Kranenburgia

English

home - lexicon - links - forum - anglahall - contact

Anglicana
 

Anglicana

Alles over Oud Anglica tot circa 500 nC. Bevolking, taal, cultuur, roots, etc.

Everything about Old Anglica till about 500 AD. People, language, culture, roots, etc.

 
In die tijd wonen de verre voorouders van de Kranenburgs~ uit Bleiswijk in Holland in die regio van Noord-West Europa. Zij komen van daar via Engeland en Vlaanderen.
In that time the faraway ancestors of the Kranenburgs~ from Bleiswijk in Holland live in that region of North Western Europe. They came from there via England and Flanders.



A::

Aalsum:
Dorp in Noord Groningen circa 1.5 Km noord van Niehove (Suxwort). Hier is een archeologische vondst gedaan bestaande uit een urn met crematieresten en meeverbrande bijgaven, waaronder een benen dobbelsteen en 10 speelschijfjes, alles uit circa 750nC. Aalsum ligt in die tijd in Humsterland, een gebied waar in 400vC-780nC voornamelijk Angelen wonen. Rond 780nC settelen daar ook Saxen uit NW Duitsland. De gevonden artefacten zijn daarom vrijwel zeker uit de Anglische cultuur.
** Ael, Humsterland, Suxwort, Urnencultuur, Saxen, Liemers
# liemersverleden.nl 13.11.09, DAB, KBG

Aalten:
Stad in de Achterhoek. Vrij zeker oorspronkelijk een Anglische nederzetting.
** Ael, Pasop (Aalten)

Aardewerk:
** Urnencultuur, Pint

Adelaar:
Roofvogel, ondersoort van de Falconidae (Valken). Vaak ook arend genoemd. Oeroud symbool van macht, gerechtigheid en wedergeboorte. Komt in vele culturen voor. O.a. in het oude Egypte, de Soemeriërs en de Indianen in Amerika. De adelaar wordt vaak geassocieerd met de zon en geldt verder als symbool voor de oppergod. O.a. Jupiter, Zeus en Ahoera Mazda. Later ook symbool van staatsmacht. Volksymbool van de Goten. Bij de Angelen is de witte adelaar het symbool van de tribale eenheid en trots. (> Arnlev van Angeln) In Engeland komt de adelaar weinig voor als heraldisch symbool. Alleen bij enkele oude geslachten. O.a. Lichtfield en Berkeley. Vaak een adelaar in goud, links gekeerd, op een groen veld met een touwknoop onder de poten. Dit zijn geslachten die vrijwel zeker afstammen van de oudste Anglische koningen.
** Valk, Aeglesthrep, Heraldiek, Koninkrijk (Wapen)
# WP, DAB, KBG

ADR:
Betreft Anglo-Deense Relaties
- 665 vC Deense koning Ingwi reist naar Angeln vanuit Denemarken. Z'n broer pleegt ondertussen een staatsgreep. Ingwi settelt zich blijvend in Angeln. (> Beginjaar, Ingwi)
- 350 vC Anglisko: Oud Teutoons (400-300vC) voor Engels. (COD) Maw: In die tijd bestaan er al zoveel Angelen dat hun naam wordt genoemd.
- 125 nC Ptolemaeus schrijft dat de Angili (Angelen) wonen tot aan de Rijn.
- 125 nC Angelen en Saxen sluiten verbond in gebied Eems/Elbe.
- Laatste Anglische koningen:
  260-320 Weothulgeot
  290-250 Weaga
  321-381 Wihtlaeg
  356-416 Wermund
  380-456 Offa
  400-477 Angeltheow
  420-489 Eomar
-450-550 Massamigratie Angelen naar Brittannia.
- 551 nC Oudste vermelding van de Denen in het boek 'De oorsprong en daden van de Goten' van de historicus Jordanes, die hen daarin Dani noemt.
- 700 Denen teroriseren Angeln.
- 737 Deense koning Godfried bouwt de Danewirke langs de Eider bij Haithabu.
- 740 Volgens overlevering spreken de mensen van Duinkerken tot Denemarken nagenoeg dezelfde taal. (> Maerland) In Denemarken wordt dan kennelijk een merkbaar andere taal gesproken. Aangezien Denen al sinds 551 nC worden genoemd, zal deze overlevering zeker al sinds de bouw van de Danewirke gelden.
- 800-918 Denen terroriseren Engeland.
- 918 Denen onderworpen door Mercia en Wessex.
- 1000 East-Denum genoemd in gedicht Ingwi op runensteen. (> Ingwi)
- 1150 Koning Waldemar de Grote (1122*-1182) van Denemarken voert wapen: op goud drie kruipende leeuwen in blauw, 1-1-1 geplaatst.
- 1157 Richard I Leeuwenhart van Engeland (1139*-1199) creëert wapen van Engeland: op rood drie kruipende leeuwen in goud, aankijkend, 1-1-1 gplaatst.
- William Shakespeare (1564-1616) auteur boek Hamlet waarin hij o.a. schrijft: There is something rotten in Denmark.

Op grond van deze gegevens zijn de volgende bevindingen te formuleren:
Het is vreemd dat de Angelen al circa 350 vC bekend zijn (Anglisko) en de Denen (Dani) zover bekend pas in 551 nC voor het eerst worden genoemd in de geschriften. Op grond hiervan kan men veronderstellen dat:
-- Als de Angelen voortkomen uit de Denen, dan zijn de Denen kennelijk in 350vC-551nC een klein en onbeduidend volk. Of:
-- De Angelen zijn niet voortgekomen uit de Denen, maar mogelijk direct uit de Zweden. Het feit dat geel en blauw typische kleuren zijn van zowel de Angelen als van de Zweden, zou deze these kunnen ondersteunen. (> Heraldiek) Mogelijk is Ingwi dan een telg uit het Zweeds koningsgeslacht der Inglings en was hij onderkoning van Zweden met een residentie in Leire op het eiland Seeland in Denemarken. (> Inglings)
-- Mogelijk zijn de Denen later voortgekomen uit de Zweden en zijn Angelen en Denen dus broedervolken. Of:
-- Mogelijk zijn de Denen voortgekomen uit de Angelen, wat ergens rond 300 nC kan zijn gebeurd.

 

Aeglesthrep
** Oud Anglisch (citaat uit ASC), Lx (Aeglesthrep)

Aeiland:
¶ Rond 350 vC kennen de Teutonen de term Anglisko, waarmee ze Anglisch bedoelen. De Teutonen wonen in Noord Duitsland. Aangezien Anglisch betrekking heeft op Angelen, moeten de Angelen zijn in die tijd in die tijd dus al een volk zij, dat kennelijk noemenswaardig groot en/of belangrijk is.
¶ Volgens de Inglinga Saga stammen de Angelen af van Ing (Ingwi), de eerste koning van Zweden uit het Huis der Inglings.
¶ In Midden Zweden is een groot grafveld, genaamd Inglinge Hög, daterend van circa 1500 vC. Daar komen de Inglings kennelijk vandaan.
¶ Volgens andere bronnen is Ingwi een Zweedse koning uit het Huis der Inglings. Ingwi woont in Leire op het eiland Seeland in Denemarken. Circa 665 vC maakt hij een reis met zijn gevolg naar Zuid Denemarken. Als hij weg is uit Leire, pleegt zijn broer een staatsgreep. Ingwi besluit in Zuid Denemarken te blijven, waar hij zich vestigt met zijn gevolg in Haithabu, later Sleswig genaamd.
¶ De saga's die over de Angelen gaan, stammen echter uit de 10e-12e eeuw nC.
¶ De Anglo-Saxon Chronicle (10e-12e eeuw) spreekt over Angles (Angelen), Englum betwix Iotum en Saxum waarmee Angeln moet zijn bedoeld en over Englefield, het veld (gebied) waar Angelen wonen.
¶ In het IJslands is Engels = Enska. Deze taal wordt beschouwd als de meest geconserveerde vorm van het Oer Noors. In het Deens is Engels = Engelsk. Beide talen zijn nauw verwant aan het Anglisch.
¶ Het Engels kent Angles (us: Eendjels), English (us: Inglisch), England (us: Ingland), Englefield (us: Engelvield) en Ingleby (us: Ingelbi). Al deze namen worden al in de oudste Engelse bronnen genoemd. In feite gaat het steeds om Ing-namen behalve bij Angles.
¶ Aangezien het Engels door de eeuwen heen een zeer adaptieve taal is, is het Oer Anglisch dat vrijwel zeker ook geweest. Zo kan het zijn dat de oorspronkelijke Inglings in NW Duitsland de term Angels hebben overgenomen van de Teutonen en hun gebied navenant hebben genoemd volgens de reeks: Ingelund (Zweeds) > Engelund (Anglisch) > Englum (950nC)> Anglum > Angeln.
¶ In feite lijken diverse reeksen van verandering te zijn geweest:
1. Inglings (1500vC) > Anglings (350vC) > Angili (100nC) > Angelen (xx) > Angles (950nC).
2. Inglund (600vC) > Anglund (350vC) > Angeln (xx)
3. Inglund (600vC) > Englund (xx) > Englum (950nC)
4. Inglisk (1500vC) > Anglisko (350vC) > Anglisk (xx) > Anglisch (xx)
5. Inglisk (1500vC) > Englisk (xx) > Aenglisc (500nC)
** Ingland

Ael:
= Anglisch voor: altaar, tempel. Altaars of tempels stonden meestal op heuvels. Heuveltoppen waren namelijk bij de Angelen en andere Germanen zeer geliefd voor het vereeren van een god, stamvergaderingen en rechtszittingen. Zulke locaties zijn o.a. de Bolderberg in Holten, de Dingselerberg in Markelo, de Herenhul in Engeland bij Beekbergen, Suxwort in Humsterland (Noord Groningen), etc.
** Aalsum, Aalten, Suxwort, Wirdum, Bolder Holten (Aalpolsweg), Dingplaatsen, etc

Aenglisc:
Oud Engels (= Anglisch) voor Engels.
COD: Old English (ending about 1150): englisc, aenglisc from Old Teutonic anglisko
** English

Aengum:
Oude naam voor Anjum in NO Friesland, nabij Humsterland. De naam komt als zodanig voor op een kaart van Groningen uit 1589. Gezien de nabijheid van het Anglische gebied Humsterland in NW Groningen en de locaties Engwerum en Engewerdt, zal Aengum vrij zeker oorspronkelijk Aenghum heten, afgeleid van Aengel + hum. Ofwel: de locatie (hum, heem) waar Angelen wonen. Identiek aan Engelum (Frl) en Englum (Gro).
** NWGro1589

Aengwirden:
Alias Engwirden. Dorp (griet) in Zevenwouden, Friesland.
# AWA"

Aesir:
Germaanse mythologie: God van krijgers en oorlog. De naam Aesir is te herleiden tot os (god) en het Oud Indisch asu, wat levensadem betekent.
** Walkuren
# RRA

Afferden/Druten:
Dorp bij Druten in Land van Maas en Waal. Mogelijk gesticht door Angelen, afkomstig uit nabijgelegen Engeler op de Veluwe.
** Engeler, Afferden/Maas

Afferden/Maas:
Dorp aan de Maas, oost van Boxtel. Oorspronkelijk Gelders bezit, maar sinds 1823 deel van Bergen in Limburg. In 1957 schrijft A. Goossens te Afferden:

Tegen het einde van de 3e eeuw [nC] werden de Saksen, door de gebeurtenissen die bijdroegen tot vorming van de Deense staat, gedwongen hun eerste woonplaatsen op het Kimbrische land te verlaten en over de Elbe naar het zuiden te trekken. De stammen die in het binnenland gewoond hebben en niets met scheepvaart te maken hadden, sloegen deze weg in. De Saksen hebben toen Overijssel bevolkt en de Angelen over de IJssel teruggedrongen naar de Maas.
...
Bekend is, dat een zekere vorst Offa in die tijd de leiding had over de Angelsaksen [Angelen]. In Engeland komt de plaatsnaam Offerton voor, ontstaan uit de naam van genoemde vorst - en synoniem met Afferden.
 
Het tegenover Afferden liggende gebied van het voormalige graafschap Cuyk moet ook een Angelsaksische [Anglische] bezetting geweest zijn. Buiten andere verklaringen kan men op het hierboven vermelde hasserum (?) gebaseerd aannemen, dat Afferden op dezelfde manier is ontstaan uit de Angelsaksisiche [Anglische] naam Offa.

De auteur stelt dus impliciet dat de Angelen vóór de 3e eeuw nC al in Overijssel wonen. Ze worden echter verdreven door de Saxen richting Maas. Verder noemt hij de de Angel-Saxen als de bezetters van de regio Afferden en het gebied bij Cuyk. Gezien de context moeten dat feitelijk de Angelen zijn. Zij worden immers verdreven door de Saxen en vluchten zuidwaarts naar o.a. Cuyck en Afferden. Verder is het mogelijk dat Offerton is gesticht door latere migratie van Angelen uit Afferden naar die regio in Engeland. Meenemen van plaatsnamen is immers een belangrijk gebuik bij migraties.

Offerton is een suburb van Greater Manchester (Cheshire, Mercia) en omvat de gebieden Bosden Farm, Foggbrook en Offerton Estate. Bron offerton84.freeserve.co.uk 9.10.09 schrijft over Offerton:

Probably the earliest recording of the affairs of Offerton in is the Doomsday Book [1069] under the name Alfretune. The village merged along one of the north - south routes crossing the Mersey by the ford at what is now Tivot Dale. ... The village stretched out along the road and centerde on Offerton Hall, and remained so for many years. The census of 1754 shows:-
   29 families with 129 souls C of E.
   8 families with 32 souls Dissenters
   2 families with 10 souls Quakers

In 1069 heet Offerton dus Alfretune = de tuin (omheind gebied) van Alfred. Alfred is op het Continent al zeker rond de jaartelling een veel voorkomende naam. Afferden zal dus vrijwel zeker eveneens oorspronkelijk Alfredtune heten, welke naam in de daarop volgende eeuwen is verbasterd tot Afferden, analoog aan Offerton, een stad gelegen aan de ZW grens van Manchester, in het oude Mercia, sinds circa 450 nC bevolkt door Angelen, mogelijk afkomstig uit NO Yorkshire of van het Continent.
** Migratiewaarden, Twins, Doomsday Book, Tuin
# landgoedbleijenbeek.nl 8.10.09, KBG

Afstamming:
¶ Bron RRA schrijft:

Without getting into details of Germanic cosmogony it may be mentioned in passing that Mannus ("man"), according to Tacitus' account of Germanic thinking (Germania 2), was taken to be the universal devine ancestor giving rise to the three sons that engendered the three principal Germanic groups of tribes: the Inguaeones, descending from Ing (*Ingw[az]), from the North Sea region; the (H)erminones, "whose territory extended from the lower Elbe southward into Bohemia"; and the Istaevones, of the Weser-Rhine area.

Publius Cornelius Tacitus (55*-118*) was een Romeins historicus, die zich intensief heeft verdiept in de situatie en historie van West Europa uit zijn tijd. Zijn geschriften zijn door de eeuwen heen een belangrijke bron van informatie geweest.
¶ Volgens Tacitus is dus Ing = Ingw/az een zoon van Mannus en de stamvader van de Ingweonen die wonen aan de Noordzee. In principe dus Noorwegen, Denemarken, NW Duitsland, Nederland en Vlaanderen. Het is echter de vraag of Tacitus werkelijk dit hele gebied bedoelt, of dat hij eigenlijk bedoelt: een gebied aan de Noordzee. Een kleiner gebied dus, maar wel prominent en liggend aan de Noordzee. De formulering geeft hierover geen uitsluitsel. Laten we het Ingland noemen, ofwel het land van Ing.
¶ Cladius Ptolemaeus (87-150), Grieks astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus, schrijft rond 122 nC dat de Angelen wonen in het gebied tussen Denemarken en de Rijn. Dit gebied is behoorlijk van omvang. Circa 500x350 Km2 (N-Z;O-W). Ofwel 175.000 Km2. Een gebied omvattend Nederland + NW Duitsland samen tot aan de Rijn. Dit gebied valt goed samen met het eerder genoemde Ingland. Aangezien Engeland (= het land der Angelen) in het Engels wordt uitgesproken als Ingland, lijkt welhaast zeker dat het eerder genoemde Ingland = het land van Ing = Land der Angelen = Angelland.
¶ Uit de definitie [van English] van bron COD blijkt dat kennelijk al ver vóór de migratie van Angelen naar Brittannia sinds circa 350 nC in Old Teutonic [400-300vC] de Teutonen op het Continent (Denemarken en NW Duitsland) spreken van Anglisko c.q. het Anglisch. Aangezien de Teutonen voor het eerst worden genoemd in de 4e eeuw vC en na 100 vC schijnbaar verdwenen zijn, moet de Angelen kennelijk zeker al in de periode 4e-3e eeuw vC als volk bestaan, vrij zeker zelfs eerder. Verder betekent e.e.a. dat de Angelen in de 4e-3e eeuw vC kennelijk al een redelijk groot volk zijn met een eigen taal. Waren ze immers een klein en onbeduidend volk, dan is de kans dat zij of hun taal in die tijd genoemd worden zeer klein of zelfs helemaal nihil.
¶ Volgens een Noorse saga is Ingwi een zoon van koning Halfdan de Oude. Deze Halfdan leeft begin 6e eeuw nC. Een ander Noorse saga zegt dat Ingui (Ingwi) de eerste koning van Zweden is. (Historia Norwegiae) Ook andere saga's noemen Ingwi (Ing) koning van Zweden. Zijn nazaten heten Inglings. Zij vestigen zich in Angeln, een gebied in NO Duitsland. Wanneer is niet bekend. Het moet echter ruim vóór de jaartelling zijn. Ze worden immers al genoemd door Tacitus (55-120 nC) in diens boek De Germania (hoofdstuk 40). Ingwi zelf moet dus al ver vóór de jaartelling zijn geboren. Als zodanig kan hij dus geen zoon zijn van koning Halfdan de Oude, die immers begin 6e eeuw nC leeft.
¶ Saga's zijn Oudnoordse overleveringen uit Scandinavië. Afgeleid van sagar = zeggen. Noordse settlers in IJsland leggen ze vast in de 12e-14e eeuw. Enkele saga's zijn vastgelegd in Noorwegen. De meeste auteurs zijn onbekend. De desbetreffende saga's moeten derhalve van veel oudere datum zijn. Snorri Sturluson (1179-1241), een IJslandse geeleerde, compilator en dichter, heeft vele Noordse saga's vastgelegd en erover geschreven. Zijn saga's worden geacht zeer betrouwbaar te zijn.
¶ Overleveringen zijn mondeling overgebrachte verhalen over historische gebeurtenissen en feiten. Het Oude Testament bijvoorbeeld is geschreven rond 450 vC op grond van oeroude overleveringen uit het hele Midden-Oosten. Zo ook de Ilias en Odyssee van Homerus (800*-750* vC), een episch dichter uit Griekenland. Zowel het Oude Testament als de Ilias en Odyssee bevatten volgens historici belangrijke kernen van waarheid.
¶ Een Oud Engels runengedicht vertelt over Ing:

Ing waes aerest mid Eastdenum
gesewen secgum, od he siddan east
ofer waeg gewat. Waen aefter ran.
Thus Heardingas thone haele nemdon.
ofwel
Ing was eerste onder de Oost-Denen
zo gezien en gezegd, tot hij oostwaarts ging
over zee. Zijn wagen reed achter hem.
Aldus noemden Hardinga's die held.

Volgens deze oude tekst uit circa 900nC woont Ing in Oost Denemarken en vertrekt hij naar het oosten. Echter, tot circa 1800nC geldt: oost = oost of zuid. (> Windrichtingen) Dat klopt beter met de feiten. Immers, daar Oost-Denemarken voornamelijk bestaat uit het eiland Sjaeland (Seeland) moet Ing (Ingwi) daar hebben gewoond. Mogelijk in Leire, de zetel van de Deense koningen. Daar woont immers ruim 1/3 van alle Denen. Als Ingwi inderdaad de oervader van de Angelen is, dan moet hij dus naar het zuidwesten zijn gevaren. Daar immers ligt Angeln, het land der Angelen. (> Angeln) Hardinga's blijken verder een Anglisch volk te zijn dat circa 400vC-500nC in Hardinga leeft, een vrij groot gebied gelegen tussen Groningen en Twente. (> Hardinga)
¶ Aangezien de Denen pas in 551 nC voor 't eerst worden genoemd, zullen ze zeker rond die tijd pas een noemenswaardig volk zijn, maar nog niet erg lang als zodanig bestaan. Denum (Denemarken) en Oost Denum zijn dan geografische namen die pas rond die tijd op z'n vroegst kunnen zijn ontstaan. De oudste vermelding van Denemarken dateert inderdaad pas van 734 nC. (> Denemarken)
¶ Gezien de vermelding van de term Anglisko door de Teutonen rond 350 vC, zullen de Angelen zoals eerder gezegd rond die tijd zeker al een noemenswaardig groot volk zijn. Aangezien Ingwi (Ing) op grond van de saga's en van het gedicht lijkt te worden gezien als de stamvader van de Angelen en het gedicht circa 1000 nC moet zijn geschreven, moet Oost Denum gezien worden als een gegrafische projectie in een tijd dat Denum (Denemarken) inderdaad onder die naam kennelijk reeds bestaat. De oude naam van dat gebied zal dan circa 1000 nC in Engeland kennelijk inmiddels zijn vergeten of omwille van de duidelijkheid niet zijn gebruikt. In die tijd zullen de Engelsen mogelijk beter weten waar Oost Denum ligt, dan als dezelfde regio met een oudere naam was genoemd.
¶ De vlag en het wapen van Engeland vertonen grote analogie met die van Denemarken. Het lijkt erop dat de Engelsen daarmee hun verwantschap met de Denen tot uitdrukking willen brengen. (> Engeland)
¶ Diverse Britse historici hebben geconstateerd dat Angeln een relatief klein gebied is en was, en dat het aantal Angelen navenant relatief klein moet zijn geweest in 450-550 nC ten tijde van de massamigratie naar Brittannia. Ze vroegen zich daarom af hoe het mogelijk was dat deze Angelen zo sterk vertegenwoordigd waren in Brittannia en circa 65% van Engeland dominant bevolkten. Nu blijkt echter dat hun presumpties niet helemaal correct zijn. Op grond van diverse feiten en redelijke thesen is geschat dat het jaar waarin de Angelen als volk ontstaan op circa 665 vC moet worden gesteld. Alleen dan kan het Anglisch volk zo groot groeien dat het sinds circa 350 vC in toenmende mate sterk vertegenwoordigd raakt op het Continent (i.c. Mega Angeln en Thuringen) en later in Brittannia.
¶ Door te onderstellen dat de Angelen als volk inderdaad rond 665 vC ontstaan, lijkt het onwaarschijnlijk dat ze voortkomen uit de Denen, die pas in 551 nC voor het eerst worden genoemd. De verwantschap lijkt eerder een broederschap. (> Denemarken)

Aangezien:
- de Angelen vrij zeker niet afstammen van de Denen,
- en de Saga's wijzen op een astamming van de Inglings,
- en Anglisch en Zweeds nauw verwante talen zijn,
- en zowel de Zweden (Inglings) als de Angelen de heraldische wapenkleuren goud en blauw voeren,
>> mag worden geconcludeerd dat de Angelen vrijwel zeker voortkomen uit de Inglings, via de Zweedse koning Ingwi (Ing), die zich rond 665 vC in Angeln vestigt.

¶ Bron RRA beweert dat de Anglische koningen van Angeln zichzelf zagen als nazaten van Wodan. Deze Wodan is de oppergod van de West Germanen, die meestal wordt gelijkgesteld aan Odin, van wie de Angelen volgens oude overleveringen afstammen. Aangezien Angeln zich sinds circa 500vC steeds verder naar het zuiden uitstrekt, kan het zijn dat de Angelen zich steeds meer als een West Germaans volk zijn gaan zien. Vooral ook door de vermenging met de Saxen, voor wie Wodan inderdaad de oppergod was.
** Inglinga Saga, Snorri, Beginjaar, Oda
 

AFV:
Betreft Anglo-Friese Verhoudingen
¶ De Friezen worden voor het eerst genoemd als Frisii of Frisiavores door Tacitus rond 100nC. Sinds de 8e eeuw nC verspreiden ze zich verder noordwaarts langs de kust richting Denemarken. Mogelijk zijn ze afkomstig van het gebied aan de Beneden Weser, dat later Ost Friesland heet. Volgens bron OVK zijn de Friezen een mengcultuur afstammend van de Angelen. Gezien de verwantschap van het Fries met het Anglisch lijkt deze these niet onwaarschijnlijk. Het is vooralsnog alleen niet zeker of ze beide voortkomen uit eenzelfde volk (West Goten) of dat de Friezen een onderstam zijn van de Angelen, die al in de 4e eeuw vC indirect worden genoemd. (> Anglisko) Omgekeerd lijkt minder waarschijnlijk, omdat het bestaan van de Friezen pas in 28nC wordt genoemd in een verdrag met Rome. Ze lijken dan al te wonen aan de bovenloop van de Rijn.
¶ Opmerkelijk is dat de Anglo-Saxon Chronicles (ASC) van crica 950nC wel srpeekt over de homelands van de Angelen, Saxen en Juten op het Continent circa 449nC, maar geen woord rept over Friezen. De Angelen wonen volgens bron ASC in Angle betwix Iotum and aeld-Saxum, ofwel in Angeln tussen Jutland (in Denemarken) en Neder-Saxen in Noord Duitsland. Volgens eerder genoemde bronnen wonen de Friezen in die tijd in het gebied tussen Eems en Weser in Neder-Saxen. Beda is de auteur van de oudste teksten van bron ASC en is goed geïnformeerd. (> Beda) Hij zou toch moeten weten over de Friezen. Waarom zwijgt hij over hen? Vooralsnog is geen acceptabel antwoord gevonden op deze vraag.
¶ Behalve dat bron ASC de Friezen nergens noemt, blijkt verder dat ook andere Engelse bronnen de Friezen niet of nauwelijks noemen. Ook zijn er geen Engelse locatienamen die herinneren aan Friezen. Wel aan Angelen en Saxen.
¶ Opvallend is verder dat na de massamigratie van Angelen naar Britannia in 450-500nC de Angelen op het Continent niet of nauwelijks meer worden genoemd in historische documenten. Een uitzondering is Thuringen, waar in 800nC Karel de Grote de Lex Anglorum et Werinorum hoc est Thuringorum invoerd. Maar uit dat gebied zijn vrijwel zeker nauwelijks Angelen gemigreerd naar Brittannia in 450-500nC.
¶ Saxen en Friezen worden sinds circa 500nC juist steeds vaker wel genoemd op het Continent. Toch blijkt uit diverse feiten dat er in vele oude Anglische homelands op het Continent na 500vC nog steeds Angelen aanwezig moeten zijn. (> CFO)
¶ Het niet of nauwelijks nog genoemd worden van de Angelen op het Continent sinds circa 500nC, is mogelijk veroorzaakt door:
- de massamigratie van Angelen naar Brittannia, waardoor op het Continent de achtergebleven Angelen relatief een minderheid zijn geworden
- de achtergebleven Angelen meer actief waren in landbouw, veeteelt, visserij en jacht en bijgevolg op het platteland wonen
- de Saxen meer actief waren als ambachtslieden en zich daarom meer vestigden in locaties met grotere populaties, zoals steden
- de steden steeds meer macht krijgen ten opzichte van het platteland en bijgevolg de Saxen steeds meer invloed hebben
- de achtergebleven Angelen steeds meer opgingen in de Saxen en Friezen
- de achtergebleven Angelen door hun assimilatie in de Saxen en Friezen steeds meer hun eigen identiteit verliezen en uiteindelijk helemaal opgaan in hun nieuwe wereld.
¶ Afhankelijk van de nieuwkomers in historisch Anglische gebieden, zullen de achtergebleven Angelen assimileren met Saxen of Friezen. Het aantal achtergebleven Angelen en het aantal Nieuwkomers zullen het resultaat van de assimilatie sterk bepalen. Hoe meer Nieuwkomers, hoe minder overblijft van de oorspronkelijke Anglische cultuur. Daarnaast zullen de cultuurverschillen tussen Angelen en Nieuwkomers ook effect hebben op het resultaat. Mogelijk zijn de cultruurverschillen tussen Angelen en Friezen geringer dan tussen Angelen en Saxen. Echter, het overgrote deel van de Nieuwkomers bestaat uit Saxen.
¶ Per saldo zijn de volgende resultaten te onderkennen:
1. Angelen + Friezen: Weinig Nieuwkomers + geringe verschillen. Friezen vestigen zich primair langs de kusten. >> marginale veranderingen // vb Noordzeekust Groningen
2. Angelen + veel Saxen: Veel Nieuwkomers + iets grotere verschillen. Angelen wonen voornamelijk op het platteland en kleine gehuchten. Saxen vestigen zich voornamelijk in grotere locaties w.o. steden. >> grotere verschillen + langdurige aanpassingen // vb GroningenStad/Saxen + Ommelanden/Angelen+Friezen
3. Angelen + weinig Saxen: Weinig Nieuwkomers. >> Weinig verandering. Saxen gaan helemaal op in de regionale Anglische cultuur. // vb Liemers + Veluwe
** Friezen

Aldenhaeve Zelhem:
Betreft buitenplaats te Zelhem in de Achterhoek, anno 2010 omvattend een woonhuis uit 1938, een groot hallenhuis dd 1860, een potstal dd 1925 en 2 Ha land, alles ingericht als High Tea locatie.
¶ J.B. Makkink schrijft in zijn boek "Rondom het Boerenleven in Zelhem" (Uitg. Remmelink-Zelhem 1956; p 21): "Andere oude erven die omstreeks 1400 of iets later voorkwamen, waren o.a. Claepsinck, Tentinck, Garwerdinck, Wanninckhaeghe, Beslokhorst, Oldenhaeve, Nijenhaeve, Lettinck en Wentinck."
¶ Christiaen van Cranenborch (1553-1613), magistraat en commissaris te Doetinchem, voordien conventuaal, verkrijgt in 1583 het goed Vethuizen te Knijfhees (behorend aan klooster Bethlehem) als alimentatie. Het goed Vethuizen ligt 5 Km zuid van Doetinchem en omvat een groot stuk land met een woning, genaamd Groot Vethuizen. De woning is omgracht en heeft derhalve de status van een havezate. (> Lx/Havezates)
¶ Op 19.6.1590 wordt Christiaen genoemd ivm missive van het Hof aan de rentmeester der Bethlehemse goederen, houdende verzoek om advies op de alimentatie van Christiaen Cranenborch en het goed Oldenhave te Zelhem. (ivn 929) Het goed dateert van 1590 en omvat een landhoeve en enige gronden. Volgens bron oudzelhem.nl 24.11.09 is Christiaen Cranenborch daarvan eigenaar in 1590-1601. In 1601-1646 is Johan Oldenhave eigenaar. Anno 2009 heet de hoeve Aldenhaeve, gelegen in de buurt Wassinkbrink te Zelhem, en is het een theeschenkerij met siertuinen en expositieruimte. Mogelijk is Christiaen een Geus geweest en heeft hij Oldenhave verkregen wegens zijn inzet voor de strijd tegen de Spanjaarden. (> Geuzen)
¶ Het genoemde goed Oldenhave wordt 19.6.1590 gedateerd als nieuw, dwz gebouwd in 1590. Naar zeggen is Oldenhave in de Geuzentijd (1560-1648) door brand verwoest. Dat betekent dat:
- pand Nijenhave is gebouwd vóór 1590
- pand Oldenhave circa 1575 is afgebrand
¶ De naam Aldenhaeve verschijnt 1628 in het Markeboek Zelhemmer Marke 1598-1678 (Bewerking R.J.J. Weetink, 2007).
¶ Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem (Bewerking Gerhardt Kreynck) noemt:
Aldenhaeve, Bilheem [= klooster Bethlehem bij Doetinchem]
Huys ende hof 2 sch boulant 10 mir 3e gerve
72-0-0 Pacht 48 dir soude na de tafel konnen doen 90-18-0
Holtgewas, 4 koeweydenas slecht lant 17 dir de beswaernis
18-0 afgetrocken blijft
Beswaer 5 sch Rogge an Jonker Schaep die hij an die 17 dir kortet.
¶ De term hof in de voorgaande tekst betekent:
- volgens bron WMN: omheinde ruimte, binnenplaats, voorplein, etc.
- volgens bron EWB: omheinde ruimte, hofstede, vorstelijke woning, etc.
Aangezien het Verpondingsregister spreekt van Huys ende hof zal met hof wel zijn bedoeld: omheinde ruimte, binnenplaats. In deze context lijkt 'hof' echter toch meer dan alleen een gewone tuin of binnenplaats.
¶ In de buurt Winkelhoek te Zelhem staat een hoeve met de naam Tenk. In het Verpondingsregister Rigtersambt Zelhem van 1646 wordt Tenk bewoond door burgemeester Post. De hoeve bezit dus voor die tijd een zekere status.
¶ Inspectie ter plekke 4.1.2010 leert:
- er ligt een recht stuk gracht aan de rand van erve Aldenhaeve;
- er liggen brokstukken bouwsteen, niet zijnde normale baksteen, maar mogelijk Bentheimer zandsteen; overige stukken mogelijk gebruikt voor verharding van de inrit;
Gracht en bouwsteen doen vermoeden dat ter plekke ooit een havezate stond, hetgeen beantwoordt aan de status van Christiaen van Cranenborch toen hij nog in Vethuizen woonde.
¶ Bron WMN: have = eigendom, bezit, kostbaarheid, etc. De betekenis van kostbaarheid duidt op een meer dan een normale woning of hoeve voor die tijd. Primair val daarom te denken aan een havezate, zijnde volgens de regels van die tijd: een boerderij omringd door een gracht en/of muur.
¶ Op grond van alle genoemde feiten en thesen mbt Aldenhaeve, kan nu het volgende worden gesteld:

Gezien:
- de vermelding in 1646 in het Verpondingsegister bij Aldenhaeve van een hof, zijnde een binnenplein en/of hofstede,
- en de kennelijke status van Aldenhaeve als woning van een magistraat,
- en de verwante betekenis van hof = hofstede, vorstelijke woning,
- en de waarschijnlijke aanwezigheid van een gracht,
- en het feit dat de muren en fundamenten van het oude Aldenhaeve lijken te zijn opgetrokken met Bentheimer zandsteen, normaliter niet gebruikt voor gewone woningen, maar meer voor kerken, havezates en kastelen,
>> lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat Aldenhaeve oorspronkelijk een havezate is geweest. De genoemde betekenis van "have" als havezate, lijkt deze veronderstelling te bevestigen. Temeer daar genoemde Christiaen van Cranenborch, eigenaar/bewoner van Aldenhaeve in 1590-1601, voordien al woonde op een havezate in Vethuizen onder Doetinchem.
¶ Rond Aldenhaeve zijn de volgende veldnamen te vinden: Oldenhaovesweide (2x), Oldenhaveswei, Oldenhoavesland, Oldenhavestuk (weiland, bos, heide) en Oldenshaveswei (weiland). Per saldo lijkt het goed Oldenhave/Aldenhaeve tamelijk groot van omvang. Te denken valt aan totaal circa 15 Ha.
¶ Aangezien Aldenhaeve en Nijenhaeve al rond 1400 worden genoemd, zullen beide hoeven al ruim voordien bestaan. Aldenhaeve zal z'n naam natuurlijk hebben gekregen na de bouw van Nijenhaeve. Aldenhaeve kan dan zeker al dateren van vóór 1300. De oudste havezates dateren van circa 1100nC. Aldenhaeve kan dus zeker rond 1200 zijn gebouwd. Welhaast zeker in Bentheimer zandsteen, dat al in de 10e eeuw wordt gebruikt voor de bouw van kerken. O.a. bij de bouw van kerken in Twente, zoals in Delden, Oldenzaal, Denekamp en Ootmarsum.
¶ De term have, haeve lijkt feitelijk van Anglische herkomst. Het Saxisch spreekt namelijk van hôva = land van bepaalde grootte. (EWB) In Ost-Friesland liggen enige locaties met namen eindigend op have, o.a. Burhave, Engerhave, Hagerhave, Leerhave, Marienhave en Reesterhave, vermeld op kaarten uit de 16e eeuw. (> Have) Ost-Friesland is sinds circa 400vC Anglisch gebied. (> Angologie) De Friezen vestigen zich daar pas sinds 750nC (> Friezen). Verder zijn Anglisch en Fries nauw verwante talen.
¶ De regio Zelhem lijkt van oorsprong een Anglische nederzetting, gesticht rond 200vC. (> Angelsites) De naam Zelhem is namelijk exclusief te herleiden tot: Sello (mansnaam) + ham (heem, oord). Ofwel: de heem van Sello. (> Zelhem)
¶ Aldenhaeve = Oldenhave = de oude hoeve. Ald = Oud Anglisch voor oud. Old = Oud Saxisch voor oud. (> Old)
>> Per saldo lijkt Aldenhaeve dus een naam van Anglische origine.
¶ Aangezien de naam Aldenhaeve kennelijk van Anglische origine is, zullen de oorspronkelijke naamgevers wel Anglisch georiënteerd zijn, zoniet zelf Anglisch zijn. Dit bevestigt het feit dat Zelhem ligt in het gebied Mega Angeln, dat zich sinds circa 200vC uitstrekt van Denemarken tot aan de Rijn en waar voornamelijk Angelen wonen. (> Mega Angeln) Sinds circa 800nC vestigen zich in grote delen van het gebied ook Saxen vanuit NW Duitsland. De naam Aldenhaeve lijkt daarom ouder dan Oldenhave, een versaxischte vorm van Aldenhaeve. Hetzelfde vinden we bij het goed Aldekoninck of Oldekoninck in aangrenzend Velswijk, genoemd rond 1378. (Makkink p 21).
** Have
# archieven.nl 28.9.08, oudzelhem.nl 24.11.09, FRI, DAB, KBG
++ Aldenhaeve Zelhem

Aldgisl van Eemsland (615*-675*)
Legendarische koning in Groot Angeln. Mogelijk in de regio Eemsland.

ang/sax:
Onderstaande locaties in Mega Angeln (NO Nederland en NW Duitsland) doen nog denken aan de Angelen of Saxen. (> Mega Angeln, Saxen)

Angelbeck/Osnabrück/NederSaxen (# Groot Angeln)
Angelburg/Osnabrück/NederSaxen (# Groot Angeln)
Angelre/Doesburg (N 1650nC; # Beltrum) > Angerlo
Angelsborg/OstFriesland (ZA)
Angelsloo/Emmen (N 1049nC; # Groot Angeln)
Engbergen/Gendringen/Achterhoek (# Twente)
Engden/NederSaxen (# Groot Angeln)
Engeland(Englandi)/Beekbergen (N 801nC; Angerslo/Liemers)
Engeland/Dalfsen (# Groot Angeln)
Engeland/Hardenberg (# Bargen/Emmen)
Engeland/Ruinen (# Z.Groningen)
Engelen/DenBosch (# Engeler/Veluwe)
Engeler/Veluwe (N 1593; # Beekbergen)
Engelhuizen/Groenlo (N 1461nC; # Beltrum)
Engelum/Friesland (N 1335nC; # Humsterland)
Engerhave/OstFriesland
Englum/Groningen (S 450vC; # Angeln)
Enschede(Engstede)/Twente
Hengeveld/Sinderen/Achterhoek (# Twente)
Hengevelde/Twente (# Groot Angeln)
Neder-Saxen (N.Duitsland)
Saaksum (Saxum; N.Groningen)
Saaksumhuizen (Saxenhuizen; N.Groningen)
Saasveld (=Saxenveld; Twente)
Saxenhausen (N.Duitsland)

In totaal zijn er 19 locaties met een verwijzing naar Angelen en 5 met Saxen. De Anglische locaties zijn dus 19/5=3.8x sterker vertegenwoordigd. Ofwel: 3.8/4.8=0.79.2=79.2% van de locaties zijn oorspronkelijk Anglisch.

- ing/ink
De uitgang -ing in namen in NO Nederland duidt naar zeggen op Anglische herkomst. Die op -ink daarentegen op Saxische herkomst. Uit onderzoek blijkt dat de ing/h komt circa 2.4x vaker voorkomt dan ink. Ofwel: De Anglische vorm komt 2.4x vaker voor dan de Saxische vorm. Hieruit volgt dat de Anglisch factor in Noord-Oost Nederland 2.4x groter is dan de Saxische factor. Ofwel de Anglische factor omvat 2.4/3.4=0.706=77.6% van het geheel. De Anglische wortels lijken dus merkbaar sterker vertegenwoordigd dan de Saxische. (> ing/ink)

- tijd
De Angelen wonen al sinds circa 400vC in NO Nederland. De Saxen pas sinds circa 775nC. De Angelen wonen dus al ruim 2009+400=2409 jaar in NO Nederland en de Saxen pas 2009-775=1234 jaar. De Angelen wonen dus circa 2x langer in NO Nederland. De Anglische roots zullen dus navenant sterker moeten zijn. Dat de genoemde Anglische factors 3.5x en 2.4x groter dan de Saxische factors, hoeft dus feitelijk niet verbazend te zijn. Opmerkelijk is in dezen dat de verhoudingen ang/sax (77.2%) en ing/ink (77.6%) nagenoeg even groot zijn, hetgeen betekent dat deze metingen betrouwbaar lijken. (> ASV)

- verklaring
De enige reëele verklaring voor genoemde nummerieke verhoudingen is dat de Angelen al sinds circa 400vC in Mega Angeln wonen en dat de Saxen zich daar pas sinds circa 775nC (1175 jaar later!) vestigen. De meeste locaties hebben dan al een Anglische naam. De Saxen zijn in de minderheid en zullen zich daar verder zonder problemen bij neergelegd hebben. Temeer daar Angelen en Saxen broedervolken zijn en in 125nC een verbond hebben gesloten.
** Angel-Saxen, Mega Angeln, ing/ink, ASV, Saxen

 
Angantyr: (335*-395*)
De Hervarar Saga beschrijft het conflict tussen de Goten en Hunnen in het gebied Dnepr bij de Zwarte Zee en het verzet van de Goot Angantyr tegen de aanspraken van de Hun Hlöd op de helft van het rijk der Goten. Het komt tot een harde strijd, die uiteindelijk wordt gewonnen door de Goten.
De naam Angantyr betekent mogelijk: de Speer van Tyr (Tiwaz), de god van de Gerechtigheid en Oorlog.
** Saga's, Germanen, Angon, Tiwaz, Hunnen
# WP

Angel:
- COD: Lid van de Germaanse stam der Angelen. Oud Engels: Engel.
- WMN: vishaak, prikkel
- EWB: vgl: Lat.: uncus: krom, haak; Gr.: onkos: haak; Oind: anka: haak, kromming
- EWB tengel: Oud Zeeuws: angel: dunne lat om reet te dichten (> tang); Oud Noors: tingl: versierd houtstuk aan de voorsteven.
- KBL: Maleis: anggul = oplichten, rijzen (boeg van een schip).
- Zweeds: anka = eend

De betekenis van Angel wordt ivm Angelen vaak uitgelegd als Hoek of Haak. De naam van de regio Angeln in Noord Duitsland wordt vaak verklaard door de vorm ervan, dus zijnde een Hoek of Haak. Kijken we naar de vorm van Angeln, dan is daarin niets te bespeuren dat een associatie met Hoek of Haak rechtvaardigd. De kustlijn aan de Oostzee verschilt niet wezenlijk met andere gebieden daaromtrent. Als Angeln inderdaad is afgeleid van Hoek of Haak, dan moet dat kennelijk in een andere dimensie worden gezien.

Op grond van genoemde betekenissen, kan het zijn dat Angel = uithoek of vooruitgeschoven gebied of post. Derhalve kan het zijn dat Angelen = mensen die wonen in Angel, de uithoek. Angeln is dan de naam die in de loop der tijd is ontstaan met de betekenis: het land waar de Angelen wonen. E.e.a. is vergelijkbaar met het gebied Achterhoek in Oost Gelderland, zijnde geen hoekvormig gebied maar een uithoek van Nederland door de grote moerassen aldaar en daardoor tot in de 16e eeuw dun bevolkt. De mensen aldaar worden navenant Achterhoekers genoemd, zijnde de mensen die in de Achterhoek wonen. Een ander voorbeeld is de Outback in Australië, dat ook een uithoek is met zeer weinig bevolking door de uitgestrekte, droge woestijnen. De mensen daar worden navenant Outbackers genoemd.

De vraag is dan ten opzichte van welk gebied Angeln een uithoek of vooruitgeschoven post is geweest. Gezien de Germaanse c.q. Deense roots van de Angelen, moet dat wel Noord Europa zijn, i.c. Zweden, Noorwegen en Denemarken. Gebieden waarmee de Angelen zich historisch nauw verwant voelen, mede op grond van overleveringen.
** Angon, Angeln, Angelen, Angel-Saxen

 

Angel-Saxen:
De term Angel-Saxen is zeer oud. Ze is bedacht op het Continent voor de gezamenlijke Angelen en Saxen en wijst op een verbond tussen hen. Sommige bronnen beweren dat dit verbond is gesloten rond 150 nC in het gebied Lunenburg tussen de Weser en Elbe in NW Dutisland, de overlap van de toenmalige woongebieden van beide volken. Dit verbond is nodig om samen sterk te staan tegenover andere volken en de onderlinge vrede te bewaren.

 

- Asbool
Als teken van hun verbond voeren de Angelen en Saxen de Asbool: op goud een x-kruis in rood, in een blauwe ring. Het x-kruis is een oeroud teken van verbond, broederschap en eenheid, gericht tegen het kwaad. Het rode x-kruis is het symbool van bloedbroederschap, verkregen door twee lichte snijdingen met een dolk boven de pols in de rechter onderarm, waarna deze insnijdingen tegen elkaar worden gedrukt en de broeders ieder een door bloed rood gekleurd x-kruis hebben op hun onderarm. Het x-kruis vinden we als symbool nog terug op de nokrand en balken van oude huizen, schuren en stallen, zowel in Twente en Drente als in landen op de Balkan en in de Himalaya. Mogelijk is het een oeroud Arisch symbool, meegenomen door de Germanen. (> Nokkruis) De ring rond het x-kruis is het teken voor eenheid. De kleur blauw staat voor zuiverheid.

- Engeland
Bron ASW (p 31) schrijft:

The Anglo-Saxon peoples, then [5e-6e eeuw nC], were probably of mixed stock, with a number of common characteristics, before they arrived in England.

Rond 650nC lijkt het verbond tussen de Angelen en Saxen opnieuw te zijn bevestigd in de Cotswolds in centraal Engeland, door de aldaar wonende Angelen en Saxen. Sindsdien worden de bewoners van Engeland vaak Angel-Saxen genoemd. In 889 nC komt feitelijk het 3e verbond tussen de Angelen en Saxen. In dat jaar huwt koning Ethelred II van Mercia met Ethelflaed van Wessex, dochter van koning Alfred de Grote van Wessex. Met dat feit is de basis gelegd voor de verdere unificatie van Engeland. Mercia omvat het Anglische Rijk in Midden en Noord Engeland, en Wessex omvat het Saxische Rijk in Zuid en Oost Engeland.

Het x-kruis is in de Anglische futhark identiek aan de Latijnse letter G. Als zodanig kan het staan voor Gewisse, zoals de Angel-Saxen in Engeland zich noemen. Gewisse betekent in Oud Angel-Saxisch Bondgenoten, afgeleid van wis = bundel. Aangezien het x-kruis in rood wordt uitgebeeld, zal het echter ook Bloedbroeders betekenen. Dwz: mensen die ritueel met elkaar zijn verbonden.

- Continent
Het Anglische Rijk op het Continent strekt zich circa 300vC-600nC uit tot aan de Rijn. (> Angologie) Na de massamigratie van Angelen naar Brittannia in 450-500nC verzwakt dit Mega Angeln en wordt daarna steeds meer onderworpen door Denen en Saxen. Van 500-700nC wordt Angeln steeds verder veroverd door de Denen. Van 600-775nC settelen zich steeds meer Saxen in NW Duitsland en NO Nederland. (> Saxen) Uiteindelijk groeit zodoende sinds circa 775nC in beide laatste gebieden steeds meer een gemengde bevolking van Saxen en niet gemigreerde Angelen. In de loop van de daarop volgende eeuwen integreren beide culturen en groeit hieruit een Angel-Saxische mengcultuur. Aangezien Angelen en Saxen beide voortkomen uit de Germaanse stam der Goten, waren hun culturen al nauw verwant en is de integratie vrij makkelijk verlopen. De eigen identiteiten zijn hoofdzakelijk nog terug te vinden in locatienamen zoals Englum (Groningen), Angelsloo (Emmen), Angelburg (Osnabrück), Saaksum (Saxum; Groningen), Saaksumhuizen (Saxenhuizen; Groningen), Saasveld (Saxenveld; Twente), Sachsenhausen en Nieder-Sachsen (Duitsland), etc.
** Angelen, Saxen, Lunenburg, ang/sax, Nokkruis, Suxwort, Futhark, Groot Veenland, Asland, HAA,
Lx (Gewisse, Andrieskruis, Ethelred II van Mercia)

 
Angelbeck:
Dorp bij Osnabrück in Neder-Saxen. Aangezien in die regio in de eerste eeuwen nC Angelen wonen, betekent de naam vrijwel zeker Beek waar de Angelen wonen.

Angelbeek:
Familienaam. Mogelijk afgeleid van Angelbeck bij Osnabruck.

Angelberg:
Locatie ZW van Augsburg in Beieren, Zuid Duitsland.
** Engelbergh

Angelbert:
- Angelbert was een Frankische soldaat en dichter. Schreef "Versen over de slag die was gevochten bij Fontenoy". Deze slag is gevoerd op 25 juni 841. Angelbert vocht toen mee met het leger van koning Lothar I van Lotharingen. Het werk beschrijft de feiten en de ellende van deze slag en wordt beschouwd als een literair meesterwerk. Later is Angelbert's werk gecopieerd door andere auteurs. O.a. in het 'Hildebrandslied' en het 'Ludwigslied' en in het werk van Radboud van Utrecht.
- Angelbert is zowel een jongensnaam als een familienaam. Jean-Henri d'Angelbert (1629-1691) was een componist in Parijs. Angelbert komt ook voor als Engelbert.
** Engelbert
# WKP 28.6.09, DAB

Angelburg Hessen:
Dorp in Hessen. Anno 2009 3.668 inwoners. Omvat de buurten Frechenhausen, Gönnern en Lixfeld. Mogelijk betekent de naam Burcht der Angelen.
# WKP 1.6.09, KBG

Angelburg Osnabrück:
Dorp bij Osnabrück in Neder-Saxen. Aangezien in die regio in de eerste eeuwen nC Angelen wonen, betekent de naam vrijwel zeker Burcht der Angelen.

Angelen:
Oude Noord Germaanse volkstam in Angeln, gelegen in Sleswig (NO Duitsland). Vrij zeker komen ze voort uit de Germaanse stam der West Goten in Zweden. (> Oer Angelen) Volgens oude legendes zijn ze nazaten van Ingwi, een zoon van de Germaanse god Odin, de oppergod van de Noord-Germanen, identiek aan Wodan van de West-Germanen. Volgens een Noorse saga is Ingwi echter een zoon van koning Halfdan de Oude. Een ander Noorse saga zegt dat Ingui (Ingwi) de eerste koning van Zweden is. (Historia Norwegiae) Andere saga's noemen Ingwi ook koning van Zweden. Bij nadere studie lijkt Ingwi echter eerder een Deense koning die zich rond 665 vC vestigt in Zuid Denemarken, in het gebied dat later Angeln heet. (> Ingwi) Zijn nazaten worden Angelen genoemd.

De these dat Ingwi de stamvader der Angelen is en zich rond 665 vC in Angeln vestigt, lijkt zeer aannemelijk. Immers:
Aangezien runenstenen en het gebruik van runentekens voornamelijk voorkomen in Scandinavische landen in 500vC-1300nC;
- en aangezien de Angelen betrekkelijk weinig gebruik maken van runen en runenstenen (> Runen, Thorsberg)
- en aangezien de runen en de futhark op de Britse eilanden voornamelijk voorkomen in de 10e en 11e eeuw en dan ook nog in afwijkende vormen (> Runen)
- en aangezien de Angelen op de Britse eilanden daar al sinds circa 450 nC wonen
>> mogen we aannemen dat de Angelen oorspronkelijk geen runen en futhark gebruiken en daarom al ruim vóór 500 vC uit Scandinavië zijn vertrokken.

Bron KBG schrijft bij item KTE (Kerntaal Engels):

Verder blijkt uit de definitie [van English] van bron COD dat kennelijk al ver vóór de migratie van Angelen naar Brittannia sinds circa 350 nC in Old Teutonic [400-300vC] de Teutonen op het Continent (Denemarken en NW Duitsland) spreken van Anglisko c.q. het Anglisch. Aangezien de Teutonen voor het eerst worden genoemd in de 4e eeuw vC en na 100 vC schijnbaar verdwenen zijn, moet het Anglisch kennelijk zeker al in de periode 4e-3e eeuw vC als taal bestaan, vrij zeker zelfs eerder. Verder betekent e.e.a. dat de Angelen in de 4e-3e eeuw vC kennelijk al een redelijk groot volk zijn met een eigen taal. Waren ze immers een klein en onbeduidend volk, dan is de kans dat zij of hun taal in die tijd genoemd zouden worden zeer klein of zelfs nihil. (> Lx: KTE; Ax: English, Teutoons, Teutonen, Demografie)

De Romeinse historicus Tacitus (55-120 nC) noemt circa 80 nC de Angelen in hoofdtuk 40 van zijn boek De Germania.

Kaart rechts:
Zuid Denemarken en Angeln 1e eeuw nC
geel      = woongebied van de Angelen
blauw    = woongebied van de Avionen
groen    = woongebied Myrgings
felblauw = woongebied Chauken
De Myrgings wonen in Noord Holstein.
De Angelen wonen in Anglica: Angeln, Als en Zuid Funen. Als en Funen zijn Deense eilanden. Op Noord Funen wonen Avionen.

 
De Griekse astronoom, wiskundige en cartograaf Claudius Ptolemaeus (87-150 nC) in Alexandrië maakt een atlas, die in 1478 in Rome wordt gedrukt met de titel 'Geographia' door Arnold Buckinck. Deze atlas bevat een kaart van NW Duitsland waarop de woongebieden zijn aangegeven van Germaanse volkstammen. De Saxones plaatst hij tussen de mond van de Elbe tot aan de Oostzee. De Phrisii (Friezen) plaatst hij tussen de Weser en de Eems, het huidige Oost-Friesland. De Angili (Angelen) plaatst hij zuidelijk daarvan nabij de Lünenburger Heide. Mogelijk dat het Anglische woongebied zich in die tijd uitstrekt vanaf Denemarken tot de Lünerburger Heide en een deel van het Saxenland overlapt of doorkruist. Dit kan een verkalring zijn voor de steevaste associatie tussen Angelen, Saxen en Friezen zoals die door de eeuwen heen bestaat. Bovendien kan het verklaren waarom in feite de Angelen zo een grote en belangrijke inbreng hebben in Engeland, waar een groot deel van hen zich vestigt. Hun gebied en dus hun aantal moet vele malen groter zijn dan hun stamland Angeln kan rechtvaardigen. Archeologisch onderzoek bevestigt dat er inderdaad meer Angelen waren. Daaruit is namelijk gebleken dat in de 1e eeuw nC ook Angelen wonen op de Deense eilanden Als en Funen (Fyn) nabij Angeln. Gezien de grootte van deze gebieden kan het totale aantal Angelen in de 1e eeuw nC 3x groter worden gedacht dan voorheen. In die tijd worden de Saxen nog niet genoemd. Tijdens de massamigratie naar Engeland in de periode 450-650 moeten er dan ook zeker aanzienlijk meer Angelen zijn overgestoken dan Saxen. Temeer daar de Saxen zich sinds die tijd meer oostwaarts verspreiden richting Polen.

Rond 250 nC raakt het Romeinse Rijk in verval en trekken de Romeinen zich langzaam maar zeker terug naar Italië. In NW Europa raken de Germaanse volkstammen dan op drift en verspreiden zich zuidwaarts. Vele Angelen vestigen zich o.a. in de kuststreken van Groningen en Friesland. Een tweede migratiegolf voltrekt zich in 450-600 nC. Vele Angelen migreren dan samen met Saxen en Juten massaal naar Engeland. Ze settelen zich vooral in het huidige Yorkshire, East-Anglia en andere delen van Noord, Oost en West Engeland. Daar stichten ze de regio's Mercia, Humber, Lincoln, Deira, Bernicia, Lindsey, Worcestershire en Gloucestershire.

Andere groepen Angelen zwermen uit naar gebieden op het continent, waar ze zich duurzaam settelen. O.a. in Noord Oost Nederland, Neder-Saxen (o.a. Angelbeck en Angelburg bij Osnabrück) en Thuringen in Duitsland en vermoedelijk ook in de Elzas. Angelburg betekent: de borg van de Angelen. Navenant ligt in Noord Yorkshire de plaats Ingleby, dat ook 'de borg van de Angelen' betekent. (Lx > Ingleby) Daar vestigen zich rond 500 nC inderdaad vele Angelen.

In Nederland vestigen de Angelen zich voornamelijk in Noord Groningen (i.b. Humsterland en mogelijk ook Losdorp) en in Noord Friesland. In Nederland zijn ook vele streeknamen die herinneren aan de vestiging van Angelen. Zoals Angelsloo bij Emmen, Engelum bij Leeuwarden, Englum tussen Oldehove en Saaksum (Saxum) in Humsterland en de streken Engeland in Beekbergen en in Hardenberg. De plaatsen Hengelo en Hengevelde in Twente kunnen oorspronkelijk eveneens Anglische nederzettingen zijn. In het Saxisch krijgen woorden met een klinker namelijk vaak een H waar die helemaal niet hoort. (> H-gebruik) Hengelo en Hengevelde kunnen zodoende van oorsprong Engeloo en Engevelde heten en derhalve Anglische enclaves zijn in een Saxisch gebied.

Volgens overlevering heeft ene Engist uit Angeln zich vóór het jaar 430 enige tijd gevestigd in Humsterland, samen met zijn broer Horsa en hun Angel-Saxisch huurlingenleger. De dorpen Englum en Saxum (oude spelling!) zouden daar nog aan herinneren. In 430 vertrekken Engist en Horsa met de huurlingen naar Brittannië. (> Engist van Angeln). Het is aannemelijk dat enige huurlingen zich blijvend hebben gevestigd in Humsterland.

Langs welke wegen de Angelen naar Nederland migreren, is niet bekend. Bron EVG (p 90) schrijft echter over een oude handelsweg vanaf Haddeby (Haithabu) bij Sleswig over land naar rivier de Eider, dan via de Eider zuidwaarts en dan verder over land naar Noord Nederland. Handelswegen zijn feitelijk normale wegen die ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Dus ook voor migratie. Het is vrij zeker dat bron EVG de zgn Ossenweg bedoelt. Deze weg dateert al uit de Bronstijd (2000-800vC) en verbint Noord Denemarken met West en Midden Europa. (> Ossenweg)

Tussen de Angelen en de bewoners van hun vestigingsgebieden in Nederland bestaat verwantschap in taal en gebruiken. Zeker met de Friezen en Saxen. Ze kunnen elkaar met enige moeite redelijk verstaan en begrijpen. Ondanks deze onderlinge verwantschap verlopen de contacten niet altijd vriendschappelijk. Zo worden in Ezinge en Hoogebeintum enige boerderijen verwoest na een kennelijk heftige confrontatie. (KVN 59) Op andere plaatsen zijn de contacten vreedzaam en groeit er in de loop der tijd een eenheid tussen de bevolkingsgroepen. (KVN 61) In Leiden is in 451 ene Engist uit Angeln de oorspronkelijke bouwer van de beroemde burcht. (> Burcht van Leiden) Het is aannemlijk dat hij daar is blijven wonen als eerste burchtheer. (> Engist van Angeln)

Het Anglisch is de taal van de Angelen. Het is een oude Noord-Germaanse taal, die erg op het Deens en het Oud Fries lijkt, waar het duidelijk ook aan verwant is. Qua structuur (wordorder) lijkt het echter duidelijk meer op het Deens. (> Anglisch)

De naam Engeland is eveneens aan de Angelen te danken. Het betekent namelijk in feite 'het land van de Angelen'. Op zich is dit niet zo vreemd. Het Anglische rijk Mercia is tot in de 9e eeuw in feite het machtigste gebied in Brittannië. Daarna verzwakt het ernstig door de onophoudelijke aanvallen van Vikings en Denen. Geleidelijk aan neemt Wessex de macht over. In de periode 889-919 fuseren beide rijken en ontstaat het koninkrijk Engeland. Samen onderwerpen ze de Denen en verslaan ze de Vikings. Inmiddels hebben de Angelen echter een economische en politieke machtpositie bereikt en gaan ze zodoende ook grote culturele invloed uitoefenen.
** Pint, Angeln, Anglisch, Ingwi, Sleswig, Hwicce, Mercia, Ethelred II van Mercia, Ethelflaed van Wessex, ASC, Gildas, Beda, Engist van Angeln, Demografie, Anglica, Migratiestromen, Angologie, Teutonen, Goten, HAA
# WP, FFS, KBG, DAB

 
Angelfolc:
Oude Engelse benaming voor Angelen.
** Volk

Angelland:
De Griekse astronoom, wiskundige en cartograaf Claudius Ptolemaeus (87-150 nC) in Alexandrië maakt een atlas, die in 1478 in Rome wordt gedrukt met de titel 'Geographia' door Arnold Buckinck. Deze atlas bevat een kaart van NW Duitsland waarop de woongebieden zijn aangegeven van Germaanse volkstammen. De Saxones plaatst hij tussen de mond van de Elbe tot aan de Oostzee. De Phrisii (Friezen) plaatst hij tussen de Weser en de Eems, het huidige Oost-Friesland. De Angili (Angelen) plaatst hij zuidelijk daarvan nabij de Lünenburger Heide. Ook andere bronnen plaatsen de Angelen bij of nabij dit gebied. Volgens bron FFS (p3) wonen anno 50 nC Angelen, Avionen en Reudigner aan de Elbe. Lünenburg ligt inderdaad 12 KM ten zuiden van de Elbe, circa 24 KM ZO van Hamburg. Deze thesen stroken goed met elkaar.

De Anglo-Saxon Chronicle schrijft voor het jaar 449 nC:

Of Angle [Angeln] comon -- se a sittan stod weste betwix Iotum and Seaxum [westelijk gelegen tussen Jutland en Saxenland] -- East-Engel, Middel-Engel, Mierce [Mercia], and ealle [heel] North-Humbre.

Angeln wordt dus anno 449 nC het oude homeland genoemd van de Angelen in Engeland. Het gebied omvat het land weste betwix Iotum and Seaxum ofwel "westelijk tussen Jutland en Saxenland". (> ASC)

In de loop der eeuwen lijkt Angelland gegroeit en weer ingekrompen te zijn. O.a. door de massamigratie naar Engeland in circa 400-600 nC. Rond 600 nC is Angelland zodanig gekrompen dat de Angelen op het Continent nauwelijks nog worden genoemd. (> Angologie)
** Herkomstgebieden, Geordie, Humsterland, Angeln, Groot Angeln, Mega Angeln, Angelsites, Angologie, Angland, Engelland, Groot Veenland

 

Angeln:
Gebied in Sleswig in NO Duitsland, gelegen aan de Oostzee tussen Flensburg, Sleswig (stad) en Kappeln. Volgens bron ASC omvat Angeln anno 449 nC het hele gebied weste betwix Iotum and Seaxum ofwel westelijk tussen Jutland en Saxenland. Groter dan anno 2007 dus. (> Oud Anglisch/citaat)

Letterlijk schrijft bron ASC (900nC):

Of Angle comon -- se a sittan stod weste betwix Iotum and Seaxum [westelijk gelegen tussen Jutland en Saxenland] -- East-Engel, Middel-Engel, Mierce [Mercia], and ealle [heel] North-Humbre.
Deze localisering betekent dat Angeln rond 900nC volgens bron ASC zeker ver buiten de huidige grenzen lag. Deze visie strookt volledig met andere gegevens. (> Angologie)

 
Volgens overlevering is Angeln gesticht door Ingwi rond 640 vC. Hij is enige jaren koning van het toenmalige Denemarken, maar wordt tijdens een reis naar het zuiden van de troon gezet door zijn broer Skjöld. Ingwi vestigt zich dan in het gebied dat anno 2007 nog Angeln heet. (> Ingwi) Zijn nazaten worden Angelen genoemd. (> Angelen) Angeln is tot 489 een koninkrijk. Eomar is de laatste koning. Na zijn dood migreren de Angelen massaal naar Engeland. In 650 is Angeln daardoor zo verzwakt dat het langzaam maar zeker wordt geïncorpereerd door Sleswig. In 1115 wordt Selswig een hertogdom, waarvan Angeln een onderdeel is. Sleswig vormt dan tot in de 19e eeuw een onderdeel van het Koninkrijk Denemarken.

Door vererving en oorlogen komt Angeln samen met Sleswig in 1864 in handen van Pruisen en Oostenrijk. Na een volksstemming in 1920 komt Angeln bij het Duitse Rijk.

Opmerkelijk is dat de kleuren blauw en geel in heraldische wapens in Angeln zo vaak voorkomen. Dat heeft naar zeggen te maken met de opmerkelijk blauwe kleur van de Oostzee, waaraan Angeln ligt. Geel (goud) heeft te maken met koolzaad, dat er veel wordt verbouwd en de velden in de maand mei zo overweldigend goudgeel kleurt. Of er ook in de oudheid koolzaad wordt verbouwd, is niet bekend. Mogelijk dat in die tijd de paardebloemen de overhand hebben en in mei de velden zo prachtig goudgeel kleuren.

- Belangrijke steden
Sleswig, Haithabu, Eckenförde, Kappeln, Sodorp (Sörup), Beveroe en Flensburg.

- Laatste Anglische koningen
260-320 Weothulgeot
290-250 Weaga
321-381 Wihtlaeg
356-416 Wermund
380-456 Offa
400-477 Angeltheow
420-489 Eomar

- De vraag van Vortigern
Vortigern is een warlord in Brittannia. In 449 nC wordt zijn rijk aangevallen door Picten en Welshmen. Hij stuurt daarom gezanten naar Angeln. Bron ASC schrijft daarover:

Anno 449. ... Hie [hij; Vortigern] tha [hen; de gezanten] sendon to Angle [Angeln], and heton him sendan maram fultum [vraagt hem meer troepen te zenden]; and heton him secgan Bretweala nahtnesse [en laat vertellen over de rampspoed in Brittannia] and thaes landes kuste. Hie [Angeln] tha sendon him maran fultum. Tha comon [dan komen] the menn of thrim maegthum Germanie [drie Germaanse machten]: of Eald-Seaxum [Oud Saxen], of Englum [Angeln], of Iotum [Jutland].

Kort daarna vertrekken Hengist en Horsa uit Angeln met een leger naar Brittannia om Vortigern te helpen. De vraag rijst waarom Vortigern hulp vraagt bij Angeln. Is Angeln in die tijd zo groot en machtig, dat ze aan die vraag kennelijk vlot kan voldoen? En waarom doet Angeln dat? Om de reeds in Brittannia gesettelde Angelen (o.a. de Hwicce) te beschermen? Vooralsnog is het antoord niet zeker. Qua bevolking kan Angeln zeker aan de vraag voldoen. Rond 450 nC wonen naar schatting een half miljoen Angelen in Anglica (Angeln, Als + Zuid Funen). (> Demografie) Het feit dat Angeln het verzoek inwilligt, betekent dat ze kennelijk belang hecht aan de Anglische nederzetting in Brittannia en de situatie in en rond Angeln het zenden van een leger toelaat. Kennelijk wordt Angeln in die periode niet bedreigd. Noch van binnenuit, noch van buitenaf. De Anglische nederzetting in Brittannia kan dus een vorm zijn van koloniale expansie.

Verder valt op dat Vortigern vraagt om meer troepen te zenden. Kennelijk heeft Angeln dus al eerder troepen gezonden. Angeln is dus wel heel actief betrokken bij Vortigern. Het begint te lijken dat deze Vortigern een soort vazal is van Angeln, die kennelijk belangen dient van Angeln in Brittannia. Mogelijk is Angeln dus al enige tijd bezig met kolonisatie van gebieden in in dat land.

- De grote trek 1 (0-100 nC)
De eerste grote emigratie van Angelen uit Angeln vindt plaats in de 1e eeuw nC. Volgens Tacitus wonen er dan ook Angelen aan de Elbe in NW Duitsland. Vandaar migreren ze gedeeltelijk verder naar NO Nederland, Thuringen en mogelijk ook de Elzas.
** Demografie

- De grote trek 2 (300-350 nC)
Rond 350 nC wonen de Hwicce in de Cotswolds in Engeland. Het is een Anglische stam, die ergens rond 300 nC naar Engeland migreert. (> Hwicce)

- De grote trek 3 (370-400 nC)
Rond 370 nC komt een tweede golf van Anglische settlers in de Cotswolds onder aanvoering van ene Wig, een zoon van de onderkoning van Sleswig. Hij vlucht voor de agressieve koning van de Myrgings in Holstein. Mogelijk vestigen Wig en zijn groep zich in Wychwood, dat het woud van Wig kan betekenen. (> Wig van Sleswig)

- De grote trek 4 (449-450 nC)
Volgens bron ASC vraagt de Britse machthebber Vortigern anno 449 aan Angeln troepen te sturen om hem te helpen in de strijd tegen de Picten en de Welshmen. Vrij snel daarop vertrekken Hengist en Horsa met hun leger naar Brittannia om Vortigen te steunen in zijn strijd. Het bevalt hen zo goed in Engeland, dat Hengist en Horsa met hun leger zich daar definitief vestigen.
** Oud Anglisch (citaat ASC), Engist van Angeln, Lx (Vortigern)

- De grote trek 5 (490-550)
Eomar is de laatste koning van Angeln. Zijn zoon Icel migreert samen met vele andere Angelen naar Engeland. Waarschijnlijk vestigen ze zich in en rond Stone in het huidige Staffordshire. Andere Angelen trekken naar Noord Nederland, Thuringen en andere delen van het Continent. Bron ASC (Beda) schrijft van de wegtrekkende Angelen dat hun land left deserted. Dit lijkt nogal op grootspraak. Er zullen zeker ook Angelen gebleven zijn. Natuurlijk kon of wilde niet iedereen weg. Maar desnietemin lijkt de migratie toch massaal. Dat begint vlak na de dood van koning Eomar in 489. Zijn zoon Icel vertrekt met vele Angelen naar Noord Engeland. Andere Angelen vestigen zich zuiderlijk op het Continent. De hele migratie duurt tot circa 650. Dus in een periode van 161 jaar. (> Angelen)

- De grote collaps (490 nC)
In 489 nC sterft koning Eomar van Angeln. Daarna komt er geen nieuwe koning meer. Het koninkrijk Angeln is geëindigd. Een nogal dramatisch feit. Daarna besluit Icel (zoon van Eomar) met een grote groep Angelen naar Brittannia te migreren. De vraag rijst waarom Angeln geen nieuwe koning krijgt. Het kan niet zozeer aan Icel liggen. Want als hij niet wil, dan kan een ander koning worden. In die tijd worden de koningen in Angeln waarschijnlijk gekozen door een Raad van Wijzen. Zoals dat later gebeurt in de Anglische Rijken in Brittannia door de Witan (Raad der Wijzen; > Witan). Dat betekent dat de Witan van Angeln geen candidaat voor het koningschap kan vinden, of dat zij zelf vindt dat het koninkrijk Angeln moet ophouden te bestaan. Maar waarom is er geen candidaat of waarom vindt de Witan dat het koninkrijk Angeln moet ophouden te bestaan? Opties:

1. Er is niemand die koning wil worden.
Zo ja, waarom? Zinloos? Andere belangen? Migratie?
Lijkt ondenkbaar. Er zijn genoeg Angelen in Angeln. Er zal altijd wel iemand gevonden kunnen worden. Bijvoorbeeld Icel, zoon van Eomar.
2. Er is niemand geschikt om koning te worden.
Dit is onwaarschijnlijk. Er zal altijd wel iemand te vinden zijn.
3. Het heeft geen zin meer om een koning te benoemen.
Zo ja, waarom? Is het land in chaos? Burgeroorlog? Massamigratie?
Geen van deze opties lijkt juist. Er is daarvoor geen historische informatie aanwezig. Migratie is wel groot, maar er lijken nog genoeg thuisblijvers.
4. De Witan heeft geen zin ofwel acht het zinloos om een koning te benoemen.
Zo ja, waarom? Deze optie is identiek aan optie 3!
5. Er is geen Witan meer.
Zo ja, waarom? Opgeheven? Vertrokken? Vermoord? Om welke reden?
Opgeheven: zo ja waarom? Zinloos? Zo ja waarom? Bevolking zwaar uitgedund? Vertrokken? Deels. Velen ook gebleven. (> Demografie) Omgekomen? Hierover is geen historische informatie te vinden.

Vooralsnog lijkt er geen duidelijke reden waarom het koninkrijk Angelen is opgehouden te bestaan. Het is daarom zinvol om objectief te kijken en te zoeken naar de diepe oorzaken die daartoe mogelijk hebben geleid.

- De grote oorzaak 1
Angeln wordt in 200-500 nC geteisterd door aanvallen van de Denen.

- De grote oorzaak 2
In 370 nC wordt Europa aangevallen vanuit Zuid Rusland door de meedogenloze Hunnen uit de steppen van Mongolië. Er ontstaat grote beroering en angst, gevolgd door een massale volksverhuizing in Europa. (> Germanen) Rond die tijd vindt de eerste migratie plaats naar Brittannia. (> Hwicce)

- De grote oorzaak 3
Na de val van het Romeinse Rijk in 475 vinden opnieuw in heel Europa grote volksverhuizingen plaats. Kennelijk is het gras elders groener en willen de migranten daar graag heen. Ook al kost dat zware strijd. In de 5e eeuw wachten de achtergebleven Angelen nog eerst op de dood van hun koning Eomar en dan is het weg wezen. Mogelijk zijn ze warm gemaakt door de Angelen die eerder zijn gemigreerd naar Engeland. Deze Angelen kunnen heel goed versterking gebruiken in hun strijd om het bestaan in het nieuwe land Brittannia. Hun verhalen zullen zeker aanstekelijk hebben gewerkt op hun oude stamgenoten in Angeln. Brittannia is nu eenmaal een mooi en groot land en met een vriendelijker klimaat dan Angeln. En de Cotswolds zijn de parel in deze kroon.

- De grote oorzaak 4
In 489 nC sterft Eomar, de laatste koning van Angeln. Volgens overlevering migreert rond die tijd zijn zoon Icel met een groep Angelen naar Engeland. Daar vestigen ze zich mogelijk in de Cotswolds. Andere Angelen hebben zich daar al rond 350 nC gesetteld. Zij zullen de nieuwkomers waarschijnlijk in de jaren daarvóór warm gemaakt hebben voor het prachtige nieuwe thuisland. Het is echter toch een raadsel waarom de Angelen zo massaal daarheen migreren. Is het oude homeland dan zo veel slechter dan het nieuwe? Dit lijkt vooralsnog niet echt waarschijnlijk. Angeln lijkt voldoende bestaansmogelijkheden te bieden. Geschikt voor landbouw, veteelt, visserij en handel. Toch zijn er rond 490 kennelijk nog zo weinig Angelen in Angeln zelf, dat het koninkrijk Angeln eindigt te bestaan. De enige denkbare reden lijkt daarom dat Angeln rond 490 is veroverd door een ander volk. Gezien de latere usurpatie in het hertogdom Sleswig, kunnen dat de Denen zijn. Door de vlucht van oervader Ingwi voor zijn broer Skjöld rond 665 vC kan een historische vete zijn ontstaan tussen Angelen en Denen. (> Ingwi) Door het massale vertrek van Angelen naar Engeland sinds 300 nC kan het overgebleven Angeln zo onderbevolkt en verzwakt raken, dat het voor de Denen peanuts is om het hele land rond 500 nC duurzaam in te lijven. De doorslaggevende reden dat de Angelen in 300-550 massaal naar Engeland migreren kan daarom ook zijn dat ze te vaak te maken hebben met aanvallen van Denen en de Myrgings van Holstein. Waarschijnlijk zijn de Angelen van meetafaan numeriek teveel in de minderheid vergeleken met de Denen en Myrgings en besluiten ze daarom in 300-550 massaal naar Engeland te migreren. Daar lijkt immers een veel betere toekomst op hen te wachten.

- De grote oorzaak 5
Bron Vrouger van mei 2007 publiceert een artikel van Otto S. Knottnerus op Archeonet.nl over veenmoerassen in de Eemsmonding tussen Groningen en Oost-Friesland. Daarin schrijft de bron o.a. het volgende:

Vanaf de vierde eeuw nam de bevolkingsdichtheid snel af. Vanuit de Noord-Duitse kustgewesten was een trek naar het westen op gang gekomen, waarin de plaatselijke bevolking min of meer werd meegezogen. De landverhuizers werden aangelokt door het machtsvacuüm dat de Romeinen in Engeland en Vlaanderen hadden achtergelaten. Het instorten van de politieke infrastructuur, de toename van piraterij en het opduiken van nieuwe ziekten als malaria zullen bovendien hun tol van de achterblijvers hebben geëist.

Deze situatie zal vrij zeker ook gelden in Angeln, dat circa 280 Km noordoostelijk ligt van de Eemsmonding. De gebieden rond de Eemsmonding hebben circa twee eeuwen nodig om te herstellen, o.a. door immigratie. Ook dat lijkt te gelden voor Angeln.

- De grote oorzaak 6
De genoemde oorzaken lijken een grote bijdrage te hebben gegeven aan de opheffing van het koninkrijk Angeln. Toch geven ze geen doorslaggevend argument. Angeln kan door massamigratie wel uitgedund zijn, maar er lijken toch nog genoeg thuisblijvers. (> Demografie) Verder lijken de bedreigingen van de Denen en Myrgings toch niet dusdanig om het land in 300-450 grootschalig te verlaten. Denemarken wordt pas in de 8e eeuw genoemd als eigenaar van Angeln. Twee eeuwen na de grote migratie! Ook ziektes en piraterij kunnen het koninkrijk Angeln niet geheel opgeheven hebben. Er moeten toch vele overlevers zijn. Het latere Nieuw Anglisch vertoont immers duidelijke Oud Anglische kenmerken op grond waarvan gesteld mag worden dat er toch een grote, dominante Anglische populatie in Angeln is overgebleven. (> Nieuw Anglisch) Op grond van deze constateringen lijkt inderdaad nog een grote oorzaak te moeten bestaan. Als er toch vele Angelen in Angeln blijven wonen, maar het koninkrijk Angeln wordt desondanks opeheven zonder enige schijnbaar dwingende noodzaak, dan lijkt dat alleen te verklaren doordat het land op een essentieel vlak te plotseling en te grootschalig is verlaten. Dat is dan gebeurd in de periode 450-489 nC. Met de massamigratie is kennelijk ook een onevenredig groot deel van de elite en de bestuurslaag van Angeln verdwenen. Dat het aandeel van de toplaag oneveredig groot lijkt, heeft vrij zeker te maken met het feit dat de meeste leden van die toplaag in of nabij Haithabu en Sleswig woonden. Daat ligt immers het machtcentrum van Angeln. Deze toplaag kent elkaar natuurlijk goed en heeft elkaar sterk enthousiast gemaakt voor de migratie. Het land wordt verder aan z'n eigen lot overgelaten. Angeln heeft daarna onvoldoende tijd om snel te herstellen van de daardoor geleden schade. Die schade is kennelijk zo ernstig dat het voor de achterblijvers onmogelijk is om snel orde op zaken te stellen en een nieuwe koning te benoemen. De Anglische historicus Beda (gb 672) heeft dus enigszins gelijk als hij schrijft dat Angeln was deserted na de migratiegolven. Niet geheel verlaten weliswaar, maar toch wel zodanig dat het koninkrijk ophoudt te bestaan en dat Angeln en de overgebleven Angelen twee eeuwen later worden ingelijfd bij Denemarken.

- De grote oorzaak 7
De vraag die nu rijst is waarom de elite en de bestuurslaag van Angeln kennelijk in zo een korte periode zo massaal migreert naar Brittannia dat het koninkrijk Angeln ophoudt te bestaan. Uit vrees voor aanvallen van Denen of Myrgings kan het niet zijn geweest. Dat is in de vorige paragraaf al uiteengezet. Blijft over: de verlokkingen van Brittannia. Kennelijk zijn de verhalen van de eerder gemigreerde Angelen over het nieuwe land dermate positief, dat de toplaag van Angeln op grote schaal de Noordzee oversteekt om in Brittannia een beter bestaan op te bouwen. De aldaar reeds gesettelde Angelen hebben de weg al geplaveid voor de nieuwkomers. Deze nieuwkomers zijn echter van harte welkom. Brittannia is groot en biedt vele mogelijkheden. De positie van de Angelen in het nieuwe land wordt daarbij aanzienlijk versterkt door de nieuwkomers. Beide partijen kunnen dus zeer tevreden zijn.

- Nieuw Angeln
Ondanks de massale emigratie zijn nog vele Angelen in hun stamgebied gebleven. (> Demografie, Nieuw Anglisch) Natuurlijk wilde of kon niet iedereen weg. Over het aantal thuisblijvers is niets bekend. Bron ASC (i.c. Beda) schrijft wel dat Angeln was left deserted, maar er woonden ook elders nog vele Angelen. Zoals op de Deense eilanden Als en Funen en ook zuidelijk van de grensrivier Eider. Daarvan zijn mogelijk velen teruggekeerd in Angeln. Aangezien bovengenoemde Wig uit de stad Sleswig kwam, zullen de meeste migranten in de periode 489-550 hoogst waarschijnlijk uit de stad Sleswig zelf en de naaste omgeving komen. In bizonder Haithabu, waar zich na 650 kennelijk vele Vikings uit Zweden en Noorwegen vestigen, voorafgaande aan hun opkomst in de 8e eeuw. De overige gebieden in Angeln zullen dus aanmerkelijk minder ontvolkt zijn geraakt. Desondanks kunnen ook daar enige gebieden wel enigermate ontvolkt zijn. Later vestigen zich daar Avionen en andere Jutten uit het noorden van Denemarken. In latere eeuwen vestigen zich er ook enige aantallen Saxen en Friezen uit het zuiden. De Saxen in en rond Sleswig en de Friezen langs de kust van de Noordzee.

