daarom vrij zeker voornamelijk zijn bevolkt door Saxen. De Angelen hebben zich voornamelijk gevesitgd in Noord en West Engeland. (> Angelen) Een Anglisch symbool zou in Kent dus niet op z'n plaats zijn, laat staan geaccepteerd.

Engelse bronnen twijfelen verder of Hengist en Horsa werkelijk broers zijn geweest. Volgens hen komen in vele overleveringen twee broers als leiders voor. Dat kan dus meer een instrument zijn om de overleveringen interssanter te maken. Bovendien denken Engelse bronnen dat er mogelijk twee figuren met de naam Hengist hebben bestaan, die met elkaar verward worden. Sommigen denken zelfs dat er helemaal geen Hengist heeft bestaan met de toegekende legendarische kenmerken. Weer andere bronnen menen dat Horsa een typisch Saxische naam is. Onze Engist komt daarentegen uit Anglish gebied in het toenmalige Denemarken. (> Angeln)

Er is een andere reden om te twijfelen dat H/Engist de stichter is van Kent. Volgens Nederlandse bronnen vertrekt Engist namelijk in 449 naar Leiden, waar hij de burcht van Leiden bouwt. Het is aannemelijk dat hij in Leiden blijft wonen en er de eerste burchtheer is. (> Burcht van Leiden) Bovendien woont in Nederland een geslacht Van Angelen, dat mogelijk afstamt van Engist. (> Van Angelen) Andere nazaten van Engist kunnen in Engeland zijn gebleven. Daar komt namelijk de familienaam Engist voor.

Gezien de functie van overste, de bouw van de Leidse burcht en de mogelijke functie van eerste burchtheer in Leiden, moet Engist uit een aanzienlijk geslacht voortkomen. Vooralsnog is echter niet bekend wie zijn ouders zijn.
** Vortigern, Burcht van Leiden, Gewis, Angelen, Angeln, Van Angelen
# ATB, KVN, WKP 20.11.07, KBG

Enneken~
** Anneke~

Eomar van Angeln (420*-489):
Zoon van koning Angeltheow van Angeln.
Laatste koning van Angeln.
Zoon: Icel (gb 441).
** Angeln, Angelen
# WKP

Erf
1. Streek of land dat een volk gedurende een aantal geslachten bezeten heeft en bewoond.
2. Grond (omheind) behorend bij en gelegen om een huis.
3. Perceel.
# WKE, DAB

Erfhuur
ONL: erfhure, landhure
Bedrag dat betaald moet worden aan een landeigenaar wegens pacht (huur) van land (erf) van hem.
** Leenstelsel, Leenboeken, HVH

Ermengart Kerstantsdr van Kranenburg (1288*-1348*):
Dochter van Kerstant van Kranenburg en NN te Eikenduinen.
Vermeld in 1317 in bron RHH ivm renten wegens landhure in up de Gheest te Eikenduinen. Zij moet 18½ d. betalen.
** RHH, Eikenduinen
# RHH, KBG

Ernst Anthonijsz Cranenburgh (1697*-1743):
Geboren in Hessen. Is soldaat in dienst van de VOC. Reist met het VOC-schip 'Noorderkwartier' op 27.12.1719 naar Batavia. Arriveert daar 13.10.1720. Overlijdt in Azië (Oost-Indië*) op 23.12.1743.
# AVOC

Ernst Walter Kranenburg (1928-1969):
Geboren 15.8.1928 in Amsterdam. Oogarts te Amersfoort. Ghm Thea Elly Kroeske, geboren 5.6.1934 in Utrecht, lerares klassieke talen te Amersfoort.
Ernst overlijdt plotseling 28.6.1969 in Amersfoort.
Udh: Wilna Eline (gb 12.7.1958 Amsterdam), Tanca Eliske (gb 26.6.1960 Amsterdam), Elna Endike (gb 23.5.1962 Amersfoort) en Eeke Talina (gb 25.8.1964 Amersfoort).
** Pg Forum (Oproep 7.5.08)
# Rob Kranenburg (rtvkranenburg@hotmail.com 6.5.08)

Esla (404*-464*)
Zoon van Gewis en NN.
Woont in de Cotswolds*/UK. Ghm NN.
Zoon: Elesa (gb 439).

 

Essenburg Hierden
Kasteel en landgoed in Hierden (bij Harderwijk). Gebouwd in 1652 door het geslacht Van Essen. Anno 2005 een klooster van de paters Norbertijnen annex partycenter. Langs de inrit staan paaltjes met familiewapens. Op een daarvan prijkt het wapen van het geslacht Van Essen: op een veld van zilver een rechter schuinbalk van sabel (zwart) met daarop drie ruiten van goud. Wapenspreuk: Serva Fidem.
Zowel de compositie van dit wapen als de wapenspreuk lijken opmerkelijk veel op die van het geslacht Van Cranenburgh tak Amsterdam: op een veld van zilver een rechter schuinbalk van sabel (zwart) met daarop drie zespuntige sterren van goud. Wapenspreuk: Fide, sed cui vide.
De vraag rijst of deze gelijkenis toeval is of wijst op een zekere relatie tussen het geslacht Van Essen en het Cranenburchgoedje c.q. het geslacht Van Cranenburch in deze regio.

Volgens vele oude verhalen heeft op de locatie Essenburg vroeger een ander bouwwerk gestaan. Deze verhalen zijn nog niet bevestigd door archeologisch onderzoek. Gezien de veelvuldigheid van de oude verhalen, moeten deze toch serieus genomen worden en mogen we vooralsnog aannemen dat daar werkelijk iets heeft gestaan.
Het gebied tussen Essenburg en het gehucht Hoophuizen liep vroeger vaak onder water bij storm op de Zuiderzee. Het water stroomde maar langzaam weg, waardoor het land lang modderig bleef. Essenburg en omgeving ligt echter op een grote zandplaat en bleef dus droog. Daar vond dus de bebouwing plaats. Sinds de bouw van de Afsluitdijk in de 1930s, zijn de overstromingen verleden tijd.

Het Cranenburchgoedje te Hierden ligt hooguit 500 m van de Essenburg, maar is van veel oudere datum. Dit kan betekenen dat het geslacht Van Essen contacten heeft met de Van Cranenburchs. Mogelijk zelfs dat zij delen van het Cranenburchgoedje in 1698 hebben opgekocht. De contacten kunnen echter ook in Harderwijk zijn gelegd. Daar wonen in die tijd zowel Van Cranenburchs als Van Essens. Mogelijk dat door die contacten het wapen van het geslacht Van Essen is geïnspireerd door het wapen van deze Van Cranenburchs. De oudst bekende uitvoering is van Henrick van Essen (1579-1643) en dateert van 1600*. Henrick bekleedt talrijke openbare functies. Hij is o.a. curator aan de Hogeschool te Harderwijk en afgevaardigde van de Dortse Synode. De oudst bekende Van Cranenburch die in deze contreien woont, is Jan van Cranenburch (1475*-1535*) te Harderwijk. Ene Johan van Cranenburch is in 1559 schepen van Harderwijk. Mogelijk is hij een nazaat van Jan en woont hij op het Cranenburchgoedje. Als deze veronderstellingen juist zijn, betekent e.e.a. dat de Van Cranenburchs op de Noord-Veluwe oorspronkelijk afkomstig kunnen zijn uit uit Bleiswijk. Een Amsterdamse tak van deze Van Cranenburchs voert immers het bovenbeschreven wapen: op een veld van zilver een rechter schuinbalk in sabel waarop drie zespuntige sterren van goud. Dit wapen is een kleurvariant van het wapen van het geslacht Van Mathenesse uit Schieland, waar ook de Van Cranenburchs vandaan komen.

De Essenburg komt in de loop der eeuwen in diverse handen. Sinds het einde van de 19e eeuw raakt het echter door wanbeheer in verval. In 1928 koopt dame Goekoop-de Jongh de Essenburg het vervallen kasteel op met totaal 30 ha grond. Ze is geboren in Kampen en is de weduwe van Adriaan Goekoop, die op een nogal mysterieuze wijze lijkt omgekomen. Dame Goekoop is puissant rijk. Ze is eigenaresse van de landgoederen Sorghvliet, Buitenrust en Rustenburg in Den Haag, met een totale oppervlakte van 90 ha. Daarnaast bezit ze nog 141 ha duingebied aldaar. Deze pittige dame renoveert op doortastende manier de Essenburg en maakt er een waar lustoord van.
Interessant is in dezen dat landgoed Sorghvliet in Den Haag tot 1642 onderdeel uitmaakt van hofstede Cranenburg te Eikenduinen. Of dame Goekoop daar weet van heeft, is vooralsnog niet bekend.
** Van Cranenburgh, Johan van Cranenburch (1559"), Cranenburchgoedje Hierden, Cranenburg/Mathenesse, Cranenburg Eikenduinen
# FRI, TYE (p 82 ev), DAB

Esther Jeane van Cranenburgh (1845-1921):
Dochter van Eliza van Cranenburgh en Henriëtte Jacqueline van der Does.
Geboren 11.4.1845 in Bergen Op Zoom. In 1866 is zij hulponderwijzeres. Woont in die tijd in Wijk-bij-Duurstede. Werkt o.a. in Zaandam (1865), Oudshoorn (1865), Rotterdam (1866-1870) en Dordrecht (1870).
Huwt 21.9.1870 in Dordrecht met Willem Jacobus Brandt, geboren 1840 in Dordrecht, zoon van Johannes Coenraad Brandt en Pieternella Francina Evenwel-Schakel. Willem is boekhouder. Hij overlijdt 28.2.1901 in Dordrecht. Esther overlijdt 24.4.1921 in Krimpen a.d. Lek. Woont op die datum nog in Dordrecht.
Udh: Petronella Francina (1871-92), Henri Jacque (1873-92), Elise Lamberdina (gb 18.9.1875; vertrekt 1910 naar Delft) en Esther Jeane (1871-91).
# VC300

Esther Rachel Kranenburg (18..*-19..*):
Begraven op Alg. Begraafplaats in Wijk bij Duurstede.
# graftombe.nl 4.2.08

Ethelflaed van Wessex (869*-918):

Ook: Aethelflaed, Ethelfleda. Prinses van Engeland. Sinds 911 Lady van Mercia.
Dochter van koning Alfred de Grote van Wessex en koniging Ealswith Osburgh van Engeland.
Huwt in 889 met Ethelred II, eerst Koning later Earl van Mercia.
Als ze naar Mercia reist om te trouwen, wordt ze aangevallen door Denen, die een alliantie tussen Mercia en Wessex willen voorkomen. De helft van het gezelschap wordt vermoord. Aethelflaed vlucht in een oude loopgraaf en gebruikt die als een fort. Hierdoor weet ze de Denen te verslaan.
Ethelflaed is een strijdbare vrouw. Een tacticus en militair leider van formaat.
Zij leidt persoonlijk troepen tegen de Vikingen en bouwt vele forten en versterkingen en is een belangrijke steun voor haar broer Edward the Elder tijdens diens koningschap.
 
Hierboven: aquarel van Ethelflaed gemaakt door Hester Jans-Molenberg, na zorgvuldige analyse van Ethelflaed's achtergronden en de mode uit haar tijd. Deskundigen denken dat Ethelflaed linkshandig was, vanwege haar strijdvaardigheid, hetgeen nogal kenmerkend wordt geacht voor vrouwen met leiderscapaciteiten. Tevens verklaart dat haar successen in gevechten met het zwaard. Rechtshandigen zijn getraind op tegenstanders die ook rechtshandig zijn. Linkshandige tegenstanders zijn dat ook, maar zorgen door hun linskhandigheid voor acties, die voor hun rechtshandige tegenstanders vaak onverwacht zijn door hun eigen rechtshandige gerichtheid.

Ethelflaed voert langdurig strijd tegen de Denen, die haar rijk binnenvallen in het noorden, langs de Humber en de Trent.
Helpt haar vader koning Alfred bij de bouw van forten bij Stafford en Lichfield.
Helpt in 890 haar man Ethelred II van Mercia bij de bouw van de burcht van Worcester.
Steunt haar broer koning Edward, opvolger van koning Alfred (gst 899), o.a. in de strijd tegen de Denen en Vikings.
Versterkt de grenzen van Mercia met in totaal 11 forten en burchten.
Bouwt burchten bij Sceargeat en Bridgenorth aan de Severn, een favoriete route van Deense bendes. Ligging Sceargeat vooralsnog onbekend.
Staat in 902 een groep Noormannen onder Ingimund toe zich in Wirral te settelen.
Verwerft in 904 samen met haar man Ethelred II het gebied Bevere bij Worcester.
Ingimund en zijn Noorse gang veroveren in 905 Chester, maar worden weer verjaagd.
Opmerkelijk is dat Ethelflaed hier niet genoemd wordt, zoals op andere plaatsen waar ze betrokken is. Het kan betekenen dat ze niet lijfelijk bij de campagne aanwezig is. Mogelijk is zij in dat jaar in Bevere ivm de geboorte van Arnulf de Bevere, een vermeende zoon van Ethelflaed en Ethelred II.
Sinds 907* neemt ze steeds meer taken over van haar man Ethelred II. Hij wordt namelijk geteisterd door een slopende ziekte.
Versterkt in 907 Chester tegen aanvallen van Vikings.
In 909 raid ze samen met haar broer koning Edward van Wessex tegen de Denen in East Anglia. Ze brengen het lichaam van St Oswald in triomf terug. Ethelflaed schenkt het aan de St Oswald Priory in Gloucester, dat door haar en Ethelred II is gesticht.
In 910-916 bouwt Ethelflaed vele burchten (burghs) in Mercia om het rijk te beschermen tegen raids van Vikings, Denen en Noren.
In 911 sterft haar man Ethelred II na de slag bij Tettenhall. Ethelflaed krijgt daardoor de status van Lady of Mercia. Vanaf dan regeert ze alleen over Mercia.
In 913-918 regeert ze vanuit Stafford, dat ze geheel heeft versterkt.
Versterk in 913 Tamworth (Staffordshire) NW van Birmingham, waar haar vader een hof had gevestigd.
In 914 bouwt ze een burcht in Eddisbury (Cheshire) en bij Warwick.
In 915 stelt ze de grens met Wales veilig middels een fort bij Chirbury.
In 917 sluit ze een alliantie met de koningen Constantine II van Alba en Constantine Mac Aed van Strathclyde tegen het Noorse York.
Onderwerpt Wales. Verwoest Brycheiniog (Wales) uit wraak voor de moord op ene Abt Ecgberht. Neemt de koningin mee en zet haar gevangen in Llangorse.
In 917 zijn Ethelflaed en haar broer koning Edward van Wessex klaar om een massale aanval te lanceren op de Denen. In die strijd herovert ze Derby (917), Leicester (918), Nottingham, Lincoln en Stamford op de Denen. Ethelflaed en Edward onderwerpen daarmee de Denen in Engeland aan hun gezag. Ethelflaed sterft echter voordat de campagne tot een succesvol einde is gebracht. Ze overlijdt op 12.6.918 in Tamworth. Ze is begraven in St Oswald Priory in Gloucester, waar ook het graf van Ethelred II is.
Ethelflaed wordt opgevolgd door de dan 20-jarige dochter Elfwyn.

- Hofhouding
890-903 Volgens diverse bronnen is koning Athelstan van Wessex (895-939) opgegroeid aan het hof van Ethelred II van Mercia en Ethelflaed van Wessex, een zuster van zijn vader. Het hof bevindt zich in die tijd in of nabij Worcester. Aldus de kaart England during the reign of King Æthelstan. Rechts detail Worcester.
Ethelred II en Ethelflaed wonen sinds 890* inderdaad op de burcht van Worcester, die zij hebben gebouwd in opdracht van bisschop Werefrith van Worcester.
904-912 Waarschijnlijk is het hof in deze periode gevestigd in Bevere bij Worcester. Ethelred II en Ethelflaed hebben in ieder geval in 904 aldaar grond verkregen van bisschop Werefrith van Worcester. Vrij zeker zijn daar twee kinderen van hen geboren: Arnulf en Alfred de Bevere.
913-918 Sinds 913, na de dood van Ethelred II, regeert Ethelflaed vanuit Stafford. Aangenomen mag worden dat zij in die tijd daar ook haar hofhouding heeft.
** Alfred de Grote van Wessex, Ethelred II van Mercia, Beverburn, Arnulf de Bevere, De Bevere, Bevere Manor, Bevere House, Athelstan van Wessex, Dunstan, Vikings
@ Courtesy Prof. S.D. Keynes, Trinity College Cambridge CB2 1TQ.
# WKP, ASC(), TAS 27.8.2006, EBT,DAB

Ethelred I van Mercia (641*-704):
Zoon van koning Penda van Mercia.
Geboren en wonend in Tamworth, Staffordshire. Woont later in Bardney en Bredon, zuidelijk van Worcester. Koning van Mercia. Zoon Ethelbald volgt hem op.
Zoons: Ethelbald (gb 670) en Eanulf (gb 676) van Mercia.
** Mercia
# WKP, KBG

Ethelred II van Mercia (850*-911)
Zoon van koning Burhed van Mercia en Lady Ethelswitha, dochter van koning Ethelwulf van Wessex. Mogelijk geboren in Gainsborough (Lincolnshire, UK).
In 870 worden raidende Denen uit Reading verslagen bij Englefield in Barkshire door een Anglisch leger onder bevel van ene Ethelred. Het is de eerste grote nederlaag van de Denen in Engeland. Hoogst waarschijnlijk gaat het hier om Ethelred II van Mercia. (Ax > Englefield) Dat zo zijnde, moet Ethelred II vrij zeker zijn geboren rond het jaar 850.
In 879 benoemd tot koning van Mercia door de Witan, de raad van magistraten van Mercia.
In 879-886 als Ethelred II koning van Mercia.
Als koning is hij echter onderworpen aan het gezag van koning Alfred van Wessex.
Ethelred II schijnt tevreden met zijn rol als Viceroy (onderkoning). Hij heeft nimmer zijn titel van koning geclaimd.
In 886 wordt Alfred de Grote van Wessex officieel koning van het verenigde Wessex en Mercia. Hieruit ontstaat het koninkrijk Engeland.
Sinds 886 wordt Ethelred II daarom Earl (Ealdorman) van Mercia genoemd. Later: Lord of the Mercians.
In 886 benoemt koning Alfred hem tot gouverneur van Londen, een gebied dat voordien onder Mercia valt. Hij versterkt daar twee burchten (boroughs), die de brug over de Thames moeten beschermen. Op de zuidkant is dat Borough of Southwark.
Huwt in 889 met Ethelflaed van Wessex (gb 871), dochter van koning Alfred de Grote van Wessex.
Het huwelijk is gepromoot door koning Alfred van Wessex. Hij wil met dit huwelijk duidelijk maken dat Mercia en Wessex langs natuurlijke weg zijn verenigd, en niet onder dwang. Bij die gelegenheid geeft hij Ethelred II de titel van Earl van Mercia.
Sticht in 890* de Priory of St Oswald in Gloucester, samen met zijn vrouw Ethelflaed.
Krijgt rond 890 opdracht van bisschop Werefrith van Worcester om een burcht (burgh) te bouwen in Worcester. De bisschop beleent Ethelred II daarbij met de helft van zijn rechten en privileges aldaar. Bron E11 schrijft:

In the reign of King Alfred, Ethelred II and Ethelflaed, ealdorman and lady of the Mercians, at the request of the bishop, "built a burgh at Worcester" and granted to him half of their rights and privileges there "both in market and street within the borough and without."

In 893 verzamelt Ethelred II zijn thegns (leenmannen) van burchten. Samen met Welshe bondgenoten rukken ze op tegen de Denen, die worden verslagen bij Buttington (Montgomeryshire). De Denen reageren met raids in Wales in 894 en 895.

In 904 door bisschop Werefrith beleend met Beverburn, een gehucht aan rivier de Severn nabij Worcester. Bron BHO schrijft:

Land at BARBOURNE (Beferburna, x cent.; Beverburne, Berborne, xiv cent.) was granted by Werefrith, Bishop of Worcester, in 904 to Ethelred II ealdorman of Mercia and his wife Æthelflæd. (fn. 64)

Ethelred II voert vele oorlogen tegen Wales.
Sinds 907* lijdt Ethelred II aan een slopende ziekte. Hij geeft Ethelflead daarom steeds meer bevoegdheden. Zo tekent zij steeds meer verdragen en oorkonden.
In 911 leidt Ethelred II een gecombineerd leger van Mercia en Wessex tegen de Vikings, die weer vreselijk aan het raiden, moorden en plunderen zijn in zuidwest Engeland. Het komt tot een slag bij Tettenhall (bij Wolverhampton). Daar worden de Vikings definitief verslagen. Enige tijd later sterft Ethelred II. Mogelijk aan verwondingen. Hij is begraven in de St Oswald's Priory in Gloucester.
Udh: o.a. Elfwyn (Aelfwynn) van Mercia (geboren in 898 te Worcester*).
Vrij zeker ook:
- Alfere (Aelfhere), Earl van Mercia. *Geboren in 900 te Worcester. Vader van Leofric II, Earl van Mercia. Deze Leofric voert een adelaar in zijn wapen.
- Aelfheah, Earl van Hampshire in 959-971. *Geboren in 903 te Worcester.
- Arnulf de Bevere, burggraaf van Diksmuide, stamvader van het geslacht Van Beveren in Vlaanderen en Nederland. *Geboren in 905 te Bevere bij Worcester.
- Xx de Bevere, stamvader van het geslacht De Bevere in Engeland. *Geboren in 907 te Bevere bij Worcester. Mogelijk begint zijn naam met A (Ae, E), evenals bij zijn zuster en broers. (> Alfred de Bevere)
NB De herhaling van de eerste lettergreep in de namen van gezinsleden is in die tijd een typisch Angel-Saxische gewoonte. In dit geval dus Aelf-, Alf- of Elf-. (Edward Rutherford: 'Sarum' p 334; 1987)
- 2016: Circa 5000 gouden munten gevonden in Midden Engeland in weiland afkomstig van koning Ethelred II. Hij had ze daar begraven omwille van de veiligheid. Deense vikings waren het land binnengedrongen al plunderend en moordend. Grootste schat ooit gevonden in Engeland. #BBC4tv 21.3.2016
** Ealdorman, Mercia, Beverburn, Bevere Manor, Worcester, Mercia, Alfred de Grote, De Bevere, Elfwyn van Mercia, Arnulf de Bevere, Dunstan, Andrieskruis
# E11 17.8.2006, BHO, WKP, TAS 27.8.2006, DAB

Ettien Cranenburgh (1688*-1746*):
Dochter van Wijbrandus Kranenborg en Trijntien Haselhof. Geboren te Wedde. Woont in Heiligerlee en Westerlee (Gro).
Huwt 1e 22.12.1713 te Blijham met Fokko Emes, weduwnaar van Johanna Bonninga en begraven 21.6.1721 te Wedde.
Udh1: Wibrandus Cranenburgh (gb Wedde 8.9.1713), Jacob … (gb Wedde 19.2.1716).
Huwt 2e Albert Jurriens (1680*-1739*).
Udh2: Albertjen (gd NH 1729 Wedde).
** Wijbrandina Cranenburg (gd 1713 Wedde), W. Cranenburg (gb 1688; Wedde)
# Willem Nijboer/Hazelhof, archieven.nl 28.9.08 (doopinschrijvingn), DAB

Eva~

Eva Bartholomeusdr van Cranenburgh (1696-1772)
Dochter van Bartholomees Hendrikxz Cranenburg en Eva Philipsdr Nagtegael. Gedoopt 26.1.1696 te Leiden.
Huwt 27.5.1730 (GVP: 19.7.1716) te Leiden met Pieter Pauluszn Krieck, gedoopt 4.7.1697 te Leiden. Pieter is lakenwever. Hij overlijdt te Leiden op 13.1.1770 en is aldaar begraven 20.1.1770. Eva overlijdt te Leiden 22.2.1772 en is aldaar begraven 29.2.1772.
Zoon: Pieter Paulusz Krieck.
# KWS Cornelia Johanna Simjouw, Dopen in Leiden, GVP, DAB

Eva Laurensdr Kranenburg (1760-1820*):
Dochter van Laurens Teunisz Kranenburg en Adriana Arents Springvloet.
Geboren 13.5.1760 in Sommelsdijk. Ghm Cornelis Knolle.
Udh: Laurens Cornelisz Knolle.
# rijerkerk.net 31.10.08

Eva Kranenburg (1766-1826*)
Op 7.6.1766 RK gedoopt in Heusden. Dochter van Pieter Kranenburg en Angelique Nijsen.
# DTB Heusden

Eva Cranenburgh (1880*-1940*)
Dochter van Dalmerick E. Cranenburgh en Amelia Crouch in Bengal (NO India).
Woont in India of Australië
** Ada Cranenburgh

Everdina~

Everdina Kranenborg (1745*-1805*):
Dochter van Waander Kleijn Cranenberg en NN in Klein Dochteren (Lochem).
Huwt 4.12.1768 met Lammert Hietbrink, jongeman, zoon van wijlen Albert Hietbrink in Klein Dochteren.
Alias: Everdina Kleijn Cranenberg.
Udh: Alberdina (gd 16.4.1769).
# DTB Lochem (JNZ 29.12.08)

Everdina Kranenbarg (1833-1893*)
Dochter van Derk Weulen Kranenbarg en Janna Marsman. Geboren 1833 in Ruurlo.
Huwt 3.5.1859 te Ruurlo met Berend Ligtenbarg, geboren 1824 in Ruurlo.
# KBH

Evert~
() Evert, Everard~, etc

Everard de Bevere (1150*-1220*)
Mogelijk geboren op Manor Bevere in Bevere bij Worcester in Engeland.
Krijgt in 1203 een manor in Bromsgrove (Worcestershire, UK), circa 16 Km NO van Bevere.
** De Bevere
# BHO 9.6.2006, DAB

Everard van Beveren (1277-1303)
Volgt in 1293 zijn broer Diederik van Beveren op als burggraaf van Diksmuide.
Ghm Isabeau de Wavrin (Isabella van Wavrin).
Alias: Erart/Evrart van Beveren.
Geen nakomelingen.
** De Bevere, Van Beveren (Herkomst)
# GA Diksmuide, GVB (p 70 ev), DAB

Everardus van Cranenburgh (1285*-1359*):
Ridder. Zoon van Engelbert I van Cranenburg en NN in Bleiswijk.
Vermeld in 1303 onder een groot aantal milites et vasalli Episcopi als getuige van bisschop Guido van Henegouwen te Utrecht ivm een oorkonde. (BNL p 322) In de oorkonde van 1303 geeft bisschop Guido een aantal landhoeven aan de kerk van Kamerijk, het huidige Cambrai in Noord Frankrijk. Hij is daar namelijk ooit kanunnik geweest. Guido voert daartoe een groot aantal edelen op uit Holland en Utrecht om te getuigen, waaronder Everardus van Cranenburgh.
Mogelijk woont Everardus van in 1303-1328 in Huis Cranenborch aan de Oude Gracht 158 te Utrecht, dat is gebouwd door zijn grootvader Bartholomeus II van Wassenaar.
Alias: Everard van Cranenburch.
Zoons*: Theodorus van Cranenburgh (gb 1305), Godevaert Everardsz (gb 1310), Everard Everardsz van Cranenburch (gb 1312), Johannes van Kranenburgh (gb 1314; Den Haag), Wouter Everardsz van Cranenburgh (gb 1315 Utrecht), Jan Xzn van Cranenburch (gb 1318; Den Haag).
** Oudste Kranenburgs~, Utrecht, Bartholomeus II van Wassenaar, Cranenborch Utrecht (Huis), Utrecht Stad (geslacht Van Cranenburch, etc), Domproostgerecht Kranenburg, Guido van Henegouwen, Kraenenburg Maasbommel
# HRAC, BNL, ()Van Mieris Charterboek II (p 38), CVC, DAB

Everard Everardsz van Cranenburch (1312*-1372*)H:
Zoon van Everardus van Cranenburgh (gb 1285) en NN.
Is mogelijk de bouwheer van hofstede Kranenburg te Utrecht.
Udh: Steven Everardsz, Jan Everardsz en Bertelmees Eversz van Cranenburch.
Heeft waarschijnlijk ook een dochter Xx Everardsdr van Cranenburch (gb 1334*). Zij heeft een bastaardzoon van Jan van Arkel (gb 1314), bisschop van Utrecht, genaamd Johan van Cranenborch (gb 1355).
** Van Cranenborch Arkel, Jan van Arkel, Utrecht Stad

Evert Kranenburg (1690*-1750*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1655) en NN te Haestrecht*.
Woont in Haestrecht. Ghm Lijsbet Krijnen van Vliet, bg 16.2.1742 te Haestrecht.
# GHA 29.1.09 (Gaarder Haestrecht)

Evert van Kraenenburg (1706*-1766*)H:
Zoon van Xx van Kraenenburg (gb 1671) en Xx van Bleyswyck.
Geboren op Huys Kraenenburg te Maasbommel. Zijn ouders sterven op jonge leeftijd. Mogelijk in 1713. Evert heeft verder geen broers of zusters. Frans van Bleyswyck en Anna Hogenhoek worden voogd/voogdes van Evert. Zij wonen in Leiden. In 1713 wordt Huys Kraenenburg verkocht aan Agnes Maria van Raveschot. Evert verhuist dan waarschijnlijk naar Leiden, waar zijn voogden toezicht kunnen houden op hem.
Mogelijk woont Evert later in Deil. Ghm NN.
Udh*: Jasper van Kranenburg (gb 1733; Deil), Elisabeth (gb 1735; Deil).
** Kraenenburg Maasbommel

Evert Gerlofs Kranenburg (1717*-1777*):
Zoon van Gerlov Jans Kranenburg en Hilke Fockes. Geboren in 1717* te Westerwijtwerd.

Evert Antonius Cranenburg (1767-1794*)
Zoon van Anthony Jans Cranenburg en Anna Margrieta Everts Cnapemaker.
Geboren 11.2.1767 te Scheemda. Gedoopt aldaar op 15.2.1767.
++ Kranenborg Groningen
# JBK

Evert Kranenburg (1827*-1887*):
Woont in Utrecht. Ghm Alida de Wit.
Udh: Everardus Kranenburg (gb 1862* Utrecht).
# members.chello.nl 6.3.09 (parenteel Joris Pisa), KBG

Everardus Kranenburg (1862*-1922*):
Zoon van Evert Kranenburg (gb 1827) en Alida de Wit.
Geboren 1862* in Utrecht. Huwt 18.5.1887 met Wilhelmina Henrietta van der Horst, gb 1865* te Utrecht, dochter van Hendrik van der Horst (gb 1824* Utrecht) en Adriana Johanna van der Hammen (gb 1825* Utrecht).
Wilhelmina huwt 2e 30.3.1898 met Govert Stellinga, geboren 1867* in Dokkum, zoon van Jacob Stellinga en Trijntje Reis.
Niet bekend is of het 2e huwelijk van Wilhelmina te maken heeft met een echtscheiding met Everardus of dat Everardus is gestorven.
# members.chello.nl 6.3.09 (parenteel Joris Pisa), KBG

Evert Kranenburg (1914-1998):
Geboren 22.9.1914. Overlijdt 31.5.1998. Begraven op Tolsteeg in Utrecht.
Boer*: Cornelis Kranenburg (gb 1915 Utrecht).
# graftombe.nl 4.2.08

Evert van Cranenburgh (gb 1925*):
Vaart in de 1960-jaren in het Verre Oosten. O.a. op de Neder Ebro, de Billiton en de Riouw.
# wxs.nl 31.3.08 (kjhvanbeek@mail.com)

Everardus Johannes Kranenburg (gb 1953):
Zoon van Gerrit Kranenburg en Teuntje Grada Wolven te Arnhem.
Geboren 7.2.1953. Woont in Arnhem.
** Kranenburg Velp
# HRK

Ewout Cornelisz Cranenburgh* (1599*-1659*)
Mogelijk een zoon van Cornelis Dircksz Cranenburg (gb 1555) te Warmond.
Vermeld als Welgeborene op de lijst LWR in 1634, -35, -39, -40, -44, -49 en -50. Hij woont dan respectievelijk in Oudshoorn, Zoeterwoude, Oudshoorn, Hazerswoude (Rijndijk) en Oudshoorn.
# LWR, KBG

Eyse Jans Kranenburg* (1635*-1695*):
Mogelijk een zoon van Jan Roelofs Kranenburg (gb 1595) en NN te Noorddijk.
Woont in Scharmer. Ghm NN.
Vermeld 1670 op de lijst KHF ivm betaling hoofdgeld.
# KHF (1670)

E&H van Cranenburgh Kassiers Amsterdam
Firma gesticht in de 2e helft van de 18e eeuw door Egidius Cornelius van Cranenburgh en mogelijk zijn vader Hendrik van Cranenburgh. Vele nazaten van hen zijn lid van deze firma. De firma bestaat tot in de 19e eeuw.
** Egidius Cornelius van Cranenburgh

E11
WS 1911encyclopedia

E. Kranenborg (18..*-19..*)1:
Begraven in Wierum (Gro).
# graftombe.nl 4.2.08

E. Kranenborg (18..*-19..*)2:
Begraven in Wierum (Gro).
# graftombe.nl 4.2.08

F::

Faanse Monsterproces (1731-32)
Betreft homovervolging door grietman Rudolf de Mepsche in Groningen.
** Hendrik Kranenburg (gb 1745 Gouda)

Familienamen
Het gebruik van familienamen is al heel oud. Vooral bij de aanzienlijke geslachten. Maar ook bij minder aanzienlijken zien we in oude documenten al heel vroeg het gebruik van familienamen. Vooral in het zuiden en westen van Nederland vinden we zeker al vanaf de 14e eeuw familienamen verschijnen. Het wil niet zeggen dat andere personen nog geen familienaam hebben. Alleen om nog onduidelijke redenen worden ze niet, nauwelijks of wisselend gebruikt. Deze personen worden normaliter aangeduid met patroniemen. Bijvoorbeeld: Harke Jans = Harke, de zoon van Jan.
Vanaf de 17e eeuw raakt het gebruik van achternamen echter steeds meer in zwang. Maar in de Franse Tijd gelast een keizerlijk besluit van 18 augustus 1811 dat ieder die in Holland nog geen vaste familienaam ofwel achternaam heeft, binnen één jaar er een moet aannemen. Dit gebeurt via de Registers van Naamsaanneming, die elke gemeente moet opstellen. Aangezien dit niet altijd en overal even nauwgezet gebeurt, wordt bij Koninklijk Besluit in 1825-26 een nieuwe kans gegeven.
** VNH, Naamgebruik, Kranenburg, SPV, Achterhoek, Groepnamen
# DVB

Familiewapens
Familiewapens zijn van oorsprong wapenschilden met specifieke symbolen en kleuren. Ze zijn ontwikkeld vanuit beschilderde wapenschilden, die door soldaten worden gebruikt ter bescherming tegen vijandelijke aanvallen. Soemeriers, Romeinen en Germanen gebruiken ze. En later de Noormannen, Vikings, Angelen en Saxen. De Masai krijgers in Kenya voeren anno 2007 nog steeds dergelijke beschilderde schilden.

Familiewapens zijn oorspronkelijk herkenningstekens. Ze bestaan al in de 9e eeuw en mogelijk zelfs eerder. Zo heeft koning Alfred de Grote van Wessex (848-901) een wapen: op zwart een leopard in goud, daaronder een veld geblokt in goud en rood. Zijn opvolgers voeren ook wapenschilden. Later worden de heraldische wapens specifiek geassocieerd met ridders.

De uitrusting van een middeleeuwse ridder bestaat uit harnas, maliënkolder, helm en pluimen. De perfectionering is zover doorgevoerd, dat de ridder zelf nauwelijks nog te zien of te herkennen is. Vandaar de noodzaak om op schild, tuniek of schabrak van het paard een permanent herkenningsteken aan te brengen. In de 12e eeuw evolueert dit tot een erfelijk symbool van de ridderfamilies. In de 13e eeuw wordt dit gebruik overgenomen door niet-adellijke families en openbare bestuursorganen als gemeentebesturen en heemraden.

Familiewapens zijn anno 2006 vaak prachtige uitbeeldingen van traditie, herkomst, symbolen, vormen en kleuren. Vaak zijn het ware sieraden met een kunstzinnige uitstraling.

- Symbolen
Bron FEW (p 74) schrijft daarover:

Meer dan andere wapens komen de drie klavers voor gecombineerd met den Frieschen adelaar en het 'merk'. Zij staan dan in de doorsneden linkerhelft vaak boven (onder: het merk) en, eveneens veelal 1 en 2, dus zg. 'verkeerd gerangschikt'.

Het gebruik van de Friese adelaar, merken en initialen is duidelijk te zien in de NH Kerk van Spijk bij de grafstenen van Pieter Klazen (gst 1692; HM1+PK), Geertruid Jans (gst 1709; HM1+GI), Aafke Pieters (gst 1710; HM1+AP) en Knellys Derks Bos (gst 1806; KDB +HM3). HM1 = omgekeerde W. HM3 = Andrieskruis. (GGW)

- Wapengroepen
Een wapengroep is een groep personen die hetzelfde familiewapen voert. Normaliter zijn dat leden van één bepaald geslacht, voortkomend uit dezelfde stamvader. Bij de Kranenburgs~ zijn anno 2007 ruim 21 wapengroepen te onderscheiden. Een overzicht daarvan is te zien op pagina Timetable. Daarop is o.a. te zien dat de groep Van Cranenburch Bleyswyck de oudste wapengroep is. Zij voeren het wapen met de blauwe kraanvogel op een veld van goud met een steen in de rechter poot. Dit wapen dateert van circa 1280 en is daarmee het oudste familiewapen van het geslacht Van Cranenburch~ uit Bleiswijk.