Angeln is circa 52 Km (NZ) x 44 Km (OW) = 2288 Km2. De bevolking telt anno 2007 circa 0.8 miljoen inwoners. Ofwel 349 inwoners per Km2. Economie: landbouw, veeteelt, visserij, handel, lichte industrie en toerisme.
** Angelen, Anglisch, Sleswig, Bevolking, Freawin (gb 320), Beveroe, Anglica, Nieuw Anglisch, Angelland, Groot Angeln, Witan, Machtpositie
@ kaart Angeln © Schöning GmbH & Co. KG Lübeck (www.schoening-verlag.de)
# WKP, WP, FRI, DAB, KBG

Angelhausen:
Anno 2009 is Angelhausen-Oberndorf een stadsdeel van Arnstadt in de Ilm-Kreis in Thuringen, Duitsland. Angelhausen wordt voor het eerst genoemd in 948 nC. De naam is afgeleid van de Angelen, een Germaanse volkstam die zich rond 600 nC vestigt in Thuringen, mogelijk vanuit Wijchen bij Nijmegen. Anno 2009 telt Angelhausen 1050 inwoners. Het dorp heeft een oude kerk.
** Angelhusen, Engelhusen, Engelhuizen, Enghuizen
# WKP 24.8.09, DAB

Angelhusen:
Familienaam die al in 15e eeuw voorkomt in Duitsland. De naam is vrij zeker afkomstig van Angelhausen in Thuringen.
** Angelhausen, Engelhuizen

Angelnotes:
Betreft oudste sporen van Angeln, Angelen, etc. > Sporenlijst

Angeloo:
** Angerlo, Angelsloo

Angelradink:
Gehucht tussen Borken en Heiden in Westfalen. Vrij zeker afgeleid van Angelrade (= -rode) = ontgonnen gebied waar Angelen wonen. Vermeld op kaart in bron RZA (1773).

Angelre:
** Angerlo

Angelroda:
Dorp in Thuringen, Duitsland. Voor het eerst genoemd als Angelenrod in 948 nc in een oorkonde waarin koning Otto I bezegelt, dat een stuk van het gebied van Angelenrod wordt afgestaan aan de Abdij van Hersfeld. De naam Angelenrod is afkomstig van de Angelen die zich daar hebben gevestigd. Heimatstube-angelroda.de 24.8.09 schrijft dat de Angelen zich daar in in de 2e-3e eeuw nC hebben gevestigd. Mogelijk gebeurt dat echter rond 600 nC vanuit Wijchen bij Nijmegen. Van 1266 tot 1388 noemt een familie zich Heren van Angelroda.
** Angelrode, Migratiestromen

Angelrode:
Betekenis: land ontgonnen door Angelen. Oude naam voor Angerlo in de Liemers, Gelderland.
** Engelrode, Angerlo

Angelsborg:
Dorp circa 3 Km ZO van Wittmund in Harlingerland, Ost-Friesland, Neder-Saxen. Vermeld 1804 op een kaart van W. Camp etc te Berlijn.

Angelsites:
Locaties waar Angelen wonen. Op grond van de relevante feiten en thesen is onderstaand tabel opgesteld.
jaartal--- = vestiging
jaartal()   = oudst bekende vermelding/sporen in settelgebied; N=naam; S=sporen
# = (mogelijk) herkomstgebied
ZGA = zuidgrens Angelland
Tussen de jaartallen in onderstaand tabel zijn ter orientatie andere relevant historische data geplaatst.

665vC-489nC Koninkrijk Angeln > Koninkrijk
665vC------ Haithabu/Angeln (S 1000nC) > Haithabu
600vC------ Thorsberg/Angeln (S 225nC) > Thorsberg
600vC------ Losthrop/Angeln
600vC------ ZGA = Eider
550vC------ Lunenburg/NWDuitsland (N 100nC; # Angeln) > Lunenburg
550vC------ KranenburgStade/Lunenburg > Kranenburg Stade
550vC------ ZGA = Weser > Groot Angeln (550-300vC)
500vC------ Eibergen/Achterhoek? > Bekervolk
500vC------ Terpenbouw langs Noordzeekust Jutland-Friesland (-1100nC) > Terpen
500vC------ Eemsland (# Lunenburg)
500vC------ Engerhave/Meerland/Eemsland (# Angeln)
500vC------ Angelsborg/Eemsland (# Lunenburg)
500vC------ Angstege/Eemsland (# Lunenburg)
500vC------ ZGA = Eems
500vC------ Thorsham/Reiderland > Reiderland
500vC------ Tysweer/Reiderland > Reiderland
500vC------ Fynserwald/Groningen (N 1319; =Finsterwold) > Fynserwald
500vC------ Billinge/Groningen (= Bellingwolde) > Billinge
500vC------ Oldambt/Groningen (S 1327nC; # Eemsland)
500vC------ Fivelingo/Groningen (S 405nC; # Oldambt) > Fivelga
500vC------ Losdorp/Groningen (# Lösthrop/Angeln)
500vC------ Stork/Groningen (# Losdorp)
500vC------ Garrelsweer/Groningen
500vC------ Ingaldinghem/Groningen
500vC------ Padinghem/Groningen
500vC------ Warffum/Groningen
500vC------ Ripon/Groningen
450vC------ Suxwort/Humsterland/Gronigen (# Losdorp) > Suxwort
450vC------ Selwerd/Suxwort > Sel
450vC------ Englum/Humsterland/Groningen (S 450vC; # Suxwort) > Englum
450vC------ Engewerdt/Humsterland/Gronigen (N 1589; # Suxwort) > Engewerdt
450vC------ Aalsum/Humsterland/Groningen (S 750nC; # Suxwort) > Aalsum
400vC------ Humsterland/Groningen (# Losdorp) > Humsterland
350vC------ Oostum(Atnem)/Winsum/Groningen (N 1025nC)
350vC------ Asterwalda/Gorecht/Groningen (N 1249)
350vC------ Foxham/Hoogezand (ZA)
350vC------ Foxhol/Hoogezand (ZA)
350vC------ Selwerd/Groningen > Sel
350vC------ Sellingen/ZO.Groningen > Sel
350vC------ Aengum(Anjum)/NO.Friesland (N 1589) > Aengum
350vC------ ZGA = Hunze
300vC------ Drente (# Groningen)
300vC------ Yde/Eelde/Drente > Yde
300vC------ Havelte/Drente > Have
300vC------ Pasop/Midwolde/Leek/Groningen (# Humsterland) > Pasop
300vC------ Coevorden/Drente (# Groningen) > Coevorden
300vC------ ZGA = Vecht
250vC------ Angelbeck/Osnabrück/NederSaxen (ZA; # Groot Angeln)
250vC------ Angelburg/Osnabrück/NederSaxen (ZA; # Groot Angeln)
250vC------ Engden/NederSaxen (> Engden; # Groot Angeln)
250vC------ Engeland/Ruinen (ZA; # Z.Groningen)
250vC------ Overijssel (# Drente) > Overijssel
250vC------ Hardinga (# Groot Angeln; S 1000 nC) > Hardinga
250vC------ Hardingen/NederSaxen (# Groot Angeln) > Hardinga
250vC------ IthHils/NederSaxen (# Groot Angeln) > Ith Hils
250vC------ ZGA = Dinkel + Regge + Beneden Elbe
225vC------ Twente (# Groot Angeln)
225vC------ Beverdam/Almelo (ZA)
225vC------ Tusveld/Almelo > Tusveld
225vC------ Zeldam/Almelo > Sel
225vC------ Enschede > Enschede
225vC------ Pentrop/Hengelo/Twente > Pentrop
225vC------ Hengevelde/Twente (# Twente) > Hengevelde
225vC------ Groot+KleinHedde/Hengevelde > Hedde
225vC------ Snakenborg/Haaksbergen (# Twente) > Haaksbergen
225vC------ ZGA = Berkel
200vC------ Hambroek/Borculo (ZA)
200vC------ Neede (# Twente) > Neede
200vC------ Eibergen (Warfendijk, Warfslatweg)
200vC------ Holterhoek/Eibergen (ZA)
200vC------ Kranenkamp/Eibergen (> Krane)
200vC------ Kranenweg/Holterhoek/Eibergen > Kranenweg
200vC------ Gorssel (ZA)
200vC------ Eesterhoek/Gorssel (ZA)
200vC------ Eesterloo/Gorssel (ZA)
200vC------ Eesterweerd/Gorssel (ZA)
200vC------ Hunnepe/Gorssel > Hunnepe
200vC------ Uddel/Veluwe > Hunneschans Uddelermeer
200vC------ Zelhem (ZA)
200vC------ Hemstede/Keyenbrog/Achterhoek > Hemstede
200vC------ ZGA = Slinge > Slingeland
150vC------ Pasop/Aalten/Achterhoek (# Twente) > Pasop
150vC------ Hengeveld/Sinderen/Achterhoek (# Twente) > Hengeveld
150vC------ Liemers (ZA)
150vC------ Angerlo (=Angelre; # Twente/Veluwe) > Angerlo
150vC------ Beverbeek/Angerlo (ZA)
150vC------ Bevermeer/Angelo (ZA)
150vC------ Beverbroek/Giesbeek (ZA)
150vC------ Regio Doesburg/Dieren (# Twente/Veluwe) > Heggencultuur
150vC------ Engbergen/Gendringen/Achterhoek (# Twente) > Engbergen
150vC------ Angelradink/Borken/Westfalen (# Twente) > Angelradink
150vC------ Wieken/Gendringen/Achterhoek (# Twente) > Wieken
150vC------ Didam/Liemers (# Angerlo, Twente) > Didam
150vC------ Holtwick/Bocholt/Westfalen > Holtwick
150vC------ Suderwick/Bocholt/Westfalen > Suderwick
150vC------ Kranenbroek/Kranenburg/Westfalen > Kranenburg Kleef
150vC------ ZGA = Rijn + Saale/Thuringen > Mega Angeln (150vC-600nC) (ZA)
100vC------ Garmerwolde/Groningen
100vC------ Wharfveenweg/Markelo (# Twente) > Wharfveenweg Markelo
100vC------ Bolder/Holten (# Twente) > Bolder Holten
100vC------ Nettelhorst/Lochem > Nettelhorst
vC/nC
100nC------ Saxen > NW Duitsland (# Polen) > Saxen
100nC------ Hengforden/Olst+Diepenveen > Hengforden
100nC------ Apeldoorn/Veluwe > Hengevelde Wijhe
100nC------ Broekland/Salland > Hengevelde Wijhe
100nC------ Wijhe/Salland > Hengevelde Wijhe
100nC------ Snakenbroek/Apeldoorn* (# Twente)
100nC------ Harderwijk/Veluwe (# Twente)
100nC------ Bargen/Emmen (# Bargen/Angeln)
100nC------ Engelland/Dalfsen (ZA; # Groot Angeln)
125nC------ Angelen wonen tussen Elbe en Rijn (Ptolemaeus) > Mega Angeln
150nC------ Angelsloo/Emmen (N 1049nC; # Groot Angeln)
150nC------ Engeland/Hardenberg (# Bargen/Emmen)
200nC------ Lutten/Overijssel (# Engeland/Hardenberg)
200nC------ Zweeloo/Coevorden (S 200vC; N 1298nC; # Bargen/Emmen)
200nC------ Holten/Twente (# Drente)
200nC------ Kranenkamp/Diepenveen (ZA)
200nC------ Kranenkamp/Eibergen > Krane
200nC------ Kranenkamp/Brummen > Krane
200nC------ Kranenland Diepenveen > Krane
200nC------ Pasop/Laren/Lochem (# Hengevelde) > Pasop
200nC------ Eesterweerd/Gorssel (# Hengevelde/Twente)
200nC------ Kranendelle/Ruurlo > Krane
200nC------ Beltrum/Achterhoek (N 1236nC; # Baltrum/Olfrisia)
200nC------ Kranenkolk/Overijssel > Krane
200nC------ Engelum/Friesland (N 1335nC; # Humsterland)
200nC------ Baard/Friesland (S 300nC; # Humsterland) > Dobbelen
300nC------ Thuringen (ZA)
300nC------ Kranenbroek/Egmond/NH > Krane
300nC------ Craneberch/Bergen/NH > Krane
300nC------ ZuidHolland (# N.Duitsland) > ZuidHolland
350nC------ Bernicia (N 500nC; # N.Groningen) > Geordie
370nC------ Cotswolds/Engeland (# Wieken/Liemers) > Hwicce
395nC-455nC Vortigern (ZA)
400nC------ Saxen > Oost Nederland (# NW Duitsland) > Saxen
400nC------ Afferden/Druten (ZA; # Engeler/Veluwe)
400nC------ Afferden/Maas (ZA; # Overijssel)
400nC------ Hasserum/Cuyk (ZA; # Overijssel)
400nC------ Holton/Lincolnshire (# Holten/Twente)
400nC------ ZuidEngeland (# Gorssel; > Eesterweerd)
400nC------ Engelhuizen/Groenlo (N 1461nC; # Beltrum)
400nC------ Angerslo(Angelrode)/Doesburg (N 1650nC; # Beltrum)
400nC------ Pasop/Aalten (> Pasop)
400nC------ Velswijk > Aldenhaeve Zelhem
400nC------ Zelhem > Aldenhaeve Zelhem
400nC------ Suffolk/EastAnglia (S 450nC; > Suffolk)
400nC------ SuttonHoo/Suffolk (# Suttum/Humsterland) > Suttum
400nC------ Harderwijk/Veluwe (# Eesterweerd/Gorssel)
400nC------ Lutton/Lancashire/Engeland (# Lutten/Overijssel)
405nC------ ZGA = Waal > Offaland (405-800nC) (ZA)
425nC-450nC Prinses van Zweeloo (> Zweeloo)
430nC------ Northumbria (# Humsterland) > Engist van Angelen
449nC------ Vortigern vraagt hulp aan Angelen en Saxen op Continent (# ASC)
449nC------ NO Yorkshire (# Hollingstedt/Angeln)
450nC-460nC Verovering Brittannia door Angel-Saxen > Gildas
450nC------ Englefield ZuidEngeland (N 871; # Hengevelde/Twente)
450nC------ Ockbrook/Derby/MW.Engeland (# Okkenbroek/Salland; ZA)
450nC------ Wynaldum/Harlingen (S 650nC; N 1335; # Engelum/Leeuwarden)
480nC-540nC Gildas: Vernietiging en verovering van Brittannia 450-460
490nC------ Stone/Staffordshire (# Haithabu/Angeln; S 550nC) > Staffordshire
500nC------ Offerton/Manchester/Mercia (# Afferden/Maas; ZA)
500nC------ Wijchen/Nijmegen (# Beltrum)
500nC------ York/Yorkshire (S 600nC; N 1000nC); (# Jork/Lunenburg)
500nC------ Holland/Lincolnshire (# Holland)
500nC------ Sedgebrook/Lincolnshire (# Zegbroek/DenHaag)
500nC------ Coningsby/Lincolnshire (# xx)
540nC------ In Constatinopel wonen Angelen. > Constantinopel
565nC-625nC Koning Redwald van EastAnglia (S 625nC) > Suffolk
600nC------ Angelen in Rome > Rome, Kerstening
600nC------ Engeland(Englandi)/Beekbergen (N 801nC; Angerslo/Liemers)
600nC------ Wychwood/Cotswolds (N+S 650nC; Hwicce/Wiccia; # Wijchmond/Liemers)
600nC------ Ingelheim/RijnlandPalts
600nC------ Engilin/Thuringen (N 800nC), Angelroda (449), Angel
600nC------ Elzas
600nC------ Angelhausen/Thuringen (N 948)
600nC------ Angelroda/Thuringen (N 948)
616nC------ Edwin koning van Northmbria (ovl 633) ZA
650nC------ Mantelspeld Wynaldum
672nC-735nC Beda: Historia ecclestiasica gentis Anglorum > Beda
700nC------ Engeler/Veluwe (N 1593; # Beekbergen) > Engeler
737nC------ Angeln onderdeel Deense Rijk
763nC------ Beowulf geschreven (bewaard: copie dd 1000nC) > Beowulf
800nC------ Thuringen onderdeel Frankisch Rijk
800nC------ Lex Anglorum et Werinorum hoc est Thuringorum
832nC-1136n Anglo-Saxon Chronicle geschreven
848nC-901nC Alfred de Grote van Wessex: Rex Anglorum
850nC------ Engelen/DenBosch (# Engeler/Veluwe)
850nC------ Volthe/Weerselo/Twente > Hunenborg Volthe
880nC------ Neder-Angelland onderdeel Frankisch Rijk > Anglische identiteit

- Expansie
De expansie vanaf de Eems tot aan de Rijn bij Arnhem omvat een afstand van circa 160 Km over een periode van circa 500-150vC = 350 jaar. Gemiddeld breidt het Anglische Rijk zich dus uit met circa 160/350 = 0.5 Km/jaar. De expansie gaat voornamelijk door moerasgebieden. (> Groot Veenland) Als volwassen zoons rond hun 20-ste jaar huwen en een eigen woonplek zoeken in zuidelijke richting, dan bedraagt de expansie inmiddels 20x0.5 Km = 10 Km. De hele afstand van Eems tot Rijn wordt dan afgelegd in 160/10 = 16 generaties. Aangezien in de periode 500-150vC vooralsnog geen militaire expansie bekend is van Angelen naar het zuiden, lijkt de expansie van Angelen naar de Rijn derhalve een natuurlijke expansie te zijn geweest. Deze expansie heeft vrij zeker te maken met de beverjacht. De moerassen van Groot Veenland zitten immers vol bevers en van Angelen is immers bekend dat ze vele eeuwen lang zeer actief zijn in de beverjacht en de handel in beverhuiden. (> Beverjacht, Bevervel)
** Angelen, Demografie, Angologie, Twins, Migratielijnen, Groot Veenland, ang/sax, Expansie

 
Angelsloo:
Oud dorp, anno 2009 een stadswijk in zuidoost Emmen. Oorspronkelijk een nederzetting, twee meter hoog in een moerasgebied in de marke Barge bij Ommen. In 1960-70 zijn resten gevonden van grote boerderijen uit de Bronstijd (2000-800 vC). Verder staan er twee hunebedden (Fokkingeslag en Haselackers). Hunebedden komen al 3000 vC voor in West Europa en bevaten vaak artifacten als versierd aardewerk, beitels, pijlpunten, sieraden, etc. Vermeldingen:
- 1049 Angelsloo
- 1325 Angel
- 1839 Angelslo
Sommige bronnen beweren dat Angelsloo is afgeleid van het Latijnse woord Angula (hoek, bocht) of van Anger (grasland) en Loo (bos). De afleiding van Angula lijkt onwaarschijnlijk. Waarom immers een Latijns woord gebruiken als het gebied niet wordt bewoond door Romeinen, maar door Germanen? Een afleiding van Anger lijkt ook dubieus, daar nog nimmer een historische scrhijfwijze Angerloo is gevonden. Het lijkt meer voor de hand dat de naam is afgeleid van Angelen en Loo. Ofwel: de boomrijke vlakte (loo) waar Angelen wonen. Deze Germaanse volkstam komt al sinds 500 vC voor in noord Duitsland en noordoost Nederland. Dergelijke naamconstructies komen in de oudheid immers meer voor. O.a. bij Wychwood in Engeland. Die naam betekent het woud waar de Wiccia (Hwicce) wonen, een Anglische stam die zich daar rond 650 nC settelt. Een ander argument voor deze these is dat Engelse plaatsnamen met -ley (Ndl: -loo) veelal worden beschouwd als plaatsen waar zich oorspronkelijk Angelen hebben gesetteld. Hetzelfde kan evengoed gelden voor plaatsen eindigend op -loo in Nederland.
** Angelen, Hwicce, Loo, Angeloo
# Google 25.5.09 (encyclopediedrente.nl, wkp), WP, DAB

Angelstein Arnhem:
Landgoed aan de Velperweg te Arnhem. Reeds genoemd in 1487, zijnde in bezit van Johan Coster in conflict met naburig klooster Bethanie wegens een weg over dit goed. In de 17e eeuw is Angelstein bezit van Engelbert Engelen. Oorspronkelijk is Angelstein omringd door diepe grachten. Later zijn die gedempt en is het landgoed gemoderniseerd. In de 19e eeuw is Angelstein bezit van Jkh Baron Pallandt van Walfort. De naam van het goed wordt veranderd in Angerenstein. Het goed omvat anno 2010 405 Ha grond, waarvan 270 Ha heide. Inmiddels is het een open park.
# AWA, DAB

Angeltheow van Angeln (400*-460*)
Zoon van koning Offa van Angeln.
Koning van Angeln.
Zoon: Eomar (gb 420).
** Angeln
# WKP

Angelveld:
Nederlandse familienaam.
** Anglefield, Hengevelde

Angely:
Familienaam. Bekend is Louis Angely (1787-1835), een Duits dichter van blijspelen. De naam lijkt een herkomstnaam. Er zal dus ergens een locatie zijn met die naam.
# WP, KBG

Angen:
** Angon

Angerlo:
Dorp in de Achterhoek, gelegen aan de IJssel, bij de monding van de Oude IJssel, ten zuiden van Doesburg en circa 16 Km noord van de Rijn. Rond 1500 telt Angerlo 90 woningen, ofwel 350 inwoners. Anno 2009 omvat Angerlo ook de regio's Giesbeek en Lathum, waar het Huis Lathum staat. Verder o.a. de locaties Beverbeek, Bevermeer en Groot Enghuizen. In totaal wonen er nu circa 5300 mensen. De NH Kerk in het centrum is gebouwd rond het jaar 900.

Op kaart KGH (Hertogdom Gelre) van 1593 staat Angelre als het gebied tussen Doesburg, Didam en Keppel. Het gebied is in die tijd kennelijk groter dan anno 2009. De naam Angelre is afgeleid van Angelrode = ontgonnen land van de Angelen. Deze betekenis bevestigt de these dat Angelland zich in 300vC-100nC uitstrekt van Denemarken tot aan de Rijn.

 
Op de kaart "Zutphania Comitatus" van Guiljemus Blauew (17e eeuw) wordt Angerlo eveneens geschreven als Angelre. Hieruit blijkt dat de naam Angelre in feite de oorspronkelijke naam is van Angerlo.

 
¶ In Denemarken komen vele plaatsnamen voor met de uitgang -rod (= -rode). O.a. in Allerod, Blovstrod, Kollerod en Hillerod. In Thuringen ligt een stad met de naam Angelroda, voor 't eerst genoemd in 948 nC. De staat is gesticht door Angelen, die rond 600 nC naar Thuringen migreren. (> Thuringen) In Nederlandse plaatsnamen komt de uitgang -rode nauwelijks voor. Aangezien het Oer Anglisch en het Oer Deens nauw verwante talen zijn, lijkt e.e.a. de these te sterken dat Angerlo (Angelrode) oorspronkelijk inderdaad een Anglisch gebied is, temeer daar Angelroda in Thuringen ook is gesticht door Angelen.
¶ Bron AWA schrijft dat Angerlo ook wordt geschreven: Angeloo, Angeren, Angler of Angerloe. Verder schrijft AWA dat Angerlo volgens overlevering is gesticht door een Germaanse stam die zich daar ooit heeft gevestigd. AWA noemt ze de Angrivaren, een stam uit NW Duitsland. De naam Angelre verwijst echter veeleer naar Angelen, hetgeen nog wordt versterkt door het nabijgelegen Engeler en Enghuizen, namen die ook verwijzen naar Angelen. Bron AWA schrijft verder dat Angerlo ook wordt geschreven als: Angeloo, Angeren, Angler of Angerloe. Angeloo en Angler zijn namen die ook weer duidelijk verwijzen naar Angelen.
¶ Bron AWA is gepubliceerd in 1842. De Hottinger Atlas van 1773-1794 noemt de naam Angerlo. Dat betekent dat de naamwijzing van Angelre naar Angerlo plaats vindt tussen circa 1700 en 1773.
¶ Bron AWA schrijft verder bij Angerlo: De Domproost van Utrecht bezit hier eenen aanzienlijken hof, welke waarschijnlijk van ouds betrekking tot het dorp had.
(> PgLx: Bartholomeus II van Wassenaar)
¶ Per saldo kunnen we het volgende concluderen:
De these dat Angerlo (Angelre) een nederzetting is van Angelen wordt versterkt door het aangrenzend Bevermeer. In Anglische gebieden lijken namelijk relatief meer locatienamen voor te komen met Bever- dan elders, waardoor het mogelijk is dat de Angelen ook meer aan de beverjacht doen. Temeer daar deze jacht door de eeuwen heen zeer lucratief is. Beverhuiden zijn namelijk kostbare handelswaar.
(> Beverjacht)
¶ De heggencultuur in de regio Doesburg/Dieren waar Angelre (Angerlo) ligt, bevestigt de these dat deze regio oorspronkelijk een Anglisch gebied is. Dezelfde oeroude heggencultuur is namelijk te vinden in Zuid Engeland en nergens anders. Aldaar hebben zich vele Angelen gevestigd tijdens de massamigratie vanaf het Continent naar Brittannia in de periode 450-500nC. (> Heggencultuur)
** Engelrode, Angelroda, Liemers, Mega Angeln, Engholm, KGH, HTN (Lx), Bevermeer, Heggencultuur
# WMN, HTN, KGH, DAB, KBG

 
Angeslengi:
Oude naam van Enzelens bij Garrelsweer in Fivelingo, NO Groningen.
WEW p81: 944nC: Angeslengi = Enzelens.
WEW p71: 990nC: Engislingi = Enzelens.
Mogelijk afgeleid van Ange + sleng = slenk = Wadgebied/Groningen: geul. >> = enge/smalle geul. Echter, bij Enzelens is Ao 2010 zulks niet terug te vinden.
Bron NGE schrijft dat Angeslengi = de lieden van Angisil (= mansnaam).
Een andere optie is: Ang + isling (als in Islington, wijk in London).
NB idem Isleworth, wijk in Londen. De naam van deze locatie is afgeleid van Gislhereswyrth = de wierde van Gislhere (jongensnaam), aldus genoemd in een Engelse charter uit 695nC.
Isle komt voor als naam van een rivier in Westfalen, die als Oude IJssel door de Liemers (Achterhoek) verder stroomt naar de IJssel.
Mogelijk: isle = isling = eslengi = ???

Angflatie:
Met deze term wordt bedoeld de schijnbare afname van de betekenis van de Angelen op het Continent na de massamigratie van Angelen en Saxen naar Brittannia in de periode 450-550nC. Na 550nC wordt nog betrekkelijk weinig vernomen van de Angelen in de regio Mega Angelen, itt Saxen en Franken, die juist vaker wordt genoemd, vooral door de vele oorlogen die ze voeren.
¶ Vele bronnen beweren dat na de massamigratie naar Brittannia Angeln volledig is verlaten. Maw: alle Angelen zijn gemigreerd naar Brittannia. Dat lijkt op voorhand al onwaarschijnlijk. Temeer daar het Anglisch Rijk rond 450nC toch behoorlijk groot is, maar tegelijkertijd ook dun bevolkt en moerassig. Er zullen daarom zeker wel onopgemerkt vele achterblijvers zijn geweest. Uit diverse historische gegevens blijkt dat ook. De vraag die dan rijst is waarom er dan na circa 550nC vrij weinig blijkt van hun aanwezigheid in Mega Angeln.
¶ Een primaire verklaring van de Angflatie kan zijn dat de bevolkingsdichtheid in Mega Angeln na de massamigratie naar Brittannia dusdanig is afgenomen, dat de Saxen zich zonder veel tegenstand van de achtergebleven Angelen in de verlaten gebieden kunnen settelen. Men zou dan kunnen veronderstellen dat de Saxen hun nieuwe woongebieden Saxische namen geven op termijn. Uit de lijst van Anglische locatienamen blijkt dat echter zeker niet het geval. Ze zijn nagenoeg helemaal Anglisch gebleven. Dit suggereert dat de meeste Angelen daar zijn gebleven en dat per saldo relatief maar weinig Angelen zijn gemigreerd naar Brittannia. > Angelsites
¶ Rond 450nC wonen circa 1 miljoen Angelen op het Continent, verspreid over het gebied Mega Angelen (Denemarken-Rijn), Thuringen, Elzas en elders. Circa 350.000 migreren in die tijd naar Brittannia. Bij de Saxen gaat het volgens deskundigen (WKP 4.11.09) om 100.000 tot 200.000 (gem 150.000) migranten naar Brittannia. Bij de Juten gaat het mogelijk om circa 5000 migranten. Per saldo blijven dus circa 650.000 Angelen op het Continent. > Demografie, Engelandvaarders
¶ De oudste vermelding van de Denen dateert van 551nC. Rond 700nC wordt Angeln geterroriseerd door Denen. In 737nC bouwt de Deense koning Godfried de Danewirke, een verdedigingslinie langs de Eider bij Haiabu. E.e.a. betekent dat de Denen in vrij korte tijd uitgroeien tot een vrij agressief volk, dat in de periode 700-737nC Angeln verovert.
¶ Rond 100nC noemt Tacitus de Friezen, die volgens hem wonen tussen de Eems en de Weser. Ptolemaeus plaatst hen rond 125nC op zijn kaart tussen de Eems en de Virdus. Rond 650nC noemt Widsith de Fresna (= Friezen) een clan. In 790nC komt de Lex Frisionum tot stand in opdracht van de Frankisch koning. In 800nC wordt gesproken over Frisia Proper = NW Nederland tussen Vlie en Weser. De Friezen groeien dus kennelijk uit van een klein volkje (clan) tot een vrij volk in 800nC, dat woont in vrij groot gebied, genaamd Frisia Proper.
¶ In 123nC noemt Ptolemaeus de Saxen, die volgens hem wonen in Noord Duitsland, mogelijk in Pommeren. In 150nC sluiten de Angelen en Saxen een verbond in Lunenburg, tussen de Elbe en de Weser. Rond 400nC infiltreren de Saxen het Anglisch gebied van Lunenburg, op de vlucht voor de Hunen. In 731nC settelen Saxen in Albinga/Holstein, dat hoorde tot het Anglisch Rijk. In 772-804 woeden de Saxische Oorlogen, i.b. tegen de Franken.
¶ Uit bovenstaande gegevens blijkt dat Mega Angeln in de periode rond 700-800nC steeds verder in handen komt van Denen, Friezen en Saxen. In die zelfde periode wordt weinig vernomen van de Angelen in dat gebied. Desondanks blijken de Anglische locatienamen voortbestaan. Uit deze feiten kan men het volgende concluderen:
- De Angelen in het kerngebied Angeln hebben zich binnen het Deense Rijk kennelijk kunnen handhaven als een zelfstandig volk.
- Aangezien de Friezen in korte tijd uitgroeien van een clan tot een volk in een vrij groot oud Anglisch gebied, lijkt het erop dat vele Angelen aldaar zich hebben geassocieerd met de Friezen, met wie zij al verwant zijn.
- De Angelen in door Saxen binnengedrongen gebieden hebben zich kennelijk verder geassocieerd met de Saxen. In 125nC hadden ze al een Verbond gesloten.
- Ondanks de associatie van de Angelen met de nieuwkomers in hun gebieden, blijven de locaties met Anglische namen hun namen nagenoeg onveranderd behouden.
- In de kuststreken langs de Noordzee blijven de Anglische taal en derhalve de Anglische elite nog zeker tot in 1350 dominant aanwezig.
¶ Uitgangspunt van onderhavig item is de vraag waarom de Angelen na de massamigratie van Angelen en Saxen in 450-550nC nauwelijks nog worden genoemd in Mega Angeln. Op grond van genoemde feiten en thesen zijn er op dit moment de volgende opties:
A. De achtergebleven Angelen zijn relatief dusdanig in de minderheid, dat ze noodgedwongen moeten opgaan in de nieuwkomers, Friezen of Saxen, met wie ze al enige banden hebben.
B. De nieuwkomers zijn zo desperaat op zoek naar een nieuw en veilig woongebied, dat ze meer overlevensdrift en agressie hebben dan de achtergebleven Angelen, die het relatief goed hebben en dus weinig geldingsdrang.
C. De achtergebleven Angelen hebben weinig tribale eigenwaarde en onderwerpen zich daarom makkelijk aan de nieuwkomers. (> Tribalisme)
D. Een mix van A, B en C.

Op grond van de historische feiten en thesen omtrent de Angelen in heel NW Europa rond die tijd kan men constateren dat Angelen sterk economisch georienteerd zijn en minder sterke andere waarden lijken te hebben, waardoor ze per saldo makkelijk migreren en assimileren. Een zeer sterke factor hierin is de landhonger, waardoor ze makkelijk kiezen voor Brittannia dat na het vertrek van de Romeinen in 400nC een makkelijk prooi is.
** Tribalisme, Expansie, Politiek
 

Angholm:
Regio op een eiland in ZW Finland.
** Engholm

Angland:
Familienaam. O.a. in New South Wales, Australia.
** Angelland, Ankland

Anglefield:
- Oude naam van Englefield in Berkshire, England. (> Englefield)
- Locatie bij Lamberhurst Down in Tunbridge Wells, Kent, England.
- Engelse familienaam. Vele namen zijn herkomstnamen. Als zodanig bevestigt deze familienaam het bestaan van locaties met die naam.
** Englefield, Angelveld, Hengevelde

Anglica:
Het gebied waar rond de 1e eeuw nC de Angelen wonen en wat gemakhalve wordt aangeduid met Anglica. Het omvat Angeln in NO Duitsland, het Deense eiland Als en het zuidelijk deel van het Deense eiland Funen. (> Angelen/kaart)
Wapen: op goud drie kruipende leeuwen in blauw, links gericht, rood getongd en geklauwd. Symboliseert de drie oergebieden van het Rijk der Angelen.
** Angelen (kaart), Angeln, Demografie, Angelland

Anglisch:
Taal van de Angelen in NW Europa, i.b. Anglica (Angeln, etc).
Oud Engels (= Anglisch): Engels = Aenglisc.
COD: Old English (ending about 1150): englisc, aenglisc from Old Teutonic (ca 350vC) anglisko. (> English, Teutoons)
Bron CFO 1327: mercum anglischis = Anglische Mark (ZA)
>> De term Anglisch~ bestaat dus kennelijk al sinds circa 350vC.

Onderscheid:

• Oer Anglisch (700vC-500nC)
• Oud Anglisch (500-1500nC)
• Nieuw Anglisch (1500-2010)
• Arto Anglisch (1995*-heden)
• Modern Anglisch (2010-heden)

Het Anglisch lijkt in het algemeen op het Deens en het Fries, waar het aan verwant is. Het Oud Anglisch en het Oud Saxisch vormen samen de basis van het Oud Engels. Het zijn de twee hoofdtalen van Engeland in de Angel-Saxische tijd (450-1066). Uit het Oud Engels is later het Modern English ontstaan. Deels onder invloed van het Frans van de Normandiërs, die in 1066 Engeland veroveren. De Franse invloed is beperkt tot een deel van het woordgebruik. Vele woorden hebben namelijk duidelijk een Franse herkomst. Qua structuur (wordorder) lijkt het Engels echter duidelijk het meest op Deens. Ook vele woorden hebben een Deense herkomst. Het Oud Anglisch staat daarom ook vrij zeker het meest dicht bij het Oud Deens. Dat is in feite niet verbazend. Angeln is het homeland van de Angelen. Dat gebied ligt in NO Duitsland tegen de Deense grens. Het gebied hoort van oudsher bij Denemarken. Pas in 1920 komt Angeln bij Duitsland na een volksreferendum.



Het huidige Anglisch dat in Angeln wordt gesproken doet erg Deens aan. Kenmerkend zijn de vele lichte en heldere klanken, die vrolijk en aangenaam in de oren klinken. Op de vele oude vakwerkhuizen staan echter spreuken die veeleer aan Oud Nederlands met een vleugje Duits doen denken. Zoals bijvoorbeeld:
Wer will buen an de Straten, mot de Minschen reden laten.

Het staat anno 1971 op een balk van een prachtig vakwerkhuis met zwarte balken en witte muren in Kappeln (foto boven). In meer huizen in Kappeln zijn dergelijke balken geplaatst met spreuken in dezelfde taal. Deze taal moet daar dus reeds lange tijd de volkstaal zijn. (> Nieuw Anglisch)

Een andere opmerkelijk feit is dat de stad Sörup in Angeln ook wel Sodorp wordt genoemd. De vraag is daarom met welke oertaal we hier te maken hebben en hoe de relatie daarvan is met het Anglisch. Het zal wel erg dicht staan bij de taal van de Anglo-Saxon Chronicles uit de periode 832-1154. Die taal lijkt op vele plaatsen inderdaad erg sterk op een mix van Oud Nederlands en Oud Fries. De etymologie van vele Engelse woorden in bron COD (Concise Oxford Dictionary) lijkt dit te bevestigen.

Het Anglisch kenmerkt zich door een groot adaptief vermogen. Door steeds weer andere taalelementen over te nemen en door een hoge taalefficiency, ontwinkelt het Anglisch zich in de loop van vele eeuwen langs natuurlijke weg vanuit het Oer Anglisch naar het Engels en uiteindelijk naar het Amerikaans. Zowel het Engels als het Amerikaans hebben dit adaptief vermogen behouden. Hierdoor zijn deze talen uitgegroeid tot de belangrijkste wereldtalen. In dat opzicht lijkt het Anglisch op het Maleis, dat is ontstaan in Deli - een klein gebied op de Oostkunst van Sumatra - en dat uitgroeit tot een taal dat in heel Zuid-Oost Azië wordt gesproken. Voornamelijk dankzij handelscontacten. Mogelijk is dat ook met het Anglisch en het Engels zo gebeurd.
** Angelen, Angeln, ASC, Gildas, Beda, Oud Anglisch, Nieuw Anglisch, Arto Anglisch
$ Anglish
# WP, FRI, DAB

Anglische adel:
De Anglische koningen en adel in Engeland hebben hun roots in Mega Angeln op het Continent. Met hun migratie naar Brittannia nemen ze hun Continentale normen en waarden mee naar hun nieuwe homeland en geven daar nieuwe vormen aan. Ivan en Raymond Mitford-Barberton schrijven daarover in hun boek 'The Bowkers of Tharfield':

The Mitfords of Mitford trace their ancestry back to those remote times when the Anglian kingdom of Northumbria was a power in the land; when Oswald, Edwin and Cuthbert were not merely names, but living personages, asserting their power and influence in Church and State and social life. Northumberland is still favoured with not a few families which, like the Mitfords, lay claim to this honourable distinction. The Ridleys, formerly of Willimoteswick, now of Blagdon, the Middletons of Belsay, the Swinburnes of Capheaton, the Crasters of Craster, and probably a few others still represented in the country, though not directly connected withe their ancestral properties, are distinguished for their descent from the old Anglian Nobility, who, having "come in" hundreds of years before "the Normans", brought with them, fostered and developed, the fundamental principles of those free institutions which made and have maintained England's greatness.
Het is natuurlijk niet beperkt tot de free institutions. Ook andere culturele waarden zijn meegenomen en in hun nieuwe wereld verder gekoesterd en tot ontwikkelling gebracht. Te denken valt aan taal, rechtspraak, architectuur, kunst, literatuur, mythologie, techniek, etc. De free institutions zijn echter de kernwaarden die in de hele Angel-Saxische wereld heden nog steeds worden gekoesterd en de fundamenten van de Angel-Saxische samenlevingen vormen.
** Free Institutions, Democratie, Dirk van Fivelga (gb 795), Werntley
# manninghouse.co.uk 10.3.2010, KBG

 

Anglische identiteit:
Angeln ontwikkelt zich van 700vC tot 450nC tot een grote Germaanse macht op het Continent van NW Europa. (> Offaland/ Timetable) Na de massamigratie in 450-500nC van Angelen naar Brittannia blijven nog circa 1 miljoen Angelen achter in Offaland, de grootste omvang van Mega Angeln in de periode 405-800nC. (> Demografie) De achterblijvers wonen verspreid over een gebied dat zich uitstrekt van Denemarken tot aan de Waal. (> kaart)
 
- Timetable
-500--700 Angeln geleidelijk veroverd door de Denen
-500-1500 Oud Anglisch
-550-1000 Kerstening van NW Europa
-600-hedn Angeln strekt zich uit tot de Eider
-700-1918 Angeln onderdeel van hertogdom Sleswig c.q. Denemarken > Sleswig
-700--911 Neder-Offaland = Offaland - Angeln
-713--773 Lebinus -- Yorkshire-Deventer > Lebinus
-737-xxxx  Deense koning Godfried bouwt Danewirke langs Eider bij Haithabu
-742--809 Ludger -- Utrecht-Deventer-GroningerOmmelanden-Munster-Werden
-742--814 Karel de Grote, koning der Franken
-750-hedn Friezen in NW Duitsland (Noordzeekust Sleswig)
-780----- Saxen veroveren de Groninger Ommelanden en Dokkum (> Ludger)
-785----- Saxen onderwerpen zich aan de Frankische koning Karel de Grote
-785----- Karel de Grote breidt zijn rijk uit tot aan de Elbe > Franken
-790-1066 Haithabu vestiging van Zweedse Vikings
-793-1066 Vikings teisteren NW Europa en Brittannia > Lx: Vikings
-795--855 Lotharius I, koning van Lotharingen
-795--855 Dirk van Fivelga -- Fivelingo, etc
-800-xxxx  Nieuwe Futhark
-800----- Denen terroriseren Zuidelijke Nederlanden > Denemarken
-800----- Saxen settelen in Saxum/N.Groningen > Saxum
-850-1050 Vikings terroriseren NW Europa
-803----- Lex Anglorum et Werinorum in Thuringen > Thuringen, Engilin
-843--880 Lotharingen (ZA)
-880----- Neder-Lotharingen: België, Luxemburg, Nederland en Ost-Friesland
-880----- West Neder-Offaland onderdeel Neder-Lotharingen
-880----- Oost Neder-Offaland onderdeel Oost Francia (= Duitsland)
-889----- Derde Angel-Saxsich Verbond (Winchester) > Angel-Saxen
-911-1300 Heel Neder-Offaland onderdeel Saxisch Rijk
-950-hedn Runensteen Haithabu > Haithabu
-965--965 Ibrahim in Haithabu > Haithabu
1050-1050 Haithabu verwoest door koning Harold van Noorwegen > Haithabu
1066-1066 Haithabu verwoest door Slavische leger uit Polen (> Haithabu)
1066-1066 Vikings definiteif verslagen
1067-xxxx  Haithabu weer opgebouwd
1300-1516 Neder-Offaland onderdeel Bourgondisch Rijk
1516-1648 Neder-Offaland onderdeel Duitse Rijk > Versaxing Neder-Offaland
1586-1648 Tachtigjarige Oorlog
1600----- Verfriezing West Neder-Offaland
1648----- Vrede van Munster. Nederland onafhankeleijke staat
1648----- West Neder-Offaland - Ost-Friesland onderdeel Nederland
1648----- Oost Neder-Offaland + OstFriesland onderdeel Duitse Rijk
1648----- OstFriesland onderdeel NederSaxen
1648----- West Neder-Offaland = Groningen + Drente + Overijssel + Gelderland
1648----- Oost Neder-Offaland = NederSaxen + Westfalen
1919----- Angeln sluit zich aan bij Duitsland
1919----- Angeln onderdeel SleswigHolstein
1919----- Oost Offaland = SleswigHolstein + NederSaxen + Westfalen
1919----- West Offaland = Groningen + Drente + Overijssel + Gelderland
 
** Offaland, Angflatie, ASV, Sporenlijst

 
Anglische familienamen (AFN:)
Betreft familienamen die hun roots hebben in Offaland en die gezien hun etymologie of anderszins gerekend moeten worden tot Anglische namen. Vermelding: AVA = afgeleid van (exclusief) Anglisch. Vooralsnog zijn de onderstaande namen als zodanig achterhaald. Elke naam kent vaak schrijfvarianten, die eveneens tot de Anglische familienamen gerekend worden. Deze varianten worden hieronder slechts zeer beperkt genoemd.

Angel: Emmen* > Angelsloo
Angela: Liemers > Angerlo
Angelbeek (Van): > Angelbeek
Angelbert (ZA)
Angele: Liemers > Angerlo
Angelen (Van): Angeln > Van Angelen
Angelhusen (ZA)
Angelo: Liemers > Angerlo
Angelou: Liemers* > Angerlo
Angelov: Liemers* > Angerlo
Angels: ?
Angelveld (ZA)
Angely (ZA)
Bingham (ZA)
Bolderman: AVA Bolder > Bolder Holten
Brink: AVA brink > H12K, PgDixicon
Clevering: AVA cliever = klauw, handig, slim
Coehoorn: AVA cu, coe + horn
Coevorden (Van): Coevorden (ZA)
Crandall: Kranedelle/Ruurlo > Krane
Dore (Van): AVA dor(e) = deur, breed open land
Douwes: > Douwe
Engelaar: Veluwe > Engeler
Engelaer: Veluwe > Engeler
Engeland: Beekbergen > Engeland
Engeland: Dalfsen > Engeland
Engeland: Hardenberg > Engeland
Engeland: Ruinen > Engeland
Engelbergh (ZA)
Engelbert (ZA)
Engelborg (ZA)
Engelen: > Angelstein Arnhem
Engelenburg (Van): Brummen/Veluwe
Engeler: Veluwe > Engeler
Engler: Veluwe > Engeler
Engelkes (ZA)
Engelman: Achterhoek
Fivelga (Van): Fivelga/Groningen > Dirk van Fivelga
Gelting (Von): Angeln > Beveroe
Gravius: AVA graef = graf
Groothedde: > Hedde
Harding~: > Hardinga
Harper (ZA)
Have (Ten, Van der): AVA have = hoeve > Have
Heida: AVA haitha, hedde = heide
Hemstede (Van) (ZA)
Hengeveld: Hengevelde (ZA)
Hoekema: AVA hoc = hoek
Hoekstra: AVA hoc = hoek
Holtrop: AVA holt (bos) + throp (dorp)
Iwema: AVA iw (ijf/boomsoort) > H12F
Iwsum (Van): AVA iw (ijf/boomsoort)
Koning: AVA cyning
Kranenbroek (Cranenbroek; Van): AVA cran (kraanvogel) + broc (broek) > Krane
Kranenburg (Cranenburg; Van): Bleiswijk > Kranenburg
Mastenbroek: AVA maest (mast) + broc (broek)
Meulenveld: AVA mylen [mulen, meulen] + felt
Nettelhorst (Van): AVA netele (netel) + hyrst (horst) > Nettelhorst
Nieuwenburg: AVA niwe (nieuw) + burg
Sevensma: AVA seofon (zeven; oudfr sigun)
Sleeswijk (Van): Angeln
Slingeland (Van): Achterhoek, Dordrecht > Slingeland
Smedema: Zandeweer/Groningen
Snakenbroek: Apeldoorn*: AVA snaca (ringslang) + broc (broek)
Snakenburg (Van): AVA snaca = ringslang > Haaksbergen
Suxworth: Suxwort (ZA)
Tusveld: Twente: AVA tusc = driehoekig stuk land > Tusveld
Werntley: Groningen/Engeland* > Werntley
Zweep (Van der): AVA swipu = zweep
** H12K

Anglische Mark:
Munteenheid in Mega Angeln, zeker in gebruik tot in de 14e eeuw. In 1327 wordt de Codex Oldomptis opgesteld voor Oldambt en Fivelingo in Groningen. De Codex is naar zeggen geschreven in het toenmalige Fries. (> CFO) Daarin staat onder artikel 2:

Jnt erst: Werther en mon fallit ofta othera lond inna thet other, sa scel ma hine ielda mith xvi mercum anglischis and ene haudlesene tha riuchtrum, ther to tha riuchte sweren hebbat, to brecma and thio haudlesene bi xxxvj schillingum.
Ofwel:
Eerstens: Wordt een man uit het ene land in een ander land gedood, dan zal men hem met 16 Anglische marken beboeten en de rechters, die voor het rechterambt zijn beëedigd, een halslosgeld betalen als borgsom, en het halslosgeld bedraagt 36 schillings.
Volgens het Nederlands-Latijns Woordenboek van Drs H. Verburggen en Dr G.H. Halsberghe (Vlaamse Pockets 1962) is Engels = "Britannicus, Britannus". Anglisches kan door de sche ook nimmer een Latijns woord zijn. Hooguit zou Anglisis op Latijn lijken afgeleid van Angili (= Angelen), maar betekent dan Anglisch en nimmer Engels. Anglischis lijkt daarom meer op potjeslatijn voor Anglisch. Was Engels bedoeld, dan had dienovereenkomstig vrij zeker Englischis (of Englisis) gestaan. De term Engels bestaat in die tijd al, dus het had zeker gekund. (> Engels) Mercum Anglischis betkent dus niet Engelse Mark, maar moet dan gezien de context worden vertaald in Anglische Mark. Uit de citaat blijkt dus dat in 1327 in Groningen wordt betaald in Anglisch geld. Het Anglisch geldstelsel zal zeker al ver voordien in gebruik zijn. Hieruit blijkt tevens dat het gebied vrijwel zeker in de Anglische invloedsfeer lag tot zeker in die tijd. Ook voor de overige gebieden binnen Mega Angeln zal e.e.a. gelden.

De Anglische Mark moet niet worden verward met het Engelse Pond dat in de 14e en 15e eeuw in West Nederland wordt gebruikt als betaalmiddel, naast o.a. de eigen muntsoorten, de Engelse Nobel, de Franse Nobel en andere buitenlandse muntsoorten.

Waarom de Anglische Mark de munteenheid van Fivelingo en Oldambt vormt, is vooralsnog niet met zekerheid bekend. Sinds circa 1014nC wordt provincie Groningen bestuurd door een prefect van het bisdom Utrecht. In 1250nC heeft stad Groningen dankzij haar kooplieden inmiddels zoveelr macht gekregen dat ze meer zelfbestuur eist. Hunzingo en Fivelingo zijn tegen en belegeren de stad om de macht van stad Groningen in te perken. Stad Groningen verzoent zich met hen, maar eist het vertrek van de prefect. Die krijgt alleen nog zeggenschap over de Ommelanden. In 1338 verenigen de Ommelanden zich om sterker te staan tegenover de stad Groningen.

In de 14e eeuw berust het muntrecht bij de heersende vorst. Voordien was het gebruik van muntsoorten vrij. Rond 1580 beginnen de Ommelanden met een eigen muntslag. Bij de invoering van de Codex Oldomptis in 1327 is dus mogelijk gekozen voor de Anglische Mark, omdat die munteenheid reeds geruime tijd zeer gangbaar is in de regio. Kennelijk bezit Angeln in die tijd nog zoveel economische macht, dat haar munt in wijde omtrek nog steeds als betaalmiddel wordt gebruikt. Dit kan te maken hebben met de economische activiteiten van de kooplieden in stad Groningen, die immers over supraregionale handelscontacten zullen beschikken. O.a. in de veehandel met Denemarken.

Numismatiek: De Anglische Mark is geen gangbare munt, maar een financiële rekeneenheid ter waarde van 160 Pennies. De Penny is een Engelse munt uit de 8e eeuw nC en is zo stabiel dat ze tot in de 14e eeuw een centrale munt is op de Europese geldmarkt. (> Penny) De rekeneenheid is mogelijk geïntroduceerd door kooplieden uit Engeland vanwege de belangrijke Fries-Engelse handel in NW Europa. Ze wordt ook gebruikt in Fivelingo.

De term Engels~ bestaat al zeker ruim vóór 1250nC. (> Engels) Waarom de genoemde rekeneenheid dan Anglische Mark wordt genoemd, hangt mogelijk samen met het feit dat Fivelingo sinds circa 400vC wordt bewoond door Angelen. (> Fivelingo) Sinds circa 750nC vestigen zich daar ook Friezen. (> Friezen) Kennelijk hebben de Angelen rond 1327 nog een dominante positie in Fivelingo en wordt de rekeneenheid daarom de Anglische Mark genoemd.
** CFO, Geldstelsel, Veehandel, Ossenweg, Fivelingo, Wapenfeiten
# brittenburg.net 17.11.09, NGE, WP, DAB, KBG

Anglisko:
Oud Teutoons (400-300vC) voor Engels.
** English, Teutoons, Lx (KTE)

Anglocs:
Locatienamen op Continent afgeleid van Anglisch of Engels.
Aengum(Anjum)/NOFriesland (# Humsterland)
Angelbeck/Osnabrück/NederSaxen (# Groot Angeln)
Angelberg/Augsburg/Beieren (# Thuringen)
Angelburg/Osnabrück/NederSaxen (# Groot Angeln)
Angelhausen/Thuringen
Angelradink/Borken/Westfalen (ZA)
Angelre/Doesburg (N 1650nC; # Beltrum) > Angerlo
Angelrode/Thuringen
Angelsborg/OstFriesland (ZA)
Angelsloo/Emmen (N 1049nC; # Groot Angeln)
Angelstein/Arnhem (ZA)
Angholm/Finland
Engbergen/Gendringen/Achterhoek (# Twente)
Engden/NederSaxen (# Groot Angeln)
Engeland(Englandi)/Beekbergen (N 801nC; Angerslo/Liemers)
Engeland/Beesd/Gelderland (ZA)
Engeland/Dalfsen (# Groot Angeln)
Engeland/Hardenberg (# Bargen/Emmen)
Engeland/Hoogvliet/ZH (ZA)
Engeland/Kennemerland (ZA)
Engeland/Oldebroek/Veluwe
Engeland/Ruinen (# Z.Groningen)
Engelbert/Groningen (# Losdorp)
Engelborg/Garrelsweer (ZA)
Engelen/DenBosch (# Engeler/Veluwe)
Engelenburg/Brummen (ZA)
Engelenburg/Herwijnen (ZA)
Engelendaal/Leiderdorp (ZA)
Engeler/Veluwe (N 1593; # Beekbergen)
Engelhuizen/Groenlo (N 1461nC; # Beltrum)
Engelrode/Beusichem/Gelderland
Engelsbach/Westfalen
Engelsdorf/Westfalen
EngelseMeer/DenBosch
EngelseWerk/Zwolle
Engelskirchen/Thuringen
Engelum(Anglum, Ingelum)/Friesland (N 1335nC; # Humsterland)
Engerhave/OstFriesland
Engewerdt/Humsterland/NWGroningen
Engholm/Kopenhagen
Englum/Groningen (S 450vC; # Angeln)
Engwierum/Friesland
Enschede(Engstede)/Twente
Hengelo/Achterhoek
Hengelo/Twente
Hengeveld/Sinderen/Achterhoek (# Twente)
Hengevelde/Twente (# Groot Angeln)
Ingaldinghem/Groningen
Ingelheim/RijlandPalts
Ingilin/Thuringen
** Angelsites

Anglum:
** Engelum

Angologie:
I.e. de leer over de Angelen. Op grond van:

1. het heldendicht Beowulf van circa 763 nC (> Beowulf)
2. het gedicht: "Ing waes aerest mid Eastdenum" (> Ingwi)
3. de Skjöldungasaga van circa 1190 nC (> Saga's, Odin)
4. de historiciteit van overleveringen (> Beowulf)
5. de these dat de Oer Angelen hun herkomst zeker kennen

mogen we concluderen dat de Angelen voortkomen uit de Denen en dat hun oervader ene Ingwi moet zijn geweest. Ingwi is echter een naam die ook voorkomt bij de Inglings, een oud Zweeds koningsgeslacht. Zweden en Denemarken zijn echter oorspronkelijk samen met Noorwegen een eenheid. Mogelijk is Ingwi dus een koning uit het Koninghuis van Denemarken, dat voortkomt uit het Zweeds koningshuis, dat in Zuid Zweden zetelt, waar de Goten wonen. De Denen komen dus voort uit de Germaanse stam der Goten. (> Goten)

 

Volgens het gedicht over Ingwi vaart hij met zijn boot vanaf Leire op Seeland naar het zuiden, waar hij rond 665vC landt in het gebied dat later de naam Angeln krijgt. Terwijl Ingwi in Angeln vertoeft, pleegt zijn broer een staatsgreep. Aldus de overlevering. Ingwi accepteert de situatie en vestigt zich definitief in Angeln. Zijn nazaten worden talrijk en worden Angelen genoemd. Deze Angelen lijken zeer voortvarend en hun rijk groeit uit naar het zuiden. Uit Angeln ontstaat 500-300vC Groot Angeln, waaruit 300vC-600nC Mega Angeln groeit, een rijk langs de Noordzee van Denemarken tot de Rijn. Dit wordt mede veroorzaakt doordat de Angelen in de loop der eeuwen de aldaar wonende Chauken absorberen. (> Chauken)
 

E.e.a. wordt bevestigd door een tekst uit bron ASC, geschreven rond 900nC. Volgens bron ASC omvat Angeln anno 449 nC het hele gebied weste betwix Iotum and Seaxum ofwel westelijk tussen Jutland en Saxenland. Groter dan anno 2007 dus. (> Oud Anglisch/citaat) Letterlijk schrijft bron ASC (900nC):

Of Angle comon -- se a sittan stod weste betwix Iotum and Seaxum [westelijk gelegen tussen Jutland en Saxenland] -- East-Engel, Middel-Engel, Mierce [Mercia], and ealle [heel] North-Humbre.
Deze localisering betekent dat Angeln rond 900nC volgens bron ASC zeker ver buiten de huidige grenzen lag. Deze visie strookt volledig met andere gegevens.

Na de massamigratie van Angelen naar Brittannia in 350-650 nC raakt Mega Angelen enigermate ontvolkt. Hierdoor aangetrokken settelen zich circa 775nC steeds meer Saxen in Oost Nederland. Hierdoor valt Oost Mega Angeln af en blijven Noord en West Mega Angeln over, aan de Elbe gescheiden door het inmiddels uitgebreide Saxenland. West Mega Angeln komt dan sinds circa 650 nC in handen van de westwaarts oprukkende Friezen. (> Magna Frisia) Door deze factoren krimpt Mega Angelen in 500-700 nC weer in tot het oorspronkelijke (Klein) Angeln, zoals dat is anno 2009. Vele Angelen blijven daarbij achter in diverse enclaves van hun oorspronkelijk woongebied. Zij worden in de loop der tijd op hun beurt helemaal geabsorbeerd in het nieuwe Saxenland en het uitbreidende Friesland.

Resumerend kan worden gesteld dat in de loop der eeuwen Angelland groeit en weer inkrimpt. O.a. door de massamigratie naar Engeland in circa 400-600 nC. Rond 600 nC is Angelland zodanig gekrompen dat de Angelen op het Continent nauwelijks nog worden genoemd. Toch wonen ze nog in vele gebieden van het oude Mega Angeln, waar zich sinds 775 nC Saxen geleidelijk vele vestigen. Op grond van de bekende feiten en veronderstellingen kan het volgende overzicht worden gemaakt:

665vC------- Ingwi vestigt zich in Angeln, mogelijk bij Haithabu
665vC-489nC Koninkrijk Angeln (> Angeln)
500vC------- Angeln groeit zuidwaarts langs de Noordzee tot de Rijn
500vC-300vC Groot Angeln: Angeln strekt zich uit tot in Noord Groningen
300vC-600nC Mega Angeln: Angeln strekt zich uit tot aan de Rijn
100vC------- Friezen scheiden zich af van de Angelen
100nC------- Saxen vestigen zich in NO Duitsland vanuit Noord Polen
200nC------- Angelen migreren naar Zuid Duitsland, o.a. Thuringen
405nC-800nC Offaland: Offa breidt Mega Angeln uit tot aan de Maas.
450nC-600nC Angelen en Saxen migreren massaal naar Brittannia
600nC-775nC Saxen settelen in NW Duitsland en NO Nederland
800nC-heden (Klein) Angeln: Angeln strekt zich uit tot de Eider
800nC-heden Diverse Anglische enclaves in NO Nederland en NW Duitsland

** Angeln, Groot Angeln, Mega Angeln, Offaland, Ingwi, Pint, Saga's, Beowulf, Odin, Angelland, Migratiestromen, Overleveringen, Zweeloo, Angelsites, Groot Veenland, Koninkrijk, Expansie

Angon:
Speciale speer gebruikt door Germanen. Mogelijk ontworpen naar het model van de Romeinse pilum. Speren zijn tot ver in de Middeleeuwen het belangrijkste militaire wapen. Een speer is makkelijk te maken en te hanteren. Meestal gebruikt een krijger drie speren en een schild. De speren houdt hij in één hand. Goed geworpen speren zijn vaak dodelijk door hun scherpte en kracht. Aangezien Saxen zijn genoemd naar hun saexe (= zwaard), kan men zich afvragen of Angelen mogelijk zijn genoemd naar de angon (angen). Op de helm van de Anglische koning Redwald (gst 625 nC), gevonden in Sutton Hoo, zijn vele afbeeldingen met krijgers aangebracht. Aangezien Redwald een Anglische koning is, is de kans zeer groot dat afgebeelde krijgers Anglische soldaten moeten voorstellen. Deze soldaten hanteren speren en dolken (of korte zwaarden), die gezien hun lengte en rechtheid geen saexen kunnen zijn. Saexen zijn namelijk vrij lange kromzwaarden en hebben inkepingen. Ipso facto kunnen de afgebeelde krijgers geen Saxen voorstellen. Het hoofdtooi (helm) van de krijgers bestaat uit twee half gebogen en naar elkaar gewende koppen van adelaars met lange, gevederde halsen. Aangezien de witte adelaar een oud symbool van de Angelen is, moeten we hier welhaast zeker te maken hebben met Anglische strijders. Temeer daar de snavels en veren van de adelaars opzettelijk wit gemaakt lijken, itt de brede, donkere sierbanden op de halflange jassen. Uit latere gegevens blijkt dat de soldaten witte (linnen) broeken dragen met daarover een halflange jas van goudgele kleur en met brede biesbanden in bruinrood en met diverse motieven. De jassen hebben geen knopen, maar worden links over rechts geslagen en met een brede riem vast gehouden.

- Herders
Angon betekent in het Maleis herder, veehouder. (KBL) Van herdersvolken in Afrika is bekend dat ze speren en schilden hanteren. O.a. de Watusi in Kenya. De speren en schilden dienen als wapen en bescherming tegen wilde dieren en vijandige mensen. Aangezien het Maleis in de verte in relatie staat met de Indo-Europese talen, is het denkbaar dat Angon, zijnde een wapen van herders, een woord is waarmee uiteindelijk ook de herders zelf mee aangeduid werden. Dat het Maleise woord angon inderdaad ook speer kan hebben betekent, is zeker plausibel aangezien het Maleise woord angin wind betekent, het geluid dat zo kenmerkend is van speren die door de lucht suizen. De associatie van mensen met een speciaal wapen gebeurde ook met saexe = kromzwaard, waarmee uiteindelijk de Saxen worden aangeduid, zijnde mensen die zich kenmerken door bezit en gebruik van een saexe. Saxen of Sachsen is dan tevens geworden het land waar Saxen wonen: Niedersachsen (N Duitsland) en Essex (East Saexe), Wessex (West Saexe) en Sussex (Suth Saexe) in Engeland.

- Odin
Volgens overlevering is de speer het symbool van de mythische kracht van Odin. De scepter is daarvan een afgeleide, waarmee de koninklijke macht wordt gesymboliseerd. Ook de Anglische koning Redwald (gb 565) heeft een scepter. Die is gevonden in zijn graf in Sutton Hoo. (> Suffolk, Wetsteen)

- Angelen
Analoog aan de Saxen zouden de Angelen mogelijk kunnen zijn vernoemd naar de Angon, de speer via de overgangen: angon/angen (= speer) > angon/angen = herder > Angenland (= land van de Angen) > Angeland/Angland > Angeln > Angel = inwoner van Angeln. Deze these verklaart tevens de herkomst van locaties als Angholm. Opmerkelijk is in dezen dat op een oude runesteen in Angeln Ankland staat, waarmee Engeland is bedoeld. De verwisseling van de klanken k en g komt veel voor. E.e.a. impliceert dat de Angelen in het verre verleden herders zijn. Kijken we naar latere tijden dan valt op dat schapenhouderij kenmerkend is voor Engeland en Australië en koeienhouderij voor Amerika en Australië. Mogelijk zijn deze veeculturen traditionele voortzettingen uit het verre verleden.

- Afbeeldingen
Op een website van de Univeristy of Manchester staat een tekening van een Anglische krijger met een speer, een dolk en een schild. De tekening is gebaseerd op historische gegevens. (> Kleding) Ook het historische beeld van de Anglische koning Edwin van Northumbria voert deze attributen. (> Edwin van Northumbria). Ook koning Redwald van East Anglia (gst 625nC) voert een speer als belangrijkste wapen en een helm met grima (masker). Anglische soldaten in re-enactment shows hebben steeds genoemde attributen. We mogen derhalve aannemen dat Anglische krijgers inderdaad speren voeren als voornaamste wapen.
** Maleis, Ankland, Heraldiek (Witte Adelaar), Hasten, Angantyr
++ Redwald van East Anglia (gst 625nC)

Angstege:
Dorp circa 10 Km ZW van Aurich en circa 12 Km pal zuid van Engerhave in Ost-Friesland, Neder-Saxen. Vermeld op een kaart uit 1585 van Gerhard Mercator.

Ankhkruis:
Symbool van levenskracht uit het oude Egypte. In de hand gedragen door vele figuren op oude muurschilderingen of reliefs.
** Horus

Ankland:
Benaming van Engeland op een runesteen in Angeln uit de 4e eeuw nC.
** Angland

Apeldoorn:
** Hengevelde Wijhe

Archeologie:
Betreft artefacten mbt Angelen:
¶ Amrum: wetsteen (1000vC*) > Zonnering
¶ Didam (200vC-350nC):
-- Anglische nederzetting > Didam
¶ Didam, NieuwWehl, Baard (200nC):
-- dobbelstenen > Dobbelen
¶ Garmerwolde (100vC) > Garmerwolde
¶ Zweeloo (100-450nC) > Zweeloo, Prinses van Zweeloo
¶ Angeln (Thorsberg en Nydam circa 400nC):
-- wapens, battledress, ornamenten, leren kleding, gereedschap, schepen, etc. > Thorsberg
¶ Sleswig/N.Duitsland (circa 400nC):
-- urnenveld bij Borgstedterfeld. > Thanatologie
-- ovale broches, sterk lijkend op broches uit graven in Engeland
¶ N.Engeland:
-- graven van Angelen. > Thanatologie
¶ Sutton Hoo (Suffolk, East Anglia, rond 625nC)
-- graf van koning Redwald (gb 565nC) > Suffolk
¶ Staffordshire (circa 650nC):
-- gouden munten, sieraden en wapendecoraties. > Staffordshire
¶ Wynaldum/Harlingen (circa 650nC):
-- mantelspeld: goud, versierd met gemmen en edelstenen. > Wynaldum
¶ Aalsum/Groningen (circa 750nC):
-- urn, creamtieresten, dobbelsteen, etc > Aalsum
** Sporenlijst
# ASW, STC, spiritus-temporis.com 31.5.09, DAB

Architectuur:
Een tocht door Angeln leert dat witte huizen de overhand lijken te hebben. Vooral oude huizen zijn prachtig en gezellig van stijl en vaak afgedekt met donkere rieten daken. Nog oudere huizen hebben vaak ook houten vakwerk en de muren zijn soms

geschilderd in mooi oker of wijnrood, soms in zgn ossenbloed, een soort donker rose verf. Deze bouwstijl is nagenoeg identiek ook te zien in Nederland, Engeland (ib Lake District en ZW Engeland) en langs de NW grens van Duitsland. Kantoren, fabrieken en andere panden zijn vaak meer zakelijk van stijl en naar het lijkt minder specifiek Anglisch te noemen.
Foto rechts: een woning te Kappeln in Angeln (1971) © B.C. Kranenburg
** Huizen, Ludger (gb 742)

 

Arend:
Roofvogel, ondersoort van de Valken. Vaak ook adelaar genoemd. Oeroud symbool van macht, gerechtigheid en wedergeboorte. Komt in vele culturen voor. O.a. in het oude Egypte, de Soemeriërs en Indianen in Amerika. De arend wordt vaak geassocieerde met de zon en geldt verder als symbool voor de oppergod. O.a. Jupiter, Zeus en Ahoera Mazda. Later ook symbool van staatsmacht. Bij de oudste Angelen is de witte arend het symbool van de tribale eenheid en trots. (> Arnlev van Angeln) In Engeland komt de arend weinig voor als heraldisch symbool. Alleen bij enkele oude geslachten. O.a. Lichtfield en Berkeley. Vaak een arend in goud, links gekeerd, op een groen veld met een touwknoop onder de poten. Dit zijn geslachten die vrijwel zeker afstammen van de oudste Anglische koningen.
** Valk, Aeglesthrep, Herladiek, Koninkrijk (Wapen)

Arnlev:
Noord Germaanse naam. Anglisch: Arnlaeg = aran (arend) + laeg (sjamaan, arts).
Dus: Arend de Geneesheer. Engels: Arnley.

Arnlev van Angeln (225*-165*vC)
Legendarische koningszoon van Angeln die met twee kameraden vlucht voor aanvallen van Denen in Oost Angeln. Arnlev klimt op een gegeven moment in een boom om goed te kunnen zien waar de Denen zitten. Plotseling wordt hij aangevallen door een grote witte adelaar. Als Arnlev verder klimt, ziet hij een nest met drie jonge kuikens. Hij begrijpt meteen dat hij wordt aangevallen omdat de adelaar haar jonkies wil verdedigen. Dan gaat er een licht in hem op. Hij beseft dat hij niet moet vluchten voor de Denen, maar terug moet keren om zijn land te verdedigen. Zijn twee kameraden denken daar echter anders over en vluchten verder. Arnlev keert terug en is zo gemotiveerd dat hij met zijn landgenoten de Denen weet te verjagen. Gezien de historische feiten en thesen mbt Angeln kan e.e.a. zijn geschied rond 200vC.
** Heraldiek (Witte Adelaar), Sjamanen

Arto Anglisch: (2000-heden)
Kunstmatig gecreëerd Anglisch/Anglish vanuit het Engels. Alle Engelse woorden van niet-germaanse herkomst zijn of worden vervangen door Germaanse woorden. Waar Germaanse woorden ontbreken, worden zelf Oud Germaans lijkende woorden gebruikt, samengesteld uit andere Germaanse woorden of zelf bedachte woorden, die Oud Germaans aandoen.
# DVB, KBG

Asbool:
** Angel-Saxen, Nokkruis

ASC:
Anglo-Saxon Chronicles. Serie kronieken in Engeland bijgehouden in 832-1154, geschreven in de oorspronkelijke Angel-Saxische taal c.q. het Oud Engels. De kronieken beschrijven de belangrijke historische gebeurtenissen in Engeland in de Vroege Middeleeuwen. I.b. de invasie van Angelen, Saxen en Juten, de raids van Noormannen, Vikings en Denen, en de invasie van de Normandiërs in 1066 onder Willem de Veroveraar. De oudste delen beginnen rond de jaartelling en bevatten compilaties uit Gildas, Hieronymus, Beda en andere werken.
Anglo-Saxon Chronicles. Serie kronieken in Engeland bijgehouden in 832-1154, geschreven in de oorspronkelijke Angel-Saxische taal c.q. het Oud Engels. De kronieken beschrijven de belangrijke historische gebeurtenissen in Engeland in de Vroege Middeleeuwen. I.b. de invasie van Angelen, Saxen en Juten, de raids van Noormannen, Vikings en Denen, en de invasie van de Normandiërs in 1066 onder Willem de Veroveraar. De oudste delen beginnen rond de jaartelling en bevatten compilaties uit Gildas, Hieronymus, Beda en andere werken. Hieronder een transcriptie van de orginele tekst van de eerste jaren sinds 449nC:

449. Hier Martianus and Valentinus onfengon rice [krijgen macht],
and ricsodon [regeren] seofon [zeven] winter. And on hiera dagum [deze dag] Hengest and Horsa, fram Wyrtgeorne [Vortigern] gelathode [uitgenodigd], Bretta kuninge [koning], gesothon [getrouwe] Bretene on thaem [hun] stede genemned [genaamd] Ypwinesfleot [Ebbsfleet in Thanet?], aerest [eerste] Brettum to fultume [helpen], ac hie [hij] est on hie fuhton.
Se [deze] kuning het hie feohtan ongean Peohtas [gevochten tegen
de Picten]; and hie swa duden, and sige haefdon [zegeviert] swa hwaer swa hie comon [waar hij ook komt]. Hie tha sendon to Angle [Angeln], and heton him sendan maram fultum [vraagt hem meer troepen te zenden]; and heton him secgan Bretweala nahtnesse [en vertelt hem over de rampspoed in Brittannia] and thaes landes kuste. Hie tha sendon him maran fultum. Tha comon [komen] the menn of thrim maegthum Germanie [drie Germaanse machten]: of Eald-Seaxum [Oud Saxen], of Englum [Angeln], of Iotum [Jutland].
Of Iotum comon Kantware [bewoners van Kent] and Whitware --
thaet is eo maegth the nu eardath [woont] on Wiht -- and thaet kunn [volk] on West-Seaxum the man nu giet [nog steeds] haett 'Iotena kunn'. Of Eald-Saexum comon East-Seaxe and Suth-Saexe and West-Saexe. Of Angle comon -- se a sittan stod weste betwix Iotum and Seaxum [westelijk gelegen tussen Jutland en Saxenland] -- East-Engel, Middel-Engel, Mierce [Mercia], and ealle [heel] North-Humbre.
455. Hier Hengest and Horsa fuhton [vechten] with Wyrtgeorne
thaem kuninge in thaere stowe [schuilplaats] the is gekweden [genaamd] Aeglesthrep [Arendsterp; Aylesford in Kent?]; and his brothor Horsan man afslog [afslachtte]. And aefter thaem Hengest feng to rike [kwam aan de macht], and Aesc his sunu [zoon].
457. Hier Hengest and Aesc fuhton [vechten] with Brettas [Britten]
in thaere stowe the is gekweden Crecganford [Crayford], and thaer ofslogon [afslachten] feower [enige] thusend wera [soldaten]. And tha Brettas tha forleton [verlieten] Kentland, and mid micla ege [grote vrees] flugon to Lundenburig.
473. Hier Hengest and Aesc gefuhton with Wealas, and genamon
unarimedlicu here-reaf [namen gevangen talloze legerofficieren], and thä Wealas flugon thä Engle swa swa fur [als voor vuur].
495. Hier comon twegen ealdormenn [twee oldermannen, leiders] on
Bretenne: Cerdic and Cynric his sunu, mid fif scipum [vijf schepen], in thone stede the is gecweden Cerdicesora [Cerdicsford]. And ilcan daege [elke dag] gefuhton [gevochten] with Wealum [Wales].

 
** Gildas, Beda, Vortigern, Engist van Angeln, Oud Anglisch
# WP, ASP, DAB

Asland:
Fictieve naam voor een groot gebied in Mega Angeln waar sinds circa 775nC zowel Angelen als Saxen wonen. In de periode 300vC-775nC wonen er voornamelijk Angelen. Pas sinds 775nC komen geleidelijk ook Saxen wonen in dit gebied. De culturele en politieke verschillen tussen Angelen en Saxen zijn echter gering. Zeker door het verbond dat beide Germaanse volken sluiten in 125nC in het gebied tussen de Eems en de Elbe. Asland omvat zodoende rond 900nC het hele gebied van Mega Angeln minus Friesland en West Nederland.
** Angel-Saxen, Mega Angeln, HAA

 

Aslands: (750nC-heden)
De taal gesproken in Asland, het gebied tussen Denemarken en de Rijn, in NO Nederland en NW Duitsland. (> PgAng: Asland) Deze taal is oorspronkelijk Anglisch. Sinds circa 100nC vestigen ook Saxen zich steeds meer in Asland. Daardoor verandert ook het Aslands van Oer Anglisch naar meer Angel-Saxisch, of liever Saxo-Anglisch. De Angelen en hun invloed blijven namelijk door de eeuwen heen dominant en wel circa 2.4x groter. (> ASV) Het Anglisch blijft dus feitelijk de basistaal waaraan Saxische invloeden worden toegevoegd sinds circa 100nC. Op grond van de beschikbare teksten is het volgende overzicht te maken:

Circa 800 nC wordt het Latijnse Credo vertaald in het Saxisch in de Achterhoek:

Forsachistu diabolae?
Ec forsacho diabolae!
End allum diobolgelde?
End ec forsacho allum diobolgeldae!
End allum diobeles wercum?
End ec forsacho allum dioboles wercum!
And wordum, Thunaer ende Woden ende Saxnote?
Ende allum them unholden the hira genotas sint!
Gelobistu in Got alamehthigan fadaer?
Ec gelobo in Got alamehtigan fadaer!
Gelobistu in Christ gotes suno?
Ec gelobo in Christ gotes suno!
Gelobistu in halogan gast?
Ec gelobo in halogan gast!

Ofwel:
Verzaak je de duivel?
Ik verzaak de duivel!
En alle duivelsoffers?
En ik verzaak alle duivelsoffers!
En alle werken van de duivel?
En alle werken van de duivel!
En woorden, Donar en Wodan en Saxgenoot?
En woorden, Donar en Wodan en Saxgenoot!
En alle afgoden die hun gezellen zijn?
En all afgoden die hun gezellen zijn!
Geloof je in god, de almachtige Vader?
Ik geloof in god, de almachtige Vader!
Geloof je in Christus, Gods zoon?
Ik geloof in Christus, Gods zoon!
Geloof je in de Heilige Geest?
Ik geloof in de Heilige Geest!

Tekst afkomstig uit de Historische Schets I van de PKN Gemeente te Zelhem. (> HSZ)

Op een steen uit circa 950 nC in Wedelspang bij Selk in Anglen staat in runentekens de volgende tekst (transcriptie):

thurlf risthi stin thensi
himthigi svins eftir erik filaga
sin las warth
tauthr the trekiar satu um
haithabu ian han
was sturi matr tregr hartha
kuthr

ofwel:
Thorulf riste deze steen
ter ere Sven's nadat Erik filage
zijn lot werd
gedenk de strijders zaten om
Haithabu en hij
was stuurman harde strijder
kundig

ofwel:
Thorulf kerfde deze steen
ter ere van Sven toen Erik's steken
zijn lot werd.
Gedenk de strijders die zaten om
Haithabu en hij
stuurman was, de geharde
en kundige strijder.

De Codex Fivelingo en Oldambt van 1327 begint bevat o.a. volgende teksten, die gerekend moeten worden tot de Anglische taal (> CFO, Anglische Mark):
Thit sent tha keran and tha doman wisera liuda Fyvelghelondis ende Aldeomptis ief Mentrawaldmonnas; thisse in to nimane and ut to rekane.
ofwel:
Dit zijn de keuren en oordelen van de wijze lieden van Fivelingo en Oldambt ofwel Menterwald; deze zijn te nemen en te rekenen.

Jnt erst: Werther en mon fallit ofta othera lond inna thet other, sa scel ma hine ielda mith xvi mercum anglischis and ene haudlesene tha riuchtrum, ther to tha riuchte sweren hebbat, to brecma and thio haudlesene bi xxxvj schillingum.
ofwel:
Eerstens: Wordt een man uit het ene land in het andere gedood, zo zal men hem beboeten met 16 Anglische marken en een halslosgeld aan de rechters, die voor het rechterambt hebben gezworen, te borgen en het halslosgeld zij 36 schillings.
...
Art. 9: Hebbet ther hvesen thrya brotheren, and een ther fan lywath, and tha thwa hebbeth bern theen, tha ene een beern, tha other fyuwer beern, sa ne aecht thy maerre theam nowt mar fon tha lauwa, sae thy mynre thaem.
Ofwel (vrij vertaald):
Als er waren drie broers, en een daarvan leeft, en de twee (anderen) hebben kinderen achtergelaten, de ene één kind, de ander vier kinderen, dan erft elke tak evenveel.

In 1364 bericht de Stader Coplar over een kapel in Cranenburg bij Bremen in Neder-Saxen. De kapel staat naast de veenborg Cranenburg. Segebaldo Marschalck van de Cranenburg schenkt in 1461 de kapel een klok met de inscriptie
Anna bin ick geheten, Segebalde leth mi gethen.
ofwel:
Anna ben ik geheten, Segebalde liet me gieten.

Aldus het Lagerbuch der Kapelle Cranenburg. (> Lx: Kranenburg Neder-Saxen)

Op vele oude vakwerkhuizen in Kappeln (Angeln) staan spreuken die erg doen denken aan Oud Nederlands met een vleugje Duits (Saxisch) en Fries.

Zoals bijvoorbeeld:

Wer will buen an de Straten, mot de Minschen reden laten.
ofwel:
Wie wil bouwen aan de straten, moet de mensen kletsen laten.