- Wapenlijnen
Het voeren van een bepaald familiewapen kan soms onderbroken worden door een nieuw familiewapen. Deze verandering van familiewapen kan zich enige malen herhalen. Verandering gebeurt soms uit onvrede met het wapen, het willen verfraaien van het wapen of het wapen een meer zinvolle uitbeelding willen geven. Soms ook voert een familie een wapen in, zonder te beseffen dat ze al een oud familiewapen hebben. Dergelijke veranderingen zien we ook bij de Kranenburgs~. Het gevolg is dat er zgn wapenlijnen ontstaan. Dat zijn lijnen van familiewapens die bepaalde genealogische vaderlijnen volgen en die een aantal opeenvolgende familiewapens van een geslacht met elkaar verbinden. Zo heeft het geslacht Kranenburg Scharmer de volgende wapenlijn: Van Cranenburch Bleyswyck > Kranenburg Wassenaar > Wapen Wybrandus > Kranenburg Scharmer. (> Pg Timetable) Iedere Kranenburg~ van deze lijn mag naar eigen keuze een bepaald wapen uit deze lijn voeren.

- Wapenvoering
Iedereen heeft het recht een familiewapen te voeren. Iedereen heeft daarbij het recht het oudst bekende familiewapen uit de legitieme wapenlijn te voeren en wel in de oudste orginele uitvoering. Zo zijn alle Kranenburgs~ in mannelijke lijn afstammend van Bartholomeus II van Wassenaar, gerechtigd het wapen Van Cranenburch Bleyswyck te voeren. Als in een wapenlijn het wapen later veranderd, dan is men gerechtigd het gemuteerde familiewapen te voeren of het oorspronkelijke familiewapen. Niet beide dus. Als er geen historisch familiewapen bekend is of nimmer heeft bestaan, dan is men gerechtigd zelf een familiewapen te creëeren. Dat wapen moet qua kleuren en symbolen wel op enigerlei wijze beantwoorden aan de historische familiaire achtergronden.
** Heraldiek, Merktekens, Cadency
# FEW, GGW, PAMA, FRI, DAB

 
Familiewapens Kranenburg~
Bij het geslacht Kranenburg~ zijn in de loop der eeuwen diverse familiewapens in gebruik gekomen. Dat kan vele oorzaken hebben. Kranenburgia tracht al deze wapens op te sporen, weer te geven, te beschrijven en te verklaren. Ze worden zoveel mogelijk behandeld bij de desbetreffende familie of tak. Verder wordt centraal een overzicht gegeven onder de voorvoeging FW (familiewapen). Zoals bijvoorbeeld FW Van Cranenburch.

Bron RIH (p 255-6) schrijft dat het geslacht Van Wassenaar oorspronkelijk (13e eeuw) als wapen voert: vier dwarsbalken met daarover een Sint Andrieskruis. In 1294 wordt het wapen met de drie wassenaars ingevoerd. Verder schrijft de bron:

Op grond hiervan mogen we veronderstellen dat ook de zijtakken van Wassenaar oorspronkelijk een gedwarsbalkt wapen hebben gevoerd, dat ze pas circa 1300 hebben ingeruild voor de drie wassenaars. ...

Tot in de dertiende eeuw namen sommige families nog wel het wapen van hun feodale heer over, zonder dat er van verwantschap sprake was. Sindsdien wees een wapen echter vrijwel altijd op verwantschap.

Het geslacht Van Cranenburg~ uit Bleiswijk ontstaat pas in 1276, als Bartholomeus II van Wassenaar kasteel Cranenburg te Bleiswijk erft. Zijn nazaten gaan zich Van Cranenburg~ noemen. We mogen dus aannemen dat zij de eerste tijd ook het wapen met de dwarsbalken en het Andrieskruis voeren. In de 14e eeuw nemen vele Van Cranenburgs~ echter ook het nieuwe wapen over met hun eigen kleuren: op zwart drie wassenaars in zilver (2-1) geplaatst. Toch zijn er ook Van Cranenburgs~ die een eigen wapen voeren: op goud een blauwe kraanvogel, rood gepoot en gebekt, met een steen in de geheven rechter poot. Dit wapen moet ergens rond 1280 zijn ingevoerd.
** Van Wassenaar, Van Beveren, Dirc II van Wassenaar, Van Cranenburch Bleyswyck, Pg Timetable

- Overzicht
Oudste Wapens Lijst
Betreft afbeeldingen en/of beschrijvingen van familiewapens van Kranenburgs~ zover sinds 2006 nog bestaand en/of bekend.
Bij elk jaar/wapen zijn aangegeven het bijbehorende regiogeslacht Kranenburg~ en uit welk ander regiogeslacht ze is voortgekomen.

Oorspronkelijk wapen Van Wassenaar: op blauw vier dwarsbalken in goud; een rood andrieskruis over het geheel.
1280 Wapen Van Cranenburch Bleyswyck: op goud een blauwe kraanvogel, rood gepoot en gesnaveld, houdend in de rechter poot een steen.
1294 Dirc II van Wassenaar (gb 1240): drie wassenaars 2-1; zegel; wassenaar/leiden
1380 Jan Engelbrechtsz van Cranenburg (gb 1300): op een zwart veld drie zilveren wassenaars 2-1; Armorial de Gelre; bleiswijk/bleiswijk
1430 Jan van Cranenburg (gb 1375); zegel op oorkonde 19.3.1430; beschadigd; wapen onherkenbaar; mogelijk drie wassenaars 2-1; delfland/eikenduinen
1562 Dieuwertje Cranenburch (gb 1437); zwaan of kraanvogel op grafsteen van haar klienzoon Gerrit van Loo in de Oldehove Kerk te Leeuwarden; delfland*/eikenduinen
1600 Roberta Kranenburg (gb 1565): op een zwart veld drie zilveren wassenaars 2-1 geplaatst; bron WJK; delfland*/eikenduinen
1620 Gerardus van Cranenburch (gb 1600): een blauwe reiger/kraanvogel op een veld van goud; beschreven op een studentenlijst te Leiden; harderwijk/eikenduinen*
1710 Jan Harkes Kranenburg (gb 1660); een winkelhaak + drie klavers 1-2; op zijn grafsteen in de NH Kerk te Spijk (Gro); groningen/warmond
1713 Wijbrandus Kranenborg (gb 1668); op zijn grafsteen in de NH Kerk te Wedde (Gro): een borg met daarboven een zwaan; groningen/warmond
1714 Bartholomeus van Cranenburg (gb 1225): op een zwart veld drie wassenaars in zilver 2-1; bron FGL; bleiswijk/wassenaar
1770 Janna de Bassecourt; kwartierwapen Cranenburg: op een blauw veld een burcht in zilver met open poort; op rouwbord; zwolle*/zwolle
1781 Hendrik van Cranenburgh (gb 1746): op zilver een zwarte linker schuinbalk met drie zespuntige sterren van goud; bron HCM; amsterdam/warmond
1790 Cranenburg: op een zwart veld drie wassenaars van zilver 2-1; bron WBH; bleiswijk/wassenaar
1792 Arius Kranenborgh (gb 1758): een borg met poort; op een brief van hem; beschadigd; mogelijk als Wijbrandus Kranenborg; groningen/warmond
** CLK, FW--, Pg Timetable

- Historie
De oudst bekende familiewapens van de Kranenburgs~ zijn:

WK: Op goud een blauwe kraanvogel, rood gepoot en gesnaveld, houdend een steen in de rechter poot. (> FW Van Cranenburch Bleyswyck)
WW: Op zwart drie wassenaars in zilver. (> FW Cranenburg Wassenaar)

Bron Rietstap schrijft dat deze wapens afkomstig zijn uit Holland.
Wapen WK lijkt het oudst. Immers, de kleuren goud en blauw zijn ook de kleuren van het geslacht Van Beveren, waaruit het geslacht Van Wassenaar is voortgekomen en daaruit het geslacht Van Cranenburg. Kasteel Cranenburg Bleiswijk is in 1106 gebouwd door Halewijn II van Leiden. Zijn vader is Halewijn I van Leiden, een telg uit het geslacht Van Beveren. De Van Wassenaars voeren oorspronkelijk het wapen van het geslacht Van Beveren. In 1294 creëert Dirc II van Wassenaar echter het bekende wapen van de drie zilveren wassenaars op een rood veld. Later verschijnt het bekende wapen van de Cranenburgs~ met drie zilveren wassenaars op een zwart veld (WW). Duidelijk een kleurvariant van het nieuwe wapen van de Van Wassenaars, waarmee de Cranenburgs~ uit Bleiswijk kennelijk hun afkomst willen demonstreren.

Aangezien het wapen van Dirc II van Wassenaar in 1295* wordt gecreëerd en er al enige Van Cranenburgs~ bestaan vóór die tijd, lijkt het zeer wel mogelijk dat het wapen met de blauwe kraanvogel op een veld van goud, het oudste wapen van de Kranenburgs~ uit Bleiswijk is. Anderzijds wonen ze mogelijk pas sinds 1276 op Cranenburg Bleiswijk en nemen ze de naam Cranenburg waarschijnlijk pas later aan. Hoe e.e.a. te verklaren is vooralsnog niet duidelijk. Er zijn diverse opties:

A. Reeds vóór Bartholomeus noemen bewoners en hun nazaten zich al Van Cranenburg.
B. Het wapen met de drie wassenaars is pas laat in gebruik genomen. Tussentijds is het wapen met de kraanvogel gevoerd.
C. Enkele takken nemen het wassenaarwapen aan. Ander takken voeren het wapen met de kraanvogel.
D. Enkele takken nemen het wassenaarwapen aan om hun verwantschap met Van Wassenaar te demonstreren. Andere takken stellen dat ze afstammen van Dirc I en niet van Dirc II van Wassenaar, die het wassenaarwapen invoert. Om die reden voeren laatsgenoemde takken het wapen met de kraanvogel.

Optie A is vooralsnog door geen enkele bron aangetoond.
Optie B is in strijd met de werkelijkheid. Het wapen met de kraanvogel wordt al/nog gevoerd, nadat/terwijl het wassenaarwapen wordt gevoerd. Van een tussentijds gebruik is dus geen sprake.
Optie C komt overeen met de historische werkelijkheid. Alleen is er de vraag wanneer en waarom er een schisma komt tussen beide groepen Kranenburgs~.
Optie D lijkt de meest reëele. Ze verklaart waarom er een schisma is, maar helaas niet wanneer die gebeurt. Waarschijnlijk in de 14e eeuw, na de invoering van het wapen met de wassenaars in 1294.
De tijdspanne tussen het ontstaan van het geslacht Van Cranenburg~ te Bleiswijk in 1267 en de invoering van het wassenaarwapen in 1295* door Dirc II van Wassenaar is miniem. Er zijn nu twee opties:

DA. De eerste Cranenburgs~ hebben nog geen sterk eigen identiteitgevoel en beschouwen zich nog als Wassenaars. Ze voeren dan ook nog de geldende wapens van de Wassenaars. Pas later, na 1294, groeit het zelfbewustzijn en ontwikkeld zich een eigen identiteitgevoel. Dat uit zich o.a. in het voeren van een eigen wapen met een kraanvogel WK. Andere Cranenburgs~ blijven trouw aan de Wassenaar traditie en het wassenaarwapen.
DB. Door het aannemen van de naam Cranenburg~ ontwikkeld zich al snel een gevoel van eigen identiteit, hetgeen o.a. resulteert in het voeren van een eigen familiewapen. I.c. het wapen met de kraanvogel WK. Na de invoering van het wapen met de wassenaars WW blijft de grote groep Cranenburgs~ trouw aan het eigen wapen en de eigen identiteit. Anderen nemen na enige tijd het wassenaarwapen (WW) over om hun verwantschap en trouw aan Van Wassenaar te tonen, o.a. om hun positie te versterken. De Van Wassenaars zijn immers een dominante macht in die tijd in Zuid-Holland.

Alleen een historisch onderzoek naar de oudste wapens kan vertellen welke optie in dezen de historische werkelijkheid weergeeft. De vraag rijst dan echter wanneer we echt zeker kunnen zijn het oudste wapen gevonden te hebben. Dat kan in principe als we een wapen met kraanvogel van ruim vóór 1294 vinden, toebehorend aan een Cranenburg~ stammend uit Bleiswijk. Vooralsnog is dat niet gebeurd. Ook na 1294 is er heel lang vooralsnog niets gevonden. Zolang e.e.a. niet het geval is, kan er langs deze weg niets met zekerheid worden gezegd. Wat echter een afdoend antwoord lijkt, is het feit van de eigen naam. Een eigen naam voeren, geeft al gauw een eigen identiteitgevoel. In de regio-tijd-milieu optiek moet dat dan toch vrij snel leiden tot het voeren van een eigen wapen. Zeker bij de Cranenburgs~ met een sterk gevoel van eigen identiteit. Dat betekent dat de eerste Cranenburgs~ toch al vrij snel het eigen wapen met de kraanvogel WK kunnen hebben gecreëerd. Andere Cranenburgs~ kunnen dan desondanks later om bepaalde redenen het wapen met de wassenaars zijn gaan voeren.

Een belangrijk motief om te veronderstellen dat het wapen WK authentiek is en reeds vóór 1294 bestaat, is de symboliek en de functie van de kraanvogel met de steen in de rechter poot. De eerste Cranenburgs~ verblijven op kasteel Cranenburg te Bleiswijk. Dit kasteel is gebouwd als militair bolwerk. O.a. om de scheepvaart op de Rotte te controleren. Waakzaamheid is daar dus zeer belangrijk. De kraanvogel met de steen in de rechter poot is daarvoor het specifieke heraldisch symbool. De militaire functie van kasteel Cranenburg bestaat al sinds 1106, toen het werd gebouwd met dat doel. Wapen WK kan dus al heel oud zijn. Zeker al van ver vóór 1294, als het wapen met de wassenaars wordt gecreëerd. Per saldo is dus de kans groot dat het wapen met de kraanvogel WK inderdaad het oudste wapen is van de Kranenburgs~ stammend uit Zuid-Holland.

De enige zekerheid die we vooralsnog hebben, biedt het geslacht Van Cranenburch Harderwijk. Gerardus van Cranenburch (gb 1600) voert het wapen WK. Hij is een nazaat van Jan van Cranenburch (gb 1475) in Harderwijk. Hij lijkt een nazaat van Engelbert I van Cranenburg uit Bleiswijk. Deze tak verlaat rond 1400 het stamland Zuid-Holland. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat zij hun familiewapen hebben meegenomen. In ieder geval voeren zij niet het wapen met de wassenaars. Hieruit kunnen we concluderen dat wapen WK zeer waarschijnlijk al in de 14e eeuw bestaat. Zo echter ook wapen WW. Het schisma moet zich dus in die eeuw hebben voltrokken. Hoe verder buiten het stamland, hoe conservatiever mensen zijn t.a.v. de eigen oude tradities. De relatie van Van Cranenburch Harderwijk met Zuid-Holland loopt via Engelbert II van Cranenburg (gb 1335). Hij is in bezit van kasteel Cranenburg te Bleiswijk. De kans is dus groot dat hij eveneens wapen WK voert. En hij moet het wapen dan hebben van zijn vader Dirck van Cranenburg (gb 1300). En deze weer van zijn vader Engelbert I van Cranenburg (gb 1265) te Bleiswijk. Volgens deze veronderstellingen komt het wapen met de kraanvogel derhalve inderdaad van Bleiswijk in de 13e eeuw.
** FW Van Cranenburch Bleyswyck, FW Van Cranenburch Harderwijk, FW Cranenburg Wassenaar, FW Van Cranenburch Holland, Rietstap, Armorial de Gelre, Pg Timetable

 

Fay tot Cranenburg (1633*-1679)
Werkelijke naam: Arnold Fey. Zoon van Arnold Fey Sr en Maria Claessen. Geboren te Oirschot. Zijn vader is barbier en chirurgijn. Van hem krijgt Arnold de basis voor zijn latere medische successen. Hij gaat zich echter eerst bekwamen aan de gerenommeerde Chirurgijnen School te Oirschot. Daar leert hij de nieuwste inzichten en technieken in zijn tijd op medisch gebied. Na zijn studie gaat hij werken aan het Groot Ziekenhuis Gasthuis in Den Bosch. Daar kan hij uitgroeien tot een echte wonderdokter te Oirschot. L. Saen schrijft over hem:
 

Meester Fay tot Cranenburg was aanvangs maar een kleermakersgast, daarbij hij dan het harnasmaken en breukbanden voor scheeve en gebroken lijven bij de hand vatte en daardoor kennis kreeg van die accidenten, 't welk hem aanleiding gaf om op die zaak te studeren en wat na te vorschen en eenige middelen daartegen te verzinnen en te proberen, waardoor hij uiteindelijk tot zulk eenen beroemden meester in die kunst is geworden.

En ene Droste dicht over Fay:

Elk moeide zich daarheen die kwalen kwam te lijden
Den kanker uit een borst kon niemand beter snijden
De wennen als een bult bont hij van 't lichaam af
En ook hulpmiddelen hij voor de koortsen gaf

Christiaan Huygens schrijft aan zijn broer Constantijn te Parijs op 11 februari 1672:

M. Guirau d'Orange me prie de lui mander si le sr. Fay est de retour à Oorschot, ayant dessein en cas de l'aller, pour voir s'il guérira son oreille sourde.

Vrij vertaald: De heer Guirau van Oranje vraagt me of de heer Fay is terugkeerd naar Oirschot, opdat hij naar zijn dove oor kan kijken.

Fay ontwikkelt zich in de loop van de tijd tot een groot geneesheer die tot ver buiten de eigen landgrenzen bekend is.
Rond 1674 koopt hij de Heerlijkheid Kranenburg bij Kleef en gaat daar wonen. Hij neemt dan de naam Fay tot Cranenburg aan. In 1679 overlijdt hij in Kranenburg en wordt aldaar in de kerk begraven. Zijn grafsteen is na de Tweede Wereldoorlog overgebracht naar de kerk in Oirschot en is daar geplaatst in de kooromgang achter het hoogaltaar.
@ portret © B.C. Kranenburg
# 'Het Haagsche leven in tweede helft der zeventiende eeuw' door Mr G.H. Betz (Martinus Nijhoff, Den Haag 1900), Brabantse Biografieën (deel 4; Uitg Boom, Meppel/Amsterdam 1996)

FC Kranenburg
Voetbalclub FC Kranenburg in Den haag is opgericht op 28 augustus 1919. De club heeft een rijke en respectable voetbalhistorie. De naam Kranenburg is gekozen omdat de club oorspronkelijk zou gaan spelen op een veld aan de Kranenburgweg. Tot 1929 speelt de club op diverse terreinen vlakbij de huidige locatie. Sinds 1930 is dat Kijkduin Park, een unieke locatie in de duinen en niet ver van het strand. Na het behalen van het kampioenschap speelt FC Kranenburg in de KNVB afdeling. In de jaren daarna behaalt de club een aantal kampioenschappen, waardoor ze een plaats in de 2e klasse KNVB bereikt. Later volgen meer successen in de vorm van titels, periodetitels en bekers. Hierdoor groeit FC Kranenburg uit tot een van de meest vooraanstaande clubs in het Haagse amateurvoetbal.
Sinds 2006 heet de club Haaglandia.
# FC Kranenburg

Fenne~

Fenne Cranenbarg (1684*-1744*):
Woont in Lintvelde bij Beltrum.
Huwt 1e 1707* in Beltrum* met Jan Oosterholt (ovl 1723*).
Huwt 2e 26.3.1724 in Lochem met Henric Horstman, zoon van Jan Horstman (erve Leussink?) in Zwiep (Lochem).
Vertrekt 26.3.1724 met attest naar Groenlo.
Fenne is in 1724 getuige (doop*) in de NH Kerk te Eibergen.
Alias: Fenne Cranenborg, Fenneken te Cranenburg.
# NDG Trouwboek Eibergen 1701-1724, DTB Lochem (JNZ 29.12.08)

Fenneken te Kraanenborg (1700*-1760*):
Woont in Groenlo*. Ghm Henrick Kraenenborg.
Udh: Berent Kraenenborg (gd NDG 1732 Groenlo).
** Henrick te Kraenenburg (gb 1694)
# NDG Doopboek Groenlo

Fenne Kranenburg (1709*-1769*):
Dochter van Xx Kranenburg (gb 1671) en NN in Klein Dochteren (Lochem).
Woont in Klein Dochteren. Ghm Roelof Karsenberg.
Broer*: Derk Kranenborg (gb 1704; Vorden).
Udh: Garrijt (gd 24.1.1742 Lochem).
** Cranenborgh Lochem
# DTB Lochem (JNZ 29.12.08), KBG

Fenneken Kranenburg (1806-1866*)
Gedoopt 19.2.1806 te Eibergen.
** Eibergen
# DTB Eibergen, JNZ

Ferdinand~

 

Ferdinand Kranenburg (1870-1949):
Zoon van Ipojé Kranenburg en Elisabeth de Witt. Geboren 10 maart 1870 te Groningen, Ned. Hervormd gedoopt. Hij volgt het gymnasium te Groningen en studeert van 1888 tot 1895 Rechten aan de Rijks-Universiteit te Groningen. Is lid en later rector van de studentenvereniging Corps Vindicat Atque Polit. Op 14 mei 1895 promoveert hij tot doctor in de Rechts- en Staatswetenschappen op het proefschrift 'Enige opmerkingen over het begrip publieke orde'. In hetzelfde jaar verhuist hij naar Amsterdam, waar hij zich vestigt als advocaat aan de De Lairessestraat 137. Van 1899 tot 1902 houdt hij echter kantoor aan de Keizersgracht, dat hij door de binnenhuisarchitect T. Nieuwenhuis zeer voornaam en fraai laat inrichten.

Op 22.8.1895 huwt Ferdinand met Wilhelmina (Mien) Hoogendijk, geboren 21.6.1876 te Krimpen aan de IJssel, dochter van Cornelis Dirksz Hoogendijk en Gerarda Hendrika Adriana de Wilde. Haar vader is kunstcollectioneur, gevestigd in Amsterdam. Mien wordt echter ernstig ziek en het paar

 
verhuist 18.2.1905 naar Bloemendaal. Daar overlijdt Mien op 1.12.1907. Zij is begraven op Westerveld in Driehuis bij Velzen. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren.

Naar zeggen speelde Ferdinand een belangrijke rol in de kunstcollectie van de familie Hoogendijk. Zelf heeft hij werk van schilder Gerrit van Blaaderen. Deze was gehuwd met Riet Hoogendijk, een zuster van Mien. (# Kees van der Geer, Voorschoten; 18.5.2011)

Op 29 maart 1911 hertrouwt Ferdinand in Brooklyn (New York) met de Amerikaanse onderwijzeres Eleanor Gertrude Howell, geboren 30.9.1881 te Southold in de staat New York, dochter van George Miller Howell en Mary Harriet Goldsmith. Ferdinand wordt in 1911 benoemd tot kantonrechter te Amsterdam en blijft dat tot 1927. Juli 1925 vertrekt Ferdinand met vrouw en kinderen vanaf Southampton in Engeland met de boot naar New York voor enige weken op vacantie in Amerika, waar ze o.a. op bezoek gaan bij de familie van Eleanor.

Ferdinand en zijn gezin wonen aan de Keizersgracht in Amsterdam. Hij heeft het pand laten inrichten door Theodoor Nieuwenhuis, die ook hun landhuis 'Fenwout' in Huizen ontwerpt.

Op 15.12.1927 wordt Ferdinand bij Koninklijk Besluit benoemd tot raadsheer in de Hoge Raad. Het gezin verhuist dan naar Den Haag en gaat wonen aan de Johan Van Oldenbarneveldtlaan 33. Ferdinand vervult de functie van raadsheer tot 1.4.1940. Hij treed dan af wegens het bereiken van de gestelde leeftijdgrens van 70 jaar. Later verhuist het gezin weer naar Amsterdam.

Behalve op juridisch gebied, begeeft Ferdinand zich op vele terreinen van het maatschappelijk en culturele leven. Ferdinand is een groot kunstliefhebber en bezit een aardige collectie schilderijen, aquarellen en tekeningen. Veel van zijn aankopen doet hij met de kunstcollectioneur Cornelis Hoogendijk, een broer van zijn overleden vrouw Mien Hoogendijk. Ferdinand is vooral geïnteresseerd in de modernen, waaronder Van Gogh, Cézanne, Toulouse-Lautrec, Isaac Israels en de IJsselschilder Jan Voerman. Ferdinand weet Jan Voerman in 1897 zo ver te krijgen om een schilderij van Mien Hoogendijk te maken, hoewel Jan in feite een landschapschilder is en weinig trek heeft in portretschilderen.

In 1934 is Ferdinand lid van "Die Haghe", de historische vereniging van Den Haag.

Ferdinand is lid van de commissie van toezicht op de Rijks-Academie voor Beeldende Kunsten, bestuurslid van de vereniging Volkenbond en Vrede en van de sanatoria Hoog-Laren en Hoog-Blaricum, voorzitter van Ons Huis en van het Genootschap Nederland-Engeland. Ferdinand is ook mede-oprichter en bestuurslid van Pro Juventute, bestuurslid van de verenigingen Rembrandt en Hendrick de Keyser, voorzitter van de Vereniging voor Reclasseringsinstellingen en lid van het Centrale College voor de Reclassering, voorzitter van het hoofdbestuur van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen en van het Medisch-Pedagogisch Bureau voor Moeilijke Kinderen, lid van de raad van bestuur van de Volksuniversiteit te 's-Gravenhage en voorzitter van de Armenzorg. Ferdinand is daarnaast lid van de Grote Club in Amsterdam, een vereniging van grootindustriëlen.

Samen met andere vooraanstaande juristen zet Ferdinand zich in de jaren dertig in voor de verbetering van asielmogelijkheden voor vluchtelingen uit nazi-Duitsland.

Voor al zijn verdiensten wordt Ferdinand benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en wordt hij drager van het witte mobilisatiekruis.

De gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog en de jaren daarna hebben Ferdinand ernstig aangegrepen. Hij is ooggetuige van de vele verschrikkingen en puinhopen in die jaren. Maar ook de dood van zijn zoons Jack en Carel maken hem ernstig depressief. Zijn toestand gaat achteruit en op 12 september 1949 overlijdt hij te Amsterdam. Hij wordt gecremeerd en zijn as wordt bijgezet op de begraafplaats Westerveld in Driehuis bij Velzen, naast het graf van zijn ouders. Eleanor overlijdt in 1956. Zij wordt bijgezet op begraafplaats Westerveld in Driehuis bij Velzen.

Uit het huwelijk van Ferdinand en Eleanor zijn geboren:
Ferdinand (Fen) gb 7.8.1913
John Walter (Jack) gb 16.9.1914
Carel Hendrik (Cally) gb 25.8.1917

** Ipojé Kranenburg (foto's 1895)
# GKS, Jessica Voeten (NRC 6.4.2013), DAB

 

Ferdinand Jan Kranenburg (Ferdi) (1911-1994):

Zoon van Roelof Kranenburg (gb 1880) en Henderika Catharina Siemens.
Geboren 1.4.1911 in Tiel.
Brengt zijn jonge jaren door in Amsterdam. Volgt aldaar het Gymnasium. Zegt in 1964 over deze tijd: In mijn jeugd als Amsterdammer ben ik met de blauwe tram naar Zandvoort, met de Alkmaar Paket naar Zaandam en met de Gooise stoomtram naar het Gooi geweest.
Studeert Rechten in Leiden. Doctoraal in 1934 op Staatsrecht.
1934 Dienstplichtig militair bij de Cavalerie (SROC) in Amersfoort. In het Cavalerie Museum aldaar staat bij de ingang zijn groene legerkist met naam erop.
1935 Bevorderd tot Tweede Luitenant der Cavalerie.
1935 Advocaat en procureur in Dordrecht en Rotterdam. Is enige tijd kantonrechter.

Huwt 1938 met Maria (Marietje) Lycklama à Nijeholt uit Rotterdam. Ook zij heeft Rechten gestudeerd in Leiden. Zij is een grote steun voor Ferdi. Samen ontplooien ze talloze activiteiten. Samen ook doorstaan zij vele moeilijke tijden.
1939 Eind augustus gemobiliseerd ivm oorlogsdreiging. Wordt commandant van de Verbindingen. Als zodanig lid van de staf van het IIe Regiment Huzaren onder commando van Lt.Kol. W.A. van den Wall Bake. Gelegerd in Bakel. Later tot 1 mei 1940 in Sint Oedenrode. Daarna bevorderd tot Eerste Luitenant in het 5e Regiment Huzaren te Harderwijk als commandant van de Verbindingen. Het 5e Regiment moet de Duitse opmars vertragen. Het wordt echter gedwongen terug te trekken via Ermelo, Nijkerk, Amersfoort en Utrecht naar Haarzuilens. Daar komt op 14 mei 1940 het bevel de vijandelijkheden te staken. Het regiment wordt 24.6.1940 opgeheven. Ferdi kenmerkt zich door zo laconiek de komische momenten van deze periode te belichten.
1940 Hervat zijn advocatenpraktijk in Rotterdam.
1942 Gegijzeld door de Duitsers in Sint Michelgestel, samen met andere prominente Nederlanders. O.a. zijn vader Roelof. Het verblijf daar heet redelijk te zijn. Regelmatig worden er echter gijzelaars gefusilleerd. De dood is dus nabij. Ferdi weet deze tijd echter op zijn eigen wijze positief te doorstaan. Komt later weer vrij en vertrekt naar Rotterdam. Werkt daar voor de redactie en verspreiding van het ondergrondse stencilblad 'De Wacht'. Een aaantal leden van deze groep wordt gearresteerd door de Duitsers, maar later weer bevrijd door de KP. Drie van hen worden echter op 8 maart 1945 door de Duitsers gefusilleerd op de Waalsdorper Vlakte als represaille voor de aanslag op Rauter. Ferdi weet echter te ontkomen.
1945 Na de capitualtie van Duitsland krijgt Ferdi een militaire bijscholing in Engeland, samen met vele andere cavaleristen. Daarna onderwijst hij Tactiek aan de SROC in Amersfoort. Keert later terug naar Rotterdam en hervat de advocatuur.
1949 Wordt samen met vrouw Marietje lid van de net opgerichte PvdA. Daarna lid van de Gemeenteraad van Rotterdam.
1951 Benoemd tot reserve ritmeester der Cavalerie.
1951-58 Staatsecretaris van Oorlog voor de PvdA in drie kabinetten Drees. Hij kan dan putten uit zijn militaire ervaringen. De krijgsmacht wordt versneld gereorganiseerd en van de Engelse op de Amerikaanse leest worden geschoeid. Ferdi is verantwoordelijk voor de omschakeling. Onder Ferdi's bewind groeit de militaire productie van DAF met grote sprongen. Het project Midden Nederland NV stamt samen met de Genie in recordtijd vijf kwalitatief goede legerplaatsen uit de grond. Volgens Ferdi zijn daarvoor Moed en Vertrouwen nodig geweest. En dan ontstaat de zgn Helmenaffaire. De helmen van de militairen blijken ondeugdelijk. Het staal is veel te dun en te zwak. Er ontstaat veel commotie. PvdA minister Staf van Oorlog dreigt te moeten aftreden en met hem mogelijk het hele kabinet. Om het kabinet te redden besluit Ferdinand na overleg om de verantwoordelijkheid op zich te nemen en af te treden. Gezeten in een F16 straalvliegtuig in Amerika maakt hij april 1958 zijn besluit kenbaar. Hij heeft er genoeg van, Punt uit! Dat laatste vervolgt hem nog heel lang. De befaamde collumnist Jaques Gans van De Telegraaf noemt hem steevast Mr Punt Uit. Een krant schrijft echter in 1964:
De heer Kranenburg is zeven jaar staatssecretaris geweest en heeft zich volstrekt niet zonder bekwaamheid van zijn taak gekweten. Zijn aftreden hield verband met het feit dat hij verantwoordelijkheid aanvaardde voor dingen die een golf van ongenoegen hadden opgeroepen, maar die eigenlijk het hele beleid, ook dat van de minister, raakten. Als Kamerlid, wat hij nadien weer werd, behoorde hij waarlijk niet tot de slechtsten.

Het besluit van Ferdi wordt in latere jaren in diverse publicaties geprezen om zijn politieke correctheid.
1958-64 Lid Tweede Kamer (PvdA). Woont in Den Haag.
1962-64 Gemeenteraad Den Haag.
1964-76 Commissaris der Koningin in Noord-Holland.
In deze periode maakt hij zich zeer verdienstelijk op het terrein van de bestuurlijke organisatie in de provincie en de reorganisatie van het waterschapbestel. Speelt een belangrijke rol in het Crisisteam tijdens diverse gijzelingsacties. Sticht het Mr F.J. Kranenburgfonds voor provinciale monumenten.
Nauwelijks met pensioen maakt hij met Marietje per KLM-vliegtuig een vakantiereis. Het vliegtuig wordt gekaapt. Zijn ervaring met crisisbeheersing komt goed te pas. Ferdi speelt een belangrijke rol bij de bevrijding.
1977-81 Voorzitter NUFFIC (Stichting Nederlandse Universiteiten en Hogescholen voor Internationale Samenwerking).
1988 Marietje overlijdt. Ze is 67 jaar geworden. Ferdi is zwaar getroffen. Vermoedelijk is hij de klap nimmer te boven gekomen. Geholpen door zijn positieve instelling blijft hij desondanks sociaal actief. Hij blijft een graag geziene en trouwe bezoeker van reünies en de Haagse koffietafel in Pulchri Studio.

Lid Universitaire Kiesraad.
Oud reserve ritmeester der Cavalerie.
Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau.
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Zilveren Erepenning provincie Noord-Holland.

Ferdi's leven kenmerkt zich door een voortreffelijk dienen van de publieke zaak. Hij is in feite ook een bescheiden man die niet van overbodige luxe houdt. Iedere dag gaat hij op een fiets en later een solex naar zijn werk. Hij overlijdt op 14 november 1994 in Den Haag en is aldaar op 18 november 1994 gecremeerd in het Crematorium Ockenburgh.
Werken: Het veranderde gezicht van Noord-Holland. Beelden van dorpen en steden, water en land uit de provinciale atlas. (Meijer Pers, Amsterdam 1976; diverse auteurs)
Udh: Marian, Cathrien en Thetasina (Thets) Kranenburg.
# FRI, DAB

Ferdinand Kranenburg (Fen) (1913-1972)
Zoon van Ferdinand Kranenburg (gb 1870) en Eleanor Howell. Fen wordt geboren op 7.8.1913 te Bloemendaal*. Na zijn gymnasium studeert hij Rechten te Leiden en wordt dan advocaat in Amsterdam, waar hij in dienst treed van het kantoor Asser, Scholtens & Kranenburg Advocaten. Dit kantoor is mede opgericht door zijn vader Ferdinand Kranenburg en door Jacob Scholtens, gehuwd met Elisabeth Kranenburg, een zuster van Ferdinand.

Fen huwt 27 april 1938 te Londen met Dorothy Vivian Williamson, geboren in Belfast (Noord Ierland) op 28 juli 1907. Intimi noemen haar Peete. Ze had rood haar en groene ogen en sprak met een heerlijk Engels accent vertelt Hans Vles, auteur van 'Hallo Bandoeng', een boek over Nederlandse radiopioniers op Java.
Rechts: Dorothy Vivian Kranenburg-Williamson. Foto Atelier J. Merkelbach, 1939
 
Peete (Dorothy) was eerder gehuwd met Richard Gustavus Heyn, O.B.E., veteraan uit Wereldoorlog I (1914-18) als vlieger van de Royal Flying Corps. Hij is eigenaar van de Ulster Steamship Compagny. Peete en Richard hebben een zoon, genaamd Carl Richard, geboren 7 augustus 1935.
Richard Heyn overlijdt in augustus 1937, vlak na de geboorte van Carl. Peete erft van hem een enorm groot vermogen. Ze moet zich echter volgens de bepalingen van het testament vestigen ergens in het British Empire, wil ze de grote rederij van Richard daadwerkelijk kunnen erven.

Hans Vles komt als jongen vlak na de bevrijding in mei 1945 vaak bij de Kranenburgs thuis om met Carl te spelen. Dat is in het pand Westhove, De Lairressestraat 165 in Amsterdam. Peete en Carl spreken Engels onderling. Ze maakt en illustreert een krantje voor de jongens, dat ze 'De Juich' noemt. Foto rechts: Carl Heyn 4 jaar oud.
 
Fen en Peete maken vanuit Amsterdam sinds de herfts van 1945 vele reizen naar New York, Engeland en elders. Op 12 juni 1957 verhuizen ze naar de Bermuda, waar zij gaan wonen in Warwick (Fairways, Riddels Bay). Fen wordt directielid van de rederij en wijdt zich in zijn vrije tijd met veel talent aan de muziek.
Carl studeert sinds 1948 aan het Radley College in Abingdon, Oxfordshire (UK). Hij is daar 'Prefect and Head of his Social (House), member of the Upper Sixth and in the Athletics Team 1952-53, Head of the Choir and played a prominent part in a number of musical and dramatic activities'. Na Radley gaat Carl naar de Trinity College in Dublin waar hij verblijft tot zijn dood in 1957.
In 1953 is Carl 18 jaar en testamentair voorbestemd zijn moeder Peete op te volgen als bewindvoerder van de rederij. Hij wil echter liever kunstenaar (schilder) worden. Deze ambitie wordt helaas niet geaccepteerd.
December 1957 pleegt Carl zelfmoord. Naar zeggen had hij de gaskraan in de keuken open gezet. Alles vanwege de liefde voor een meisje dat hem verlaten had. Mogelijk is hij begraven in Dublin. The Irish Times schrijft 4 December 1957:
STUDENT FOUND IN GAS-FILLED ROOM
Open verdict returned
The Dublin County Coroner, Dr. J.P. Brennan, said at an inquest yesterday that it might have been more helpful if a person who made a statement to the guards about a student who died of gas poisoning had remained in the country and given evidence at his inquest.
Dr. Brenan was speaking at an inquest on Carl Richard Peter Heyn, a 22-year-old student at T.C.D., who lived at 27 Hatch place, Dublin. He was found unconcious in his gas-filled apartment on November 28th, and died at Baggot Street Hospital on Sunday.
His stepfather, Ferdinand Kranenburg, of Fairways, Riddlesbay, Bermuda, flew to Dublin during the week-end. He told the coroner that he had last seen his stepson in New York on November 6th. He was then in normal health.
....