Het staat anno 1971 op een balk van een prachtig oud vakwerkhuis met zwarte balken en witte muren in Kappeln. (> Angeln) In meer huizen in Kappeln zijn dergelijke balken geplaatst met spreuken in dezelfde taal. Deze taal moet daar dus reeds lange tijd de volkstaal zijn.
** VTO, VWL

ASN:
Anglo-Saxons.net

ASP:
Sweet's Anglo-Saxon Primer
9e editie, herzien door Norman Davis, professor in de Engelse Taal aan de University of Glasgow. Clarendon Press, Oxford, september 1952

Asterreyda:
Dorp in Reiderland, verdronken in 1277. Oudste vermelding 1272. Voordien mogelijk genaamd Hriadi of Hriedi. Ast = oost.
** Reiderland

Asterwalda:
Later Oosterwold genoemd, zijnde het oostelijk deel van het Gorecht in Groningen. Wordt 1249nC al genoemd. Ook als Astawalda. Ast en wald zijn beide Anglische termen. We mogen dus aannemen dat we hier te maken hebben met een Anglische regio.
** Wold, Fivel (kaart), Oud Fries
# WEW (p40-41), KBG

ASV:
Betreft Angel-Saxische Verhoudingen.
¶ Er zijn vooralsnog geen oorlogen bekend tussen Angelen en Saxen. Noch op het Continent, noch in Brittannia. Sterker: er zijn drie historische verbonden gesloten tussen deze twee Germaanse volken: in 150nC in het gebied Eeems/Elbe, circa 650nC in de Cotswolds en 889nC door het huwelijk tussen Ethelred II van Mercia en Ethelflaed van Wessex, dochter van koning Alfred de Grote van Wessex. Met dat huwelijk is de basis gelegd voor de verdere unificatie van Engeland. Mercia omvat het Anglische Rijk in Midden en Noord Engeland, en Wessex omvat het Saxische Rijk in Zuid en Oost Engeland. (> Angel-Saxen)
¶ Het feit dat de expansie van de Saxen in NW Duitsland en NO Nederland pas plaats vindt circa 150-775nC, duidt erop dat de achtergebleven Angelen op het Continent in staat zijn de opmars van de Saxen tot die periode succesvol te temperen, ondanks het feit dat het Koninkrijk Angeln in 489 ophoudt te bestaan als gevolg van de massamigratie van Angelen naar Brittannia en de aanvallen van de Denen. Dit duidt er tevens op dat er nog genoeg Angelen zijn blijven wonen in hun homelands op het Continent om weerstand te bieden tegen de Denen en de Saxen. (> Saxen)
¶ Offa van Angeln doodt circa 405nC ergens nabij Bremen een zoon van de Saxische koning, ivm met de expansie van de Saxen. (> Offa van Angeln)
¶ Vaak is niet duidelijk of we in een bepaald bestek te maken hebben met Angelen, met Saxen of met beide volken. In de Doomsday Book van 1068, waarin alle grondbezitters in Engeland zijn geregistreerd, komt de naam Saxi behoorlijk vaak voor in typisch Anglische gebieden in Engeland. Ook plaatsnamen met Sax komen anno 2009 nog veel voor in die gebieden. Zoals o.a. Saxby in Lincolnshire. Maar ook in gebieden op het Continent komt de verwarring voor. O.a. in Noord Groningen. Taalkundig rijst ook vaak de vraag of een tekst Anglisch of Saxisch is. O.a. in Olfries. Beide talen lijken dicht bij elkaar te liggen. Dat kan duiden op verwantschap, maar ook op sterke beïnvloeding. Gezien het samengaan van Angelen en Saxen op het Continent (125nC) en in Engeland (400nC) lijkt e.e.a. zeer reëel. Maar meer nog omdat zowel Angelen als Saxen hun roots lijken te hebben in Zuid Zweden.
ing/ink: De uitgang -ing in namen in NO Nederland duidt naar zeggen op Anglische herkomst. Die op -ink daarentegen op Saxische herkomst. Uit onderzoek blijkt dat de ing/h komt circa 2.4x vaker voorkomt dan ink. Ofwel: De Anglische vorm komt 2.4x vaker voor dan de Saxische vorm. Hieruit volgt dat de Anglisch factor in Noord-Oost Nederland 2.4x groter is dan de Saxische factor. Ofwel de Anglische factor omvat 2.4/3.4=0.706=70.6% van het geheel. De Anglische wortels lijken dus merkbaar sterker vertegenwoordigd dan de Saxische. (> ing/ink)
ing/ink(2.4/1)//migratie(2.4/1): Kijken we naar de aantallen Angelen en Saxen die naar Brittannia migreren in 450-500nC, dan krijgen we circa 360.000/150.000=2.4/1. Ofwel: de Anglische factor bedraagt hier 2.4/3.4=0.706= 70.6% van het geheel. Evengroot dus als de ing/ink verhouding. De metingen lijken dus betrouwbaar. (> Engelandvaarders) Een zeer opmerkelijke gelijkheid!

De enige reëele verklaring voor deze gelijkheid kan zijn dat deze verhouding 2.4/1 tussen Angelen en Saxen in de Anglische gebieden op het Continent al circa 450nC aanwezig is en dat de Angelen en Saxen in relatief gelijke mate zijn gemigreerd naar Brittannia. Verder lijkt dan dat de Saxen al vóór 450nC een redelijk geïntegreerd deel vormen binnen het hele Anglische Rijk. Dat kan een belangrijke verklaring zijn voor de naam Angel-Saxen.
Bron ASW (p 31) heeft dus kennenlijk gelijk als het schrijft:
The Anglo-Saxon peoples, then [5e eeuw nC], were probably of mixed stock, with a number of common characteristics, before they arrived in England.
ang/sax: In totaal zijn er in het Angel-Saxisch woongebied in NO Nederland en NW Duitsland 17 locaties met een verwijzing naar Angelen en 5 met Saxen. De Anglische locaties zijn dus 17/5=3.4x sterker vertegenwoordigd. Ofwel: 3.4/4.4=0.772=77.2% van de locaties zijn oorspronkelijk Anglisch. (> ang/sax)
ang/sax(3.4/1)//ing/ink(2.4/1) De Angelen wonen al sinds circa 400vC in NO Nederland. De Saxen wonen circa 150nC al aan de Elbe. Rond 400nC vestigen zich daar meer Saxen op de vlucht voor de Slaven, die op de vlucht zijn voor de Hunnen en zich vestigen in Pommeren/N.Duitsland in het gebied tussen Weichsel en Elbe. (> Volksverhuizingen) De Angelen wonen dus al ruim 2009+400=2409 jaar in NO Nederland en de Saxen 2009-150=1859 jaar. De Angelen wonen dus circa 1.5x langer in NO Nederland. De Anglische roots zullen dus navenant sterker moeten zijn. De verhoudingen ang/sax=3.4 en ing/ink=2.4 lijken te bevestigen dat de Angelen de oorspronkelijke bewoners zijn van Asland (Continentaal woongebied van de Angel-Saxen) en dat ruim vóór 450nC ook Saxen zich aldaar vestigen en daarna de invloed van de Angelen relatief mindert.
¶ Resumé:
1. Angelen sinds 400vC in Asland
2. Saxen sinds 150nC in Asland.
3. ang/sax/migratie/aantal (450nC) = 2.4/1
4. ing/ink/famnames/asland/aantal (2009) = 2.4/1
5. 3+4 > ang/sax/asland/aantal (400-2009) = 2.4/1
---> Angelen stabiel numeriek in de meerderheid in Asland
---> Angelen relatief stabiel aanwezig in Asland.
---> ang/sax/engeland = ang/sax/asland = 2.4/1
6. ang/sax/locaties/asland/aantal (2009) = 3.4/1
---> Anglische locatienamen in Asland stabiel
---> Anglische macht in Asland stabiel sinds 150nC
7. Locatienamen veranderen niet snel. Als ze veranderen dan normaliter door vestiging nieuwe bevolking + verdwijnen oerbevolking.
8. 5+6+7 bevestigen:
---> Vele Angelen blijven in Asland ondanks massamigratie naar Brittannia rond 450nC.
---> Angelen oudste bevolking van Asland.
9. ang/sax/asland/woontijd (2009) = (2009+400)/(2009-150) = 2409/1859 = 1.3/1
¶ Gezien het voorgaande kan men stellen dat de gebieden Neder-Saxen, Westfalen en NO Nederland waar de Saxen zich hebben gevestigd, feitelijk Angel-Saxisch genoemd moeten worden. Dat ze desondanks normaliter alleen als Saxisch worden genoemd, betekent dat de Angelen in die gebieden geen of nauwelijks nog betekenis lijken te hebben of dat ze worden verzwegen. Feit is dat Angeln in 500-700nC geleidelijk wordt veroverd door de Denen. Nadien lijkt de rol van de Angelen in NW Europa uitgespeeld. Dat kan komen doordat Angeln in feite het kernland is van Mega Angeln, het Anglische Rijk dat zich uitstrekt van Denemarken tot aan de Rijn. De centrale bindende factor is dus verdwenen voor de Angelen in de buitengewesten. En daarmee naar het lijkt ook de eigen identiteit.
¶ Opmerkelijk is dat de ing/ink verhouding aangeeft dat de Anglische invloed in NO Nederland anno 2009 2.4x groter is dan de Saxische. (> ing/ink) Waarom worden de Angelen daar en elders in het NW van het Continent dan niet meer genoemd sinds circa 500nC? Het enige reëele antwoord op deze vraag lijkt de urbanisatie. De Saxen lijken een voorkeur te hebben voor grote steden, waar ze hun ambachten kunnen beoefenen en handel drijven. Dat gebeurt in Engeland in o.a. Winchester en Londen. Winchester is al vroeg een grote stad en de hofstad van Wessex. Londen komt ergens rond 900nC in handen van Wessex en is nadien altijd in Saxische handen. Op het Continent zijn Groningen en Hamburg grote steden in oud Anglisch gebied. Toch zijn ze al vroeg in Saxische handen. Wie de grote steden bezit, heeft kennelijk de macht, ook al is die numeriek in de minderheid. De Angelen lijken over de hele linie meer plattelanders en meer gericht op landbouw, veeteelt en jacht. Vooral beverjacht en schapenteelt zijn voor de Angelen zeer belangrijke bronnen van inkomsten. En de koningen van Mercia wonen eerst rond het gehucht Stone in Staffordshire en pas sinds de 9e eeuw iets groter in Stafford, dankzij Lady Ethelflaed, dochter van koning Alfred de Grote van Wessex. Zij was gehuwd met Ethelred II, de laatste Anglische koning van het Anglische Mercia, tot zijn dood het grootste en machtigste rijk van Brittannia.
¶ Een mooi voorbeeld van oneigenlijke versaxing van een regio biedt Twente. Deze regio is al sinds 100nC bewoond door Tubanten, een Germaanse stam uit de regio Lippe in NW Duitsland. Ze wonen daar al kennelijk veel langer, want in 110nC werken Tubantse soldaten in Noord Yorkshire voor de Romeinen aan de bouw van de Hadrian Wall. (> Tubanten) Twente en het aldaar gelegen Tubbergen ontlenen hun namen aan de Tubanten. Sinds circa 775nC vestigen zich daar ook Saxen, voornamelijk als ambachtslieden en handelaars in de grote locaties. Anno 2009 zien de Tukkers (inwoners van Twente) zich echter als Saxen. Sinds begin 20e eeuw voert Twente zelfs de Saxenvlag: op rood een stijgend wit paard (ros), links gekeerd. Kennelijk zijn de Tukkers helemaal vergeten dat de naam Tukker is afgeleid van Tubanten, evenals Twente en Tubbergen. Dat het gebied sinds circa 250vC ook al wordt bevolkt door Angelen, is ook helemaal aan de historische aandacht ontsnapt. (> Angelsites)
¶ Een zelfde tendens als in Twente ziet men ook in Engeland en elders. In vele teksten worden nagenoeg steevast alleen Saxen genoemd als de migranten van het Continent die zich in 450-550nC in Brittannia vestigen en worden de nazaten van hen navenant ook alleen Saxen genoemd. Dat de grote meerderheid van de migranten Angelen zijn, wordt vaak niet genoemd. De reden van deze geschiedvervalsing is vooralsnog niet bekend.
¶ Een gelijksoortige geschiedvervalsing is de oneigenlijke verfriesing van vele feiten. De oudste vermelding van de Friezen dateert van 100nC, als Tacitus ze noemt als Frisii. (> Friezen) Ze zullen dan zeker al ruim voordien bestaan, anders zouden ze in 100nC nog geen noemenswaardig volk zijn geweest. Vele historici negeren dit gegeven echter en schrijven vele feiten toe aan de Friezen, hoewel die in hun bestek zeer waarschijnlijk nog niet bestaan. Vaak wordt dan gewezen op de Friese of Friesachtige taal in dat bestek. Men vergeet dan eenvoudig dat het Fries hooguit een afgeleide is van het Anglisch, dat al in 350vC wordt genoemd en dus zeker al veel eerder bestaat. (> Angologie) Derhalve zal de genoemde taal veeleer tot het Anglisch kunnen behoren.
¶ In de Atlas van Blaeu van 1649 worden zowel de versaxing als de verfriezing van de Angelen tegelijkertijd gedemonstreerd in een simpele tekst over de bouw van de Burcht van Leiden rond 449nC door Engist, een overste van de Angel-Saxen.
De Schrijver van d'oude Hollantsche Chronijck, en verscheyde andere geleerde mannen meenen, datse [de burcht] omtrent het jaer CCCC XLIX van sekere Engistus, een Overste van de Anglen en Saxen, oft, soo sommige seggen, Koning der Vriesen, gebouwt is. De geleerde Janus Dousa heeft ook dit gevoelen gehadt, gelijck uyt de volgende vaersen blijckt:
Putatur Engistus, Britanno orbe,
Redux, posuisse victor.
Dat is:
Engist, verwinnaer uyt Britanje weergekeert.
Heeft Leyden als men meent, met dese Burgh vereert.
De citaat geeft aan dat in 1649 de meningen zijn verdeeld of men moet spreken van Angel-Saxen of Friezen, terwijl men lang daarvoor Engist een Angel-Sax noemt, terwijl Engist feitelijk afkomstig is uit Angeln en een Angel is.
** Angel-Saxen, ing/ink, ang/sax, Suxwort, Olfries, Saxen, Ye, ODA, Geordie, Lx (Ethelflaed van Wessex, DDB), Offaland (Timetable), Anglische identiteit

ASW:
The Anglo-Saxons
D.M. Wilson
Uitg. Thames and Hudson, Londen, 1960

AVA:
= afgeleid van (exclusief) Anglisch

B::

Baard:
Dorp in Friesland. Circa 8 Km ZW van Leeuwarden. Vrijwel zeker sinds circa 200nC bevolkt door Angelen uit Humsterland.
** Dobbelen

Balder:
Anglisch/Saxisch: Baldr = moedig. Zoon van Wodan en Frigg. Balder is de beste, meest wijze, meest knappe, meest welsprekende, meest hulpvaardige, meest beminde, stralende lichtgod van de Germanen in Scandinavië, waartoe ook de Angelen oorspronkelijk behoren. Balder is dus vrijwel zeker ook een Anglische god. Hij is gehuwd met Nanna. Hun zoon heet Forsete. Balder woont in het van verre stralende Breidablik, wat mogelijk Bredeblik betekent, ofwel Wijde Blik, zoals nog vele oude woningen anno 2009 in Nederland heten. Volgens overlevering is hij passief en dapper tegelijk. Zijn naam is afgeleid van bald = bald (Anglisch), bold (Engels) en boud (= flink, stevig, moedig; Nederlands). EWB: OudSaxisch/OudHollands: bald; OudEngels: beald = moedig. COD: OldEnglish/Teutonic: bald. Volgens een prachtige overlevering wordt Balder vereerd en beschermd door de Asen. Loki is echter jaloers en weet op slinkse wijze de geliefde god te doden. De verslagenheid is groot. Balder wordt met zijn paard op de brandstapel gecremeerd. Zijn ziel herrijst echter in een andere wereld.

Balder heeft veel gemeen met de Romeinse god Mercurius, de Griekse god Hermes en de Hindu god Krishna. Julius Cesar schijft circa 50nC dat de Germanen in bizonder Mercurius vereren, die ze beschouwen als gids op hun reizen en behalen van winst. (Commentarii de Bello Gallico 6.17) Vrij zeker bedoelt hij de god Balder, die vaak wordt vergeleken met Mercurius. (> Religie) Mercurius en Hermes zijn o.a. goden van de handel en winst. Hermes en Krishna zijn o.a. herders en goden van de de herders. Alle drie goden worden echter specifiek vereerd om hun bizondere schoonheid. Mercurius is gemodelleerd naar Hermes, die al in 1300 vC wordt genoemd, dus relatief kort na aankomst van Ariërs in Griekenland rond 1900 vC. De gelijkenissen tussen Balder, Hermes en Krishna zijn feitelijk goed verklaarbaar door hun common roots in het Aryanisme, de mythologie en ideologie van de Ariërs in Centraal Azië. De relatie van Balder met het Aryanisme is zeker mogelijk. De Angelen komen immers voort uit de Goten, die volgens het boek Getica van Jordanes (ovl 552nC) het Aryanisme aanhangen. Anderen denken echter dat met Getica de Griekse stam der Geten wordt bedoeld. Kennelijk was er ooit een Arische god, die als voorloper kan worden beschouwd van de drie genoemde goden. Laten we hem Balherkri noemen.

Balder's naam leeft o.a. voort in de namen Boudewijn en Baldwin en in Balderhaar, een streek bij Kloosterhaar, gemeente Hardenberg. Deze streek ligt in een groot gebied tussen Oost Groningen en de Achterhoek, dat in het verre verleden Hardinga heet en waar Angelen wonen.
** Bolder Holten, Balderhaar, Hardinga, Balherkri
# WP, WKP 17.11.09, FRI, KBG

Balderhaar:
Balderhaar is een enigszins hooggelegen streek bij Kloosterhaar, gemeente Hardenberg in NO Overijssel. Het ligt op de grens met Duitsland, waar ook aangrenzend het gehucht Baalderhaar ligt. Het hele gebied was in het verre verleden onderdeel van Hardinga, gelegen tussen Oost Groningen tot aan de Achterhoek. Daar wonen sinds circa 350 vC voornamelijk Angelen uit Noord Duitsland. De regio Balderhaar is van oudsher een veengebied. Bij het gehucht Balderhaar in Duitsland ligt ook de Balderhaar Moor, een tamelijk groot drasgebied.
Balderhaar = de haar (= zandplateau) van Balder. Het gebied is kennelijk vernoemd naar de Anglische en Scandinavische god Balder, hetgeen betekent dat in Balderhaar een specifieke vereering was van Balder. De zandplateau ligt op Nederlands gebied en wordt al vele jaren afgegraven voor zandwinning.
** Balder, Hardinga

Balherkri:
** Pg Genline

Bargen:
Fictieve naam voor een regio bij Emmen omvattend: Noordbarge, Zuidbarge, Noordbarger Bos, Barger Enscheiderveen, Barger Oosterveld en Barger Compascuum. Alle voor- en achtervoegsel Barge(r) suggereren dat er ooit een gebied was met de naam Bargen, dat alle genoemde deelgebieden omvatte. Analoog aan Dalen, Dalerveen en Dalerpeel, bij Coevorden, circa 14 KM zuidoost van Emmen. Aangezien:

- Angelsloo bij Emmen mogelijk sinds 200 nC is bewoond door Angelen
- en in het nabijgelegen Zweeloo vrij zeker rond die tijd ook Angelen wonen
- en in het zuidwest gelegen Engeland bij Hardenberg sinds circa 300 nC vrij zeker ook Angelen wonen
- en in NW Angeln in Noord Duitsland een dorp met de naam Bargen ligt
- en bij migratie vaak locatienamen worden gegeven uit het herkomstgebied
>> is het mogelijk dat Bargen bij Emmen eveneens een gebied is waar zich circa 200 nC Angelen hebben gesetteld, die afkomstig zijn uit Bargen in NW Angeln.

Bargen omvat dus een groot gebied. Als zodanig kan het zijn dat vanuit Bargen andere gebieden daaromtrent zijn bevolkt door Angelen. O.a. Angelsloo/Emmen, Zweeloo/Coevorden, Engeland/Hardenberg, Angelbeck/Osnabrück, etc. Deze theorie is nog onbewezen, maar lijkt gezien de context toch niet onmogelijk. Verder onderzoek zal de validiteit ervan echter nog aannemelijk moeten maken.
** Migratiepatronen, Migratiestromen
# KBG

Beaver:
COD:
- Amphibious broad-tailed soft-furred rodent [knaagdier], building huts and dams; its fur; hat of this. OE: beofor = LG bever; G: biber.
- Lower face-guard of helmet (ME)

EWB: bever: Oud Saxisch: bivar; Oud Hollands: bibar; Oud Engels: beofor. Indo-Germaans (Arisch): babhru = roodbruin; ook: ichneumon: een soort spoorzoeker (dier). De bever is dus genoemd naar zijn roodbruine kleur.

WP: ichneumons (Grieks: speurders): ook genaamd mangoesten, mongoes, mangas van mangus (India). Habitat: Spanje, Afrika, Iran, Arabië, India, Zuid China en Indonesië. Dik donkerbruin vacht, korte kop, kleine ronde oren, lange spitse snuit en dikke staart. Voornameijk dagdieren die leven in groepverband. Vele soorten jagen op slangen. Heilig dier bij de Egyptenaren.

De namen beaver en beofor (OE) staan erg dicht bij het Nederlandse en het Nederduitse (Low German) woord bever. Opmerkelijk genoeg verwijst bron COD niet naar gelijkluidende woorden in andere talen, wat het normaliter altijd doet als die bestaan of bestonden. Daardoor moet het Engelse beaver (beofor) welhaast zeker afkomstig zijn uit de Lage Landen op het Continent. Dus van de gebieden waar Angelen en Saxen wonen. (> Maerland) Het kan dus nauwelijks anders dan dat de Angel-Saxen het woord uit hun continentale homelands hebben meegenomen. Aangezien beversites op het Continent en in Engeland voornamelijk voorkomen in Anglische gebieden, moet dit welhaast zeker betekenen dat het woord beofor een Anglisch woord is. Waar bevers zijn, daar zijn ook altijd beverjagers. Het is dus zeker aan te nemen dat onder de Angelen beverjagers zijn. Deze these wordt aanzienlijk versterkt door het feit dat locatienamen met Bever- veel voorkomen in Anglische gebieden. Naar het lijkt zelfs beduidend meer dan in gebieden van de Saxen of Juten. Bovendien is de beverjacht een zeer oude activiteit, die zeker al bestaat ver vóór 400 vC, in de tijd dat de Angelen nog op het Continent wonen. Getuige bron EWB moeten de Angelen de bever zelfs al kennen van hun verre voorouders uit Arya in Centraal Azië.
** Regiokeuze, Groot Veenland, Beversites, Arya
# COD, KBG

Beda: (672-735)
Bijgenaamd Venerabilis ofwel de Eerbiedwaardige.
Geboren in Monkton. Overlijdt in Jarrow, Noord Engeland.
Engelse monnik van de Benedictijnse Abdij in Jarrow. Theoloog, historicus, mathematicus en natuurwetenschapper. Beheerst het Latijn, Grieks en Hebreeuws. Schrijft meer dan 40 boeken. Is helder en zakelijk van stijl. Zijn beroemdste werk is Historia ecclestiasica gentis Anglorum, een geschiedenis van de Angel-Saxen, met de nadruk op hun bekering en kerkelijke organisatie tot 731. Vrij zeker heeft hij gebruik gemaakt van de werken van de historicus Gildas (gb 480).
Delen van zijn werken zijn opgenomen in de Anglo-Saxon Chronicles.
Alias: Baeda, Bede.
** ASC, Gildas
# WP

Beginjaar:
Betreft jaar van ontstaan van het volk der Angelen.
¶ 665 vC Ingwi settelt zich in Angeln. (> Ingwi)
Het jaartal 665 vC is een schatting, gebaseerd op de legende dat hij een nazaat is van Odin, van wie in Midden Zweden een steen is gevonden uit circa 1500 vC. (> Odin) Uit de hierna volgende jaartallen blijkt dat deze schatting plausibel is, o.a. omdat de Angelen al vrij snel een groot volk worden, dat al vroeg bekend is. Zonder genoemde schatting is het niet te verklaren dat de Angelen al vroeg een koninkrijk zijn, dat machtig wordt genoemd en in staat is Brittannia en Thuringen massaal te bevolken. Zo massaal, dat ze al snel en langdurig een belangrijke macht vormen.
¶ 350 vC Anglisko: Oud Teutoons (400-300vC) voor Engels. (COD) Maw: In die tijd bestaan er al zoveel Angelen dat hun naam wordt genoemd. (> Anglisko)
¶ 100 nC Ptolemaeus schrijft dat de Angili (Angelen) wonen tot aan de Rijn.
¶ 300 nC Angelen vestigen zich in Thuringen.
¶ Laatste Anglische koningen:
260-320 Weothulgeot
290-250 Weaga
321-381 Wihtlaeg
356-416 Wermund
380-456 Offa
400-477 Angeltheow
420-489 Eomar
¶ 449 Bron ASC noemt Angeln (Englum) één van de drie machtige Germaanse volken in NW Europa.
¶ 449 Vortigern vraagt militaire hulp Angeln.
¶ 450-550 Massamigratie Angelen naar Brittannia.
** Afstamming
 

Begraven:
** Thanatologie

Bekervolk:
** Pg Genline

Beltrum:
Dorp in de Achterhoek, gelegen tussen Groenlo en Ruurlo. Mogelijk is de naam afkomstig van Baltrum op het Ost Friese eiland Borkum.
** Angelsites, Migratiestromen, Slath, Bekervolk

Beowulf:
Oud Engels heldendicht in 3182 regels, geschreven circa 763nC door onbekend auteur. Copie van orgineel uit circa 1000 AD in British Museum te Londen.
Beowulf is een neef van Hygelac, koning der Gauten (Goten) in Zuid Zweden. Hij vertrekt naar Heorot, de hal van Hrothgar, koning van de Denen, die hij bevrijdt van Grendel, een mensachtige demon. Beowulf is al 50 jaar koning der Gauten, als hij gaat strijden tegen een vurige draak, die zijn koninkrijk bedreigt. Het lukt Beowulf de draak te doden, maar daarbij raakt hij zelf dodelijk gewond. Hij wordt gecremeerd en samen met zijn drakenschat begraven, beklaagd door zijn knecht Wiglaf, zijn enig getrouwe.

Het heldendicht is aantoonbaar gebaseerd op historische feiten. Dat geldt o.a. voor de genoemde koningsgeslachten van Denemarken, Gauten en Zweden. Ook is Hygelac genoemd rond 516 AD in Frankische analen, waar hij Chochilaicus heet. Uit andere stammen zijn genoemd: Eormenic (Goten), Sigemund (Franken) en Offa (Angelen op Continent). Later is ingelast een dicht over Finnesburh, waarin de Fries Finn wordt genoemd.

De auteur moet een Angel zijn, die goed is geïnformeerd over de historie van de de Germanen in Noord Europa. Hij zal dus vrij zeker zijn verbonden aan het hof van een Anglische koning. Het heldendicht is daarom zeker gebaseerd op orale overlevering van de geschiedenis van de Angelen. De nauwe relaties tussen de drie genoemde koningsgeslachten bevestigen de elders genoemde nauwe relaties tussen de Angelen, Denen en Zweden (Goten).
** Ingwi, Angelen, Engeland (vlag), Grendel
# WP, KBG

Bernicia:
Bernicia is oorspronkelijk een Anglish koninkrijk dat onstaat aan het eind van de 6e eeuw, na de onderwerping van de Voltadini aldaar door Anglishe settlers sinds circa 450 nC. Het koninkrijk Bernicia wordt gesticht in 500 nC door koning Esa. Bernicia strekt zich uit van rivier de Tyne tot de Firth of Forth, aan de Noordzeekust tussen Engeland en Schotland. Dit is het oudste gebied dat door Angelen uit Angeln is gekoloniseerd. De zetel van de Anglische koningen wordt Bamborough Castle, bij Bamburgh nabij Lindisfarne, aan de kust van de Noordzee. Later wordt Edinburgh de hoofdstad. De Anglische koningen van Bernicia zijn sinds 634 heer en meester in Northumbria, dat ontstaat door unificatie van Bernicia en Deira. In dit gebied wordt van oudsher Geordie gesproken, een Oer Engels dialect, dat heel dicht bij het Oer Anglisch ligt. De roots van Geordie lijken te liggen in Noord Groningen. (> Geordie). Dat zo zijnde liggen de Anglische roots van Bernicia eveneens aldaar.
** Angeln (Vortigern), Oer Engels, Geordie, Edwin van Northumbria
# WP, DAB

Beroepen:
Germanen leven in het verre verleden vooral van landbouw en veeteelt. De Angelen zullen als Germaanse volkstam dat zeker ook doen. Daarnaast zullen ze zeker ook leven van de visvangst. De Oostzee en Noordzee bieden daartoe immers ruime mogelijkheden. (> Haithabu) Ook neemt de schapenteel een belangrijke plaats in. Zeker in de Anglische gebieden in Brittannia. Engeland is sinds de vroege eeuwen bekend om de schapenteelt, wolhandel en schapenvlees. In diverse bronnen worden ze echter ook genoemd als huurlingen (militairen) en kooplieden. Vrijwel zeker zullen ze ook beverjagers zijn. De beverpels is namelijk kostbare handelswaar. Kleding en schoeisel zijn immers vaak van beverbont gemaakt. Bovendien komen bevers in de Anglische gebieden veel voor. O.a. in Beveroe (Bevereiland) voor de kust van Angeln in Noord Duitsland. Maar ook in Beverey (Bevereiland) bij Worcester in Zuidwest Engeland en Beverley in Yorkshire. Beverjacht is tot in de 19e eeuw een zeer lucratieve bron van inkomsten. O.a. in Noord Amerika, waar veel pelsjagers leefden.
** Beverjacht, Beverjagers, Beaver, Angon, Visserij
# DVB, KBG

Bestuur:
** Mallus, Politiek, Witan, Dingplaatsen

Bever:
** Bevers, Beaver, Beverwen

Beverbeek:
AWA (1842): watertje in de Liemers, ontspringend bezuiden Bingerden en daarna richting westen en dan noordwesten loopt, dan langs het Bevermeer bij Angerlo, en dan in de Oude IJssel vloeit. Anno 2009 is deze waterloop niet terug te vinden op de kaarten. Wel de Angerlose en Didamse Wetering en de Wehlse Beek, die ieder enigermate de beschreven loop volgen, doch grotendeels niet. Mogelijk is de loop van de Beverweek na 1842 drastisch veranderd tbv de waterhuishouding aldaar.
** Bevermeer Angerlo
# AWA, DAB, KBG

Beverborg:
Gebied tussen de Beverborgweg en de Dinkel in De Lutte in Twente. Het gebied is genoemd naar de voormalige havezathe Beverborg, die is gesticht in de 13e eeuw door Xx De Bevere (Van Bever), afkomstig uit Dordrecht. Het geslacht De Bevere (Van Bever, Van Beveren) uit Dordrecht woonde aldaar in Huis Beverburch en is afkomstig uit Bevere aan rivier de Severn circa 2.5 Km noord van Worcester in Engeland. Bevere en daaromtrent was ooit een site waar vele bevers leefden. In het begin van de 19e eeuw waren ze echter uitgestorven door de grootschalige jacht op deze pelsdieren.
** Van Beveren (Lx), Bevere, Beversites, Beverjacht

Beverbroek:
Drasland aan de IJssel in Giesbeek Noord bij de Lathumse Sluis en Tutenburg, ten zuiden van kasteel Bingerden. Gezien de locatienaam zullen er in het verre verleden veel bevers voorkomen en bijgevolg zal er ook beverjacht zijn geweest.
** Beversites, Beverjacht
# Kadastrale Kaart Angerlo 1868

Beverdam:
Locatie in Rectum bij Wierden in Twente, nabij het voormalig landgoed Hof te Bevervoorde. Een voorde = doorwaadbare plaats in een beek of rivier. De naam Beverdam bevestigt daarmee de aanwezigheid van bevers aldaar en bijgevolg de locatie Bevervoorde. Bevervoorde betekent dus: de voorde waar bevers zijn. Daar was dus een beverdam: een dam gebouwd door bevers. Anno 2009 herinnert de Beverdamweg aldaar aan de voormalige beverdam, die in de loop der tijd is verdwenen.
** Bevervoorde, Bevers, Beverjacht
# FRI, KBG

Bevere:
Dorp aan rivier de Severn, noord van Worcester in Worcestershire, ZW Engeland. Gezien de naam van deze locatie mogen we aannemen dat daar in vroegere tijden veel bevers voorkomen. Ter hoogte van het dorp ligt in de Severn het eiland Beverey.
** Bevers, Beverjacht, Hwicce

Beverey:
Eilandje in rivier de Severn, bij Bevere ten noorden van Worcester in Worcestershire, ZW Engeland. Beverey betekent bevereiland. Worcestershire is van oudsher een gebied waar zich voornamelijk Angelen hebben gevestigd. O.a. de Hwicce.
** Beverjacht, Hwicce

Bevergeil:
Klierafscheiding van de bever. Werd vroeger gebruikt als medicijn tegen vele kwalen. Oude naam: beverscul.
** Beverjacht

Beverjacht:
Beverjacht is van oudsher tot in de 19e eeuw een uitermate lucratieve bezigheid. Bevervellen waren kostbaar en werden voornamelijk gebruikt voor kleding. Bevervlees was daarbij neveninkomst. In de 17e-20e eeuw zijn Noord Amerika en Canada de belangrijkste bevergebieden waar vele beverjagers opereren. De handel in bevervellen was toen een van de belangrijkste bronnen van inkomsten. De aanwezigheid van bevers was de belangrijkste reden voor Nederlanders om te migreren naar Nieuw Nederland in Amerika. Bevervellen zijn in de 17e eeuw goud waard. Voor de WIC (West Indische Compagnie) is de handel in beverhuiden de belangrijkste activiteit. De economie van Nieuw Nederland en Nieuw Amsterdam draait primair op beverhuiden. De economische betekenis van bevers is in die tijd zo groot dat later de staat New York de bever verklaart tot State Animal. Uit de Nederlandse tijd dateren nog Beverwijk en Beverstraat (Beaver Street) in New York.

Het is zeer opvallend dat in Anglische gebieden veel locatienamen voorkomen die beginnen met Bever-. Naar het lijkt relatief meer nog dan elders. O.a.: Beveroe (Angeln), Beverley (Yorkshire), Beverey (Worcestershire) en Beverbeek en Bevermeer in Angerlo (Angelre!) bij Doesburg en Beverbroek ZW van Angerlo. Het heeft er daarom veel van weg dat beverjacht in het verleden een typisch Anglische bezigheid is. Temeer daar beverhuiden door de eeuwen heen zeer lucratieve handelswaar zijn.

Bij opgravingen in Angeln is o.a. kleding gevonden, gemaakt van hoge kwaliteit leer. De kleding dateert van circa 400 nC. Per saldo mogen we derhalve het volgend concluderen:

Aangezien:
- in Anglische gebieden in vroege tijden vrij veel bevers voorkomen
- en bevervel van zeer goede kwaliteit is
- en bevervel vroeger veel werd gebruikt voor duurzame kleding
- en de gevonden leren kleding in Angeln dateert uit circa 400 nC en dus van zeer goede kwaliteit leer moet zijn
>> kan e.e.a. betekenen dat beverjacht een belangrijke bezigheid was bij de Angelen.

** Jacht, Beverjagers, Bevervel, Bevertanden, Beversites, Archeologie

 
Beverjagers:
Beverjagers zijn primair pelsjagers. Zij leven vaak solitair, of met enkele andere beverjagers, of met vrouw en kinderen, en trekken dan van bevergebied naar bevergebied om bevers te vangen. Het gaat hen voornamelijk om de beverhuiden, die goud waard zijn in het verleden. Maar ook het bevergeil is bruikbaar en werd geacht te dienen als medicijn tegen vele kwalen. Als de jager voldoende huiden heeft verzameld, dan trekt hij naar een stad waar hij ze kan verkopen. Normaliter zijn dat steden waar huiden en pelsen worden verhandeld. Soms zijn beverjagers ook gewone boeren, die in hun omgeving op bevers jagen. Dat is natuurlijk een aardige bijverdienste.
** Jacht, Beverjacht, Bevers, Bevervel, Beversites, Bevertanden

Beverley:
Stad in NO Yorkshire, circa 10 Km noord van Kingston Upon-Hull en gelegen aan rivier de Hull.

Bevermeer Angerlo:
- Meer bij de Oude IJssel aan de Bevermeerseweg te Angerlo.
- Volgens bron AWA (1842) is Bevermeer een buurtschap, gelegen bij Angerlo, en heeft het 90 inwoners.
- Landgoed van circa 20 Ha bij Angerlo in de Liemers, Gelderland. Aldaar staat ook het Gemaal Bevermeer, dat water pompt uit de Didamse Wetering naar de IJssel.
- Gezien de naam zullen in de regio in het verleden kennelijk veel bevers leven. Gezien de nabijheid van Angerlo vrij zeker ook Angelen, voor wie in het verre verleden beverjacht een belangrijke bron van bestaan is.
** Beverbeek, Beverjacht, Angerlo
# AWA, FRI, DAB, KBG

Beveroe:
Gebied aan de Oostzeekust in Angeln (NO Duitsland). De naam betekent bevereiland. In vervlogen eeuwen wonen er voornamelijk enige vissers en veehouders. Anno 2006 omvat het een beschermd natuurgebied met de naam Birk.
Beveroe is in de 17e en 18e eeuw in bezit van het geslacht Von Gelting. Ene baron Von Gelting is in de 18e eeuw handelsman in Oost-Indië en is daar zeer rijk aan geworden. Hij keert op latere leeftijd terug naar Nederland, waar hij zijn memoires schrijft.
Gelting is een dorp dat grenst aan Beveroe.
Bestuurlijk ressorteert Beveroe onder de gemeente Nieby.
** Beverjacht, Angeln

Bevers:
Bevers zijn waterdieren die vooral voorkomen in waterrijke gebieden als traag stromende rivieren en beken en in meren en moerassen. In gebieden waar van oudsher Angelen wonen komen opmerkelijk veel locaties voor met Bever-. Zoals: Beveroe (Angeln), Beverley (Yorkshire), Beverey (Worcestershire) en Beverbeek en Bevermeer (Angerlo bij Doesburg). Deze locaties zullen dus in ruime mate zijn bewoond door bevers. In het gebied tussen de Eems en de Elbe in NW Duitsland leven rond 400 nC zeker bevers, gezien een bevertand uit die tijd gevonden in Zweeloo (Drente) Door de beverjacht zijn de laatste bevers in Nederland uitgestorven. In 1825 wordt de laatste bever doodgeslagen met een roeispaan in Zalk bij Kampen. Een klein monument aan de Zalkerdijk/Kerkstraat herinnert daar nog aan. Bevers werden bejaagd om hun huiden en het zgn bevergeil, een substantie die heilzaam zou werken. Beverhuiden waren goud waard. In het verleden worden ze namelijk gebruikt als leer voor schoenen, kleding en gereedschap. Bevertanden worden tot in de 18e eeuw gebruikt als sierraad. Beverjacht is daarom sinds oude tijden een zeer lucratieve bron van inkomsten.

Anno 2009 lijkt de bever terug in Nederland. In het moerasgebied rond Den Bosch is de bever onlangs weer gesignaleerd. Dat is mede te danken aan bioloog Rob de Vrind, die het oude cultuurlandschap aldaar stukje bij beetje restaureert. Hij streeft o.a. naar de terugkeer van de bever. De NCRV geeft daar uitgebreid aandacht aan in de slotproductie van de serie "Natuur in de stad" (17.12.09).
** Groot Veenland, Angerlo, Beversites, Zweeloo, Beverjacht, Bevertanden
# DVB, FRI, De Telegraaf 17.12.09, KBG

Beverscul:
WMN: bevergeil.
** Bevergeil

Beversites:
Gebieden waar vele bevers leven. Veel van die gebieden krijgen een naam met Bever-. Voorbeelden: Beveroe in Angeln in NO Duitsland, Bevervoorde en Beverdam bij Wierden in Twente, Beverbeek en Bevermeer in Angerlo, Beverbroek in Giesbeek, Bevere en Beverey bij Worcester in Engeland, en Beverwijk in de staat New York. Bevergebieden zijn meestal nat en drassig, normaliter gelegen aan traag stromende rivieren of beken, bij meren en in moerassen.
** Bevers, Regiokeuze, Beaver

Beverstone:
Dorp bij Tetbury in Gloucestershire, ZW Engeland.

Bevertanden:
Bevers hebben 20 tanden. Daarvan zijn alleen de 4 snijtanden te zien. Die zijn net beitels: hard, sterk en scherp. Daarmee bijten ze met gemak dikke takken en stammetje door, die ze daarna verslepen om er een beverdam mee te bouwen, te versterken of te repareren. De snijtanden van de bever zijn sinds heel oude tijden ook een sierraad. De prinses van Zweeloo (425-450) droeg een bevertand aan een leren koord om haar hals. (> Zweeloo) In Ypenburg (Zuid Holland) zijn resten gevonden van Neolitische bewoners (3800-3400 vC). O.a. bevertanden met gaten om ze aan een koord te hangen.
** Zweeloo, Beverjacht, Bevermeer Angerlo
# denhaag.nl 7.9.09, DAB

Bevervel:
Kostbaar soort bont, afkomstig van bevers. O.a. gebruikt voor kleding, schoenen en vilt voor hoeden. De kleur varieert van kastanjebruin tot roodbruin en zwart. Soms ook wit. De onderpels varieert van blauwgrijd tot geelbruin en zilverwit. Losse haren worden gebruikt voor penselen. Door de grote kwaliteiten is bevervel goud waard tot in de 19e eeuw. Bij opgravingen in Angeln is o.a. kleding gevonden, gemaakt van hoge kwaliteit leer. De kleding dateert van circa 400 nC.
** Beverjacht, Edwin van Northumbria (gb 586nC), Handel
# WP, DAB, KBG

Bevervoorde Gelselaar:
Voormalig adellijk huis te Gelselaar, gemeente Borculo.
# AWA

Bevervoorde Rectum:
Voormalige havezathe genaamd Hof te Bevervoorde bij Rectum, Wierden in Twente. Wanneer het huis is gebouwd, is vooralsnog niet bekend. In 1396 wordt de Hof te Bevervoorde door Johan van Bevervoorde verkocht aan Evert van Langen. Het huis zal dus dateren van ruim voor die tijd. Uit de naam Hof te Bevervoorde blijkt dat het huis is genoemd naar de locatie waar het ooit heeft gestaan. Anno 2009 herrinnert de Beverdamweg daar nog aan het voormalige landgoed. De naam Beverdam bevestigt de aanwezigheid van bevers aldaar en bijgevolg een locatie met de naam Bevervoorde. Een voorde = doorwaadbare plaats in een beek of rivier. Bevervoorde betekent dus: de voorde waar bevers zijn. Daar was dus een beverdam: een dam gebouwd door bevers.
** Beverdam, Beverjacht, Ford
# WKP 7.9.09, AWA, FRI, KBG

Beverwen:
WMN: (rood) verven.
Het woord is kennelijk afgeleid van de bever, die vaak roodachtig is van kleur.
** Bevers

Beverwijk:
- Stad in Noord Holland tussen IJmuiden en Heemskerk.
- Stad in de staat New York. Gesticht in de 17e eeuw door Nederlanders. Aldus genoemd wegens de vele bevers en beverjagers die er leven en wonen.
** Bevers

Bevolking:
** Demografie

Billinge:
Oudste benaming van Bellingwolde in Oost Groningen. De naam Billinge vinden we terug als plaatsnaam in NW Yorkshire, circa 12 Km NO van Liverpool. In een gebied waar voornamlelijk Angelen zijn gaan settelen in 450-550nC. Verder zijn in Engeland nog de locaties Billingborough, Billingham, Billinghay, Billingshurst, Billingsley en Billington. Alle gelegen in oorspronkelijk Anglische gebieden. Wat billing betekent is vooralsnog niet bekend.

Bingham:
Dorp op circa 6 Km oost van Nottingham, Engeland. De regio is oorspronkelijk Anglisch gebied. In Reiderland (Groningen) lag ooit een gehucht met de naam Bingum, afgeleid van Bingham. Door de watersnood van 1277 is heel Reiderland verdronken en daarna nooit meer droog gemaakt. Reiderland wordt al sinds circa 500vC bevolkt door Angelen. De Saxen settelen daar pas sinds circa 775nC. Gezien de context moeten beide Binghams derhalve gerekend worden tot van oorsprong Anglische nederzettingen.
¶ Bingham is tevens een familienaam vookomend in Nederland en Engeland.
** Reiderland

Bolder Holten:
Hoogelegen grond in Holten nabij de A1, waar aan de Markelose kant de pleisterplaats Bolder ligt. De Bolderweg in Holten herinnert aan de locatie Bolder. Mogelijk is Bolder een Anglische naam voor de Germaanse god Balder, afgeleid van boldr = NL boud; ME bold = stoer, sterk, flink. Het nabijgelegen Markelo is in 300vC-750nC namelijk overwegend bevolkt door Angelen. O.a. de Wharfveenweg aldaar getuigt van de aanwezigheid van deze Angelen.
¶ Nabij de Bolderweg in Holten loopt de Aalpolsweg naar de top van de Bolderberg. Ael betekent in het Anglisch tempel. (> Ael) Het lijkt daarom waarschijnlijk dat op de Bolderberg ooit een tempel stond ter vereering van Bolder. Heuveltoppen waren bij de Angelen en andere Germanen zeer geliefd voor het vereeren van een god, stamvergaderingen en rechtszittingen.
** Wharfveenweg Markelo, Balder, Angelsites

Brakel:
Locatienaam:
- dorp aan de Waal in de gemeente Zaltbommel, in 1228 genoemd als Bracle
- vrml buurt in Wageningen, genoemd als Bracola in 838nC in een oorkomde van graaf Rodgar van Gelre, die het gebied schenkt aan de St Maartenskerk in Utrecht
- stad circa 10 Km oost van Paderborn in Neder-Saxen
Al deze locaties liggen in Mega Angeln, het Anglische Rijk in de periode 300vC-800nC.
¶ De naam Brakel is naar zeggen afgeleid van de Germaanse woorden braco = varen en le (lo) = loofbos op een oeverwal. Aangezien de genoemde locaties alle van zeer oude datum zijn en in die tijd in Anglische territorium liggen, mag men aannemen dat de genoemde Germaanse woorden tot de Anglische taal behoren.
** Angologie, Fordweg Neede (Brakelweg)
# WKP 4.4.2010, KBG

Brittannia:
Omvat Engeland, Wales en Schotland. Inwoners:

sinds:
-----vC
-----vC
--55 vC
-100 nC
-100 nC
-400 nC
-800 nC
1066 nC

 
Kelten in heel Brittannia
Picten en Scoten in Schotland
Romeinen in Engeland (-410nC)
Tubanten uit Twente in Noord Yorkshire > Tubanten
Nederlanders en Belgen in Winchester e.o.
Angelen, Saxen en Juten in Engeland
Denen, Vikings en Noren in NO Engeland
Normandiërs, voornamelijk in Zuid Engeland

Ondanks de latere immigratie van Denen, Vikings, Noren en Normandiërs is de betekenis van de Angel-Saxen door de eeuwen heen van overheersend karakter. Mogelijk heeft dat te maken met hun nummerieke meederheid.
** Kelten, Winchester, Angel-Saxen, KTE, VTO

Broches:
** Kleding (Gallery), Archeologie

Broekland:
Betreft dorp in Salland.
** Hengevelde Wijhe

C::

CFO:
Betreft: Codex Fivelingo et Oldamptis
Ofwel: Het Landrecht van Fivelingo en Oldambt in provincie Groningen.
Oldambt is oorspronkelijk een onderdeel van het Friese gouw Fivelingo. In de 9e-13e eeuw ontstaat dit gebied (terra) door ontginning van de veengronden. Het recht voor Fivelingo en Oldambt zijn daarom tot in de 13e eeuw nog gezamelijk geconcipieerd in een Codex. Deze Codex bevat 28 artikels, geschreven in Latijn. In 1327 wordt de Codex vertaald in naar zeggen het toenmalig gangbare Fries, de taal van Groninger Ommelanden. Inleiding en Artikel 1 luiden:

Thit sent tha keran and tha doman wisera liuda Fyvelghelondis ende Aldeomptis ief Mentrawaldmonnas; thisse in to nimane and ut to rekane.
Ofwel:
Dit zijn de keuren en oordelen van de wijze lieden van Fivelingo en Oldambt ofwel Menterwald; deze zijn te nemen en te rekenen.

Jnt erst: Werther en mon fallit ofta othera lond inna thet other, sa scel ma hine ielda mith xvi mercum anglischis and ene haudlesene tha riuchtrum, ther to tha riuchte sweren hebbat, to brecma and thio haudlesene bi xxxvj schillingum.
Ofwel:
Eerstens: Wordt een man uit het ene land in het andere gedood, zo zal men hem beboeten met 16 Anglische marken en een halslosgeld aan de rechters, die voor het rechterambt hebben gezworen, te borgen en het halslosgeld zij 36 schillings.

...
Art. 9: Hebbet ther hvesen thrya brotheren, and een ther fan lywath, and tha thwa hebbeth bern theen, tha ene een beern, tha other fyuwer beern, sa ne aecht thy maerre theam nowt mar fon tha lauwa, sae thy mynre thaem.
Ofwel (vrij vertaald):
Als er waren drie broers, en een daarvan leeft, en de twee (anderen) hebben tien kinderen achtergelaten, de ene één kind, de ander vier kinderen, dan erft elke tak evenveel.

¶ Aldeomptis = Old Ambt. Keur = wet. Rekenen = toekennen, geven.
Wald in Mentrawaldmonnas is Anglisch = open veld, bosjes, etc, hetgeen goed past bij een veengebied. Wald is in Fries = wolt = woud. (> Wold) Het Fries in de tekst doet overigens verder weinig denken aan het Fries in de vertaling van de Lex Frisionum. Naar zeggen tonen echter vele Friese streektalen onderling weinig overeenkomst.
¶ Oldambt wordt genoemd in 1347 als Alda Ombrechte in zegelwapen Wold-Oldambt.
¶ EWB: oud: OudFries/OudSaxisch: ald. Huidig Fries: alt. COD: old, afgeleid van OudEngels eald. De overgang van (e)ald > old komt alleen voor in het Engels en het Saxisch.
¶ In de regio Fivelingo/Oldambt wonen de Friezen in de kuststroken en de Saxen in de wolden (open velden). De Friezen wonen daar al sinds circa 100nC. (> Friezen) De Saxen settelen pas sinds circa 780nC geleidelijk in Groningen. (> Saxen) He hele gebied wordt al sinds circa 500vC bewoond door Angelen.
¶ Aangezien de Saxen rond 1327 al circa 547 jaar in de regio Fivelingo/Oldambt woont, mag worden aangenomen dat vele Saxen zich inmiddels ook hebben gevestigd in de dorpen en steden aldaar.
¶ Aangezien de elite binnen een regio normaliter wordt gevormd door personen uit de dichtbevolkte locaties, valt aan te nemen dat de elite van de regio Fivelingo/Oldamt voornamelijk bestaat uit Anglische en Saxische families.
¶ Aangezien belangrijke publieke functies tot circa de 20e eeuw voornamelijk worden vervuld door personen uit de elite, mag worden aangenomen dat bovestaande geciteerde tekst is geschreven in de taal van de toenmalige elite in Fivelingo en Oldambt.
¶ Aangezien de dorpen en steden in Fivelingo/Oldambt circa 1327nC kennelijk voornamelijk worden bewoond door Anglische en Saxische families, zal er na circa 547 jaar Saxische aanwezigheid een zeker culturele integratie zijn ontstaan tussen beide bevolkingsgroep.
¶ Aangezien tussen de Anglische en Saxische bevolking van de grote locaties in Fivelingo/Oldambt in 1327nC na circa 547 jaar een grote mate van culturele integratie zal zijn ontstaan, zullen ook hun talen inmiddels behoorlijk zijn geïntegreerd tot een soort Angel-Saxische taal.
¶ Aangezien de Angelen in Noord Groningen zich daar al rond 500vC hebben gevestigd, de Saxen pas sinds circa 780nC en de Friezen alleen de kuststreken bewonen, kan worden gesteld dat in de regio Fivelingo/Oldambt circa 1327 de Anglische bevolking de grootste groep vormt, gevolgd door de Saxen en dan pas de Friezen. Gezien deze verhoudingen kan met dus zeker spreken van een Saxo-Anglische bevolking. I.e. een Anglische bevolking die door toestroom van Saxen in de loop van de tijd enigermate versaxischt is. (> ASV)
¶ Artikel 1 van de Codex bepaalt weergeld (boete) die betaald moet worden in Anglische Marken. Dat is zeer opmerkelijk. Fivelingo en Oldambt hebben dus in 1327 de Anglische Mark als munteenheid. Volgens bron WP is het muntrecht in de 14e eeuw in Italië, Duitsland en de Nederlanden in handen van de territoriale vorsten, die het veelal als een bron van inkomsten hanteren. Hieruit mag men concluderen dat Fivelingo en Oldambt in die tijd onder een Anglische vorst staan. Volgens bron WP is Fivelingo in de 10e eeuw nC een graafschap. Volgens een kaart uit circa 1280 van Richard of Haldingham (Hereford/England) wonen de Friezen in die tijd tussen de Eems en de Weser. Volgens een kaart uit circa 1450 van Nikolaus von Kues wonen de Friezen daar nog steeds + op enige Waddeneilanden. Fivelingo en Oldambt liggen dus volgens deze kaarten zeker tot 1450nC absoluut niet in Fries territoir. Per saldo lijken Fivelingo en Oldambt dus zeker tot 1450nC een graafschap dat ressorteert onder een vorst met relaties tot Angeln, dat in die tijd kennelijk nog een zekere macht voorstelt.
¶ Op grond van alle genoemde feiten en thesen mag per saldo worden gesteld dat:
Aangezien:
- in boven geciteerde tekst het genoemde gebied Mentrawald gezien het naamsdeel 'wald' een Anglische herkomst c.q. oerbevolking doet veronderstellen,
- en de overgang ald > old alleen in het OudEngels/Anglisch en Saxisch voorkomt,
- en het Fries alleen ald of alt kent voor oud,
- en de Angelen de oudste bewoners zijn van de regio,
- en rond 1327 nog geen Friezen lijken te wonen in Fivelingo en Oldambt,
- en rond 1326 de Anglische Mark kennelijk de munteenheid van Fivelingo/Oldambt is,
- en rond 1327 kennelijk betrekkingen bestaan met Angeln,
- en Fivelingo/Oldambt per saldo historisch een overwegend Anglische regio moet zijn,
- en de Angelen al sinds circa 500vC en de Saxen sinds circa 780nC in de regio wonen,
- en de elite van Fivelingo/Oldambt in 1327 kennelijk een Saxo-Anglische herkomst heeft,
- en een elite normaliter tot circa 1900 de regionale topfuncties bekeeld,
- en dat die regionale topfuncties normaliter omvatten de bestuurlijke, juridische, kerkelijke, militaire en economische terreinen,
- en boven geciteerde juridische tekst in 1327 derhalve zal zijn opgesteld door een elitaire topfunctionaris uit het bestuurlijk/juridische vlak,
- en de regionale elite kennelijk een Saxo-Anglische taal spreekt,
- en de taal van boven geciteerde tekst derhalve kennelijk de taal van de Saxo-Anglische elite is,
>> mag worden gesteld dat de taal in boven geciteerde tekst een Angel-Saxische of (gezien de verhoudingen misschien beter te noemen) een Saxo-Anglische taal voorstelt uit de periode ron 1327nC en gesproken in de regio Fivelingo en Oldambt.
¶ Dat de taal in de geciteerde tekst door sommigen wordt gezien als Fries, is alleen te verklaren door het feit dat tussen het Anglisch en het Fries enige verwantschap bestaat en doordat de Friese taal feitelijk bestaat uit een aantal streektalen met onderling soms sterke verschillen.
** Oldambt, Fivelingo, Anglische Mark, Friezen, Saxen
# GNE, brittenburg.net 17.11.09, WKP 18.11.09, FRI, DAB, KBG

 
Chauken:
Germaanse volkstam tussen Eems en Elbe. De Chauki minores wonen ten westen van de Weser en de Chauki maiores ten oosten daarvan. Nooit duurzaam onderworpen door de Romeinen. Noch door Drusus (38-9vC), Tiberius (42vC-37nC) of Germanicus (15vC-19nC). Soms zijn ze schatplichtig aan Rome. Als keizer Claudius in 47 nC de Rijn definitief tot grens maakt, strekt het rijk der Chaucen zich uit tot de oostelijke oever van de Rijn. Uiteindelijk gaan de Chauken op in andere Germaanse volkstammen. (WP)

Volgens bron GNE heten de Chauken oudtijds Humerki en wonen ze rond 400 nC in Humsterland. Angel-Saxische bronnen zouden ze Hugen noemen, die wonen tussen de Hunze (Reitdiep) en Lauwers. Dit gebied zou dan heten Humerki = Marke der Hugen. Hoe en waarom de Humerki ineens de naam Chauken krijgen, is niet vermeld, laat staan aangetoond of aannemelijk gemaakt. Vooralsnog lijkt het daarom een vergissing. Deze visie wordt dan ook door diverse deskundigen volledig fout genoemd.

Hans Kreijns schrijft in bron hanskreijns.blogspot.com 3.6.09 onder Viltaburg 24.12.2007 over "De pagus Humerchie":

Conclusie: De traditionele visie Kinheim in Kennemerland, Westrachi is de Friese Westergo en Humerki is Humsterland is niet juist. In feite zijn geen gegevens bewaard gebleven, die deze visie kunnen staven.

Bron ijpelaan.nl 3.6.09 schrijft in "De historische mythe van Kennemerland":

Humerki is waarschijnlijk Valhuon vroeger als Hugonis Marca bekend.

Op grond van een analyse van de plaatsnamen die voorkomen in tekst 493 WKO van Werenthina schrijft bron web.inter.nl.net dd 3.6.09 bij "De geschiedenis van Nederland in het eerste Millennium":

Humerki in de Batua (855) is Valhuon, op 7 km noord-oost van St. Pol. De plaats heette voorheen Urbs Hugonis.

De Chauken bestaan dus zeker al ruim vóór Drusus, dus ruim vóór circa 10 vC. Ook zijn ze genoemd op oude kaarten mbt de situatie in de Romeinse Tijd. Interessant is dat hun gebied zich in 47 nC uitstrekt tot aan de oostoever van de Rijn. Hun gebied lijkt daarom samen te vallen met Mega Angeln (300vC-100nC). Mogelijk zijn de Chauken dus opgenomen onder de Angelen, conform wat bron WP beweert. Na het jaar 700 worden ze in ieder geval niet meer genoemd.
** Humsterland, Mega Angeln
# WP, GNE (Humsterland), KBG

 
Chettenheim:
WEW p80: Archief Fulda 944nC: vrml locatie in Fresia (Friesland), ligging onbekend.
NB Chatham in Kent, een regio die was bevolkt door Saxen en Juten.

Christianisering:
** Kerstening

Claudius Ptolemaeus: (87-150)
Grieks astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus, wonend in Alexandrië.
# WP

Coevorden:
Stad in ZO Drente. Oudste vermeldingen: Cuvorde (1141), Koiforde (1148), Cuforde (1159). De namen zijn afgeleid van cu = koe en forde = voorde = doorwaadbare plaats in rivier of beek (> Ford). Beide naamdelen zijn exclusief uit de Anglische taal. (EWB) De bevolking lijkt dus overwegend Anglisch te zijn, hetgeen strookt met gegevens uit de naburige regio's.
** Ford, Angelsites
# plaatsengids.nl/coevorden 6.4.2010, EWB, KBG

Constantinopel:
Procopius (495-562) is een Grieks historicus in het Romeinse Rijk. Hij vertelt Frankische ambassadeurs dat er ook Angelen wonen in Constantinopel. Van hen komt het verhaal van Radiger en de Anglische prinses.
** Radiger
# semafoor.net 8.10.09

Crailing:
Stadje bij Jedburgh in Noord Yorkshire (UK). Wat de naam betekent, is vooralsnog niet bekend. In Nederland kennen we Kralingen bij Rotterdam en 's-Heerenberg in de Liemers (Gelderland) heeft een wijk met de naam De Kreiling. Mogelijk bestaat er dus een Maerlands woord, waarvan de genoemde plaatsnamen zijn afgeleid.
** Liemers, Maerlands
# FRI

Crematie:
De oudste sporen van crematie dateren van 20.000 vC in Australië, waar resten zijn gevonden van de Mungo Lady bij Mungo Lake. De meeste prehistorische volken doen aan crematie. Het Hinduïsme schrijft dit zelfs voor in de Rigveda (10.15.14). Ook bij het Bekervolk (3000-600vC) is crematie in gebruik. Bij Eibergen in de Achterhoek zijn twee grote urnenvelden van hen gevonden. Crematie is ook in gebruik bij de Germanen. O.a. bij de Angelen. Op het grafveld van Borgstedterfeld, tussen Rendsburg en Eckerförde in Angeln, zijn vele urnen gevonden. In Engbergen bij Gendringen in de Liemers is in 1810 een rode urn gevonden met menselijke asresten uit de 1e eeuw nC. In die tijd wonen daar vrij zeker Angelen, zodat we hier te maken kunnen hebben met een Anglisch gebruik. Volgens bron RRA beveelt Odin/Wodan crematie, opdat de ziel van de gecremeerde terug gaat naar hem. Dat gold in bizonder bij de Anglische royalties die immers van hem afstammen.
** Bekervolk, Urnencultuur, Thanatologie, Zuid Holland
# FRI, WKP 4.10.09, RRA, DAB, KBG

Crumbledook:
Magiër uit de Angel-Saxische cultuur. In de beroemde BBC tv-serie Black Adder worden de Engelse koningszoon Edmond en zijn maten Percey en Balderick eind 15e eeuw verdacht de heersende pest te hebben veroorzaakt door duivelse magie. Ze worden voor het gerecht gedaagd en de magiër Crumbledook moet hun schuld bewijzen. Hij doet dat volmaakt teleologisch. Elk feit dat zich voordoet wordt uitgelegd als bewijs voor de schuld van het drietal. Elke valse truc wordt bedacht om hun schuld verder te bevestigen. Uiteindelijk wordt het drietal veroordeeld tot de brandstapel. Het bewerkte en bevooroordeelde publiek juicht. De duivelse Crumbledook zegeviert. Het drietal wordt op de brandstapel gezet en het vuur wordt aangestoken. Door een wonder dooft het vuur en raakt Crumbledook zelf in brand en komt gruwelijk om het leven. De productie wil kennelijk aantonen hoe slecht magiërs zijn. De schuld ligt natuurlijk bij de rechter en het rechtsysteem. Die maken zulke vreselijke processen mogelijk. Maar zelfs in latere rechtszaken blijken zulke monsterlijke processen mogelijk.
** Sjamanen, Rechtspraak
# BBC, FRI, KBG

CVF:
Betreft Canon van Fivelingo (vkblog.nl)
CVF3 (8.1.2010) stelt dat sinds de 7e eeuw vC vanuit Drente kolonisten zich permanent vestigen op hoge oeverwallen langs de Eems, Fivel en zijriviertjes. Deze bewering is mogelijk gebaseerd op archeologische vondsten. Aangezien er geen vergelijkende dateringen zijn vermeld, is vooralsnog denkbaar dat de migratie ook omgekeerd kan zijn. Dus van Noord Groningen naar Drente. Dit is meer in lijn met de migratie van Angelen naar NO Nederland tot aan de Rijn, die plaats vindt in circa 665-300vC. (> Timetable)

D::

Deiwos:
** Pg Genline

Democratie:
De term democratie komt uit het Grieks en betekent dat het volk (demos) regeert (krateoo). Totalitairisme is bij de Grieken en Hindu's feitelijk beperkt tot een zekere macht van de koning. Hellenisme en Hinduïsme zijn qua aard uiterst pluriform wat zich o.a. weerspiegelt in hun polytheïsme. Democratie is dus feitelijk daarin al ruim aanwezig. In Griekenland leidt dat in een vroeg stadium tot het ontstaan van de boerenrepublieken, waarin het hele volk meeregeert. India is al geruime tijd de grootste en meest stabiele democratie ter wereld. Daar is circa 87% van de bevolking Hindu. Vrijheid en democratie is diep verankerd in hun geloof. Gezien de verwantschap tussen Hinduïsme, Hellenisme en Germanisme, zijn de Germanen mogelijk ook al zeer vroeg in wezen democratisch van aard. Het polytheïsme van de Germanen verraadt in ieder geval een wezenlijk pluralistische instelling, met veel ruimte voor verschillen. Verder zijn koningen bij hen vaak niet meer dan tijdelijke legeraanvoerders of stamleiders, wier titels zeker niet erfelijk zijn. De Anglische koningen kennen ook de Witan, een adhoc verzamelde groep mannen die mbt tot een bepaald probleem deskundig worden geacht. (> Witan) Door de kerstening van Europa sinds de 4e eeuw nC treedt echter een zeker totalitairisme in bij de Germaanse culturen, naar voorbeeld van Rome en het Vaticaan. Pas in 1215nC wordt dit proces in Engeland gekeerd door de Magna Charta, door de Engelse baronnen en het volk afgedwongen van de Katholieke koning Jan Zonder Land. In de Magna Charta worden de oude rechten van het volk vastgelegd, wordt de macht van de koning beperkt en krijgt het volk meer inspraak in het bestuur van het land. De strijd tussen democratie en dictatuur in Engeland duurt echter nog tot 1688, als de Protestante stadhouder en koning Willem III van Oranje de Engelse troon bestijgt, nadat hij de dictatoriale Katholieke koning Karel II heeft verjaagd. Sindsdien ontwikkelt zich de democratie in Engeland en elders in NW Europa steeds verder. Een uiterst positief teken. Uit onderzoek op wereldschaal is namelijk gebleken dat mensen in een democratie gelukkiger zijn en een betere gezondheid hebben dan in totalitaire regimes.
** Stamvrede, Free Institutions

Demografie:
Als Ingwi inderdaad de eerste Angel is die zich rond 665 vC in Angeln (Haithabu) vestigt, dan ziet de groeilijn van het aantal Angelen in en rond Angeln er als volgt uit. In kolom Aantal staan de aantallen van Ingwi's eigen nazaten. Op zijn reis naar Angeln zal hij echter zeker zijn vergezeld door een aantal Denen, die tot zijn gevolg horen. Dat zullen overwegend naaste verwanten zijn. In ieder geval leden van het koningshuis en een aantal hofleden. In totaal zullen naar schatting een vijftal Deense mannen in Ingwi's gevolg kunnen zitten. In kolom Aantal+ staan de aantallen nazaten van deze 5 Deense mannen die met Ingwi meereizen naar Angeln en zich daar vestigen. In de loop der jaren zullen de nazaten van Ingwi en de 5 Deense mannen zeker onderling verwant raken door huwelijk. Bij de schattingen wordt daarom gestart met de aanname dat er in het jaar 700 nC in totaal 6 Angelen zijn die voor nazaten zorgen. Daarna wordt gerekend met de normale demografische groeifactor. Die bedraagt circa 3.0 per eeuw. (Lx > DGF) Onder een Angel wordt hierbij verstaan een persoon van wie de vader een Angel is. Aangezien de migratiegolven in 100-550 nC relatief zo groot zijn, wordt bij de verdere berekeningen primair gedaan alsof al deze Angelen in dezelfde regio wonen. Daarna worden ze per eeuw verdeeld over de werkelijke woongebieden in NW Europa. In kolom Totaal staat dus het totaal aantal Angelen in de diverse woongebieden. Bij de daarop volgende verdeling wordt aangenomen dat er in 400-500 nC in de drie hoofdgebieden ongeveer evenveel Angelen wonen. Alle verdelingen zijn schattingen gebaseerd op diverse historische gegevens. Aangezien de Angelen in de 1e eeuw nC wonen in Angelen en de eilanden Funen en Als, wordt dit woongebied in dit bestek gemakshalve Anglica genoemd. (> Angelen)

Jaar
 
700vC
600
500
400
300
200
100
0
100nC  
200
300
400
500
600
Totaal
Angelen

--------6
-------18
-------54
------162
------486
----1.458
----4.373
---13.122
---39.366
--118.098
--354.294
1.062.882
3.188.646
9.565.938   
In
Anglica

--------6
-------18
-------54
------162
------486
----1.458
----4.373
---13.122
---23.620
---70.859
--212.576
--354.294
1.062.882
3.188.646   
In
Engeland

--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--354.294
1.062.882
3.188.646   
Elders op
Continent

--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
--------0
---15.746
---47.239
--141.718
--354.294
1.062.882
3.188.646
 
Rond het jaar 600 zijn er dus in totaal circa 9.7 miljoen Angelen verspreid over over drie hoofdgebieden. In deze becijfering wordt uitgegaan van een algemene demografische groeifactor (DGF) van 3 per eeuw. Elke eeuw is de bevolking onder normale omstandigheden 3x groter dan in de voorafgaande eeuw. Hoeveel Angelen in de 5e eeuw nC migreren is niet exact bekend. Gaan we ervan uit dat de Britse bevolking voor 1/3 van Anglische origine is, dan zijn dat anno 2000 in totaal ruim 20 miljoen mensen. Teruggerekend hoeft er dan circa 500 nC maar 1 Angelische man naar Brittannia zijn gemigreerd om de huidige 20 miljoen nakomelingen te krijgen. Door allerlei plagen en oorlogen zullen in de Middeleeuwen echter veel grotere aantallen zijn omgekomen dan in latere eeuwen. Sinds de 16e eeuw migreren bovendien zeer grote aantallen mensen vanuit Engeland naar de Britse kolonies. Per saldo moet dus oorspronkelijk vanuit Angeln zeker een grote veelvoud van 1 persoon zijn gemigreerd naar Engeland om de massamigratie vanuit Engeland in latere eeuwen mogelijk te maken. Deze veronderstelling komt overeenkomt met de overleveringen. Waarschijnlijk gaat het derhalve om enkele honderden, misschien duizenden Angelen die in de periode 50-650 nC in vier grote golven migreren naar elders. (> Angeln) Er zullen dus vele duizenden Angelen in hun traditioneel woongebied zijn blijven wonen.
** Angeln (Nieuw Angeln), Wig van Sleswig (gb 345), Migratiestromen, Lx (DGF)

Denemarken:
De oudste archeologische vondsten in Denemarken dateren van 130.000-110.000 vC. Daarna wordt het land sinds 12.500 vC duurzaam bewoond. Agricultuur bestaat er al zeker sinds 3.900 vC. Uit de Bronstijd (1800-600vC) zijn grafheuvels gevonden en een zonnewagen. Rond 1000 vC wordt Denemarken duurzaam bevolkt door stammen uit Zweden. Sinds 500 vC migreren Denen naar het zuiden. De oudste vermelding van de Denen dateert van 551 nC in het boek 'De oorsprong en daden van de Goten' van de historicus Jordanes, die hen daarin Dani noemt. Van 200 vC tot 700 nC teroriseren de Denen Angeln. In 737 nC bouwt Deense koning Godfried de Danewirke langs de Eider bij Haithabu. Van 800-918 nC terroriseren de Denen Engeland, waar ze in 918 worden onderworpen door Mercia en Wessex. In 880 nC trekt een leger Denen door de Zuidelijke Nederlanden naar Maastricht. Deventer wordt geplunderd, Tongeren, de Palts van Nijmegen en Luik worden in brand gestoken. Vanuit de koninklijke hoeve in Asselt maken ze daarna de Maasregio onveilig.
** Oer Deens, Oer Angelen, Oorlogen
# WKP 13.10.09, DAB, KBG

Didam:
Stad in de Liemers, Achterhoek. Sinds 1841 zijn daar diverse archeologische vondsten gedaan die duiden op bewoning vóór 350nC. Ook zijn grote hoeveelheden scherven gevonden uit circa 300vC-100nC. Gezien deze dateringen mogen we veronderstellen dat het om een Anglische nederzetting gaat. Sinds circa 200vC vestigen zich namelijk Angelen uit o.a. Twente en Drente in de Achterhoek en de Liemers. De nederzetting toont diverse woningen, gebouwen, spiekers, komhutten en waterputten. Spiekers zijn vierkante bouwsels waar graan wordt opgeslagen. Komhutten zijn hutten met een circa 15 cm verdiepte vloer. Deze hutten dienden als werkplaatsen voor ambachtlieden. De nederzetting ligt tussen de locaties Kollenburg en Aalsbergen in ZW Didam, bij kruising spoorlijn Didam-Zevenaar met de A12.
** Liemers
# liemersverleden.nl 13.11.09, KBG

Ding:
Germaans: volksvergadering, bijeenkomst van alle vrije mannen, gehouden op vaste tijden in het jaar op de zgn dingplaats.
COD: OldEnglish: Thing = cause, sake, office, council. OldNorse: thing.
Gezien OudNoors = thing, mogelijk in Anglisch ook thing en zo in OudEngels gekomen. Anglische woorden zijn namelijk soms identiek aan OudNoorse.

Dingplaatsen:
Locaties in oude tijden voor belangrijke vergaderingen, besluiten, conflicten besproken en bijgelegd, rechtszaken gehouden, wetten vastgelegd en gesproken over oorlog en vrede. Meestal op een heuvel. Zoals bijvoorbeeld op de Herenhul in Engeland bij Beekbergen, op het dorpsplein te Suxwort in Humsterland (Noord Groningen) en op de Dingselerberg in het buitengebied van Markelo, waar o.a. de Saxen van Oost Nederland vergaderden. De huidige dingplaats wordt gedateerd op circa 1200nC, maar is feitelijk ouder. Lebuïnus en Ludger hebben daar namelijk in 754-804 vergaderingen van de Germanen (Angelen en Saxen) bijgewoond. Mogelijk dateert de locatie al van circa 250vC, toen de Angelen zich gingen vestigen in Twente en de Achterhoek.
Dingplaats zijn omheind. Tijdens elke ding hangt er een vaandel, schild of zwaard aan een paal. De dingen (vergaderingen) worden gehouden op Dingsdag waaruit Dinsdag is ontstaan, de dag van Tiwaz (Tingwaz, Tyr), beschermgod van het ding. (> Tiwaz).
Op de dingdag heerst de dingvrede gedurende de hele ding. Tijdens de dingvrede mogen geen wapens worden gedragen. Niet alleen op de dingplaats, maar ook daarbuiten.
** Ael, Tiwaz, Engeland Beekbergen (Herenhul), Suxwort, Gerechtigheid
# vkblog.nl 29.10.09, FRI, DAB, KBG

Dirk van Fivelga: (795*-855*)
Mogelijk een verre nazaat van het Koningshuis Angeln. Graaf, mogelijk van de Anglische graafschap Fivelga (Fivelingo). Schenkt circa 850 goederen in de Groninger Ommelanden (ic Den Andel) aan het klooster van Fulda in Hessen. Deze goederen zal Dirk rond 820nC in leen hebben gekregen. In 405nC verslaat prins Offa van Angelen de Saxen bij Fiveldor, een locatie in het gebied rond de Fivel, die dwars door het gebied stroomt. Fivelga is dus sinds 405nC vrij zeker in bezit van de koningen van Angeln. Mogelijk zelfs al veel eerder.
¶ In 780nC veroveren Saxen de Groninger Ommelanden en Dokkum. (> Ludger)
¶ In 785nC onderwerpt de Frankische koning Karel de Grote (742-814) de Saxen en breidt hij zijn rijk uit tot aan de Elbe.
¶ In 814nC wordt Lotharius I (795-855) koning van Lotharingen, het middengebied van het Frankisch rijk. Fivelga komt zodoende onder Lotharingen.
¶ Dirk van Fivelga zal rond 820nC graaf van Fivelga kunnen zijn geworden. Aangezien een graaf functioneert in naam van een koning, zal Dirk in deze context dus in dienst moeten zijn van Lotharius I.
¶ Het is te doen gebruikelijk dat een graaf wordt benoemd uit de regionale elite. We mogen dus aannemen dat Dirk een telg is van een adellijk geslacht uit Fivelga. Aangezien Filvega oud Anglisch gebied is, zal het geslacht waartoe Dirk hoort, vrijwel zeker een oud Anglisch geslacht zijn.
¶ Fivelga wordt sinds 805nC gekerstend door Ludger (gst 809) en komt daarna onder kerkelijk gezag van bisdom Munster. Het feit dat Dirk rond 850nC goederen schenkt aan het klooster van Fulda betekent dat hij geen binding heeft met het bisdom Munster en dat Fivelga in die tijd nog niet ressorteert onder Munster. Ludger werkt immers voor het bisdom Munster. Dirk heeft dus de vrije hand in zijn schenking.
¶ Het feit dat Dirk van Fivelga schenkt aan klooster Fulda kan betekenen dat Dirk een voorkeur heeft voor Fulda en mogelijk een afkeer van Munster, dat in een oud Anglisch gebied ligt dat inmiddels door Saxen wordt gecontroleerd. E.e.a. sterkt de these dat Dirk voortkomt uit een oud Anglisch geslacht in Fivelga. Hij schenkt a.h.w. aan verre familie.
** Fivelga, Fivelingo, Thuringen

Dobbelen:
De oude Germanen dobbelen veel. Niet alleen om te gokken, maar ook om de toekomst te voorspellen of keuzes te maken. Tacitus schrijft rond 100nC dat de Germanen bij hun laatste worp, als ze alles hebben verloren, zelfs hun eigen vrijheid op het spel zetten. Er zijn dobbelstenen gevonden uit circa 50-400nC op diverse locaties in Noord Holland, Friesland, Groningen en ZO Gelderland. De dobbelstenen van Didam (Liemers), Nieuw Wehl (Liemers) en Baard (Friesland) zijn nagenoeg identiek en dateren van circa 200-350nC. Deze dobbelstenen zijn van gebakken van klei waarin zijn aangebracht op tegenover elkaar gelegen kanten: 2x1, 2x3 en 2x7 gaatjes. Verder lopen ze enigszins taps toe. De archeologen weten nog niet precies waarvoor ze werden gebruikt. Didam en Nieuw Wehl liggen in een gebied dat sinds circa 300vC voornamelijk wordt bewoond door Angelen. We hebben hier dus vrijwel zeker te maken met Anglische artefacten. De dobbeslteen van Baard is mogelijk ook van Anglische makelij. De Angelen in Noord Friesland komen namelijk rond 200nC in Engelum en daaromtrent wonen vanuit Humsterland in NW Groningen. Engelum ligt circa 8 Km NW en Baard circa 8 Km ZO van Leeuwarden. De Friezen komen daar later wonen vanuit hun woongebied aan de Weser in NW Duitsland.
** Liemers, Garmerwolde
# liemersverleden.nl 13.11.09, DAB, KBG

Donar:
West Germaanse god van de donder, de vruchtbaarheid, het huwelijk en de doden. Zoon van Wodan en Frig. Sterk gebouwd, rode baard, felle ogen, machtige stem, grote eter en drinker, ongecompliceerd. Ook: Thunar, Thunor, Thonar. Noord Germaans: Thor, zoon van Odin en Jord. Gelijkgesteld aan de Romeinse god Jupiter en Hercules. Zijn naam leeft voort in donder en Donderdag, Anglisch: Thunres-daeg, Engels: Thursday. Donar is tevens de god van simpele kracht. Naar gewoonte draagt Donar altijd een hamer, die Mjolnir heet. Als hij daarmee gooit, bliksemt het. Ook wekt hij daarmee geiten weer tot leven, nadat hij ze heeft opgegeten.
** Sjamanen, Gerechtigheid
# RRA, WP, DAB

Doomsday Book:
In 1068 laat Willem de Veroveraar van Engeland al het landbezit in zijn koninkrijk registreren. Met naam van de bezitter en diens bezit. Willem wil namelijk precies weten wat zijn koninkrijk allemaal omvat. Deze registratie is in 1086 gereed. Het krijgt de naam Domesday Book, omdat vele oorspronkelijk landbezitters hun bezit kwijtraken aan de nieuwe Normandische heersers. I.c. de handlangers en vazallen van Willem de Veroveraar. Voor de oorspronkelijke bezitters is de verschijning van het boek een ware domesday. Zij zijn ineens geen baas meer in eigen huis. Niet voor niets krijgt Willem daardoor de bijnaam van Bastard King.
Het Domesday Book is door de limitatieve opsommingen van allerlei gegevens een uiterst belangrijke bron van informatie over het Engeland van de 11e eeuw.
** Willem de Veroveraar (Lx)

Douwe:
Volgens het Meertens Instituut is Douwe een Friese naam en afgeleid van duif. De naam komt relatief veel voor in Groningen. Douwe ligt dicht bij dauw. Bron EWB relateert dit woord met daw (Oud Saxisch), tou (Oud Hollands) en deaw (Oud Engels). Dauw is in het Engels thaw. Bron COD herleidt thaw tot Old English thawian en Nederlands dooien. Thaw komt als familienaam voor in Staffordshire, historisch een Anglisch gebied. In Groningen wonen al sinds circa 300 vC Angelen. I.b. in Humsterland. Gezien e.e.a. lijkt het daarom eerder dat Douwe van oorsprong een Anglische naam is. De familienaam Douwes is daarvan afgeleid.
** Humsterland

Dover:
Stad in ZO Engeland. Dover is een term die verder voorkomt in Andover in Zuid Engeland en Hakendover in Vlaams Brabant. Mogelijk is de term 'dover' een equivalent voor stad. Al vóór het jaar 500nC settelen in Zuid Engeland vele migranten uit de Zuidelijke Nederlanden. De locatieterm dover lijkt dus welhaast zeker door hen meegenomen.

Draken:
In de Germaanse mythologie komen vele draken (draca) voor. Ze blijken overal te zijn afgeleid van wyrms of slangen. Volgens de mythen wonen draken in burchten, waar ze grote schatten bewaken.
** Monsters, Thyrs, Wyrm, Mythologie, Overleveringen
# RRA, KBG

Drente:
In de loop van de 5e eeuw lijken vele nederzettingen in Drente te zijn verlaten. Vondsten in grafvelden bij o.a. Wijster-Looveen en Zweeloo wijzen echter op voortgezette of hernieuwde bewoning in de nabijheid. Mogelijk is desnietemin de populatie teruggelopen. In Beilen is een schat gevonden bestaande uit gouden munten en halsringen.
** Zweeloo, Angelsloo
# encyclopediedrenthe.nl 8.10.09

Dijken:
** Terpen

Dzjim:
De letter G wordt in het Engels uitgesproken als zachte k zoals in good of als dzj zoals in Germany, Geography, Jezus, etc. Deze dzj-klank komt o.a. ook voor in Slavische talen als Pools en Russisch. De dzj-klank wordt in het Latijnse alfabet weergegeven door de letters G (Germany) en J (Jesus).

In het Cyrillische Alfabet is dzjim de 10e letter. In transcripties wordt deze dzjim weergegeven door de Latijnse letter J. De dzjim wordt ook gebruikt in het Griekse, Russische en Kazachstaanse alfabet voor dezelfde klank. Het teken voor dzjim lijkt sterk verwant aan het Germaanse teken hagal.
 

In de huidige Germaanse talen als Zweeds, Noors, Deens etc, komt de dzjim-klank niet voor. Het is daarom vooralsnog een raadsel hoe deze klank in het Engels is gekomen. Was dzjim al aanwezig in het Oer Anglisch of niet? Of is dzjim in Engeland in het Oud Engels terecht gekomen via de oorspronkelijke Britse talen als Keltisch, Pictisch of Schots. Deze laatste optie lijkt vooralsnog niet ondenkbaar, hoewel daarvoor nog geen duidelijke aanwijzingen zijn.

Het is ook denkbaar dat dzjim is overgenomen uit het Latijn. De Angelen in Brittannia bekeren zich namelijk al vroeg tot het Christendom en bekeren daarna massaal hun Anglische broeders op het Continent. Dzjim zou dan langs die weg kunnen zijn overgenomen door de Continentale Angelen. De huidige streektalen in de oude Anglische regio's op het Continent kennen dzjim echter niet of niet meer. Of de Anglische streektalen in Engeland dzjim kennen of ooit hebben gekend, is vooralsnog niet bekend. Wel is Geordie met de dzjim-klank een van de oudste Anglische streektalen in Engeland. Vele deskundigen hebben gespeculeerd over de herkomst van de naam Geordie. Heel interessant is de optie dat de naam George altijd zo populair was in NO Engeland. Deze populariteit kan samenhangen met St George (Joris, Gregorius), de beschermheilige van Engeland. De Engelse vlag wordt in de Middeleeuwen beschouwt als de vlag van St George. De vlag dateert al van vóór 1188, toen St George de beschermheilige van Engeland werd. Dat ligt voor de hand. Het is namelijk paus Gregorius die naar zeggen rond 600 AD Angelen ontdekt op de slavenmarkt van Rome en daarna opdracht geeft missionarissen te sturen naar Engeland en dat land te bekeren tot het Christendom. (> Kerstening) De naam Gregorius wordt in het Latijn echter uitgesproken met een harde G en niet als Dzj. De dzjim-klank lijkt dus langs deze weg niet afkomstig uit het Latijn. En andere wegen zijn vooralsnog onbekend.