          

 Boven: Fen en petekind bruid Alberta van Haersolte naar de kerk Sydney 1968

Na de dood van Fen in 1972 vestigt Peete zich in Brussel. Daar raakt ze uiteindelijk geestelijk zwaar beschadigd. Ze komt terecht in een psychiatrische inrichting in Etterbeek bij Brussel. Daar is ze overleden.
Uit het huwelijk van Fen en Peete zijn geen kinderen geboren.
# GKS, Ferdinand Dalhuisen (UK; kleinzoon van Elisabeth Kranenburg, dochter van Ipojé Kranenburg uit Groningen), Jessica Voeten (NRC 6.4.2013), Hans Vles (Middelburg; 2013)

FGL
Carte genealogique de la maison de Wassenaer, les branches qui en sont issues avec la plus part des alliances qu'elle a formées ainsique les armes des princpeaux de cette famille.
Een stamboom van de nazaten van Halewijn I van Leiden. Ze telt 42 familiewapens, benevens tekeningen van het Huis te Warmond, de Burcht te Leiden, Huis Duivenvoorde en Zuydtwijck. Een ingekleurde kopergravure uit 1714 van een onbekende meester. Ze bevindt zich in het Regionaal Archief Leiden.
** FW Van Cranenborch, BNL, Bartholomeus I van Wassenaar
# RA Leiden

Filips~
() Filips, Philips, etc

Filips I van Wassenaar (1150*-1223)
Tweede zoon van Halewijn III van Leiden en Jeanne van Arkel.
Heer van Wassenaar. Ghm Agnes Persijn, dochter van Jan Persijn (uit geslacht Waterland) en NN Sijmonsdr.
Volgens bron MHD is Filips gehuwd met Meilendis van Belle (Bailleul) uit Frans Vlaanderen. Het geslacht Van Belle stamt af van Karel de Grote.
Stamvader van het geslacht Van Wassenaar.
Vermeld in 1200 in een oorkonde waarin hij optreedt als getuige bij een verdrag, gesloten tussen graaf Dirk III van Holland en hertog Hendrik I van Brabant.
Steunt in 1204 graaf Willem I in de Loonse Oorlog.
Vermeld in 1205 als de getuige bij de verkoop van twee hoeven aan de Abdij van Rijnsburg.
Zegelt in 1223 de schenkingsbrief waarin de weduwe van graaf Willem I 50 gulden Hollands schenkt aan de Abdij van Rijnsburg voor de zielerust van haar man.
Wapen: op een veld van azuur een dwarsbalk van goud.

Volgens bron AWA is Halewijn III, de derde kastelein van Leiden, de vader van Filips. Volgens bron HVW echter is Filips mogelijk de oudste zoon van Kerstant van Raephorst*, drossaard van het graafschap Holand. Genealogisch gezien mogen we echter aannemen dat Halewijn III van Leiden de vader is van Filips I van Wassenaar, zoals o.a. bron AWA stelt. Tijdkundig, heraldisch en maatschappelijk past Filips I beter bij Halewijn III, dan bij Kerstant van Raephorst*. Van deze Kerstant is niet eens zeker of hij een Van Raephorst is, terwijl bij Halewijn III een groot aantal clanleden voorkomen met de naam Van Wassenaar of de titel Heer van Wassenaar. Ook voert Filips I hetzelfde wapen als Halewijn I van Leiden, dat we terugvinden in het latere wapen van het geslacht Van Wassenaar en in een kleurvariant bij Jacob van Wassenaar (gb 1140), een kleinzoon van Halewijn I.

Zoons: Dirc I van Wassenaar en Filips van Wassenaar van Duivenvoorde
** Bron 1380, MHD, Halewijn I van Leiden, Halewijn III van Leiden, Kerstant van Raephorst*, Van Wassenaar, Jacob van Wassenaar, Drossaard, Dirc I van Wassenaar (Vrouwe Meilendis)
# RIH, UGW, HVW, AWA

Filips II van Wassenaar (1240*-1300*)
Ridder. Zoon van Dirc I van Wassenaar en Bertha van Rijswijk Heer Arendsdr.
Zoon: Dirc II van Wassenaar
# HVW

Filips III van Wassenaar (1270*-1343*)
Ridder. Zoon van Dirc II van Wassenaar, ridder. Ghm NN van Wateringen.
Zoon: Dirc III van Wassenaar.
HVW, UGW

Filips Engebrechtsz van Cranenburg* (1295*-1354):
Mogelijk een zoon van Engelbert I van Cranenburg en NN in Bleiswijk/Eikenduinen.
Is Rentmeester van Noord-Holland ..-1351.
Heer Filips Engelbrechtsz bezit hofsteden en kameren in Den Haag.
# HGE, WS JVH 14.6.2004

Filips IV van Wassenaar (1300-1348)
Zoon van Dirc III van Wassenaar en Alverade van Leyden. Is van 1319 tot 1343 knape. In 1340 wordt Filips burggraaf van Leiden. Voegt aan de drie wassenaars van het familiewapen de dwarsbalk van Leiden toe.
Huwelijken:
1e 1319 met Gode van Bentheim
2e 1326 met Elisabeth van der Dussen
3e 1343 met Catharina Duijck
Uit deze huwelijken zijn minstens 5 kinderen geboren: Hadewij (dochter), Badeloch, Elisabeth, Dirc IV en Hendrik.
# UGW, RDS

Filips Heynrixz van Kranenburg* (1305*-1365*)
Mogelijk een zoon van Hein van Kranenburg en NN te Brakel.
Filips is priester in s'-Gravenzand. Hij wordt vermeld op 10.11.1360 ivm een testament dd 21.9.1360.
# AKD (p 349)

Filips V van Wassenaar (1367*-1427)
Zoon van Dirk IV van Wassenaar en Machteld Oem van Barendrecht.
Ghm Maria van Egmont. Burggraaf van Leiden 1391-1427.
Udh: Hendrik (gb 1400), Jan (gb 1402) en Dirk (gb 1416) van Wassenaar.
# HVW

Filips Vranckenz Cranenburgh* (1483*-1560*):
Mogelijk een zoon van Vranck Vranckenz Cranenburgh te Leiden.
Mogelijk ghm Neel Jorisdr.
Filips is notaris in Den Haag en Leiden en voert de titel Mr.
Vermeld in 1534 op de lijst LWR als Welgeborene van Rijnland.
Op 9 mei 1550 passeert hij in Den Haag een testament van jonkvrouw Aernt van Duvenvoorde ten hare huize in het Voorhout.
Op 11 maart 1552 maken Huych Andriesz van Wassenaar en Geertruyt Jansdr in Leiden hun testament ten overstaan van Filips.
Alias: Philip Frankensz
Zoon*: Adriaen Filipsz Cranenburgh (gb 1520).
** HRAC, LVW, Meester
# DFW (p 79), AKL (ivn 1391), Die Haghe (1902, p 377), LWR, WST 5.4.2007, KBG

Philip Bartholomeuszn Cranenburg (1693-1753*)
Gedoopt 29.12.1693 in de Hooglandse Kerk te Leiden. Zoon van Bartholomees Hendrikxz Cranenburg en Eva Philipsdr Nagtegael.
# Dopen in Leiden, DAB

Flip van Kranenburg (1757-1823):
Zoon van Jasper van Kranenburg en Antje Leemans.
Gedoopt 20.11.1757 in Deil. Woont in Deil. Huwt 7.5.1786 in Asperen of Deil met Anneke Blom/Koenen.
In 1806 aangeslagen voor een haardstede en twee personen.
Overlijdt 2.1.1823 in Deil.
Alias: Philippus/Philipens van Kranenburg.
Udh: Jasper, Coenraad, Gerrit, Pieternella, Aart en Aaltje van Kranenburg.
# GRD, HPN

Film
** Cinema

Florenc van Cranenburgh (1320*-1380*)
Een fictief figuur van de Compagnie van Cranenburgh te Bleiswijk. Deze Florenc is geboren in Blesewic en richt anno 1350 de Compagnie op in het graafschap Holland.
** Henric van die Cranenburgh
++ Compagnie van Cranenburgh

Floris~

Floris I van Holland (1017*-1061)
Graaf van Holland 1049-1061. Zoon van Dirk III van Holland en Othilde van Saxen. Volgt in 1049 zijn broer Dirk IV op als graaf van Holland. Huwt in 1050* Gertrudis van Saxen, geboren 1033* in Saxen, dochter van Bernard II Billung, hertog van Saxen (1011-1059), en Eilika van Schweinfurt. Tracht zijn macht uit te breiden in de Bommelerwaard, maar wordt 28.6.1061 vermoord bij Neder- Hemert door een handlanger van bisschop Willem van Cuyck. Begraven in Egmond. Gertrudis hertrouwt 1063 met Robrect de Fries, zoon van graaf Boudewijn V van Vlaanderen. In 1069 vlucht zij met hem naar Gent, als Godfried III met de Bult ten strijde trekt tegen Holland. Gertrudis overlijdt 4.8.1115 en is begraven in de St Walburgskerk te Veurne in België.
Gertrudis van Saxen is in 1061-1071 regentes voor haar minderjarige zoon Dirk V.
Udh: Dirk V van Holland.
** Gertruidis van Saxen, Robrecht de Fries
# WP, DAB

Floris II van Holland (1085*-1122)
Zoon van Dirk V van Holland en Gertrudis van Saxen. Geboren rond 1085 in Vlaardingen.
Sinds 1091 graaf van Holland. Bijgenaamd de Vette (Dikke).
Huwt in 1108* prinses Petronella van Lotharingen, een halfzuster van koning Lotharius III van Supplinburg. Later noemt Petronella zich Geertruida.
Floris beëindigd het conflict met de bisschop van Utrecht. Mogelijk omdat hij de bisschop als leenheer erkent. In ieder geval is hij omstreeks 1100 leenman van de bisschop van Utrecht voor Rijnland. In 1101 krijgt Floris daarom als eerste de titel 'graaf van Holland'.
Floris krijgt van de bisschop ook de burcht van Leiden, die in 1206 allodiaal bezit wordt van de graven van Holland. Floris wordt gezien als de opdrachtgever voor de ombouw van de houten burcht in een stenen burcht. Door deze versterking van de burcht lijkt Floris de militaire kracht van Holland te willen vergroten.
Tijdens zijn bewind laat Floris ook diverse houten kerken ombouwen tot kekren van tufsteen.
Floris is de grote motor achter de veenontginningen en tolheffingen aan de monding van de grote rivieren.
Floris is erg rijk. Zijn bijnaam 'de Vette' heeft hij te danken aan zijn zwaarlijfigheid.
Floris overlijdt 2.3.1122. Hij is begraven in de Abdijkerk van Egmond.
Udh: o.a. Dirk VI van Holland, Floris (de Zwarte) en Simon (kanunnik te Utrecht).
Hadewijch Florisdr is een dochter uit een buitenechtelijke relatie van Floris.
** Dirk VI van Holland, Halewijn I van Leiden, Burcht van Leiden
# WP, WKP 5.2.2007, MKZ, DAB

Floris Jansz van Cranenbroek (1310*-1409*):
Ridder. Woont op kasteel Cranenbroek te Heiloo, een familiebezit. Hij wordt door Jan van Egmond 'onse neve' genoemd. Het wapen van het geslacht Van Cranenbroek lijkt inderdaad erop te wijzen dat de Van Cranenbroeks afstammen van het Huis Egmond. In 1335 compareert Floris met Jan van Egmond. Het resultaat is een leenacte waarin Floris zijn goed afdraagt aan Jan, maar het daarna in leen terugontvangt.
In een acte van 28.9.1381 (Stadsarchief Alkmaar) wordt een Florentinus de Cranenbroek, ridder, in de parochie te Heyloe genoemd. Zijn goed grenst aan de Brede Venne.
Zoon: Willem Florisz van Cranenbroek.
** Cranenbroek Heiloo
# CHB

Floris van Cranenburch (1367*-1427*):
Mogelijk een zoon van Dieric van Cranenburch en NN in Delft.
Zoon: Bartholt Florisz van Cranenburch (gb 1407).

Floris van Cranenburg Jansz (gb 1404)
** Floris Jansz van Cranenburg

Floris Jansz van Cranenburg (1404*-1464*):
Ridder. Zoon van Jan van Cranenburg (gb 1370) en Beatrice Gerritsdr in Eikenduinen.
Mogelijk geboren in Heusden, waar zijn vader drost en slotvoogd is.
Feitelijk genaamd Floris van Cranenburg Jansz. Uit deze formulering blijkt dat Floris ridder is.
Pacht 1434 het Schoutambacht van Hoorn (bron HRAC).
Volgens bronnen in Hoorn (N.Holland) wordt ene Floris Jansz van Cranenbroek in 1454 vermoord door kinderen van Sijmon Willemsz. Deze Floris is schout van Hoorn geweest. Aangezien de naam Cranenburgh in Noord-Holland (i.b. Alkmaar en Heiloo) nogal vaak voorkomt in die tijd, is er mogelijk sprake van een verschrijving. Wel is een Floris Jansz van Cranenbroek bekend, maar die leeft circa 1310-1409 te Heiloo.
Ook is mogelijk dat het gaat om Den Hoorn in Delfland, gelegen tussen Delft en Wateringen. Daaromtrent woont namelijk Claes Florisz van Cranenborch, een zoon van Floris Jansz. Bovendien ligt het meer voor de hand dat Floris Jansz ergens in de buurt van Maasland gaat wonen. Wat zou hem drijven om schout te worden in Hoorn N.Holland? Daar is moeilijk een plausibele reden voor te bedenken.
Alias: Floris van Cranenburg Jansz.
Kinderen: Catharina Florisdr van Cranenburg, Claes Florisz van Cranenborch, Jan Florysz van Cranenburg
** Cranenbroek Heiloo, Kranenburg Noord-Holland
# HLR, HRAC, CHB, Westfries Archief

Floris Xzn van Cranenborch (1407*-1467*)
Woont in Bergambacht* (Hillegersberg). Ghm NN.
=* Floris van Cranenburg Jansz
Zoon: Claes Florijsz van Cranenborch

Floris Cornelisz van Cranenburch (1623*-1707):
Zoon van Cornelis Balthenss van Cranenburch in Zevenhuizen/Bleiswijk.
Huwt 26.2.1648 te Zevenhuizen met Adewij Cornelisdr uit Leidschendam. Otr 9.2.1648.
Verhuist naar Hillegersberg. Aldaar overleden en op 28.5.1707 begraven.
Alias: Floris Cornelisz van Cranenberch, Floris Cornelisz Cranenburgh (Kranenburgh, Craanenburg)
Udh: Cornelis Florisz Kranenburg.
Mogelijk ook Trijntje Floris Kranenburgh, Jan Florisz en Theunis Florisz* Cranenburgh.
** Jan Gerrits van Cranenburch (citaat 19.3.1651 bron UPB)
# DTB Zevenhuizen/ZH (SMH), GA Rotterdam, GHA 17.11.08

Floris Gerritsz Cranenburch (1674*-1734*):
Zoon van Gerrit Xzn Cranenburch (gb 1629) en NN in Oudshoorn/ZH*.
Woont in Oudshoorn. Ghm Neeltje Jansdr Admirael.
Genoemd 13.5.1709 ivm verkoop van 3 hont 50 roeden veenland met turfschuur in de Grote Polder te Oudshoorn aan Jan Cornelisz Versloot ivm boedelscheiding nalatenschap Evert Jacobsz Ram en Grietje Willemsdr. Koopsom 85 gulden. (Protocollen Oudshoorn ivn 12 p 137v)
Idem ivm verkoop aan Roel Dircxsz van 1 morgen land in de Grote Polder te Oudshoorn. Koopsom 160 gulden. (Protocollen Oudshoorn ivn 12 p 136)
Idem ivm verkoop aan Jan cornelisz van der Wilck van 2 morgen weiland met boomgaard in de Grote Polder. Koopsom 850 gulden. (Protcollen Oudshoorn ivn 12 p 135)
Idem ivm verkoop aan derden van een huis, erf, schuur en beplanting, groot 50 roeden, in de Ridderbuurg t Oudshoorn. Koopsom 180 gulden (Protocollen Oudshoorn ivn 12 p 133v)
# GHA 29.1.09

Floris Xzn Kranenburg (1680*-1760*):
Zoon van Xx Kranenburg (gb 1645) en NN in Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm NN.
Begraven pro deo 16.6.1760 in Woubrugge.
Alias: Floris Kraanenburg.
Udh: Jan Florisz (gb 1710) en Trijntje Florisdr (gb 1716) Kranenburg.
# GHA 16.3.09, KBG

Floris Gerritsz Kranenburgh (1697*-1757*):
Zoon van Gerrit Xzn Kranenburgh (gb 1662) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge. Ghm NN.
Udh: Symon Florisz Kranenburgh (bg pro deo 8.2.1732 Woubrugge), Claas Florisz Kranenburg (gb 1734 Woubrugge).
# GHA 29.1.09

Floris Cornelisz Kranenburg (1699*-1759*):
Zoon van Cornelis Xzn Kranenburgh (gb 1666) en NN te Woubrugge.
Woont in Woubrugge.
# GHA 29.1.09

Fluitschip
Driemaster vrachtschip met rondachtige romp. O.a. gebruikt op de walvisvaart.

Fokke~

Focco Hindrix Kranenburg* (1635*-1695*)
Mogelijk een zoon van Hindrick Theis Kranenburg en Greetien Titsincks.
Vermeld in 1670 op de lijst KHF van Scharmer.
# KHF

Focke Gerlofs Kranenburg (1710*-1789):
Zoon van Gerlov Jans Kranenburg en Hilke Fockes. Gedoopt 12.1.1710 te Bedum. Woont daarna in Westerwijtwerd. Vertrekt in 1740 naar Groningen.
Huwt 1e 22.10.1747 Margrieta Bomers te Uithuizermeeden, geboren te Uithuizermeeden. Margrieta sterft vóór 2.4.1757.
Udh1: Hilke Fockes en Gerlof Fokke Kranenborg.
Huwt 2e te Uithuizen op 24.4.1757 Loeke Arijs, dochter van Arijs en NN. Loeke is geboren in Niehove en sterft na 12.4.1791.
Udh2: Arius Kranenborgh, Hillebrand Fockes en Jan Fockes.
Focke wordt 27.2.1789 begraven te Uithuizen.
# JBK, DTBL NH Uithuizermeeden

Fokko Arius Kranenborgh (1791-1855):
Zoon van Arius Kranenborgh en Afijn Isebrandts van de Bult.
Geboren 28.12.1791 in Wedde. Woont later in Jemgum.
Van beroep dagloner in Stapelmoor/OFrl.
Ghm Klaaske Jansen.
Fokko overlijdt 8.5.1855 in Stapelmoor.
Udh: Aafke, Elske, Jan, Arius, NN (dochter), Elisabeth Antoinette en Fokko Kranenborg.
# JBK, luijtjens.nl 28.11.08, DAB

Francina Cranenburg (1659-1719*):
Dochter van Hiskias Cranenburg en Maria Cranenburg.
Gedoopt NH 7.5.1659 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.
# GA Amsterdam

Frans~
() Frans, Francois, Franciscus, etc

Frans Xzn van Cranenburch (1536*-1596*):
Zoon van Xx van Cranenburch (gb 1503) en NN te Warmond.
Woont in Warmond. Ghm NN.
Udh: Dirck Fransz van Cranenburch (gb 1573 Warmond).
** Van Cranenburch Warmond

Franciscus Cranenburch (1579*-1639):
Zoon van Henricus Cranenburch en Janneken van der Nieuwstadt. Geboren in Rotterdam*.
Franciscus volgt een opleiding theologie, mogelijk in Rotterdam. Hij wordt in 1632 predikant te Rhoon. Hij is gehuwd met Maria van Masenhout (Martha van Maserenhout). Hij bezit landerijen en vaste goederen in Schouwen en omliggende polders. Franciscus overlijdt in 1639.
Alias: Franciscus Cranenburgius, Franciscus Cranenburgh
** Pg Forum 8.8.2004
# WKR, ONAR (ivn 135, 138), 'De eerste eeuwen van Rhoon' (T.A. van der Vlies, Uitg A. Verhoeve, Rotterdam 1949)

Frans van Cranenborch (1616*-1676*):
Zoon van Xx van Cranenborch en NN te Bredevoort*.
Woont in Bredevoort*. Ghm NN.
Vermeld als getuige bij de doop van Maria Xx in augustus 1651 te Bredevoort (Achterhoek).
# heerlijkheidbredevoort.nl 24.11.09, KBG

Frans Huychsz van Cranenburgh (1625-1685*):
Zoon van Huych Sachariasz van Cranenburgh en Aeffgen Willemsdr (van Griecken*).
Geboren in Oud Ade (Alkemade). Gedoopt in de NH Kerk te Kaag op 7.12.1625.
# TVP (Doopboek NH Kerk Kaag)

Frans van Cranenburgh (1683*-1743*):
Woont aan de Schreinwerkersteeg te Rotterdam.
Huwt 1e 1708* met NN, overleden in 1722*.
Huwt 2e in 1723 (otr 12.9) GF te Rotterdam met Catharina Angeloot, wonend aan de Schreinwerkersteeg te Rotterdam, weduwe van Hendrik Klein.
Udh: NN (1723; bgr 28.5.1728 in de Waalse Kerk te Rotterdam).
Alias: Frans Craanenburgh.
# DTB GF Rotterdam (ivn 14/088)

Francois Cranenburgh (1692-1752*):
Zoon van Jan Cranenburgh en Ester Marchal.
Gedoopt NH 10.2.1692 in de Noorder Kerk te Amsterdam.
Alias: Francois Kranenburgh.
# GA Amsterdam

Frans Kranenburg (1695*-1722):
Geboren in Amsterdam.
Is bootsmanmaat bij de VOC. Vaart op 15.7.1721 met de 'Stadwijk' naar Batavia. Aankomst 15.4.1722. Overlijdt 13.7.1722 in Azië.
# AVOC

Frans Kranenburgh (1748-1808*)
Zoon van Kornelis Kranenburgh en Geertie den O. te Rotterdam.
Gedoopt GF 31.3.1738 te Rotterdam.
Dochter*: Elisabeth Kranenburg (gb 1784).
# DTB GF Rotterdam (ivn 1/299)

Frans Kranenburg (1774*-1834*):
2.3.1803 smm Neeltje Kranenburg in Hersteld Ev.Lut. Kerk A'dam doopgetuige bij Leijntje, dochter van Hendrik van Buren en Trijntje Kranenburg.
25.7.1804 smm Neeltje Kranenburg in Hersteld EL Kerk Amsterdam doopgetuige bij Heijntje, dochter van Hendrik van Buren en Trijntje Kraanenburg.
# GA Amsterdam

Franciscus Reynirus van Cranenburgh (1804-1845):
Gedoopt 25.7.1804 te Cuyk. Zoon van Henricus Reynirus van Cranenburgh en Maria Petronella van den Boogaart. Wordt priester (Jezuiet, SJ). Overlijdt 27.6.1845.
# NP 1949 (p 29)

Frans van Kranenburg (1850-1910*):
Zoon van Adrianus van Kranenburg en Adriana Tuijnder.
Geboren 4.7.1850 in Moordrecht. Is metselaar, baander.
Huwt 3.5.1879 in Moordrecht met Gerritje Beatrix van Blijderveen, dienstbode, geboren 1854* in Ingen, dochter van Matthijs van Blijderveen en Gerritje Verseveld.
Udh: Adriana (1880 Moordrecht), Matthijs (1881 Moordrecht), Gerritje Hendrika (1883 Moordrecht), Adrianus (1886 Moordrecht), Adriana (1888 Moordrecht), Cornelis (1891 Moordrecht), Johannes (1893 Moordrecht) en Maarten (1895 Moordrecht).
# FDK

Frans Kranenburg (1875-1957):
Geboren 1.4.1875 in Zuidhorn (Gro). Overlijdt 20.10.1957 in Sebaldeburen. Begraven in Grootegast.
# graftombe.nl 4.2.08

Franciscus Johannes Kranenburg (1891-1943*)
Geboren op 15.1.1891 te Arnhem. Hij overlijdt in Nederlands-Indié in 1943*. Begraven in Indonesië; locatie onbekend.
# OGS

Frank~
** Vrank~

Freawin (320*-360*)
Zoon van Frithogar. Onderkoning van Sleswig.
Gedood in een gevecht met Eadsgil, koning van de Myrgings in Holstein.
Eadsgil is een agressieve man en verkeerd in permanente staat van oorlog met zijn omgeving. Zo lokt hij o.a. een strijd uit met Freawin. In dat gevecht wordt Freawin gedood door Eadsgil.
Freawin heeft twee zoons, Cedd en Wig, die na zijn dood worden opgevoed door Waermond, koning van de Angelen.
De immer agressieve Eadsgil lokt opnieuw de strijd uit tegen de Angelen. Dit maal wordt hij echter zelf gedood en wel door Cedd en Wig. De verslagen Myrgings zijn erg boos en eisen wraak. Het leven van Cedd en Wig wordt sindsdien continu bedreigd door de Myrgings. Wig besluit daarom naar Engeland te vertrekken, waar hij een rustiger bestaan kan opbouwen. Over het lot van Cedd is verder niets bekend.
Kinderen: Cedd, Wig + dochter (ghm Offa, koning van Angeln).
** Wig (gb 313), Sleswig, Angeln
# AHM, HNF

Frederik~

Frederik Reyniersz van Cranenburgh (1580*-1640*):
Mogelijk een zoon van Reynier Claasz* van Cranenburgh te Amsterdam.
Frederik is dichter en fervent katholiek die moeite heeft met het Protestantisme. Hij schrijft een polemisch-didactisch dichtwerk:

Drie Vraeghliedekens van sommighe Catholijcke personen dickwijls uytghegeven aen alle Ghereformeerde ofte andere nieuwe Predicanten, waerop noyt grondelijck ofte bescheydelijck gheantwoordt is.

Frederik poogt de 'vromen Batavier' terug te brengen op het goede pad. Hij schrijft:

En wilt niet meer ten noorden,
Dus seylen over stuer,
Maer draeyt u coers ten suyen,
Naer sinte Pieters schip,
Ofte anders gaet ghy kruyen,
Een streek naar Duyvels klip.

Naar zeggen zijn de gedichten uitgeven in 1643 te Antwerpen. Gezien de titel 'In Godts Kerck en zijt ghy niet' moeten deze echter van oudere datum zijn. Dat wordt bevestigd door een verweerschrift van Ds Hieronymus Vogellius, predikant in Hem, later in Enkhuizen. Dit verweerschrift heeft de titel:

Grondelijcke ende bescheydelycke Antwoorde op drie Papisten Vraech-Liedekens aen den Ghereformeerden ghesonden, die onlangs uyt het Hoochduytsche in het Nederduytsche zijn overgheset, door den Rhijm verciert, ende in druck uytghegheven, Door Heer Frederick Reynaerts van Cranenburch. Ghestelt door H.V. eenen van den Aldergheringsten Predicanten der Ghereformeerde Kercke. Ghedruckt tot Enckhuysen By Jacob Lenaertsz Meyn, Boeckvercooper op de nieuwe Straet, int vergulden Schrijfboeck. Anno 1614.

Een Duitse bron (19e eeuw; titel en auteur onbekend) bevestigt 1614 als het jaar van uitgave en schrijft:

6. Enchuysen in den Niederlanden.
Zu Enchuysen, einer Stadt in Nord-Holland (Seite 1135, VIII. des Zedler'sche Universal-Lexicons), erschien 1614 in 4e: "Van Cranenburch, Op drie Papisten Vraech-Liedekens."

Andere werken:
¶ Het pack-huys, oft Den winckel der calvinisten, ende ander ketters: waer in vergadert ligghen sommighe valsche specerijen en juweele van haerlieder gheloove.
Uitgave: t'Hantwerpen by Gulliam Lesteens, 1616
¶ Den Rechtveerdighen Rechter
Uitgave: T'Antwerpen by Cornelis Verscheure, 1616
¶ Het packhuys oft Den winckel van alle nieu-ghesinden in dese Nederlanden: Waer in vergadert ende malkanderen ghepackt zijn sommighe vuyle specerien ofte valsche waren van haer lieder gheloof ende leere.
Uitgave: Antwerpen, Guilliaem van Parijs, 1617

Mogelijk woont Frederik in Amsterdam.
Alias: Frederick Reynaerts van Cranenburch/Cranenborch.
Zoon*: Sander Fredericsz van Cranenborch (gb 1607 Amsterdam).
# dbnl.org 14.2.08, worldcat.org 29.4.08, DAB, KBG

 

 

Frederik Jan van Cranenburgh (1698-1758*):
Zoon van Derck van Cranenburgh en Henrica Vierhuis.
Gedoopt NH 18.12.1698 in Puiflijk (Druten).
Wordt 15.5.1717 lidmaat van de Gereformeerde Gemeente van Leeuwen.
Wordt 23.6.1730 zwaar mishandeld tijdens een steekpartij in herberg Swambach te Borgharen. Dader wordt verbannen uit Gelre en Zutphen voor het leven.
Frederik wordt 8.6.1732 aangesteld als collecteur der verponding te Leeuwen.
In 1740-41 is Frederik 'maender van de consumptie' ofwel een ambtenaar belast met het innen van belastingen op levensmiddelen.
Huwt 12.9.1758 te Leeuwen met Joosje Goossens, wonend in Leeuwen, gedoopt RK te Dreumel op 10.6.1720, dochter van Goos Joosten en Willemijn Stoffels Coning. Joosje wordt later Josina van Dreumel genoemd.
Frederik belegt vooral in grond. Hij is geen gemakkelijk persoon en procedeert waar hij zijn gelijk kan krijgen.
Udh: Willem (gd 1748), Henrica (1753-58), Johanna (gd 1755) en Derk (1757-68).
=* Fredericus Jan van Cranenburgh
# VC300, GAA (1726 ivn 5)

Fredericus Jan van Cranenburgh (1725*-1785*)
Woont in Horsen*. Ghm Bernarda Willems.
Udh: Wilhelmus van Cranenburgh.
=* Frederik Jan van Cranenburgh

Frederik Jan van Cranenburgh (1738-1816):
Zoon van Gerrit Willem van Cranenburgh en Anna Maria de Gasee.
Geboren in Den Bosch. Gedoopt 7.11.1738 in Leeuwen.
Huwt 30.4.1765 in Den Bosch met Sophia Elisabeth Ohrly.
Functie: toezichthouder veiligheid stadhuis Den Bosch. Woont daartoe in een dienstwoning in de Ridderstraat langs het stadhuis.
# VC300, DAB

Fredericus Cranenborgh (1745-1809*)
Gedoopt RK op 2.1.1745 in Heusden. Zoon van Jan Kranenburg en Wilhelmina Kuijpers.
# DTB Heusden, JKE

Fredericus Cranenburg (1763-1823*)
Gedoopt RK op 10.6.1763 te Heusden. Zoon van Pieter Kranenburg en Angelique Nijsen.
# DTB Heusden

Fredericus Joannes van Cranenburg (1764*-1824*)
Vermeld op 4.8.1799 als getuige in Den Bosch.

Frederik Jan van Cranenburgh (1767-1832):
Zoon van Willem van Cranenburgh en Johanna van Hiebendaal.
Gedoopt 1767 in Leeuwen.
Frederik is horlogemaker. Hij is verder geërfde getuige en hulpschepen. In 1789 wordt hij lidmaat van de NH Kerk te Horssen.
Op 28.3.1790 verhuist Frederik met attestatie naar Tiel. Op 4.5.1800 keert hij terug naar Horssen.
Frederik huwt 25.3.1807 (otr 28.2) te Delft met Maria Elisabeth Serquet, weduwe van Jacob Hendrik Stechweij, geboren 31.12.1768 in Den Haag, dochter van Adam Serquet en Elisabeth Anna Bonart.
Frederik overlijdt 28.8.1832 in Horssen. In de acte van overlijden is sprake van Willem als tweede voornaam.
# VC300, GA Delft

Frederik Craanenburgh (1770*-1830*)
Geboren in Heusden. Zoon van Pieter Kranenburg en Angelique Nijsen.
# DTB Heusden

Frederik Carel Hendrik van Cranenburgh (1823-1847):
Zoon van Willem Jan van Cranenburgh en Maria Johanna Welsink in Den Haag.
Geboren Den Haag 5.9.1823. Van beroep huis- en rijtuigenschilder.
Huwt 2.6.1847 in Den Haag met Clara Geertruida Michaël, geboren Den Haag 10.7.1818, dochter van Hendrik Christoffel Michaël en Clara Geertruijda Eijsenbroek.
Frederik overlijdt op 14.9.1847 in Den Haag.
Udh: Willem Jan (gb 1847)
Clara hertrouwt 24.1.1855 in Den Haag met Hendrik Wisdom. Zij overlijdt op 15.12.1887 in Den Haag.
# VC300

Frederikus Kranenburg (1927-2002):
Geboren 3.7.1927 in Oegstgeest. Overlijdt 15.1.2002 in Heemskerk en is aldaar begraven op Eikenhof.
# graftombe.nl 8.4.07

Frithogar (299*-259*)
Volgens diverse bronnen is Frithogar een nazaat van Brand, zoon van Bealdaeg, onderkoning van Waernas. Andere bronnen beweren dat hij koning van Ancient Saxony is. Aangezien zijn zoon Freawin onderkoning is van Selswig in Angeln, moet Frithogar echter in Angeln wonen en lid zijn van het Anglisch Koninklijk Huis. Een onderkoning moet namelijk lid zijn van de heersende dynastie. Frithogar zelf is daarom vrij zeker een zoon van koning Weothulgeot van Angeln. Mogelijk woont hij in Hedeby.
Zoon: Freawin (gb 320).
** Sleswig, Angeln
# HNF, DAB

Fritz Kranenberg (1889-1915):
Geboren 13.12.1889 op Hof Kranenberg in Gysenberg (Dtl).
Fritz is Reservist bij bij het Reg. Infanterie-Regt. 219.8 Komp. Januari 1915 vecht hij in Galicië (Karpaten/Hongarije)). Op 5 juli van dat jaar wordt hij dodelijk getroffen door een kogel tijdens een aanval op het dorp Idalin.
Het was de bedoeling dat Fritz het boerenbedrijf van zijn moeder zou runnen en later overnemen. Zijn vader is kennelijk vroeg gestorven.
** Kranenberg Herne Sodingen
# KHS 29.10.07

Frits Kranenburg (gb 1901)
** Ipojé Hendrik Kranenburg

Frits Kranenburg (1914-1996):
Geboren 10.6.1914. Overlijdt 29.6.1996. Begraven op Daelwijck in Utrecht.
Boer*: Cornelis Kranenburg (gb 1915 Utrecht).
# graftombe.nl 4.2.08

Frouwe Kranenborgh (1794*-1854*):
Dochter van Arius Kranenborgh en Afijn Isebrandts van de Bult.
Geboren in Wedde of Jemgum (OFrl).
# JBK, DAB

Futhark
Oud Germaanse alfabet en lettertekens.
** Pg Anglicana

FW: Familiewapens:
Hieronder volgen beschrijvingen van familiewapens van Kranenburgs~. De afbeeldingen van de wapens worden in principe alleen geplaatst bij de tekst van de desbetreffende familie of persoon. Waar dat niet goed mogelijk is, wordt het wapen hieronder wel afgebeeld.
Achter elke familienaam Kranenburg~ volgt altijd een nadere aanduiding, die niet bij de familienaam hoort. Deze combinaties worden hier alleen gebruikt als een soort groepnaam.
** Familiewapens, Groepnamen, FWH, OWL, Pg Timetable (wapenoverzicht)