De herkomst van dzjim in het Engels ligt mogelijk toch in het Oud Anglisch op het Continent. In het huidige Fries vinden we een zwakke vorm van dzjim in o.a. het woord gjin = geen. Alleen de dz-klank ontbreekt hierin. Aangezien Fries verwant is aan het Anglisch, kan het zijn dat de dz-klank wel voorkomt in het Oud Anglisch en dus per saldo ook de dzjim-klank. De dz-klank komt wel voor in het Engels in woorden als edge, sedge, sledge, etc. Echter edge = OE ecg (NL egge); sedge = OE secge (NL zegge); sledge = OE slecg (NL slegge); ridge = OE hrycg. Waar en wanneer de cg-klank is veranderd in een dz-klank is niet bekend. Mogelijk is ze niet eens veranderd, maar was altijd al cg = dz. Wel lijkt in de dz-klank echter al een zachte j-klank te zitten, zodat de dz-klank in feite een zachte dzj-klank is. Bij dzjim is de j-klank sterker en is dus een echte harde dzj-klank.

In de huidige streektaal van NO Nederland komt de zz-klank in de buurt van dzjim. Deze zz-klank vinden we in dizze = deze, o.a. in Twente. Alleen de j-klank ontbreekt nu nog. Anders was het zzj, wat heel dichtbij dzj ligt.

De enige optie die vooralsnog redelijk lijkt, is de these dat de dzjim-klank afkomstig is uit het Slavisch, de taal van de Slavische volken in Oost Europa. De Angelen op het Continent hebben die contacten zeker gehad. O.a. met Poolse migranten in de gebieden Oost Holstein en Noordoost Duitsland. In de 5e eeuw nC dringen Slavische stammen door tot aan de Elbe en later tot in Lunenburg. Daar nemen ze al snel belangrijke economische posities in. O.a. in de handel en als zgn lombards. Maar door de handel hebben de Angelen zeker al ver voordien contacten met de Slaven. Langs deze weg kunnen de Angelen vele woorden en klanken hebben overgenomen van het Slavisch. Het Anglisch zal toen zeker zo adaptief zijn geweest als het latere Engels, dat is voortgekomen uit het Anglisch.
** Hagal, Kerstening, Engeland

E::

Eacerboth Ritueel
** Nerthus

East Anglia:
Graafschap in MO Engeland, NO van Londen. Omvat Norfolk (North Folc) en Suffolk (Suth Folc). In 475-495 nC arriveren daar Angelen vanuit het Continent, mogelijk uit ZW Groningen of daaromtrent. (> Redwald) Met hun kielboten varen ze over de rivieren Nene, Ouse en Cam en vestigen zich daaromtrent. Ze stichten de locaties Linton, Haslingfield, Newmarket en Balsham. Verder bezetten ze reeds bestaande locaties van de autochtone Kelten en geven die Engelse namen. Alleen Girton, Comberton en Chatteris behouden aangepaste Keltische namen. Vóór de aankomst van de Angelen blijken er al vele Saxen te wonen uit de Romeinse tijd. Op den duur raken de Angelen, Saxen en Kelten onderling vermengd. In de eerste decennia weten de Angelen echter de macht te krijgen en de dominante groep te worden in de regio. Ze hebben zich voornamelijk gesetteld in het noorden. Later verspreiden ze zich naar het zuiden. Rendlesham nabij de rivier Ufford in Suffolk wordt de zetel van de Anglische koningen van het Huis der Wuffinga's c.q. bestuurcentrum van East Anglia.
** Redwald, Engelandvaarders
# historyfiles.co.uk 15.10.09
++ East Anglia

Economie:
** Beroepen, Beverjacht, Bevervel, Handel, Wodan

Edda:
** Pg Genline (Germanen)

 

Edwin van Northumbria: (586*-633)
Zoon van koning Aelle van Deira. Vertoeft enige tijd bij koning Redwald in East Anglia. Wordt in 616 koning van Deira en Bernicia. Bekeert zich in 627 tot het Christendom. Ghm NN. Sneuvelt in 633 in de Slag bij Hatfield Chase in Northumbria. Wordt na zijn dood heilig verklaard wegens zijn inzet voor bekeerlingen, thuislozen en ouders met grote gezinnen.
Kinderen: Xx en Hereric.
Op de foto links is te zien dat Edwin een mantel van bevervel draagt. Beverjacht is van oudsher een belangrijke activiteit van de Angelen. De bruinrode vacht is goud waard. Bovendien draagt hij een grima: een helm met masker.
** Suffolk, Kerstening, Grima, Bevervel, Beverjacht
# FRI, WKP 13.10.09, KBG
 

 

 

Eemsland:
Gebied langs de Noordzee tussen de Dollard en de Weser in NW Duitsland.

 

Eesterbrink Gorssel
De Eesterbrinkweg in West Gorssel is een oude zandweg. Uit de naam van de weg volgt dat er een Eesterbrink moet zijn waar de Eesterbrinkweg naartoe loopt. Deze brink is echter vooralsnog niet gevonden. Wel de Eesterweerd, in de Atlas van Hottinger (1783) Eester Loo genaamd. De plek waar de Eesterbrinkweg uitkomt, ligt circa 1.5 Km van Eesterweerd. Hieruit mag worden afgeleid dat Eesterweerd en Eesterbrink niet dezelfde locaties zijn. Een brink is een stuk
 
grasland, dat wat hoger ligt temidden van lager gelegen hooilanden of boerenerven. De naam wordt alleen gebruikt in Midden en Oost Nederland. Eesterweerd blijkt inderdaad een stuk hooiland te zijn in de laaggelegen uiterwaarden aan de IJssel in het westelijk deel van Gorssel.
** Eesterhoek Gorssel
# WP, FRI, DAB

Eesterhoek Gorssel:
Een gebied in West Gorssel dat o.a. Eesterbrink en Eesterweerd omvat en is gelegen in de uiterwaarden langs de IJssel. Mogelijk is dit het gebied dat in de Hottinger Atlas (1783) 't Eester Loo wordt genoemd. De betekenis van de naam Eesterhoek is vooralsnog niet zeker. Het meest voor de hand ligt de optie dat Eester = Ooster, een term die in vele locatienamen in Nederland voorkomt. Bijvoorbeeld in Oosterbeek en Oosterhuis. Eester moet dan in de streektaal van het gebied in West Gorssel gewoon Ooster betekenen. Dus is Eest = Oost. Eest in de betekenis van Oost ligt het dichts bij het East in het Oud Engels. Bron EWB schrijft: oost: mnd, mhd ôst, ofries âst, oeng east. Saxisch: ost, oast. East is dus vrijwel zeker van Anglische herkomst. Dat betekent dat de oude streektaal in Gorssel van Anglische origine moet zijn. Gezien de zgn ingekapte heggencultuur die voorkomt in nabijgelegen Epse en andere delen van de Achterhoek en verder alleen in Zuid Engeland, lijkt deze these zeer aannemelijk. Deze heggencultuur is dan kennelijk meegenomen door migranten uit de Achterhoek naar Zuid Engeland tijdens de massamigratie van Angelen en Saxen naar Brittannia in de 5e-7e eeuw.

Waarom het gebied Eesterhoek het naamdeel Eest/Oost krijgt, is vooralsnog niet zeker. Het moet kennelijk ten oosten van een andere locatie liggen. Echter, Oost betekent tot de 19e eeuw zowel Oost als Zuid. De betekenis Zuid lijkt hier zeker toepaslijk. Eesterweerd en Eesterbrinkweg liggen namelijk in het zuidwestelijk deel van Gorssel en grenzen aan het zuidelijk deel van de Ravensweerd van Gorssel.
** Eesterbrink, Eesterweerd, Mega Angeln, Migratiestromen, Windrichtingen
# EWB, HTN, COD, FRI, DAB

Eesterloo Gorssel:
Een gebied nabij de IJssel bij Gorssel. Vermeld in de Hottinger Atlas (1783) als Eester Loo. De naam betekent vrijwel zeker Oosterloo. Beide naamdelen duiden mogelijk op een Anglische herkomst. Eest = Oost (OE: east) en Loo = open veld in bos (OE: leah > ley). Loo als uitgang in plaatsnamen komt voornamelijk voor ten noorden van de Rijn, in gebieden die vrij zeker ooit Anglisch waren.
** Loo, Eesterhoek Gorssel

 

Eesterweerd Gorssel:
Ook: Eesterwaard. Een gebied in de Gorsselse uiterwaarden langs de IJssel, gelegen naast de Ravensweerd (Ravenswaard). De naam betekent vrij zeker Oosterwaard.
** Loo, Eesterhoek Gorssel
# FRI
 
 
Egypte:
** Pg Genline, Handel, Ingwaz, Zonnering, Zonnecultus, LACA

Eibergen:
In Eibergen getuigen de Warfendijk en Warfslathweg van Anglische aanwezigheid. Gezien de migratiestromen uit het verleden, kunnen de Angelen zich daar omtrent 200vC hebben gesetteld vanuit Twente.
** Wharf (Warfendijk, Warfslathweg), Slath, Holterhoek, Kranenweg, Krane (Kranenkamp), Angelsites, Bekervolk

Einherjars:
** Pg Genline (Germanen)

Enga:
** Enka

Engbergen:
Buurtschap bij Gendringen in de Achterhoek. De herkomst van de naam heeft vrij zeker te maken met Angelen. Inspectie ter plekke leert namelijk dat het gaat om een vrij groot heuvelgebied, dat circa 15 meter boven de directe omgeving ligt. Langs dit gebied stroomt de AA-Strang vanuit Duitsland naar de Oude IJssel bij Ulft. Het omliggende gebied is van oudsher drassig en moerassig. Het heuvelgebied is dus een ideaal woongebied. Anno 2009 staan daar ook diverse huizen en andere gebouwen. Het gebied heeft niets engs, in de zin van klein, nauw of angstigs. Hierdoor blijft feitelijk alleen de optie over dat het gebied was bewoond door Angelen. Engbergen betekent dan: het berggebied van de Angelen = het hoger gelegen gebied waar Angelen wonen. Eng- is namelijk synoniem aan Ang-, dat normaliter staat voor Angelen. Deze these wordt versterkt door het feit dat in de Achterhoek en de Liemers al sinds circa 400 vC Angelen wonen. De naam Engbergen is in wezen identiek aan de locatienamen Angelburg in Duitsland. Mogelijk heet Engbergen oorspronkelijk ook Angelburg of -berg en is de naam in de loop der eeuwen verbasterd tot Engbergen.

Bron AWA (1842) schrijft:

ENGBERGEN, landgoed in het graafs. Zutphen, prov. Gelderland, ..., gem. Gendringen. Omstreeks het jaar 1810 vond men, op dit landgoed, bij het delven van eenen kuil, eenige voeten diep in den grond, eene urne van gebakken roodachtige aarde, bevattende de overblijfselen van een verbrand lichaam, naar gissing uit den Romeinschen tijd.

Dit citaat sterkt de these dat Engbergen werd bewoond door Angelen. De cultuur van crematie en urnen is namelijk bizonder specifiek voor de Angelen.
** Crematie, Thanatologie
# FRI, AWA, DAB, KBG

Engden:
Dorp circa 5 Km zuidoost van Nordhorn, Neder-Saxen. Mogelijk is de oorspronkelijke naam zoiets als Engeltune = omheind gebied van Angelen = woonplaats van Angelen. Het dorp ligt in Groot Veenland, waar sinds circa 300 vC Angelen settelen.

Engel:
Oud Engels voor Angel = lid van de Germaanse stam der Angelen.
** Angel, Angelen

 
Engeland:
Grootste deelstaat van Groot Brittannië. In 450-550 nC bevolkt door Angelen en Saxen vanuit het gebied tussen Denemarken en de Rijn op het Continent. De naam is te danken aan de Angelen, die circa 65% van het grondgebied bezitten en tot de 11e eeuw de belangrijkste macht vormen in Brittannia.

- Vlag: op wit een kruis in rood. Het kruis is van St Joris (St George), afgebeeld als een ruiter te paard die met een lans een draak dood steekt. De draak geldt als een symbool van het kwaad. Mogelijk heeft de symboliek van de vlag te maken met de saga Beowulf, waarin een koning van de Goten een draak doodt. Deze saga dateert van ver voor de 800 nC. Aangezien de Angelen voortkomen via de Denen uit de West Goten lijkt de genoemde these zeker plausibel. De kleuren rood op wit lijken deze these te bevestigen. Ze lijken namelijk een pendant van de Deense vlag: op rood een kruis in wit. Hier lijkt dus bevestigd dat de Angelen voortkomen uit de Denen, hetgeen de saga van Ingwi beweert. De Angelen hebben e.e.a. in ieder geval via overlevering zo gezien.

Naar zeggen zou Engeland oorspronkelijk een vlag hebben, die identiek was aan de Deense vlag: op rood een kruis in wit. Bij de Deense vlag staat het kruis echter excentrisch, terwijl bij de Engelse vlag het kruis centrisch is. De Deense vlag wordt al genoemd in de 14e eeuw. Dat betekent echter niet persé dat die vlag dan voor het eerst bestaat. Ze kan al veel ouder zijn, voordat ze wordt genoemd.

Volgens een ander verhaal bestaat de Engelse vlag al vóór de kruistochten (1096-1270). De paus wil de paus dat de Engelsen een wit kruis op een rood veld voert en de Fransen een rood kruis op wit. De Engelsen protesteren en claimen dat hun vlag altijd al bestond uit een rood kruis op een wit veld. In 1188 komen Henry II van Engeland en Philipe II van Frankrijk overeen de hun toegewezen kleuren wisselen. Engeland heeft dus in 1188 z'n oude vlag weer terug: een rood kruis op een wit veld. M.a.w.: de Engelse vlag moet dus al ruim vóór 1188 als zodanig bestaan.

Volgens een ander oud verhaal introduceren Engeland en Londen de vlag van St George in 1190 ten behoeve van de Engelse schepen in de Middelandsezee om te profiteren van de bescherming door de vloot van Genua. Deze these is echter erg in strijd met de eerder genoemde feiten uit 1188.

De Engelse vlag wordt in de Middeleeuwen beschouwt als de vlag van St George (St Joris, Gregorius), de beschermheilige van Engeland. De vlag dateert naar zeggen uit de 12e eeuw, toen St George de beschermheilige van Engeland werd. Dat ligt voor de hand. Het is namelijk paus Gregorius die rond AD 600 Angelen ontdekt op de slavenmarkt van Rome en daarna opdracht geeft missionarissen te sturen naar Engeland en dat land te bekeren tot het Christendom. (> Kerstening)

De St George Cross wordt voor het eerst genoemd als een embleem van Engeland bij de Welsh War van 1275. Tijdens de Slag van Evesham in 1265 dragen de Engelse Royalisten echter al een rood kruis ter onderscheiding van de rebellerende baronnen, die een wit kruis dragen in de Slag van Lewes (Sussex) een jaar eerder. Mogelijk dragen de baronnen de Deense kleuren door een tegenstelling in de Engelse adel. De Royalisten horen voornamelijk tot de hoge adel, van oudsher overwegend Angel-Saxisch en Normandisch van afkomst, terwijl de adel van Deense origine meer tot de lagere adel behoort. De baronnen associeren zich kennelijk meer met hen en voeren dus ipso facto de oude Deense kleuren. Een baron is immers oorspronkelijk een niet-souverein leenman (baro = dienstman) en valt onder de gewone (lagere) adel. In rangorde net boven de ridder, maar nog onder de burggraaf.

Dat de Deense invloed een grote rol lijkt te spelen in de strijd tegen de Royalisten is verder niet zo vreemd. De Denen hebben zich in de 10e eeuw grootschalig gevestigd in Oost Engeland (Danelaw) en delen in Midden Engeland. De lagere adel in Engeland zal dus voor een groot deel Deense roots hebben. De adel afkomstig van de Vikings zal zich bij de Deense groep goed thuis voelen. Ook zij hebben Engeland zwaar geterroriseerd met hun gruwelijke raids en ook zij zijn uiteindelijk verslagen door de Angel-Saxen.

Per saldo lijkt het verhaal eenvoudiger. Engeland ontstaat in 889 door het huwelijk van Ethelflaed van Wessex met Ethelred II, eerst Koning later Earl van Mercia. Als Ethelflaed naar Mercia reist om te trouwen, wordt ze aangevallen door Denen, die een alliantie tussen Mercia en Wessex willen voorkomen. De helft van het gezelschap wordt vermoord. Aethelflaed vlucht in een oude loopgraaf en gebruikt die als een fort. Hierdoor weet ze de Denen te verslaan. Oorspronkelijk zal de Engelse vlag inderdaad kunnen zijn: op rood een kruis in wit, centrisch geplaatst. Daarmee de relatie met de Denen aangevend. E.e.a. kan echter zijn veranderd rond het jaar 917 nC. In dat jaar onderwerpen Lady Ethelflaed en haar broer koning Edward van Wessex de Denen in Engeland aan hun gezag. Na alle terreur van de agressieve Denen kan het jonge Engeland het besluit hebben genomen de kleuren van hun emlbeem en vlag om te keren om zich daarmee symbolisch te distantieren van de Denen en hun zelfstandigheid tegenover hen te demonstreren. Temeer daar St Joris meer past bij de enorme strijdbaarheid van Lady Ethelflaed en haar broer Edward. De verandering van de Amerikaanse vlag bij de onafhankelijkheid in 1776 verloopt analoog. Oorspronkelijk waait er de Britse kolonievlag: rood met de Britse vlag in de linker bovenhoek. Al snel maken de onafhankelijke Amerikanen een eigen vlag: de Stars Spangled Banner. Alleen de kleuren rood, wit en blauw zijn dan nog terug te vinden in de Amerikaanse vlag.
** Vlaggen

- Embleem: Op rood drie kruipende leeuwen in goud, aankijkend, links gekeerd, 1-1-1 geplaatst. De oudste associatie is met koning Richard I Leeuwenhart van Engeland (1139*-1199), derde zoon van koning Henry II van Engeland. Het kan daarom zijn dat het wapen is gecreëerd in 1157, als Richard I koning van Engeland wordt. Henry II voert namelijk als wapen: op rood een staande leeuw in goud, links gekeerd. Het wapen van Richard I lijkt sterk op het wapen van Denemarken. De oudst bekende afbeelding van het Deense wapen dateert van 1190 op een zegel van koning Knut. Mogelijk is dat wapen echter al in gebruik bij diens vader koning Waldemar de Grote (1122*-1182). Knut's broer Waldemar II van Denemarken voert dit wapen naamelijk ook. Het Deense wapen dateert dan zeker al van circa 1150 nC. Per saldo lijkt het dan dat het wapen van Richard I is afgeleid van het wapen van zijn vader (gouden leeuw op rood) en het Deense wapen (drie kruipende leeuwen, 1-1-1, links gekeerd). Daarmee wil het wapen van Richard I kennelijk aangeven de historische verwantschap tussen de Engelsen (Angelen) en de Denen.

- Herkomst  Zowel de Engelse vlag als het embleem van Engeland demonstreren zoals gezegd een sterke verwantschap met de Denen. De symbolen zijn nagenoeg gelijk, alleen de kleuren verschillen. De Engelsen willen daarmee dus duidelijk aangeven dat ze zich verwant voelen met de Denen, maar geven via hun kleuren hun eigenheid aan. Deze symbolen dateren uit de periode 919-1157. M.a.w.: de Oer Engelsen beschouwen zich door overlevering en mogelijk andere feiten kennelijk als voortgekomen uit de Denen. Deze overtuiging is toch enigzins opmerkelijk. Engeland is zeker vernoemd naar de Angelen, die sinds circa 400 nC Brittannia bevolken. Maar ze zijn niet de enigen. Het zuiden en zuidoosten van Engeland wordt rond diezelfde tijd bevolkt door Saxen uit NW Duitsland. Hun macht neemt geleidelijk toe. In de 10e eeuw is Wessex zelfs het machtigste koninkrijk in Engeland. Het symbool van die macht is Alfred de Grote van Wessex (848-901), die sinds 871 koning van Wessex is. Hij verovert Mercia, de Thames Valley en Londen, van oudsher Anglische gebieden. Zijn macht is daardoor zo groot geworden dat hij wordt uitgeroepen tot Bretwalda: heerser van heel Brittannia. Alfred is gehuwd met Ealhswith, geboren in 852* in Mercia, dochter van Earl Ethelred Mueil of the Gainai (Gainsborough) en Eadburn Fadburn. Mercia is een Anglisch gebied dat tot die tijd het machtigste koninkrijk van Brittannia is. De macht is met Alfred de Grote overgegaan van de Angelen naar de Saxen. Het is dus in zekere zin vreemd dat sinds Alfred de Grote de verwantschap van de Engelsen met de Denen nog steeds zo sterk wordt benadrukt. Verklaringen hiervoor kunnen zijn de historiciteit van de toenmalige opvattingen, een numerieke meerderheid van de Angelen en de relatieve macht die de Angelen in Engeland sinds de 10e eeuw nog steeds hebben. Het kan zijn dat de Saxische koningen omwille van de vrede in het land de enigszins onjuiste opvattingen niet expliciet bestrijden. Daar komt bij dat de West Saxische koningen zichzelf zien als nazaten van koning Wig van Sleswig c.q. als vorsten van Anglische afkomst.
** Angel-Saxen, Angelland, Brittannia, Migratiestromen, Beowulf, Goten, Politiek, Overleveringen, Lx (Ethelflaed van Wessex gb 869; Alfred de Grote van Wessex gb 848)
# WKP 5.10.09, DAB, KBG
 

Engeland Beekbergen:
Gebied in Beekbergen bij Apeldoorn, anno 2009 circa 500x750M ofwel 40 Ha groot. Oudste vermelding in 801 nC in giftbrief, waarin Podolfus, zoon van Wibald, zijn hof in Englandi, annex weiden en rechten, alsmede het woud Barclog (Bruggelen) schenkt aan de Abdij van Werden bij Duisburg aan de Rhur. Engelanderholt is een groot bos tussen Engeland en Ugchelen, een dorp tussen Beekbergen en Apeldoorn.

Het hoogste deel van de Engelanderholt heet de Herenhul, een uitgestrekte heuvel waarop al sinds 1227 "Het Hoge Gericht" van de Veluwe wordt gehouden, ofwel het hoge gerechtshof zitting houdt. Zuidoost van de Herenhul ligt een grote grafheuvel. In een groot aantal kuilen versrpreid over Engeland zijn ook gevonden urnen met verbrande beenderen van mensen. Sinds het jaar 1000 komen er steeds grotere essen en enken voor, ofwel gecultiveerde landbouwgronden. In biezonder ten westen van de Beekberse Beek. De oudste ontginning ligt tussen de Engelanderweg en Engeland, waarvan de kern ligt tegenover de kruising engelanderweg/Konijnenkamp. De Hertsweide is een stuk grond in Engeland. Daar stond vroeger herberg "Het Rode Hert", die al in 1432 wordt genoemd in een stadsrekening van Arnhem.
¶ De oudste enken in Nederland ontstaan grotendeels na 700 nC. Het hof Englandi wordt al in 801 genoemd. Het moet dus al geruime tijd bestaan, wil het tot een hof zijn gegroeid. Gezien deze feiten is het de vraag of Englandi in 801 al een enklandschap is. Enken zijn immers landbouwgronden die in de loop der eeuwen ontstaan door durende bemesting, waarbij de grond per decennium 1 cm stijgt. Bovendien wordt de naam enk of eng op de Veluwe soms ook gebruikt voor gronden die niet aan de genoemde criteria voldoen. (> Enk) Het kan dus zijn dat de naam Engeland in Beekbergen te maken heeft met Angelen, die zich daar vóór 801 settelen en het land in cultuur brengen. Het kan dus een Angelrode (Engelrode) zijn. Dwz: land ontgonnen door Angelen. Temeer daar de gifbrief van 801 nC spreekt van "weiden" en niet van bouwland, wat enken toch wezenlijk zijn. Bovendien wordt pas ontgonnen land meer gebruikt als weidegrond dan als bouwland. Zeker op de Veluwe en zeker in Beekbergen, waar alleen zandgrond voorkomt, dat aanzienlijk armer is dan kleigrond of lös en dus minder geschikt voor verbouw van gewassen.
¶ Bron AWA (1842) schrijft over Engeland bij Beekbergen:
Het is de oudste geregtsplaats in Gelderland, ook HEERENHUL genaamd, waar eenmaal de oudste bewoners der Veluwe geregt hielden, en waar weder, bij het herleven van het volkregt, de Geërfden van het dorp zamen kwamen, en dan kleine vonnissen, door of van wege eenen Ambtsrigter, velde. De naam ENGELAND en HEERENHUL herinneren misschien, even als de ENGELENBURG [bij Brummen], aan ene overheersching der Anglen en Saxen.
** Angelen, Enk, Angelrode, Angerlo, Engeler
# sbne-beekbergen.nl 11.5.09, WP, AWA, FRI, DAB

Engeland Beesd:
Adellijk huis in het vrml Ambt Beest-en-Renoy in Gelderland.
# AWA

Engeland Dalfsen:
Buurtschap in Dalfsen, gelegen tussen de N340 (Dalfsen-Ommen), 't Gerner en de Engellandweg. Anno 1842 telt het 19 huizen en ruim 100 inwoners. Het gebied is anno 2009 circa 1.5Kmx1Km groot, ofwel 150 Ha, voornamelijk in gebruik als grasland en akkerland.


Aangezien zich sinds circa 300 vC Angelen vestigen in NO Nederland, kan de naam Engelland zijn afgeleid van Angelland. Ofwel het land waar Angelen wonen. In het naastgelegen Gerner zijn afgelopen jaren archeologische vondsten gedaan. De Gerner Marke blijkt al in de IJzertijd (800vC-12nC) te zijn bewoond. Er zijn voornamelijk resten van oude boerderijen gevonden. Er blijkt zowel landbouw als veeteelt te zijn geweest. In die tijd zijn er ook contacten met Noord Duitsland en Scandinavië. Zo was er o.a. handel in zout, dat aan de kusten van de Noordzee werd gewonnen.

Kaart rechts is een uitsnede van de Chromotopografische Kaart des Rijks uit 1866. Engeland ligt tussen de Dedemsweg, de Hessenweg, de Ankummerweg en de Hoevendwarsweg. De Hessenweg wordt later de N340. Het gebied bestaat in die tijd volgens de kaart voornamelijk uit heide met ven, aangegeven met de zalmkleur.
** Angelland, Hessenwegen
# FRI, dalfsen.nl 4.7.09, AWA, DAB
 

 

Engeland Hardenberg:
Gehucht in Hardenberg Noord, tussen Collendoorn, Ane en de N34, de weg van Hardenberg naar Coevorden. Voornamelijk agrarisch gebied. Anno 1842 19 huizen en 100 inwoners. Anno 2009 staan er circa 20 woningen op ruime afstand van elkaar. Langs de N34 ligt het Engelander Bos.
Kaart rechts: de streek Engeland bij Hardenberg in de Hottinger Atlas van Noord en Oost Nederland uit 1781.
 

Foto links: Engeland Hardenberg anno 2005.
De naam Engeland in Hardenberg is waarschijnlijk afgeleid van Angelland, ofwel het land waar Angelen wonen. Sinds circa 100 vC settelen immers vele Angelen uit Noord Duitsland zich in Noord Oost Nederland. Bovendien grenst de buurt Engeland aan Lutten, waar ook Angelen moeten hebben gewoond. De Angelen in Engeland Hardenberg en Lutten hebben zich daar mogelijk gevestigd rond 100 nC vanuit Olfrisia.

** Angelland, Olfrisia, Lutten, Migratiestromen
# AWA, FRI, DAB

 
Engeland Hoogvliet:
- Adellijk Huis Te Engeland westelijk van Hoogvliet in Land van Putten. Gesticht in 1664 door B. van Heel. Omvat circa 48 roeden (0.5 Ha) land. In 1842 bezit van bouwman Bastiaan van Kralingen.
- Heerlijkheid Oud & Nieuw Engeland (= Lokhorsterland). Een polder met anno 1842 10 huizen en 50 inwoners. In 1739 bezit van stad Schiedam.
# AWA

Engeland Kennemerland:
Betreft de eilanden Groot Engeland en Klein Engeland, gelegen in het Berger Meer of Egmonder Meer voordat deze meren worden bedijkt circa 1550. Nadien worden ze genoemd in een accoord tussen Filips II van Spanje en graaf Lamoraal van Egmond ivm met de jurisdictie over deze gebieden.
** Engelmondbeek
# AWA

Engeland Oldebroek:
Gehucht oostelijk van Oldebroek op de Veluwe. Anno 1842 bestaat het uit woeste heide bij de Wolbergen waar 15 huizen staan en 70 mensen wonen.
# AWA

Engeland Ruinen:
Buurtschap aan de noordkant van Ruinen, gelegen tussen de Munnekenweg (naar Pesse) en het gehucht Wittenveen. De historische betekenis van de naam is vooralsnog onbekend. Het is een vrij hooggelegen zandgebied, dat op geen enkele wijze valt te associëren met "eng" in de betekenis van nauw of smal. Het ligt namelijk op een normale wijze ingelsoten tussen andere gebieden. Aangezien in NO Nederland sinds circa 400 vC Angelen wonen, is de associatie met hen reëel. Evenals elders kan het gebied daarom oorspronkelijk betekenen: Land van de Angelen, ofwel: Land waar Angelen wonen.
# FRI, KBG

Engelandvaarders:
Tot de grote groepen mensen die sinds oude tijden naar Engeland migreren horen:

Belgen: uit Belgica = de Lage Landen >> ZuidWest Engeland (0-300nC)
Angelen: uit Mega Angeln >> Noord, Oost, West en ZuidWest Engeland (450-550nC)
Saxen: uit Neder-Saxen >> Midden, Zuid en ZuidOost Engeland (450-550nC)
Juten: uit West Denemarken >> Kent (450-550nC)
Denen: uit Denemarken >> Danelaw in Oost Engeland (800-900nC)
Vikings: uit Zweden en Noorwegen >> Noord en West Engeland (800-900nC)

De Angelen en Saxen gebruiken een zgn kuyl ofwel kielboot, een platbodem met hoge boeg waarmee ze makkelijk de moerassige kustgebieden kunnen binnendringen zonder opgemerkt te worden. De overtocht duurt circa 2 of 3 dagen, afhankelijk van het weer. In totaal migreren in 450-500nC circa 360.000 Angelen. (> Demografie) Bij de Saxen gaat het volgens deskundigen (WKP 4.11.09) om 100.000 tot 200.000 (gem 150.000) migranten naar Brittannia. Bij de Juten gaat het mogelijk om circa 5000 migranten.
** Migratiegroepen, East Anglia, Regiokeuze, Migratielijnen, Migratiewaarden, Saxen, Demografie, ASV

Engelberg:
Dorp nabij Lüzern in kanton Obwalden, Zwitserland. Voor het eerst genoemd in 1122 als Engilperc. Het Benedictijne Klooster dateert uit de Vroege Middeleeuwen. Sinds de 19e eeuw is Engelberg een belangrijk vakantieoord. Inwoners: 1709 678, 1799 1468, 1850 1737, 1900 1973, 1950 2544, 2000 3544, 2007 3635.
De herkomst van de naam is vooralsnog niet bekend.
# WKP 2.9.09, KBG

Engelbergh:
Familienaam. Mogelijk afkomstig uit Venlo of daaromtrent. Aldaar leeft in de 16e eeuw ene Arnoldus Engelbergh.

Engelbert:
Dorp in de gemeente Groningen, circa 5 Km oostelijk. De naam zou betekenen 'kleine buurt'. Aangezien er al sinds de jaartelling Angelen wonen in Noord Groningen, lijkt het eerder denkbaar dat de naam betekent 'buurt der Angelen'. Analoog aan Englum in NW Groningen, of Engelrode/Angelrode in de Achterhoek, etc. Verder komt de naam Engelbert of Angelbert voor als jongensnaam en als familinaam. Bron gerardlenting.nl (29.4.2010) stelt dat Engelbert is afgeleid van Angelen en brecht = stralen, glanzend (schitterend). Deze herleiding past beter bij de historische achtergronden van de regio.
¶ Familienaam in Noord Nederland
** Angelbert

Engelborg:
Voormalige havezate bij Garrelsweer in Fivelingo, NO Groningen. Bron AWA schrijft hierover:

ENGELBORG, naam, op oude kaarten voorkomende als zijnde ene h. [havezate] in Fivelgo, prov. Groningen, 1u. Z.Z.W. van Loppersum, bij Garrelsweer, thans [1842] echter niet meer bestaande.
Garrelsweer is tot in de 13e eeuw de belangrijkste locatie in Fivelingo. Het dorp wordt al genoemd in 1057nC en zal dus zeker al veel langer bestaan. Aangezien Fivelingo al sinds circa 500vC is bevolkt door Angelen, zal Engelborg vrij zeker betekenen de borg van Angelen, zoals de Hunenborg bij Volthe in Twente is genoemd naar de Hunen.
¶ Er is ook een familienaam Engelborg.
** Garrelsweer, Hunenborg Volthe

 

Engelen:
Dorp aan de Maas NW van Den Bosch. Kaart KGH (1593) noemt aldaar Engelen, zijnde een vrij groot gebied met een dorp (pagi). Aangezien het oorspronkelijk kennelijk om een streeknaam lijkt te gaan, kan de naam zijn afgeleid van Angelen. Temeer daar circa 1.5 Km zuidwest daarvan het Engelse Meer ligt volgens een kaart uit de 16e eeuw. Als zodanig betekent het dan Land der Angelen. Identiek aan de plaats Engilin in Thuringen.
 
Het dorpshuis van Engelen heet de Engelenburcht. Of er ooit inderdaad een burcht stond met die naam, is vooralsnog niet bekend.
** Engilin
# KGH, KBG

 
Engelenburg Brummen:
Kasteel bij Brummen in Gelderland. Het kasteel dateert vrij zeker van vóór het jaar 1000 nC. Ter plekke zijn namelijk eiken palen gevonden, die zeker 1000 jaar oud zijn. Het kasteel is verwoest in 1624 door de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Anno 2009 is het een resort annex golfbaan. De herkomst van de naam is vooralsnog niet bekend. Gezien de aanwezigheid van Angelen in Zuidoost en Midden Gelederland sinds circa 100 nC, kan de naam van hen zijn afgeleid. Oorspronkelijk heet het kasteel daarom mogelijk Angelenburg, analoog aan Angelburg bij Osnabrück in Neder-Saxen en in Hessen.
¶ In de Tachtigjarige Oorlog is het kasteel verbrand door graaf Hendrik van Bergh. Daarna is het weer opgebouwd. Anno 1842 is het kasteel bezit van Wed. N. van Walree, geboren Van Lennep. Het goed omvat dan 195 Ha grond.
Klein Engelenburg: buitenhuis te Brummen met 5 Ha grond, in 1842 bezit van Wed. N. van Walree.
** Angelburg
# AWA, DAB

Engelenburg Herwijnen:
Oud adellijk huis in de kom van Herwijnen. In 1817 gesloopt. De voorpoort staat er nog tot 1854. De grachten bleven bestaan. Het goed omvatte 5 Ha grond. In 1854 bezit van Martinus Adrianus Bierman te Gorinchem.
# AWA

Engelendaal Leijderdorp:
Vrml klooster, bewoond door Reguliere Kanunniken. Opgericht door Frederik van Blankenheim, de 51-ste bisschop van Utrecht. In 1407 verbonden met het klooster te Windesheim.
# AWA

 

Engeler:
Gebied op de Veluwe tussen Beekbergen, Arnhem en Otterlo. Dit gebied staat op kaart KGH (1593) onder die naam geschreven. De herkomst van de naam is nog niet bekend. Gezien echter de streek Engeland (Englandi) bij Beekbergen de aanwezigheid van Angelen aldaar doet vermoeden, kan de naam Engeler daarmee te maken hebben.
 
De Angelen in Beekbergen hebben zich daar circa 600 nC gevestigd. Mogelijk dat vandaaruit rond 700 nC Angelen zijn gemigreerd naar Engeler.
** KGH, Engeland Beekbergen
# KGH, KBG

 
Engelhem:
** Engelheim, Engilin

Engelhuizen:
Voormalig nonnenklooster in Groenlo. Genoemd naar het gebied waar het klooster ooit stond. Vermeld 1461 als vrouwenklooster ten Engelhuse in acte waarbij de bischop van Münster de stichting van het klooster te Groenlo bekrachtigt. (Archief Heerlijkheid Borculo, sub 4, Te Groenlo, btr het klooster Engelhusen te Groenlo, sub 172).
** Engelhusen, Enghuizen

Engelhus:
** Engelhusen

Engelhusen:
Familinaam afgeleid van Angelhusen c.q. Angelhausen. Bekend: Dietrich Engelhus (Duitsland), alias Theodorich Engelhusen, geboren 1362* in Einbeck, gestorven 5 mei 1434 in Wittenburg bij Elze, leraar en vertaler van Latijnse teksten.
** Angelhausen, Engelhuizen
# WKP 23.8.09

Engelkes Vrieschelo:
- Vrml buurt bij Vrieschelo in Oost Groningen.
- Familienaam.
# AWA, DAB

Engelland Dalfsen:
** Engeland Dalfsen

Engelmeer:
Naam voor het Egelmeer te Utrecht op diverse oude kaarten.
# AWA

Engelmondbeek:
Beek in Kennemerland. Naar zeggen genoemd naar St Engelmond. Gezien de twee eilanden Engeland in Kennemerland, lijkt de overlevering aanvechtbaar.
** Engeland Kennemerland
# AWA, KBG

Engelrode:
Bron AWA (1842) schrijft dat Engelrode een voormalig adellijk huis is in het graafschap Buren in Gelderland. Het huis te Beusichem was omgracht en omgeven door brede lanen. Later is het afgebroken, waarna er een boerderij is gebouwd en de bijbehorende gronden zijn veranderd in bouwland.

Huis Engelrode te Beusichem moet van oude datum zijn. Ene Anthonie van Rijnberck (1707-1788) noemt zich namelijk 2nd Lord Engelrode. Zijn zoon Dirck Cornelis van Rijnberck (gb 1748*) heet 3rd Lord Engelrode. Dirck Anthoniesz van Rijnberck, vader van Anthonie (gb 1667*), is dus mogelijk 1st Lord Engelrode. De titel dateert derhalve uit de 17e eeuw. De naam Van Rijnberck geeft aan dat dit geslacht Huis Engelrode in bezit kreeg toen het al ruime tijd moet hebben bestaan en dat ze hun titel pas toen hebben aangenomen. Zodoende kan Huis Engelrode al ver voordien zijn gebouwd. Mogelijk ontleent het huis haar naam aan haar locatie. Zulks is namelijk veelal het geval.

De naam Engelrode betekent hetzelfde als Angelrode = ontgonnen land waar Angelen wonen. De Angelen zijn een Germaans volk dat sinds de 7e vC woont in Angeln in Noord Duitsland. Bij Doesburg aan de IJssel ligt de regio Angerlo, dat oorspronkelijk heet Angelre = Angelrode. Volgens overlevering hebben daar inderdaad Angelen gewoond. Het feit dat genoemde Anthonie en Dirck zich Lord Engelrode noemen, betekent waarschijnlijk dat zij ook menen dat Engelrode te maken heeft met Angelen en dus met Engeland, het land der Angelen.
** Angelrode, Angerlo, Angelen
# AWA, DAB, KBG

Engels:
- gewicht: Ook esterling (sterling) genaamd. Naam voor een gewichteenheid gebruikd om goud en zilver te wegen. Heeft een waarde van 1/160e Trooise mark of 1/20e ons en omvat 32 azen (= 1,538 gram). De naam esterling is vrijwel zeker afkomstig van de sterling, de naam die de Engelse penny krijgt in de periode 1070-1300 vanwege haar stabiliteit. De penny is daardoor de meest gewilde munt op de Europese geldmarkt. E.e.a. betekent dat de naam Engels als gewichteenheid uit die periode kan stammen en dus circa 1250 is geïntroduceerd. Dit impliceert op zich weer dat de term "Engels" al van veel oudere datum kan zijn. (> Penny, Pint)
- locatie: Stad aan de Wolga in Rusland. Tot 1931 Pokrovsk genaamd.
In Duitsland komen voor: Engelsbach (Westfalen), Engelsdorf (Westfalen), Engelskirchen (Thuringen), Engelse Meer (Gelderland). Vrij zeker is Engels hier afgeleid van Anglisch.
- taal: > English, Oud Engels.
- term: mbt Engeland en/of de Engelsen. Al sinds de 13e eeuw gangbare term. O.a. in de geldhandel: Engelsche Nobel of Pond. Gezien de bevinding sub "- gewicht" kan de term "Engels~" al van ver vóór 1250nC gangbaar zijn.

Engelse Meer:
Oorspronkelijk genaamd Engelermeer, zijnde laag broekland bij het dorp Engelen, circa 1.5 Km noordoost aan de Maas bij Den Bosch. Het meer staat als Engelse Meer aangegeven op de kaart "Tractus Rheni et Mosae" uit circa 1550. Anno 2009 liggen daaromtrent nog steeds enige plassen.
** Engelen

Engelum:
Fries: Ingelum. Dorp in Friesland, circa 5 Km NW van Leeuwarden. Anno 2009 450 inwoners. Op 22 oktober 1343 wordt Engelum getroffen door een watervloed. Vele huizen raken verwoest en 500 mensen verdrinken.
Engelum wordt 1335 geschreven als Anglum, 1399 als Anglim. De uitgang -um is afgeleid van -ham = heim. Anglum betekent daarom vrij zeker Woonplaats van de Angelen. Deze optie lijkt erg reëel, daar in Noord Groningen sinds circa 450 vC Angelen wonen. (> Humsterland) Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat Engelum al ruim vóór 400 nC wordt bewoond. Dat kan betekenen dat de Angelen daar circa 200 nC vanuit Humsterland zijn komen wonen. Circa 16 Km westelijk van Englum ligt Wynaldum bij Harlingen. Daar is ooit een gouden gesp gevonden, die volgens bron ASW van Anglische stijl is en gemaakt in de 7e eeuw nC. Mogelijk bevestigen deze gesp en de oerbewonerse van Engelum dat Noord Friesland sinds circa 200 nC inderdaad is bewoond door Angelen afkomstig uit Humsterland. Gezien de verwantschap tussen het Oer Anglisch en het Oer Fries is deze these zeer aannemelijk.
¶ Bron AWA schrijft: "Volgens sommigen zoude dit d. [dorp] gesticht zijn door de Angelen (die met Egistus [Engist] overkwamen), om ten minste in Friesland hunne naamsgedachtenis na te laten."
** NWGro1589, Baard, Englum, Archeologie, Migratiestromen
# engelum.com 2.6.09, ASW, KBG

Engerhave:
Dorp in Meerlant, circa 2 Km oost van Wirdum en circa 5 Km west van Aurich in Ost-Friesland, Neder-Saxen. Ao 1250 en 1275 genoemd als Buta-Ee = buiten de Ee (een rivier aldaar). Het dorp is vermeld op een kaart uit de 16e eeuw. O.a. 1592 van David Fabricius. Vrij zeker is de naam afgeleid van Engelerhave, de have (hoeve) van Angelen. Sinds eind 20e eeuw wordt de naam geschreven als Engerhafe.
** Aldenhaeve Zelhem

Engewerdt:
Locatie in Humsterland in NW Groningen, vermeld op een kaart van Groningen uit 1589. Humsterland is sinds circa 300vC een Anglisch gebied. De naam Engewerdt betekent dus vrij zeker Angelweerd, ofwel de wierde van Angelen. Oorspronkelijk kan de naam daarom wel iets zijn geweest als Angelwort = de wierde (terp) van de Angelen.
** NWGro1589

Engewert:
Naam voor Grijpskerk in het Westerkwartier van Groningen, vermeld in 7 augustus 1561 in een bul van paus Pius IV.
# AWA

Engholm:
Parochie van de Deense Volkskerk in Allerod (Allerode), een plaats nabij Kopenhagen met anno 2009 circa 24.000 inwoners.
** Angholm

Enghuizen:
Voormalig kasteel te Hummelo in de Liemers, Gelderland. De oudste vermelding is in 1326 als 't Goet te groten Engehuse, eigendom van Evert van Enghusen. Zijn nazaten bezitten het kasteel tot 1483. In 1488 wordt het verkocht aan Seger van Voorst.

In de 80-jarige Oorlog wordt het kasteel verwoest, waarna het in bezit komt van het geslacht Van Heeckeren. De naam van kasteel en landgoed lijkt afkomstig van Evert van Enghusen of diens voorvaders. De naam Enghusen lijkt namelijk afgeleid van de naam Engelhusen, dat al in 948 nC voorkomt als Angelhausen in Thuringen c.q. de Heren van Angelhausen aldaar. Op de kaart KGH (1593) staat Enghuizen geschreven als Inghuysen.
 
De naam Enghuizen kan oorspronkelijk ook Angelhusen zijn. Als zodanig heeft het mogelijk te maken met de Angelen die daaromtrent wonen. O.a. in Angerlo (bij Doesburg), dat oorspronkelijk Angelre c.q. Angelrode heet, ofwel het ontgonnen land waar Angelen wonen.

Anno 2009 is van het kasteel niets meer over, behalve het koetshuis en het jagerhuis. Her en der op het landgoed liggen wel nog vele resten van muren, sokkels en balken.
** Groot Enghuizen, Engelhuizen, Angelhausen, Thuringen
# FRI, kasteleningelderland.nl 23.8.09, DAB

Enghusen:
** Enghuizen

Engilin:
Betekenis: land der Angelen. Ook Englide en Engelheim genoemd. Vrij zeker identiek aan Engelen. In het Frankisch Engelhem genaamd. Ofwel: woonoord der Angelen. Voormalig canton in Thuringen. Voor het eerst genoemd 800 nC ivm de "Lex Anglorum et Werinorum hoc est Thuringorum" van de Frankische koning Karel de Grote. Sinds de 4e eeuw nC wordt dit gebied naar zeggen bewoond door Angelen en Warnen uit Noord Duitsland. Gezien de oudste vermelding van 800 nC, is dat echter mogelijk pas sinds de 7e eeuw.
Bij Den Bosch in Nederland ligt een dorp met de naam Engelen, wat dezelfde betekenis heeft als Engilin.
** Thuringen, Engelen
# DVB, KBG

Engist van Angeln (405*-465*)
Ook wel Hengist genaamd, wat hengst zou betekenen. Afkomstig uit Angeln (NO Duitsland). Engist is legerleider (overste) van een Germaans huurlingenleger, dat voornamelijk bestaat uit Angelen, Saxen en Juten. Mogelijk vestigt Engist zich vóór het jaar 430 met Horsa en zijn leger in Humsterland (NW Groningen), waar nog de dorpen Englum en Saxum aan dat verblijf herinnert. (> Angelen)

Rond het jaar 435 vertrekt Engist met Horsa en het huurlingenleger naar Brittannia om zich aan te sluiten bij de Britse koning Vortigern. De koning deed namelijk een oproep aan Germaanse strijders op het Continent om te komen vechten tegen de aanvallende Picten. Na de overwinning op de Picten blijven de Germaanse strijders in Engeland en laten op grote schaal hun stamgenoten overkomen. Dat is het begin van de invasie van Angel-Saxen in Engeland.

Volgens overlevering komen de Angel-Saxen in Engeland op een gegeven moment in opstand. Dat komt omdat koning Vortigern slecht soldij betaalt aan de Angel-Saxische huurlingen. Engist zou daarom voor zichzelf in Kent een koninkrijk stichten. Of Engist inderdaad de stichter is van het koninkrijk Kent valt echter te betwijfelen. In de overleveringen wordt zijn naam vaak genoemd. Maar Engelse bronnen twijfelen aan de correctheid daarvan. Zo zou hij o.a. een dochter hebben met de naam Rowena~. Die naam is waarschijnlijk Keltisch. In ieder geval niet Angel-Saxisch. Voor een Angel-Saxische legerleider of koning is een huwelijk met een oorspronkelijke bewoner van Brittannië in die tijd ondenkbaar. Dat zou de eenheid binnen de Angel-Saxische stammen teveel schaden.

Ook op andere punten wordt eraan getwijfeld of Engist inderdaad de dingen heeft gedaan, die de overleveringen beweren. Mogelijk is er sprake van verwarring met zijn broer Horsa. Kent voert namelijk als wapen een wit stijgend paard op een rood veld. Aangezien de naam Horsa paard betekent, lijkt het meer waarschijnlijk dat Horsa (broer van Engist) de stichter is van het koninkrijk Kent. Het wapen van Kent is dan te beschouwen als een eerbetoon aan Horsa. Temeer daar het paard en niet zozeer de hengst een symbool is voor de Saxen. In Kent wonen namelijk van oudsher Jutten uit Denemarken en Saxen uit NW Duitsland en NO Nederland. De Kentse volkstaal wordt bovendien gerekend tot de Saxische talen. Kent zal daarom vrij zeker voornamelijk zijn bevolkt door Saxen. De Angelen hebben zich voornamelijk gevesitgd in Noord en West Engeland. (> Angelen) Een Anglisch symbool zou in Kent dus niet op z'n plaats zijn, laat staan geaccepteerd.

Engelse bronnen twijfelen verder of Hengist en Horsa werkelijk broers zijn geweest. Volgens hen komen in vele overleveringen twee broers als leiders voor. Dat kan dus meer een instrument zijn om de overleveringen interssanter te maken. Bovendien denken Engelse bronnen dat er mogelijk twee figuren met de naam Hengist hebben bestaan, die met elkaar verward worden. Sommigen denken zelfs dat er helemaal geen Hengist heeft bestaan met de toegekende legendarische kenmerken. Weer andere bronnen menen dat Horsa een typisch Saxische naam is. Onze Engist komt daarentegen uit Anglish gebied in het toenmalige Denemarken. (> Angeln)

Er is een andere reden om te twijfelen dat H/Engist de stichter is van Kent. Volgens Nederlandse bronnen vertrekt Engist namelijk in 449 naar Leiden, waar hij de burcht van Leiden bouwt. Het is aannemelijk dat hij in Leiden blijft wonen en er de eerste burchtheer is. (> Burcht van Leiden) Bovendien woont in Nederland een geslacht Van Angelen, dat mogelijk afstamt van Engist. (> Van Angelen) Andere nazaten van Engist kunnen in Engeland zijn gebleven. Daar komt namelijk de familienaam Engist voor.

Gezien de functie van overste, de bouw van de Leidse burcht en de mogelijke functie van eerste burchtheer in Leiden, moet Engist uit een aanzienlijk geslacht voortkomen. Vooralsnog is echter niet bekend wie zijn ouders zijn.
** Lx (> Vortigern, Burcht van Leiden, Gewis, Angelen, Angeln, Van Angelen), Oud Anglisch (citaat ASC), Humsterland
# ATB, KVN, WKP 20.11.07, KBG

Englefield:
Dorp in Berkshire (Engeland), gelegen op enige kilometers van Reading. Aldaar bekend zijn Englefield House en Enlgefield Church. De naam Englefield is vrij zeker afgeleid van de Angelen, die zich daar hebben gevestigd. Een vooralsnog onbekende Engelse bron in bezit van Reading Borough Council schrijft hierover (p 3):

The first mention of Englefield in History is that Ethelred of Wessex defeated the Danes in a skirmish at Englefield in 870. His troops were mostly Angles and it was the first defeat the Danes had sustained -- hence the name Anglefield. At that time tradition tells us that the family later called Englefield were already established in the district as small land owners.

Volgens een andere Engelse bron voeren in 870 nC Denen uit Reading raids uit in Englefield. Aethelwulf, Ealdorman van Berkshire, bindt de strijd aan tegen deze Denen en verslaat hen vernietigend.

Roger Higham schrijft in zijn werk "Berkshire, and the Vale of White Horse" (B.T. Batsford Ltd, London 1977):

Englefield is derived from 'Engla feld', as recorded in 871, when the Anglo-Saxon Chronicle tells of ealdorman Aethelwulf's victory there against a body of Danes, and means 'field of the Angles': there is another Englefield on the borders of Surrey, south of Old Windsor, and if Dugdale is right Hungerford's old name may have the same meaning.

"The Anglo-Saxon Chronicles, Translated by Anne Savage" (Book Club Associates, London 1982) schrijft over het jaar 871:

The force rode to Reading in Wessex, and the third day, the two Danish eorls rode up-country. Ealdorman Aethelwulf met them at Englefield; he fought with them and took the victory. ... Four days later, king Aethelred and his brother Alfred led a great troop to Reading and fought the force [Danes], there was much slaughter on both sides. Ealdorman Aethelwulf was killed, and the Danes had the power of the battlefield. Four days later, king Aethelred and his brother Alfred fought the whole force at Ashdown. ... After Easter, king Aethelred died; he reigned for five years, and his body lies at Wimbourne monastry. Then Alfred, son of Aethelwulf, his brother, received the kingdom of Wessex.

Uit deze tekst blijkt dat Ealdorman Aethelwulf twee zoons heeft: Aethelred en Alfred. Aethelred is koning van Wessex sinds 866. Hij sterft in 871. Zijn broer Alfred wordt dan koning van Wessex.

Per saldo zijn er dus drie Englefields in Engeland:
- Englefield bij Reading in Berkshire
- Englefield in Surrey/GreaterLondon
- Englefield alias Hungerford in Berkshire
Deze townlets liggen alle in gebieden, waar sinds 450 nC zich voornamelijk Saxen hebben gesetteld. Deze Englefields lijken daarom feitelijk Anglische enclaves in overwegend Saxisch gebied. Zulks zien we ook bij Hengevelde (Angelveld) in Twente. (> Hengevelde) Het is daarom denkbaar dat de Angelen in de Englefields afkomstig zijn uit Hengevelde. Temeer daar de migratiestroom vanuit Twente en de Achterhoek voornamelijk gericht zijn geweest op Zuid Engeland. (> Migratiestromen: Holten, Eesterweerd) Het is ook logisch dat mensen die zich settelen in een vreemd gebied geneigd zijn hun herkomst te doen blijken in de naam van hun nieuw woongebied. Zulks vinden we o.a. terug in Saxby in Lincolnshire, dat overwegend een Anglisch settlegebied was. Maar ook in latere tijden, getuige namen als Nieuw Amsterdam, New York, New Brunswick, New England, New Jersey, etc.

Er is een bekend geslacht Englefield, dat afkomstig is uit dit gebied. Zij krijgen manor Englefield in bezit van koning Edgar the Peacemaker. Van dit geslacht zijn vooral bekend Sir Roger Englefield (gst 1340), Sir Thomas Englefield (gst 1514; Speaker of the House of Commons), diens zoon Sir Thomas Englefield (Justice of the Common Pleas) en diens zoon Sir Francis Englefield (Master of the Court of Wards and Liveries under Queen Mary).
** Hengevelde, Lx (Cranbury Manor)
# berkshirehistory.com 6.7.09, DAB, KBG

English:
Bron COD:

English: 1. Of England; 2. Of, written or spoken in, the English language; 3. The English Language; 4. render into English. Old English (ending about 1150); Middle English (ending 1500). Old English: englisc, aenglisc from Old Teutonic anglisko (angli- ANGLE)
Teutonic: Of the Teutons. People or language of the Teutons.
Teutons: Member of any of the Teutonic nations or of the tribe of
the Teutons: Germans, Anglo-Saxons and Scandinavians. Hist.: of the tribe of the Teutons first mentioned in 4th century BC and dwelling perhaps near mouth of Elbe. From Latin: Teutoni, -nes; of Teutonic origin (cf DUTCH).

Volgens bron COD is het Engels dus een Anglische (Aenglisc) taal, hetgeen overeenstemt met de historische wortels van het Engels. (> KTE)

Englum:
Buurtschap in Oldehove (Gem. Zuidhorn). De buurt ligt in het vroegere Humsterland in noordwest Groningen. Englum is genoemd naar een wierde (terp) aldaar, die sinds circa 5e eeuw vC wordt bewoond, dus sinds circa 450 vC. Er stond ooit een borg met de naam Englumborg. Bij de wierde zijn archeologische vondsten gedaan. O.a. schedels. Provincie Groningen is in 2003 begonnen met het restaureren van de wierde en maakt daarbij gebruik van baggerslib uit het Reitdiep, die daar vlakbij stroomt van Groningen richting Lauwerszee.
De naam Englum betekent: nederzetting (ham, um) der Angelen. Deze West Germaanse volkstam komt uit Angeln in Noord Duitsland en settelt zich circa 450 vC in Humsterland. Mogelijk heet Englum in de begintijd daarom ook Anglum.
** Humsterland, Englumborg
# WKP 22.5.09, DAB

 

Englumborg:
Ook genaamd Englumaborg, Engelenborch en Englumheerd. Oude borg bij Englum ten noorden van Oldehove in Humsterland. Vermeldingen:
- 1576 in een acte waarbij Johan Sickinghe en zijn vrouw Anna Ghijssen door ruil met Tako Aykema en diens vrouw verkrijgen een heerd land te Englum met "alle gebouw van huysinghe kleen ende groet", grachten, geboomte, "myt dye langhe tafell ende kaste int zael", poorten en brug, gerechtigheden, "groeve ende stoelte" in de kerk en op het
 
kerkhof, etc. De naam van de heerd wordt niet genoemd, maar uit de tekst blijkt het om meer te gaan dan een gewone boerenhoeve.
- 1634 wordt de Luitien Gerryts genoemd als herbergier in Engelenborch, dat moglijk in Oldehove staat.
- 1656 Englumheerd genoemd, als daar de familie Van Ewsum op woont. Anno 2009 resteert van de borg een restant van de gracht achter een boerderij, het vroegere het schathuis.
- 1694 Jan Clant van Aduard koopt de borg met 33 grazen (16.5 Ha) land om zijn invloed in Humsterland te vergroten.
- etc
Anno 2009 zijn van de vroegere borgstee de grachten nog te herkennen. Een restant van de gracht is nog aanwezig achter het oude schathuis, dat nu een boerdrij is.
** Werntley
# rna-project.org 22.5.09

Engur:
Mesopothaamse god van de oceaan. Identiek aan de Soemerische god Enki en de Germaanse god Njord.
** Zondvloed, Enki, Freyer (Njord)

Engwierum:
Locatie in NO Frielsand. Mogelijk is de naam afgeleid van Angel en Wierde (= terp) en betekent ze dus: de wierde van de Angelen. De naam komt voor als Engwerum op een kaart van Groningen uit 1589.
** NWGro1589, Suxwort, Aengwirden

Engwirden:
** Aengwirden

Enk:
Bouwland dat is ontstaan door eeuwenlange bemesting, waarbij de bodem per decennium gemiddeld 1 cm stijgt. De oudste enken ontstaan grotendeels na 700 nC. Ten oosten van de lijn Zwolle - Raalte - Holten - Bredevoort spreekt men van essen. Ten westen van deze lijn spreekt men van enk of eng. Deze namen worden echter soms ook gebruikt voor oudere of jongere gronden die niet aan de genoemde criteria voldoen.
# WP

Enka:
Oud Noors/IJslands voor Engels. Anglisch: Enga/Enka.
** Enschede

Enki:
Betekenis: Heer van de Aarde. Sumerische god van het water, de wijsheid, de ambachten, de schepping en de stormen.
** Pg Genline (Soemeriërs)

Enschede:
Stad in Twente. De naam is mogelijk afgeleid van Enka/Enga + Stede = Engastede = Engstede. Enka/Enga = ONoors en OAnglisch voor Anglisch. In Anglisch komt circa 350nC Anka voor.
** Ankland, Angland

Eomar van Angeln (420*-489):
Zoon van koning Angeltheow van Angeln.
Laatste koning van Angeln.
Zoon: Icel (gb 441).
** Angeln, Angelen
# WKP

Eostre:
Ook: Eastre. germaanse godin van de vruchtbaarheid, landbouw, lente, nieuwe groei en wedegeboorte. Ter hare ere worden vuren ontstoken, zoals anno 2009 nog steeds gebeurt in Twente, Drente, Achterhoek, Veluwe, Denemarken en sommige locaties in Engeland. De maand april heet bij de Germanen Eosturmonath. Hoogtepunt van deze maand is Eosturn (Engels: Eastern; Duits: Ostern), het feest van Eoster, waarbij gekookte eieren worden gegeten, als symbool van hernieuwde vruchtbaarheid en ontluikend nieuw leven. De Christenen integreren in de 9e eeuw Eosturn in hun paasfeest. Sindsdien worden de oeroude Germaanse vreugdevuren ter ere van Eostre in Twente paasvuren ofwel in het Twents

Poasboake genoemd. Weken van tevoren worden droge takken verzameld en op een grote hoop gelegd, om dan tegen de schemer van Eerste Paasdag ontstoken te worden. Een ritueel dat het landschap mystieke diepte geeft. Eastern is verwant aan East en Ostern aan Ost, de windrichting waar de zon opkomt. Deze relatie vinden we terug bij de Ariërs. Eostre heet bij hen Austron = de Stralende, godin van de morgenstond.
@ foto © TiedLight ®
# www.loesje.info 12.11.09, WKP 12.11.09, FRI, DAB, KBG
 

EVG:
Eb en vloed in Groningen
De stad als zeehaven
H.J. de Lange
Uitg. Noorbroek, 2004

Expansie:
De geschiedenis van de Angelen kenmerkt zich door een voortdurende expansie en wegtrekken naar andere gebieden.
¶ Hieronder de highlights van de geschiedenis van de Angelen op het Continent:
665vC------- Ingwi vestigt zich in Angeln, mogelijk bij Haithabu
665vC-489nC Koninkrijk Angeln (> Angeln)
500vC------- Angeln groeit zuidwaarts langs de Noordzee tot de Rijn
500vC-300vC Groot Angeln 1: Angeln strekt zich uit tot in Noord Groningen
300vC-600nC Mega Angeln: Angeln strekt zich uit tot aan de Rijn
100vC------- Friezen scheiden zich af van de Angelen
100nC------- Saxen vestigen zich in NO Duitsland vanuit Noord Polen
200nC------- Angelen migreren naar Zuid Duitsland, o.a. Thuringen
405nC-600nC Offaland: Offa breidt Mega Angeln uit tot aan de Maas.
449nC------- Vortigern vraagt militaire hulp van Angelen en Sexen op Continent.
450nC-600nC Angelen en Saxen migreren massaal naar Brittannia
600nc------- Groot Angeln 2: Angeln strekt zich uit tot de Elbe
600nC-775nC Saxen settelen in NW Duitsland en NO Nederland
700nC-heden (Klein) Angeln: Angeln strekt zich uit tot de Eider
700nC-heden Diverse Anglische enclaves in NO Nederland en NW Duitsland
¶ Rond 405nC voert Offa van Angeln (gb 385nC) strijd tegen de Saxen, Myrgings en Swaefen, die het Anglische Rijk zijn geïnfiltreerd en delen daarvan hebben bezet. De jonge Offa blijkt een legerleider van formaat en weet alle vijanden binnen enkele maanden te verdijven en het Anglische Rijk verder uit te breiden naar het zuiden tot aan de Maas en mogelijk zelfs verder. (> Offaland)
¶ In 449nC vraagt de warlord Vortigern hulp van Angeln en Eald Saexum op het Continent in zijn strijd tegen de Picten en Scoten in Brittannia. Kennelijk hebben beide continentale landen voldoende militaire macht om dergelijke hulp te vragen. De koningen van Angeln en Eald Saexum stemmen kennelijk toe, want een jaar later vechten Angelen en Saxen al in Brittannia voor de zaak van Vortigern. Het bevalt hen echter goed daar en beide Germaanse stammen besluiten in Brittania te blijven. Sommige bronnen beweren dat er vóór 450nC al Angelen en Saxen aanwezig zijn in Brittannia en dat de zgn vraag om hulp van Vortigern fake is, bedoeld als smoes om Brittannia binnen te vallen. Vooralsnog is niet zeker of deze beweringen juist zijn. Wel is opmerkelijk dat Britten en Amerikanen zulks gelijks wel doen rond 1950 om de Shah van Perzië in het zadel te helpen en houden, alleen met het oogmerk om de oliebronnen in Perzië veilig te stellen. Ook de Russen doen zulks in hun expansie. O.a. in 1957 in Hongarije en in 2009 in Georgië. Kennelijk is het een oude truc om quasi legitiem een land binnen te vallen en te bezetten.
¶ In Brittannia veroveren de Angelen vrij snel grote delen van het land, tot aan het zuidoosten waar Saxen zich hebben gesetteld. De kern van de Anglische expansiepolitiek wordt verwoord in bron WMA (p 61) door historica Barbara Yorke:

The patronage of religious houses in areas which they hoped to take over was a Mercian policy which can be paralleled elsewhere.

Mercia is een Anglisch Koninkrijk in NW Engeland, dat in de 7e eeuw nC ontstaat en tot de 10e eeuw de belangrijkste macht is in Brittannia. Daarna speelt 't nog vele eeuwen een machtige rol in Brittannia. De citaat maakt duidelijk dat de Angelen in Mercia al zinnen op expansie. In hun expansie komen ze echter de Saxen tegen in Zuid Engeland. Rond 650 sluiten ze een verbond met hen om gezamelijk te kunnen overleven in Brittannia. In 889 huwt koning Ethelred II van Mercia met Ethelflaed van Wessex (gb 871), dochter van koning Alfred de Grote van Wessex. Daarmee begint de unificatie van Engeland. Het huwelijk is op politieke gronden gesloten. Wessex heeft namelijk Mercia voorbij gestreeft en is inmiddels uitgegroeid tot het machtigste koninkrijk van Brittannia. Het opmerkelijke van heel het gebeuren is, dat Wessex een Saxisch koninkrijk is, maar dat hun koningen van Anglische herkomst zijn. Het lijkt er dus op dat hier uiteindelijk de Anglische machtspolitiek van Mercia heeft gezegevierd. Via Wessex is de Anglische zaak dus veilig gesteld.
¶ Sinds de 16e eeuw bouwt Brittannia gestaag een wereldrijk op dat z'n weerga amper kent. In de British Empire the sun never sets. Achtereenvolgens worden de volgense gebieden veroverd:

Verenigde Staten -- 1783
Canada
India -- 1947
Malakka
Noord Borneo
Australië
Zuid Afrika
New Zealand

De Verenigde Staten maken zich in 1783 onafhankelijk. Pas na de Wereldoorlog II volgen de andere kolonies.
¶ Anno 2010 maakt de BBC nog steeds reclame voor migratie naar Australië. De USA denkt al over kolonisatie van andere planeten in de ruimte.
¶ Kenmerkend voor de expansie lijkt een zekere ladangpolitiek. Ladangs zijn gronden in Indonesië die zijn ontgonnen door afbranden van bos en veld, waarna het gewonnen land wordt bebouwd. Als de ladang onvruchtbaar wordt, verlaat men deze en legt men elders een nieuwe ladang aan. In de koloniale tijd zei men op Sumatra dat Engelse agrobedrijven en planters hetzelfde doen. Er wordt weinig of nauwelijks geïnvesteerd in onderhoud en verbetering van de gronden. Er is kennelijk geen binding met de grond. Is de grond uitgeput of zijn de kansen voor easy life slechter, dan trekt men gewoon verder.
Genoemde ladangpolitiek heerst anno 2010 op grote schaal in Brittannia. De Telegraaf van 11.2.2010 schrijft dat 64% van de Britten ontevreden is met de situatie in het land en dat 42% daarom wil emigreren. Brittannia is zelfs al zover afgegleden dat het Dover wil verkopen aan de Fransen, ofwel de Frogs. De situatie heeft kennelijk te maken met een slecht werkende democratie, die de heersende maatschappelijke onvrede niet tijdig signaleert en adekwaat reageert.
¶ Het is vooralsnog niet zeker of de Angelen op het Continent en later in Brittannia bewust streven naar expansie, i.c. uitbreiding van hun territoria. Er lijkt zeker geen sprake van een vooropgesteld doel. De expansie van het Anglische Rijk en later het Britse Rijk in de periode 500vC-1915nC lijkt een natuurlijk verloop te hebben. Expansie lijkt daarbij steeds een gecombineerd proces van natuurlijke migratie en economische vestiging, later aangevuld met overheidsbeleid.
¶ De motieven van migranten variëren sterk van landhonger, betere levenskansen en vluchten tot avonturisme. (> Migratiegroepen) De motieven van de Anglische overheid (koningen) zijn vooralsnog niet bekend. Gaat het om ordinaire landhonger of spelen ook andere factors een rol. Het oude Angeln wordt continu geteisterd door Denen en later door Saxen, vluchtend voor de Hunen in Oost Europa. (> Angeln) Het lijkt er daarom meer op dat de kansen in Brittannia na het vertrek van de Romeinen in 275-450nC zo aanlokkelijk zijn, dat de Angelen op grote schaal besluiten vooral de Denen te ontvluchten en hun heil te zoeken in Brittannia. Daar lijken ze voldoende opgewassen tegen de aanwezige Kelten, Picten en Scoten. De migratie verloopt zo succesvol dat de Angelen de smaak van migratie en expansie te pakken krijgen en steeds meer gebied veroveren in Brittannia. Totdat ze in de 7e eeuw in het zuiden van Brittannia de Saxen tegen komen. Om zelfvernietiging door oorlog te voorkomen, besluiten Angelen en Saxen rond 650nC in de Cotswolds hun tweede verbond te sluiten en daarmee samen sterker te staan tegenover andere machten.
** Angologie, Politiek, Migratiegronden, Kolonisatie, Angel-Saxen, Angelsites (Expansie)
 

F::

Feesten:
** Modranect, Eostre, Nerthus

FFS:
Friezen, Franken en Saksen
Boppo Grimmsma en Joris Magusanus
heidendom.nl 5.12.07
Een overzichtelijk, inzichtelijk, gedetailleerd en goed gedocumenteerde tekst.

Fictieven:
Waar nodig maakt Kranenburgia gebruik van fictieven: fictieve namen voor bv regio's, die geen eigen naam hebben. Bijvoorbeeld Offaland: het Anglische Rijk gesticht door prins Offa van Angeln in 405nC. Het gebruik van fictieven maakt de communicatie makkelijker en preciezer. Immers, niet hoeft steeds weer een complexe formulering worden gegeven voor een bepaald item, dat feitelijk tamelijk simpel is. Een fictief wordt altijd slechts 1x gedefinieerd en wel bij de start van het gebruik van de fictief.
** Offaland, Mega Angelen.

Fifldor:
** Fiveldor

Fivel:
Voormalige rivier in Fivelingo. Ontstond ten noorden van Kolham uit de Scharmer Ee (Ae) en de Slochter Ee. Daarna stroomt ze noordwaarts langs Woudbloem, Schaaphok, Luddeweer en Hoog Hammen naar Woltersum, waar de Kleistroom uit stad Groningen in de Fivel mondt. Daarna liep de Fivel via de Fivelboezem naar het Wad. De Fivel was een veenrivier, die belangrijk was voor de ontwatering van de veengebieden.
Rechts: de Fivel in Fivelingo rond 1770
 

In 1238 is de Fivel al sinds lang een verzande rivier, aldus de Kroniek van Wittewierum. Nadien is de stroom verlegd naar Delfzijl en uiteindelijk ging ze op in het Damsterdiep, gegraven in de 15e eeuw.
Foto rechts: restant van de Fivel bij Garrelsweer april 2010, die van hier richting Appingedam stroomt.
@ foto © TiedLight
 

Bron VWB schrijft dat rivier de Fivel oorspronkelijk uitmondt bij de kerk in de haven Amisia van Wirum. Zeker nog in de tijd van Menko (1213-1276), abt van klooster Bloemhof te Wittewierum. Waar genoemd Wirum ligt, is niet duidelijk. Op een kaart van Groningen uit 1589 is wel Onderwierum aangegeven ter plekke van het huidige Onderdendam, maar nergens een Wirum. Mogelijk lag Wirum dus wat hoger dan Onderdendam en nabij Kantens. Een andere optie lijkt Wirdum, dat in het Gronings Wirrem (= Wirrum) wordt genoemd. Het dorp grenst aan Garrelsweer aan de oude loop van de Fivel richting Appingedam.
** Wirdum

 
Fivelboezem:
Met de Fivelboezem wordt bedoeld de monding van de rivier de Fivel. De Fivelboezem wordt ook vaak Fivelmond genoemd. Deze monding lag in het land tussen Stedum, Usquert en Spijk, een behoorlijk groot gebied in de NO punt van Groningen. Stedum ligt circa 3 Km ZW van Loppersum. De kern van het boezemgebied is Oldenzijl, circa 3 Km ZO van Uithuizen. Anno 1238 is de Fivelmonding al dichtgeslibt.
# NGE, KBG

Fiveldor:
Volgens het Oud Engelse dichtwerk Widsith (7e eeuw) doodt prins Offa van Angeln (gb 380) rond 405nC in een persoonlijk gevecht een Saxische prins, om te voorkomen dat zijn oude vader Wermund in de macht komt van de Saxen. Later wordt Offa heerser van the large kingdom of Angel, and he is said to have established Fifldor (probably the Eider River ...) as the boundary between his domains and those of the neighbouring Myrgings. Aldus britannica.com van 9.1.2010.
¶ De tekst van Widsith luidt als volgt:

Offa weold Ongle,
Alewih Denum:
se waes thara manna
modgast ealra,
no hwaethre he ofer Offan   
eorlscype fremede,
ac Offa geslog
aerest monna,
cnithwesende,
cynerica maest.

Naenig efeneald him
eorlscipe maran
on orette.
Ane sweorde
merce gemaerde
with Myrgingum
bi Fifeldore;
heoldan forth sittan
Engle ond Swaefe,
swa hit Offa geslog.

Offa regeerde Angeln,
Alewih de Denen;
hij was daar onder mannen
de allermoedigste,
niet echter overtrof hij Offa's
vermetele leiderschap,
en Offa veroverde
eerste maanden,
knecht (jong) wezende,
meeste van het koninkrijk.

Niemand evenaarde hem
meer leiderschap
op aarde.
Ene zwaard
merkte de marke (grens)
met Myrgingum
bij Fiveldor;
hielden voorts gescheiden
Angeln en Swaefe
zo had Offa geslagen.

¶ Met Swaefe wordt in bovenstaand gedicht kennelijk bedoeld het gebied van de Sueven, een Germaans volk in Noord en Midden Duitsland. Ceaser bestrijdt hen als hij in 58nC de Rijn oversteekt. Tacitus noemt hen circa 103nC. E.e.a. betekent de verbinding tussen Noord en Zuid Mega Angelen ter hoogte van provincie Groningen rond 405nC door de Myrgings bezet is. Het gebied dus tussen de Fivel en de Elbe, omvattend Eemsland en Lunenburg. Kennelijk is dit dus het genoemde Myrgingum, ofwel het land waar de Myrgings wonen. (> Myrgingum)
¶ Fifldor lijkt haast zeker te maken hebben met rivier de Fivel in Fivelingo in NO Groningen. De term dor kan identiek zijn aan het Nederlandse woord "dor", dat in dit verband staat met droog en volgens bron EWB onoors=thurr, dat relatie heeft met Latijn "maak droog". Een soort droogmakerij dus, ofwel een droog gebied. Fifldor kan dus zijn: het droog gemaakt gebied aan de Fivel. Of: het droge gebied aan de Fivel.
¶ Meer waarschijnlijk is dat de naam Fiveldor is afgeleid van Fivel + dor = groot open landelijk gebied. (> Dixicon: dor) Per saldo betekent Fiveldor dus: het grote open landelijk gebied waar rivier de Fivel doorheen stroomt. Deze visie past beter bij de naam Fivelboezem of Fivelmond voor het grote mondingsgebied van de Fivel in oude tijden, tussen Spijk, Stedum en Usquart. (> Fivelboezem)
¶ Fivelingo is in die tijd zeker een gebied dat vaak wordt overstroomd door de zee. In circa 400vC-1000nC werpen de inwoners daarom zgn wierden op tegen het hoge water. Een wierde lijkt echter niet echt op een droogmakerij. Polders komen pas in de 16e eeuw. Dus daarmee kan dor ook weinig of niets mee te doen hebben.
¶ Garmerwolde is een gehucht tussen Noordijk en Harkstede aan de bovenloop van de Fivel. Aldaar zijn in 1998 archeologische vondsten gedaan die wijzen op bewoning en wel vrij zeker door Angelen. (> Garmerwolde) Dit klopt met het feit dat Groningen al sedert circa 400vC wordt bewoond door Angelen, afkomstig uit Angeln en later Lunenburg en Eemsland.
¶ Deense en Noorse bronnen noemen Fifldor steevast Fiveldor. We mogen dus aannemen dat Fiveldor inderdaad de juiste naam is van het gebied waar Offa de Saxen heeft verslagen. Gezien de historische context lijkt deze optie volledig aanvaardbaar. De Saxen pogen namelijk al sinds 150nC door te dringen naar de Noordzee vanuit hun woonland in Pommeren, Noord Duitsland. Rond 400nC worden ze opgejaagd door de Hunen en vluchten dan massaal naar het westen, richting NO Nederland. Daarmee doorkruisen ze het middengebied van Mega Angeln.
¶ Uit de context van bron Widsith lijkt dat prins Offa in 405nC de machtsfeer van Angeln in het gebied bij Fiveldor hersteld, door de Myrgings aldaar te verslaan. Het noorden van Groningen is echter al sinds circa 300vC Anglisch gebied. (> Humsterland, Angelsites) Fiveldor is dus vrij zeker oud Anglisch gebied.
¶ Onder item Myrgingum wordt geconcludeerd dat Myrgingum het woongebied is van de Myrgings en dat dit gebied vrij zeker overeenkomt met het gebied De Marne bij Leens. Dit gebied ligt circa 25 Km van Oldenzijl, de kern van de voormalige Fivelboezem, ofwel Fiveldore. Gezien de geografische gegevens en de tekst van Widsith zal de slag tussen prins Offa van Angeln en de Myrgings in 405nC kunnen zijn geleverd ergens nabij Stedum, circa 3 Km ZW van Loppersum.
** Fivel, Fivelboezem, Offa van Angeln (gb 380nC), Garmerwolde, Offaland, Myrgings, Myrgingum, Mega Angeln
# CVF, DAB, KBG

 
Fivelga:
Oudste naam voor de regio Fivelingo in NO Groningen. De naam betekent Fivelgouw, ofwel de gouw (streek) van de rivier Fivel, die door dit gebied stroomt.
225nC Fivelga wordt volgens bron VWB al circa 225nC genoemd door Africanus (Sextus Julianus Africanus circa 190-250nC), een vroeg Christelijk filosoof en schrijver in Jeruzalem.
405nC In dat jaar verslaat prins Offa van Angeln de Saxen bij Fiveldor, een locatie in het gebied rond de Fivel, die dwars door het gebied stroomt. Het gebied is sindsdien vrij zeker in bezit van de koningen van Angeln. Mogelijk zelfs al eerder. De Angelen settelen namelijk al sinds circa 250vC in Noord Groningen. In 300vC-750nC is Fivelga voornamelijk bevolkt door Angelen. Pas sinds circa 750nC settelen er ook geleidelijk Friezen en Saxen. De naam Fivelga is dus vrij zeker van Anglische herkomst. De term ga is daarom vrij zeker Anglisch voor gouw. Later wordt het gebied Fivelinga genoemd. De term inga is Anglisch voor 'volk van'. I.c. dus: volk van de Fivel. De naam Fivelinga bestaat nog vele eeuwen. Pas in de 19e eeuw wordt de naam verfriest naar Fivelingo, analoog aan het aangrenzende Hunzingo.
805-809nC Bron VWB meldt verder dat Fivelga ook al wordt genoemd ten tijde van de missionaris Ludger (742-809), die Fivelga sinds 805nC kerstend.
850nC Een latere vermelding van Fivelga dateert van circa 850nC ivm ene Dirk, die in die tijd graaf is van Fivelga. (> Dirk van Fivelga).
970nC Fivelga (Fivelgoa) genoemd in giftbrief keizer Otto de Grote. (# VWB)
970-1134nC Fivelga omvat Hunesgo (Hunzingo), Mernu en Midage. (# VWB)
996nC Fivelga genoemd in giftbrief Lotharius II. (# VWB)
1050*nC Keizer Hendrik IV schenkt Fivelga (Fivelgoe) aan de bisschop van Hamburg. Fivelga wordt genoemd het grootste graafschap van Friesland, gelegen tussen Eems en Lauwers. (Adamus Bremensisi; # VWB)
1100nC Op een kaart van circa 1100nC in bron KSV staat de naam als Fivilga.
1134nC Fivelga genoemd in giftbrief Lotharius III. (# VWB)
** Dirk van Fivelga, Fiveldor, Fivelingo, Garrelsweer, Verfriezing

 

Fivelingo:
Ook Fivelgo genoemd. O.a. door bron AWA in 1842. Regio in provincie Groningen, genoemd naar rivier de Fivel, die daar ooit stroomde. In 700vC-1000nC settelen mensen zich permanent op de hoge overwallen langs de Eems, Fivel en hun zijriviertjes. Er zijn echter aanwijzingen dat het gebied al wordt bewoond rond de jaartelling. (> Garmerwolde)
@ kaart Fivelingo rond 1770
 
¶ Widsith is een Engels dichtwerk uit de 7e eeuw. Daarin wordt Offa van Angeln (gb 380nC) genoemd, die rond 405nC de grens van het Anglische Rijk veilig stelt tot aan Fifldor. Uit de historische context kan men afleiden dat met Fifldor welhaast zeker is bedoeld het droge gebied langs de Fivel in Groningen. (> Fifldor, Widsith)
¶ In de 9e eeuw wordt het gebied genoemd als Fivelga, later Fivelinga, nog later Fivelingo onder invloed van buurregio Hunzingo. De namen Fivelga en Fivelinga wijzen op Anglische oorsprong. Inga is naamlijk Anglisch voor volk van. Dat vinden we o.a. terug bij Nottingham in Midden Engeland, dat oorspronkelijk heet Snottingaham: het volk van Snot, een leider van een Anglische stam die zich daar rond 500nC settelt. (> Inga) In Oost Nederland lag het gebied Hardinga, dat voorkomt in een Oud Anglisch versje over Ing en vrijwel zeker oorspronkelijk een Anglisch gebied is. (> Hardinga) In analogie betekent Fivelinga dus feitelijk: het volk van de Fivel, ofwel het volk dat woont aan de Fivel. Deze these past in beeld van de Groninger Ommelanden, waar vrijwel zeker oorspronkelijk het Anglisch de regiotaal is. (> Groninger Ommelanden)
¶ In 850nC komt Fivelingo onder kerkelijk gezag van bisdom Munster. De eerste kerken worden gebouwd in Loppersum en Farmsum.
¶ Volgens de Codex Eberhardi schenkt ene graaf Dirk in de 9e eeuw goederen in de Ommelanden aan het klooster van Fulda in Hessen. (> Groot Angeln, Dirk van Fivelga)
¶ Fivelingo wordt in de 10e eeuw een graafschap genoemd. Het is vooralsnog niet zeker onder welk gezag dit graafschap ressorteert. Mogelijk is er een relatie met Angeln via hertogdom Sleswig. Koning Offa van Angeln (gb 380nC) breidt zijn rijk namelijk rond 400nC uit tot aan de Fifldor, wat kan staan voor het toenmalig gebied van Fivelingo. (> Offa van Angeln) Deze these wordt gesterkt door het feit dat uit de Codex van Fivelingo uit 1327 blijkt dat de munteenheid van Fivelingo de Anglische Mark is. (> CFO) Graafschap Fivelingo kan daarom mogelijk ressorteren onder de koning van Denemarken, die afstamt van het hertogdom Sleswig, waarin Angeln is opgegaan.
Per saldo lijkt het dus dat graaf Dirk een telg is uit het Koningshuis van Angeln en dat hij een graaf is in een regio dat o.a. Fivelingo omvat. Graaf Dirk zal dan kunnen hebben geleefd in de periode 815-875. (> Dirk van Fivelga)
¶ Waarom de eerder genoemde munt in 1327 Anglische Mark wordt genoemd, hangt mogelijk samen met het feit dat Fivelingo sinds circa 400vC wordt bewoond door Angelen. Sinds circa 750nC vestigen zich daar ook Friezen. (> Friezen) Kennelijk hebben de Angelen rond 1327 nog een dominante positie in Fivelingo en wordt de rekeneenheid daarom de Anglische Mark genoemd. (> Anglisch, Anglische Mark)
** Fivel, CFO, Oldambt, Inga, Nottingham, Hardinga, Groninger Ommelanden, Offa van Angeln (gb 380nC), Anglische Mark, Angologie, Sleswig (Hertogdom), Dirk van Fivelga
# WP, NGE, DAB, KBG

Fonologie:
Hoe het Oud Anglisch ooit klonk, is vooralsnog niet echt zeker. Gaan we uit van de moderne Engelse volkstaal en de vocabulaire van het oudst bekende Engels, dan kunnen we misschien de oerklanken van het Oud Anglisch achterhalen. Wat dan direct opvalt, zijn de volgende klanken, die nogal overvloedig voorkomen:

- de -ly klank: deze klank valt ook erg op in het Angeln van afgelopen decennia.
- de klanken ai, ao, ae: deze klanken vinden we anno 2009 nog sterk terug in de gewone Groningse volkstaal.
- de ea-klank: anno 2009 nog sterk merkbaar in NO Groningen en in het Fries.
- de oa-klank: anno 2009 nog sterk merkbaar in Oost Groningen, Drente en Twente. Mogelijk is dit een Saxische klank.