FW Cranbury Hursley
** Cranbury Family Hursley, Crane

FW Cranenburch Adelaar
Een zwarte adelaar (links kijkend) op een rood veld. Komt voor in een wapen op de gevelsteen van de vml textielfabriek Cranenburch-Heringa aan Rapenburg 111 te Leiden. Het is niet zeker of dit een combiwapen is van de geslachten Van Cranenburch en Heringa te Leiden. Als dat zo is, dan hoort de adelaar mogelijk tot de Van Cranenburghs (vak I). Vak II (rechts) is dan van Heringa. De adelaar doet denken aan het wapen van het geslacht Van Poelgeest: drie opvliegende adelaars in zilver (2-1; links kijkend) op een blauw veld met een gouden dwarsbalk etc. Hiermee zegelen Claas Claas Willemsz van Cranenburg (schepen Leiden, gb 1400) en Claas Jan Claesz van Cranenburch (burgemeester Leiden, gb 1449). Beiden zijn nazaten van Engelbert I van Cranenburg uit Bleiswijk.
De naam Cranenburch~ komt sinds de 14e eeuw veel voor in Leiden, Rijnsburg en Warmond. Gezien genoemde feiten kan het wapen te maken te hebben met de Cranenburchs~ aldaar. Temeer nog daar FW Cranenburch Adelaar uit Leiden zo sterk overeenkomt met het wapen Cranenburgh Adelaar, dat ouder lijkt.
¶ In Leiden woont in het verleden een geslacht Cranenburgh dat het wapen voert: op zwart een zilveren adelaar, links gekeerd. (> FW Cranenburgh Adelaar). De kleuren zilver op zwart zijn gelijk aan het wapen van het geslacht Van Cranenburg dat afstamt van Bartholomeus II van Wassenaar tot Cranenburg. (> Cranenburg) Het kan dus betekenen dat de wapenhouder van de zilveren adelaar op zwart, een nazaat is van deze Van Cranenburgs~. Dat kunnen dus nazaten zijn van Claas Claas Willemsz van Cranenburg en/of van Claas Jan Claesz van Cranenburch. Hun vader is Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1354; Leiden), een zoon van Willem van Cranenburg (gb 1305; Eikenduinen). Willem is zeker een adept van de Van Wassenaars en zal dus vrij zeker het Cranenburg-Wassenaar-wapen voeren: op zwart drie zilveren wassenaars 2-1 geplaatst. Ook Claas Willemsz van Cranenburg zal dit wapen hebben gevoerd.
¶ Volgens bron genealogie.orange 21.8.08 voert het geslacht Craanen te Leiden het wapen: op blauw een adelaar in zilver, in vlucht en links gekeerd. Aangezien de namen Crane~ en Cranenburg~ vaak onderling verwisseld zijn (> Craen~), kan het hier dus inderdaad om een wapen van het geslacht Van Cranenburch gaan. Aangezien genoemde Claas Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1400) een identiek wapen voert, zijn de geslachten Craanen en Van Cranenburch vrij zeker een nazaten van deze Claas Claas Willemsz van Cranenburg.
¶ De vraag die overblijft is waarom deze families Van Cranenburch en Craanen een adelaar voeren in hun wapen. Een kraanvogel ligt immers meer voor de hand, zoals andere geslachten Kranenburg~ doen. Vooralsnog is er geen reëel antwoord te vinden op deze vraag. Mogelijk dat er een familiaire relatie is met het geslacht Van Poelgeest.
¶ Een adelaar in een familiewapen betekent normaliter dat de wapenhouder een hoofdeling is. Dwz: iemand met een bestuurlijke en juridische functie. (> Adelaar) Mbt genoemde Claas Claas Willemsz van Cranenburg en Claas Jan Claesz van Cranenburch klopt dat dus aardig. De geslachten Van Cranenburch en Craanen te Leiden die de beschreven wapens voeren, horen dus kennelijk tot de bestuurlijke elite van Leiden. Mogelijk zijn ze daarom nazaten van genoemde Van Cranenburchs~.
¶ Tot slot rijst de vraag waarom dit wapen is gecreëerd, terwijl het Cranenburg-Wassenaar wapen al bestond en bij andere Van Cranenburgs~ nog in gebruik is. Differentiatie in familiewapens is vrij gebruikelijk, hoewel het conservatisme overheerst. Vooralsnog is er helaas nog geen reëel antwoord gevonden op deze vraag.
** Cranenburch-Heringa, Adelaar, FW Cranenburgh Adelaar, Van Cranenburch Warmond

FW Cranenburch van Loo
Op goud vier kepers in rood en een vrijkwartier in blauw (azur) met daarop een zwaan in zilver.
** Cranenburg Egmond, Dieuwertje Cranenburch

FW Cranenburg Bassecourt
Op blauw een burcht van zilver met een open poort. Een kwartierwapen van Janna de la Bassecourt. Op een rouwbord in de NH Kerk aan het Kerkplein te Harmelen (Hermelen). Anno 1770.
** Xx van Cranenburg (gb 1625), FW Van Kranenburg Zwolle, Motte
# CBG

FW Cranenburg Egmond
** Cranenburg Egmond

FW Cranenburg Wassenaar
Op een zwart veld drie wassenaars (wassende manen) van zilver. Afgedekt met een gekroonde helm. Daarboven kop en hals van een brak (hondenras), rood getongd.
Dit wapen is gecreëerd door Dirc II van Wassenaar in 1294.
Diverse Kranenburgs~ voeren dit wapen later ook. O.a. Jan Engelbertsz van Cranenburg (gb 1300), S. van Cranenburch (Steven Everardsz van Cranenburgh; gb 1350) en Roberta Kranenburg (gb 1555). (> AMG) Mogelijk wordt dit wapen in 1430 ook gebruikt door Jan van Cranenburg (gb 1375). Genoemde Roberta Kranenburg is mogelijk een nazaat van hem.
Van dit wapen bestaat een zegelafdruk, doch onbekend waar. Mogelijk in de Collectie HCM.
** Cranenburg, FW Kranenburg Wassenaar, Kranenburg Wassenaar, Dirc II van Wassenaar, Familiewapens Kranenburg~, Wassenaars, Brak, AMG (Armorial de Gelre)
# HRA, HCM, Rietstap, AMG

 

FW Cranenburgh Adelaar
Op een zwart veld een zilveren adelaar.
Onbekend wie dit wapen voert.
Niet is vermeld of de adelaar opvliegt. Vooralsnog wordt aangenomen dat dit wel het geval is, zoals in de meeste wapens met een adelaar.
De kleuren zijn gelijk aan het wapen van Cranenburg Wassenaar.
Nevenstaande wapenschild is een remake naar een 14e eeuws voorbeeld.
 
Het wapen is in feite een variant van het wapen Cranenburch Adelaar, dat mogelijk te maken heeft met Cranenburchs~ in Leiden e.o. (Rijnland). Mogelijk is daarom dat dit wapen wordt gevoerd door andere Cranenburghs~ uit de zelfde regio.

Het wapen doet denken aan het wapen van Rijnland: op een zwart veld een adelaar in zilver met op de borst het wapen van Holland: een rode leeuw op een veld in goud. Het wapen Cranenburgh Adelaar lijkt in feite het meest op dit wapen, exclusief het wapenschild van Holland. Alleen zijn de kleuren omgedraaid, hetgeen vaak gebeurd bij overname van regiowapens. De eigen kleurcombinatie is ook geheel in lijn met het oude wapen Kranenburg Wassenaar: op een zwart veld drie wassenaars in zilver (2-1).
Aangezien de Kranenburgs~ in de 13e-18e eeuw zeer sterk vertegenwoordigd zijn in Rijnland, lijkt deze optie erg waarschijnlijk.

Een andere optie is dat de adelaar te maken heeft met het wapen van Bleiswijk, waar de Kranenburgs~ uit Zuid-Holland oorspronkelijk hun roots hebben. Deel II van dat wapen bestaat uit een dubbel gekopte adelaar in zwart op een veld in goud. Dit is een zeer aantrekklijke optie, omdat daarmee de herkomst van de Kranenburgs~ uit Bleiswijk zo duidelijk is weergegeven. De kleuren zwart en zilver van Cranenburgh Adelaar zijn dan gelijk aan die van het wapen Cranenburg Wassenaar. Hiermee wordt dus aangegeven dat ze afstammen van het geslacht Van Wassenaar. Een mooiere uitbeelding is haast ondenkbaar.

Uitgaande van de juistheid van de veronderstellingen, rijst de vraag waarom in de zelfde regio Rijnland twee afwijkende familiewapens met een adelaar in gebruik zijn bij de Kranenburgs~. Hierop is geen afdoend antwoord te vinden. Het enige reëele lijkt dat het wapen Cranenburgh Adelaar het oudst is en dat het wapen Cranenburch Adelaar daarvan een variant is. Een zgn specificatie, hetgeen in de ontwikkeling van familiewapens meer voorkomt.
** Adelaar, FW Cranenburch Adelaar, Van Poelgeest (wapen), Rijnland, Bleiswijk (wapen), Regiowapens, FW Cranenburg Wassenaar
@ remake wapen 14e eeuw
# HCM, 17/18e eeuw wapenboekje familiearchief Rambonnet (1922)

FW Cranenburgh Australia
Op zilver een burcht in rood met daarop een kraanvogel met een steen in de linker poot.
** Cranenburgh Australia, Kasteeltorens, Jan Kranenburg (gb 1893)
# Dale Kranenburg USA

FW Kranenborg Wedde
Een vogel met korte poten (kraanvogel?), staand op het dak van een borg, zijnde een dwarshuis met een deur, waarvoor een stoep met twee treden, in de middelste van drie puntgevels, in elke puntgevel bovenin een rond raam en daaronder drie rijen van twee rechthoekige ramen naast elkaar en tussen de puntgevels drie rechthoekige ramen onder elkaar.
Aldus is beschreven het wapen van Wijbrandus Kranenborg (1668-1713), predikant te Wedde (Gro). Zijn grafsteen ligt in de NH Kerk te Wedde, recht tegenover de kansel.

Het huis met de drie puntgevels correspondeert met hofstede Cranenburg in Eikenduinen (1305-1603), gebouwd door Willem van Cranenburg (1305-1360), een verre voorvader van de Kranenburgs~ in Groningen. (> Cranenburg Eikenduinen) De zgn kraanvogel in het wapen van Wijbrandus heeft zulke korte poten, dat het vrij zeker een gans moet voorstellen. Dit correspondeert met het feit dat Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1345; zoon van Willem van Cranenburg) een Hussiet was (> Claas Willemsz van Cranenburg) en de Hussieten een gans hebben als symbool. (> Hussieten)

Het wapen wordt gevoerd door Wijbrandus Kranenborg (1668-1713) en Arius Kranenborgh (1758-1810) in Wedde. Wanneer en door wie dit wapen is gecreëerd, is vooralsnog niet bekend. Gezien de afgebeelde borg, moet dit wapen welhaast zeker te maken hebben met Doopsgezinde Kranenburgs~. Van Doopsgezinden is immers bekend dat ze vaak een huis hebben in hun familiewapen. De Doopsgezinde Kranenburgs~ komen in feite oorspronkelijk uitsluitend voor in de provincie Groningen. Ze zijn daar terecht gekomen via Claes Thijsz Cranenburgh. Deze Claes Thijsz komt mogelijk uit Oude Wetering of daaromtrent. Hij vestigt zich rond 1550 in stad Groningen. Zijn nazaten vestigen zich later ook in andere plaatsen van de provincie.

De borg in het wapen van Wijbrandus wijst zoals gezegd waarschijnlijk op Doopsgezinde denominatie. (> Groepsymbolen) De Doopsgezinde Kerk bestaat feitelijk pas sinds circa 1550. Wijbrandus sterft in 1713. Om die reden moet het wapen van Wedde zijn ontstaan ergens in de periode 1550-1713.

In Kantens zijn volgens bron GGW twee grafstenen met familiewapens waarop huizen staan met drie puntgevels. Namelijk van Boucke Reynders (gst 1699) en Reinder Jans (gst 1714). Bij nadere analyse van hun gegevens en wapens lijken ze vrij zeker te kunnen afstammen van eerder genoemde Claes Thijsz Cranenburgh.

Als we de veronderstelde genealogische takken van de geenoemde Kranenburgs~ in schema zetten, dan krijgen we het volgende beeld:

tak 1
Claes Thijsz Cburgh 1585G!  
Thijs Claesz Kburg 1647GS!N
Harke Thijsz Kburg 1660SNW
Jan Harkes Kburg 1690NW
Hiskias Kburg 1692NW
WijbrandusKborg 1713WWd*
HiskiasW.Cborgh 1773WdKO 
tak 2
Claes Thijsz Cburgh 1585G!
Thijs Claesz Kburg 1647GS!N 
Hindrik Theis Kburg 1680S
Jan Hindricks Kburg 1695SGL
Gerlov Jans Kburg 1745LB
Focke Gerlofs Kburg 1789B
Arius Kborgh 1810BWd*
tak 3
Claes Thijsz Cburgh 1585G!
Jacob Claesen Kburg 1647GS!NK
Reynder Jacobs Kburg 1664NK
Boucke Reynders Kburg 1699NK*
Jan Jacobsz Kburg 1704K
Reinder Jans Cburg 1714K*
etc
 
Achter de namen staan de sterfjaren + woonplaatsen: B=Bedum G=Groningen K=Kantens L=Loppersum N=Nieuwolda O=OostFriesland S=Scharmer W=Wymeer Wd=Wedde.
*=huis met drie puntgevels in wapen !=mogelijke oorsprong wapen.

Analyse van bovenstaand schema leert dat de drie takken samenkomen in stad Groningen en wel bij Claes Thijsz Cranenburgh. Dat doet vermoeden dat bij hem de bron van het wapen van Wedde ligt. Een andere optie is dat Thijs Claesz het wapen heeft gecreëerd en dat zijn broer Jacob Claesen het wapen van Thijs heeft overgenomen. Jacob heeft mogelijk ook enige jaren gewoond bij Thijs in Scharmer. Claes Thijsz moet goed op de hoogte kunnen zijn van hofstede Cranenburg in Eikenduinen. Hij is immers afkomstig uit Oude Wetering of daaromtrent en staat dus het meest dicht bij de historische werekelijkheid. Claes kan hofstede Cranenburg te Eikenduinen dus zelf gekend hebben. Ook zoon Thijs is een optie. Hij is namelijk schipper die o.a. op Zuid-Holland vaart. Cranenburg Eikenduinen wordt in 1603 afgebroken. Thijs Claesz kan dus een van de laatste Kranenburgs~ zijn, die hofstede Cranenburg te Eikenduinen met eigen ogen heeft gezien. Hij of zijn vader Claes zullen dus het best in staat zijn geweest om een getrouw beeld van de hofstede te creëeren. Mogelijk eerst in de vorm van een prent van de hofstede. Later als familiewapen aan de hand van deze prent. Dat moet dan zijn gebeurd ergens in circa 1550-1647. Ergens rond 1600 lijkt dus reëel. De gans boven het huis kan later zijn toegevoegd door Wijbrandus Kranenborg. Hij heeft immers theologie gestudeerd en zal dus wel van de Hussieten weten, die een gans hebben als symbool.
** Wijbrandus Kranenborg, Arius Kranenborgh, VWW, Groepsymbolen, Claes Thijsz Cranenburg (gb 1520), Borg Kranenburg, Cranenburg Eikenduinen, Claas Willemsz van Cranenburg (gb 1345), Doopsgezinden, Boucke Reynders Kranenburg (gb 1636), Jan Jacobsz Kranenburg (gb 1610)
# GGW, DAB

 

FW Kranenburg Londen
Op rood een burcht in zilver met daarop een kraanvogel in zilver, houdend een steen in de linker poot.
Volgens bron GGK (p I) is Jan Kranenburg (gb 1893) in Klaaswaal de eerste bij wie dit wapen wordt genoemd. Mogelijk is hij daarom de ontwerper. Het is echter niet uit te sluiten dat het wapen ouder is. Bron GGK schrijft namelijk: Het onder A beschreven wapen werd reeds in de dertiger jaren gevoerd door Jan Kranenburg 1893-1962. Deze formulering betekent dat het wapen ook al voordien gevoerd kan zijn.
Het wapen hiernaast vertoont een Britse stijl en is daarom mogelijk ontworpen in Londen, waar zoon Leendert Arie Dirk Kranenburg in 1950-70 verblijft als militair attaché bij de NAVO.
Het wapen wordt in latere jaren ook gevoerd door Cranenburghs~ in Australië en mogelijk ook door Kranenburgs~ in de USA.
** Jan Kranenburg (gb 1893; Klaaswaal), Cranenburgh Australia
# GGK, KBG

 
FW Kranenburg Scharmer
Op een veld van goud een zwarte winkelhaak met daaronder drie klavers in groen, 1-2 geplaatst. Op het schild een bladerkroon. Schild omrand door twee lauwertakken in groen. (> Kranenburg Scharmer) Dit wapen is mogelijk gecreëerd in de 17e eeuw door nazaten van Claes Thijsz Cranenburgh uit Warmond. Mogelijk is de winkelhaak afgeleid van diens huismerk, voorstellend de letter C van Cranenburgh. In het Griekse alfabet wordt deze C uitgebeeld door een winkelhaak. Bij de creatie van huismerken werd veel gewerkt met oude symbolen als runentekens en Griekse lettertekens. Daarbij stond het centrale teken vast voor de nazaten. I.c. de C voor de Cranenburgs~. Elke nazaat kan een eigen teken creëeren door toevoeging of weglating van secundaire tekens. Het centrale teken moet echter onveranderd blijven. (> GXW)

Klaverbladen (klavers) komen veel voor in de Groningse en Friese heraldiek. In bron FWN (303 familiewapens in Groningen, Friesland en Drente) komen ze in vele familiewapens voor in diverse composities. Bij wapens met drie klavers bestaan drie verschillende composities: 1-1-1, 2-1 en 1-2. Compositie 1-1-1 komt betrekkelijk weinig voor. Compositie 2-1 komt 30x voor. Dus in 10% van de wapens. Compositie 1-2 komt 15x voor. Dus in 5% van de wapens. In beide composities gaat het in meerderheid om drie groene klavers op zilver. In meerderheid zijn beide composties een onderdeel van het hele wapen. Meestal op positie IIb (rechtsonder dus). In vele van deze wapens is het veld gedeeld en komt in veld I de halve Friese adelaar voor. De composities 2-1 en 1-2 horen in meerderheid bij Friese familienamen. In een klein aantal gevallen komen alleen de drie klavers voor in het wapen (= groep H). Bij compositie 2-1 in 7 van de 30 wapens. Dus in 23% van de gevallen. Bij compositie 1-2 is dat in 3 van de 15 wapens. Ofwel in 20% van de gevallen. In groep H valt op dat deze wapens horen bij niet-specifiek Friese familienamen. Bij compositie 1-2 gaat het om de families Van Calcar, Oost en Kranenburg. Het lijkt er derhalve op dat klavers een aanduiding zijn voor de omvang van het grondbezit. Bron FEW (p 74) schrijft daarover:

Alleen eikels en klavers zijn tot op den huidigen dag in de herinnering gebleven als eigenerfdenemblemen. Maar de overlevering heeft ook het erflijkheidsbeginsel bewaard: alleen drie eikels en drie klavers zijn eigenerfdenemblemen. Dit aantal van drie kan slechts duiden op de reeds ter sprake gebrachte drie generaties (twee graden). Nog in de doleanciën en punten van Reformatie van 1627 was aangenomen 'dat alleen zij voor Eigenerfden zouden gehouden worden, die hunnen staat in den tweeden graad zouden bewijzen'. Deze rechtsregel werd eerst in 1723 afgeschaft. ...
Daarom duiden de klavers niet direct op kleigrond maar wel op grasland (fri 'greide'): de beste weiden bevatten veel klaver (later ging men klaver op de weide zaaien).
De Klavers duiden dus evenees op de almende en op een zeer voornaam deel daarvan, omdat in Friesland de veeteelt (schapen en runderen) steeds van bijzonder belang is geweest. ...
Meer dan andere wapens komen de drie klavers voor gecombineerd met den Frieschen adelaar en het 'merk'. Zij staan dan in de doorsneden linkerhelft vaak boven (onder: het merk) en, eveneens veelal 1 en 2, dus zg. 'verkeerd gerangschikt'.