Aangezien Angeln en Groningen behoren tot de historische continentale homelands van de meeste Angelen in Engeland,
- en aangezien deze klanken kennenlijk circa 1550 jaar na de overtocht naar Engeland zowel in de continentale homelands als in Engeland terug te vinden zijn,
- en aangezien genoemde continentale homelands Angeln en Groningen ten tijde van de massamigratie naar Engeland overwegend worden bevolkt door Angelen,
>> lijkt het niet onwaarschijnlijk dat de Angelen in Engeland deze basisklanken hebben meegenomen naar Engeland,
- en kan men welhaast zeker veronderstellen dat de genoemde basisklanken kenmerkend moeten zijn voor het Oud Anglisch.

# FRI, DAB, KBG

Ford:
= voorde = doorwaadbare plaats in rivier op beek. Idem in Engels. Vb: Oxford = ossenvoorde, een naam die ook in Nederland voorkomt. Bron EWB noemt bij voorde alleen de Oud Engelse (Anglische) equivalenten ford en forde en de Oud Friese vorm forda. Andere etymologische equivalenten noemt EWB verder niet. Ford en forde mogen we dus mogelijk zien als uniek Anglische woorden.
¶ Het Nederlandse woord voorde (voord) lijkt gezien de betekenis en fonologie afgeleid van het Anglische forde (ford).
¶ Ford of forde komen vooral voor in locatienamen in NO Nederland. O.a. in Coevorden (1159 Cuforde), Bredevoort (1300* Bredeford), Bevervoorde bij Almelo (ovm 1369), Bevervoorde bij Gelselaar, Lichtenvoorde (1637 Lichtenforde), Avervoorde bij Teuge, Hengforden bij Diepenveen, etc.
¶ Op kaart KGH/1593 zijn te zien: Duystervoort/Nijbroek, Cruysvoort/Nijbroek, Amersfoort, Hagenvoorde/Wijhe, Lanckfoort/Gendringen (Lantfort), Westerfoort/Liemers, Hackfort, Breefoort (Bredevoort), etc.
¶ Ook Vorden lijkt afgeleid van een voorde in de Vordense Beek. Vooralsnog is de oudste schrijfwijze echter nog niet bekend. In al deze gevallen blijken de plaatsnamen te herleiden tot Anglische termen. Gezien de overige feiten mbt die plaatsen mogen we aannemen dat de bevolking daar overwegend Anglisch is.
¶ In Engeland vinden we ford terug in Salford, Bradford, Stafford, Strafford, Stratford, Hereford, Bideford, Chelmsford, Hertford, Bedford, Bishops Stortford, Shalford, Shafford, Oxford, Twiforde, Woodford, Mitford, etc. Ook deze locaties liggen in oude Anglische regio's.
¶ Gezien het voorgaande mogen we per saldo aannemen dat locatienamen met ford(e), voord(e), e.d. welhaast per definitie oude Anglische nederzettingen zijn.
** Voorde, Fordweg Neede, Coevorden

Fordweg Ibbenburen:
Ibbenburen is een dorp tussen Rheine en Osnabrück in Neder-Saxen. Aldaar loopt loopt o.a. de Fordweg. Het is vooralsnog niet duidelijk of dit een oude weg is of een nieuwe. Zo het een oude weg is, dan moet deze welhaast zeker genoemd zijn naar een oude voorde aldaar. Temeer daar Ibbenburen ligt in een gebied dat tot circa 750nC Anglisch territorium is. Daarna settelen Saxen zich daar, waardoor het gebied in de loop der eeuwen versaxischt.

 

Fordweg Neede:
Een korte, doodlopende zijweg van de Visschemorsweg in Neede. De Fordweg eindigt bij een gebied dat vroeger een groot moeras is geweest, de Visschemors geheten. Mors = moeras. Anno 2010 is dit gebied nog steeds op diverse plekken nog zeer drassig. Gezien de locatie bij een eertijds groot drasgebied en de etymologie van het woord ford, mogen we aannemen dat Fordweg betekent: de weg naar de voorde. Er was daar dus ooit een doorwaadbare plaats.
 
Mogelijk liep de Fordweg ooit verder door tot aan de Buurser Beek die daar circa 500 meter in het noorden naar het westen stroomt. In het verlengde van de Fordweg en nabij de Buurser ligt een oud zwembad dat niet meer in gebruik is.
¶ De Fordweg eindigt zoals gezegd bij een gebied dat vroeger een groot moeras is geweest, de Visschemors genaamd. Mors = moeras. In het Anglisch bestaat het woord mos voor moeras. (> PgDixicon) Dit komt overeen met de streektaal in NO Nederland die vaak "mos" zegt voor mors of moeras.
¶ In de Hottinger Atlas van 1780 ligt de Fordweg in een groot veengebied met de naam Needer Vlier. Het gebied ziet er leeg uit. Het vreemde is dat Rietmolen is getekend aan de zuidzijde van de Buurser Beek. Anno 2010 ligt Rietmolen al vele jaren aan de noordzijde.
¶ Nabij de Fordweg loopt de Brakelweg. Het verlengde van de wegen kruisen elkaar op circa 350 meter van een bocht in de Buurser Beek. Brakel is afgeleid van Bracle wat kan zijn afgeleid van braco = varen en le (lo) = loofbos op een oeverwal. In de gegeven context kan dit betekenen dat de Brakelweg in het verleden liep naar een begroeide oeverwal van de Buurser Beek, ongeveer ter hoogte van het oude zwembad. Anno 2010 is die locatie zeker sterk begroeid. Daar kan dan in het verre verleden een haventje hebben gelegen. De doorwaadbare plaats (ford) kan dan daaromtrent hebben gelegen.
In het verlengde van de Fordweg aan de overkant van de Buurse Beek loopt een zandweg naar de Flipsweg in Rietmolen. Deze weg kan derhalve bevestigen dat de Fordweg ooit liep naar een voorde aan de Buurse Beek. De zandweg is dan gewoon het verlengde geweest van de Fordweg.
¶ De these dat de Fordweg betrekking heeft op een voorde waarnaar de weg ooit liep, wordt gesterkt door het feit:
- dat ford(e) een Anglische equivalent is voor het Nederlandse voorde,
- dat Brakel een Anglische naam lijkt te zijn (> Brakel),
- dat mors (moeras) in de streektal vaak wordt uitgesproken als "mos" zoals in het Anglisch
- en dat er andere aanwijzingen zijn dat Neede al sinds circa 200vC Angelen wonen.
** Neede, HTN (PgLx), Brakel
# FRI, HTN, DAB

Forn Sidr:
Betekenis: Oude Tradities (Zeden).
Anno 2008 in Denemarken de grootste vereniging van aanhangers van de oude Germaanse natuurgoden als Odin (de oppergod), Thor (god van de donder) en Freya (godin van de liefde en vruchtbaarheid). In 2003 erkend als geloofgemeenschap. In Odense op het eiland Fyn heeft Forn Sidr een begraafplaats gesticht. Daar liggen nu grote stenen waarmee een 18 meter lang Vikingschip wordt gebouwd. Binnen het schip worden urnen geplaatst. Buitenom het schip zullen doden worden begraven in grafkisten. Later wil Forn Sidr begraafplaatsen in het bos. Voorzitter Søren Fisker zegt daarover: Die zouden perfect aansluiten bij onze hechte band met de natuur.
# De Telegraaf 11.7.08

Foxham:
Gehucht bij Hoogezand in Fivelingo, Groningen. Naam AVA: fox (vos) + ham (huis, heem).

Foxhol:
Gehucht bij Hoogezand in Fivelingo, Groningen. Naam AVA: fox (vos) + hol (hol).

Franken:
Germaanse volkstam, oorspronkelijk wonend in het gebied tussen Beneden en Midden Rijn. Voor het eerst genoemd rond 287 nC ivm de verdediging van Noord Gallië door de Romeinen vanwege een opstand van de Menapen. De Franken maken gebruik van de gelegenheid en vestigen zich in het gebied tussen de Rijn en de Waal. Circa 341 dringen ze verder door naar het zuiden en bezetten de gebieden van Brabant en Antwerpen. Rond 780nC verslaat de Frankische koning Karel de Grote de Germanen en breidt hij zijn rijk uit tot aan de Elbe.
# WP

Freawin (320*-360*)
Zoon van Frithogar. Onderkoning van Sleswig.
Gedood in een gevecht met Eadsgil, koning van de Myrgings in Holstein.
Eadsgil is een agressieve man en verkeerd in permanente staat van oorlog met zijn omgeving. Zo lokt hij o.a. een strijd uit met Freawin. In dat gevecht wordt Freawin gedood door Eadsgil.
Freawin heeft twee zoons, Cedd en Wig, die na zijn dood worden opgevoed door Waermond, koning van de Angelen.
De immer agressieve Eadsgil lokt opnieuw de strijd uit tegen de Angelen. Dit maal wordt hij echter zelf gedood en wel door Cedd en Wig. De verslagen Myrgings zijn erg boos en eisen wraak. Het leven van Cedd en Wig wordt sindsdien continu bedreigd door de Myrgings. Wig besluit daarom naar Engeland te vertrekken, waar hij een rustiger bestaan kan opbouwen. Over het lot van Cedd is verder niets bekend.
Kinderen: Cedd, Wig + dochter (ghm Offa, koning van Angeln).
** Wig (gb 313), Sleswig, Angeln, Myrgingum
# AHM, HNF

Free Institutions:
De Anglische adel is van oudsher beschermer, cultivator en promotor geweest van de zgn Free Institutions. Daaronder worden verstaan alle democratische rechten en vrijheden van alle mensen in de maatschappij. Winston Churchill zei ooit: Democracy is something horrible. But we have nothing better. Democratie garandeert de grondrechten en vrijheden van alle mensen. De persoonlijke vrijheid neemt daarin een primaire plaats in. De mens is vrij geboren en heeft het volste recht in vrijheid de eigen weg te volgen. De enige beperkingen zijn de grondrechten en vrijheden van alle andere mensen in de samenleving. Het zijn de Grieken die als eerste volk democratie hebben in hun stad- en gewestbestuur. De volgende grote stap is gezet in 1215nC met de opstelling van de Magna Charta, waarin de rechten en vrijheden van de Britse landadel worden vastgelegd. De Franse Revolutie eind 18e eeuw brengt de vrijheid en democratie voor alle mensen, nadat de Franse adel eeuwenlang het volk had geknecht en uitgebuit. Met de Franse Revolutie komen liberalisme en democratie in heel West Europa. De bestuurorganen worden gedemocratiseerd en de rechten van de mensen vastgelegd. Daarmee is de basis gelegd voor de rechten en vrijheden van het huidige West Europa. Deze liberalisering en democratisering hebben ervoor gezorgd dat er duurzaam welzijn, welvaart en vooruitgang is gekomen voor mens en maatschappij.
** Democratie

Freyer:
Germaanse god van de vruchtbaarheid, evenals Ing.
** Pg Genline (Germanen)

Friezen:
Germaans volk, wonend langs de Noordzeekust tussen Friesland en de Weser in NW Duitsland. De Friezen worden voor het eerst genoemd als Frisii of Frisiavores door Tacitus rond 100nC. Het Engelse dichtwerk Widsith noemt hen circa 650nC:

Oswine weold Eowum   
ond Ytum Gefwulf,
Fin Folcwalding
Fresna cynne.

Oswin regeerde de Aviones
en Gefwulf de Juten,
Fin Folcwalding
de Friese clan.

Sinds de 8e eeuw nC verspreiden ze zich verder noordwaarts langs de kust richting Denemarken. Mogelijk zijn ze afkomstig van het gebied aan de Beneden Weser, dat later Ost Friesland heet. Volgens bron OVK zijn de Friezen een mengcultuur afstammend van de Angelen. Gezien de verwantschap van het Fries met het Anglisch lijkt deze these niet onwaarschijnlijk. Het is vooralsnog alleen niet zeker of ze beide voortkomen uit eenzelfde volk (West Goten) of dat de Friezen een onderstam zijn van de Angelen, die al in de 4e eeuw vC indirect worden genoemd. (> Anglisko) Omgekeerd lijkt minder waarschijnlijk, omdat het bestaan van de Friezen pas in 28nC wordt genoemd in een verdrag met Rome. Ze lijken dan al te wonen aan de bovenloop van de Rijn.

Volgens bron WP verspreiden de Friezen zich sinds circa 700nC vanuit NW Duitsland naar NW Nederland. Volgens een kaart uit circa 1280 van Richard of Haldingham (Hereford/England) wonen de Friezen in die tijd tussen de Eems en de Weser. Volgens een kaart uit circa 1450 van Nikolaus von Kues wonen de Friezen daar nog steeds + op enige Waddeneilanden. (Kleine Kartengeschichte Frieslands zwischen Ems und Jade; Norden 1962) Het is vreemd dat de kaarten niet bevestigen dat de Friezen inmiddels verder zijn gesetteld in NW Nederland. In 790nC wordt de Lex Frisionum ingevoerd door Karel de Grote. Het Frankische Rijk heeft zich namelijk inmiddels uitgebreid tot aan de Lauwers. E.e.a. geeft aan dat de Friezen in die tijd toch al een vrij groot volk zijn.

--28nC - Verdrag tussen Rome en Friezen/Rijnmonding
-100 --- Friezen tussen Eems en Weser (Tacitus)
-125 --- Friezen tussen Eems en Vidrus (noord; kaart Ptolemaeus)
-290 --- Friezen raiden kust Brittannia (Constantinus Chlorus)
-650 --- Widsith noemt de Fresna (= Friezen) een clan
-750 --- Friezen settelen langs kust Noordzee richting Denemarken
-790 --- Lex Frisionum
-800 --- Frisia proper = NW Nederland tussen Vlie en Weser (WP)
-800 --- Frisia citerior = West Nederland (WP)
1280 --- Friezen wonen in gebied tussen Eems en Weser (kaart)
1450 --- idem

In 650nC noemt Widsith de Friezen nog een clan, een groep mensen met eenzelfde voorvader. Een clan lijkt echter kleiner dan een stam of volk. Het is meer een grote familie. In 125nC lijken de Friezen op de kaart van Ptolemaeus inderdaad maar een kleine club mensen. Daarna lijken ze echter aardig groter te worden. En volgens bovenstaande timetable lijken de Friezen sinds circa 750nC zich sterk te hebben verspreid naar NW Nederland. Naar zeggen in latere tijden zelfs nog verder naar Vlaanderen tot aan Duinkerken. Het kan zijn dat ze in die groei vele Angelen hebben opgenomen, die zich inmiddels meer met hen associeren. Deze optie lijkt te worden bevestigd door een citaat in de Atlas van Blaeu (1649) over de bouw van de Burcht van Leiden rond 449nC door Engist, een overste van de Angel-Saxen.

De Schrijver van d'oude Hollantsche Chronijck, en verscheyde andere geleerde mannen meenen, datse [de burcht] omtrent het jaer CCCC XLIX van sekere Engistus, een Overste van de Anglen en Saxen, oft, soo sommige seggen, Koning der Vriesen, gebouwt is. De geleerde Janus Dousa heeft ook dit gevoelen gehadt, gelijck uyt de volgende vaersen blijckt:
Putatur Engistus, Britanno orbe,
Redux, posuisse victor.
Dat is:
Engist, verwinnaer uyt Britanje weergekeert.
Heeft Leyden als men meent, met dese Burgh vereert.
De citaat geeft aan dat in 1649 de meningen zijn verdeeld of men moet spreken van Angel-Saxen of Friezen, terwijl men ver daarvoor Engist een Angel-Sax noemt, terwijl Engist feitelijk afkomstig is uit Angeln en een Angel is.
** Pint, Saxen, AFV, Magna Frisia, Widsith, Engist van Angeln
# WK, OVK, GNE, WKP 18.11.09, DAB, KBG

Frigg:
Godin van vruchtbaarheid, huwelijk, passie, vorkennis en magie. Haar naam leeft voort in Vrijdag, Anglisch: Frig-daeg. Ze is gehuwd met Wodan. Hun zoons zijn Donar (Anglisch: Thunor) en Balder.
# RRA, KBG

Frithogar (299*-259*)
Volgens diverse bronnen is Frithogar een nazaat van Brand, zoon van Bealdaeg, onderkoning van Waernas. Andere bronnen beweren dat hij koning van Ancient Saxony is. Aangezien zijn zoon Freawin onderkoning is van Selswig in Angeln, moet Frithogar echter in Angeln wonen en lid zijn van het Anglisch Koninklijk Huis. Een onderkoning moet namelijk lid zijn van de heersende dynastie. Frithogar zelf is daarom vrij zeker een zoon van koning Weothulgeot van Angeln. Mogelijk woont hij in Haithabu.
Zoon: Freawin (gb 320).
** Sleswig, Angeln
# HNF, DAB

Fulda:
Abdij van Benedictijnen in Hessen. Gesticht in 744 door Bonifatius, missionaris in Friesland. Klooster Fulda bezit in 945nC in Groningen goederen bij Wirdum, Usquert, Feerwerd, Huizinge, Saxum, Baflo, Warffum, Westeremden en Loppersum. Voornamelijk dus in Fivelingo.
# NGE

Futhark:
Germaans alfabet bestaande uit runentekens. Deze tekens werden gebruikt om teksten te schrijven op steenblokken, amuletten, gereedschap, wapens, etc. De oudste teksten komen voor op steenblokken in grafheuvels in Noorwegen. De naam Futhark is ontleend aan de eerste zes runen van het alfabet: F-U-TH-A-R-K.
Onderscheid: Oude Futhark en Jonge Futhark.

De Oude Futhark is ontleend aan het Oud Romeinse alfabet. Deze Futhark dateert van circa de 1e eeuw nC en bestaat uit 24 runen, vaak in groepen van aett (acht). De oudste volledig geschreven Futhark dateert van 400 nC en is gevonden op de Kylver Steen in Gotland: f-u-th-a-r-k-g-w-h-n-i-j-p-ï-z-s-t-b-m-i-ng-d-o. In de latere praktijk worden nog extra tekens gebruikt, zolas o.a.: h-ei-x-y. Hieronder de meest gangbare futhark.



De Jonge Futhark ontstaat in Scandinavië eind 8e eeuw nC en is een versimpeling van de Oude Futhark. Deze futhark wordt nog tot in de late eeuwen van de Nieuwe Tijd gebruikt.
** Runen
# WKP 13.12.07, DAB

FWN:
Familiewapens in Noord-Nederland
Betreft Drenthe, Friesland en Groningen.
Piet Bultsma, A.B. Dull en G.A. Brongers
Uitg. Roorda, Uithuizermeeden 2000
Totaal 303 familiewapens in kleur.

Fynserwald:
Naam van Finsterwold anno 1319. Wald is Anglisch voor woud, bos. Wald verandert later in Saxisch wold.

G::

Gadhimai:
** Pg Genline (Hinduïsme)

Garmerwolde:
Gehucht bij Ruischerbrug, tussen Harkstede en Noordijk, noord van Groningen. Het gebied wordt al bewoond rond de jaartelling. Aldaar zijn in de Fledderbosch Polder (vroeger genaamd Hydene, Heidenschap) in 1998 bij opgravingen archeologische resten gevonden. O.a. aardewerk, speelgoed (soort damsteentjes) en gereedschap uit het begin van de jaartelling. De vondst is bizonder belangrijk omdat vele historici altijd meenden dat Het Wold (gebied tussen Selwerd/Bedum en Eemskanaal) vóór de ontwatering (droogmaking) omstreeks de 12e eeuw niet permanent bewoond was. De opgraving lag aan een oud riviertje, dat uitkwam op de Oude Kwens, die via de Kleisloot (verdwenen in het Eemskanaal) uitkwam op de Fivel. Op grond van deze en andere vondsten concludeert het Academisch Research Centrum dat de hoge oevers van de riviertjes in dit gebied mensen woonden die voornamelijk leefden van landbouw, veeteelt en visserij. Aldus Harm Buter in Ten Boer. (ws Garnerwolde 19.1.2010)
¶ De zgn damsteentjes die zijn gevonden in Garmerwolde doen denken aan de dobbelstenen uit circa 50-400nC gevonden op diverse locaties in Noord Holland, Friesland, Groningen en ZO Gelderland. De dobbelstenen van Didam (Liemers), Nieuw Wehl (Liemers) en Baard (Friesland) zijn nagenoeg identiek en dateren van circa 200-350nC. Deze dobbelstenen zijn van gebakken van klei waarin gaatjes zijn aangebracht. Didam en Nieuw Wehl liggen in een gebied dat sinds circa 300vC voornamelijk wordt bewoond door Angelen. Dat geldt ook voor Noord Friesland, waar rond 200vC Angelen wonen in o.a. Engelum en Baard. De kans is dus reëel dat ook Garmerwolde rond de jaartelling is bewoond door Angelen.
** Dobbelen, Liemers, Fifldor

Garrelsweer:
Dorp in Fivelingo, NO Groningen. Gelegen aan de Fivel. De naam Garrelsweer is afgeleid van Gereluiswert = de wert (wierde) van Gerleuis (= Gerlof). Oorspronkelijk is Garrelsweer de belangrijkste locatie in Fivelingo, blijkens een oorkonde uit 1057nC.

Door verzanding van de Fivel verliest Garrelsweer later aan betekenis, ten gunste van Appingedam aan de toenmalige monding van de Fivel. In 1238 is de Fivel al sinds lang een verzande rivier, aldus de Kroniek van Wittewierum. Nadien is de stroom verlegd naar Delfzijl en uiteindelijk ging ze op in het Damsterdiep, gegraven in de 15e eeuw.
Foto rechts: restant van de Fivel bij Garrelsweer april 2010, die van hier richting Appingedam stroomt. (@ foto © TiedLight)
 
¶ Bron VWB schrijft dat rivier de Fivel oorspronkelijk uitmondt bij de kerk in de haven Amisia van Wirum. Zeker nog in de tijd van Menko (1213-1276), abt van klooster Bloemhof te Wittewierum. Waar genoemd Wirum ligt, is niet duidelijk. Op een kaart van Groningen uit 1589 is wel Onderwierum aangegeven ter plekke van het huidige Onderdendam, maar nergens een Wirum. Mogelijk lag Wirum dus wat hoger dan Onderdendam en nabij Kantens. Een andere optie lijkt Wirdum, dat in het Gronings Wirrem (= Wirrum) wordt genoemd. Het dorp grenst aan Garrelsweer aan de oude loop van de Fivel richting Appingedam.
¶ Bij Garrelsweer stond vóór 1842 een havezate met de naam Engelborg. De naam betekent vrij zeker de borg van Angelen. Gezien de aanwezigheid van Angelen in Groningen sinds circa 500vC, kan dit betekenen dat Garrelsweer van oorsprong een Anglische nederzetting is.
** Fivel, Wirdum, Engelborg
# WKP 8.1.2010, GNE, FRI, DAB, KBG

 
Geldstelsel:
¶ De oudste munt in Germaans Europa is waarschijnlijk de shilling, afgeleid van het Germaans skildulingaz = schildachtig ding. Later wordt de munt schilling, schelling genoemd in de Lage Landen. Ze heeft de waarde van 6 stuivers. Anno 2009 is de shilling nog steeds een onderdeel van het Britse en Oostenrijkse geldstelsel.
¶ In de Romeinse Tijd (12vC-450nC) komt de dinarius (denarie) in gebruik in Vrij Germania, die rond 211vC is geïntroduceerd in het Romeinse Rijk.
¶ September 2009 vindt de Britse amateur Terry Herbert een grote schat in Staffordshire, bevattend 1500 prachtige gouden en zilveren voorwerpen: munten, sieraden, ornamenten en wapens gedecoreerd met o.a. runetekens en van Angel-Saxische herkomst. In totaal 5 kilo goud en 2.5 kilo zilver. Archeologen dateren de schat uit de 7e eeuw nC en taxeren de waarde op zeker meer dan 1 miljoen euro. Staffordshire is een graafschap in MW Engeland, van oorsprong onderdeel van Mercia, het grootste en machtigste Anglische rijk van Brittannia. Rond 490nC bevolkt door Angelen van het Continent. De vondst betekent dat er al vóór circa 650nC muntgeld bestaat in Brittannia. (> Staffordshire)
¶ De penning wordt ingevoerd in de 8e eeuw door de Frankische koning Pepijn de Korte. In Engeland wordt in die tijd de penny ingevoerd. (> Penny)
¶ De pond (£) komt in de 12e eeuw in gebruik.
¶ In 1327 wordt de Codex Oldomptis opgesteld voor Oldambt en Fivelingo in Groningen. De Codex is geschreven in het toenmalige Fries. (> CFO) Daarin staat onder artikel 2:

Jnt erst: Werther en mon fallit ofta othera lond inna thet other, sa scel ma hine ielda mith xvi mercum anglischis and ene haudlesene tha riuchtrum, ther to tha riuchte sweren hebbat, to brecma and thio haudlesene bi xxxvj schillingum.
Ofwel:
Eerstens: Wordt een man uit het ene land in een ander land gedood, dan zal men hem met 16 Anglische marken beboeten en de rechters, die voor het rechterambt zijn beëedigd, een halslosgeld betalen als borgsom, en het halslosgeld bedraagt 36 schillings.

Uit deze tekst blijkt dat in 1327 in Groningen nog wordt betaald in Anglisch geld. Het Anglisch geldstelsel zal zeker al ver voordien in gebruik zijn. Hieruit blijkt tevens dat het gebied vrijwel zeker in de Anglische invloedsfeer lag tot zeker in die tijd. Ook voor de overige gebieden binnen Mega Angeln zal e.e.a. gelden.

¶ Het Nederlandse geldstelsel bestaat in de 14e eeuw uit Pond (£), Schilling (sc) en Duit (d; van dinarius). Ook in Engeland bestaat dit stelsel. In latere eeuwen verdwijnt dit stelsel in Nederland en komen de guldens, stuivers en centen in de plaats. Groot Brittannië heeft het stelsel echter behouden.
** Penny
# WKP 17.11.09, DAB, KBG

Genetica:
** Genologie, Volk

Genologie:
Uit recent DNA-onderzoek in Engeland en de USA is gebleken dat het DNA van de bevolking in het overwegend Saxische Zuid Engeland overeenstemd met het DNA van de Saxische gebieden op het Continent (NO Nederland en NW Duitsland). Het DNA van het meer Anglische Noorden van Engeland komt daarentegen overeen met het DNA van de meer Friese gebieden op het Continent (Noord Nederland en NW Duitsland). O.a. is hun Y-chromosoom gelijk. (# GGB) Deze genologische overenkomst is nogal verwarrend. De volgende vragen rijzen:

A. Zijn de Angelen een onderstam van de Friezen?
B. Of zijn de Friezen een onderstam van de Angelen?
C. Of zijn Angelen en Friezen broederstammen van een ander nog onbekende hoofdstam?
D. Of zijn Angelen en Friezen twee namen voor eenzelfde stam?
E. Of zijn er vele Friezen onopgemerkt in Noord Engeland gesetteld en waren er nauwelijks Angelen in dat land?

Voorlopige antwoorden:

A. Blijkt vooralsnog nergens uit.
B. Blijkt vooralsnog nergens uit. (> C.)
C. Mogelijk. Maar dan ligt de relatie vóór de eerste eeuw nC. Zowel de Friezen als de Angelen worden namelijk al in de 1e eeuw nC genoemd door de Romeinse historicus Tacitus. De Angelen wonen in die tijd al aan de Oostzeekust. Namelijk in Angeln dat tot 1920 onderdeel is van het Deense Rijk. De Friezen wonen in die tijd zuidelijk van de Weser. De Angelen zijn voortgekomen uit de Denen, die zijn voortgekomen uit de Zweden. Dat bewijzen de overlevering (> Angelen) en hun taalkundige verwantschap met het Oud Deens. De Friezen zouden in deze optiek dus ook uit de Denen moeten voortkomen. Aangezien het Oud Fries verwant lijkt aan het Oud Anglisch, lijkt deze optie reëel. De moeilijkheid is alleen dat in de 1e eeuw nC geen Friezen wonen boven de Weser. Laat staan de Eider, de zuidgrens van Angeln. Pas in de 8e eeuw komen Friezen wonen aan de Noordzeekust boven de Eider en westelijk van Angeln. Het lijkt er daarom op dat de Friezen al vóór de 1e eeuw uit Denemarken zijn gemigreerd naar gebieden aan de Weser en later nabij de Lünenburger Heide. Nog weer later, zo rond de jaartelling wonen veel Friezen in Nederland langs de Noordzeekust tot aan de Rijnmonding.
D. Blijkt nergens uit. Lijkt onwaarschijnlijk.
E. Dit is ondenkbaar. Er zullen altijd wel historische bronnen zijn geweest die de Friezen genoemd zouden hebben. Het is ondenkbaar dat de aanwezigheid van een grote groep Friezen niet is opgemerkt en nergens is vastgelegd in een historische bron of overlevering. Het is verder ondenkbaar dat eeuwenlang alle bronnen steevast over Angelen spreken, zonder enige tegenspraak. Nog afgezien van alle bevestigende feiten.

Per saldo lijkt antwoord C dus het meest waarschijnlijk. Dit antwoord strookt als enige met de overige antwoorden, de historische kennis en de recente genologische bevindingen.
** Angelen, Angeln, Volk
# GGB, FFS, TOX, KBG

Geordie: (500vC-heden)
Oer Engels ofwel Oer Anglisch dialect in Bernicia, een gebied in NO Northumbria (NO Engeland), gelegen langs de Noordzeekust tussen Engeland en Schotland. Geordie staat heel dicht bij het Oer Anglisch. De naam Geordie kan zijn afgeleid van ge-ordinu, wat in Oud Nederlands betekent gewoon. Dwz: de gewone taal. Dus zonder opsmuk met vreemde en dure woorden of taalkundige constructies. Passend in de Nederlandse cultuur van: Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Het Geordie ontstaat circa 450 nC als de eerste Angelen vanuit het Continent zich vestigen in dit gebied. Mogelijk zijn ze oorspronkelijk door de Keltische koning aldaar te hulp geroepen in de strijd tegen de oprukkende Picten en Schotten vanuit het Noorden.

Op een lijst van bron WKP 13.5.09 staan 73 Geordie-woorden. Van 10 woorden lijkt de herkomst niet van het Oer Anglisch. Van 39 woorden is goed tot vrij goed direct of indirect te veronderstellen dat ze tot het Oer Anglische horen. Waar nodig worden de Engelse of Oud Nederlandse equivalenten bijgeschreven en/of equivalenten uit Nederlandse streektalen. UG = uitspraak Geordie. UN = uitspraak Nederlands. ONL: Oud Nederlands.

A/Ah=I (aik, ik), bairn (kind), boozy (dronken; ONL bousig; bouse/buise=glaasje), buk (boek), cannit (kan niet), canny (kenne, verstandig), craic (kraak), diffy=stupy (duf), dog (dog), dolling (dollen), gaan/gan (gaan), hev (hev, hebben), heym (heim), hinny (honech, honing), hoose (hus, huus, huis), knaa (cnawan, knap, weten), lend (lenen), like (like; -lijk), mam (mam), man (man), me (me, mij), mean (menen), met (mate, maat), mutha (moeder), naa/noa (nee), naw (nou), pet (pet), pipe (pipe, pijp), summat=sometwhat (iets), summick (sommig), te (te), the (de), toby=stroll (tobben), toon (tune, tuun, tuin), Us=I=me (us), we (UG:wuh; we:UN:we,wu), what (wat), whee (wie; ONL: we), wuh=us (us, we, ons), ya (je, jou), ye (je), yor (jouw).
Het woord "man" wordt gebruikt zoals in gewoon Nederlands. Dwz: niet sexgebonden, maar mbt zowel man, vrouw, jongen of meisje.

Per saldo tellen dus 74-10=64 Geordie woorden mee. Daarvan zijn 42 te herkennen als oud Anglische woorden. In totaal is dus van 42/64=68% van de vocabulaire voorstelbaar dat ze afkomstig moet zijn van het Oer Anglisch. De overige 32% kan in de loop der eeuwen zelf zijn gecreëerd uit de eigen Anglische vocabulaire of uit de taal van andere volken. Bijvoorbeeld de oorspronkelijke Brittons of de later invallende Vikings en Denen. Bron bl.uk 13.5.09 stelt echter:

Subsequent invasions left the North East increasingly linguistically isolated from developments elsewhere in Northumbria. The Vikings, for instance, settled mainly south of the River Tees and therefore had a lasting impact on the development of dialects in Yorkshire, but not further north. ... Meanwhile the border skirmishes that broke out sporadically during the Middle Ages meant the River Tweed established itself as a significant northern barrier against Scottish influence. As a result, the North East has always maintained a strong sense of cultural identity and resisted the centralising tendencies of both Edinburgh and London. Many contemporary Geordie dialect words such as "gan" ... and "bairn" ... can still trace their roots right back to the Angles.

Het percentage van 65.1% Oer Anglische authenticiteit van de vocabulaire mag na 1550 jaar behoorlijk hoog worden genoemd. De genoemde woorden op de lijst zijn echter een uiterst beperkte verzameling van de totale vocabulaire van Geordie anno 2009. Als streektaal zal Geordie vrij conservatief zijn en dus grote gelijkenis kunnen hebben met het Oer Anglisch van de streek. Het Anglisch dus van circa 1550 jaar geleden. Sindsdien zal het Geordie zeker toch enige vreemde woorden hebben opgenomen en waarschijnlijk ook oude hebben losgelaten of veranderd. Een deel van de veranderingen bestaat moglijk uit slecht taalgebruik, dat een eign leven gaat leiden. Deze vocabulaire zal dan moeilijk te herkennen zijn als Oer Anglisch. Theoretisch kunnen alle veranderingen deels tegen elkaar wegvallen. De preciese veranderingen zijn echter vooralsnog niet bekend. Wel kan worden geconstateerd dat na 1550 jaar mogelijk 64.5% van de woorden uit een willekeurige verzameling authentiek Oer Anglische woorden lijken. Althans herkenbaar ivm de verwante oertalen op het Continent. Vele woorden lijken authentiek omdat ze in vrij sterke mate lijken op woorden uit o.a. het Nederlandse taalgebied. Het gebrek aan kennis van het Oer Anglisch betekent echter dat het percentage van 64.5% authenticiteit feitelijk veel hogere kan liggen. Temeer daar het Geordie volgens de citaat van bron bl.uk door de eeuwen heen toch in een sterk geïsoleerde c.q. beschermde omgeving verkeerde, hetgeen deze taal in sterke mate geconserveerd zal hebben. Er waren immers geen impulsen van butienaf, die tot veranderingen konden leiden.

Een ander opmerkelijk feit is de tekst in de dwarsbalk van het huis op de foto (Ao 1971 Kappeln) bij item "Angelen":

Wer will buen an de Straten, mot de Minschen reden laten.

Analyse van de herkomst van deze woorden levert de volgende statistiek op: Wer (D) will (D,N) buen (D,N) an (D,N) de (N) Straten (N), mot (N) de (N) Minschen (N) reden (D) laten (N). Ofwel: Oud Nederlands 9 (64.3%) en Duits 5 (35.7%). Te bedenken valt dat het Duits pas na 1500 via het Saxisch invloed krijgt op het Anglisch in Angeln. De Nederlandse herkomst is dus biezonder groot en nogal verbazend, aangezien tot heden niet bekend is op welke manier het Nederlands daar terecht is gekomen. Verder is opmerkelijk dat het percentage van 64.3 nagenoeg gelijk is aan het berkende percentage van het Oer Nederlands in het Geordie. Dat is namelijk 65.1%.

E.e.a. betekent dat Geordie, Oer Anglisch en Oer Nederlands nauw verwante talen zijn. Gezien de geografische nabijheid van deze gebieden en de historische achtergronden lijkt deze these zeer realistisch.

- herkomst
De typische ai-klanken van Geordie doen sterk denken aan de taal in Noord Groningen. Die taal is naar zeggen eerst Fries maar wordt later sterk gemoduleerd naar het Neder Saxisch. Het lijkt daarom reëel om te veronderstellen dat de roots van Geordie in die contreien liggen. Maw: de Geordies zijn afkomstig uit Noord Groningen. Aangezien Noord Groningen en i.b. Humsterland in NW Groningen al circa 300 vC wordt bewoond door Angelen, lijkt deze optie dus zeker reëel. Geordie is dus feitelijk een Oud Anglische taal afkomstig uit Noord Groningen. Mogelijk hebben de Chauken aldaar hun bijdrage geleverd aan de vorming van Geordie.
** Oer Engels, Bernicia, Yeavering, Oer Geordie, Oer Geordies, Mega Angeln, Olfries
# Google 13.5.09 (DVB), WMN, KBG

 
Geordieland:
Het kerngebied waar Geordie wordt gesproken, omvat de regio North Tyneside, Newcastle, South Tyneside en Gateshead in NO Engeland. Binnen een ruime straal rond het kerngebied wordt Geordie echter ook verstaan en gesproken, zij het in mindere mate.
# Google 13.5.09 (DVB)

Gerechtigheid:
Rechtvaardigheid. Het bestaan van rechtvaardigheid in een samenleving, i.c. het rechtvaardig handelen jegens anderen en het rechtvaardig oplossen van schendingen van rechten. Gerechtigheid is van fundamenteel belang voor een goede samenleving. Ontbreken van gerechtigheid brengt boosheid en agressie onder mensen. Gerechtigheid brengt vrede en voorspoed. Alleen een samenleving waarin gerechtigheid bestaat, kan goed functioneren.
** Stamvrede, Rechtspraak, Dingplaatsen, Weergeld, Tiwaz, Deiwos, Donar, Horus

Germanen:
Verzameling volkstammen die sinds de Bronstijd (2000-800 vC) leven langs de Oostzeekust van Zweden.
** Pg Genline

GGB
The Genetic Genealogy of the Brockman Surname in the UK and the USA
Adam Brockman, PhD
Boston, Massachusetts USA
admin@brockmanfamily.org 5.12.07

Gildas: (480*-540*)
Brits historicus. Schrijver van De Excidio et Conquestu Britanniae ofwel Op de vernietiging en verovering van Brittannië. Hij schrijft daarin over de invasie van de Angel-Saxen in Brittannië en de gevolgen die dat heeft voor dat land. Deze invasie vindt plaats in 450-460. Gildas is dus een ooggetuige.
** Beda
# WKP 20.11.07, KBG

GLA:
Genline der Angelen
** Pg Genline

Goden:
** Pg Genline (Germanen)

Gorssel::
Dorp aan de IJssel tussen Zutphen en Deventer. Vrij zeker hebben zich daar rond 200vC Angelen gevestigd. De herkomst van de naam is vooralsnog niet zeker. Mogelijk heeft het te maken met grasland.
** Eesterhoek, Eesterloo, Eesterweerd, Hunnepe, Heggencultuur, Angelsites

Goten:
Oost Germaanse volkstam op het eiland Gotland (ZO Zweden) en Zuid Zweden.
** Pg Genline (Goten), Angelen, Adelaar, Ye, Beowulf, Germanen, Balder

Grendel:
Monster uit de Beowulf, waartegen Beowulf vecht.
** Beowulf, Wyrm

Grima:
Oud Engels (Anglisch): masker met helm, gedragen door Anglische krijgers, o.a. bij de verovering van Brittannia. Ook bijnaam van Wodan, die altijd vermomd is en een grima draagt. O.a. koning Edwin van Northumbria (586-633) draagt een grima. In het graf van koning Redwald van East Anglia (565-625) in Sutton Hoo is ook een prachtige grima gevonden, die door hem gedragen moet zijn.
** Wodan, Edwin van Northumbria (grima), Sutton Hoo, Wynaldum, Maskerade
# RRA, KBG

Groningen:
- Provincie
In 500-719nC deel van het Anglisch Rijk, i.c. Groot Angeln.
** Magna Frisia, Groot Angeln

- Ommelanden:
Bestaat uit de regio's Hunzingo, Fivelingo en Westerkwartier. Stad & Lande van jaargang 10 schrijft:

Tot de 15e eeuw werd in de Groninger Ommelanden Fries gesproken. De oudste bronnen zijn dan ook in het Oudfries opgesteld, ...

In latere eeuwen rukt het Neder-Saxisch op vanuit het Oldambt. Hierdoor en door sterke immigratie krijgt het Scharmers een ietwat pluriform karakter. Opvallend is echter dat Scharmer en omgeving een taalkundige enclave vormen met o.a. een sterke voorkeur voor de meervoudsvorm s, het lidwoord de en de klemtoon op de laatste lettergreep. Aldus bleek uit een fonologisch onderzoek ergens in de jaren 1980. Andere bronnen beweren dat deze eigenaardigheden op grotere schaal voorkomen in de hele provincie Groningen. De voorkeur voor het lidwoord 'de', als feitelijk 'het' gangbaar is, staat in schril contrast met het lidewoord 'het' in het Fries en Saxisch. Het verschijnsel deed zich ook voor in het Engels. Het Oud Engels kende the/thý (de) en hit (het), maar dropte in de loop der tijd lidwoord 'hit'. Mogelijk deed zich dat in Scharmer ook voor, alleen minder sterk. Per saldo lijkt het dus dat het Anglisch de oorspronkelijke taal is van Groningen. Door latere immigratie van Friezen krijgt de regiotaal een meer Fries karakter.
** Fivelingo, Oldambt, CFO
# Stad&Lande jrg 10, FRI, DAB

Groninger Ommelanden:
** Groningen

Groot Angeln:
Fictieve naam voor het land der Angelen dat zich circa 500vC-500nC uitstrekt van Lüneburg bij de Elbe tot Denemarken. Door de massamigratie naar Brittannia krimpt Groot Angeln geleidelijk in tot het huidige Angeln (2009).
** Angeln, Angelland

Groot Enghuizen:
Landgoed aan de IJssel in de wijk Beinum te Angerlo, iets noordelijk van kasteel Bingerden. De naam Enghuizen is vrij zeker afgeleid van Engelhuizen > Angelhusen > Angelen, die zich rond 300 vC in het gebied vestigen, identiek aan landgoed Enghuizen in Hummelo, circa 7 Km noordoost van Angerlo.
** Enghuizen
# Kadastrale Kaart Angerlo 1868, KBG

Groot Veenland:
Fictieve naam voor het gebied in NO Nederland en aangrenzend NW Duitsland, dat tot de 19e eeuw voornamelijk bestaat uit grote moerassen en veen- en heidegebieden en natte beekdalen. Zoals bij Bourtange en Emmen. Tussen en in de moerassen liggen vele zandruggen, die onderling zijn verbonden met een minimaal netwerk van paden en wegen. De zandruggen of -plateaus zijn al vroeg bewoond. Een mooi voorbeeld is Exloo in Drente, dat ligt op een groot zandgebied, beduidend en zichtbaar hoger dan de omgeving. Die omgeving bestaat oorspronkelijk uit moeras, maar is later drooggelegd en afgegraven.
 
De Anglische oerbevolking leeft voornamelijk van kleinschalige landbouw en veehouderij en van beverjacht. De vruchtbaarheid van de grond varieert sterk. De moerasbewoners moeten daarom hun woonplek, landbouw en andere activiteiten zorgvuldig afstemmen op het landschap. Verbouwd worden voornamelijk gerst, haver, rogge, boekweit, rapen en vlas. Vele huizen hebben een eigen moestuin waarin enige groenten en kruiden worden gekweekt. De veestapel is vaak klein en bestaat vooral uit enkele varkens, koeien (beesten), geiten, schapen en kippen. Rijke boeren hebben hooguit 10 koeien, 5 varkens en hooguit 1 paard. Het agrarisch bedrijf is voornamelijk voor eigen gebruik. Pas in de latere eeuwen groeit de handel in producten.

Groot Veenland is een vrij ontoegankelijk gebied. Het gebied is tot in de Middeleeuwen dun bevolkt. De bevolking is verspreid over vele kleine gehuchten. De akkers en weiden zijn langgerekt en afgerasterd met dichte heggen om wilde dieren te weren. (> Eesterweerd) De gehuchten vormen kleine enclaves in een zee van uitgestrekte moerassen, draslanden, bossen en zegge- en heidevelden, met hier en daar zandverstuivingen. Sociale ontwikkelingen zijn er nauwelijks of voltrekken zich uiterst traag. Rond de 11e eeuw ontstaat de landadel, die steeds meer land en macht vergaart.

Sinds de 12e eeuw worden de moerassen systematisch drooggelegd en afgegraven. Mede door de inzet van bestuurders, landeigenaars en ontginningsbedrijven. Na afgraving blijft dan meestal zandgrond over, vaak met een dunne laag veen. Het resterende veen wordt dan vermengd met het zand en het gebied wordt daarna gebruikt voor landbouw en veeteelt. Zo verandert Groot Veenland in de loop der eeuwen in een groot agrarisch gebied met hier en daar aangelegde veenbossen en meren. Dit proces duurt tot circa 1950. Daarna worden de turfafgraving en ontginning stil gelegd.

Naast de turfwinning en de groeiende landbouw en veehouderij, ontwikkelt zich geleidelijk ook de industrie. Het begint met kalkovens en steenbakkers. De kalkovens stoken turf om cement te maken van schelpen. Dankzij de bakstenen en het cement begint de steenbouw: huizen, gebouwen, stadswallen en poorten. Tegelijkertijd start de bierproductie. De bierbrouwerijen gebruiken turf om ovens te stoken voor productie van bier. Na deze industriële start komen de smederijen, waaruit later vaak metaalbedrijven groeien. Dan komen de textielfabrieken, de kledingfabrieken, de schoenenfabrieken, etc, etc. De industrie groeit en groeit. De voorzieningen groeien, de inkomens groeien, de welvaart groeit, de gezondheid groeit, het ontwikkelingsnivo groeit en het algemeen welbevinden groeit.

- Migratie
De oudst bekende bewoners van Groot Veenland zijn de Hunebedbouwers en het Bekervolk, die sinds circa 3000 vC in NW Europa wonenen. Later komen de Kelten en sinds circa 400 vC de Angelen uit Angeln in Noord Duitsland. (> Angelen) Rond 775 nC komen ook Saxen zich vestigen. Vanaf de 16e eeuw nC worden de veengebieden in Groot Veenland systematisch drooggelegd en afgegraven voor de turfwinning. Dit proces gaat door tot circa 1950. Vanaf het begin van de turfwinning rond 1550 krijgen de locale bewoners zodoende meer werk en inkomen. De intensivering van de turfwinning creëert steeds meer werkgelegenheid waardoor vele turfboeren en turfwerkers van elders zich vestigen in Groot Veenland. Mooie voorbeelden zijn de plaatsen Nieuw Dordrecht en Nieuw Amsterdam in ZO Drente. Ook de agrarische ontwikkeling trekt vele nieuwkomers uit het Westen en Noorden van Nederland. De latere industrialisatie doet dat ook sinds circa 1850. Per saldo bestaat de bevolking van Groot Veenland uit een mix van autochtone bewoners en mensen afkomstig uit andere delen van Nederland. Dankzij de geringe verschillen in taal en cultuur verloopt de integratie van de diverse bevolkingsgroepen nagenoeg geruisloos.

- Waterwerken
Voor het steken van turf moet de grond droog zijn. Aangezien de veengebieden nat en drassig zijn, is dus ontwatering nodig. Daarom worden de turfgronden doorsneden met vele sloten, vaarten, kanalen en dijken. (> Veendijken) Daardoor kan tevens de turf worden afgevoerd en verhandeld. Maar ook kan het waternivo beter geregeld worden door het plaatsen van sluizen en stuwen en aansluiting op de grote landelijke waterwegen. Deze hele waterhuishouding is van levensbelang voor het hele gebied en is daarom tot in de puntjes georganiseerd. De vaarten en kanalen komen later ook van pas tijdens de agrarische ontwikkeling en de industrialisatie voor de aan- en afvoer van grondstoffen, materialen en producten. Zodoende beschikt Groot Veenland over een uitgebreid en goed onderhouden net van waterwegen. Oorspronkelijk is het devies om het overtollige water zo snel mogelijk af te voeren en het land droog te houden. In de huidige tijd is door de wereldwijde verdroging van de natuur juist het tegenovergestelde nodig. Het water moet zo goed mogelijk worden vastgehouden om het land voldoende nat te houden. Daarom worden overal waar mogelijk wetlands, draslanden, moerassen en meren aangelegd of in oude staat hersteld. Ook worden de oude waterlopen zoveel mogelijk hersteld, opdat ze weer meanderen en het aanliggende gebied voldoende nat houden. Ook de natuur en de recratiewaarden van deze gebieden wordt daarmee vergroot.

- Bevers
Bevers zijn waterdieren die vooral voorkomen in waterrijke gebieden als traag stromende rivieren en beken en in meren en moerassen. Groot Veenland beschikt in ruime mate over deze voorwaarden. Het gebied zal dus in ruime mate zijn bewond door bevers. Bepaalde locaties in Groot Veenland herinneren daar nog. Zoals Bevervoorde en Beverdam in Rectum in Wierden (Twente) en Beverbeek en Bevermeer bij Angerlo bij Doesburg, dat oorspronkelijk Angelre heet naar de Angelen die zich daar in het verre verleden hebben gevestigd. In het gebied tussen de Eems en de Elbe in NW Duitsland leven rond 400 nC zeker bevers, gezien een bevertand uit die tijd gevonden in Zweeloo (Drente) Door de beverjacht zijn de laatste bevers in Nederland rond 1825 uitgestorven. Bevers werden bejaagd om hun huiden en het zgn bevergeil, een substantie die heilzaam zou werken. Beverhuiden waren goud waard. In het verleden worden ze namelijk gebruikt als leer voor schoenen, kleding en gereedschap. Bevertanden worden tot in de 18e eeuw gebruikt als sierraad. Beverjacht is daarom sinds oude tijden een zeer lucratieve bron van inkomsten.
** Beverdam, Bevervoorde, Beverbeek, Bevermeer, Zweeloo, Beverjacht, Bevertanden

- Angelen
Het is opmerkelijk dat de Angelen zich sinds circa 400 vC in vrij grote aantallen verspreiden in Groot Veenland en zich er duurzaam vestigen. Sinds 775 nC komen ook Saxen uit Oost Duitsland zich geleidelijk in dit gebied vestigen. Na de massamigratie van Angelen en Saxen vanaf het Continent naar Engeland, neemt de invloed van de Saxen in Groot Veenland steeds meer toe. Zodanig dat anno 2009 NO Nederland als Saxisch gebied wordt beschouwd. Dit wordt mogelijk veroorzaakt doordat er relatief meer Angelen migreren dan Saxen. Het totale Anglische gebied in Brittannia omvat namelijk Noord + Midden + Zuidwest Engeland, terwijl het Saxisch gebied alleen Zuidoost en een deel van Zuid Engeland omvat. Door het relatief grote vertrek van Angelen krijgen de Saxen zodoende in de loop der eeuwen geleidelijk steeds meer de overhand in Groot Veenland. Daarmee is echter niet gezegd dat alle Angelen uit het gebied zijn verdwenen. Er zullen zeker zeer velen zijn gebleven. Door de geringe verschillen in taal en cultuur tussen Angelen en Saxen, zal de integratie vrijwel vlekkeloos zijn verlopen. Zodoende ontstaat er sinds 775 nC geleidelijk een zekere Angel-Saxische eenheid in Groot Veenland. (> Angel-Saxen)

Na de immigratie van Saxen in Groot Veenland en het relatief grote aantal Angelen dat migreert naar Brittannia, blijven in Groot Veenland nog vele locaties bestaan die herinneren aan de Angelen, die zich er ooit vestigden. O.a. Beltrum, Enghuizen, Engeland in Hardenberg, Engelland in Dalfsen, Engeland in Beekbergen en Angerlo bij Doesburg, dat oorspronkelijk Angelrode heet. (> Angelsites) Maar ook de locaties Pasop bij Midwolde bij Leek, Laren bij Lochem en Dale bij Aalten wijzen op Anglische nederzettingen. (> Pasop) Anno 2009 zijn helaas verder nog geen tastbare bewijzen gevonden van de aanwezigheid van Angelen in Groot Veenland. Met uitzondering van een bevertand in Zweeloo, die mogelijk circa 400 nC is gekocht van een Anglische beverjager in het gebied tussen de Eems en de Elbe. De Angelen zijn namelijk vrij zeker grote beverjagers geweest.
** Mega Angeln, Angologie, Angelsites, Zweelo, Beverjacht, Bevertanden, ing/ink, Sporenlijst, Regiokeuze, Veendijken
# FRI, DAB, KBG

 
H::

HAA:
Betreft Historie op Continent Achtergebleven Angelen sinds circa 500nC
¶ Opvallend is dat na de massamigratie van Angelen naar Britannia in 450-500nC de Angelen op het Continent niet of nauwelijks meer worden genoemd in historische documenten. Een uitzondering is Thuringen, waar in 800nC Karel de Grote de Lex Anglorum et Werinorum hoc est Thuringorum invoerd. Maar uit dat gebied zijn vrijwel zeker nauwelijks Angelen gemigreerd naar Brittannia in 450-500nC.
¶ Saxen en Friezen worden sinds circa 500nC juist steeds vaker wel genoemd op het Continent. Toch blijkt uit diverse feiten dat er in vele oude Anglische homelands op het Continent na 500vC nog steeds Angelen aanwezig moeten zijn. (> CFO)
¶ Het niet of nauwelijks nog genoemd worden van de Angelen op het Continent sinds circa 500nC, is mogelijk veroorzaakt door:
- de massamigratie van Angelen naar Brittannia, waardoor op het Continent de achtergebleven Angelen relatief een minderheid zijn geworden
- de achtergebleven Angelen meer actief waren in landbouw, veeteelt, visserij en jacht en bijgevolg op het platteland wonen
- de Saxen meer actief waren als ambachtslieden en zich daarom meer vestigden in locaties met grotere populaties, zoals steden
- de steden steeds meer macht krijgen ten opzichte van het platteland en bijgevolg de Saxen steeds meer invloed hebben
- de achtergebleven Angelen steeds meer opgingen in de Saxen en Friezen
- de achtergebleven Angelen door hun assimilatie in de Saxen en Friezen steeds meer hun eigen identiteit verliezen en uiteindelijk helemaal opgaan in hun nieuwe wereld.
¶ Afhankelijk van de nieuwkomers in historisch Anglische gebieden, zullen de achtergebleven Angelen assimileren met Saxen of Friezen. Het aantal achtergebleven Angelen en het aantal Nieuwkomers zullen het resultaat van de assimilatie sterk bepalen. Hoe meer Nieuwkomers, hoe minder overblijft van de oorspronkelijke Anglische cultuur. Daarnaast zullen de cultuurverschillen tussen Angelen en Nieuwkomers ook effect hebben op het resultaat. Mogelijk zijn de cultruurverschillen tussen Angelen en Friezen geringer dan tussen Angelen en Saxen. Echter, het overgrote deel van de Nieuwkomers bestaat uit Saxen.
¶ Per saldo zijn de volgende resultaten te onderkennen:
1. Angelen + Friezen: Weinig Nieuwkomers + geringe verschillen. Friezen vestigen zich primair langs de kusten. >> marginale veranderingen // vb Noordzeekust Groningen
2. Angelen + veel Saxen: Veel Nieuwkomers + iets grotere verschillen. Angelen wonen voornamelijk op het platteland en kleine gehuchten. Saxen vestigen zich voornamelijk in grotere locaties w.o. steden. >> grotere verschillen + langdurige aanpassingen // vb GroningenStad/Saxen + Ommelanden/Angelen+Friezen
3. Angelen + weinig Saxen: Weinig Nieuwkomers. >> Weinig verandering. Saxen gaan helemaal op in de regionale Anglische cultuur. // vb Liemers + Veluwe

Haaksbergen:
Stad in Twente. Mogelijk oorspronkelijk Anglisch gebied. In Yorkshire (Engeland) ligt namelijk de plaats Haxby, dat oorspronkelijk een nederzetting kan zijn van Angelen afkomstig uit Haaksbergen. (> Twins) Yorkshire is immers in 450-500nC voornamelijk bevolkt door Angelen afkomstig van NW Offaland. (> Offaland)
¶ In het buitengebied van Haaksbergen liggen de landgoeden Groot Snakenborg en Klein Snakenborg, genoemd naar veldnamen aldaar. De naam Snakenborg is afgeleid van het exclusief Anglische snaca (= snake, ringslang). Genoemde veldnamen sterken derhalve de these dat Haaksbergen oorspronkelijk Anglisch gebied is. Ook het feit dat aangrenzend Hengevelde vrij zeker oorspronkelijk Anglisch gebied is, sterkt de these.
** Hengevelde, Migratiestromen
# FRI, Krt Waterschap Regge & Dinkel 2010, Jos Snakenborg 25.4.2010, DAB, KBG

 

Hagal:
Hagal is een oud Germaans teken voor Harmonie, Heil en Geluk. Later is ze opgenomen in de futhark, het Germaanse alfabet. Het teken is een combinatie van de tekens Gebo (X) en Isa (I). Gebo staat voor de letter G en Isa voor de letter I.
 
Opmerkelijk is dat Jezus (de Heiland) in oude geschriften ook Isa wordt genoemd. In de Jonge Futhark (runen alfabet) en in de Armanen Futhark is Hagal het 7e teken en staat daar voor geestelijk leiderschap, bescherming en harmonie en voor de letter H. Het getal 7 staat ook voor de zon en goddelijke kracht.

Hagal is vaak ook te zien als muuranker op oude panden in NO Nederland. Niet alleen huizen maar soms ook kerken. Mogelijk bedoeld als bescherming tegen het kwade.

De letter H staat in feite ook voor Horus, de Egyptische god en symbool van al het Goede. Hij is de zoon van oppergod Osiris en Isis. Horus wordt steeds bedreigd door Seth, de belichaaming van al het Kwade. Seth is er steeds op uit om Horus te achtervolgen en te vernietigen. Soms lukt het hem Horus te doden en in stukken te snijden. Maar telkens weer herrijst Horus uit het dodenrijk. (> Horus)

Hagal vinden we terug als Christelijk symbool Xsi bestaande uit een X met een I horizontaal erdoorheen. Het lijkt veel op het Christusmonogram: een X met een P erdoor. Xristus Pontifex Maximus. Ofwel: Christus de grote bruggenbouwer. Een variante vorm voor het Christusmonogram is de vereenvoudigde vorm: een X met verticaal een I erdoorheen. De X voor Chrestos en de I voor Iesous. Ofwel: het symbool voor de stervende en herrijzende Christus.

Hagal is ook een uitbeelding van de regeneratieve kracht in de kosmos en het proces van leven, sterven en herrijzen. Zoals de feniks die uit zijn eigen as herrijst. Of de herijzenis van Jezus aan het kruis. De X is dan het symbool van de vernietigende kracht en de I van de ziel die uit de eigen as opstijgt naar een nieuw leven. Anno 2009 vinden we Hagal nog terug op een kerstboom in het buitengebied van Gorssel. Als zodanig verbeeldt het de geboorte van Jezus, ofwel de wedergeboorte van het Licht.
 

Kazachstan kent twee alfabetten: het Kazachse Cyrillische Alfabet en het Kazachse Arabische Alfabet. In de Cyrillische vorm is de Hagal qua vorm de 10e letter genaamd Dzjim. In transcripties wordt Dzjim weergegeven door de Latijnse letter J.
 
In de wat langerekte vorm vinden we Dzjim terug als de zgn Donderbezem op oude panden in NO Nederland als bescherming tegen de woede van de god Donar, de West Germaanse god van de donder, de vruchtbaarheid, het huwelijk en de doden. Ook genaamd: Thunar, Thunor, Thonar, Thor. Donar is tevens de god van simpele kracht. De donderbezem lijkt qua vorm op een combinatie van de Germaanse Hagal en het Christelijke Kruis.
 

Naar gewoonte draagt Donar altijd een hamer, die Mjolnir heet. Als hij daarmee gooit, bliksemt het. Ook wekt hij daarmee geiten weer tot leven, nadat hij ze heeft opgegeten, wat duidt op regeneratieve kracht.

Per saldo geldt het Hagal dus als een kosmisch symbool voor de eeuwige cyclus van leven, sterven en herrijzen. Maar tegelijkertijd ook als symbool van de goede krachten in de wereld, die weliswaar sterfelijk zijn, maar uiteindelijk steeds weer zullen herrijzen. Een teken dus van geloof en hoop.
** Futhark, Joefeest, Horus, Dzjim

Haithabu:
Alias Haitabu. Oude stad in Angeln. Betekenis: Heideburg. Deens: Hedeby. De naam Haithabu is geschreven op de zgn Eriksteen, een runensteen uit circa 950 nC. Deze steen is gevonden in 1796 aan de Kruisweg bij Wedelspang tussen twee grafheuvels gelegen tussen Busdorf en Selk in Angeln. De steen bevindt zich anno 2007 in slot Gottorp in Noord Angeln. Op de steen staat in runentekens de volgende tekst (transcriptie):

thurlf risthi stin thensi himthigi svins eftir erik filaga sin las uarth tauthr the trekiar satu um haithabu ian han was sturi matr tregr hartha kuthr

Vertaling:

Thorulf, de vazal van Sven, richtte deze steen op voor zijn metgezel Erik die de dood vond toen de krijgslieden Haithabu belegerden en hij was stuurman (leider), een welgeboren krijger.

Volgens bron RUD/1 is Haithabu een oud Zweeds handelscentrum, genaamd Haddeby Noor. De stad is gelegen aan een inham van rivier de Schlei, ten zuiden van de stad Selswig. De stad is omgeven door een halfronde, hoge aarden wal. Anno 2007 is deze wal nog intact.

In 965 nC brengt Ibrahim Al Tartushi een bezoek aan Haithabu. Hij schrijft dat de stad bekend is van Ysland tot Bagdad. Ibrahim is een Joodse Arabier uit Cordoba in Spanje. Bron WKP (25.11.07) citeert hem:

Haithabu is een zeer grote stad aan het uiterste eind van de wereld oceaan... De bewoners aanbidden Sirius [de Hondster, de helderste ster aan de hemel], behalve de Christelijke minderheid die een kerk heeft... Wie een offerdier slacht, zet palen op bij de deur van zijn tuin en spiest het dier daarop, of het nu is een rund, een ram, een bok of een varken, opdat zijn buren weten dat hij een offer brengt ter ere van zijn god. De stad is arm in goederen en rijken. Mensen eten voornamelijk vis die in overvloed voorkomt. Babies worden in zee gegooid uit economische redenen. Het recht op echtscheiding berust bij de vrouwen... Kunstmatig oog-make-up is ook een biezonderheid. Als ze dat doen, verdwijnt hun schoonheid nooit. Het is inderdaad groot in mannen en vrouwen. Verder, nooit heb ik slechter horen zingen dan van deze mensen. Het is een grommen dat uit hun kelen opwelt, gelijk dat van een hond, maar dan nog meer beestachtig.

Het is de vraag of Ibrahim een getrouw beeld van de werkelijkheid geeft. Nergens wordt gewag gemaakt dat Sirius een god van de Angelen is. Gezien de rest van zijn verhaal lijkt hij meer de spot te willen drijven met de Angelen en daarmee zijn minachting voor hen uit te drukken. Het heeft er veel van weg dat Ibrahim erg bevooroordeeld neerkijkt op de Angelen. Honden worden in zijn cultuur als onreine dieren beschouwd. De oude Egyptenaren en Grieken vereren daarentegen de hond als een symbool van trouw. In de Griekse mythologie doodt Artemis haar geliefde Orion, nadat zij was misleid door haar broer Apollo. Artemis is zo bedroefd dat ze Orion aan de hemel zet met zijn trouwe hond Sirius ernaast, zodat ze hem kon blijven zien. Bij de Germanen gold zowel de hond als diens voorvader de wolf als een symbool van moed en trouw. Ook anno 2007 zijn massa mensen in de wereld die veel liefde en bewondering hebben voor honden of wolven. De denigrerende opmerkingen van Ibrahim hebben mogelijk te maken met zijn eigen Joodse geloof. Zijn verwondering over de rechten van de Anglische vrouwen lijkt daarop te wijzen. In het Oude Testament hebben vrouwen immers nauwelijks rechten en mag de man zijn vrouw verstoten en rechteloos verjagen of zelfs laten doodstenigen. In dat licht lijkt ook Ibrahims opmerking over het in zee dumpen van babies te passen. Mogelijk heeft zich tijdens zijn verblijf in Sleswig iets dergelijks voorgedaan en schrijft Ibrahim dit toe aan een algemeen gebruik.

Haithabu moet al ver vóór de 10e eeuw zijn ontstaan, gezien de vermelding op de Eriksteen van circa 950 en die van Ibrahim Al Tarthusi in 965. De stad kan immers niet ineens zo noemenswaardig groot zijn geworden. Het lijk zelfs aannemelijk dat Haithabu al bestaat in de tijd van Ingwi. Dus rond 665 vC. Ingwi vaart dan immers met zijn boot van Kopenhagen naar het zuiden en zet voet aan wal in een land dat later naar hem de naam Angeln krijgt. De mond van de brede rivier de Schlei lijkt daarvoor een ideale plek. Aangezien hij niet kan terugkeren naar Kopenhagen wegens de staatsgreep door zijn broer Skjöld, zal Ingwi toch zeker kiezen voor een locatie waar hij en zijn nazaten goede bestaansmogelijkheden hebben. De brede monding van de Schlei heeft dat zeker te bieden. Angelen wonen in de 1e eeuw nC inderdaad aan beide oevers van de Schlei. Genoemde veronderstellingen lijken dus redelijk.

Haithabu is een met zand omwalde vesting gelegen aan de zuidzijde van de monding van de Schlei bij Sleswig. Gezien deze sterke vesting is dit mogelijk de plaats waar Ingwi rond 665 land en een burcht bouwt. In de 8e eeuw wordt Haithabu een centraal uitvalbasis van de Vikings. In 1050 wordt Haithabu verwoest door koning Harold van Noorwegen. In 1066 maakt een Slavisch leger uit Polen de stad definitief met de grond gelijk. De overlevenden vluchten naar Sleswig, aan de overkant van de Schlei. Vreemd genoeg eindigt in 1066 ook het tijdperk van de Vikings. Aangezien Haithabu een belangrijke uitvalbasis van de Vikings is, lijkt de verwoesting wel te maken hebben met de terreur van de Vikings. Haithabu moet dan wel de belangrijkste basis van hen zijn geweest. (> Vikings)

Haithabu wordt na 1066 samengevoegd met Sleswig en weer opgebouwd. Als zodanig is Haithabu feitelijk de oudste locatie van Angeln. Gezien de omwalde vesting is dat zeer reëel. Het kan haast niet anders dat dat Ingwi daar voet aan wal zet en een burcht bouwt, waaruit de omwalde vesting is gegroeid.
# RUD/1

Hambroek:
Oud veengebied langs de Berkel bij Borculo. De naam is afgeleid van Anglisch ham (heem, woonoord, huis) + broc (broek = drasland, natte veengrond). Gezien de historische migratiestromen zullen de Angelen zich daar rond 200vC hebben gesetteld. In Hambroek liggen anno 2010 nog twee grote plassen, die worden gebruikt als zwemwater. Ze zijn ontstaan door turfafgraving in afgelopen eeuwen.
** Angelsites
# FRI, KBG

Handel:
Wodan is de oppergod van de Angelen en andere West Germanen. Zijn naam leeft voort in Woensdag, Oud Engels (Anglisch): Wodenes-daeg. Deze dag heet bij de Romeinen 'dies mercurii', de dag van Mercurius, de god van de handel en winst, equivalent met de Griekse god Hermes. In het tijdperk van de Romeinse Keizers is de vereering van Mercurius wijd verbreid onder de Kelten en Germanen. Dat zo zijnde, kan men veronderstellen dat de Angelen ook handel drijven. Zeker in de Romeinse Tijd. Havenstad Haithabu (later Sleswig genaamd) zal daarin dan een belangrijke rol kunnen spelen. De kans dat de Angelen in die tijd inderdaad ook handel drijven, lijkt zeer reëel gezien de beverjacht, waarin de Angelen kennelijk zeer actief zijn. (> Beverjacht) De beverjacht levert o.a. bevervellen op, die goud waard zijn. De handel in bevervellen is tot in de 19e eeuw zeer lucratief. (> Bevervel) Beverhuiden werden vooral gebruikt voor kleding en schoenen.

- Kreta
In 2000-12 vC heeft Zweden handelsrelaties met Kreta en via dat land mogelijk ook met Egypte. Kreta is een Grieks eiland in de Middelandse Zee. In de 16e-15e eeuw vC is in Kato Zakro op Oost Kreta een paleis gebouwd. Daar ligt de belangrijkste vlootbasis van Minoïsch Kreta. Het is een centrum voor handel met Egypte en het Nabij Oosten. Men kan stellen dat als er contacten zijn tussen Zweden en Kreta, dat er dan ook zeker contacten kunnen zijn tussen Angeln en Kreta. Angeln en Zweden liggen nagenoeg even ver van Kreta en zijn dus beide even makkelijk of moeilijk te bereiken. In die tijd zal de normale verbinding wel per boot zijn. Bovendien is Haithabu in Angeln toch al heel vroeg een belangrijke havenstad. In ieder geval brengt Ibrahim Al Tartushi in 965 nC een bezoek aan Haithabu. Hij schrijft dat de stad bekend is van Ysland tot Bagdad. Ibrahim is een Arabier uit Cordoba in Spanje. Bron WKP (25.11.07) citeert hem:

Haithabu is een zeer grote stad aan het uiterste eind van de wereldoceaan... De bewoners aanbidden Sirius [de Hondster], behalve de Christelijke minderheid die een kerk heeft...

Haithabu zal rond 965 nC zeker niet in korte tijd een grote stad zijn geworden. Dat zal zeker vele decennia, zo niet eeuwen hebben geduurt. Vrij zeker ligt het geboortejaar van de stad rond 665 vC, als de Anglische koning Ingwi zich er vestigt met zijn gevolg. Hij bouwt daar een burcht met de naam Haithabu, wat Heideburg betekent.

- Futhark
De Futhark is een Oud Germaans alfabet met eigen tekens. Volgens deskundigen zijn diverse tekens mogelijk via Kreta in Noord Europa beland. Zij baseren zich daarbij op duidelijke gelijkenissen van de tekens (runen). De Anglische Futhark is een variant van andere Noord Europese futharks. (> Futhark) Mogelijk is de Noorse Futhark de oudste. Gezien de contacten tussen Noord Europa en de Mediterrane landen is zulks dus zeker niet onmogelijk. Handel is naast een economische uitwisseling ook vaak een bron van uitwisseling van meer immateriële zaken. O.a. van ideëen, kunstvormen en schrift.

- Egypte
Via Kreta zijn er mogelijk ook contacten met Egypte. Een argument daarvoor is de vondst op het eiland Amrum in NW Duitsland van een brokstuk van een wetsteen (scepter) met de inscriptie thunn. Volgens deskundigen gaat het mogelijk om de roepnaam Authunn. Deze bizondere vondst roept de vraag op of het hier gaat om de Egyptische zonnegod Aton. Temeer daar het om een scepter gaat die in de oudheid in Europa nauwelijks gebruikt lijkt. E.e.a. is niet ondenkbaar, aangezien NW Europa al heel vroeg contacten heeft met de Mediterrane landen. Een ander argument voor mogelijke contacten met Egypte zijn de kleuren geel en blauw, die zo opvallend voorkomen:
- in de regalia van de Egyptische farao's: kap en staf (geel-blauw gestreept)
- op de zeilen van de Viking longboats (geel-blauw gestreept)
- in de heraldiek van de Angelen en Zweden
Elders komt deze typische kleurcombinatie nauwelijks voor.
** Wodan, Beverjacht, Bevervel, Haithabu, Ingwi, Wetsteen, Egypte, Zonnering, Futhark, Anglische Mark
# WP, KBG

 
Harderwijk:
Oorspronkelijk Harderwyck. Stad op de Veluwe. De naam betekent waarschijnlijk schuilplaats van herders. Op kaart KGH (1593) staat de locatie inderdaad geschreven als Herderwyc. Ook in Noord Holland ligt een plaats met de naam Harderwijk. Naar zeggen heeft die locatie de naam gekregen van settlers uit Harderwijk op de Veluwe.

In Engeland komt de naam voor als:
- Hardwick (12x): in Oxfordshire (2x), Buckinghamshire, Cambridgeshire, County Durham, Linconlnshire, Norfolk, Northamptonshire, Yorkshire (2x), Nottinghamshire en Bedfordshire.
- Hardwicke (3x): in Glouchestershire en Herfordshire.

De genoemde shires in Engeland liggen in gebieden die oorspronkelijk overwegend zijn bewoond door Angelen. E.e.a. kan betekenen dat de naam is meegenomen vanuit Harderwijk op de Veluwe ten tijde van de massamigratie van Angelen en Saxen naar Engeland in 400-650 nC. Aangezien de Saxen zich pas circa 775 nC in Noordoost Nederland settelen vanuit Noordwest Duitsland, zal de Veluwe vóór 400 nC kennelijk bewoont zijn door Angelen. Ze zullen zich dan waarschijnlijk enige eeuwen daarvoor aldaar gevestigd hebben vanuit Olfrisia.

Buiten Engeland komt de naam Harderwijk voor als Hardwick in de USA 6x: in Georgia (2x), Massachusetts, Minnesota, Vermont en New Jersey. In Canada als Hardwicke in New Brunswick. De bewoners van die landen komen oorspronkelijk overwegend uit Engeland. E.e.a. toont aan hoe plaatsnamen worden meegenomen bij migratie naar andere gebieden.
** Olfrisia, Migratiepatronen
# WKP 8.7.09, DAB, KBG

Hardinga:
Een Oud Engels runengedicht vertelt over Ing:

Ing waes aerest mid Eastdenum
gesewen secgum, od he siddan east
ofer waeg gewat. Waen aefter ran.
Thus Heardingas thone haele nemdon.
ofwel
Ing was eerste onder de Oost-Denen
zo gezien en gezegd, tot hij oostwaarts ging
over zee. Zijn wagen reed achter hem.
Aldus noemden Hardinga's die held.

Volgens deze tekst woont Ing in Oost Denemarken en vertrekt hij naar het oosten. Echter, tot circa 1800nC geldt: oost = oost of zuid (> Windrichtingen) Dat klopt beter met de feiten. Immers, daar Oost-Denemarken voornamelijk bestaat uit het eiland Sjaeland (Seeland) moet Ing (Ingwi) daar hebben gewoond. Mogelijk in Leire, de zetel van de Deense koningen. Daar woont immers ruim 1/3 van alle Denen. Als Ingwi inderdaad de oervader van de Angelen is, dan moet hij dus naar het zuidwesten zijn gevaren. Daar immers ligt Angeln, het land der Angelen. (> Angeln) De vraag is nu: wie of wat zijn de Hardinga's, waarover het runengedicht gaat? De naam vinden we vooralsnog alleen terug in:
- Hardinga: familienaam in Nederland en Amerika
- Johannes Hardingh, genoemd 30.9.1655 in buurt Cranenburch te Leiden
- Henry Hardinge, 1785-1856, viscount, Wrotham, gouverneur van Brits India
- Warren Gamaliel Harding, 1865-1923, Ohio, Amerikaans staatsman, etc.
- Sir John Harding, gb 1896, Sommerset, Brits veldmaarschalk, etc.
- Hardinxveld: stad in Zuid Holland
- Hardingen: dorp circa 4 Km ZW van Neuenhaus richting Ootmarsum
- Hardenberg: stad in NO Overijssel
- Hardenberg: gehucht in Reiderland, Groningen
- Hardenberg: adellijk huis in Westfalen, nabij Genderingen in de Liemers
- Hardega: familinaam in Nederland, mogelijk afgeleid van Hardinga

Het enige wat enigermate vooralsnog significant lijkt, is dat de Hardinga's een volkstam zijn of mensen die in een regio wonen met de naam Haerdinga of beide. Dus een volkstam wonend in de regio Heardinga, dat ergens ligt ten zuiden van Oost Denemarken. Gezien de locaties Hardingen en Hardenberg zou Heardinga een streek kunnen zijn in Groot Veenland ergens tussen Reiderland en Twente. Die streek ligt zowat in het hart van Mega Angeln, een groot gebied waar veel Angelen wonen. Gezien de betekenis van het runengedicht zou Ingwi dus daar kunnen zijn beland. Maar waarom daar en waarom is hij een held voor de Hardinga's? Op grond van de feiten en thesen lijkt het dat Heardinga een Anglisch gebied is in centraal Mega Angeln waar de herinnering aan Ingwi nog voortleeft in overleveringen. Deze overlevering moet dan zijn meegenomen naar Engeland door mensen
 
afkomstig uit Heardinga. In Engeland is de overlevering dan in versvorm geschreven op een runensteen door een Angel, die zijn verre roots heeft in Heardinga op het Continent. Temeer daar de tocht van Ingwi naar het zuiden plaats vindt circa 10 eeuwen voordat de Angelen migreren naar Engeland. Aangezien de runen in Engeland voornamelijk dateren uit de periode 900-1100, zal het gedicht waarschijnlijk rond 1000 nC zijn geschreven. De chronologie ziet er dan als volgt uit:

-665VC --- Ingwi settelt in Angeln
-250VC --- Angelen vestigen zich in Hardinga
-450NC --- Angelen uit Hardinga naar Brittannia
1000NC --- gedicht op runensteen gekrast

Als de dichter rond 1000 nC het gedicht op de runensteen krast, is de overlevering inmiddels circa 1550 jaar oud.

Analoog aan Nottingham in Midden Engeland, kan de naam Hardinga zijn afgeleid van Hardi (sterk; naam van een stamleider) + inga (volk van). Oud Engels: hard = heard. (COD) > Hardinga = volk van Hardi (= de Sterke). Hardy is ook een plaatsnaam in Zuid Engeland, circa 3 Km ZO van Dorcester. Daar staat o.a. het Hardy Monument. Verder is Hardy ook een persoonsnaam. Aangezien de uitgang -inga nagenoeg uitsluitend is te vinden in Anglische en Friese regio's, moetten de Hardinga's vrijwel zeker een Anglisch stam zijn. Dit stemt overeen met het feit dat omliggende gebieden vrijwel zeker overwegend Anglisch zijn in de periode 400vC-775nC. Opmerkelijk is dat in dit gebied een streek ligt, genaamd Balderhaar, gelegen tussen Kloosterhaar en Hardenberg in NO Overijssel. Balderhaar is genoemd naar de god Balder, die werd vereerd door de Germanen in Scandinavië, waartoe ook de Angelen oorspronkelijk behoren.
** Ingwi, Balder, Groot Veenland, Nottingham, Mega Angeln

Harper:
Buurtschap in het buitengebied van Neede, gelegen aan de Harpersweg. Vrij zeker een Anglisch gebied. De naam komt ook voor als familienaam in Engeland. Bovendien zijn er meer links tussen Neede en Engeland.
** Neede

Hasserum/Cuyk:
Regio aan de Maas bij Cuyk. Vrijwel zeker al bewoond door Angelen vóór 400 nC.
** Afferden/Maas

Hasten:
Naar zeggen een onderstam van de Saxen. Ze wonen nabij de Lüneburger Heide in Noord Duitsland. Rond 450nC migreren ze naar Engeland, via Kranenburg Stade in Noord Duitsland, waar ze de rivier Oste oversteken en naar de Noordzeekust trekken. Vandaar varen ze naar Zuid Engeland, waar ze de stad Hastings stichten.
Mogelijk zijn de Hasten feitelijk een Anglische stam. Hun naam kan namelijk zijn afgeleid van het Latijn Hasta = lans, speer, het kenmerkende wapen van de Angelen itt de Saxen, die de saexe (= kort zwaard) als wapen dragen.
** Kranenburg Stade, Angon, Saxen

Haugh:
OA: haugh; OZ: hög; MN: hoogte; Duits: Höhe. Vele plaatsnamen in NO Yorkshire eindigen op -haug. O.a. Greenhaugh en Stonehaugh. In Noord Duitsland zijn enige plaatsen die eindigen met Höhe. O.a. Leopoldshöhe, Westfalen.
** Inglinge Hög
# DVB, FRI

Have:
Anglisch: have, haeve = hoeve, hof; OS: hôva; MN: hoeve, hof, havezate.
Have komt voor o.a. als familienaam in Ten Have en Van der Have en als Haeve. Voornamelijk in NO Nederland en Midden Neerland. De vorm Haeve komt voornamelijk voor in het grensgebied van Noord Brabant en Limburg. Gezien het spreidingsgebied lijkt de naam afkomstig uit de regio Steenwijk-Steenwijkerwold met Havelte als mogelijk epicentrum. Bekend zijn:
- Nicolaas ten Have (1604-1650) in Zwolle. Hij was kaartmaker en is bekend om zijn atlas: Weghwyser door de Provintie van Overyssel (1643) met daarin een zeer fraaie kaart van Overijssel. Bron WGO noemt hem Nicolaus ten Haeve. Wapen: In zilver een wereldbol van azuur, omgord van goud, met drie gele anjers 1-2 geplaatst. De 1-2 plaatsing is typisch voor wapens van Anglische familienamen. (> H12E, H12F, H12K)
- Amy Groskamp-TenHave. Zij schrijft in 1940 een boekje over etiquette: Hoe hoort het eigenlijk? Het boekje poogt antwoord te geven op talrijke gewone, dagelijkse situaties waarmee mensen te maken krijgen. O.a. Aanspreken, Afscheid nemen, Avondjes geven, Bloemen geven, Boeken lenen, Cadeaux, Condoleance, etc.
** Aldenhaeve Zelhem, Engerhave, Havelte
# Meertens Instituut, DAB, KBG

Havelte:
Dorp op circa 5 Km oost van Steenwijk. Mogelijk is dit oorspronkelijk een Anglisch gebied, waar omstreeks 300vC Anglenen zijn komen wonen. De naam Havelte staat mogelijk voor het Anglisch: have (hoeve) + lytel (klein). Ofwel: Kleine Hoeve. Mogelijk het oudste centrum van Havelte.
** Have, Angelsites

Hedde:
Anglisch: heide. In Hengevelde/Haaksbergen liggen de velden Groot Hedde en Klein Hedde. De regio is van oudsher Anglisch. De Angelen hebben zich daar omtrent 200vC gesetteld vanuit Noord Twente. De naam Groot Hedde leeft nog voort in de familienaam Groothedde.
# FRI, DAB

Hedeby:
Deense naam voor Haithabu. Aangezien Angeln in 723-1920 onderdeel is van het hertogdom Sleswig, en dus van Denemarken, neemt de verdeensing van Angeln sterk toe. Daardoor is o.a. de naam Haithabu veranderd in Hedeby, wat overigens ook Heideburg betekent.
** Haithabu

Heggencultuur:
De Achterhoek kenmerkt zich o.a. door een oeroude heggencultuur. Veldranden worden in het verre verleden vaak beplant met doornstruiken om wilde dieren en kwaadwilligen te weren en het eigen erf en vee te beschermen. De heggen worden vaak op ingenieuse wijze in elkaar gevlochten. O.a. door takken in te kappen en horizontaal te buigen en in te vlechten, waardoor de heggen zo goed als ondoordringbaar worden.
 
De heggen worden circa 1.5 tot 2.0 meter hoog. Soms zelfs hoger. Dezelfde heggencultuur wordt al eeuwenlang toegepast in Zuid Engeland. Vooralsnog zijn geen andere regio's gevonden met dezelfde heggencultuur. Het is daarom vrij zeker dat de Angel-Saxische bevolking in Zuid Engeland z'n roots heeft in de Achterhoek. Aangezien de Achterhoek in de tijd van de massamigratie in 450-550nC van Angelen en Saxen naar Brittannia voornamelijk is bewoond door Angelen, is het welhaast zeker dat zich in Zuid Engeland naast Saxen ook vele Angelen hebben gevestigd, hetgeen door diverse bronnen wordt bevestigd.
¶ Anno 2010 is de heggencultuur nog steeds levend, zowel in IJsselland als in Zuid Engeland. In IJsselland zijn deze heggen te zien langs de hele IJssel, vooral in de uiterwaarden en direct achter de dijken. O.a. links langs de dijkweg van Doesburg naar Dieren en in de uiterwaarden bij Voorst, Wilp en Gorssel. Maar ook dieper in de Achterhoek, zoals in het buitengebied van Ruurlo, Zelhem en Geesteren.
¶ Aan de zuidkant van Doesburg ligt Angerlo, een stad die oorspronkelijk Angelre heet. De naam is afgeleid van Angel + rode en betekent derhalve het ontgonnen gebied (rode) waar Angelen wonen. De naam Angelre bevestigt dus dat de regio bij Doesburg oorspronkelijk een Anglische nederzetting is.
** Angerlo

Hellenisme:
** Pg Genline

Hemstede:
Buurt in Keyenborg, Achterhoek. De naam is afgeleid van Anglisch ham (hem) + stede. Mogelijk stond daar ooit een hoeve of havezate met die naam. De term stede wijst daar namelijk op. Ook is er een familienaam Hemstede. Mogelijk afkomstig van genoemde hoeve/havezathe. Zulks komt meer voor.

Hengelo:
Stad in Twente. De naam Hengelo is vrij zeker afgeleid van Angelo, zijnde een ontgonnen gebied (lo) bewoond door Angelen. De naam verandert in latere eeuwen in Hengelo mogelijk door toedoen van de Saxen, die zich daar na circa 750nC vestigen. Dat heeft te maken met het zgn H-gebruik (ZA).
¶ In Hengelo Noord lag een buurt met de naam Pentrop, vrijwel zeker gesticht door Angelen rond 250vC. De these dat Hengelo oorspronkelijk Angelo heet, lijkt hierdoor gesterkt.
¶ In de Achterhoek ligt eveneens een stad met de naam Hengelo. Deze locatie lijkt gesticht door settlers uit Hengelo Twente. Nabij Hengelo ligt namelijk een dorp met de naam Delden, overeenkomstig Delden bij Hengelo Twente, een locatie die in 1323 stadsrechten kreeg. Delden in Twente zal dus zeker al veel ouder zijn. Er is immers veel tijd nodig om de status van een stad te kunnen bereiken. De oorspronkelijke stichting zal dus zeker enige eeuwen eerder zijn geweest. De oude NH Kerk van Delden in Twente dateert van rond 1200nC. Delden kan dus zeker al zijn in rond 1000nC zijn bewoond.
¶ Gezien de migratie van Angelen vanuit Noord Duitsland naar het zuiden tot aan de Rijn en Waal, kan Hengelo in Twente al rond 250vC zijn bevolkt door Angelen. Ongeveer in de zelfde tijd als Enschede en Pentrop.
** Hengevelde, H-gebruik, Angelsites

Hengeveld:
Buurtschap in Sinderen tussen Varsseveld en Aalten in de Achterhoek, gelegen aan het eindpunt van de Hengeveldweg te Aalten richting Sinderen. Het gebied is vrij groot. Anno 2009 staan er 6 boerderijen. Ook staat er Herberg 't Hengeveld, een partycentrum met vele evenementen. De oudste vermelding van Hengeveld is Hanguvelt, dat gezien de oudste data van historische bronnen in NO Nederland getaxeerd kan worden op rond 800 nC op z'n vroegst. Deze naam moet een Saxische verbastering zijn van Angevelt, wat Angelveld betekent. In deze streek van de Achterhoek wonen namelijk al sinds circa 400 vC Angelen, afkomstig uit Angeln in NO Duitsland. (> Angelen, Mega Angelen) Zo is er de Pasopweg in Aalten, die circa 2.5 Km noordelijk van Hengeveld loopt. Vrij zeker moet daar een locatie (veld) zijn geweest met de naam Pasop, wat een typisch Anglische locatienaam is. (> Pasop) Verder is er circa 5 Km zuidoostelijk bij Gendringen de locatie Engbergen. Daar hebben vrij zeker ook Angelen gewoond, gezien de naam en de vondst in 1810 van een urn met as van een mens, daterend uit de Romeinse Tijd. Pas sinds 775 nC vestigen zich Saxen in NO Nederland. De Saxische taal kenmerkt zich door een specifiek H-Gebruik. Dwz: een H voor klinkers plaatsen waar die niet hoort en weglaten bij klinkers waar die wel hoort. De mutatiereeks is dus: Angivelt > Hanguvelt > Hengeveld. Gezien de vestiging van Angelen in nabijgelegen gebieden, hebben de Angelen zich mogelijk rond 200 vC in Hengeveld gevestigd.
¶ In Nederland komt de familienaam Angelveld voor en in Engeland Anglefield, zowel als locatienaam als familienaam. Voor Angelveld is vooralsnog in Nederland geen gelijknamige locatie gevonden. Dit kan betekenen dat de naam Angelveld afkomstig is van Hengeveld en daarmee de oorspronkelijke plaatsnaam bevestigen.
** Angelen, Mega Angeln, Pasop, H-Gebruik, Hengevelde, Englefield, Engbergen, Migratiewaarden, Migratiestromen, Angelsites, Angelveld
# FRI, DAB, KBG

Hengevelde Twente:
Dorp in Twente. De naam is vrij zeker een verbastering van Angelveld (Engelveld), ofwel het veld waar Angelen wonen. In Nederland komt de naam Angelveld voor, o.a. als familienaam. In Engeland komen zowel de namen Anglefield als Englefield voor als familienaam en locatienaam. De overgang van Angelveld naar Engevelde is vrij algemeen. De overgang van Engevelde naar Hengevelde heeft vrij zeker te maken met het H-gebruik in Saxische talen. (> H-gebruik) Aangezien Twente een Neder Saxisch taalgebied is, kan Hengevelde dus inderdaad zijn afgeleid van Angelveld. Temeer daar circa 300 vC Angelen zich vestigen in NO Nederland.
¶ In het buitengebied van Hengevelde liggen de locaties Groot Hedde en Luttik Hedde. Hedde is exclusief Anglisch voor heide. Luttik = exclusief Anglisch lytel (klein) + ic. Het Rosveld in Hengevelde is afgeleid van hros dat zowel Anglisch als Saxisch is voor paard. De naam van de locatie Snakenborg is afgeleid van het Anglisch snaca (ringslang; later snake). Deze locatienamen sterken derhalve de these dat Hengevelde oorspronkelijk Anglisch gebied is. Ook het feit dat er mogelijk Angelen zijn gemigreerd vanuit aangrenzend Haaksbergen naar Haxby in Yorkshire, sterkt de these. (> Twins) Yorkshire is immers in 450-500nC voornamelijk bevolkt door Angelen.
** Hengeveld, Englefield, Angel, Migratiestromen
# FRI, Krt Waterschap Regge & Dinkel 2010, DAB, KBG

Hengevelde Wijhe:
Alias Heugevelde. Dorp bij Wijhe in Overijssel. Gezien de alias Heugevelde is het vooralsnog niet zeker of Hengevelde de originele naam is met de betekenis: veld (gebied) waar Angelen wonen. Geheel onmogelijk lijkt dit niet. In Kent liggen de dorpen Wye, Appledore en Brookland, alle drie vlakbij de stad Ashford, een locatie die naamkundig Anglisch is. Ash = es + ford = voorde, doorwaadbare plaats in beek of rivier. Deze locaties lijken te corresponderen met Wijhe (krt KGH 1593: Wyhe), Apeldoorn en Broekland. Ze liggen tamelijk dicht bij elkaar en vlakbij de IJssel. Van dit gebied zijn in 450-550nC vrijwel zeker migraties geweest naar Zuid Engeland, gezien de overeenkomstige en exclusieve heggencultuur. Rond Wijhe hebben dus vrijwel zeker Angelen gewoond. Dat Hengevelde bij Wijhe de oorspronkelijke locatienaam is, lijkt dus zeer reël.
** Frod, Heggencultuur, KGH

Hengforden:
- gehucht bij Olst
- gehucht bij Diepenveen
De naam Hengforden betekent mogelijk: de voorde (doorwaadbare plaats) waar Angelen wonen. Heng is namelijk vrij zeker ontstaan uit Eng (Ang, Ange, Angel) dat onder Saxische invloed een zgn aangeblazen H kreeg.
** Ford, H-gebruik, Hengelo, Hengevelde

Heraldiek:
In Angeln zijn geel (goud) en blauw de meest voorkomende kleuren in de heraldiek. Blauw, geel (goud) en rood lijken de meest voorkomende kleuren in de Anglische heraldiek in Engeland. In 35% van de gemeentewapens van deze gebieden komt deze kleurcombinatie uitsluitend of soms hoofdzakelijk voor. Tegen slechts 19% in typisch Saxische regio's.

- strijdjas
In de eerste eeuwen na de massamigratie naar Brittannia dragen Anglische soldaten een 3/4 lange strijdjas in goudgeel, afgezet met een brede biesband in bruinrood. Daaronder dragen ze een beigewit linen broek.

- witte adelaar
In Engeland komt de adelaar als wapenelement weinig voor. Alleen in wapens mbt Mercia verschijnen ze al vrij vroeg en wel in wit. De witte adelaar komt aldaar heel in bizonder voor bij leden en nazaten van het koningshuis van Mercia. Namelijk: op een lichtgroen veld een witte adelaar, links gekeerd. O.a. bij het geslacht Lichfield. Mogelijk is Aeglesthrep (Adelaarsklif) in Noord
 
Yorkshire de oorspronkelijk zetel van de Anglische koningen van Mercia. Zij stammen af van de koningen van Angeln. Het lijkt daarom mogelijk dat de witte adelaar als heraldisch symbool afkomstig is van het oude koningshuis van Angeln. Het wapen is vrij zeker gebaseerd op een oude legende van de Anglische koningszoon Arnlev, die met twee kameraden vlucht voor aanvallen van Denen in Oost Angeln. Arnlev klimt op een gegeven moment in een boom om goed te kunnen zien waar de Denen zitten. Plotseling wordt hij aangevallen door een grote witte adelaar. Als Arnlev verder klimt, ziet hij een nest met drie jonge kuikens. Hij begrijpt meteen dat hij wordt aangevallen omdat de adelaar haar jonkies wil verdedigen. Dan gaat er een licht in hem op. Hij beseft dat hij niet moet vluchten voor de Denen, maar terug moet keren om zijn land te verdedigen. Zijn twee kameraden denken daar echter anders over en vluchten verder. Arnlev keert terug en is zo gemotiveerd dat hij met zijn landgenoten de Denen weet te verjagen. Gezien de historische feiten en thesen mbt Angeln kan e.e.a. zijn geschied rond het jaar 200 vC. Het afgebeelde wapenschild is een remake van een Anglisch wapenschild uit circa 800 nC. Op de helm van de Anglische koning Redwald (gst 625 nC), gevonden in Sutton Hoo in Suffolk, zijn krijgers afgebeeld met adelaarskoppen op hun helm. Kennelijk is de adelaar dus op grotere schaal in gebruik bij de Angelen.
** Angon, Adelaar, H12E, H12K, H3KF
# FRI, DAB, KBG

Herkomstgebieden:
Het is een interessante vraag uit welke continentale gebieden de Angelen in Brittania afkomstig zijn. Vele bronnen geven in groffe trekken aan: Angeln in noord en noordwest Duitsland. Op zich lijkt dit juist, maar voor meer inzicht is nadere preciesering zeer gewenst. Bron ASW (p 31) schrijft daarover:

The Saxons came from North Germany and Holland, from the area which was known in his [Beda] day as Old Saxony [Eald-Saexum], the Angles from the south of the Danish peninsula, from the area which is still called Angeln [North Germany], and the Jutes from Jutland. In other words, the Anglo-Saxons came from the western coastlands of Europe, from the area between the mouth of the Rhine and central Jutland.

Aangezien de Saxen ten tijde van de massamigratie naar Brittannia circa 400-500 nC vrijwel zeker voornamelijk wonen in noordoost Nederland en noordwest Duitsland, wonen in die tijd in het kustgebied tussen de Rijn en de Elbe ipso facto voornamelijk Angelen. Dit wordt o.a. bevestigd door locaties als Angerlo (= Angelrode) bij Doesburg in de Achterhoek en Engeland bij Beekbergen op de Veluwe. Maar de Angelen wonen in die tijd ook in noord Groningen en noordwest Duitsland, zoals uit diverse gegevens blijkt. (> Olfrisia, Mega Angeln) Denkbaar is verder dat er ook Angelen vanuit de regio Haaglanden naar Brittannia zijn gemigreerd. Immers, de klassieke chique Haagse ae-klanken doen sterk denken aan de Engelse ae-klanken. O.a. bij waar (where). Het is echter ook mogelijk dat die Haagse ae-klanken zijn overgenomen van Engelsen, die zich naar zeggen rond de 11e eeuw hebben gestteld in Scheveningen. Echter, in oude oorkonden staan ook veel woorden die nagenoeg ook Engels (Anglisch) zijn. Bijvoorbeeld after (achter), hold (houden), kay (kade), straet (straat), ende (en), up (op), old (oud), olderman (bestuurder), gebur (gebuir, buur), etc. Deze geschreven woorden doen vermoeden dat de overeenkomst toch verder teruggaat dan de 11e eeuw. Temeer daar ze ook elders voorkomen. O.a. in oude Groningse bronnen.

Een ander opmerkelijk feit is dat mensen uit Lincolnshire vaak worden aangezien voor Nederlanders. O.a. vanwege een wat harde en zakelijke geaardheid en navenante uitspraak van het Engels. Een deel van Lincolnshire heet ook Parts of Holland. (> Lincolnshire) Een verklaring voor e.e.a. kan zijn dat Oer Nederlanders uit het toenmalige gebied Mega Angeln rond 400 nC zijn gemigreerd naar Lincolnshire. De oorspronkelijke Germaanse bewoners van Lincolnshire zijn inderdaad ook Angelen, hetgeen een bevestiging kan zijn van het Nederlandse karakter van de bevolking van Lincolnshire. Immers, bron OCD maakt in haar etymologie bij de basic vocabulaire veelal primair een vergelijking met Nederlandse woorden. Dat lijkt dus te bevestigen dat het Oer Nederlands opmerkelijk dicht bij het Oer Engels moet staan c.q. dat een belangrijk deel van de massamigratie van het Continent naar Brittannia vanuit de Nederlanden is geschiedt. Aangezien noord Nederland vrij zeker in die tijd voornamelijk Anglisch gebied moet zijn geweest, lijken vele Oer Angelen in Engeland derhalve hun roots in de noordelijke Nederlanden te hebben. (> Mega Angeln)

Een ander belangrijk feit lijkt, dat de oudste gemeenschappelijke taal van de Angel-Saxen in Brittannia English wordt genoemd. Deze benaming blijkt aan te geven dat de Angelen met hun cultuur en taal in Brittannia in die tijd een dominante positie innemen. (> Lx: KTE) Het Oudste Engels moet dus een taal zijn, die overwegend Anglische woorden en gramatica moet hebben.

Aangezien het Anglisch kennelijk de basistaal is van het Oudste Engels
- en aangezien het Oudste Engels nauw verwant lijkt aan het (Oer) Nederlands
(> Oer Nederlands)
- en de Angel-Saxen afkomstig zijn uit het gebied tussen de Rijn en Denemarken
>> lijkt de conclusie gerechtvaardigd, dat het Anglisch in de herkomstgebieden van de Angel-Saxen op het Continent in de periode van de massamigratie naar Brittannia eveneens een dominante positie inneemt
- en aangezien het Anglisch mogelijk inderdaad een dominante positie inneemt in de Continentale herkomstgebieden van de Angel-Saxen in Brittannia
>> lijkt het waarschijnlijk dat de Angelen zelf in het gebied tussen de Rijn en Denemarken een dominante positie innemen.
(> Mega Angeln)

** Angelland, Migratiestromen, Olfrisia, Groot Angeln, Mega Angeln, Beda, Lx (KTE)
# ASW, FRI, DAB, KBG

Hessenwegen:
Oude zandwegen gaande van oost naar west in Overijssel, Gelderland en Utrecht. De naam is afkomstig van kooplieden uit Hessen, die van de Middeleeuwen tot in de 19e eeuw met vierspan huifkarren langs deze wegen trekken. De bekendste was die van Doesburg naar Zutphen, Deventer, over de Veluwe naar Utrecht. Vele van die wegen bestaan anno 2009 nog steeds. Vaak gebruikt als wandelwegen.
** Wegen
# WP, FRI

Heuvels:
Worden door de Germanen vaak gebruikt als locatie voor tempels, vergaderplaatsen en dingplaatsen. Bron RRA schrijft hierover:

English place-names evidence suggests that hills were very often used for heathen temples.
Voorbeelden in Nederland: de Dingelerberg in Markelo, de dingplaats van de Angelen in de regio, en de Herenhul (hul=hill), het hoogste deel van de Engelanderholt bij de regio Engeland te Beekbergen, een uitgestrekte heuvel waarop "Het Hoge Gericht" van de Veluwe werd gehouden. Verder in Suxwort, in het Anglische gebied Humsterland in NW Groningen. In het midden van dit terpdorp uit circa 400vC staat een NH Kerk. Voor de kerstening was het dorpsplein echter een dingplaats. Mogelijk heeft daar ook een Anglische tempel gestaan. Vele kerken uit de begintijd van de kerstening zijn namelijk gebouwd op plekken waar eerder Germaanse tempels stonden.
** Dingplaatsen, Engeland Beekbergen, Suxwort, Ith Hils (ding/offerplaats)
# RRA, drouwerveen.com 15.11.09, KBG

Hinduïsme:
** Pg Genline

Hollingstedt:
Dorp aan rivier de Treen in regio Ditmarschen in NW Angeln, ter hoogte van Kiel. Hollingstedt is de hoofdplaats van district Dithmarschen. Anno 2009 wonen er circa 1000 mensen. De oudste vermelding is Hollingstede (1329). De naam betekent in Oer Anglisch 'stad op de heuvel'. Andere bronnen suggereren 'oord bij het bos' of 'nederzetting van de mensen van Holdo'. Holdo zou dan een regionale machthebber zijn. Aangezien 'holling' kan zijn afgeleid van 'holt' lijkt de betekenis 'oord bij het bos' nogal plausibel.

Er zijn twee grafheuvels gevonden die dateren van circa 3000-1400vC Ook ligt er een oeroude zandkuil met de naam Hallith. Naar zeggen migreren vanuit Hollingstedt in 449 nC Angelen per boot naar Brittannia. (> Vortigern) Hollingstedt wordt verder genoemd in de Knytlings Saga uit de 13e eeuw.

De oude haven van Hollingstedt heeft vele archeologische vondsten opgeleverd, waaruit blijkt dat aan de Lahmenstraat in de Middeleeuwen schepen zijn gebouwd en gerepareerd. Ook is een locatie gevonden waar veel tufsteen uit het Rijnland was opgeslagen. Deze tufsteen is gebruikt voor de bouw van vele kerken in Noord Angeln. E.e.a. geeft aan dat Hollingstedt al vroeg contacten heeft met andere regio's in NW Europa.

In het centrum van Hollingstedt staat de St Nicolai Kerk (Ev.Luth.), gebouwd in de 12e eeuw. Waarschijnlijk stond er eerder een houten kerk. Verder staat er het Hollinghus, oorspronkelijk gebouwd in de 8e eeuw nC.

De schrijfwijze Hollingstede (1329) en Lahmenstraat doen vermoeden dat het Anglisch in deze contreien dicht bij de Nederlandse taal staat. E.e.a. is onder diverse andere items al eerder geconstateerd.
** Migratiestromen, Anglisch
# gubrun.de 8.6.09, hollingstedt.de 9.6.09, DAB, KBG

Holterhoek:
Regio bij Eibergen. De naam is afgeleid van Anglisch holt = hout, bos + hoc = hoek.
Holterhoek is dus oorspronkelijk een oude Anglische nederzetting. Gezien de historische migratiestromen zullen de Angelen zich daar circa 200vC hebben gesetteld. In de Holterhoek loopt de Kranenweg. Deze naam duidt ook op Anglische aanwezigheid. Kraan(vogel) is namelijk afgeleid van Anglisch cran.
** Kranenweg, Eibergen, Angelsites

Holtwick:
Dorp bij Bocholt in Westfalen. De naam is afgeleid van Anglisch holt = hout, bos + wic = wijk. Dus: Boswijk. De Angelen hebben zich daar circa 150vC gesetteld.
** Angelsites

Huizen::
Anglische huizen zijn tot circa 1000 nC overwegend van hout. De dragende palen staan in gaten. De wanden zijn opgetrokken met matten, gevlochten van wilgetakken (tenen), opgevuld met zgn watul, Anglisch voor een mengsel van klei, turf en mest. Door de turf en mest krijgen de muren een okergele kleur. Het dak is normaliter van riet, soms van houten shingles. De deurposten zijn vaak bruinzwart van kleur. Deuren zijn gemaakt van dikke planken, bijeengehouden met dwarsplanken en ijzeren spijkers. De dakranden zijn soms okergeel en/of bruinrood geschilderd.

Rechts: Het kerkje te Zelhem in de Achterhoek. Replica van het kerkje dat missionaris Ludger daar bouwt in 801nC. Het kerkje is zoals toen gebruikelijk feitelijk niet meer dan een normaal woonhuis in NO Nederland, waar in die tijd voornamelijk Angelen wonen. De Saxen vestigen zich er pas sinds 775nC geleidelijk vanaf hun woongebied in Pommeren. Het kerkje is dus nagenoeg zeker een voorbeeld van de Anglische bouwstijl uit die tijd. Deze stijl vinden we terug in dezelfde periode in Denemarken, grenzend aan Angeln.

 

Vaak hebben daken een nokkruis, bestaande uit twee gekruiste adelaars- of hondekoppen. De vloeren zijn van aangestampte aarde klei. Het huis bestaat normaliter uit één groot vertrek waar de bewoners samenkomen, koken, eten, praten en slapen. Het dak heeft oorspronkelijk alleen één groot gat voor de rook en ventilatie. Later komt de schoorsteen pas in gebruik. (foto © B.C. Kranenburg)

 

Ramen ontbreken vaak. Die komen pas heel laat in gebruik. Oorspronkelijk worden ze afgeschermd met dierenhuiden. Ook zijn er al vroeg op kleine schaal glasramen in gebruik. Later meer algemeen. Het erf is meestal omheind met een heg van gevlochten wilgetakken. In de tuinen scharrelen kippen en eenden, grazen geiten, schapen en koeien en worden perken gehouden met groenten, kruiden en bloemen. De tuin is primair bedoeld voor productie van voedsel voor eigen gebruik. Pas in later stadium ontstaan boerderijen die voedsel produceren voor zelfgebruik en verkoop. Oorspronkelijk is er op kleine schaal ook beperkte steenbouw. Vooral bij vloeren en de onderbouw van muren. Daarvoor wordt natuursteen gebruikt. Later ook tufsteen en sinds de 12e eeuw bakstenen, die dan op grote schaal in productie komen dankzij de turfwinning.

 

De bouwstijl uit de 8e eeuw van het huis in Zelhem vinden we terug in Engeland. Foto links toont een oud huis in de buurt van Powick ten zuiden van Worchester. Dit gebied wordt al in de 7e eeuw bewoond door de Hwicce, een Anglische stam, die waarschijnlijk afkomstig is uit de regio Wieken in De Liemers, Gelderland. Het huis dateert uit de 19e eeuw.
 

De bouwstijl uit het verre verleden is in deze tijd vaak nog goed te herkennen. Op foto rechts uit 1971 staat de voorgevel van een huis in Kappeln, Angeln. Dergelijke huizen zijn in Angeln nog steeds veel te zien.
 

** Tuin, Nokkruis, Architectuur, Honden

 

Humerki:
** Chauken

Humsterland:
Regio in NW Groningen, waar ooit Angelen hebben gewoond. Later vertrekken vele van hen naar Engeland. Humsterland omvat de dorpen Nyehove, Oldehove, Englum en Saaxum (Saxum). Hoofdstad is Nyehove (Niehove), dat oorspronkelijk Suxwort heet. De wierde (terp) van Nyehove wordt al sinds circa 300vC zonder onderbreking bewoond. Humsterland wordt al genoemd in 786nC als ene Gotrikus land schenkt aan de abdij van
 
Echternach aan de overkant van de Lauwers. Rond het jaar 800nC is het een der dichtsbevolkte gebieden in de Lage Landen. In de periode 400-500nC migreren vanuit Humsterland vele Angelen naar Brittannia. O.a. met Engist van Angelen, die enige tijd in Humsterland woont met zijn volgelingen.
** Angelen, Suxwort, Englum, Engist van Angelen (gb 405), Chauken, Aalsum, NWGro1589
@ kaart Humsterland 1740
# WKP 15.5.09, DAB, KBG

Honden:
Mogelijk het oudste huisdier van de mensheid. Vele culturen associeren de hond met de dood: hij bewaakt het dodenrijk, is zieleherder en bemiddelt tussen de Levenden en de Dodenwereld. Zoals o.a. Anubis (Egypte) en Cerberus (Grieken). Vele culturen zien in de hond door zijn wijsheid, sexualiteit en trouw de stamvader van de beschaving. Ook als helper voor de zwakken. Een witte hond symboliseert goedheid en vroomheid.

In 965 nC brengt ene Ibrahim Al Tartushi een bezoek aan Haithabu. Hij is afkomstig uit Cordoba in Spanje en schrijft over zijn bezoek o.a.:

Haithabu is een zeer grote stad aan het uiterste eind van de wereld oceaan... De bewoners aanbidden Sirius [de Hondster], behalve de Christelijke minderheid die een kerk heeft...
...
Verder, nooit heb ik slechter horen zingen dan van deze mensen. Het is een grommen dat uit hun kelen opwelt, gelijk dat van een hond, maar dan nog meer beestachtig.

De Angelen vereerden o.a. honden.
(> Honden) Rood en goudgeel zijn typisch oeroude Anglische kleuren. (> Heraldiek) In het nokkruis rechts zijn de genoemde Anglische elementen duidelijk terug te vinden.
@ foto © B.C. Kranenburg
 
Afgezien van de brute en denigrerende opmerkingen van Ibrahim, is het de vraag of hij werkelijk Sirius bedoelt. Sitirus, de Hondster, is immers een ster, en sterren worden normaliter niet vereerd. Vrij zeker bedoelt hij honden, die door alle Germanen worden vereerd, evenals wolven. Honden en wolven worden in de hele wereld in alle tijden vereerd. Zo ook bij de Maya's, waar overledenen worden begeleid naar het dodenrijk met een hond van terracotta.
** Sirius, Nokkruis
# Symbole, De Telegraaf 13.10.09, KBG

 

Horus:
** Pg Genline (Egypte, Soedan)

HSA:
Betreft Herkomst Stamnaam der Angelen
¶ Volgens item Agon kan de naam Angelen afkomstig zijn van Agon, wat speer betekent, analoog aan de stamnaam Saxen, die is afgeleid van saexe, een bepaald soort kromzwaard. De Angelen kenmerken zich dan kennelijk door een specifiek gebruik van de agon en zijn daar dan zeer bedreven in, te vergelijken met de Saxen, die kennelijk dan veelal de saexe als wapen voeren en zeer bedreven zijn in het hanteren van de saexe. Op de helm van koning Redwald (gb 565) van East Anglia staan namelijk markant duidelijk afgebeeld soldaten met speren. (> Suffolk, Agon)
¶ Volgens item Angel kan de naam Angelen zijn afgeleid van de regio Angeln, welke naam is afgeleid van angel = uithoek.
¶ Volgens item Ingwi is de naam Angelen afgeleid van Ingwi = de stamvader der Angelen, die zich rond 665 vC in dat gebied vestigd. Ingwi is volgens overlevering een telg uit het Zweeds koningsgeslacht der Inglings. De nazaten van Ingwi noemen zich dan ook aanfankelijk Inglings, welke naam in de loop der eeuwen dan is verbasterd tot Angelen via de reeks Inglings > Anglingen > Angelen. Het woongebied van de Angelen is dan navenant verbasterd via de reeks Ingelund > Angelund > Anglun > Angeln. Deze veronderstellingen lijken zeer plausibel. Temeer daar Inge en Ingwi identiek naamvormen zijn.
** Stamnamen

HSZ:
Historische Schets PKN Gemeente Zelhem
G. Rijsdorp, januari 2008

Hunebedden:
Grafmonumenten van grote rotsstenen, gebouwd in 3000-2000vC. In buitenland 'dolmen' genaamd. Titia Brongersma noemt in 1685 als eerste deze bouwsels hunebedden, stenen grafmonumenten gebouwd door Huynen, ofwel barbaren.

Hunenborg Volthe:
Saxische burcht met ringwal en gracht in Volthe bij Weerselo, gebouwd rond 850nC. De burcht is gebouwd op een grote zandrug in een uitgestrekt veengebied. Ze bestaat uit een hoge borg en een lage borg met een ringgracht eromheen. Restanten van de borg zouden nog aanwezig zijn, maar daarvan is anno 2010 niets te zien boven de grond. Locatie: open plek oost van Agelerbroek aan zandweg noordkant kanaal Almelo-Nordhorn, hoek Broekmatenweg, bij de zwaaikom van het kanaal, bereikbaar vanaf weg Ootmarsum naar Oldenzaal.
¶ Vreemd is dat de burcht Hunenborg is gebouwd door Saxen, maar de naam Hunenborg krijgt, wat borg van de Hunnen betekent. De Hunnen hebben immers de Saxen verjaagd uit hun homelands in Noord Polen en moeten dan toch wel gezien worden als vijanden van de Saxen. Aangezien de Angelen als enige volk de Saxen en Franken ook Hunnen noemen, en de Saxen zichelf toch zeker als Saxen zullen beschouwen en zichzelf navenant Saxen zullen noemen, kan het zijn dat de naam Hunenborg door de Angelen is gegeven aan de borg. De regio is dan kennelijk Anglisch territorium, hetgeen strookt met andere historische gegevens.
** Saxen, Hunnen

Hunnen:
¶ De orginele Hunnen zijn een ruitervolk uit Mongolië dat in 350nC-450nC Europa teistert en daarmee grote volksverhuizingen van Germanen veroorzaakt. De Saxen en Franken vluchten naar het westen en dringen daarbij Anglisch territorium binnen.
¶ De naam Hunnen is mogelijk afgeleid van het Anglische woord hun dat geelbruin (oker) betekent. Deze benaming heeft vrij zeker betrekking op de huidskleur van de Hunnen. Later krijgt dit woord meer de betekenis van barbaars.
¶ De Hervarar Saga beschrijft het conflict tussen de Goten en Hunnen in het gebied Dnepr bij de Zwarte Zee en het verzet van de Goot Angantyr tegen de aanspraken van de Hun Hlöd op de helft van het rijk der Goten. Het komt tot een harde strijd, die uiteindelijk wordt gewonnen door de Goten. (> Angantyr)
¶ Bron EWB schrijft dat de naam hunebedden is afgeleid van het woord Hûn, waarmee vroeger de Saxen en Franken werden aangeduid. Toen dit in onbruik raakte, dacht men dat Hunnen de naam was van een préhistorisch volk, dat de hunebedden had gebouwd. Titia Brongersma noemt in 1685 als eerste deze bouwsels hunebedden, stenen grafmonumenten gebouwd door Huynen, ofwel barbaren. (> Hunebedden) De naam Hunen voor Saxen en Franken zal dus zeker tot anno 1600 in gebruik kunnen zijn geweest. Bron EWB noemt verder geen enkele etymologie van het woord Hun.
¶ Bron COD schrijft dat in het Oud Engels de naam Hun voorkomt als Hune en dat deze naam is afgeleid van de Middeleeuwse Latijnse naam Hunni. De bron noemt verder geen relatie met Saxen of Franken. Dit betekent dat de Angelen in Engeland de naam Hune mogelijk niet als zodanig kennen, maar uitsluitend koppelen aan de werkelijke Hunnen. Het kan ook zijn dat de associatie met Saxen en Franken in Engeland inmiddels in de vergetelheid is geraakt.
¶ De vraag of de oorspronkelijke Angelen in Engeland de Hunnen wel kennen door ontmoeting op het Continent, hangt af van de vraag wanneer deze Angelen het Continent verlaten en of de Hunnen dan al aanwezig zijn in of nabij Angelland, de Continentale homelands van de Angelen.
¶ De massa der Angelen migreert in 450-550nC van Angelland naar Brittannia. De meeste historische bronnen noemen de inval van de Hunnen ook de oorzaak van deze massamigratie. Aannemende dat de Hunnen rond 400nC in of nabij Angelland op het Continent aanwezig zijn, zullen de Angelen in Brittannia de Hunnen zeker persoonlijk of via anderen gekend hebben.
¶ Aangezien na circa 550nC nauwelijks of geen migratie is van Angelen naar Brittannia,
- en de associatie van Saxen en Franken kennelijk alleen gebeurt door Angelen op het Continent,
- en aangezien de naam Hunnen voor Saxen en Franken nog vele eeuwen blijft bestaan,
- en aangezien de Saxen en Franken de Hunnen hebben gekend en voor hen zijn gevlucht,
- en de Saxen en Franken zeker zullen weten dat ze zelf geen Hunnen zijn,
- en het Anglisch in Engeland en op het Continent de naam Hune voor Hun kent,
- en de Britse Angelen de Hunnen kennelijk niet associeren met Saxen en Franken,
- en bron EWB geen etymologie noemt van andere Germaanse talen voor de naam Hunnen,
>> zal de aanduiding van Saxen en Franken met Hunnen afkomstig moeten zijn van de Angelen op het Continent en feitelijk alleen door hen zijn gebruikt en dus niet door de Saxen en Franken zelf of andere volkstammen in Nederland.
¶ In Volthe (Twente) is rond 850nC de Hunenborg gebouwd door Saxen. Bij het Uddelermeer op de Veluwe is rond 900nC de Hunenschans gebouwd, een burcht met een hoge zandwal. De Hunnen zijn rond 450nC verdwenen uit Europa. Op de Veluwe hebben zich sinds circa 800nC zowel Franken als Saxen gesetteld. In 100nC wonen er echter al Angelen. O.a. in Harderwijk, in Beekbergen (Englandi) tot aan Doesburg. De burchten bij Volthe en Uddelermeer sterken dus de these dat de Angelen de Saxen en Franken Hunnen noemen. Tevens wordt bevestigd dat de Angelen op de Veluwe en in Twente nog vele eeuwen dominant aanwezig zijn. Hun benaming voor de Saxen en Franken blijft immers nog tot circa 1600 AD in gebruik. Er zijn verder geen redenen om aan te nemen, te veronderstellen of te vermoeden dat na circa 1600 AD geen Angelen meer aanwezig zijn in NO Nederland.
¶ Aangezien:
- de Angelen in Engeland de Hunnen zeker direct of indirect gekend moeten hebben,
- en deze Britse Angelen de Hunnen mogelijk niet hebben geassocieerd met Saxen of Franken,
- en de achtergebleven Continentale Angelen de Hunnen wel associëren met Saxen en Franken,
>> kan het zijn:
- dat de associatie van Hunnen met Saxen en Franken in Brittannia in de vergetelheid is geraakt,
- of dat de associatie van Hunnen met Saxen en Franken door de Angelen op het Continent na de Anglische massamigratie naar Brittannia is ontstaan, dus na circa 550nC. Deze optie zou impliceren dat het woongebied van de Saxen en Franken ruime tijd moet zijn bezet door de Hunnen en dat daardoor de associatie is ontstaan. Na na het vertrek van de Hunnen uit Europa rond 450nC verdwijnt deze associatie dan uiteindelijk rond 1600 AD en worden de Hunnen gezien als een préhistorisch volk.
¶ De vraag is wanneer precies de associatie door de Angelen plaats vindt. De oudste uitgebreide vermelding van de Saxen op het Continent dateert van 555nC, als de Saxen in opstand komen na de dood van de Frankische koning Theobald. (> Saxen) Na dat jaar zal de associatie feitelijk geleidelijk moeten verdwijnen. De associatie zelf zal dus eerder moeten beginnen. Aangezien de de Angelen vóór 400nC de Saxen al kennen en de Hunnen pas rond 400nC Saxenland bezetten, zal de associatie na 400nC plaats vinden. Het valt aan te nemen dat de Angelen rond 400nC de Saxen nog niet associeren met de Hunnen. Dat zal pas na circa de tweede generatie kunnen gebeuren, als de levende getuigen van de pré-Hunnentijd al ruime tijd dood zijn. Bij een gemiddelde leeftijd van 40-60 jaar, zal dat dus sinds circa 500nC kunnen zijn. De Angelen die vóór dat jaar migreren naar Brittannia zullen de associatie nog niet maken. Latere Anglische migranten mogelijk wel. Zodoende is de kans groot dat de Angelen in Brittannia nauwelijks op de hoogte zijn van de associatie.
¶ De vraag is waarom de Angelen op het Continent de Saxen en Franken na de inval van de Hunnen plotseling ook Hunnen noemen. Ze moeten de Saxen en Franken als buurvolken toch al veel langer en beter kennen. Het enige juiste antwoord lijkt dat de Hunnen de homelands van de Saxen en Franken zijn binnengetrokken. Deze Hunnen kunnen dan enige tijd daar zijn gebleven en het gebied overheerst hebben. Rond 450nC zijn ze dan vrij zeker massaal teruggekeerd zijn naar hun thuisland in Mongolië. Een deel van de Hunnen kan zich echter blijvend hebben gevestigd in de Saxische en Frankische homelands en met Germaanse vrouwen zijn gehuwd. Na het vertrek van de Hunnen rond 450nC krijgen de achtergebleven Hunnen dan een mineure rol en worden ze opgenomen in de stammen van de aanwezige Saxen en Franken. Hun volksnaam blijft dan nog gekoppeld aan de gevestigde Saxen en Franken. Pas na ruime tijd wordt de naam Hunnen losgekoppeld van deze Saxen en Franken. De naam Hunnen wordt daarna dan gekoppeld aan het préhistorisch volk, dat de hunebedden heeft gebouwd. Deze dwaalgang van de naam Hunnen moet zich hebben afgespeeld in de Anglische gemeenschappen.
¶ Aangezien kennelijk oorspronkelijk uitsluitend de Angelen op het Continent de Saxen en Franken sinds circa 550nC Hunnen noemen,
- en deze aanduiding nog tot circa 1600 AD in Nederland wordt gebruikt,
- en de Saxen en Franken hun eigen identiteit zeker goed zullen hebben gekend en zichzelf dus zeker geen Hunnen zullen hebben genoemd,
- en e.e.a. wijst op sterke en durende aanwezigheid van Angelen in NO Nederland,
- en na circa 550nC nauwelijks of geen verdere grote migratie is van Angelen naar Brittannia of elders,
>> mogen we op grond van alle genoemde feiten en thesen concluderen dat ruim vóór 550nC en ook ver na 550nC de bevolking van NO Nederland overwegend van Anglische herkomst is.
# EWB, COD, WP, DAB, KBG

Hunnepe:
Oude naam van de Dortherbeek bij Dorth, een buurtschap bij Gorssel. Deze naam is in 1643 nog aangegeven op de kaart van Nicolaas Ten Have. (> Have) De naam is afgeleid van Anglisch hun (geelbruin) + apa (water). Het geelbruine water dus. Gezien deze kleur vrij zeker water met veel humus of klei. De Angelen hebben zich daar mogelijk omtrent 200vC gesetteld.
** Hunnen, Gorssel, Angelsites

Hunneschans Uddelermeer:
Burcht met halfronde ringwal aan het Uddelermeer op de Veluwe, gebouwd rond 900nC. De ringwal is van aarde en palissaden. De wal is circa 4 meter hoog en 20 meter lang. Binnenerf is circa 100x150 meter. Anno 2010 is weinig nog te zien van deze burcht.

Hwicce:
Anglische stam, die zich rond 370 nC vestigt in de Cotswolds en later verder in Worcestershire en Gloucestershire. Ook Hwiccas, Wiccia of Wicci genoemd. Mogelijk zijn ze oorspronkelijk afkomstig uit Wieken bij Gendringen (Liemers) en zijn ze rond 370 nC naar Brittannia gemigreerd op de vlucht voor de Hunnen. (> Germanen)
** Wieken, Angeln

H12E:
Betreft heraldische wapens met drie wapenelementen 1-2 geplaatst.
Zowel in familiewapens als in stadswapens lijkt de plaatsing 1-2 van wapenfiguren vooral in Anglische omgeving te bestaan. Hiervoor is nog geen redelijke verklaring gevonden. E.e.a. wordt o.a. bevestigd door het wapen van kaartmaken Nicolaas ten Have (1604-1650) in Zwolle. Bron WGO noemt hem Nicolaus ten Haeve en beschrijft zijn wapen als: In zilver een wereldbol van azuur, omgord van goud, met drie gele anjers. In een afbeelding van dit wapen blijken deze anjers 1-2 geplaatst. De naam Have is een specifiek Anglische familienaam.
** H12F, H12S, Have

H12F:
Betreft familiewapens met drie wapenelementen 1-2 geplaatst. (# FWN)
Familienamen: Alma (klavers), Boschma (klavers)A, Brink (klavers)A, Gravius (klavers)A, Helder (siernagels), Hoekema (klavers)A, Iwema (6puntige sterren)A, Kranenburg (klavers)A, Leijenaar (bomen), Mollema (klavers), Oost (klavers)/'tZand, Ottema (klavers), Poppens/Beerta (klavers), Prins (vogels), Reytsma (klavers), Sleeswijk (klavers)A, Smedema (klavers)/Zandeweer/A, Steensma (klavers), Van Boersma (klavers), Van Calcar (klavers), Van Urk (turfen), Ykema (klavers).
totaal familienamen in FWN = 305
waarvan 22 met E1-2 wapens ==> 22/305 = 7.2%

 

H12K:
Betreft familienamen met familiewapens met drie klavers 1-2 geplaatst. (# FWN)
Familienamen: Alma (klavers), Boschma (klavers)A, Brink (klavers)A, Gravius (klavers)A, Hoekema (klavers)A, Kranenburg (klavers)A, Mollema (klavers), Oost (klavers)/tZand, Ottema (klavers), Poppens/Beerta (klavers), Reytsma (klavers), Sleeswijk (klavers)A, Smedema (klavers)/Zandeweer/A, Steensma (klavers), Van Boersma (klavers), Van Calcar (klavers), Ykema (klavers).
Rechts: het wapen van het geslacht Kranenburg uit Scharmer.
 
totaal familienamen in FWN = 305
waarvan 17 met K1-2 wapens ==> 17/305 = 5.6%
totaal Anglische familienamen in FWN = 29
waarvan 7 met K1-2 ==> 7/29 = 24%
totaal niet-Anglische familienamen in FWN = 305 - 29 = 276
waarvan 17 - 7 = 10 met K1-2 ==> 10/276 = 4%
1 klaver = één generatie bezit minstens 15 Ha grond
3 klavers = drie generaties lang minstens 15 Ha grond > familie is eigenerfd
>> Bij Anglische familienamen komen K1-2 wapens 24/4 = 6x meer voor dan bij niet Anglische familienamen.
** Klavers, Anglische familienamen

 
H12S:
Stadswapens met 3 wapenelementen 1-2 geplaatst: Diepenheim (klauwen), Dokkum (6puntige sterren), Oldehove (kerken), Sprang/NB (kussens), Herkenberm/NB (kussens). Diepenheim, Dokkum en Oldehove liggen in gebieden die al enige eeuwen voor de jaartelling voornamelijk worden bewoond door Angelen. Van Sprang en Herkenberm is daarover vooralsnog niets bekend.

H3KF:
Betreft familiewapens met drie klavers. (# FWN)
totaal familienamen in FWN = 305
waarvan 49 met 3 klavers in wapen ==> 49/305 = 16%
- waarvan 8 met Anglische familienamen >> 8/49 = 19%
>> Onder de eigenerfden van bron FWN heeft 19% een Anglische familienaam.
** Klavers, Anglische familienamen

H-gebruik:
Vele Germaanse woorden begonnen in oude tijden met een h. Ook Anglische woorden. Zoals hladan (laden), hlaedder (ladder), hlaefdige (jongedame; ME lady), hlaest (last), hlaf (loof; ME leaf), hleapan (lopen), hleo (loo, lij), hliodh (lied), hlot (lot), etc. Deze zgn aangeblazen h verdwijnt in de loop der eeuwen bij vele woorden. In het Anglisch, Engels en Nederlands gebeurt dit vrij snel. In andere Germaanse talen traag of nauwelijks. O.a. in het Deens en Saxisch. Oude Saxische streektalen hebben vaak nog de neiging om een H te plaatsen voor een woord, of juist weg te laten waar die wel hoort. Zulks komt o.a. voor in de streetaal van Drente en in het Cockney, de volkstaal van Londen. Zo spreekt men in ZW Drente tot in NW Overijssel van uus ipv huus (huis). O.a. in 't Olde Maat Uus Museum te Giethoorn. Het werkwoord hengelen is afgeleid van het oud Germaanse woord angul (Engels: angle; Oud Engels: angul; Duits: angeln). Ook hier is dus een H toegevoegd. Sommige Engelstaligen van het oude stempel hebben anno 2010 nog steeds de neiging tot het oude H-gebruik. Zij spreken bijvoorbeeld nog vaak duidelijk hoorbaar over hwat en hwere in plaats van what en where. O.a. is dit bekend van Winston Churchill, de grote Engelse oorlogsleider uit de Tweede Wereldoorlog.
** Hengevelde, Angel
# COD, DAB, FRI

I::

Ideologie:
De Germanen geloven in de goden Odin (of Wodan), Donar en Freya. Daarnaast kennen ze geesten, dwergen, trollen, heksen en elfen. Hun geloof draait om Eer, Trouw, Moed, Kracht, Vrijheid en Noodlot. Enerzijds beschouwen ze Noodlot als onafwendbaar, anderzijds pogen ze het lot gunstig te stemmen door cultische handelingen als bezweringen en vereering van goden, demonen, doden, mensen, dieren, bomen, rotsen, elementen en hemellichamen. Vaak kennen ze een centrale cultplaats en elke nederzetting kent een heilge boom als representant van de Grote Heilige Boom, die de drie lagen van de wereld symboliseert.
** Mythologie, Odin, Nerthus, Sirius, Honden, Offerrituelen, Tolerantie
# HSZ, DAB, KBG

Inga:
Oud Anglisch: volk. Mogelijk afgeleid van: ing = volgeling, stam en ga = land (afgeleid van Gotisch gawi).
** Nottingham, Hardinga, Fivelingo

Ingaldinghem:
Oude benaming van Tinallinge circa 2 Km NO van Winsum, Noord Groningen.
WEW p83: rond 875nC: lijst Fulda: Ingaddingenheim.
WEW p71: rond 975nC: lijst Werden: Ingaldinghem.
WEW p65: rond 1025nC: lijst Werden: Ingaldingon.
Lijst Werden is van klooster in Werden in Munsterland. Lijst Fulda is van klooster Fulda in Hessen. Werden schrijft 2e x Ingal... na 50 jaar. Fulda ligt aanzienlijk verder van Tinallinge dan Werden. We mogen dus aannemen dat Ingal... correct is.
Ingal=Angel + ding=rechtszaak + hem=land,regio > mogelijk: dingplaats van de Angelen.
# WEW, EWB, DAB, KBG

Ingelanden
Letterlijk: zij die ingeland zijn. Ofwel: zij die zich hebben gevestigd in een bepaalde streek, polder, waterschap, etc. Dwz: aldaar grondbezit hebben verkregen en zijn gaan wonen. In andere provincies spreekt men meer over geërfden of erfgenamen (Overijssel).
# WP, DAB

Ingelheim:
Ingelheim am Rhein is een stad in de deelstaat Rijnland Palts. Karel de Grote sticht er een Kaiserphalz rond 800 nC. De resten zijn nog altijd zichtbaar. De Nederlandse schrijver Multatuli (Eduard Douwes Dekker) brengt zijn laatste levensjaren door in villa Steig te Nieder-Ingelheim. Hij overlijd daar in 1887. De naam Ingelheim betekent mogelijk Huis der Angelen.
Wapen: op zilver een adelaar in zwart, links gekeerd, rood geklauwd en gebekt.
# WKP 1.6.09, WP, KBG

Ingelburg:
Familienaam in Amerika.

Ingleburg:
Familienaam in Amerika. Mogelijk ook een regio in Yorkshire, Engeland.

Ingleby:
Deelgemeente van Stockton on Tees in NO Yorkshire. Strekt zich uit van rivier de Tees tot aan de North Yorkshire Moors en de Noordzee. De naam betekent borg van de Angelen. Borg betekent hier veilige plaats. Het is een oeroude naam, die aangeeft dat in dit gebied van oudsher Angelen wonen, een Germaanse stam uit Angeln in NO Duitsland en grenzend aan Denemarken. Mogelijk is dit een van eerste Anglische nederzettingen in Engeland. Het gebied is tamelijk geaccidenteerd met langerekte heuvels. De kust heeft hier en daar steile kalkrotsen.
Deelgebieden: Ingleby Barwick, Ingelby Arncliffe, Ingleby Greenhow, Ingleby Cross, Ingleby Manor en Ingleby Incline.
** Aeglesthrep, Angelen, Angeln

Inglinga Saga:
** Pg Genline (Inglings)

Inglings:
** Pg Genline

 

Ingwaz:
Het 22e teken van het runenalfabet (futhark). De vorm <> is gelijk aan het teken voor de letter O in het Alpine schrift uit de 1e eeuw vC. De letter O is afkomstig uit het Fenicische schrift uit 1200-300 vC, waar het staat voor ain dat oog betekent. Aangezien de runentekens waarschijnlijk zijn afgeleid uit de Noord Italische lettertekens,

kan de rune Ingwaz staan voor de letter O. Mogelijk is Ingwaz ook het symbool voor oog. De symboliek voor oog staat voor waakzaamheid, wijsheid en macht. Ook als symbool voor de zon en afweer van het kwade. In het oude Egypte gebruikt men het Udjat-oog van Horus als amulet voor onkwetsbaarheid en eeuwige vruchtbaarheid. Ook Ingwaz staat volgens bron RGT o.a. voor vruchtbaarheid door de associatie met de god Frey. Daarnaast zou Ingwaz zijn gewijd aan de mysterieuze god Ing. Deze Ing ofwel Ingwi lijkt echter te zijn een Deense koning uit de 7e eeuw vC. Mogelijk is hij na zijn dood gelegendariseerd en is er van hem een Noord-Germaanse godheid gemaakt.

Bron FEW (p 83) schrijft dat de ruit bij de Germanen (ib Franken) een symbool is voor grondbezit en wel specifiek grasland. Bij juridische transacties van onroerend goed wordt een graszode gestoken uit de grond in de vorm van een ruit en overgedragen aan de koper. Daarmee wordt de transactie juridisch van kracht. Een ruit in een familiewapen stelt dus mogelijk voor het bezit van grond en wel specifiek grasland. In feite kan hier de graszode cq de ruit ook staan voor vruchtbaarheid, een van de associaties van genoemde god Frey.
** Runen, Ingwi, Odin, Zonnering
# RGT, WP, Symbole, FEW, KBG

Ingwi: (700*-640* vC)
Ook: Yngvi. Volgens de Oud Germaanse mythologie de zoon van Odin, de oppergod van de Noord-Germanen, identiek aan Wodan van de West-Germanen. Volgens de Skjöldungasaga komt Odin uit Azië en verovert Noord Europa. Hij geeft Zweden aan zijn zoon Ingwi en Denemarken aan zijn zoon Skjöldr. Uit Skjöldr is het Deens koningshuis Skjöld voortgekomen, waarvan nazaten zich ook hebben gevestigd in Zuid Zweden.

Volgens een Noorse saga is Ingwi een zoon van koning Halfdan de Oude. Deze Halfdan leeft begin 6e eeuw nC. Een ander Noorse saga zegt dat Ingui (Ingwi) de eerste koning van Zweden is. (Historia Norwegiae) Ook andere saga's noemen Ingwi koning van Zweden. Zijn nazaten heten Inglings. Zij vestigen zich in Angeln, een gebied in NO Duitsland. Wanneer is niet bekend. Het moet echter ruim vóór de jaartelling zijn. Ze worden immers al genoemd door Tacitus (55-120 nC) in diens boek De Germania (hoofdstuk 40). Ingwi zelf moet dus al ver vóór de jaartelling zijn geboren. Als zodanig kan hij dus geen zoon zijn van koning Halfdan de Oude, die immers begin 6e eeuw nC leeft.

Ingwi wordt ook vaak genoemd Ingui, Ing of Inguz. Later krijgt hij ook de naam Freyer, wat heer betekent. In het Oud Germaans heet hij Ingwaz, een zoon van Mannus. Volgens bron RGT is zijn herkomst mysterieus. Aangenomen wordt echter dat Ingwaz ouder is dan de Germaanse volksstammen. Hij wordt geassocieerd met Frey, de god van de vruchtbaarheid. In het runenalfabet (futhark) is Ingwaz (<>) het 22e teken, uitgesproken als ing. (> Ingwaz)

Een Oud Engels runengedicht vertelt over Ing:

Ing waes aerest mid Eastdenum
gesewen secgum, od he siddan east
ofer waeg gewat. Waen aefter ran.
Thus Heardingas thone haele nemdon.

ofwel

Ing was first amidst the East Danes
so seen and said, until he went eastward
across the sea. His wagon ran after him.
Thus the Heardings named the hero.

ofwel

Ing was eerste onder de Oost-Denen
zo gezien en gezegd, tot hij oostwaarts ging
over zee. Zijn wagen reed achter hem.
Aldus noemden Hardinga's die held.

Volgens deze tekst woont Ing dus in Oost Denemarken en vertrekt hij naar het oosten. Dus naar Zweden. Tot circa 1800nC geldt echter: oost = oost of zuid. (> Windrichtingen) Dat klopt beter met de feiten. Immers, daar Oost-Denemarken voornamelijk bestaat uit het eiland Sjaeland (Seeland) moet Ing (Ingwi) daar hebben gewoond. Mogelijk in Leire, de zetel van de Deense koningen. Daar woont immers ruim 1/3 van alle Denen. Als Ingwi inderdaad de oervader van de Angelen is, dan moet hij dus naar het zuidwesten zijn gevaren. Daar immers ligt Angeln, het land der Angelen. (> Angeln) Dat gebied ligt in NO Duitsland, maar hoort tot 1919 bij het koninkrijk Denemarken. Oostwaarts betekent in het gedicht dus meer zuidwestwaarts. Het gedicht lijkt dus aardig te kloppen met de historische werkelijkheid. Gezien dit gedicht moet Ingwi dus een Deense koning zijn geweest en is hij om vooralsnog onbekende reden gemigreerd naar het gebied in Zuid-Denemarken, dat later dankzij hem Angeln wordt genoemd.

Als Tacitus rond 100 nC schrijft over de Angelen, dan moeten er in zijn tijd toch voldoende van hen leven om de aandacht te kunnen trekken van de Romeinse historicus. Voordat Ingwi voor zoveel nazaten heeft gezorgd, moeten er dan ook enige eeuwen aan vooraf zijn gegaan. Verondersteld dat rond 100 nC circa 4000 Angelen leven in Angeln, dan zal met een normale groeifactor van 3 per eeuw circa 700 jaar nodig zijn om voor een nageslacht van circa 4000 Angelen te kunnen zorgen. (> DGF) Koning Ingwi zal derhalve ergens in de 7e eeuw vC hebben geleefd. Dus in de IJzertijd.

Per saldo lijkt de volgende reconstructie denkbaar. Ingwi is rond 660 vC koning van Denemarken. Hij heeft een broer die Skjöldr heet. Ingwi woont in Kopenhagen, op het eiland Sjaeland in Oost Denemarken. Op een dag reist hij per boot naar het zuiden van zijn koninkrijk. Zijn broer Skjöldr maakt gebruik van de afwezigheid van Ingwi en grijpt naar de macht. Ingwi begrijpt dat terugkeer naar Kopenhagen zal leiden tot onnodig bloed vergieten. Hij besluit daarom in Zuid Denemarken te blijven. Zijn vrouw en kinderen komen hem na en vestigen zich in het gebied dat later Ingwilan gaat heten. Deze naam muteert in de loop der eeuwen via Inglan, Ånglan en Anglan tot Angeln, het land der Angelen.

De beschreven reconstructie lijkt nogal plausibel. De naam Ingwi komt namelijk anno 2007 in Denemarken nog steeds voor als jongensnaam. In Nederland kennen we de variant Inge, oorspronkelijk een jongensnaam, later ook meisjesnaam. Een cruciale factor is echter de taalovereenkomst. Het Oud Engels doet in vele opzichten denken aan het Deens. Zowel in vocabulair als in zinsbouw. Bovendien lijkt de vlag van Engeland een variant van de Deense vlag. Een rood kruis op een wit veld versus een wit kruis op een rood veld. Verder vinden we de drie kruipende leeuwen in het wapen van Engeland terug in het wapen van Denemarken. Deze zaken kunnen niet op louter toeval berusten. Daarvoor zijn er teveel en te belangrijke gelijkenissen, die van essentiële betekenis zijn voor de identiteit van volken: taal, vlag en wapen. Bovendien bestaan er historische relaties tussen Engeland en Denemarken. De Angelen zijn daar kennelijk de verbindende schakel van. Bij de introductie van hun vlag en wapen in de Middeleeuwen moeten de Engelsen deze band nog sterk gevoeld hebben en dat zichtbaar hebben gemaakt middels hun nationale symbolen. Het is immers bekend dat verwante volken vaak symbolen van elkaar overnemen. Dat zien we o.a. bij de vlaggen en wapens van de Scandinavische landen, die van Nederland, de oude Zuid-Afrikaanse staten en New York (vlag) en die van het Verenigd Konikrijk, Australië en vroeger ook de Verenigde Staten en Canada via de Union Jack, de Britse vlag. Door de overname van dergelijke symbolen wordt de onderlinge verbondenheid op zichtbare wijze tot uitdrukking gebracht.
** Oda, Hardinga, Angelen, Windrichtingen, DGF (Lx), Ingwaz, Odin, Saga's, Beowulf, Bekervolk
# WKP 24-25.5.07, RGT, KBG

ing/ink:
In Noord-Oost Nederland komen vele familienamen voor die eindigen op -ing of -ink. Ing is de oudste vorm, die bestond vóór de Saxen zich rond 775 nC in Oost Nederland vestigen. Naar zeggen is de -ing in vele gevallen door hun invloed veranderd in -ink. Dat betekent dat de -ing van Anglische oorsprong moet zijn en de -ink van Saxische. E.e.a. wordt bevestigd door het ontbreken van de -ink in Engeland waar wel de -ing in ruime mate voorkomt en waar het Engels toch wordt gezien als een taal van voornamelijk Anglische oorsprong. (> KTE) E.e.a. bevestigt tevens de aanwezigheid van Angelen in Noord-Oost Nederland ruim vóór 500 nC, zoals ook uit andere gegevens blijkt.

Op 14.9.09 zijn met Google onderstaande familienamen ingetoetst op het worldwide web. Deze familinamen zijn nagenoeg specifiek voor het huidige gebied van Noord-Oost Nederland. De intoetsingen gaven het volgende resultaat.

Abbing/h/k -- 108.000-3.040-137.000
Assing/h/k -- 231.000-613-121.000
Derking/h/k -- 488.000-2-5.690
Deuring/h/k -- 80.700-29-514
Gesing/h/k -- 737.000-77-391.000
Hoving/h/k -- 301.000-27.900-15.800
Lansing/h/k -- 350.800-16.800-86.600
Leusing/h/k -- 7.770-84-78.500
Mensing/h/k -- 739.000-5.080-283.000
Morsing/h/k -- 112.000-7.570-122.000
Tesing/h/k -- 14.200-222-3.410
Thesing/h/k -- 90.800-216-8.250
Wassing/h/k -- 177.000-80.700-230.000
Wissing/h/k -- 370.000-1350-133.000

totaal g = 3.807.270
totaal gh = 143.638
totaal k = 1.615.764

Verhouding g+gh/k = 3.950.908/1.615.764 = 2.4/1

Maw: g+gh komt circa 2.4 x vaker voor dan k!
Ofwel: ing/h komt circa 2.4 x vaker voor dan ink!
Ofwel: De Anglische vorm komt 2.4 x vaker voor dan de Saxische vorm!

Hieruit volgt dat de Anglische factor in Noord-Oost Nederland 2.4 x groter is dan de Saxische factor. Mogelijk dat de Anglische wortels dus sterker zijn vertegenwoordigd dan de Saxische. Dat is begrijpelijk als men bedenkt dat de Angelen al sinds circa 400 vC in NO Nederland wonen en de Saxen pas sinds circa 775 nC. De Angelen wonen dus al ruim 2009+400=2409 jaar in NO Nederland en de Saxen pas 2009-775=1234 jaar. De Angelen wonen dus circa 2x langer in NO Nederland. De Anglische roots zullen dus navenant sterker moeten zijn. Dat de genoemde Anglische factor 2.4 x groter is dan de Saxische, hoeft dus feitelijk niet verbazend te zijn. (> ASV)
** ang/sax

 
Ingland:
¶ Bron RRA schrijft:

Without getting into details of Germanic cosmogony it may be mentioned in passing that Mannus ("man"), according to Tacitus' account of Germanic thinking (Germania 2), was taken to be the universal devine ancestor giving rise to the three sons that engendered the three principal Germanic groups of tribes: the Inguaeones, descending from Ing (*Ingw[az]), from the North Sea region; the (H)erminones, "whose territory extended from the lower Elbe southward into Bohemia"; and the Istaevones, of the Weser-Rhine area.

Publius Cornelius Tacitus (55*-118*) was een Romeins historicus, die zich intensief heeft verdiept in de situatie en historie van West Europa uit zijn tijd. Zijn geschriften zijn door de eeuwen heen een belangrijke bron van informatie geweest.
¶ Volgens Tacitus is dus Ing = Ingw/az een zoon van Mannus en de stamvader van de Ingweonen die wonen aan de Noordzee. In principe dus Noorwegen, Denemarken, NW Duitsland, Nederland en Vlaanderen. Het is echter de vraag of Tacitus werkelijk dit hele gebied bedoelt, of dat hij eigenlijk bedoelt: een gebied aan de Noordzee. Een kleiner gebied dus, maar wel prominent en liggend aan de Noordzee. De formulering geeft hierover geen uitsluitsel. Laten we het Ingland noemen, ofwel het land van Ing.
¶ Cladius Ptolemaeus (87-150), Grieks astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus, schrijft rond 122 nC dat de Angelen wonen in het gebied tussen Denemarken en de Rijn. Dit gebied is behoorlijk van omvang. Circa 500x350 Km2 (N-Z;O-W). Ofwel 175.000 Km2. Een gebied omvattend Nederland + NW Duitsland samen tot aan de Rijn. Dit gebied valt goed samen met het eerder genoemde Ingland. Aangezien Engeland (= het land der Angelen) in het Engels wordt uitgesproken als Ingland, lijkt welhaast zeker dat het eerder genoemde Ingland = het land van Ing = Land der Angelen = Angelland.
** Angelland, Mega Angeln, Angologie (kaart)

Ith Hils:
Groot heuvelgebied langs de oostkant van de Weser, tussen Hamelen en Einbeck, circa 40 Km ZW van Hannover, in Neder-Saxen. Volgens Ptolemaeus wonen daar rond 150nC Angelen. In dit gebied liggen o.a. de dorpen Swaney, Quickborn en Barninghausen. In de Hils ligt de Koppenberg (Coppenbrügge?) waar een oude ding- en offerplaats ligt. Historici menen dat de locale bevolking daar zonneraden lieten branden tijdens rituelen. Enkele bewoners uit Koppenberg zouden daar ter dood veroordeeld zijn. Dat zou de oorsprong zijn van de overlevering van de Rattenvanger van Hamelen.
** Zonnecultus, Heuvels
# instituut-groenestein.nl 7.12.09, KBG

J::

Jacht:
De oermensen hielden zich in leven met verzamelen van vruchten en zaden, met visvangst en met jacht op dieren. Jacht werd meestal bedreven in georganiseerd verband door een groep mannen. Samen jagen ze het prooidier op, isoleren het, om het tot slot te doden. Doel van de jacht is het verkrijgen van vlees, huiden, botten en tanden. Alles wordt gebruikt. Zo jagen de oermensen o.a. op herten, reëen, zwijnen, wisents, bevers, vogels en mammoets. Na de jacht keren de jagers terug naar hun woonstee en wordt de buit verwerkt. De jacht gebeurt meestal in één dag en in de directe omgeving. Soms echter enige dagen en verder van de woonstee. De jagers bivakkeren dan bij een houtvuur voor de warmte en het roosteren van vlees. Het vuur dient echter ook om wilde dieren af te schrikken. Als de jagers slapen, houden één of meer mannen de wacht. De volgende dag trekken ze verder op zoek naar wild. Als er genoeg wild is buit gemaakt, keren de jagers terug naar hun woonstee.

In de loop der eeuwen worden de leefgroepen groter en raakt de jacht steeds verder gespecialiseerd. Zo ontstaan ook jagers, die alleen op specifiek wild jagen en daarbij specifieke hulpmiddelen creëeren: speren, pijlen, strikken, vallen, klemmen, etc. Al naar gelang een goede buit vraagt. In latere tijden trekken jagers soms met vrouw en kinderen rond op zoek naar prooi en verwerken de buit dan zo snel mogelijk ter plekke. Na enige tijd keren ze dan terug naar hun eigenlijke woonstee, waar de buit wordt gedeeld met thuisblijvers of wordt verhandeld met andere leefgroepen. Huiden, vachten, botten en tanden worden verwerkt tot kleding, schoenen, gereedschap, sierraden, etc. Oorspronkelijk doet elke jager dat voor zichzelf, eventueel geholpen door vrouw en kinderen. Bij het groeien van de bevolking worden echter vele activiteiten gespecialiseerd en geprofessionaliseerd. Zo ontstaan ambachten als slagers, leerbewerkers, schoenmakers, kleermakers, sierraadmakers, etc. Vaak door overdracht van kennis en vaardigheden van vader op zoon.
** Beverjacht

Jever:
Stad in Ost-Friesland. Mogelijk zijn van hier rond 450nC Angelen gemigreerd naar Yeavering in Bernicia, Northumbria.
** Yeavering

Joelfeest:
Germaans feest rond de zonnewende van 21 december, waarbij de terugkeer van de Zon wordt gevierd. Een uitbundig feest, waarbij o.a. tegen de schemer de midwinterhoorns hun trieste maar ook hoopvolle tonen laten horen tot diep in de avond. Joel is afgeleid van joelen, zoals kinderen dat doen als ze plezier hebben en leuk spelen. De Christenen hebben daar het kerstfeest van gemaakt: de geboorte van Jezus, het Licht dat de mensheid redt uit de duisternis. Dit wordt uitgebeeld door de kerstboom, die is overgenomen van de Germaanse joelboom, die de regeneratieve kracht van de natuur uitbeeld. De Germanen gebruiken daarom verse dennetakken en dennebomen om het joelfeest luister bij te zetten.

De joelboom of kerstboom is een uitbeelding van de regeneratieve kracht in de kosmos en het proces van leven, sterven en herrijzen. Zoals de feniks die uit zijn eigen as herrijst. Of de herijzenis van Jezus aan het kruis. Dit proces wordt weergegeven door het teken Xsi, een X met een I erdoorheen. De X is dan het symbool van de vernietigende kracht en de I van de ziel die uit de eigen as opstijgt naar een nieuw leven. Anno 2009 vinden we Xsi nog terug op een kerstboom in het buitengebied van Gorssel. Als zodanig verbeeldt het de geboorte van Jezus, ofwel de wedergeboorte van het Licht.
** Olde Roop, Hagal
 

K::

Kalender:

5jan
6jan
21-22apr
15mei
24-25dec
25dec
25dec-6jan   
31dec-1jan
Twaalfde Nacht
Kopper Maandag + Plough Monday
Eostre + Paosboake
Nerthus
Joelfeest
Modranect = Moedersnacht
Twaalf Nachten, Wilde Jacht + Midwinterhoorns
Oud&Nieuw
 

KBL:
Kamus Belanda
Woordenboek Nederlands-Maleis
Uitg Timun Mas, Djakarta 1957
** Maleis

Keizer:
Afgeleid van Latijn Cesar. Arisch: Khesar = godfather.

Kelten:
** Pg Genline

Keltisch:
** Pg Genline (Kelten)

Kerstening:
Betreft Christianisering in Anglische gebieden.
De belangrijkste persoon in de kerstening van Europa is Paus Gregorius I de Grote. AD 590 wordt hij paus. Op een dag ziet Gregorius blonde jongemannen staan op de slavenmarkt. Hij vraagt wie dat zijn. Gregorius krijgt te horen dat het Angelen zijn. Daarop antwoordt de paus dat ze engelen moeten worden en dus bekeerd tot het Christendom. Gregorius stuurt daarom missionarissen naar Engeland. Door de vorsten als eerste te bekeren, weten ze uiteindelijk het hele volk tot het Christendom te brengen. Soms met geweld. Later brengen Angel-Saxische zendelingen het Christendom naar de Nederlanden. De kerstening wordt soft aangepakt om agressie te voorkomen. De Germaanse gebruiken worden zoveel mogelijk geïntegreerd in de Christelijke tradities. Joelfeest of Zonnewendefeest aan het einde van december wordt omgebouwd tot Kerstfeest. Beide feesten symboliseren dat het nieuwe Licht de Duisternis overwint. Vuurwerk met Oud en Nieuw is een Germaans gebruik om boze geesten te verdrijven. De eieren met Pasen symboliseren vruchtbaarheid en het begin van nieuw leven. Vele andere Germaanse gebruiken worden bestreden. Per saldo resulteert dit beleid in het verdwijnen van vele Germaanse opvattingen en tradities en daarmee ook een belangrijk deel van de eigen identiteit.

590nC-- Gregorius I wordt paus
600---- Kerstening van Engeland
627---- Koning Edwin van Northumbria wordt Christen > Edwin van Northumbria
713-773 Lebinus -- Ripon/Yorkshire-Utrecht-Deventer(754) > Lebinus
742-809 Ludger -- Utrecht-York-Deventer(772)-GrOmmelanden(780)-Munster > Ludger
804---- Saxen gedwongen bekeerd door Karel de Grote (> Saxen)
965---- Kerk in Haithabu > Haithabu

** Engeland (Vlag: St George)
# refdag.nl 12.10.09, DAB, KBG

 
KGH:
Kaart Gelria Ducatus Nova van Johannes Janssonius en Judocus Hondius van 1598*. Judocus Hondius (1563-1612) was graficus, cartograaf, etc te Amsterdam.

Klavers:
Betreft klaverbladen in de heraldiek.
Klaverbladen (klavers) horen specifiek tot de Friese heraldiek. In bron FWN (303 familiewapens in Groningen, Friesland en Drente) komen ze in vele familiewapens voor in diverse composities. Bij wapens met drie klavers bestaan drie verschillende composities: 1-1-1, 2-1 en 1-2. Compositie 1-1-1 komt betrekkelijk weinig voor. Compositie 2-1 komt 30x voor. Dus in 10% van de wapens. Compositie 1-2 komt 15x voor. Dus in 5% van de wapens. In beide composities gaat het in meerderheid om drie groene klavers op zilver. In meerderheid zijn beide composties een onderdeel van het hele wapen. Meestal op positie IIb (rechtsonder dus). In vele van deze wapens is het veld gedeeld en komt in veld I de halve Friese adelaar voor. De composities 2-1 en 1-2 horen in meerderheid bij Friese familienamen. In een klein aantal gevallen komen alleen de drie klavers voor in het wapen (= groep H). Bij compositie 2-1 in 7 van de 30 wapens. Dus in 23% van de gevallen. Bij compositie 1-2 is dat in 3 van de 15 wapens. Ofwel in 20% van de gevallen. In groep H valt op dat deze wapens horen bij niet-specifiek Friese familienamen. Bij compositie 1-2 gaat het om de families Van Calcar, Oost en Kranenburg. Het lijkt er derhalve op dat klavers een aanduiding zijn voor de omvang van het grondbezit. Bron FEW (p 74) schrijft daarover:

Alleen eikels en klavers zijn tot op den huidigen dag in de herinnering gebleven als eigenerfdenemblemen. Maar de overlevering heeft ook het erflijkheidsbeginsel bewaard: alleen drie eikels en drie klavers zijn eigenerfdenemblemen. Dit aantal van drie kan slechts duiden op de reeds ter sprake gebrachte drie generaties (twee graden). Nog in de doleanciën en punten van Reformatie van 1627 was aangenomen 'dat alleen zij voor Eigenerfden zouden gehouden worden, die hunnen staat in den tweeden graad zouden bewijzen'. Deze rechtsregel werd eerst in 1723 afgeschaft. ...
Daarom duiden de klavers niet direct op kleigrond maar wel op grasland (fri 'greide'): de beste weiden bevatten veel klaver (later ging men klaver op de weide zaaien).
De Klavers duiden dus evenees op de almende en op een zeer voornaam deel daarvan, omdat in Friesland de veeteelt (schapen en runderen) steeds van bijzonder belang is geweest. ...
Meer dan andere wapens komen de drie klavers voor gecombineerd met den Frieschen adelaar en het 'merk'. Zij staan dan in de doorsneden linkerhelft vaak boven (onder: het merk) en, eveneens veelal 1 en 2, dus zg. 'verkeerd gerangschikt'.

De laatste zin dat de klavers meestal 1-2 zijn geplaatst komt niet overeen met de meting in bron FWN. Compositie 1-2 komt daarin slechts in 5% van de wapens voor en compositie 2-1 in 10%. Naar zeggen zou compositie 1-2 de meest echte Friese plaatsing zijn. Nagenoeg alle composities 2-1 en 1-2 zijn in groen en zilver, met een meerderheid van groen op zilver. De kleuren groen en goud komt bij 2-1 maar 5x op de 30 voor, steeds als groen op goud. Dus in 17% van de gevallen. Bij 1-2 is dat in 7% van de gevallen. Namelijk 1x op de 15. En wel alleen bij Kranenburg.
** H12K, PgLx (GXW, FW Kranenburg Scharmer)

Kleding:
Kleding komt van kleed: Oud Engels (Anglisch): cladh (EWB), cloth (COD).
Kleren en kleding ontwikkelen zich in de loop der eeuwen steeds verder. Oorspronkelijk: functioneel en van leer (dierenvel). Later: meer decoratief en van wol of linnen.

10nC Circa 10nC komt een jong meisje om in de moerassen van Yde bij Eelde in NW Drente Aldaar is in 1897 een veenlijk gevonden van een jonge vrouw die de naam Meisje van Yde kreeg. Ze droeg een wollen hemd en een soort sjaal. Uit onderzoek blijkt ze te hebben geleefd in de 1e eeuw nC en van Germaanse origine. Aangezien Yde echter ligt in een gebied waar 300vC-450nC alleen Angelen wonen, zal ze zeker van Anglische oorsprong zijn. Het hoofd van het Meisje van Yde is gereconstrueerd aan de University of Manchester. Ook haar kleding is deskundig gereconstrueerd. Daarna is ze opgesteld in het Drents Museum te Assen.
++ Meisje van Yde

350nC In de Thorsberg Moor (moeras) in NO Angeln zijn oude kledingstukken van een man gevonden: een hemd met lange mouwen (tuniek) en een mannenbroek, gedateerd rond 350nC. Beide kledingstukken zijn gemaakt van leer en nogal rechttoe rechtaan gemaakt, waardoor ze nogal fantasieloos rechthoekig. Dankzij het leer en en de conserverende werking van het moeras verkeren de kledingstukken nog steeds in vrij goede staat. (> Thorsberg)
Onderstaande website toont de Broek van Thorsberg en hoe die te maken is. De site noemt de broek ten onrechte een Vikingbroek. De Vikings bestaan namelijk alleen in circa 850-1050nC, terwijl de broek dateert uit circa 350nC.
** Vikings
++ Broek van Thorsberg

 

450nC Links: aquarel van de Prinses van Zweeloo (425-450) gemaakt door Hester Jans-Molenberg, na zorgvuldig historisch onderzoek van de achtergronden en de mode uit haar tijd. Zweeloo in Zuid Drente is bekend om de Prinses van Zweeloo, een jonge vrouw van goede stand die heeft geleefd in circa 425-450nC. In die tijd wonen in Drente alleen nog maar Angelen uit Noord Duitsland. Het graf van de prinses is ontdekt in 1952 tijdens graafwerk. Daarin zijn ook sieraden gevonden: bronzen spelden, een ketting met glazen kralen, een ketting met kralen van barnsteen, een zilveren ring, zilveren toilet garnituur, een bronzen sierspeld in vlindervorm, grote losse kralen van banrsteen en van glas en bronzen
 
armbanden, ringen en sleutels en een ketting met een bevertand. De Angelen waren veelal beverjagers in die tijd. De bevertand bevestigt dus haar Anglische origine. De prinses droeg een gewaad van zeldzaam mooi geweven linnen en een ruitkeper Gezien al deze bizondere artefacten moet zij wel van goede stand zijn geweest. Vandaar dat ze titel prinses kreeg. De vondsten worden bewaard in het Drents Museum te Assen.
Links: Hester Jans-Molenberg heeft van de prinses na zorgvuldig historisch onderzoek nevenstaande aquarel gemaakt.
** Prinses van Zweeloo
@ aquarel © B.C. Kranenburg

620nC In Sutton Hoo zijn vele archeologische vondsten gedaan. O.a. wapens, ornamenten en een helm met grima (masker) van koning Redwald, die daar is gestorven en begraven rond 625nC. Op onderstaande site is een reconstructie getekent van Redwald in vol militair ornaat. Hij houdt o.a. een speer in de hand, een typisch wapen van de Angelen. Deze uitrusting zal weinig verschillen met die in Angeln vóór circa 500nC als de Angelen zich vestigen in East Anglia vanuit het Continent. Redwald lijkt zijn roots te hebben in Roderwolde in NO Drente, tot 500nC vrijwel uitsluitend Angelen wonen.
++ Redwald van East Anglia

700-1440nC De University of Manchester heeft een site waarop kleding is te zien van Angelen in de priode 700-1440nC. In hoeverre deze kleding afwijkt van de Angelen op het Continent is vooralsnog niet precies bekend. De Angelen zijn pas circa 250 jaar in Engeland. Gezien de trage ontwikkelingen in klederdracht in die eeuwen, mag te verwachten zijn dat de Continentale Angelen nagenoeg identieke kleding dragen. De volgende site van de Univeristy of Manchester toont enige afbeeldingen van kleding bij de Angelen in Engeland en verder Anglische broches, kettings en andere ornamenten.
The Lexis of Cloth and Clothing Project van de University of Manchester
++ Cloth and Clothing Lexis Gallery

 

900nC Links: aquarel van Ethelflaed van Wessex (869-918) gemaakt door Hester Jans-Molenberg, na zorgvuldige analyse van Ethelflaed's achtergronden en de mode uit haar tijd. Deskundigen denken dat Ethelflaed linkshandig was, vanwege haar strijdvaardigheid, hetgeen nogal kenmerkend wordt geacht voor vrouwen met leiderscapaciteiten. Tevens verklaart dat haar successen in gevechten met het zwaard. Rechtshandigen zijn getraind op tegenstanders die ook rechtshandig zijn. Linkshandige tegenstanders zijn dat ook, maar zorgen door hun linskhandigheid voor acties, die voor hun rechtshandige tegenstanders vaak onverwacht zijn door hun eigen rechtshandige gerichtheid.
 