De laatste zin dat de klavers meestal 1-2 zijn geplaatst komt niet overeen met de meting in bron FWN. Compositie 1-2 komt daarin slechts in 5% van de wapens voor en compositie 2-1 in 10%. Naar zeggen zou compositie 1-2 de meest echte Friese plaatsing zijn.

Qua kleuren is het wapen vrij uniek. Nagenoeg alle composities 2-1 en 1-2 zijn in groen en zilver, met een meerderheid van groen op zilver. De kleuren groen en goud komt bij 2-1 maar 5x op de 30 voor, steeds als groen op goud. Dus in 17% van de gevallen. Bij 1-2 is dat in 7% van de gevallen. Namelijk 1x op de 15. En wel alleen bij Kranenburg.

Per saldo lijkt het wapen FW Kranenburg Scharmer er dus op te wijzen dat het een wapen is van een niet oorspronkelijk Friese familie, maar wel een familie die kennelijk reeds drie generaties vrij veel grond bezit in Groningen. Jan Harkes Kranenburg is een nazaat van Claes Thijsz Cranenburgh uit Leiden, die zich rond 1555 in Groningen vestigt. Zijn nazaten vestigen zich in Scharmer en later in andere delen van Noord Groningen. Het wapen van Jan Harkes lijkt e.e.a. dus aardig te bevestigen. Interessant is nu de vraag wie het wapen heeft gecreëerd. Daarvoor moeten we genealogie van Jan Harkes analyseren. Althans binnen het Friese gebied. Dus de Groninger Ommelanden. We krijgen dan:

1. Claes Thijsz Craneburgh (gb 1520), scheepsbouwer uit Leiden, woont sinds 1556 in stad Groningen.
2. Roelof Claesz Kranenburg (gb 1570) te Groningen.
3. Jan Roelofsz Kranenburg (gb 1595), kerkvoogd in Noorddijk, adsessor Gerecht Selwerd.
4. Harcke Jansen Kanenburg (gb 1620), veeboer, woont in Warffum.
5. Jan Harkes Kranenburg (gb 1660), grietman + lanbouwer, woont in Bierum.

Op grond van van bovengenoemde eisen van bron FEW (3 generaties, 2 graden) moet Jan Harkes minimaal teruggaan tot zijn grootvader Jan Thijssen om de drie klavers in zijn wapen te mogen voeren. Kennelijk beantwoordt hij aan de eisen. Zowel hijzelf als zijn vader en grootvader bezitten dus grond. Zijn overgrootvader Thijs Claesz Kranenburg is echter schipper. Dus het komt net uit. E.e.a. betekent echter wel dat Jan Harkes vader en grootvader de drie klavers niet hebben kunnen voeren. Zij kunnen immers niet bogen op drie generaties en twee graden boeren met grond. Per saldo betekent dit dat Jan Harkes de drie klavers als eerste in zijn wapen heeft gevoerd. Hij is dus de creator van zijn eigen wapen met de drie klavers en de winkelhaak. Waarschijnlijk heeft hij het wapen ergens rond 1690 geïntroduceerd.

Bron GGW (Groninger Gedenkwaardigheden) bevat o.a. een beschrijving van de grafstenen in de NH Kerk aan 't Lough in Spijk. Er zijn 28 grafstenen. Daarvan hebben 7 een veld met drie klavers 1-2 geplaatst. Dus 1/4 van de grafstenen. Een vrij groot aantal dus. Daaronder zijn 4 typische Friese wapens: doorsneden met in vlak I een halve Friese adelaar en 3x in veld IIa (rechtsboven) de drie klaverse en 1x in veld IIb (rechtsonder). Er is 1 wapen dat gevierendeeld is met in veld Ia (linksonder) de drie klavers. Twee wapens hebben alleen drie klavers en wel 1-2 geplaats. Jan Harkes en Tjark Willems (Bakker). Jan Harkes heeft er nog de winkelhaak in. Tjark Willems niet. Dat is opmerkelijk. Tjark moet namelijk een achterkleinzoon zijn van Jan Harkes. Hij heeft de naam Bakker gekregen omdat hij bakker is in Spijk. Evenals zijn vader Willem Jans. Deze Willem heeft echter oorspronkelijk niet de naam Bakker. De naam is later door usance aangenomen. De tekst op de grafsteen van Tjark luidt:

ANNO 1766, DEN 10 SEPTEMBER, IS DE E. EERZAME TJARK WILLEMS
BAKKER GEBOREN TOT SPYK EN IS DEN 7 APRIL IN HET JAAR 1793 IN DEN
ECHT GETREDEN MET ZIJN BEMINDE TRINTJEN HINDRIKS, MEDE TE SAMEN
IN DEN ECHT VERWEKT AGT KINDEREN, NALATENDE ZYN ECHTGENOTE EN
EEN KIND MARJE TJARKS, IN LEEVEN COLEKTOR, LANDBOUWER EN BAKKER
IN HET CASPEL SPYK, OVERLEEDEN DEN 3 FEBRUARI 1812. DUS OUD
GEWEEST ZYNDE 45 JAREN, 21 WEKEN EN 4 DAGEN, VERWAGTENDE EEN
ZALIGE OPSTANDINGE DER DOODEN DOOR ONZEN DIERBAAR HEER JEZUS
CHRISTUS.

Bron BBR/p404 schrijft:

In 1808 werd de boerderij [De kaap, Tweehuizerweg 16 in Spijk] door Claas Berents verkocht aan Jacob Willems (Bakker) gehuwd met Jantje Klaassens. Zijn vader en moeder, Willem Jans Bakker en Martje Tjarks, waren broodbakkers te Spijk.

Het wapen van Jan Harkes is uiteindelijk overgenomen door zoon Harke Jans Kranenburg in Scharmer en diens nazaten. Waarom de nazaten van Willem Jans de naam Kranenburg niet voeren, is niet bekend. Het lijkt er nog het meest op dat ze puur door usance de naam Bakker hebben aangenomen. Een andere reden is vooralsnog niet bekend. Mogelijk heeft dat te maken met de winkelhaak, die in feite moet staan voor de letter C voor Cranenburgh, zoals de naam oorspronkelijk is. De winkelhaak is namelijk identiek aan de Klassiek Griekse letter Gamma voor de C. Voor de familienaam Bakker heeft dit teken dus geen betekenis. Het gebruik van initialen in familiewapens is in die tijd immers heel gebruikelijk. (> citaat bron FEW eerder in deze tekst > merk) Dat zien we o.a. in de NH Kerk van Spijk bij de grafstenen van Pieter Klazen (gst 1692; PK), Geertruid Jans (gst 1709; GI), Aafke Pieters (gst 1710; AP) en Nellys Derks Bos (gst 1806; KDB).
Een vergelijkbare situatie zien we bij de Harkema's, die in mannelijke lijn afstammen van Harke Jans Kranenburg in Scharmer. Zij nemen niet alleen een andere naam, maar ook een ander familiewapen.
** Kranenburg Scharmer, Jan Harkes Kranenburg (gb 1660), Winkelhaak, Eigenerfden, Thijs Claesz Kranenburg (gb 1565), Huismerken
# FWN, Jan Harkes Kranenburg (grafsteen), FEW, BBR

 

FW Kranenburg Wassenaar
Op een zwart veld drie zilveren wassenaars 2-1 geplaatst.
Dit is dus gelijk aan het wapen van Cranenburg Wassenaar en het wapen van het oorspronkelijke geslacht Van Cranenburg uit Bleiswijk.
De orginele tekening van nevenstaand wapen bevindt zich in het Gemeentearchief Rotterdam (Verzameling Handschriften).
** Cranenburg, Roberta Kranenburg, Kranenburg Wassenaar, York Insignia Ltd, Deventer
# HCM, GA Rotterdam
 

FW Kranenburg IJsselmonde
** Kranenburg IJsselmonde

FW Kranenburg/h Gorinchem*
** FW Kranenburg Wassenaar, Roberta Kranenburg
# HCM, Wapenboek Jan van Kuyl (Bibliotheek Gorinchem), GA Rotterdam (Handschriften, Bundel 359)

FW Tapkranen
A. Instituut Kranenburg in Dordrecht voert sinds circa 1950 een wapen met een burcht en daarboven drie tapkranen, voorstellend de drie generaties Kranenburg die het Instituut sinds 1919 hebben geleid. Het wapen is ontworpen door Gijsbertus XVI Kraneneburg.
B. Volgens bron GGK (p 1) voeren sommige Kranenburgs in de regio IJsselmonde sinds circa 1970 eenzelfde wapen:
In goud een rode burcht met deuren waarin zwarte tralies, geplaatst op groene grond. In een groen schildhoofd drie gouden antieke kranen. Helmteken: een gouden vlucht waartussen de burcht van het schild. Dekkleden: goud en rood.
Van dit wapen is volgens bron GGK geen zegel of oude afbeelding gevonden. Het kan daarom haast niet anders dan dat wapen B is overgenomen van wapen A.
** Instituut Kranenburg Dordrecht
# IKD, GGK (p 1)

FW Tedingh van Cranenburgh
Op goud zeven kepers in rood. De twee bovenste verdwijnend in de bovenrand. In vrijkwartier (broek): op blauw een staande kraanvogel in zilver. Geen steen in de poot!
** Tedingh van Cranenburgh

FW Twee Kraanvogels
Er schijnt bij de Kranenburgs~ een familiewapen te bestaan waarop twee kraanvogels voorkomen. Zie daarvoor Dieuwertje van Cranenburch (gb 1437), Instituut Kranenburg Dordrecht en Claes Claesz van Cranenburch (gb 1504; Leiden). Er is vooralsnog te weinig historische informatie beschikbaar om daar iets zinnigs over te vertellen.
** Dieuwertje van Cranenburch (gb 1437), Instituut Kranenburg Dordrecht, Claes Claesz van Cranenburch (gb 1504; Leiden), CVM

FW Van Cranenborch Arkel
Op een rechthoekig veld van zilver twee gekanteelde dwarsbalken in rood; het geheel omzoomd met een blauwe rand.
Het veld in zilver met de twee gekanteelde dwarsbalken in rood, is gelijk aan het wapen van het geslacht Van Arkel. Volgens een Franse genealogie uit 1714 stamt het geslacht Van Cranenburch af van Halewijn III van Leiden. Deze Halewijn III is gehuwd met Jeanne van Arkel. Het wapen Van Cranenborch Arkel kan dus hiermee te maken hebben. Aangezien in die tijd het geslacht Cranenborch~ in feite nog niet bestaat, moet de verklaring elders liggen. Mogelijk heeft het te maken met een bastaardzoon van Jan van Arkel (gb 1310; bisschop te Utrecht) en een nog ongehuwde dochter van Everardus van Cranenburgh. Zie Van Cranenborch Arkel.
** Halewijn IV van Leiden, Van Cranenborch Arkel, Renswoude
# Rietstap, FGL

FW Van Cranenburch Armorial
In goud een blauwe kraanvogel.
Helmteken: een uitkomende blauwe kraanvogel tussen een blauwe vlucht.
** FW Van Cranenburch Holland
# HCM, Armorial Général

FW Van Cranenburch Bleiswijk
** FW Van Cranenburch Bleyswyck

FW Van Cranenburch Bleyswyck
Op goud een blauwe kraanvogel, rood gepoot en gesnaveld, houdend een steen in de rechter poot.
Dit is vrij zeker het oudste wapen van de Kranenburgs~ uit Bleiswijk.
Mogelijk ingevoerd rond 1280.
Diverse latere varianten hebben geen steen in de poot.
De wapenkleuren goud, blauw en rood hebben een lange traditie. Ze komen voor in het oorspronkelijke wapen van de Van Wassenaars waaruit de Van Cranenburchs voortkomen: op blauw vier dwarsbalken van goud met daarover een rood Andrieskruis. Dit wapen is afkomstig van het geslacht Van Beveren uit Diksmuide (Vlaanderen), waaruit de Van Wassenaars op hun beurt voortkomen via het geslacht Van Leiden. Van Beveren heeft de kleuren goud en blauw mogelijk zelf weer ontleent aan de kleuren van de Anglische koningen van Mercia, van wie ze waarschijnlijk afstammen. De kleur rood is afkomstig van het rode Andrieskruis van de Gewisse, met wie de Anglische koningen zijn geparenteerd en die Wessex hebben veroverd.
Afbeelding wapen > Van Cranenburch Bleyswyck.
** Familiewapens Kranenburg~, Van Cranenburch Bleyswyck, Van Wassenaar, Van Beveren, Mercia, Gewisse, Kranewacht
# Rietstap

FW Van Cranenburch Castricum
Op goud zeven kepers in rood. De twee bovenste verdwijnend in de bovenrand. In vrijkwartier (broek): op blauw een staande kraanvogel in zilver. Geen steen in de poot!
** Van Cranenburch Castricum

FW Van Cranenburch Dever
** Van Cranenburch Dever

FW Van Cranenburch Endegeest
Op zilver een kraanvogel van natuurlijke kleur.
** Gerrit Dircksz van Cranenburch
# HCM, Wapenboek G. van Rijckhuijsen (deel 4 fol 14..[70?]; GA Leiden)

FW Van Cranenburch Harderwijk
In goud een reiger van azuur. Dekkleden en wrong: azuur en goud. Helm: een opvliegende reiger van azuur.
Dit wapen is identiek aan FW Van Cranenburch Holland. We mogen derhalve aannemen dat het geslacht Van Cranenburch uit Harderwijk afkomstig is uit Holland. Zeer waarschijnlijk dus oorspronkelijk uit Cranenburg Bleiswijk.
** Gerardus van Cranenburch, Henrick van Cranenburch (gb 1560*), SCW
# HCM, Wapenboek Geldersch-Overijsselsch Studentenbond te Leiden (deel 1 fol 54)

FW Van Cranenburch Holland
In goud een blauwe kraanvogel. Helm: een kraanvogel ten halve lijve uitkomend van het schild tussen een blauwe vlucht (= 2 vleugels; zijwaards gekeerd).
Het wapen wordt gevoerd door diverse geslachten Kranenburg~.
Naar zeggen zou dit wapen ook worden gevoerd door diverse geslachten in Zuid-Afrika, afkomstig uit Nederland. Volgens de heer H.C. Viljoen, herladisch deskundige aldaar, is dit echter niet het geval. Hij schrijft letterlijk: Jammer, maar ek is onbewus van sodanige familiewapens.
** FW Van Cranenburch Armorial, Van Cranenburch Bleyswyck, FWH
# VC300, NGV (Heraldiek), Rietstap

FW Van Cranenburch Kuinre
** Van Cranenburch Kuinre

FW Van Cranenburch Leiden
** Van Cranenburch Leiden

FW Van Cranenburch Warmond
** Van Cranenburch Dever

FW Van Cranenburch Zwaan
** Zwanen

FW Van Cranenburg Duinen:
Op rood drie kraanvogels in zilver, links gekeerd, 2-1 geplaatst, houdend een steen in de rechter opgheven poot. Foto rechts: een afbeelding op een grafzerk.
Het wapen is vrij zeker afkomstig van Hughe Enghebrechtsz van Cranenburg (gb 1288) in Eikenduinen. Het lijkt een compromis tussen het wapen Van Cranenburch Bleyswyck uit 1280 (op goud een kraanvogel in blauw, links gekeerd, houdend een steen in de rechter
 
opgeheven poot, etc) en het wapen Kranenburg Wassenaar uit 1294 (op zwart drie wassenaars in zilver, 2-1 geplaatst). De kleuren rood en wit en de plaatsing 2-1 zijn identiek aan het wapen van het geslacht Van Wassenaar (op rood drie wassenaars in zilver, 2-1 geplaatst; ingevoerd 1294), waaruit het geslacht Van Cranenburg uit Bleiswijk en Eikenduinen is voortgekomen. De ontwerper van het wapen lijkt hiermee de afkomst van het geslacht Van Cranenburg te willen symboliseren.
** Van Cranenburch Bleyswyck, Kranenburg Wassenaar, Bron 1380, Cranbury Family Hursley, Vermaesen

FW Van Cranenburgh Amsterdam
Op een veld van zilver een rechter schuinbalk in zwart, beladen met drie zespuntige sterren van goud.
** Van Cranenburgh Amsterdam, Essenburg Hierden

FW Van Cranenburgh Tiel
Drie vogels als steltlopers rustend op beide poten dus geen kraanvogels. Helmteken: kop en hals van dito vogel. Randschrift: de naam.
Zegel o.a. aan Charter in Rechterlijk Archief Tiel (ivn 581-584 in doos met charters Zandwijk).
** Herman van Cranenburgh (gb 1670*)

FW Van Cranenburgh Utrecht/Brabant
Op zilver een linker schuinbalk in zwart, beladen met drie zespuntige sterren in goud.
** Van Cranenburgh Utrecht/Brabant, Hendrik van Cranenburgh (Cuyk)
# HCM

FW Van Kranenburg Arnhem
** Van Kranenburg Arnhem

 

FW Van Kranenburg Zwolle
Op blauw een zilveren burcht (motte*) waarop vijf vogeltjes zitten.
Dit wapen komt voor in de Collectie Scheltus van Kampferbeke de Blo. Gezien de naam Kampferbeke heeft dit wapen vrij zeker te maken met kasteel Kranenburg bij Zwolle, dat in de 15e eeuw bezit is van het geslacht Campherbeek aldaar.
Kasteel Kranenburg bij Zwolle bestaat reeds ver vóór 1471, als het door het geslacht Campherbeek wordt verkocht. De primitiveit van de tekening hiernaast geeft aan dat de tekening c.q. het wapen heel oud is. Kennelijk is Kranenburg nog in het stadium
van een mottekasteel. (> Motte) Het is meer een versterkte toren. Dit bevetigt de ouderdom (11e-13e eeuw). Enerzijds is dus Kranenburg heel oud, terwijl anderzijds ook het wapen heel oud is. E.e.a. betekent dat er een geslacht Van Kranenburg moet bestaan, afkomstig van kasteel Kranenburg bij Zwolle. Vooralsnog zijn helaas nog geen Kranenburgs~ gevonden, van wie vaststaat dat zij van Kranenburg Zwolle afstammen. Er zijn redenen om te veronderstellen dat ze nazaten zijn van de Heren van Kuinre, die waarschijnlijk afkomstig zijn uit Cranenburg Bleiwsijk. (> Van Cranenburch Kuinre)
** Kranenburg Zwolle, Kranenburg Girl (kaart), Jan Meusz van Cranenburg (gb 1400), FW Cranenburg Bassecourt, Motte, Van Kranenburg Zwolle
# HCM, GA Rotterdam (Coll. Scheltus van Kampferbeke de Blo)