Ethelflaed van Wessex (Aethelflaed, Ethelfleda), Prinses van Engeland. Sinds 911 Lady van Mercia. Dochter van koning Alfred de Grote van Wessex en koniging Ealswith Osburgh van Engeland. Huwt in 889 met Ethelred II, eerst Koning later Earl van Mercia.
** Lx (Ethelflaed van Wessex)

 
Kolonisatie:
** Koninkrijk, Vortigern, Engelandvaarders, East Anglia, Migratiestromen, Migratiewaarden, Expansie

Koning:
In de oudheid worden koningen gezien als afstammelingen van een god. In het oude Egypte zag men Horus als de vader van alle farao's. Elders zag men de zon als de vader van de koningen. In Japan gelooft men nog steeds dat de keizer een nazaat is van de zon. De Germaanse koningen laten zich afstammen van een god. Bij de Angelen is dat Wodan.
** ODA
# EWB, RRA, DAB

Koningen:
Volgens bron RRA beschouwen de Anglische koningen zich als nazaten van Wodan, de oppergod van de West Germanen. Aangezien Anglische soldaten en koningen in Engeland in de strijd een helm met grima dragen, lijkt de bewering van RRA juist. Een grima is een strijdmasker. Volgens de mythe draagt Wodan steeds een masker (grima) om zich te vermommen. Zijn bijnaam is daarom Grim. Volgens andere overleveringen is Ingwa (700-640vC) de stamvader van de Angelen en is hij een nazaat van Ing, de eerste Zweedse koning, stammend uit het Huis der Inglings. Op grond van diverse gegevens kan de volgende genealogie worden opgesteld voor de Anglische koningen:

Wodan/Odin (> Oda)
xxx
Ing -- 1675-1565vC/Zweden
xxx
Ingwi -- 700-640vC/Zweden-Denemarken-Angeln
xxx
Arnlev -- 225-165vC/Angeln
xxx
Weothulgeot -- 260-320nC/Angeln
Weaga -- 290-350/Angeln
Wihtlaeg -- 321-381/Angeln
Wermund -- 356-416/Angeln
Offa -- 380-456/Angeln
Angeltheow -- 400-477/Angeln
Eomar -- 420-489/Angeln
Eomar is de laatste Anglische koning van Angeln.

Angelen werden normaliter na hun dood gecremeerd. Volgens bron RRA eist Wodan/Odin namelijk crematie, opdat de ziel van de dode kan terug keren bij hem. Dat geldt zeker voor de Anglische royalties, die immers afstammen van Wodan.
** Wodan, Grima, Crematie

Koninkrijk:
Angeln heeft koningen gehad en moet dus ooit een koninkrijk zijn geweest. Dit koninkrijk zal geleidelijk gegroeid zijn. Hoe zag dit koninkrijk eruit, wat waren haar grenzen, hoe werd het georganiseerd, hoe werd het bestuurd, etc. Deze vragen eisen nader onderzoek over de periode 665vC-500nC: van koning Ingwi tot koning Eomar, ofwel van de eerste tot de laatste koning der Angelen.

- Wapen: Op groen een adelaar in zilver, links gekeerd. Dit wapen is nog terug te vinden bij geslachten in Engeland die afstammen van de oude Anglische koningen. Zoals gebruikelijk in de oudheid voert een koninkrijk normaliter het wapen van het regerend vorstenhuis. Het wapen van Koninkrijk Angeln is vrij zeker gebaseerd op een oude legende van de Anglische koningszoon Arnlev, die met twee
 
kameraden vlucht voor aanvallen van Denen in Oost Angeln. Arnlev klimt op een gegeven moment in een boom om goed te kunnen zien waar de Denen zitten. Plotseling wordt hij aangevallen door een grote witte adelaar. Als Arnlev verder klimt, ziet hij een nest met drie jonge kuikens. Hij begrijpt meteen dat hij wordt aangevallen omdat de adelaar haar jonkies wil verdedigen. Dan gaat er een licht in hem op. Hij beseft dat hij niet moet vluchten voor de Denen, maar terug moet keren om zijn land te verdedigen. Zijn twee kameraden denken daar echter anders over en vluchten verder. Arnlev keert terug en is zo gemotiveerd dat hij met zijn landgenoten de Denen weet te verjagen. Gezien de historische feiten en thesen mbt Angeln kan e.e.a. zijn geschied rond het jaar 200 vC. Het afgebeelde wapenschild is een remake van een Anglisch wapenschild uit circa 800 nC. Op de helm van de Anglische koning Redwald (gst 625 nC), gevonden in Sutton Hoo in Suffolk, zijn krijgers afgebeeld met adelaarskoppen op hun helm. Kennelijk is de adelaar dus op grotere schaal in gebruik bij de Angelen. (> Adelaar)

- Hoofdstad: In 665vC vestigt koning Ingwi zich met zijn gevolg in Angeln aan de monding van rivier de Schlei. Hij bouwt daar een burcht met de naam Haithabu = Heideburg. Zijn nederzetting groeit uit tot een grote havenstad en krijgt de naam Haithabu, naar de burcht van Ingwi. In de loop der eeuwen groeit Haithabu nog verder uit tot een belangrijke havenstad met internationale contacten. O.a. met Kreta en andere belangrijke locaties in het Mediterrane gebied. (> Kreta) De stad wordt echter sinds de Middeleeuwen steeds vaker Sleswig genoemd. Deze naam is sinds de 19e eeuw officieel. (> Haithabu, Sleswig)

- Grenzen: Sinds de vestiging van koning Ingwi in 665 vC in Angeln groeit en krimpt Angeln volgens onderstaand schema:
665vC-489nC Koninkrijk Angeln
665vC-500vC Angeln: Angeln strekt zich uit tot de Eider (> Angeln)
500vC-300vC Groot Angeln: Angeln strekt zich uit tot in Noord Groningen
300vC-600nC Mega Angeln: Angeln strekt zich uit tot aan de Rijn
600nc-700nC Groot Angeln: Angeln strekt zich uit tot de Elbe
700nC-heden Angeln: Angeln strekt zich uit tot de Eider
 
Op bovenstaande kaart is te zien dat Mega Angeln zich uitstrekt tot aan de Rijn. Na het einde van het Koninkrijk Angeln bestaat Angeln nog als Mega Angeln en Groot Angeln, om daarna verder te krimpen tot het Angeln anno 2009. Het is niet duidelijk wat grenzen in die tijd voorstellen. Wel is bekend dat de Romeinen hun grenzen in de Nederlanden duidelijk hebben afgebakend met grenspalen. Wijk Kranenburg in Utrecht grenst in de oudheid direct aan het Romeinse Rijk en ligt daardoor nog net in Mega Angeln. Aan de Koningsweg richting Gansstraat, vlakbij de spoorlijn, staat in genoemde wijk een replica van een oude Romeinse grenspaal.
** Lx (Kranenburg Utrecht)
@ foto © TiedLight ®
 
- Invloedsfeer: Het is de vraag hoever de invloed en de macht van het Koninkrijk Angeln reiken. In 449 nC heet Angeln nog een van de drie Germaanse machten op het Continent. (ASC) Onderstaand overzicht laat zien dat Angeln zich kennelijk goed weet te weren in de periode tot 468 nC, na de laatse massamigratie naar Engeland.
200vC-- Denen teisteren Oost Angeln. > Heraldiek: Witte Adelaar
166-180 Marcomannische Oorlog > Thorsberg
200-500 Denen teisteren Angeln. > Angeln
345-360 Oorlog met de Myrgings in Holstein. > Freawin (gb 320nC)
468---- Anglische vloot van 400 schepen vanuit Haithabu naar de Rijnmond > Radiger
488---- Dood van koning Eomar. Einde Koninkrijk Angeln.
500-700 Angeln geleidelijk veroverd door de Denen. > (Angeln: De grote trek 4)
Hierna bestaat Angeln enige tijd alleen als land, zonder centrale macht.
- Bestuur: De bestuursmacht in Angeln ligt bij de koning. Hij laat zich daarbij in moeilijke gevallen adviseren door de Witan, een per situatie samengestelde raad van deskundigen mbt de zaken in kwestie. (> Witan)
- Rechtspraak: De rechtspraak bij de Germanen c.q. Angelen is gezien in de tijd feitelijk niet slecht georganiseerd. Het stamrecht wordt overgeleverd van generatie op generatie en middels dingen (rechtszittingen) in een Mallus gehandhaafd. Verreweg de meeste delicten worden gestraft met een geldboete (zoengeld). Slechts zeer ernstige delicten worden gestraft met de dood. Pas na de vestiging van de christelijke kerk wordt de doodstraf op grotere schaal ingevoerd. Met name voor delicten tegen de kerk en zgn heidense rituelen. (> Mallus, Rechtspraak)
- Ambtenarij: De oude Egyptenaren kennen ambtenaren. Het lijkt dus niet onwaarschijnlijk dat ook de Germanen c.q. de Angelen ambtenaren kennen. Vooralsnog is daarover echter niets bekend.
- Economie: Angeln kent van oudsher visserij, beverjacht, landbouw, ambachten (o.a. smeden, leerbewerkers) en handel. Vrij zeker is er ook veehouderij. Daarover is echter vooralsnog niets bekend. (> Beroepen)
- Geldstelsel: Hoe het geldstelsel in het Koninkrijk Angeln eruit ziet, is vooralsnog niet helemaal bekend. Vrij zeker wordt al vóór de jaartelling de Germaanse schilling gebruikt als betaalmiddel. Sinds de Romeinse Tijd (12vC-450nC) wordt daarnaast vrijwel zeker ook de dinarius gebruikt. (> Geldstelsel)
- Anglische Mark: In 1327 wordt een Codex opgesteld voor Fivelingo en Oldambt in Groningen. De Codex is geschreven in het toenmalige Fries. Daarin staat onder artikel 2:
Jnt erst: Werther en mon fallit ofta othera lond inna thet other, sa scel ma hine ielda mith xvi mercum anglischis and ene haudlesene tha riuchtrum, ther to tha riuchte sweren hebbat, to brecma and thio haudlesene bi xxxvj schillingum.
Ofwel:
Eerstens: Wordt een man uit het ene land in een ander land gedood, dan zal men hem met 16 Anglische marken beboeten en de rechters, die voor het rechterambt zijn beëedigd, een halslosgeld betalen als borgsom, en het halslosgeld bedraagt 36 schillings.

Uit deze tekst blijkt dat in 1327 in Groningen nog wordt betaald in Anglisch geld. Het Anglisch geldstelsel zal zeker al ver voordien in gebruik zijn. Hieruit blijkt tevens dat het gebied vrijwel zeker in de Anglische invloedsfeer lag tot zeker in die tijd. Ook voor de overige gebieden binnen Mega Angeln zal e.e.a. gelden. (> Anglische Mark)

- Wapens: Nabij de Thorsberg Moor in NO Angeln zijn o.a. deposieten gevonden die vanaf 200nC steeds meer krijgskundig van aard worden. Ze worden daarom in verband gebracht met de Marcomannische Oorlog van 166-180 nC. (> Thorsberg) In Sutton Hoo (East Anglia) zijn vondsten gedaan, die dateren van circa 625nC, die te maken hebben met koning Redwald (gb 565) van East Anglia. De gevonden artefacten vertonen veel gelijkenis met de Vendelcultuur in Oost Zweden. Suffolk wordt sinds circa 500nC bevolkt door Angelen afkomstig van het Continent. Onder de grote vondsten is een zgn grima, een helm met masker, gedragen door Anglische krijgers. (> Suffolk) Op de helm van Redwald zijn o.a. Anglische krijgers afgebeeld in korte tunieken en gewapend met speren en dolken. E.e.a. wijst erop dat de Angelen zeker al in hun homelands op het Continent wapens voeren in kennelijk georganiseerd verband en onder aanvoering van een koning of ander krijgsheer.
- Leger: Reguliere legers komen tot circa 500 nC niet echt voor bij de Germanen. Wel zijn er huurlingen, die bij gelegenheid en tegen betaling hun vechtkunst leveren. Deze situatie doet zich in heel Europa nog vele eeuwen voor. Het is wel aan te nemen dat de Anglische koningen permanent een klein leger soldaten hebben voor eigen eigen veiligheid en om hun belangen te verdedigen. Bron ASC schrijft dat in 449 nC koning Vortigern in Noord Brittannia de hulp vraagt van de Angelen en Saxen op het Continent om hem te helpen in zijn strijd tegen de Picten. (> ASC) Angeln voldoet aan dit verzoekt en stuurt inderdaad een leger naar Brittannia. Mogelijk bestaat dat leger uit huurlingen, maar zeker is dat niet. Uit e.e.a. mag men concluderen dat Angeln in die tijd toch zeker een staand leger moet hebben, dat ver buiten de eigen grenzen bekend is, zo niet gewaardeerd of gevreesd.
- Vloot: In 468 nC vaart een Anglische vloot van 400 schepen de Rijn op omdat een Anglische prinses haar geliefde wil dwingen met haar te trouwen. (> Radiger) Hieruit kan men concluderen dat Angeln in die tijd kennelijk ook maritieme macht bezit.
- Kolonisatie: Zoals gezegd vraagt in 449 nC koning Vortigern in Noord Brittannia de hulp van de Angelen en Saxen op het Continent om hem te helpen in zijn strijd tegen de Picten. Angeln voldoet daar kennelijk aan, want vele bronnen schrijven daarna over de aanwezigheid van Anglische soldaten (huurlingen?) in Brittannia. Sommige bronnen beweren dat die er al veel eerder waren. Deze Anglische soldaten schijnen na de hulp aan Vortigern in Brittannia te blijven. Mogelijk waren daar ruim voordien ook al Anglische handelslieden. Tezamen met de Anglische soldaten hebben ze zich blijvend gevestigd in Brittannia en hun aanwezigheid en macht steeds verder uitgebreid. Dit proces was waarschijnlijk langs natuurlijke weg verlopen. Het lijkt er namelijk vooralsnog niet op dat er vooraf opzet was in Angeln tot deze feitelijke kolonisatie van Brittannia. (> Kolonisatie)
- Ondergang: Door oorlogen en massamigratie van Angelen naar Engeland raakt het Koninkrijk Angelen rond 480 ernstig verzwakt. Eomar is de laatste koning van Angeln. Hij sterft in 489 nC. Met zijn dood houdt het Koninkrijk Angeln op te bestaan. Onderstaand tabel geeft een overzicht van het verloop van belangrijke historische gebeurtenissen.

200vC-- Denen teisteren Oost Angeln. > Heraldiek: Witte Adelaar
166-180 Marcomannische Oorlog > Thorsberg
200-500 Denen teisteren Angeln. > Angeln
345-360 Oorlog met de Myrgings in Holstein. > Freawin (gb 320nC)
420-489 Eomar laatste koning van Angeln.BR> 450-500 Massamigratie Angelen naar Brittannia.
468---- Anglische vloot van 400 schepen vanuit Haithabu naar de Rijnmond > Radiger
489---- Koning Eomar sterft. Het koninkrijk houdt op te bestaan.
500-700 Angeln geleidelijk veroverd door de Denen. > Angeln: De grote trek 4
600---- Saxen settelen in Oost Holstein (Albinga) > Saxen
737---- Deense koning Godfried bouwt de Danewirke, een muur tussen de Eider en de Schlei bij stad Sleswig om zuidgrens te beschermen.
775---- Saxen settelen in NW Duitsland en NO Nederland > Saxen

- Restanten: Het feit dat de expansie van de Saxen in NW Duitsland en NO Nederland pas plaats vindt rond 600-775nC, duidt erop dat de overgebleven Angelen op het Continent in staat zijn de opmars van de Saxen tot die periode succesvol te blokkeren, ondanks het feit dat het Koninkrijk Angeln in 489 ophoudt te bestaan als gevolg van de massamigratie van Angelen naar Brittannia en de aanvallen van de Denen. Dit duidt er tevens op dat er nog genoeg Angelen zijn blijven wonen in hun homelands op het Continent om weerstand te bieden tegen de Denen en de Saxen. Na de laatste push van de Saxen richting NO Nederland rond 775nC is het echter afgelopen. De Saxen hebben het hele gebied van NW Duitsland en NO Nederland definitief sterk geïnfiltreerd. (> Saxen)
 

Kopper Maandag:
Oeroude feestag uit de Germaanse tijd. Afgeleid van kopperen = feest vieren, van kop = beker. (EWB) Het feest valt altijd op de maandag na de Twaalfde Nacht, het einde van de Twaalf Nachten na het Joelfeest, de nachten van de Wilde Jacht, ofwel van zware beproevingen. Ook wel genoemd Blauwe Maandag, mogelijk vanwege het vele drinken van sterke dranken, waardoor sommigen blauw aanlopen. De uitdrukking dat iemand blauw van de drank uitziet, herinnert ons daar nog aan. In de Midlands en East Anglia in Engeland viert men op die dag Plough Monday, een soort carnaval, waarbij de plough boys met een ploeg langs de huizen gaan om geld en kado's te ontvangen. De plough boys zijn boeren jongens, die als dagloners werken en vaak onderbetaald werden. Op die dag vindt ook Molly Dancing plaats, waarbij mensen leuk verkleed de weg opgaan en feestelijke muziek maken en vrolijk zingen en dansen. Later nemen de Gilden dit gebruik over en maken er een traditionele feestdag van op 6 januari. De Christenen maken er Drie Koningen van, eveneens op 6 januari, ter afsluiting van de Advent. Tot in de 19e eeuw sturen mensen elkaar ook kaarten met goede wensen, zoals nadien gebeurt met Kerst en Nieuwjaar.
** Twaalf Nachten
++ Plough Monday

Kraan:
Anglisch: cran, cranoc.
ONl: crane, craen: 1. kraanvogel; 2. kraan, hijskraan, tapkraan.
Oud Hollands: chranuh.
Engels: crane: kraanvogel, hijskraan, siphon, waterkraan.
EWB: Oud Engels: cran, cranoc.

Zeer opmerkelijk is dat bron EWB geen andere equivalente Oud Germaanse vormen noemt van het woord kraan of kraanvogel. Bij nagenoeg alle andere woorden gebeurt dat welhaast overvloedig. Alleen dus het Oud Engels. Dit lijkt daarom welhaast te betekenen dat het woord kraan alleen voorkomt in het Oud Engels c.q. Anglisch en dat de Nederlandse vorm 'kraan' afkomstig is uit het Anglisch.
Geranos (Oud Grieks) en garanos (Oud Gallisch) = kraanvogel. Zo genoemd naar het schreeuwen van de vogel.
Etymologie: hijskraan en tapkraan zijn genoemd naar de kraanvogel, vanwege de gebogen hals van deze vogel.
Twents (Neder-Saxisch): kroene krane = slingerpad.
De beteknis van kraanvogel is dus steeds primair.
# WMN, COD, EWB, FRI

Krane:
Vele locaties waar kraanvogels in het verre verleden plegen te bivakkeren zijn naar hen genoemd. O.a. Kranenkamp (Diepenveen, Eibergen en Brummen), Kranekamp (Munckeburen), Kranenland (Diepenveen), Kranenweg (Eibergen), Kraanlanden (Ny Beets en Gasselte), Kranendelle(Ruurlo), Kranenkolk (Overijssel), Cranenbroek (Egmond/NH), Craneberch (Bergen/NH), etc. Al deze namen met krane zijn afgeleid van het Anglische woord 'cran' (Ndl kraan~) dat blijkens bron EWB etymologisch oorspronkelijk uitsluitend lijkt voor te komen in het Oud Engels en derhalve in het Oud Anglisch.
** Kraan

Kranenburg:
Oudste spelling: Cranenburg. De naam Kranenburg (Cranenburg, etc) komt oorspronkelijk als locatienaam uitsluitend voor in Zuid Holland, NW Duitsland en Zuid Engeland. Deze regio's zijn circa 300vC-700nC overwegend bevolkt door Angelen.
Aangezien:
- het woord 'crane' (Ndl kraan~) blijkens bron EWB etymologisch oorspronkelijk uitsluitend lijkt voor te komen in het Oud Engels c.q. het Anglisch,
- en het woord 'burg' eveneens blijkens bron EWB etymologisch oorspronkelijk uitsluitend lijkt voor te komen in het Oud Engels c.q. het Anglisch,
- en de locatienaam Kranenburg alleen voorkomt in oorspronkelijk Anglische gebieden,
>> lijkt de naam Kranenburg~ van oorsprong een Anglische naam te zijn.
** Kraan, Offaland, Mega Angeln, Lx (Kranenburg, Kranesites)
# EWB, DAB, KBG

 
Kranenburg Bleiswijk:
Voormalig kasteel aan de Rotte bij Bleiswijk, gebouwd in 1106 door burggraaf Halewijn II van Leiden, zoon van burggraaf Halewijn I van Leiden, alias Alwin of Cranesbury uit Englefield bij Windsor, Berkshire in Engeland.
** Lx (Cranenburg Bleiswijk, Van Cranenburch Bleyswyck)

 
Kranenburg Kleef:

Stad in Westfalen tussen Nijmegen en Kleef. In 2003 ca. 9000 inwoners. Vanaf 1127 vestigen zich hier Hollandse 'broekers' die in opdracht van de graaf van Kleef het 'Kranenbroek' droogleggen t.b.v de vervening. In 1294 krijgt Kranenburg stadsrechten. Sinds 1308 is Kranenburg een bedevaartoord. Begin 15e eeuw wordt het vestingwerk gebouwd, dat nu een van de best bewaarde aan de Neder-Rijn is. Een van de poorttorens fungeert tot in de moderne tijd als molen, maar bergt nu het Heimatmuseum.
 
Op kaart KGH (1593) wordt Kranenburg aangegeven als Craneborg, zijnde een vrij grote streek tussen Nijmegen en Kleef. Het gebied is naar zeggen genoemd naar het slot Kranenburg dat heeft gestaan op een heuvel aan de monding van de Groesbeek, omringd door een wal en een gracht, midden in een veengebied. Het is gebouwd rond 1227 door Dirk IV graaf van Kleef (1202-1260).
 
De locatienaam Kranenburg is hier kennelijk afgeleid van kasteel Kranenburg aldaar. De naam van het kasteel en de naam Kranenbroek aldaar, doet vermoeden dat de naam Kranenburg in deze context betekent: de burcht bij het veengebied Kranenbroek. Het Anglisch kent het woord bruc [broek] als stroompje of beek. Bron EWB noemt verder geen andere Germaanse talen met een gelijkwaardige fonologie. In Zuid Engeland komt de locatie Cranbrook voor, niet ver van Hastings. Dit gebied lijkt oorspronkelijk Anglisch gebied. Per saldo mogen we dus vooralsnog aannemen dat hiergenoemde Kranenbroek en Kranenburg Anglische locatienamen zijn. Deze these strookt met de aanwezigheid van Angelen aan de Rijn sinds circa 200vC.
** Angelsites, Lx (Kranenburg Kleef)

 
Kranenburg Stade:

          

Tussen Bremen en Hamburg ligt aan de rivier de Oste een gehucht met de naam Kranenburg, gebouwd op de 'Geest' (zandheuvel) in een drooggelegd moerasgebied. In dit gebied verzamelen zich de Hasten (een onderstam van de Saxen) in de 5e eeuw NC voor de overtocht naar Zuid Engeland (Kent en Sussex), waar ze o.a. de stad Hastings bouwen. Iets ten noorden van Hastings ontstaat een dorp met de naam Cranbrook.
Anno 2003 wonen in Kranenburg aan de Oste ongeveer 400 mensen. Dit gehucht dankt haar naam aan een veenborg met de naam Cranenburg dat daar in 1375 is gebouwd in opdracht van aartsbischop Albert II van Bremen.

Genoemde Hasten verzamelen zich in Kranenburg Stade aan rivier de Oste die daar langs stroomt om gezamelijk over te steken met de veerboot daar. Dat verzamelpunt lag naast de hoeve op de foto rechts, gelegen aan de Oste. Volgens streekhistoricus H. Borgers te Kranenburg Stade kwamen de Hasten uit een gebied ver ten oosten van Bremen, namelijk de Lüneburger Heide of daaromtrent. Die locatie stemt aardig overeen met het oude woongebied van de Saxen, zoals genoemd in oude bronnen.

 
E.e.a. betekent dat in de regio waarin Kranenburg Stade ligt in die tijd (circa 450nC) nog geen Saxen wonen. Aangezien Angeln zich in die tijd uitstrekt tot aan de Rijn, moet de regio Bremen/Hamburg waar Kranenburg Stade ligt, rond 450nC nog Anglisch gebied zijn, waar dus voornamelijk Angelen wonen.
** Hasten, Saxen, Mega Angeln, Lx (Kranenburg Stade)
@ foto © B.C. Kranenburg
# Neue Chronik von Kranenburg (H. Borchers, Kranenburg Stade, 2003), FRI, DAB, KBG

Kranenburg Vorden:
Dorp bij Vorden in de Achterhoek. Deze locatie is genoemd naar de hoeve Kranenburg (Ao 1995 Elshoff) die daar begin 17e eeuw is gebouwd door Henderick op de Cranenborch en naar hem is genoemd. Henderick is een verre nazaat uit het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck.
** Lx (Kranenburg Vorden)

Kranenburg Zwolle:
Voormalig kasteel in Berkum bij Zwolle. Gebouwd circa 1300 door een Kranenburg~ uit het geslacht Van Cranenburch Bleyswyck. Kasteel en landgoed zijn naar hem genoemd.
** Lx (Kranenburg Zwolle)

Kranenkamp Diepenveen:
Oude boerderij met landgoed aan de Raalterweg 39 in Diepenveen, tegenover Restaurant De Kranenkamp.
Oorspronkelijk een moerassig gebied met uitgestrekte heidevelden. Sinds circa 1600 in cultuur gebracht.
In 1604 wordt melding gemaakt van een boerderij/havezathe op de Kranenkamp. Mogelijk een voorganger van de huidige boerderij.
In 1824 wordt tussen de boerderij en de Raalterweg een Engels landschappark aangelegd, met waterpartijen en slingerpaden. Ontwerp van A. van Leusen.
Sinds 1950 eigendom van Stichting IJssellandschap.
Anno 2005 is het landgoed een mooi wandelgebied met veel bos. In de nabijheid staat het klooster Sion van de Benedictijnen.
De locatie heeft duidelijke kenmerken van een kranenberg. Het ligt wat hoger dan
het omliggende gebied, oorspronkelijk moerassige veengrond. Hier en daar zijn nog overblijfselen zichtbaar in de vorm van grote kikkerpoelen en een brede sloot voor de afwatering.
¶ Krane is afgeleid van het exclusief Anglische woord crane = kraanvogel. Kranenkamp lijkt om die reden van oorsprong een Anglische naam c.q. een Anglische locatie. (> Krane) Het woord kamp is afkomstig uit het Latijn campus. De naam Kranenkamp zal dus in of na de Romeinse Tijd (12vC-450nC) zijn ontstaan. Aangezien het Romeinse Rijk in Nederland grensde aan de Rijn zal de naam Kranenkamp wel van na 450nC kunnen zijn.
@ foto © TiedLight ®
# AWA, DAB, FRI

Kranenweg:
Weg in de regio Holterhoek in Eibergen. De naam duidt op kraanvogels die daaromtrent vroeger bivakkeerden. De naam op de aanwezigheid van Angelen, die zich aldaar rond 200vC hebben gesetteld. Kraan(vogel) is namelijk afgeleid van Anglisch cran.
** Krane, Holterhoek, Angelsites

Kreta:
** Handel, Pg Genline

KSV:
Kleine schoolatlas der vaderlandse en algemene geschiedenis
Dr M.G. De Boer & H. Hettema Jr
Uitg. W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle 1956

KTE: (500-1000nC)
Kerntaal Engels
De taal zoals 't Engelse taal is in de allereerste periode dat er spraken is van de Engelse taal.

- Saxen van het Continent vallen in 477 nC Zuid Engeland binnen en stichten daar het koninkrijk Sussex. Aelle wordt in dat jaar de eerste koning van Sussex. Voordien is hij een stamhoofd van de Saxen. Hij moet dus afkomstig zijn van het Continent. In de Anglo-Saxon Chronicle wordt Aelle de eerste Bretwalda genoemd, ofwel de eerste Angel-Saxische koning van heel Brittannia. Dit impliceert dat in 477 nC heel Brittannia in handen van de Angel-Saxen moet zijn en dat Sussex daarin de belangrijkste macht is.

- Bron ASP schrijft (p 1):

The oldest stage of English, from the earliest records (about A.D. 700) to soon after the Norman Conquest, is now generally called 'Old English', though the name 'Anglo-Saxon' is still often used. There were several dialects of Old English. This grammer deals only with the West Saxon dialect, the most important for the study of the literature; and with the early form of it - that is, the language of about the time of King Alfred.

- Volgens de Anglo-Saxon Chronicle is Wessex gesticht door Cerdic en Cynric, hoofdmannen van een clan met de naam Gewisse. Volgens overlevering zijn ze in Southampton Water geland vanuit NW Duitsland en Denemarken. Archeologische vondsten suggereren echter een herkomst uit de regio Upper Thames (o.a. Oxfordshire) en de Cotswolds. (> Gewisse) Dat gebeurt circa 540 nC. In 552 verslaat Cynric van Wessex de Britten bij Salisbury (Wiltshire, Engeland). Koning Alfred de Grote van Wessex leeft in 848-901. In 871 wordt hij koning. Het Wessex Engels van eerder genoemde bron ASP zal dus ontstaan zijn in de periode 540-870 nC.

- Cerdic van Wessex (482*-542*) wordt gezien als de zoon van Elesa in de Cotswolds of Wessex. Volgens andere oude bronnen is Cerdic leider van een groep Saxen van het Continent. Mogelijk ook is hij een zoon van Icel van Angeln, die zelf met een grote groep Angelen naar Brittannia migreert. Angelen worden door diverse bronnen vaak ten onrechte Saxen genoemd. Cerdic zou daarom inderdaad een zoon zijn van Icel kunnen zijn. Rond 515 nC wordt Cerdic koning van Wessex. Zijn zoon is de latere koning Cynric van Wessex.

- Het koningshuis van Wessex beweert van oudsher dat ze afkomstig zijn uit Angeln en dat ze afstammen van het Anglische koningshuis alddar. Het is dus zeer aannemelijk dat Cerdic van Wessex inderdaad een zoon is van koning Icel van Angeln.

- De Germaanse bevolking van Wessex zal in de periode 540-870 nC voornamelijk bestaan uit Angelen en Saxen uit de Cotswolds en vrijwel zeker Saxen uit Sussex, een Saxisch rijk gesticht in 477 nC. De volkstaal van Wessex zal daardoor een sterk Saxisch karakter moeten hebben. De hoftaal van Wessex zal echter gezien de herkomst van het koningshuis mogelijk meer een Anglische georienteerde taal kunnen zijn.

- Alfred de Grote van Wessex (848-901), sinds 871 koning van Wessex. Alfred de Grote noemt zich Rex Anglorum en Bretwalda. Ofwel: Koning van de Angelen en Heerser van heel Brittannia. Hij ziet Engeland dus als het land bewoond door (voornamelijk) Angelen. De taal van het land moet dus in zijn ogen het Anglisch zijn. Alfred schrijft en vertaalt Latijnse werken in zijn volkstaal, dat door de taalgoeroes Oud Engels c.q. het Oudste Engels wordt genoemd. Zo vertaalt hij o.a. "De Cura Pastoralis" (Over de Zielszorg) van Gregorius de Grote, "De geschiedenis van Orosius" (met eigen aanvullingen over Scandinavië en Noord Duitsland uit zijn tijd), "De consulatione philosophique" van Boethius en een bloemlezing uit de "Soliloquia" van Augustinus. Verder stimuleert hij een verkorte vertaling van Beda's Anglo-Saxon Chronicle.

- Analyse van de woordenlijst van bron ASP leert dat het Wessex Engels uit de 9e eeuw nC overwegend een Saxische taal lijkt. In 832-1154 nC wordt de Anglo-Saxon Chronicle geschreven. De taal van de tekst lijkt eveeens van sterk Saxische signatuur. (> ASC) Het Saxisch in beide bronnen lijkt sterk verwant aan het Nederlands.

- Als het Oudste Engels afkomstig uit Wessex inderdaad overwegend een Saxische taal lijkt, dan rijst de vraag waarom die taal dan de naam Old English krijgt en niet Old Saxon. Het antwoord is primair erg simpel: omdat de toenmalige elite (in meerderheid) van Brittannia het Wessex zelf zo noemen. De vraag wordt dan verschoven naar de vraag: En waarom noemt de elite het Wessex dan English? Het antwoord moet dan wel zijn: Omdat zij zichzelf als English (Englefolc) zien. Deze antwoorden imlpiceren dat de elite van het toenmalige Brittannia kennelijk overwegend Anglisch is, die het Wessex in die tijd als haar eigen Anglische taal beschouwt. Dit beantwoordt aan de eerder genoemde visies van de taalgoeroes t.a.v. de volkstaal waarin koning Alfred de Grote schrijft.

- Bron COD definieert anno 1959:

Old English: englisc, aenglisc from Old Teutonic anglisko (angli- ANGLE)
Teutonic: Of the Teutons. People or language of the Teutons.
Teutons: Member of any of the Teutonic nations or of the tribe of the Teutons: Germans, Anglo-Saxons and Scandinavians. Hist.: of the tribe of the Teutons first mentioned in 4th century BC and dwelling perhaps near mouth of Elbe. From Latin: Teutoni, -nes; of Teutonic origin (cf DUTCH).

> Ax: Englisch

Hieruit blijkt dat ook bron COD het Oud Engels beschouwt als een Anglische (Aenglisc) taal. Gezien de grote betrouwbaarheid en deskundigheid van bron COD moet haar oordeel als waar en juist worden beschouwd.

Verder blijkt uit de definitie [van English] van bron COD dat kennelijk al ver vóór de migratie van Angelen naar Brittannia sinds circa 350 nC in Old Teutonic [400-300vC] de Teutonen op het Continent (Denemarken en NW Duitsland) spreken van Anglisko c.q. het Anglisch. Aangezien de Teutonen voor het eerst worden genoemd in de 4e eeuw vC en na 100 vC schijnbaar verdwenen zijn, moet het Anglisch kennelijk zeker al in de periode 4e-3e eeuw vC als taal bestaan, vrij zeker zelfs eerder. Verder betekent e.e.a. dat de Angelen in de 4e-3e eeuw vC kennelijk al een redelijk groot volk zijn met een eigen taal. Waren ze immers een klein en onbeduidend volk, dan is de kans dat zij of hun taal in die tijd genoemd zouden worden zeer klein of zelfs nihil. (> Ax: English, Teutoons, Teutonen, Angelen, Demografie)

- Op grond van bovenbeschreven bevindingen kunnen de volgende conclusies worden geformuleerd:

Aangezien het koningshuis van Wessex zichzelf met recht ziet als afkomstig uit Angeln
- en koning Alfred de Grote de toenmalige Bretwalda is, ofwel de koning van heel Brittannia
- en de hofkringen van Wessex in die tijd toch de belangrijkste groep zal zijn van de elite in Brittannia
- en de toenmalige Britse elite hun taal English noemen en zichzelf bijgevolg als English (Anglisch) zal beschouwen
- en bron COD het Engels ook beschouwt als een Anglische taal
- en aangezien de Duke van Yorkshire als hoogste vertegenwoordiger van de Britse adel wordt gezien tijdens publieke evenementen
- en Yorkshire tot de oorspronkelijk Anglische gebiede wordt gerekend
>> lijken de conclusies gerechtvaardigd:
--- dat de Angelen in Angel-Saxisch Engeland de dominante groep zijn
--- en dat hun taal en cultuur de dominante plaats innemen in het toenmalig Engeland
--- en dat het Angel-Saxisch in die tijd feitelijk als een Anglische taal wordt beschouwd.

Verder kan worden gesteld dat:
Aangezien het Oudste Engels als een Anglische taal wordt beschouwd
- en de woordenlijst in bron ASP overwegend woorden bevat die als Oud Saxisch kunnen worden beschouwd
>> is de conclusie gerechtvaardigd dat het Oud Anglisch en het Oud Saxisch kennelijk talen zijn die nauwelijks van elkaar verschillen.

Deze laatste conclusie lijkt te worden bevestigd door bron ASW, die op pagina 31 schrijft:

The Anglo-Saxon peoples, then [5e eeuw nC], were probably of mixed stock, with a number of common characteristics, before they arrived in England.

Waar de Angelen en Saxen kennelijk zovele karakteristieken delen en ze op het Continent ook buurvolken zijn, zullen hun stamtalen toch zeker ook grote overeenkomsten kunnen vertonen.

- Het toenmalige Engels (Anglisch) lijkt op grond van de woordenlijst in bron ASP een taal die sterk verwant is aan het (Oer) Nederlands, de taal die in het hele gebied tussen de Rijn en Denemarken de lingua franca moet zijn geweest. (> Ax: Oer Anglisch) Dit is niet verwonderlijk. Immers, brons ASW (p 31) schrijft daarover:

The Saxons came from North Germany and Holland, from the area which was known in his [Beda] day as Old Saxony [Eald-Saexum], the Angles from the south of the Danish peninsula, from the area which is still called Angeln [North Germany], and the Jutes from Jutland. In other words, the Anglo-Saxons came from the western coastlands of Europe, from the area between the mouth of the Rhine and central Jutland.

Op grond van deze uitspraak van bron ASW is het dus in het geheel niet verwonderlijk dat het Oudste Engels zo dicht staat bij het taalgebied tussen de Rijn en Denemarken. Het kan feitelijk niet eens anders. De vraag rijst nu, waarom het Oer Nederlands op het Continent dan niet ook Anglisch werd genoemd. Het antwoord lijkt simpel. Mega Angeln strekt zich in 300vC-100nC uit van Denemarken tot aan de Rijn. Daarna scheiden de Friezen zich af en vestigen Saxen en andere stammen zich in het zuidelijk deel van Mega Angeln. De dominante positie van de Angelen is gekrompen tot aan de noordoevers van de Elbe, diverse Anglische enclaves achterlatend in het zuidelijk deel. In dit gebied gelden echter wel nog de Anglische invloeden van weleer. De lingua franca is kennelijk nog overheersend Anglisch. De andere stamtalen wijken daar oorspronkelijk weinig van af, maar differentieren zich in de loop der eeuwen wel in een eigen richting.
** Ax (Herkomstgebieden, Beda, ASC, Mega Angeln)
# ASW, KBG

L::

LACA:
Lange Afstand Contacten Angelen tot circa 1000 nC
Betreft i.b. informatie, transport en verbindingen.

¶ De Ossenweg: stelsel van zandwegen tussen Denemarken en Zuid Duitsland, waarlangs i.b. ossen worden gedreven naar afnemers. Heeft vele zijwegen, o.a. naar NO Nederland. Dateert al uit de Bronstijd (2000-800vC; > Ossenweg)
¶ Vondst van stuk wetsteen (= scepter!) op eiland Amrum (NW Angeln) met inscriptie thunn. Mogelijk gaat het om de roepnaam Authunn c.q. de Egyptische zonnegod Aton, die sinds circa 3000 vC wordt vereerd. Dit bevestigt dan de vroege contacten van NW Europa met het Mediterrane gebied. De ouderdom van de wetsteen is vooralsnog niet bekend. Mogelijk circa 1000 vC. Aton wordt namelijk na de dood van farao Amenhotep IV (1410*-1350vC) afgezworen. Deze farao was de grote promotor van de zonnegod Aton en noemde zich daarom Achnaton. (> Zonnecultus)
¶ 449 nC: Vortigern in Brittannia stuurt missie naar koning van Angeln om hulp te vragen in zijn strijdt tegen de Picten en Scoten. (> ASC)
¶ 754nC: Lebinus uit Yorkshire missionaris in NO Nederland. (> Lebinus)
¶ In en bij het A-Kwartier te Groningen bevinden zich vele aanlegplaatsen voor vrachtboten, met name voor de binnenvaart. Bij de Kranepoort ligt de voorhaven van het Reitdiep, waar circa 1550 en eerder voornamelijk runderen en ander vee worden vervoerd van en naar Denemarken, Vlaanderen en Engeland. (# WBG)
 

Ladangpolitiek:
** Expansie

Landschap:
Volgens bron EWB bestaat het landschap in Noord Europa in het verre verleden voornamelijk uit grote open vlakten begroeid met gras en weinig bomen.
** Wold

Lebinus: (713*-773)
Ook: Lebuin, Lebuïnus, Lebwin, Levinus, Lewin, Leafwine, Liebwin. Latijnse naam voor Liafwin (= lieve vriend), een Engelse missionaris uit Noord Yorkshire. Verblijft enige jaren in het klooster te Ripon, circa 30 Km NW van York. In 754 meldt hij zich bij bisschop Gregorius van Utrecht. De bisschop geeft hem opdracht tot kerstening van de gebieden in Gelderland en Overijssel. Lebinus vestigt zich in Deventer. In zijn missiejaren bouwt hij kerken in Zoeterwoude (750), Heemse bij Hardenberg (St Lambertus Kerk 756), Zwolle (Grote Kerk 765), Wilp (765) en Deventer (Lebuïnus Kerk 768). Lebinus sterft in 773. Hij is begraven in de naar hem genoemde Lebuïnus Kerk te Deventer. Na de Reformatie worden zijn relieken bewaard in de Broederen Kerk te Deventer.

Het feit dat bisschop Gregorius van Utrecht aan Lebinus opdraagt om missiewerk te gaan doen in Gelderland en Overijssel heeft vrij zeker te maken met het feit dat Lebinus uit Yorkshire komt en als zodanig makkelijk toegang kan krijgen tot de bevolking van die gebieden. Die bevolking bestaat in zijn tijd namelijk grotendeels uit Angelen. Daar Lebinus uit Yorkshire komt, zal hij vrijwel zeker een Anglische achtergond hebben en o.a. de Anglische taal goed beheersen. In zijn missiejaren 754-773 zijn Gelderland en Overijssel nog overwegend Anglisch. De Saxen vestigen zich immers pas na 775nC geleidelijk in NO Nederland. (> Saxen) De Angelen wonen daar echter al zeker sinds 100vC. O.a. aan en nabij de IJssel en tussen Hardenberg en Emmen. (> Angelsites) De Angelen in Yorkshire vestigen zich daar in 400-500 nC vanaf het Continent, i.b. het gebied tussen Denemarken en de Rijn. (> Angel-Saxen) Het verschil in taal en cultuur tussen Lebinus en de bevolking in Gelderland en Overijssel zal dus gering zijn. (> KTE)
** Ludger
# Google 5.9.09, DAB, KBG

Leire:
Zetel van de oude koningen van Denemarken, gelegen op het eiland Seeland, waar ook Kopenhagen ligt.
# WKP 12.5.09 (Nerthus)

Liemers:
Regio in zuidoost Gelderland, gelegen tussen de IJssel, Oude IJssel, Duitsland, en de Rijn. Belangrijke plaatsen: Angerlo (Angelre), Didam, Duiven, Lobith, 's-Heerenberg, Wehl, Westervoort, Zeddam en Zevenaar. Voornamlijk agrarisch gebied met industrie en transportbedrijven in de grote gemeenten.
De Liemers is vrij zeker oorspronkelijk (300vC-600nC) overwegend Anglisch gebied. Sinds circa 775nC vestigen zich er ook Saxen uit NW Duitsland.
** Angerlo, Mega Angeln, Dobbelen, Saxen, Didam, HAA
++ Liemers verleden

Lincolnshire:
Graafschap aan de oostkust van Engeland, tussen Humber en Wash. Districten: Parts of Holland (hoofdplaats Boston), Parts of Kestleven (hoofdplaats Sleaford) en Parts of Lindsey (hoofdplaats Lincoln). Zuid Lincolnshire was vroeger een groot moerasgebied (de zgn fens en marshes), ontwaterd door de Witham en Welland. Economie: landbouw (tarwe, aardappels, suikerbieten), veeteelt (rundvee, schapen), bloembollen, mijnbouw (ijzererts bij Scunthorpe). Havens: Grimsby en Immingham. Badplaatsen: Skegness en Cleethorpes.

Opmerkelijk is dat mensen uit Lincolnshire vaak worden aangezien voor Nederlanders. O.a. vanwege een wat harde en zakelijke geaardheid en navenante uitspraak van het Engels. Een verklaring kan zijn dat de Oer Angelen die zich daar rond 400 nC vestigen, afkomstig zijn uit Nederland i.c. Mega Angeln. Er zijn overigens twee locaties in Lincolnshire met namen die nagenoeg identiek zijn aan Nederlandse locatienamen: Sedgebrook (Ndl Zegbroek v Segbroeck bij Den Haag) en Holton (Ndl Holten in Twente). Verder is er ook een locatie genaamd Coningsby. Coning (Ndl koning) lijkt overduidelijk te wijzen op een Nederlandse herkomst. Kung (Deens) en König (Duits) liggen daar immers taalkundig te ver van af.

Opmerkelijk is verder dat de regiotaal van Zuid Lincolnshire duidelijk gelijkenis vertoont met de regiotaal van aangenzend East Anglia. Gezien de eerder genoemde gelijkenis tussen Lincolnshire's en Nederlanders, wijst dit mogelijk verder op de gelijkenis tussen het Oer Anglisch en het Oer Nederlands.
** Migratiestromen, Herkomstgebieden, Mega Angeln
# WP, WKP 29.5.09, FRI

Loo:
Oud Nederlands: bos/woud, boomrijk gebied, open land in bos.
Oud Engels = leah, ley, lee = open (gras)land, open land in bos.
Engelse plaatsnamen met -ley (vb Beverley) zijn normaliter oorspronkelijk Anglische nederzettingen. Die met -ing (vb Hastings) zijn meer van Saxische oorsprong.
Plaatsnamen met -loo liggen overwegend boven de Rijn. Dit kan bevestigen dat de uitgang -loo inderdaad typisch is voor Anglische locaties. Engelse plaatsnamen met -ley liggen overigens ook meestal in Anglische gebieden.
** Angerlo, Angelsloo
# DVB, OCD

Losdorp:
Dorp bij Spijk in Noord Groningen, gebouwd op een wierde (terp). De naam is afgeleid van het Oud Gronings thet lessa thorp, wat "het kleine dorp" betekent. De NH Kerk dateert van de 13e eeuw. Aangezien een kerk normaliter wordt gebouwd zodra er voldoende kerkgangers wonen, zal Losdorp toch zeker al in de 10e-11e eeuw zijn bewoond. Mogelijk zelfs veel eerder. Terpenbouw vindt namelijk plaats in de periode 500vC-1100nC. Mogelijk is de wierde oorspronkelijk bewoond door Angelen uit Lösthrop in Angeln. Bij migratie worden immers vaak plaatsnamen van het herkomstland meegenomen. Zo is Englum in Humsterland al in 450 vC bewoond. Gezien de naam vrij zeker door Angelen.
** Terpen, Migratiepatronen, Migratiestromen
# GNE, KBG

Lotharingen:
Ofwel het Middenrijk tussen Duitsland en Frankrijk ontstaan in 843nC bij de verdeling van het Frankische Rijk van Karel de Grote. Het Middenrijk omvat het gebied tussen Duitsland, Frankrijk, Rome en de Noordzee. Het gebied wordt toebedeeld aan Lotharius I, de oudste zoon van Karel de Grote. Vandaar de naam Lotharingen. In het Verdrag van Ribemont Ao 880nC wordt Lotharingen verdeeld in:
- Opper-Lotharingen: omvattend het zuidelijk deel van Lotharingen
- Neder-Lotharingen: omvattend het noordelijk deel van Lotharingen, overeenkomende met de gebieden van de Lage Landen: België, Luxemburg, Nederland en Ost-Friesland.
# WP

 

Ludger: (742-809)
Mogelijk geboren in Zuilen bij Utrecht. Opgeleid aan de school van bisschop Gregorius te Utrecht en in 767-771 aan de school te York, waar hij tot diaken wordt gewijd. Predikt in Deventer, waar hij een kerk bouwt op het graf van Lebinus. Gewijd tot priester, daarna missionaris in Dokkum en de Groninger Ommelanden. Moet daar vluchten door de invallen van Saxen. Vertrekt naar Italië. Keert terug op verzoek van Karel de Grote en wordt dan in 792 missionaris onder

de Friezen en Angel-Saxen in NO Nederland. In 801 bouwt Ludger een kerk te Zelhem in de Achterhoek. Foto boven is een replica van die kerk, gebouwd op de plaats van de oorspronkelijk kerk nabij het centrum van Zelhem. In 804 wordt Ludger gewijd tot bisschop van Munster. Hij sticht Benedictijne Kloosters in Werden, Helmstedt en Nottuln. In 809 sterft Ludger in Munster. Hij wordt begraven te Werden in Duitsland.
** Lebinus
@ foto © TiedLight
# WP, FRI, DAB

 

Lunenburg:
Duits: Lüneburg. Stad en district in Neder-Saxen.
- Stad aan de Elbe in Neder-Saxen, circa 15 Km zuidoost van Hamburg. Wapen: op rood een burcht in zilver, met drie torens met daken in blauw, open poort met daarin wapenschild: op goud een leeuw in blauw, klimmend, links gekeerd; + 9 harten in rood. De kleuren van het binnenschild zijn de Anglische kleuren. De harten in rood zijn identiek aan de harten in het wapen van Denemarken. Het binnenschild bevestigt de Anglische oorsprong van Lunenburg.
De stad wordt voor het eerst vermeld in 795 door de Franken: ... ad fluvium Albim pervenit ad locum, qui dictur Hliuni. Ofwel: .. aan rivier de Elbe, op de locatie genaamd Hliuni. De naam Hliuni betekent vluchtoord in de taal der Lombarden.
 
De Grieken noemen de stad Leufana. Ptolemaeus vermeldt de stad rond 100nC en plaatst ze in Noord Duitsland ten westen van de Elbe. In 956 wordt de naam Luniburc genoemd. In de streektaal heet de stad Lumborg.

Lunenburg is al bewoond ten tijde van de Neanderthalers. Van hen is een bijl gevonden uit circa 1900vC. In de Bronstijd (2000-800vC) wordt er zout ontdekt. De zoutmijnen worden ontgonnen en het zout verhandeld, hetgeen welvaart brengt. Zout is in de oudheid een belangrijk en duur product.

- Regio Lunenburg omvat de gemeenten Celle, Cuxhaven, Harburg, Lückow-Dannenberg, Lüneburg, Osterholz, Rotenburg, Soltau-Falingbostel, Stade, Uelzen en Verden. Al deze regio's liggen tussen de Elbe, Weser en Noordzee. Op een kaart uit circa 1550 van een onbekende maker is Lunenburg aangegeven als het hele noordelijk gebied tussen Elbe en Weser tot aan de Noordzee.

Volgens diverse bronnen wonen in de regio Lunenburg rond de jaartelling Angelen. Feitelijk wonen ze daar al sinds circa 400vC en hebben ze zich daar gesetteld vanuit hun stamland Angeln. Het wapen van stad Lunenburg lijkt deze these te bevestigen. Sinds 100nC vestigen zich in het gebied ook steeds meer Saxen. Naar zeggen sluiten in dit gebied rond 150nC de Angelen en Saxen hun eerste verbond. (> Angel-Saxen)
** Angologie, Groot Angeln, Angel-Saxen, Asland

 
Lutten:
Plaats in NO Overijssel, gelegen tussen Hardenberg en Slagharen. Mogelijk hebben zich hier rond 100 nC Angelen gevestigd vanuit Olfrisia. De plaatsnaam vinden we namelijk terug in Engeland als Lutton in Lancashire en Luton en Luton Hoo in Bedfordshire. Lancashire en Bedfordshire zijn oorspronkelijk Anglische gebieden waar zich sinds 450 nC vele Angelen hebben gesetteld vanuit het Continent.
** Olfrisia, Engeland Hardenberg, Migratiestromen, Migratiepatronen

Lx
Lexicon pagina's A-Z.

M::

Maatschappij:
De Anglische maatschappij kent de volgende sociale groepen:
- Koningshuis
- Edelen (landadel, burggraven, etc)
- Oldermannen (A: ealdermenn) (ealdermannen, hoofdmannen, hoofdelingen)
- Vrijen (boeren, jagers, vissers, ambachtlieden, etc)
- Onvrijen (A: ceorl)
-- Slaven
-- Lijfeigenen

 
Machtpositie:
¶ Cladius Ptolemaeus (87-150), Grieks astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus, schrijft rond 122 nC dat de Angelen wonen in het gebied tussen Denemarken en de Rijn. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat zijn bewering juist is. (> Mega Angeln, Angologie) Dit gebied is behoorlijk van omvang. Circa 500x350 Km2 (N-Z;O-W). Ofwel 175.000 Km2. Een gebied omvattend Nederland + NW Duitsland samen tot aan de Rijn. Als zodanig moet Angeln een belangrijke machtpositie hebben in NW Europa. Zeker al ruim vóór 122 nC. (> Ptolemaeus, Maerland)
¶ In 400-531 bestaat er een koninkrijk Thuringen. Later wordt het veroverd door Saxen en Franken. In 800 nC wordt de Lex Anglorum et Werinorum hoc est Thuringorum voor Thuringen bekrachtigd door keizer Karel de Grote. (> Engilin) Deze benaming en datering geven aan dat het gebied in die tijd wordt beschouwd als een Anglisch gebied, waar ook Warnen wonen. Maar meer nog, dat de Angelen een dominante rol vervullen, ondanks het feit dat Thuringen onderdeel is geworden van het gote Frankische Rijk van Karel de Grote in West Europa. (> Thuringen)
¶ Het feit dat in 449 nC Vortigern de Angelen op het Continent te hulp vraagt in zijn strijd tegen de Picten en Scoten in Brittannia, impliceert dat Angeln in die tijd een militaire macht van betekenis vormt. (> Vortigern)
¶ Rond 468 nC zeilt een Anglische vloot vanuit Haithabu naar de Rijnmond om ene Radiger te dwingen tot een huwelijk met de dochter van koning Eomar van Angeln. De schepen kunnen oorlogschepen zijn van Eomar, mogelijk aangevuld met privee schepen van onderdanen. Kennelijk verkeert Angeln nog in een goede positie om deze maritieme prestatie te kunnen leveren. De grote migratiegolf van Angelen naar Brittannia in 490 nC moet immers nog gebeuren. De positie van Angeln lijkt dus nog gunstig. Met deze maritieme operatie rond 468 nC toont Angeln zelfs een belangrijke macht te zijn in NW Eurpoa. (> Radiger)
¶ Het feit dat rond 540 nC Angelen wonen in Constantinopel en als zodanig worden genoemd, geeft aan dat de Anglen in die tijd een volk zijn dat in die tijd een zekere internationale betekenis lijkt te hebben. (> Constantinopel)
** Radiger, Angeln, Thuringen, Poltiek, Oorlogen

 

Maerland:
Fictieve naam voor het hele gebied tussen Duinkerken en Denemarken, langs de Noordzee, zuidwaarts tot aan Straatsburg en oostwaarts tot aan Keulen. Het gebied waar volgens overlevering in een ver verleden een taal wordt gesproken, die men verstaat 'van Duinkerken tot Denemarken'. Deze taal is een voorloper van het latere Nederlands, een soort Oer Nederlands dus. Laten we deze taal het Maerlands noemen.

In Maerland wonen rond 400 nC Angelen, Saxen, Friezen en Franken. Hun talen verschillen weinig van elkaar. Vandaar dat mensen in heel Maerland elkaar vrij goed kunnen verstaan. Het Anglisch, Saxisch, Fries en Frankisch versmelten in de loop der eeuwen tot een soort Oer Maerlands, ofwel een Oer Nederlands. Wel blijven de oorspronkelijke streektalen nog tot op heden (Ao 2009) redelijk goed in stand.

 
De kaart rechtsboven toont de situatie in Maerland rond 400 nC. Behalve de Angelen, Saxen, Friezen en Franken wonen er in de loop der eeuwen nog andere volkeren in Maerland. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste historische bewoners van Maerland:

Sinds:
200.000vC Neanderthalers -- Noordzeeland-MidWestEuropa (-20.000vC)
3000vC Bekervolk -- NO Nederland (-600vC)
xxxxvC Kelten
650vC Angelen -- Angeln-Funen-Als-NW.Dld+N.Ndl/Rijn-Elzas
500vC Teutonen -- OostJutland/Elbe
200vC Chauken -- Weser/Rijn (-700nC)
200vC Kaninefaten -- Z.Holland-Betuwe
-57vC Batavieren -- Betuwe
100nC Friezen -- N.Nederland+NW.Duitsland
150nC Saxen -- NW.Duitsland+NO.Nederland/Rijn
300nC Franken -- Rijn/Z.Nederland-België-M.Duitsland

- Geografie
Algemeen:
Oosten: bergen, heuvels en bossen
Westen:
- laagland met grote moerassen (NO Nederland en NW duitsland)
- sinds 1100 nC wordt laagveen afgegraven en geleidelijk omgezet in agrarisch gebied
- sinds circa 1950 is meeste laagveen verdwenen en omgezet in agrarisch land
Zuiden: heuvels, hoogveen en bossen

** Teutonia, Angelland, Noordzeeland, Lx (Oud Nederlands)
# FRI, DAB, KBG

 
Maerlands:
Fictieve naam voor de taal die wordt gesproken in Maerland. De taal wordt volgens overlevering gesproken tussen Duinkerken en Denemarken, het gebied waar in de 7e eeuw nC voornamelijk Angelen, Saxen, Friezen en Franken wonen. De talen van deze volkstammen liggen linguistisch dicht bij elkaar. Het Maerlands zal dus een soort gemeenschappelijke volkstaal zijn, dat is opgebouwd uit het Anglisch, Saxisch, Fries en Frankisch. Hierdoor heeft het Maerlands grote overeenkomsten met het Angel-Saxisch, zoals dat in de 5e-9e eeuw wordt gesproken en geschreven in Engeland (> KTE) en het latere Oud Nederlands (> Lx: Oud Nederlands). Onderstaande teksten zijn een historische verzameling uit het hele gebied van Maerland. De ontwikkeling van deze taal is daarin goed te volgen.

NO Nederland wordt sinds circa 300vC bevolkt door Angelen uit Noord Duitsland. Sinds 100nC vestigen zich ook Saxen in dit gebied. Hierdoor ontstaat een mengcultuur van Anglische en Saxische origine. Officieel heet dat Angel-Saxisch. Feitelijk kan men echter beter spreken van Saxo-Anglisch. De Anglische invloed blijft namenlijk door de eeuwen heen circa 2.4x sterker. Het woongebied van de Angel-Saxen heeft de fictieve naam Asland en de taal aldaar het Aslands. Dit Aslands is dus feitelijk een Anglische taal waaraan sterke Saxische invloeden zijn toegevoegd. (> Aslands)

De oudst bekende tekst in Nederland komt uit de Lex Salica van circa 550 nC:

Maltho thi afrio lito.  ofwel  Ik meld, ik laat je vrij horige.

Deze zin werd uitgesproken door de heer bij het vrij verklaren van een horige (lito).

Uit circa 1050 nC stamt de beroemde tekst van een Vlaamse monnik in Engeland, die hij kennelijk schreef bij het testen van zijn pas geslepen pen (ganzeveer) en een vlaag van verliefdheid:

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic andu thu,
Wat unbidan we nu?

ofwel
Hebben alle vogels nesten begonnen behalve ik en jij,
Wat wachten we nu?

** Maerland, VTO

 
Magna Frisia:
I.e.: Groot Friesland. De naam Frisia verschijnt pas in 800nC als:
- Frisia Proper = NW Nederland tussen Vlie en Weser
- Frisia Citerior = West Nederland
Enige eeuwen later verschijnt pas de naam Magna Frisia, zijnde het gebied der Vrije Friezen en gelegen tussen de Vlie en de Weser. De naam zou afkomstig zijn van de oorspronkelijke bevolking. Het gebied ligt tot circa 700nC in Groot Angeln, een fictieve naam voor het Anglische Rijk in die tijd. Mogelijk zijn de oorspronklijk Anglische bewoners van dit gebied zich sinds circa 700nC gaan identificeren met hun broedervolk de Friezen, die in 125nC wonen in een gebied tussen de Weser, de Vidrus en de Noordzee. (> Friezen) Vele Angelen uit Groot Angeln migreren namelijk in 450-500nC naar Brittannia, waardoor relatief weinig Angelen in de regio blijven. Het lijkt dat de Friezen daardoor op termijn de overhand hebben gekregen. Of Magna Frisia werkelijk een rijk c.q. een staatkundige eenheid is geweest, wordt door velen betwijfeld. Historisch is het gebied meer een hechte sociaal-culturele eenheid.
** Friezen, Angologie
# WP, DAB, KBG

Mahimata:
** Pg Genline (Hinduïsme)

Maleis:
Taal ontstaan in de regio Deli op Sumatra. De taal is simpel van structuur en erg adaptief. Hierdoor is de taal zeer praktisch in gebruik en wordt daarom al sinds de 7e eeuw nC de voertaal in de kustregio's van ZO Azië. Bron focussingapore.com 15.10.09 schrijft hierover o.a.:

Malay, the national language in Singapore, is spoken by over 30 million people, worldwide. ... The Malya language or the "bahasa Malayu" belongs to the Austronesian family of languages. The Austronesian language is generally spoken by the inhabitants of the Pacific islands and by the people of South-East Asia. The term "Austronesian" is coined from two different words, one of Greek and the other of Latin. 'Austro' in Latin signifies the 'south-wind' and the Greek wordt 'Nesos' stands for island. The ancient language is related at par with Uralic and the Indo-European family of languages.

** KBL, Angon

Mallus:
De Mallus is bij de Germanen het bestuursorgaan van een stam. Ze vergaderen over bestuurlijke zaken en spreken recht in zaken waarbij de stamregels zijn overtreden. Daarbij speelt de zgn stamvrede een belangrijke rol. De vergaderingen worden normaliter gehouden op de dingplaats.
** Rechtspraak, Dingplaatsen

Manapaal:
Germaanse totempaal.
** Gadhimai (mana-pole)

Mannus:
Bron RRA schrijft:

Without getting into details of Germanic cosmogony it may be mentioned in passing that Mannus ("man"), according to Tacitus' account of Germanic thinking (Germania 2), was taken to be the universal devine ancestor giving rise to the three sons that engendered the three principal Germanic groups of tribes: the Inguaeones, descending from Ing (*Ingw[az]), from the North Sea region; the (H)erminones, "whose territory extended from the lower Elbe southward into Bohemia"; and the Istaevones, of the Weser-Rhine area.

Publius Cornelius Tacitus (55*-118*) was een Romeins historicus, die zich intensief heeft verdiept in de situatie en historie van West Europa uit zijn tijd. Zijn geschriften zijn door de eeuwen heen een belangrijke bron van informatie geweest.

KBL: Maleis: manusia (manoesia) = mens, mensheid. Maleis heeft wortels in het Indo-Europees. (> Maleis) Het is derhalve mogelijk dat Mannus en Manusia dezelfde Indo-Germaanse wortel hebben. Volgens bron EWB is er een relatie met het Oudindisch 'manu, mens'. Mogelijk is de Indo-Germaanse wortel = *men = denken. Derhalve kan: manu = denkend wezen. Mannus is dus mogelijk de Germaanse naam voor de oudste denkende wezens, i.c. de mens.
** Ingland, Ingwi
# RRA, KBL, EWB, DAB

Mar:
Komt voor in vele locatienamen. O.a. Marveld/Groenlo, Marwijk, Marle/Hellendoorn, Marlow/Buckinghamshire/UK, etc. Marle bij Hellendoorn is op de kaart van Nicolaas ten Have (1643) vermeld als Maerle. (> Have) Mogelijk is mar afgeleid van Anglisch mar (mer) = meer, plas.

Maskerade:
¶ Anglische krijgsheren en soldaten dragen in de strijd een masker: de zgn grima. Dat masker is bedoeld om stoicijns te lijken en de vijand de eigen gevoelens en bedoelingen niet te tonen. De grima krijgt daardoor een een afschrikkende en misleidende werking, hetgeen een verlammend effect heeft op de tegenstander. (> Grima)
¶ Maskers worden door de eeuwen heen ook gebruikt door criminelen om herkenning te voorkomen en tegelijkertijd angst aan te jagen. Anno 2009 gebruiken ze daartoe vaak ook bivakmutsen of shawls.
¶ In de 18e-19e eeuw zijn maskers heel populair op adellijke feesten. Zgn gemaskerde bals. De idee is dan dat de anonimiteit c.q. onherkenbaarheid meer persoonlijke vrijheid geeft tot nieuwe belevingen. Men kan zich anders gedragen dan gewoonlijk, hetgeen nieuwe mogelijkheden biedt en dus meer opwindende ervaringen.
¶ Begin jaren 1930 is de Duitse minister Von Ribbenthrop op bezoek bij Winston Churchill. Von Ribbenthrop vertelt hem over de plannen van Hitler en wil een passieve houding van Engeland. Als Churchill tegenstemt, wordt Von Ribbenthrop boos en dreigt met vergelding. Churchill reageert bits: Don't underweigh England. She is a curious country. Only few foreigners know her mind. Von Ribbenthrop loopt boos weg.
¶ Amerika's president John F. Kennedy schrijft in zijn boek Why England slept dat Engeland medeverantwoordelijk is voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, omdat het land niet direct en duidelijk aan Duitsland had gezegd wat Engeland zou gaan doen als Duitsland militaire agressie zou ontplooien naar de omringende landen.
¶ De Engelse acteur Ben Kingsley zegt over het gedrag van Engelsen: Ze hebben de grootste moeite om te gaan met hun normale menselijke gevoelens en emoties.
¶ In de prachtige BBC serie Black Adder komt een deel voor waarin een Duitse prins vermomd als koe het paleis van Queen Elisabeth insluipt. In de kortste keren mengt hij zich in haar gezelschap en vermoordt hen allemaal. Het is de finale in een lange reeks van pogingen om op de Engelse troon te komen. Het is niet precies duidelijk waarom deze constructie is gekozen. Het kan echter een projectie zijn van de Angel-Saxen, die met allerlei list en bedrog de macht verwerven in Brittannia, zoals door o.a. Gildas wordt beweerd.
** Politiek, Perfidious Albion

Maten & Gewichten:
** Engels, Pint, OVK

Mede:
ME: mead; OE: meodu; OA: meadu*; Gr: methu; Sk: maddhu; Ar: maddu*. Drank gemaakt door gisting van water en honing. Ook honingwijn genoemd. In de oudheid worden vaak ook kruiden of drugs toegevoegd, waardoor de drank halucinerende werking krijgt. Uit onderzoek van Russische archeologen rond 2008 in Turkmenistan is gebleken dat de Arische koningen feesten hielden waarbij veel mede is gedronken. De drinkers krijgen daardoor naar zeggen paranormale bewustzijn, waardoor ze contact maken met de bovenaardse wereld en de goden. De Ariërs houden deze drinkgelagen vaak ook als ze ten strijde trekken, waarbij ze kennelijk moed en krijgslust krijgen. Later gebruiken ook de Hindu's, Grieken, Romeinen en Germanen mede. Odin drinkt mede om kennis en wijsheid te verkrijgen. Volgens de Edda wordt de drank bereid door dwergen uit een mengsel van honing en het bloed van Kwasir, een wezen ontstaan door verzoening tussen Asen en Wanen. tijden wordt steeds meer bier gedronken, waardoor mede op de achtergrond raakt. Anno 2009 wordt in Europa nog steeds mede gemaakt, zij het volgens verschillende receptuur. Honing, water en gist blijven echter de belangrijkste ingrediënten.
# COD, WP, BBC TV 2009, FRI, DAB, KBG

Mega Angeln:
Fictieve naam voor het Rijk der Angelen, dat zich mogelijkerwijs heeft uitgestrekt van het huidige Angeln (2009) tot diep in de Nederlanden in circa 300vC-100nC. De Griekse astronoom, wiskundige en cartograaf Claudius Ptolemaeus (87-150 nC), plaats het woongebied van de Angelen tussen de Elbe en de Rijn. Spiritus-temporis.com 31.5.09 schrijft:

Ptolamy in his Geography (ii. 11. § 15), half a century later [na Tacitus], locates them [de Angelen] with more precision between the Rhine, or rather perhaps the Ems and the Elbe, and speaks of them as one of the chief tribes of the interior. Unfortunately, however, it is clear from a comparison of his map with the evidence furnished by Tacitus and other Roman writers that the indications which he gives cannot be correct. Owing to the uncertainty of these passages there has been much speculation regarding the original home of the Angli.

De auteur kiest dus voor de beweringen van Tacitus en andere Romeinse schrijvers. Mogelijk denkt hij dat de meerderheid altijd gelijk heeft. Daarna zegt hij dat er desondanks toch onzekerheid bestaat over die passages van andere Romeinse auteurs in die tijd. De auteur komt er dus niet uit. Mogelijk heeft Ptolemaeus dus toch gelijk. En inderdaad, er zijn argumenten volgens welke Ptolemaeus vrijwel zeker gelijk heeft. Zo zijn er vrij veel locaties in het gebied NO.Nederland-NW.Duitsland tot aan de Rijn die aangeven dat daar op ruime schaal Angelen hebben gewoond en nagenoeg zeker ver voordat Saxen zich daar sinds circa 775 nC komen vestigen. (> Angelsites) Een mooi voorbeeld is de locatie Angerlo bij Doesburg. Angerlo is namelijk afgeleid van Angelre, zoals op een kaart van de 17e eeuw is aangegeven. De naam betekent 'ontgonnen land van de Angelen. Angerlo ligt circa 16 Km van de Rijn. (> Angerlo) Verder wordt het gebied Engeland in Beekbergen in oude bronnen (circa 800 nC) Englandi genoemd, wat welhaast zeker moet zijn afgeleid van 'land van de Angelen'. Ook Engeland bij Hardenberg, Angelsloo bij Emmen, Humsterland en Englum in Groningen en Angelbeck en Angelburg bij Osnabruck zijn vrijwel alle zeker oorspronkelijke woongebieden van de Angelen. E.e.a. bevestigt dat de Angelen in het verre verleden tot diep in en nabij Nederland hebben gewoond. Verder is het opmerkelijk dat het Oer Nederlands in vele opzichten sterk lijkt op het Oer Anglisch (> Geordie), maar ook op het latere Oud Engels (> ASC) en het Nieuw Anglisch (ZA). Op grond van deze feiten lijkt het daarom nagenoeg zeker dat de Nederlanden in het verre verleden (circa 300vC-200nC) deel uit maken van Mega Angeln. Sinds circa 100 nC zijn dan de Friezen en Saxen reeds enige tijd volkstammen die geleidelijk enigermate zijn afgescheiden van de Angelen. E.e.a. verklaart o.a. de grote verwantschap tussen de Angelen, Saxen en Friezen en anderzijds de opvallende gelijknissen tussen het Oer Nederlands en het Oer Anglisch, althans voorzover bekend. Volgens deze theorie van Mega Angeln, zou dit Rijk der Angelen sinds circa 100 nC steeds verder inkrimpen tot:
- Groot Angeln rond 449 nC waarover de Anglo-Saxon Chronicle spreekt (> Groot Angeln)
- Angeln sinds circa 600 nC, mede door de massamgratie naar Engeland. (> Angeln) Bij die inkrimping blijven dan vele Angeln verspreid achter op diverse enclaves. Bijvoorbeeld Englum in Noord Groningen, Angelo bij Emmen, Engeland in Beekbergen, Angerlo bij Doesburg, etc.
** Sporenlijst, VTO, Migratielijnen, Herkomstgebieden, Angelland, Angologie, Groot Veenland

 
Mexico:
Circa 65 miljoen jaar vC wordt Mexico getroffen door een meteoor, die een enorm gat slaat in de aarde waaruit de Golf van Mexico ontstaat.
** Pg Genline

Midwinterhoorn:
** Olde Roop, Joelfeest

Migratiebronnen:
De oorsrponkelijke herkomstregio's van de Angelen die vanuit Asland migreren naar Brittannia in de periode 450-550nC.
locaties = Angelsites in Asland
twins = identieke locatienamen Asland/Engeland
fonolgie = identieke klanken OudAslands/OudEngels
woorden = identieke woorden OudAslands/OudEngels
ing = uitgang ing in woorden en namen Asland/Engeland
his = vermelding in historische bronnen
scores: 0(niets)--5(zeer veel) overeenkomst
saldo = totaal alle scores

NO Nederland: locaties (5), twins (5), fonologie (5), woorden (5), ing (5), his (3)
> Saldo = 28

NW Duitsland: locaties (3), twins (0), fonologie (4), woorden (5), ing (0), his (4)
> Saldo = 16

Saldo NO Nederland/Saldo NW Duitsland = 28/16 = 1.8/1
** Asland, Migratiepunten, Angelsites, Twins, Fonologie, ing/ink

 
Migratiegroepen:
Welke groepen migreren naar Brittannia tijdens de massamigratie van Angelen van het Continent? Allereerst lijken dat huursoldaten te zijn. Mogelijk al tijdens de Romenise Tijd (12vC-450nC). Na 449nC op verzoek van Vortigern, een regionale machthebber in Noord Brittannia. (ASC) Vele huurlingen bevalt het goed in Brittannia en besluiten te blijven. Door hun contacten met hun homelands op het Continent raken andere Angelen daar enthousiast en besluiten de overtocht ook te wagen. Deze tweede groep migranten bestaat vrijwel zeker uit jonge boeren die niet op het vaderlijk erf kunnen blijven wegens het erfrecht waarbij in principe de oudste zoon de hoeve en al het land erft. Later volgen ambachtlieden en handelaars om hun stamgenoten te voorzien van traditionele goederen en diensten. Verder:
- Kleine boeren die horen dat in Brittannia makkelijk veel land te krijgen is.
- Grote boeren die nog meer land willen hebben en dat in Brittannia denken te vinden.
- Beverjagers die horen dat Brittannia heel rijk is aan bevers. (> Beverjacht)
- Andere jagers die grotere jachtgebieden zoeken.
- Angelen die de onophoudelijke aanvallen van o.a. Denen spuugzat zijn en in een veiliger
  wereld willen wonen.
- Avonturiers, die graag het nieuwe land willen zien.
- Criminelen die hun straf in de oude homelands willen ontlopen.
** Engelandvaarders

Migratiegronden:
I.e.: de redenen waarom mensen migreren. > Migratiegroepen

Migratielijnen:
Op grond van de relevante feiten en thesen kunnen we onderstaand overzicht maken van de diverse migratielijnen. Waar mogelijk zijn de eerste jaren van vestiging vermeld.

Seeland/Denemarken > Haithabu/Angeln (665vC) > rest Angeln (550vC)
Angeln > Elbe/Eems (500vC)
Elbe/Eems > N.Groningen (400vC) > N.Friesland
Elbe/Eems > Baltrum/Olfrisia (400vC)
Elbe/Eems > Osnabruck: Angelburg + Angelbeck (450nC)
Elbe/Eems > Bargen/Emmen (100nC) + Engeland (450nC)
N.Groningen/Humsterland > Engeland (400nC)
Hollingstedt/Angeln > N.Yorkshire (449nC)
Osnabruck > Thuringen: Ingilin + Angelhausen + Angelrode (600nC)
Bargen/Emmen > Zweeloo (200nC) + Hardenberg: Engeland + Lutten (300nC)
Lutten/Hardenberg > Luton/Engeland (450nC)
Hardenberg > Twente: Hengelo + Hengevelde + Holten (100nC)
Hengevelde/Twente > Englefield/Z.Engeland (300nC)
Holten/Twente > Eesterbrink/Gorssel (200nC) + Holton/Lincolnshire (400nC)
Baltrum/Olfrisia > Beltrum/Achterhoek (200vC)
Beltrum/Achterhoek > Engeland/Beekbergen (100nC) > Engeler/Otterlo (250nC)
Beltrum/Achterhoek > Angerlo/Liemers (100nC) > Wijchen/Nijmegen (400nC)
Engeler/Otterlo > Harderwijk/Veluwe (350nC) > Engeland (550nC)
Wijchen/Nijmegen > Engelen/DenBosch + Elzas + Cotswolds/Engeland (550nC)
Wijchen/Nijmegen > Z.Holland (550nC) > Lincolnshire: Holland + Sedgebrook (700nC)
** Angelsites

 
Migratiepatronen:
Bij migraties van mensen in hat algemeen worden normaliter taal, techniek en cultuur meegenomen naar de settlezone. Afhankelijk van de omstandigheden vindt in de loop der tijd integratie plaats tussen de oorspronkelijke bewoners en de nieuwkomers. Vaak gaan machtige invaders echter een sterk stempel drukken op de settlezone. Dat betreft o.a.: taal, plaatsnamen, rechtspraak, architectuur en techniek. Zo zijn in Angel-Saxisch Brittannia plaatsnamen te vinden, die duidelijk zijn te relateren aan identieke plaatsnamen in de herkomstgebieden op het Continent. Verder zijn er ook duidelijke overeenkomsten in taal, bestuur en rechtspraak tussen settlegebieden en herkomstgebieden.
** Twins
# DVB, KBG

Migratiepunten:
Betreft locaties op het Continent vanwaar Angelen of Saxen naar Brittannia migreren in de periode tot circa 600nC. Uit overlevering en andere gegevens zijn vooralsnog alleen de volgende locaties bekend:

Hollingstedt/Angeln: circa 400 Angelen rond 450nC > Hollingstedt
Humsterland/Groningen: Angelen circa 450nC > Humsterland
KranenburgStade/NederSaxen: Hasten/Saxen/Lüneburg circa 450nC > Hastings

Diverse locaties in Engeland doen sterk vermoeden dat ze zijn gesticht door Angelen of Saxen afkomstig van het Continent. Helaas ontbreken nog voldoende gegevens om e.e.a. naar behoren te staven. Bv: Leek, Holton, Englefield, Sedgebrook, etc. Deze locaties worden genoemd onder item Twins van deze pagina.
** Twins, Migratiebronnen

Migratiestromen:
Betreft massamigratie van Angelen naar andere gebieden op het Continent en Brittania. Deze migratiestromen vinden plaats over een lange periode. Onder item Angelsites is daarvan een overzicht gemaakt.
** Angelsites, Angelen, Demografie, Olfrisia, Mega Angelen, Angologie, Winchester

Migratiewaarden:
Kijken we terug naar de vele grote migratiestromen in het recente en verre verleden, dan blijken normen en waarden van de autochtone bevolking en de nieuwkomers een cruciale rol te spelen. Zowel autochtonen als migranten hebben elke een eigen paket normen en waarden. Deze cultuurwaarden kunnen op vele punten met elkaar botsen. Wat er dan gebeurt, hangt af van de machtsverhoudingen en de aanpassingsmogelijkheden van beide groepen. Als de aanpassingsmogelijkheden gering zijn, dan ontstaan veel grote en ernstige conflicten. Zijn de aanpassingsmogelijkheden gunstig, dan ontstaat geleidelijk langs natuurlijke weg een integratie van de cultuurwaarden. Taal, architectuur, techniek, ideologie en rechtspraak zijn de belangrijkste fronten waarop de integratie merkbaar zal zijn. De dominante cultuur zal dan vanzelfsprekend de grootste stempel drukken op het eindresultaat.

Militaria:
** Oorlogen, Wapens, Heraldiek (strijdjas)

Minstrelen:
Rondtrekkende straatmuzikanten annex jongleurs, acrobaten, goochelaars, potsenmakers en clowns. Soms in gezelschap van troubadours. In de Late Middeleeuwen hebben ze een eigen gilde.
** Troubadours
# WP

Modern Anglisch:
** Pg Linguana

Modern Engels:
Na de verovering van Engeland in 1066 door Willem van Normandy verandert er veel in het land. O.a. de Angel-Saxische taal, ofwel het Oer Engels, waarvan de kerntaal het Oer Anglisch is. (> KTE) Dit Oer Engels wordt sinds 1066 beïnvloed door het Normandisch van de nieuwe elite in het land. Duizenden woorden uit het Normandisch worden opgenomen in het Engels. Het Normandisch is een Romaanse taal, gesproken in Normandy in NW Frankrijk. De taal is erg beïnvloed door Oud Noors, dankzij de vestiging van Vikings in de 5e-6e eeuw nC. In woordenboeken is naar schatting circa 45% van de Engelse vocabulaire afkomstig uit het Normandisch en andere Romaanse talen. In de kranten blijkt echter circa 70% van de woorden afkomstig uit NW Europa. I.b. Anglisch en Saxisch. In de gewone spreektaal ligt dit percentage zelfs wat hoger. En in de gewone straattaal is de Romaanse invloed nagenoeg onmerkbaar, evenals in streektalen als East Anglian, Geordie, Lancashire, etc.
¶ Ook andere Oer Engelse taalelementen veranderen na 1066. Zo verandert Anglisch -aeg in de loop der tijd in Engels -ay of -ey. Bv: daeg (Ndl: dag) > day; laeg (Ndl: laag) > ley. De bron van deze veranderingen ligt mogelijk in het Continentale Angeln. Daar is de -ly klank anno 1971 duidelijk te horen in de normale spreektaal. Bovendien kent ook het Fries dai = dag. Mogelijk zijn deze tendenzen bij de oorspronkelijke Angelen in Brittannia al aanwezig, meegenomen van hun homelands op het Continent. Ook is invloed denkbaar van de Denen die zich in 750-900nC vestigen in NO Engeland.

Modranect:
Betekenis: Moeders Nacht. Ofwel de Nacht van Nerthus. I.e. op 25 december, begin van het Germaans Nieuw Jaar. Bedoeld om vruchtbaarheid te vezekeren voor de komende lente. (RRA)
** Nerthus

Moeder Aarde:
De aarde gezien als moeder die voortdurend nieuw leven baart. Deze voorstelling komt al in de verre oudheid voor. O.a. als Nerthus bij de Germanen en als Mahimata bij de Hindu's. Aangezien Germanisme en Hinduïsme beide voortkomen uit het Aryanisme, is het aannemelijk dat ook de Ariërs een Moeder Aarde kennen. Vooralsnog zijn daar geen concrete vondsten van bekend. De oude Egyptenaren kennen Isis als een moedergoding. Zij wordt vaak genoemd Moeder der Smarten. Aangezien de Ariërs voortkomen uit de Hamieten en de Hamieten uit de Egyptenaren, is het inderdaad zeer wel mogelijk dat de Ariërs ook een Moeder Aarde kennen.
** Nerthus, Mahimata, Horus

 

Mother Brittannia:
In de 18e-19e eeuw omvat het Britse Rijk circa 1/4 van de wereld en vormt daarmee het grootste rijk dat er in de wereld ooit heeft bestaan. Het was het rijk waar
the sun never sets, zoals men zei. De Engelse wereldmacht kenmerkt zich in die tijd door vrij grote stabiliteit, vrijheid, democratie, rechtvaardigheid en economische, technische, wetenschappelijke en culturele bloei. Het Britse Rijk kent door de eeuwen heen vele vrouwelijke vorsten, waarvan Queen Elisabeth I en Victoria de belangrijkste exponenten zijn.
Met Elisabeth I begint Engeland uit te groeien tot wereldmacht. En met Victoria culmineert deze macht op magistrale wijze vele decennia lang. De associatie van Brittannia met Mother is dus heel begrijpelijk. Mother Brittannia wordt sinds de 18e eeuw vaak afgebeeld als een vrouw in Grieks gewaad met een drietand en een schild met daarop afgebeeld de Union Jack, de Britse vlag. Dit symbool wordt decennia lang o.a. afgebeeld op de One Penny munten van koper en groot formaat.
** Penny

 
Monsters:
De Germaanse mythologie kent vele monsters. O.a. Thyrs, Grendel en Wyrm.
** Thyrs, Grendel, Wyrm, Mythologie, Draken

Munten:
** Geldstelsel, Anglische Mark, Penny

Mythologie:
De oude Germanen in Noord Europa hebben een eigen uitgebreide mythologie. De belangrijkste onderdelen daarvan zijn:
- Asen Mythische goden, wonend in Asgard. Daar houden ze drinkgelagen, spelen aan gouden tafels en beraadslagen op de dingplaats. Mogelijk afgeleid van Oud Indisch Asu = leven, levenskracht. Volgens Snorri komen ze uit Azië. Odin is de heerser van Asgard. Bekende Asen zijn Balder, Heimdall, Thor en Tyr.
- Asgard Mytisch woonoord van de Asen.
- Midgard Mytisch woonoord van de mensen.
- Nerthus Moder Aarde > Nerthus
- Odin Oppergod > Odin
** Goden, Woluspa, Snorri, Ideologie, Offerrituelen, Monsters
# WP, DAB

MTC:
members.tripod.com/~midgley/anglosaxons 23.5.06

Myrgings:
Germaans volk dat vooralsnog alleen in het Engelse dichtwerk Widsith (circa 650nC) wordt genoemd. Ze worden rond 405nC verslagen door prins Offa van Angeln, die daarmee voorkomt dat zijn vader Wermund in de macht komt van de Saxen. Bij die slag verlegt Offa de grens van Angeln tot aan een locatie genaamd Fiveldor, een gebied dat mogelijk ligt aan de rivier de Fivel in NO Groningen en waarnaar de regio Fivelingo is genoemd.
** Widsith, Fiveldor, Freawin (gb 320nC), Offa van Angeln (gb 380nC), Myrgingum, Offaland
# WKP 20.1.2010, DAB, KBG

Myrgingum:
I.e.: het land der Myrgings, een Germaans volk in Noord Duitsland, genoemd in het Engelse dichtwerk Widsith van circa 650nC:

Ane sweorde
merce gemaerde
with Myrgingum
bi Fifeldore;
heoldan forth sittan             
Engle ond Swaefe,
swa hit Offa geslog.

Ene zwaard
merkte de marke (grens)
met Myrgingum
bij Fiveldor;
hielden voorts gescheiden
Angeln en Swaefe
zo had Offa geslagen.

¶ Vele bronnen plaatsen het land van de Myrgings ten zuiden van rivier de Eider, c.q. aan de zuidkant van Angeln. Echter, de Amerikaanse etymoloog Kemp Malone schrijft in 1944 dat Myrgings mogelijk is afgeleid van Mire Dwellers, waarbij Mire een regionaam is. Myrgings zijn dus bewoners van een gebied met de naam Mire, of beter: Myre. Gezien de geografische context kan met dit Mire mogelijk Meerland zijn bedoeld, een streek westelijk van Aurich in Eemsland. Of: Meerland aan de noordkant van Winschoten. Dit Meerland ligt circa 18 Km ZW van Delfzijl, de monding van rivier de Fivel. Bovendien ligt dit Meerland in die tijd in Fivelingo, waar van oudsher Angelen woonden.
¶ Bron Widsith sluit de tekst over Offa van Angeln met de regels dat Offa van Angeln in 405nC door zijn overwinning op de Myrgings tevens de grens heeft bepaald tussn Angeln en Swaefe. Met Swaefe wordt kennelijk bedoeld het gebied van de Sueven, een Germaans volk in Noord en Midden Duitsland. Ceaser bestrijdt hen als hij in 58nC de Rijn oversteekt. Tacitus noemt hen circa 103nC. E.e.a. betekent dat de verbinding tussen Noord en Zuid Mega Angelen ter hoogte van provincie Groningen rond 405nC door de Myrgings bezet is. Het gebied dus tussen de Fivel en de Elbe, omvattend Eemsland en Lunenburg. Dit kan dus zijn het genoemde Myrgingum, ofwel het land waar de Myrgings wonen. Echter, uit gedetailleerde analyse van de gegevens blijkt dat Myrgingum aan de westgrens van Fivelingo moet liggen. (> Offaland)

¶ Op diverse gronden, genoemd onder item Offaland, kan de conclusie worden getrokken dat Myrgingum vrijwel zeker in Offa's tijd overeenkomt met het gebied Hunzingo in Noord Groningen. Dit gebied ligt inderdaad aan de westgrens van Fivelingo. De naam Myrgingum lijkt verder de voorloper te zijn van de regio De Marne aldaar, waarvan de naam is afgeleid van mar (maar, maer) = oeng: mere = Anglisch*, Gotisch: mir, myr = laag drasland. Myrgings zijn dan mensen die in de Myr wonen.
 
Door expansie is hun gebied kennelijk zodoende later genoemd: Myrgingum = het land van de Myrgings. E.e.a. maakt de topografische context van de militaire campagne van Offa volgens de tekst van Widsith geheel begrijpelijk. Kaart boven rechts is van 1770. De Marne ligt tussen Leens en Vierhuizen. Het gehucht Maarhuizen eronder herinnert daar nog aan.
** Widsith, Fiveldor, Offaland
# WKP 20.1.2010, WP, EWB, DAB, KBG

N::

Namen:
Bron gerardlening.nl (29.4.2010) stelt dat namen met Engel, Ingel of Angel vooral voorkomen in Friesland en Groningen. Bij persoonsnamen zijn dat: Engelina, Engelbert, Engelbrecht, Engelberta, Ingele, etc. Bij locatienamen: Engelborg, Englum, Engelbert, etc. Al deze namen zijn mogelijk afgeleid van de Angelen, die sinds circa 500vC in Groningen en Friesland zijn gaan settelen.
** Anglische familienamen

Nederzettingen:
** Angelsites, Didam, Suxwort

Neede:
Stad in het noorden van de Achterhoek, grenzend aan Twente. Wordt waarschijnlijk al sinds circa 200vC bewoond door Angelen.
** Twins (Haarlo, Harper), VWL, Harper, Fordweg Neede, Angelsites

Neder-Lotharingen:
** Lotharingen

Nerthus:
Godin uit de Germaanse mythologie. Volgens Tacitus (55-118 nC) wordt zij vereerd door acht stammen aan de kust: de Longobardi, Reudigni, Aviones, Angli, Varni (Denen), Eudoses, Suarines en Nuithones. Van tijd tot tijd wordt zij op een ossekar gezet, bedekt met een laken, en rondgereden langs de akkers om die te zegenen. Alleen een priester mag het laken aanraken. Het wordt bewaard in een heilig woud op een ver eiland in de zee. Tijdens de tocht wordt geen wapen gedragen en geen oorlog gevoerd. Er wordt alleen gefeest. Na de rondtocht worden de wagen, het laken en de godin gewassen door slaven, die daarna worden verdronken. Nerthus is duidelijk een godin van de vruchtbaarheid. Volgens de mythe grijpt ze persoonlijk in het leven van de mensen. Nerthus wordt ook vaak gezien als Moeder Aarde. Bij de Angelen komt ze nog tot in de tijd van de Christianisering. O.a. in het Eacerboth ritueel. In Denemarken zijn rituele ossewagens gevonden, die dateren uit 200 nC. Ook zijn er ossewagens gevonden uit de Bronstijd (2000-800vC). De rondtocht langs akkers met Nerthus met wit laken in de ossekar, doet sterk denken aan de Maria Processies langs akkers in zuidelijke landen. Ook Maria en de wagen waarop ze staat zijn bekleed met een wit laken. Wit als symbool van de zuiverheid. Maria Processies langs akkers vinden anno 2009 nog steeds plaats. O.a. in Maastricht in de maand mei. Mogelijk hebben we dus te maken met een eeuwenoude vruchtbaarheidscult, die teruggaat tot de oertijd van de mensheid en is meegenomen door de verre voorouders van de Angelen. Dat dergelijke culten tot de oertijd kunnen horen, bewijst de fonds van een beeldje in Zuid Duitsland door archeologen, mei 2009. Het beeldje is circa 40.000 jaar oud, circa 10 cm groot, gemaakt van ivoor van een slagtand van een olifant en stelt voor een stevig geschapen volwassen vrouw. Kennelijk een soort moederfiguur. Uit zeer vele latere tijdperken zijn identieke beeldjes gevonden op verschillende locaties in de wereld. Al deze beeldjes hadden te maken met een soort vrouw/moeder vereering.
** Modranect, Sirius
# WP, WKP 12.5.09, NOS Journaal 13.5.09, RKK TV 13.5.09, DAB

Nettelhorst:
Gehucht in NO Lochem, tevens oud kasteel (sinds 1884 ruïne) in Noord Lochem. De naam is afgeleid van Anglisch: netele = netel, brandnetel + hyrst = horst, zandbank. Dus: horst waarop (brand)netels groeien. Gezien de historische migratiestromen zal Nettelhorst omstreeks 100vC zijn bevolkt door Angelen vanuit Twente.
¶ Kasteel Nettelhorst is vermeld in 1379 in een leenacte waarin Steven van Nettelhorst wordt genoemd als eerste bezitter.
¶ De familienaam Van Nettelhorst (Nethelhorst) wordt al genoemd in 1227 als Lambertus van Nettelhorst omkomt in de Slag bij Ane tegen de bisschop van Utrecht.
** Angelsites
# FRI, DAB

NGE:
Nieuwe Groninger Encyclopedie
Regio Project Uitgevers
Groningen 1999

Niehove:
** Suxwort

Nieuw Anglisch: (1500nC-heden)
Sinds 1500 ontwikkelt zich het Oud Anglisch onder invloed van o.a. het Saxisch tot het Nieuw Anglisch. Vanaf 1500 komen namelijk steeds meer Duitsers wonen in Angeln. Dat wordt versterkt na 1920, als Sleswig met Angeln bij Duitsland komen. Het Anglisch wordt dan gaandeweg sterk beïnvloed door het Neder-Saxisch, dat veel lijkt op Oud Nederlands. De invloed van het Neder-Saxisch wordt groter, nadat vele autochtone Denen uit Angeln migreren naar Denemarken. De Deense invloed wordt dan minder. Anno 1971 is die invloed echter nog duidelijk hoorbaar. De vele hoge klanken van het Anglisch verraden de Deense wortels. Hieronder volgt in het Nieuw Anglisch het verhaal van De verloren Zoon, vastgelegd in 1870 door Prof. Dr N.M. Petersen in Dresden:

En mann har [had] twee sähns [zoons]. Un de jüngste davon sär [zei] to de vatter: Vatter giv' mi de dehl von din göder vorut, de mi tohört as min arv'. Un so dehler [verdeelde] de ohle [oude] sin god [goed]. Nich lang darop sammler de jüngste sähn sin ganse kram tohop, trock in de fremde, un fung da an sin god to verprassen [verbrassen]. As he all dat sinige dörbröcht har, keem [kwam] düre tid äber [over] dat ganse land un he fung an hunger to liden. Da gung he to en bur [boer] in dat sölbige [drassige?] land un leet nich af [na] em sin noth to klagen, bet [tot] de bur em annehm as swindriver. Da em aber nüms [nooit] wat to eten gev' so mosst he sin buk füllen mit drank ut de swinträg. Un so ging he in sick [zich] un sär: Wa väl daglöhner hett min vatter de brot voll op hem, un ik mot ömkamen vör hunger. Ick will mi op de weg maken to min vatter un will em seggen: Vatter ik hev grote sünn [zonde] begahn in 'e himmel un vör di. Ick bün nich mehr wert din sähn to heten. Lat mi daglöhner bi di sin. Un so maker [maakte] he sick denn op de weg to sin vatter. As sin vatter em von feern kamen seeg, ween he vör jammer, leep em in de möt [liep hem tegemoet], foll em öm de hals un küsser em. De sähn aber foll vör em op de knee un sär: Ach Gott! Vatter, ick hev grote sünn begahn in 'e himmel un vör di. Ick bün nich mehr werth din sähn to heten. Aber de vatter befohl sin knecht: Haal dat beste von min kleder för sin arme liv', goll'ne fingerringe för sin hänn [handen] un nie schoh [nieuwe schoenen] för sin fot [voeten]. Slach ok en fette kalv. Lat uns eten un fröhlich sin. Denn de dare stackel [arme stakker] is ja min sähn. He wer dod un is werder lebendig worn. He wer verlorn un is werder funnen. Un so fungen se an fröhlich to sin. Aber die öllste sähn wer op dat feld. Un as he nu op de weg' na hus in de neeg [nabijheid] dat singen un dansen to hören kreeg, reèp he een von de knecht' ut 't hus un frog em: Wat hett dat to bedüden? Din bröder is torüg kamen, sär he, un din vatter hett för freu [vreugde] dar äber, dat he em werder [weer] heel un gesund bi sick hett, en fette kalv' slachten laten. Da wor he bös un woll nich ingahn. Da keem sin vatter herut un beer [bad, smeekte] em. He aber antworter un sär: Siehst du vatter! So väl jahr hev' ick di deent, un di nümmer [nimmer] wat to werdern [tegen je] dahn. Un du hest mi nie en bock geben, um mi mit min frünn [vrienden] fröhlich sin to laten. Nu aber de dare din sähn [je zoon daar] kamen is, de sin god mit horen [hoeren] verprässt hett, da hest du en fette kalv' slachten laten. Min sähn! sär de vatter: Du bist ja alltid bi mi un all dat minige hört di to. Du schost [zou] dach [vandaag] fröhlich un gut to moor [moede] sin, denn de dare din broder wer dod un is werder lebendig worn: He wer verlorn un is werder funnen.

Opmerkingen:
- lidwoord = de
- meervoud = enkelvoud+er; vb: god - göder (goederen); dit is ook zo in het Oud Anglisch
- verleden tijd van een werkwoord = werkwoord+er; he maker = hij maakte; he kusser = hij kuste
- de hiere mann = de man hier, deze man; de dare fru = de vrouw daar, die vrouw, gindse vrouw; hier en daar worden dus gehanteerd als bijvoeglijke naamwoorden
- oud = old, ohl
- vader = vatter, vadder, vader, voader
Lit.: Prof. Dr N.M. Petersen: Plattdeutsche Fabeln, Vertellungen un Märken in Angelner Mundart. (Dresden 1870; met Woordenlijst).
** Anglisch, Oud Anglisch, Angeln
# FRI, dbnl.org 4.12.07, DAB

 
Njord:
Germaanse god van de zee.
** Pg Genline (Germanen)

 

Nokkruis:
Kruis in de nok van daken. Komt vooral voor in Oost Nederland. Al sinds oertijden. Vooral op oude Saxische boerderijen in Twente en Drente. Ook op de Balkan en verder oostwaarts tot in de Himalya. Symbolische betekenis: afweren van het kwaad. Tevens is het een symbool van eenheid, als zijnde de vereniging van de twee dakhelften, zoals ook wordt gesymboliseerd door het Andrieskruis. Vaak zijn de armen van het kruis uitgebeeld als paardekoppen, zoals op bijgaande foto. Paarden symboliseren dan vitaliteit en kracht.
 
Foto rechtsboven is gemaakt van een oud veenhuis uit de 19e eeuw in Drente. Jan Kleisen vertelt op TV OOST 21.2.08 dat het nokkruis een symbool is tegen het kwaad. Achter het nokkruis heerst vrede. Het is een oeroud teken dat voorkomt in Drente, Twente en de Achterhoek en verder o.a. in Oezbekistan. In dat geval kan het nokkruis zijn meegenomen door de Germanen, die circa 3000 vC naar Europa migreren vanuit Khwarizm in Centraal Azië. Oezbekistan wordt in het noorden begrensd door Khwarizm. Beide landen liggen in het oude gebied van Arya, waar de Ariërs woonden.

De Angelen vereeren o.a. honden.
(> Honden) Rood en goudgeel zijn typisch oeroude Anglische kleuren. (> Heraldiek) In het nokkruis rechts zijn de genoemde Anglische elementen duidelijk terug te vinden.
 
Anno 2009 is het nokkruis ook te zien op ataphuizen in Noord Thailand. Ataphuizen zijn gemaakt van stokken en droge bladeren (atap) van bamboestruiken. Thailand is een Boedhistisch land en het Boedhisme komt voort uit het Hinduïsme, dat zijn roots heeft in Arya. Mogelijk dat langs die lijn het nokkruis is beland in Thailand in ZO Azië.
** Asbool, Andrieskruis (Lx), Ariërs
@ foto's © B.C. Kranenburg
# FRI, TV OOST 21.2.08, DAB, KBG

 
Noordzeeland:
Betreft het gebied tussen het Continent van NW Europa en Groot Brittannië. Vaak het Continentaal Plat genoemd. In 40.000 vC zijn NW Europa en Brittannia nog met elkaar verbonden. Het is een groot en droog steppegebied, waardoorheen de Rijn en Thames stromen en ergens in het noorden samenvloeien en uitmonden in de Atlantische Oceaan nabij Noorwegen. In afgelopen tijden zijn vele archeologische vondsten gedaan door visserschepen in het gebied. O.a. potscherven, die afkomstig kunnen zijn van schepen, maar ook van oorspronkelijke bewoning. Ook zijn vele fossiele botresten gevonden uit het einde van het Pleistoceen (tot 9500 vC). Zo leefden er kennelijk wolharige mammoets van 3.5 meter hoog, reuzenherten, wisenten, wilde paarden en hyena's. In het gebied wonen ook Neandertalers zoals in 2009 blijkt uit de vondst in de Zeeuwse waters van een zo typerend wenkbrouwboog van een Neanderthaler. Daarnaast is er de vondst van een hertegewei met sporen van bewerking. Dat duidt dus op bewoning door mensen. In 9000-3000vC ontstaat de Noordzee door het stijgen van de zeespiegel vanwege het smelten van grote ijsmassa's na de Laatste IJstijd (2miljoen-10.000VC). Brittannia wordt daardoor geleidelijk gescheiden van het Continent. Over het hele gebied is verder nog weinig bekend. Archeologen staan te trappelen van nieuwsgierigheid en zijn bezig Noordzeeland verder te onderzoeken. Plan is om een vitrine te plaatsen in infocentrum FutureLand op de Maasvlaakte, aan de Europaweg 902 3199 LC te Rotterdam. Daarin komen de meest gave en interessante archeologische vondsten.
# De Telegraaf 31.10.2009, DAB, KBG

Nottingham:
Stad in Midden Engeland, tussen Manchester en Londen. Was onderdeel van Mercia, het grote en machtige Anglische rijk in Noord Engeland. Oorspronkelijk genaamd Snottingaham = inga (volk van) Snot + ham (heim). Snot was de leider van een Anglische stam, die zich circa 500 nC vestigt in Lace Market.
** Mercia (Lax)
# WKP 20.10.09, KBG

NWGro1589:

          

 
Bovenstaande kaart toont de Anglische gebieden van NW Groningen en NO Friesland rond 1589. I.b. de locaties Aengum (Anjum, Frl), Engwerum (Engwierum, Frl), Engewerdt (Gro), Oldenhoven (Oldehove, Gro) en Nyenhoven (Niehove, Gro). Engewerdt, Oldenhoven en Nyenhoven liggen in Humsterland, dat sinds circa 300vC wordt bewoond door Angelen. Nyenhoven heet oorspronkelijk Suxwort, de oude hoofstad van Humsterland. De locatie Marslac heet later Maarslag.
** Humsterland, Suxwort, Aengum, Engwerum, Engewerdt

O::

ODA:
Oppergod der Angelen
¶ Volgens overlevering stammen de Angelen af van Ingwi (700-640vC), koning van Denemarken en nazaat van Odin, de oppergod van de Noord Germanen. Ingwi vestigt zich rond 665vC vanuit Leire op het eiland Seeland in Denemarken met zijn gezin en volgelingen in Angeln. (> Afstamming, Angeln)
¶ Volgens andere bronnen is Ingwi een telg uit het Zweedse koningshuis der Inglingen, die afstammen af van Odin. (> Inglingen)
¶ Bron RRA beweert dat de Anglische koningen van Angeln zichzelf zagen als nazaten van Wodan. Deze Wodan is de oppergod van de West Germanen. Hij wordt meestal gelijkgesteld aan Odin, van wie de Angelen volgens oude overleveringen afstammen. Aangezien Angeln zich sinds circa 500vC steeds verder naar het zuiden uitstrekt, kan het zijn dat de Angelen zich steeds meer als een West Germaans volk zijn gaan zien. Vooral ook door de vermenging met de Saxen, voor wie Wodan inderdaad de oppergod was.
¶ De grima (masker) van Wodan is een kenmerkend attribuut van deze West Germaanse oppergod. Deze grima vinden we terug bij Anglische vorsten als Redwald van East Anglia (gst 625) en Edwin van Northumbria (gst 633). Ook op de fibula van Wynaldum uit de 7e eeuw nC, een mantelspeld afkomstig van een Anglische leider in Noord Friesland. Deze archeologische vondsten bevestigen de bewering van bron RRA. (> Archeologie)
¶ Odin en Wodan zijn feitelijk identieke goden. Odin wordt echter beschouwd als de oppergod van de Noord Germanen en Wodan als oppergod van de West Germanen. De enige verklaring voor de tegenstrijdigheid kan zijn, dat de Angelen in latere eeuwen sinds hun ontstaan zich inderdaad steeds meer zijn gaan identificeren met de West Germanen. Daarmee hebben ze immers ook steeds meer contacten. In bizonder met de Saxen. (> Angologie, Angel-Saxen)
** Ingwi, Odin, Wodan
 

 

Odin: (1430*-1370* vC)
Oppergod van de Noord Germanen, identiek aan Wodan van de West Germanen. Volgens de Skjöldungasaga komt hij uit Azië en verovert Noord Europa. Hij geeft Zweden aan zijn zoon Ingwi (ca. 700-640 vC) en Denemarken aan zijn zoon Skjöldr. Uit Skjöldr is het Deens koningshuis Skjöld voortgekomen, waarvan nazaten zich ook
hebben gevestigd in Zuid Zweden. Bij nadere studie blijkt Ingwi echter koning van Denemarken. Tijdens een reis van Ingwi naar Zuid Denemarken doet Skjöld een greep naar de macht en roept zichzelf uit tot koning van Denemarken. Ingwi besluit daarop in Zuid Denemarken te blijven. Zijn vrouw en kinderen komen hem nareizen. Het gebied waar Ingwi nu woont wordt later Angeln genoemd, het land der Angelen, de nazaten van Ingwi (> Ingwi, Angeln, Saga's)

De Skjöldungasaga lijkt een historische kern van waarheid te bezitten. In de 15e eeuw vestigt zich namelijk een Zweedse familie in Lemgo (Duitsland) die hun naam verduitsen en zich Schild gaan noemen. Schild betekent hetzeflde als Skjöld, het Zweedse woord voor schild. Volgens overlevering zouden zij in Zuid Zweden de naam Skjöld hebben gevoerd en een aanzienlijk geslacht zijn geweest. Zij vluchten om religieuse redenen van het toen nog Katholieke Zweden naar Noord Duitsland, waar het Protestantisme sterk opkomt. Opmerkelijk is dat het geslacht Schild een oud familiewapen voert waarop het Alziend Oog in een driehoek is afgebeeld. Dit alziend oog komt overeen met een belangrijk kenmerk van Odin, zoals verderop is beschreven.

Odin is mogelijk ooit een volksheld geweest, die gelegendariseerd en gemytologiseerd is. Als Ingwi en Skjöld zoons van Odin worden genoemd, betekent dat in mythetaal waarschijnlijk dat ze (verre) nazaten van hem zijn. Ingwi en Skjöld moeten naar schatting ergens in 700-600 vC hebben geleefd. (> Ingwi) Odin kan heel lang daarvoor hebben geleefd. Een preciese schatting wanneer is vooralsnog niet mogelijk. In Zweden is echter een steen uit de Bronstijd (2000-800 vC) ontdekt waarop twee boten, mannen en een grote ring zijn uitgebeiteld. De ring is een symbool van Odin. Dit symbool komt mogelijk uit Egypte (3000-332 vC). Zoals de letter O in het Latijnse schrift afstamt van de Egyptische hiëroglyf O. Deze Egyptische O staat voor het Alziend Oog, dat waakzaamheid en macht betekent. Maar ook is de O identiek aan de zonnering van Ra, de oppergod van Egypte. Al deze kwaliteiten vinden we terug bij Odin. (> Zonnering)

De naam Odin wordt geassocieerd met woede, razernij en extase. Odins attributen zijn o.a. de speer Gungir, de wolven Geri en Freki, het achtvoetige paard Sleipnir en de raven Hugin en Munin, die op zijn schouders zitten en hem influisteren wat ze hebben gehoord en gezien. Odin woont in Asgard, waar hij vanuit Hlidskjalf alles op de wereld kan zien. Zijn gemalin is Frigg.

Odin is de god van oorlog en dood. De helft van zijn slachtoffers van het slagveld horen hem toe. Hij neemt ze mee naar het Walhalla om hem te helpen in de strijd tegen de demonen bij de ondergang van de wereld.

Odin is ook de god van de wijsheid en de poëzie. Wijsheid heeft hij gekregen van de reus Mimir (de hoeder van de Wijsheid) in ruil voor een oog. De Poëzie krijgt hij door te drinken van de dichtdrank Mede uit de vaten van de reus Suttung. Kennis van de magie en runen krijgt hij door negen dagen en nachten aan een boom te hangen, doorboord door zijn eigen speer. Vandaar zijn naam Hangagud. Odin heeft vele bijnamen. De bekendste is Snorri.
** Ingwi, Ingwaz, Tijdperken, Saga's, Wetsteen, Angon, Oda
# WP, MVW (p 163), NGTV (mei 2007), EWB, RGT, GKS, DAB

Oer Angelen:
Dit zijn de oudste leden van de volkstam der Angelen. Waar deze Angelen vandaan komen, is vooralsnog niet met zekerheid bekend. Naar alle waarschijnlijkheid komen ze voort uit de Germaanse stam der West Goten in Zweden en Denemarken. (> Engeland/vlag) Een theorie is dat ze nazaten zijn van ene Ingwi, die zich rond 665 vC vestigt in Angeln, mogelijk op de locatie met de naam Haithabu. Ingwi was koning van Denemarken, maar werd van zijn troon beroofd door zijn broer toen hij op een boottocht was naar het zuiden van zijn rijk, het gebied waar het huidige (anno 2009) Angeln ligt. Volgens de mythologie is de naam Angeln afgeleid van Ingwi. Via Ingwilund > Ingland > Angland > Angeln. Volgens een andere theorie is de naam Angeln echter afgeleid van de hoekvorm van het gebied. (> Angeln/kaart) Angel betekent namelijk hoek. Angelen zijn dus bewoners van "Hoekland" en zouden navenant Hoeken heten. Die naam duikt vele eeuwen later op in Nederland bij de Hoekse en Kabeljauwse Twisten (1350-1490). De Hoeken zijn in die Twisten de gezagsgetrouwen, die de kant van landsvrouwe Margaretha kiezen. De naam Hoeken doelt op de (vis)haken waarmee de Hoeken de Kabeljauwen willen vangen. Als zodanig is de naam Hoekland voor Angeln niet zo vreemd. Het zou namelijk kunnen betekenen dat daar in de verre oudheid voornamelijk vissers wonen itt elders in die regio.

Ondanks boven genoemde verklaringen van de naam Angeln weten we nog niets over de oerbewoners van dat gebied. Namelijk de Oer Angelen. Ze zullen vrij zeker van elders komen. Maar waar vandaan? De Griekse astronoom, wiskundige en cartograaf Claudius Ptolemaeus (87-150 nC) in Alexandrië maakt een atlas, die in 1478 in Rome wordt gedrukt met de titel 'Geographia' door Arnold Buckinck. Deze atlas bevat een kaart van NW Duitsland waarop de woongebieden zijn aangegeven van Germaanse volkstammen. De Saxones plaatst hij tussen de mond van de Elbe tot aan de Oostzee. De Phrisii (Friezen) plaatst hij tussen de Weser en de Eems, het huidige Oost-Friesland. De Angili (Angelen) plaatst hij zuidelijk daarvan nabij de Lünenburger Heide. Ook andere bronnen plaatsen de Angelen bij of nabij dit gebied. Desondanks moeten we de historische visies van de Angelen daarover zelf serieus nemen. Zij beweren steeds dat hun roots in Denemarken liggen. Er zijn diverse historische feiten die deze visies rechtvaardigen. Zodanig, dat men deze beweringen van de Angelen zelf als historisch juist mag beschouwen. (> Angologie)
** Angologie, GLA, Engeland (vlag), Beowulf
# DVB, KBG

Oer Angeln:
Een zeer interessante vraag is, wanneer Angeln in feite ontstaat. Om die vraag te beantwoorden, moeten we de oudste gegevens van de Angelen goed analyseren en in historisch perspectief plaatsen. Wanneer verschijnen de Oer Angelen in Angeln, het gebied in Noord Duitsland, dat vóór 1919 tot Denemarken behoort? (> Angeln) De centrale vraag is dan of Angeln is genoemd naar de Oer Angelen, of omgekeerd. Opties:

A. Volgens de overlevering is Ingwi de stamvader der Angelen. Hij vestigt zich rond 665 vC in het gebied, dat naar hem wordt vernoemd. Zo ontstaat Ingwiland, een naam die in de loop der tijd muteert tot Ingland > England > Angland > Angeln. (> Angeln) De mensen die in Angeln wonen, worden dan genoemd Angelen, zijnde inwoners van Angeln.
B. De naam Angeln is afgeleid van Angel = Hoek, zijnde een uithoek van Noord Europa, i.c. Zweden, Noorwegen en Denemarken, ofwel het Noordse Rijk. De mensen die daar wonen krijgen navenant de naam Angelen = de mensen die wonen in Angel = de uithoek van Noord Europa. Later wordt het gebied dan Angeln genoemd, zijnde het land waar de Angelen wonen. (> Angel)

Gezien de overleveringen beschouwen de Angelen zich van oudsher inderdaad als nazaten van Ingwi, de verdreven koning van Denemarken, en derhalve als voortkomend uit de Denen. Aangezien overleveringen meestal een grote kern van waarheid bezitten, mogen we vooralsnog aannemen dat deze voor de Angelen zo belangrijke overlevering als juist en waar moet worden beschouwd. In ieder geval dat de Angelen voortkomen uit de Denen. Maar wie of wat was Ingwi dan? Heeft hij werkelijk geleefd, of is hij een mythologisch figuur, gecreëerd rond een figuur die werkelijk ooit heeft geleefd? De feiten daaromtrent lijken vooralsnog niet helemaal bekend.
** Overleveringen, Ingwi, Angel, Angelland

Oer Anglisch: (700vC-500nC)
Het Oer Anglisch is de taal van de Angelen die zich ontwikkelt vanaf de vestiging van de legendarische Ingwi (de oervader der Angelen) en zijn metgezellen in Angeln rond het jaar 650 vC. Zij komen uit Denemarken (mogelijk Seeland) en zullen dus het Deens spreken uit die tijd. Het Oer Deens is ontstaan rond 1000 vC vanuit het Oer Zweeds, de taal van de Zweden die in die tijd naar Denemarken migreren. Het Oer Anglisch is daarom een taal die ontstaat uit het Oer Deens door differentiatie en door absorbtie van taalelementen van de oerbewoners van Angeln en van naburige volken. Het zo groeiende Oer Anglisch wordt gesproken tot circa 500 nC, als een groot deel van de Angelen migreert naar Engeland. De achterblijvende Angelen ontwikkelen daarna hun taal verder tot het Oud Anglisch door verdere differentiatie en door absorbtie van nieuwe taalelementen van andere volken die zich in Angeln vestigen. Dat zijn voornamelijk Denen, Zweden (Vikings) en Saxen uit Holstein.

Het Oer Anglisch zal oorspronkelijk sterk lijken op de Oer Germaanse talen in NW Europa in dezelfde eeuwen. Bron Wikipedia (11.5.09) bevestigt deze similariteit en schrijft hierover:

Northumbria has a series of closely related but distinctive dialects, descended from the early Germanic languages of the Angles, of which 80% of its vocabulary is derived ... The major Northumbrian dialects are Geordie ... To an outsider's ear the siminlarities far outweigh the differences between the dialects. ... Due to the roots of Northumbrian dialects, its is often said that visitors from Scandinavian countries and the Netherlands often find it much easier to understand the English of Northumbria than the rest of the country.

Genoemde Geordie dialecten staan dus erg dicht bij het Anglisch dat oorspronkelijk in Noord Northumbria is gesproken. Dat is dus het Anglisch van de Angelen, die zich vanuit Angeln in 450-600 nC in NO Engeland vestigen. Dus in de nadagen van het Oer Anglisch. Het gebied Noord Northumbria komt overeen met Bernicia. Dat is exact het gebied waar de kolonisatie van Brittannia door de Angelen is begonnen. (> Angelen/Vortigern) In de daarop volgende eeuwen zal het Oer Anglisch zich meer langs eigen wegen verder ontwikkelen, totdat het zich in Angeln onder invloed van het Saxisch in de zuidelijke gebieden van Angeln ontwikkelt tot het Oud Anglisch.

Van veel oudere datum zijn teksten in de Oude Futhark, gevonden bij Thorsberg in Angeln. Ze dateren van circa 200 nC. De tekst op de runesteen is nog niet vertaald. Die op een zwaard wel. Die tekst is na enige studie duidelijk te herkennen als heel close bij het Nederlands.

Per saldo lijkt het er dus inderdaad op dat Oer Anglisch en Oer Nederlands nauw verwante talen zijn.

** Thorsberg, KTE
# DVB, COD, WMN, KBG

 
Oer Engels:
** KTE

Oer Geordie:
Het Geordie zoals het door de Oer Geordies in Bernicia is gesproken. Naar zeggen is Geordie een Oer Engelse streektaal. Ipso facto is Oer Geordie een Oer Anglische taal, gesproken door de Oer Angelen in Geordieland in Bernicia. De relatieve veiligheid en beschermdheid van Geordieland in de loop der eeuwen heeft vreemde invloeden van buitenaf sterk beperkt en zodoende het Geordie sterk geconserveerd. Het Geordie is dus vrij zeker weinig gemuteerd sinds haar ontstaan rond 450 nC en moet dus heel dicht staan bij het Oer Anglisch van de oorspronklijke Anglische settlers in Geordieland.
** Geordie, Geordieland, Oer Geordies

Oer Geordies:
Op grond van de feiten en veronderstellingen mbt Geordie, kan men zich afvragen waar de oersprekers van Geordie hun roots hebben. Geordie is naar zeggen een taal van de Oer Angelen afkomstig van het Continent en circa 450 nC gevestigd in Bernicia. Dat zijn dan Angelen uit Angelland op het Continent. Dit Angelland is echter nog een vaag begrip. Het omvat de gebieden Angeln, de eilanden Als en Fünen en andere Anglische gebieden in NW Europa, zoals Humsterland (NW Groningen) en de regio bij de Lünerburger Heide. Vooralsnog is niet te bepalen welk van deze regio's de meest waarschijnlijke is. De vocabulaire van Geordie doet echter denken aan de streektaal van Noord Groningen, zodat Humsterland of daaromtrent in aanmerking komt als land van herkomst.
** Geordie, Geordieland, Humsterland
# FRI, KBG

Oer Nederlands: (500vC-500nC)
De taal gesproken in de Nederlanden in de periode 500vC-500nC. Aangezien daarover vooralsnog geen bronnen zijn gevonden, moet daarover langs aanvaardbare speculatie een beeld worden gemaakt. Dat beeld moet worden opgezet op grond van o.a. de geografie en de bewoners van de Nederlanden in de periode 500vC-500nC. Verder zal als hulpmiddel en leidraad worden gebruikt de gangbare taal (talen) in de Nederlanden in de eeuwen dierect daarna. Dus circa 500-1000nC. Aldus doende ontstaat het volgende beeld:

De Nederlanden zijn geografisch een gebied waarvan de kustlijn nogal wisselend is door stormvloeden en gebrek aan dijken. De Nederlanden worden voornamelijk bewoond door:
-- Kelten sinds circa 600vC in het zuiden
-- Angelen sinds circa 450vC in het noordoosten en midden
-- Friezen sinds circa 750nC in het noorden langs de kust
-- Saxen sinds circa 750nC in het noordoosten en midden
-- Franken sinds circa 287nC in het midden en zuiden

Uit dit overzicht blijkt dat de taal in noord Nederland van circa 450vC-100nC vrij zeker voornamelijk Anglisch moet zijn geweest. Daarna in de periode 100-500nC komen het Oer Fries en het Oer Saxisch steeds sterker hun invloed doen gelden. Vanaf 300 nC doet ook het Oer Frankisch dat. Tegelijkertijd mindert het Oer Anglisch sinds circa 400 nC door de massamigratie naar Brittannia. De taal in de Nederlanden zal navenant zijn gevormd: een Oer Anglische basis met sterke invloeden van het Oer Fries, Oer Saxisch en Oer Frankisch. Aangezien het Oer Fries en Oer Saxisch sterk verwant zijn aan Oer Anglisch, zullen de veranderingen niet zo dramatisch zijn geweest.

De aanwezigheid van Kelten en Franken in de zuidelijke Nederlanden heeft uiteraard grote invloed op het Oer Nederlands in z'n geheel. Door de contacten tussen de Angelen, Saxen, Friezen, Franken en Kelten ontstaat in de loop der eeuwen een zekere gemeenschappelijke omgangstaal voor de hele Nederlanden. Volgens de Belgische taalkundige Maurits Gysseling (1919-1997) moet in de Lage Landen uiteindelijk noch puur Germaans noch puur Keltisch zijn gesproken, maar een taal daar ergens tussenin. Die taal noemt hij het Belgisch. Vanaf dat moment spreken we echter van Oud Nederlands.
** Keltisch, Oer Anglisch, Lx (Oud Nederlands)
# WKP 28.5.09, DAB, KBG

Oermensen:
** Pg Genline

Offa: van Angeln (380*-440*)
Zoon van koning Wermund van Angeln (gst 416). Koning van Ageln. Ghm NN.
Volgens het Oud Engelse dichtwerk Widsith (7e eeuw) voorkomt Offa dat zijn oude vader Wermund in de macht komt van de Saxen door het doden van een zoon van de Saxische koning tijdens een persoonlijk gevecht. Later wordt Offa heerser van the large kingdom of Angel, and he is said to have established Fifldor (probably the Eider River ...) as the boundary between his domains and those of the neighbouring Myrgings. Aldus britannica.com van 9.1.2010. Met Fifldor blijkt echter bedoeld Fiveldor, een gebied in Fivelingo in NO Groningen. Dat gebied heet feitelijk Fivelga (later Fivelingo) wat duidt op een Anglisch gebied. Bovendien is de Anglische Mark de munteenheid van Fivelingo, zoals vermeld in 1327 in de Codex Fivelingo. (> CFO) Ook lijkt het Anglisch de oorspronkelijke taal in Fivelingo. (> Fivelingo) De term the large kingdom of Angel past ook beter bij Groot Angeln, dat zich sinds circa 300vC uitstrekt tot in Noord Groningen. (> Angologie, Groot Angeln) Angeln zelf is namelijk niet eens zo "large", maar een kleine uitstulping tussen Denemarken en Duitsland. (> Angeln) Ook het feit dat Offa vecht tegen de Saxen past in dit beeld. Saxen wonen in die tijd voornamelijk oostelijk van Lunenburg in het aangrenzende Pommeren in NO Duitsland. Bovendien zijn de genoemde Myrgings geen Saxen maar een volk uit Noord Polen. Gezien de context zal het gevecht van Offa tegen de Saxische koningszoon circa 405nC ergens nabij Bremen kunnen zijn gebeurd.
¶ De tekst van Widsith luidt als volgt:

Offa weold Ongle,
Alewih Denum:
se waes thara manna
modgast ealra,
no hwaethre he ofer Offan   
eorlscype fremede,
ac Offa geslog
aerest monna,
cnithwesende,
cynerica maest.

Naenig efeneald him
eorlscipe maran
on orette.
Ane sweorde
merce gemaerce
with Myrgingum
bi Fifeldore;
heoldan forth sittan
Engle ond Swaefe,
swa hit Offa geslog.

Offa regeerde Angeln,
Alewih de Denen;
hij was daar onder mannen
de allermoedigste,
niet echter overtrof hij Offa's
vermetele leiderschap,
en Offa veroverde
eerste maanden,
knecht (jong) wezende,
meeste van het koninkrijk.

Niemand evenaarde hem
meer leiderschap
op aarde.
Ene zwaard
merkte de marke (grens)
met Myrgingum
bij Fiveldor;
hielden voorts gescheiden
Angeln en Swaefe
zo had Offa geslagen.

Zoon: Angeltheow (gb 400).
** Offaland, Angeln, Widsith, Fivelingo, Saxen, Myrgings
# WKP, EWB, britannica.com 9.1.10, DAB, KBG

 
Offaland:
Fictieve naam voor het Anglische Rijk ten tijde van koning Offa (gb 398nC).
Het is duidelijk dat de jonge Offa een groot leider is, die op jeugdige leeftijd het rijk van z'n vader behoorlijk uitbreidt. Bron Widsith schrijft daarover rond 650nC:

Ane sweorde
merce gemaerde
with Myrgingum
bi Fifeldore;
heoldan forth sittan             
Engle ond Swaefe,
swa hit Offa geslog.

Ene zwaard
merkte de marke (grens)
met Myrgingum
bij Fiveldor;
hielden voorts gescheiden
Angeln en Swaefe
zo had Offa geslagen.

Deze tekst is nogal moeilijk te projecteren op de topografie van die tijd, die op zich al grote leemtes kent. Strakke analyse kan ons misschien helpen. I.e.:

¶ Mega Angeln is het Anglisch Rijk dat zich 300vC-600nC uitstrekt van Denemarken tot aan de Rijn. (> Mega Angeln) Dit gebied wordt tussen 300-400nC geinfiltreerd door Saxen vanhuit Pommeren in Noord Duitsland.
¶ Offaland grenst blijkens de tekst van Widsith aan Myrgingum en Swaefe, het land der Swafen (Sueven) in Noord Duitsland tot aan de Rijn bij Keulen.
¶ Volgens Widsith merkt Offa met zijn zwaard de grens tussen Myrgingum en Fiveldor.
¶ Met Fiveldor is vrijwel zeker bedoeld Fivelingo, ofwel Fivelland, waar rivier de Fivel doorheen stroomt. (> Fiveldor) Een andere regio in Mega Angeln met de (mogelijke) naam Fiveldor is vooralsnog niet te vinden.
¶ Myrgingum hoort gezien de tekst van Widsith kennelijk niet tot het Anglisch Rijk. Kennelijk zijn ze rond 400nC het gebied van Fiveldor (Fivelingo) binnen gedrongen.
¶ Fivelingo is sinds circa 300vC al Anglisch gebied.
¶ Gezien de historische gegevens en de tekst van Widsith moet Offaland vóór de campagne van Offa in 405nC liggen ten westen van het land van de Saxen en Swafen.
¶ Aangezien Offa kennelijk de Myrgings in 405nC uit Fiveldor heeft verdreven,
- en de grens heeft afgebakend tussen Fiveldor en Myrgingum,
>> moet Fiveldor wel in handen van Offa zijn.
¶ Aangezien met Fiveldor kennelijk Fivelingo is bedoeld,
- en Fivelingo in handen is van Offa,
- en Offa met zijn leger van Angeln naar Fivelingo moet zijn getrokken om er de Myrgings te verdrijven,
>> moet het gebied tussen Angeln en Fivelingo ook in handen zijn van Offa, anders kon hij Fivelingo nooit veilig bereiken.
¶ Aangezien de kortste verbinding over land tussen Angeln en Fivelingo langs de kunst van de Noordzee loopt,
- en Offa vrij zeker die route zal hebben gevolgd,
- en aan de oostkant van Offa's Rijk de Saxen en Swafen wonen,
- en Fivelingo in handen is van Offa,
>> moet het gebied tussen Angeln en Fivelingo ook in handen zijn van Offa.
¶ Met Myrgingum is bedoeld het land van de Myrgings. Dit land moet gezien het voorgaande dan haast wel in Hunzingo (Noord Groningen) liggen. Offa maakt Fiveldor immers met zijn zwaard tot de grens tussen zijn rijk en dat van de Myrgings.
¶ De naam Myrgingum is mogelijk de voorloper van De Marne, een gebied in NW Hunzingo, dat vóór de 16e eeuw nog een groot drasland is met een aantal terpdorpen (wierden). Mar kan in deze optiek zijn afgeleid van maar, maer (zn) = oengels: mere (EWB) = *Anglisch, Gotisch: mir, myr = laag drasland, moeras.

- Zuidgrens
¶ Streekhistoricus A. Goossens stelt dat Afferden aan de Maas in Limburg is afgeleid van Offa analoog aan Offerton bij Manchester in Engeland. In 1957 schrijft hij:

Tegen het einde van de 3e eeuw werden de Saksen, door de gebeurtenissen die bijdroegen tot vorming van de Deense staat, gedwongen hun eerste woonplaatsen op het Kimbrische land te verlaten en over de Elbe naar het zuiden te trekken. De stammen die in het binnenland gewoond hebben en niets met scheepvaart te maken hadden, sloegen deze weg in. De Saksen hebben toen Overijssel bevolkt en de Angelen over de IJssel teruggedrongen naar de Maas.
...
Bekend is, dat een zekere vorst Offa in die tijd de leiding had over de Angelsaksen [Angelen]. In Engeland komt de plaatsnaam Offerton voor, ontstaan uit de naam van genoemde vorst - en synoniem met Afferden.
 
Het tegenover Afferden liggende gebied van het voormalige graafschap Cuyk moet ook een Angelsaksische [Anglische] bezetting geweest zijn. Buiten andere verklaringen kan men op het hierboven vermelde hasserum (?) gebaseerd aannemen, dat Afferden op dezelfde manier is ontstaan uit de Angelsaksisiche [Anglische] naam Offa.

Ook ligt er bij Druten in de Betuwe een buurt met de naam Afferden. Aangezien de Swaefen genoemd in Widsith in die tijd tot diep in Midden Duitsland wonen, is de bewering van Goossens mogelijk juist. Dat zou betekenen dat de zuidgrens van Offaland zeker tot in Noord Limburg ligt.
¶ Aan de NW kant van Den Bosch ligt aan de Maas het dorp Engelen. Daaronder ligt het Engelse Meer. Den Bosch ligt circa 7 Km NW van Afferden/Maas. Engelen en Engelse Meer zijn vrijwel zeker oude Anglische nederzettingen. Per saldo lijkt genoemde bewering van streekhistoricus A. Goossens dus zeer plausibel. Offaland lijkt daardoor een behoorlijk stuk groter dan het oorspronkelijke Mega Angeln.
¶ Na het vertrek van de Romeinen uit Zuid Holland in 276nC raakt het gebied ontvolkt. Rond 300nC komen immigranten uit het Noorden. Saxen en Angelen. Voornamelijk boeren. Op een terrein in Voorburg is een crematiepot met crematieresten opgegraven, die wordt gedateerd op 275-450nC. De pot vertoont grote gelijkenissen met Angel-Saxisch aardewerk uit Noord Duitsland en Oost Engeland. Aangezien Noord Duitsland vóór 400 nC en Oost Engeland na 400 nC overwegend zijn bevolkt door Angelen, gaat 't mogelijk om Anglisch aardewerk zoals o.a. gevonden in Norfolk in 1933-38. (> Zuid Holland)
¶ Rond 468nC zeilt een Anglische prinses (gb 445) met 400 schepen vanuit Haithabu naar de Rijnmonding om wraak te nemen op haar verloofde Radiger, die met een Frankische prinses wil trouwen. (> Radiger) Deze Radiger zal dus in de buurt van de Rijnmonding wonen. Aangezien het binnenvaren van vreemd gebied met 400 schepen om wraak te nemen, welhaast zeker tot oorlog kan leiden, lijkt het niet onwaarschijnlijk dat de wraakactie van de Anglische prinses in Anglisch gebied plaats vindt. Dat betekent dat Offaland zich in die tijd tot aan de Rijnmond uitstrekt.
¶ Widsith schrijft over Offa:

ac Offa geslog
aerest monna,
cnithwesende,
cynerica maest.   

en Offa veroverde
eerste maanden,
knecht (jong) wezende,
meeste van het koninkrijk.

Deze tekst uit Widsith bevestigt dat Offaland groter is dan het voorafgaande Mega Angeln, zoals eerder is geconstateerd. Maw: Offa heeft rond 405 Mega Angeln aanzienlijk uitgebreid.

Op grond van alle genoemde feiten en thesen komt Offaland vrij zeker overeen met het gebied in Maerland vanaf de Maas tot Denemarken, dus het gebied op nevenstaande kaart vanaf de rode grenslijn t.m. Angeln, exclusief het gebied Myrgingum, dat ongeveer overeenkomt met de regio NW Hunzingo in NW Groningen en op de kaart is aangegeven met de groene letter M. Prins Offa maakt dus in feite met zijn veldtocht de verbinding weer vrij tussen tussen kernland Angeln en de Anglische gebieden in het zuiden tot aan de Rijn en Maas en brengt deze gebieden weer terug in de machtsfeer van Angeln. Bovendien breidt Offa met zijn veldtocht het Anglische Rijk verder uit tot de Waal en in het oosten tot aan rivier de Saale in Noord Thuringen.
 
- Timetable
-125----- Angelen wonen tussen Elbe en Rijn (Ptolemaeus; > Mega Angeln)
-150----- 1e Angel-Saxisch Verbond (Lunenburg; > Angel-Saxen)
-150----- Saxen wonen aan de Elbe (Ptolemaeus; FFS)
-370--451 Hunnen teisteren Europa > 1e Volksverhuizingen
-380--440 Offa van Angeln k+// Haithabu/Angeln
-400----- Deel Angelen uit Humsterland naar Engeland
-400--477 Angeltheow van Angeln k+// Haithabu/Angeln
-405--405 Offa van Angeln verslaat de Saxen bij Bremen > Offa van Angeln
-405--405 Offa verovert Offaland
-405--465 Engist van Angeln b+// Angeln-Humsterland-Kent*-Leiden
-420--489 Eomar van Angeln k+// Haithabu/Angeln (laatste koning van Angeln)
-430--650 Massamigratie van Angelen, Saxen en Juten van NW Europa naar Brittannia
-449--449 Vortigern vraagt Angeln extra steun tegen Picten (> Vortigern)
-449--449 Angelen, Saxen en Jutten migreren naar Brittannia (> Lx: ASC)
-449--449 Engist van Angeln bouwt burcht van Leiden
-449-hedn Burcht van Leiden
-450--500 Vertrek Romeinen > 2e Volksverhuizingen
-468----- Anglische vloot naar de Rijnmond (> Radiger)
-489--489 Koning Eomar dood.
-489--489 Icel met groep Angelen naar Cotswolds*/Engeland-Stone*/Mercia
-489--489 Einde Koninkrijk Angeln
-489-hedn Nieuw Angeln (> Angeln)
-500--700 Angeln geleidelijk veroverd door de Denen
-500-1500 Oud Anglisch
-550-1000 Kerstening van NW Europa
-600-hedn Angeln strekt zich uit tot de Eider
-615--675 Aldgisl van Eemsland
-650----- 2e Verbond tussen Angelen en Saxen in de Cotswolds/Engeland
-659--719 Redbad van Eemsland
-700-1920 Angeln onderdeel van hertogdom Sleswig c.q. Denemarken > Sleswig
-713--773 Lebinus -- Yorkshire-Deventer > Lebinus
-737-xxxx  Deense koning Godfried bouwt Danewirke langs Eider bij Haithabu
-742--809 Ludger -- Utrecht-Deventer-GroningerOmmelanden-Munster-Werden
-742--814 Karel de Grote, koning der Franken
-750-hedn Friezen in NW Duitsland (Noordzeekust Sleswig)
-780----- Saxen veroveren de Groninger Ommelanden en Dokkum (> Ludger)
-785----- Saxen onderwerpen zich aan de Frankische koning Karel de Grote
-785----- Karel de Grote breidt zijn rijk uit tot aan de Elbe > Franken
-790-1066 Haithabu vestiging van Zweedse Vikings
-793-1066 Vikings teisteren NW Europa en Brittannia > Lx: Vikings
-795--855 Lotharius I, koning van Lotharingen
-795--855 Dirk van Fivelga -- Fivelingo, etc
-800-xxxx  Nieuwe Futhark
-800----- Denen terroriseren Zuidelijke Nederlanden > Denemarken
-800----- Saxen settelen in Saxum/N.Groningen > Saxum
-850-1050 Vikings terroriseren NW Europa
-803----- Lex Anglorum et Werinorum in Thuringen > Thuringen, Engilin
-843--880 Lotharingen (ZA)
-880----- Neder-Lotharingen: België, Luxemburg, Nederland en Ost-Friesland
-880----- West Offaland onderdeel Neder-Lotharingen
-880----- Oost Offaland onderdeel Oost Francia (= Duitsland)
-889----- Derde Angel-Saxsich Verbond (Winchester) > Angel-Saxen
-911-1300 Heel Offaland onderdeel Saxisch Rijk
-950-hedn Runensteen Haithabu > Haithabu
-965--965 Ibrahim in Haithabu > Haithabu
1050-1050 Haithabu verwoest door koning Harold van Noorwegen > Haithabu
1066-1066 Haithabu verwoest door Slavische leger uit Polen (> Haithabu)
1066-1066 Vikings definiteif verslagen
1067-xxxx  Haithabu weer opgebouwd
1100-hedn Dijkenbouw
1300-1516 Heel Offaland onderdeel Bourgondisch Rijk
1516-1648 Heel Offaland onderdeel Duitse Rijk > Versaxing heel Offaland > ASV
1586-1648 Tachtigjarige Oorlog
1600-1900 Rivaliteit Nederland-Engeland > Verfriezing West Offaland > ASV
1648----- Vrede van Munster. Nederland onafhankeleijke staat
1648----- West Offaland onderdeel Nederland
1648----- Oost Offaland onderdeel Duitsland
 
** Fictieven, Offa van Angeln (gb 380nC), Fiveldor, Fivel, Fivelingo, Myrgingum, Angologie
# KBG, DAB

 
Offerrituelen:
In 965 nC brengt ene Ibrahim Al Tartushi een bezoek aan Haithabu. Hij is afkomstig uit Cordoba in Spanje en schrijft over zijn bezoek o.a.:

Haithabu is een zeer grote stad aan het uiterste eind van de wereld oceaan... De bewoners aanbidden Sirius [de Hondster], behalve de Christelijke minderheid die een kerk heeft... Wie een offerdier slacht, zet palen op bij de deur van zijn tuin en spiest het dier daarop, of het nu is een rund, een ram, een bok of een varken, opdat zijn buren weten dat hij een offer brengt ter ere van zijn god.

Het is vooralsnog niet duidelijk voor wie geofferd wordt. Voor Sirius of een andere god. In Haithabu wonen in 965 nC vele Vikings, afkomstig uit Zweden. Hoeveel Angelen onder hen zijn is niet bekend. Aangezien het herkomstgebied van de Vikings niet erg ver ligt, zullen de zeden en gewoonten mogelijk niet erg verschillen met de Angelen.
** Haithabu, Sirius, Ideologie, Mythologie

Okkenbroek:
Gehucht in Salland. Mogelijk ooit een Anglische nedezetting. Twin: Ockbrook bij Derby in MW Engeland, gelegen in voormalig Mercia, grootste en machtigste Anglisch Rijk in Engeland tot circa 900 nC, toen de macht overging naar Wessex. Mercia wordt circa 450 nC bevolkt door Angelen, mogelijk uit NO Yorkshire. Ockbrook kan dan zijn ontstaan door vestiging van Angelen uit Okkenbroek.
** Twins

Old:
OE: ald; OA: eald, ald; OF: ald; OS: old; MN: oud.
** Aldenhaeve Zelhem

Oldambt:
Betekenis: Het Olde Ambt. Regio in Oost Groningen, omvattend: Termunten, Scheemda, Finsterwolde, Midwolda, Nieuwolda, Meeden, Oosterbroek, Beerta, Nieuwe-Schans en Bellingwolde (deel). Oldambt is oorspronkelijk deel van Fivelingo. Door ontginning van het gebied in de 9e-13e eeuw wordt dit gebied een zgn terra, een bestuurd gebied. In 1327 krijgt Oldambt een eigen landrecht, genaamd Codex Oldamptis, geschreven in de streektaal. De munteenheid is de Anglische Mark. In 1427 wordt deze codex herschreven in het Nederlands, omdat de bevolking de oude streektaal niet meer begrijpt. In de 13e-16e eeuw wordt Oldambt steeds heftiger geteisterd door overstromingen van de Dollard. Hierdoor ontstaat veel economische schade, die steeds meer onrust brengt. Het gebied komt daardoor steeds meer in de greep van stad Groningen.
** CFO, Anglische Mark, Fivelingo
# WP, NGE, CFO, KBG

Olde Roop:
Oost Nederlandse benaming voor het geluid van de houten hoorns, zoals de ossenhoorn, de boerhoorn en de midwinterhoorn. Het is een mooi monotoon diep geluid dat in de verre omtrek is te horen. De midwinterhoorn wordt gebruikt bij het midwinterhoornbloazen tussen Advent (anbloazen) en Drie Koningen (afbloazen). Het bloazen begint tegen de schemering en duurt dan vaak tot diep in de avond. Vaak boven een put zodat het geluid verder draagt. De traditie stamt uit de Germaanse tijd bij het Joelfeest rond de zonnewende van 21 december. Daarbij wordt de ossenhoorn gebruikt voor het hoornbloazen om boze geesten te verdrijven. Later wordt daarvoor de midwinterhoorn gebruikt. De hoorns worden ook gebruikt in de grensstreken om smokkelaars te waarschuwen voor de Marechaussee.
De midwinterhoorn lijkt veel op de alpenhoorn in Zwitserland en de lange hoorns van Boedhistische monnikken in de Himalaya. De boerhoorn is een koehoorn die werd gebruikt in Drente om buurtbewoners op te roepen tot het verrichten van buurtdiensten.
** Joelfeest, Wolven, Twaalf Nachten
# WKP 8.12.09, FRI, DAB

Olfries: (750-1500nC)
Fictieve naam voor Oostlauwers Fries, gesproken in het land langs de Noordzeekust van de Lauwerszee tot de Elbe, i.e. Noord Groningen, Noord Neder-Saxen en de waddeneilanden Borkum, Nordeney, Juist en Baltrum. Deze regiotaal verschilt heel sterk van andere Friese talen. Olfries is in de loop der eeuwen geleidelijk verdrongen door het Neder-Saxisch. Sinds 1350 in Groningen en in 1500-1700 in Noord Neder-Saxen.

In 1364 bericht de Stader Coplar over een kapel in Cranenburg gelieerd aan de kerk van Hechthausen in Neder-Saxen tussen Bremen en Hamburg. De kapel staat naast de veenborg Cranenburg. Segebaldo Marschalck van de Cranenburg schenkt in 1461 de kapel een klok met de inscriptie

Anna bin ick geheten, Segebalde leth mi gethen

In 1542 besluiten Johann en Franz Marschalck die Huse tho Cranenburg mit gebuwete af te breken en het materiaal te gebruiken voor de bouw van een woning aan de overkant van rivier de Oste. Dergelijke teksten zijn niet zeldzaam in dit gebied. Naar zeggen zijn de teksten geschreven in de toenmalige taal van de regio. Een taal dus die behoorlijk dicht bij Oud Nederlands ligt. Ook andere bronnen vertonen zulke gelijkenissen. Later is de taal verdrongen door het officiële Duits, dat rond 1850 verplicht is gesteld. (Lx > Kranenburg Neder-Saxen)

Een ander opmerkelijke tekst staat in de dwarsbalk van het huis op de foto (Ao 1971 Kappeln) bij item "Angelen":

Wer will buen an de Straten, mot de Minschen reden laten.

Analyse van de herkomst van deze woorden leert dat deze tekst voor 64.3% gelijkenis vertoont met Oud Nederlands. Gelijksoortige teksten zijn te vinden op andere huizen in Kappeln. Maar ook in Hollingstedt (NW Angeln) doen vele woorden nogal Nederlands aan. O.a. Hollingstede (schrijfwijze anno 1329) en Lahmenstraat (anno 2009) doen volledig denken aan de Nederlandse taal.

Een opmerkelijk geval is het persoonlijk voornaamwoord je. Dit je vinden we terug in het Noord Gronings je, joe, in het Engels you, het Oud Engels ye, yi, joe en het Fries joe. Het Neder-Saxisch kent anno 2009 echter alleen de vorm du. Het lijkt er dus op dat je, joe, you, ye en yi tot het Oer Anglisch horen. Aangezien persoonlijke voornaamwoorden toch gerekend mogen worden tot de kernwoorden van een taal c.q. bevolkingsgroep, mag misschien geconcludeerd worden dat het Olfries, waartoe het Noord Gronings behoort, oorspronkelijk een Anglische taal is. (> Ye)

Aangezien Olfries wordt gesproken in Olfrisia,
- en Olfrisia in 400vc-100nC voornamelijk door Angelen wordt bewoond (> Mega Angeln, Humsterland)
- en sinds circa 100 nC Friezen en Saxen zich verder westwaarts vestigen in NW Nederland, o.a. in Noord Groningen
- en het Olfries sindsdien wordt verdrongen door het Neder-Saxisch
- en het Olfries weinig lijkt op andere Friese talen
- en het Olfries sterk doet denken aan Oud Nederlands
- en het Oud Anglisch gelijkenis vertoont met het Oud Nederlands
>> lijkt het vrij zeker dat het Olfries een taal is die behoort tot het Oud Anglisch, sterk lijkt op het Oud Nederlands, en gesproken wordt tot in Angeln.

Het Olfries kent streekmatige verschillen tussen Noord Groningen, Borkum, Baltrum, Weserland en andere locaties in Olfrisia. Deze verschillen vallen echter in het niet bij de grote overeenkomsten. Het lijken niet meer dan normale locale verschillen. (# Niederdeutsch und Friesisch zwischen Lauwerzee und Weser; Marron C. Fort; Google 25.5.09)

Het huidige Gronings kenmerkt zich fonologisch door een sterk gebruik van ai- en au-klanken. O.a. in wait (weet), nait (niet), twai (twee), maid (meid), haug (hoog), lough (laag), etc. Als zodanig doet het sterk denken aan gesproken Engels. Ook het gebruik van "joe" (je, jij) is opmerkelijk, daar het fonologisch exact overeenkomt met het Engelse "you". Gezien de historische en topografische relaties tussen Olfrisia en het Anglische Noord Engeland mogen we aannemen dat er ipso facto ook een belangrijke taalkundige relatie bestaat tussen het Olfries en het Oer Engels/Anglisch aldaar.

In hoeverre de taal van de Chauken invloed had op het Olfries, kan vooralsnog niet worden vastgesteld. Over het Chaukisch is namelijk schijnbaar niets bekend. De Chaucken wonen rond de jaartelling in Noord Groningen tot aan de Weser. Als zodanig mag worden verwacht dat hun taal invloed moet hebben op de taal van de aldaar wonende Angelen en Saxen. Temeer daar de Chaucken toch een machtig volk zijn en hun rijk zich uitstrekt tot aan de Rijn. Hun rijk wordt echter overgenomen door de Angelen. (> Mega Angeln) Het Anglisch zal daarom uiteindelijk zeker de boventoon voeren in het Olfries.
** Olfrisia, Geordie, Suxwort, Chauken
# FRI, WKP 26.5.09, KBG

 
Olfrisia:
Fictieve naam voor het land waar in het verre verleden Olfries wordt gesproken. Het gebied strekt zich uit langs de Noordzeekust van de Lauwerszee tot de Elbe en omvat Noord Groningen, Noord Neder-Saxen en de waddeneilanden Borkum, Nordeney, Juist en Baltrum. Het land wordt in circa 400vC-100nC vrij zeker bewoond door Angelen uit Noord Duitsland (Angeln) en Zuid Denemarken. Sinds 100 nC settelen zich steeds meer Saxen en Friezen uit Neder Saxen zich in Olfrisia en andere delen van NW Nederland. In de loop der eeuwen wordt hun invloed daardoor steeds groter en verdwijnt de oorspronkelijke Anglische taal en cultuur steeds meer ten gunste van de Saxen. Hierdoor ontstaat een soort mengcultuur met zowel Anglische als Saxische kenmerken.

Olfrisia is vrij zeker een belangrijk gebied bij de migratie van Angelen en Saxen naar Engeland in 350-600 nC. Bij Kranenburg aan de rivier Oste in Neder-Saxen (regio Stade) steken o.a. de Hasten over naar de Noordzeekust. Vandaar migreren ze naar Zuid Engeland en vestigen zich in de regio, die de naam Hastings krijgt. Iets ten noorden van Hastings ontstaat een dorp met de naam Cranbrook. De Hasten zijn een onderstam van de Saxen, die oorspronkelijk wonen oosltelijk van Stade, waarschijnlijk rond de Lünenburger Heide. De Hasten die door het gebied Kranenburg trekken, worden kennelijk beschouwd als vreemden. Het betekent dat die regio in die tijd kennelijk niet door Saxen wordt bewoond, maar eerder door Angelen. E.e.a. komt overeen met het feit dat vanuit het naburige Jork massamigratie plaats vindt naar noord Engeland, waar ze zich o.a. settelen in Eburacum (later York genoemd) en omgeving. York en Yorkshire worden gezien als gebieden waar voornamelijk Angelen settelen. E.e.a. bevestigt de these dat in de regio Stade in die tijd Angelen wonen.

Het veelvuldig voorkomen van Olfriese plaatsnamen met -beck vinden we terug in Bernicia, het gebied in Noord Engeland waar de eerste Angelen zich vestigen rond 350 nC. Ook plaatsnamen met Fen-, -stedt, -wick, of -ham vinden we terug in Bernicia. Dergelijke topografische overeenkomsten zijn vaak terug te vinden in migratiegebieden. O.a. in Amerika sinds de massamigratie vanuit NW Europa. Ze worden beschouwd als een sterke aanwijzing voor de herkomstgebieden van de migranten.
** Angelen, Mega Angeln, Humsterland, Olfries, Lx (Kranenburg Neder-Saxen)
# FRI, DAB, KBG

Oorlogen:
Betreft oorlogen van of tegen Angelen in Angeln en Engeland tot 1066 nC.

665vC-- Deense koning Ingwi naar Angeln. Broer pleegt staatsgreep. > Ingwi
200vC-- Denen teisteren Oost Angeln. > Heraldiek: Witte Adelaar
166-180 Marcomannische Oorlog > Thorsberg
200-500 Denen teisteren Angeln. > Angeln
345-360 Oorlog met de Myrgings in Holstein. > Freawin (gb 320nC)
405---- Offa van Angeln verslaat de Saxen bij Bremen > Offa van Angeln (gb 385)
405---- Offa van Angeln verslaat de Myrgings bij Fiveldor in Groningen
468---- Anglische vloot van 400 schepen vanuit Haithabu naar de Rijnmond > Radiger
500-700 Angeln geleidelijk veroverd door de Denen. > Angeln: De grote trek 4
600---- Anglische rijk Thuringen veroverd door Saxen en Franken > Thuringen
737---- Deense koning Godfried bouwt de Danewirke, een muur tussen de Eider en de Schlei bij stad Sleswig om zuidgrens te beschermen.
800-917 Denen en Vikings teisteren Engeland.
889-917 Mercia en Wessex onderwerpen de Denen en Vikings in Engeland. > Lx: Ethelflaed van Wessex
1066--- Willem van Normandy verovert Engeland.

** Machtpositie

Oostum:
Gehucht nabij het Reitdiep onder Garnwerd in Groningen. De oudste vermelding van de naam is Astnem op de lijst van Werden (WEW p74) circa 1025nC. De naam is afgeleid van Ast=oost + hem=heem. Ast heeft vrij zeker een Anglische oorsprong. Er is namelijk een Eastham bij Liverpool in NW Engeland, waar sinds circa 500nC overwegend Angelen wonen. Bovendien lijkt het Anglisch tot circa 1350nC toch nog zeker de dominante taal in Groningen.
** Oud Fries

Ossen:
Ossen zijn gecastereerde stieren. Door de casteratie zijn ze minder agressief dan stieren en beter geschikt als trekdier. De os is bij de Germanen en andere volken (o.a. Hindu's en Grieken) het symbool van moed, kracht en goedmoedigheid.
** Gadhimai, Nerthus

Ossenhandel:
** Ossenmarkten, Veehandel

Ossenhoorn:
Blaasinstrument.
** Olde Roop

Ossenmarkten:
Ossenmarkten zijn markten waar sinds de oudheid ossen worden verhandeld. Bekende ossenmarkten zijn die van Lunenburg (Ochsenmarkt oude centrum) en stad Groningen (Ossenmarkt nabij NoorderHaven).
** Ossenweg, Ossenhandel, Veehandel

Ossenweg:
Ook Oxenweg genaamd. Zeer oude handelsoute van Noord Jutland door Angeln en Holstein naar Midden Europa, langs o.a. Viborg (Jutland), Kolding/Koningsgau, Hadersleben, Flensburg, Rendsburg, Neumunster, Itzehoe en Hamburg. De weg dankt haar naam aan het transport van ossen uit Noord Denemarken naar het zuiden. De ossen worden tot in de 19e eeuw vetgemest in Denemarken en daarna over de Ossenweg naar het zuiden gedreven. O.a. naar Lunenburg en stad Groningen, waar ze worden verhandeld op de Ossenmarkten aldaar. gelegen buiten de stadswallen nabij Noorder Haven. (> Veehandel) De weg is feitelijk een verzameling van wegen, waarlangs ook kooplieden, marskramers, ambachtslieden, pelgrimvaarders, migranten, ridders en soldaten trekken. Vanaf de Ossenweg zijn diverse aftakkingen naar Noord en Oost Nederland. De Ossenweg dateert al uit de Bronstijd (2000-800vC) en wordt in die tijd gebruikt voor transport van o.a. koper en tin uit Midden Europa naar het noorden. Het is vrij zeker dat de Angelen via deze Ossenweg sinds circa 450 vC naar zuidelijke regio's op het Continent migreren, waar vele van hen later verder migreren naar Engeland.
** Wegen, Angelen, Veehandel
# geschichte-s-h.de 8.6.09, KBG

Oud Anglisch: (500-1500nC)
Vanuit het Oer Anglisch ontwikkelt zich sinds circa 550 nC het Oud Anglisch, onder invloed van Denen en Zweden (Vikings) die zich in Angeln vestigen. Het Oud Anglisch zal vrij identiek aan het Oud Engels, aangezien die taal voortkomt uit het Oer Anglisch en het Oer Saxisch. Qua gramatica valt op dat het moderne Deens en Engels op sommige punten eenzelfde zinstructuur hebben. I.b. worden werkwoordvormen dicht bij elkaar geplaatst (i.t.t. o.a. Nederlands en Duits). Dat kan in het Engels zijn gekomen via het Oer Anglisch. Ook het moderne Anglisch in Angeln doet fonologisch denken aan het Deens. Opvallend zijn de vele hoge klanken. I.b de uitgang -ly (Duits: -lich; Oud Ndl: -like). Ook het moderne Deens en Engels hebben die klank.

Oud Engels: (500-1000nC)
De Anglo-Saxon Chronicle (ASC) is een Oud Engelse kroniek uit de 9e-11e eeuw. De kroniek is o.a. gebaseerd op en gecompileerd uit teksten van Beda (672-735) en Gildas (480-540), twee Britse historici. Beda is een monnik uit Yorkshire, een Anglisch gebied. De teksten van de kroniek zijn geschreven in de Angel-Saxische taal van die tijd. Gezien echter de bronnen, de auteurs en de tijd is het Angel-Saxisch vrij zeker dominant Anglisch van aard. De Anglische gebieden (i.b. Mercia) zijn in die tijd nog het grootst en het meest machtig in Brittannia. De Saxische macht en invloed neemt pas in de 10e eeuw geleidelijk toe. Onderstaande tekst mag dus beschouwd worden als een weergave van een grotendeels Anglische taal. Het Anglisch in Brittannia van die tijd (500-1000) komt voort uit het Oer Anglisch in Angeln (NO Duitsland), dat de Anglische migranten hebben meegenomen in de periode 300-550 naar Brittannia. Het Britse Anglisch van 500-1000 zal dus nog sterk overeenkomen met het Anglisch in Angeln uit de periode 300-550. Desondanks zal er toch enige differentiatie zijn ontstaan. O.a. door absorbtie van niet-Anglische taalelementen in Brittannia door de contacten met niet-Anglische volken. Toch zal het Britse Anglisch grotendeels overeenkomen met het Oer Anglisch in Angeln. Wat bijvoorbeeld direct opvalt is de term hiera dagum, wat deze dag betekent. Hiera is hier een bijvoeglijk gebruik van de aanduiding hier, hetgeen anno 1870 nog steeds voorkomt in het Nieuw Anglisch. (> Nieuw Anglisch/citaat). Het wordt beschouwd als heel specifiek voor de Anglische taal.

De taal in bron ASC is geschreven in de 7e eeuw en moet dus heel dicht staan bij het Angel-Saxisch op het Continent, waarvandaan de Angel-Saxen in de 5e-7e eeuw naar Brittannia zijn gemigreerd. (> ASC) Aangezien Beda in Noord Yorkshire leeft en schrijft, zal zijn Engels zeker dichter staan bij het Oud Anglisch dan bij het Saxisch. Zijn kennis van en orientatie op Englum (Angeln) lijkt ook wat groter dan aangaande Saexum (Neder-Saxen). Mogelijk dus dat zijn eigen roots ook meer in het Anglische deel op het Continent liggen. Ook is mogelijk dat Beda toch meer in Oud Angel-Saxisch schrijft. Sommige bronnen beweren namelijk dat de Angelen en Saxen al vóór de overtocht naar Engeland een verbond sluiten in het gebied tussen de Elbe en de Weser. Dat kan betekenen dat deze twee volkeren al veel eerder met elkaar te maken hebben. Dit stemt overeen met de theorie dat Angelland zich uitstrekt van Denemarken tot aan de Lünerburger Heide en dat dit land der Angelen op diverse plaatsen het Saxenland overlapt. (> Angelland)

Bij nadere studie van de tekst in bron ASC lijkt het Angel-Saxisch tamelijk dicht bij het Oud Nederlands te staan. Dat is nog sterker te zien anno 1971 op de teksten in de balken van de vakwerkhuizen in Kapeln. (> Oer Anglisch, Geordie) De teksten in bron ASC zijn anno 2008 ook met enige kennis van zaken en studie voor Nederlanders toch redelijk makkelijk te lezen en te begrijpen. Althans als deze in normale letters zijn geschreven. De vraag die dan rijst is waar de werkelijke roots van het Oud Anglisch liggen. De taal is bron ASC toont veel kenmerken die zijn terug te vinden in het Oud Saxisch, terwijl het Scandinavische element eigenlijk miniem lijkt. Het heeft er echter veel van weg dat het Oud Engels - ofwel het Oud Angel-Saxisch - in de kern een oertaal bevat die mogelijk in heel de Lage Landen tot aan Denemarken is gesproken, gezien de gelijkenissen met het Oud Nederlands, de taal van de Nederlanden. Het accent kan echter wel liggen in het gebied tussen de Rijn en de Elbe, vanwaar in de 5e-7e de grootse migratie trok richting Brittannia. Een gebied waar in die tijd voornamelijk Saxen wonen en deels ook Angelen. De Saxen in Engeland zijn mogelijk daarom ook Angel-Saxen genoemd. D.w.z.: Saxen met een sterk Anglisch element. Dat Anglisch element is in de 5e-10e eeuw enorm groot. Het gebied van Zuidwest, Midden en Noord Engeland wordt immers voornamelijk bewoond door Angelen.

Per saldo kunnen we ons afvragen in hoeverre het Oud Anglisch een Scandinavische taal is. Het lijkt of dit Oud Anglisch een product is van een Oer Anglisch en een Oer Nederlands. Oer Anglisch is dan van Scandinavische (Zweedse) oorsprong en Oer Nederlands is dan de taal van de Nederlanden in de meest ruime zin, d.w.z.: de taal van het gebied van Duinkerken tot Denemarken. Dit Oer Nederlands is dan een mix van allerlei talen in dat gebied. I.e.: Neder-Saxisch, Frankisch, Chaukisch, etc. Het Oer Anglisch is dan kennelijk steeds meer beïnvloed door het Oer Nederlands en daardoor in de loop der eeuwen naar het Oud Anglisch gegroeid.
** Oudste Engels, KTE, Anglisch, Nieuw Anglisch, Oud Fries, Beda, Gildas, ASC
# KBG, ASP, DAB

Oud Fries: (1000-1500nC)
Oud Fries is een West Germaanse taal, gesproken door de Friezen aan de Noordzeekust van de Rijnmond tot in NW Duitsland. Later verspreiden ze zich verder zuidwaarts langs de Noordzeekust tot in Vlaanderen en NW Frankrijk. Aangezien de Friezen nauw verwant zijn aan de Angelen (> Genologie) zijn het Oud Fries en het Oud Anglisch nauw verwante talen. Het Anglisch bestaat echter als sinds circa 500vC, terwijl het Fries naar zeggen pas sinds de 8e eeuw wordt gesproken. Er zijn echter grote verschillen tussen diverse Friese subtalen. Bron GNE stelt dat er pas sinds de Vroege Middeleeuwen (450-1050nC) gesproken kan worden van een Friese taal. De verspreiding van het Fries loopt conform de woongebieden van de Friezen:

-100 --- Friezen tussen Eems en Weser (Tacitus)
-125 --- Friezen tussen Eems en Vidrus (noord; kaart Ptolemaeus)
-290 --- Friezen raiden kust Brittannia (Constantinus Chlorus)
-650 --- Widsith noemt de Fresna (=Friezen) een clan
-750 --- Friezen settelen langs kust Noordzee richting Denemarken
-790 --- Lex Frisionum
-800 --- Frisia proper = NW Nederland tussen Vlie en Weser (WP)
-800 --- Frisia citerior = West Nederland (WP)
1280 --- Friezen wonen in gebied tussen Eems en Weser (kaart)
1450 --- idem

Aangezien het Oud Fries en het Oud Anglisch veel verwantschap tonen, is het soms moeilijk te bepalen of een oude tekst is geschreven in het Oud Fries of in het Oud Anglisch. E.e.a. hangt uiteraard af van de aanwezigheid en positie van beide volken in een bepaalde regio. Groningen is al sinds circa 400vC bewoond door Angelen, terwijl de Friezen naar schatting mogelijk pas na 700nC in die regio traceerbaar zijn. De Angelen hebben aldaar echter zeker tot in de 14e eeuw nog een dominante positie. (> Anglische Mark) Hun taal zal zich dan zeker navenant doen gelden. Mogelijk dat het Fries pas sinds de 14e eeuw meer dominant wordt, dus sinds circa 1350nC. De overgang zal echter geleidelijk kunnen zijn verlopen. Hierdoor zullen Oud Anglische teksten mogelijk al Friese invloeden kennen. En Friese teksten van na 1350 zullen navenant ook nog oude Anglische invloeden kennen.
** Friezen
# WKP 4.12.07, GNE, DAB, KBG

Oudste Engels:
** Oud Engels, KTE

Overleveringen:
Overleveringen zijn mondeling overgebrachte verhalen over historische gebeurtenissen en feiten. Het Oude Testament bijvoorbeeld is geschreven rond 450 vC op grond van oeroude overleveringen uit het hele Midden-Oosten. Zo ook de Ilias en Odyssee van Homerus (800*-750* vC), een episch dichter uit Griekenland. Zowel het Oude Testament als de Ilias en Odyssee bevatten volgens historici kernen van waarheid. Vooral vele plaatsnamen en historische figuren zijn op enigerlei wijze herkenbaar. Bij het Oude Testament zijn echter vele beweringen toegevoegd, zonder enige aanwijsbare kern van waarheid. Vaak lijkt dat te gebeuren op mytholigisch of religieus vlak om morele uitspraken te kaderen en te legitimeren. Wat verder opvalt zijn mythologische dieren, die weinig of geen historische realiteit lijken te hebben. Zo lijken draken niet te hebben bestaan. Toch doen ze sterk denken aan sauriers. Mogelijk zijn de beelden van die sauriers vastgelegd via in allerlei overleveringen en van generatie op generatie doorgegeven vanaf de toen levende voorouders van de mens op wie de sauriers uiteraard enorme indruk hebben gemaakt.
** Timetable, Saga's, GLA, Wyrm
# Discovery TV 2007, DAB, KBG

Overijssel:
Afferden is een dorp aan de Maas, oost van Boxtel. In 1957 schrijft streekhistoricus A. Goossens te Afferden:

Tegen het einde van de 3e eeuw [nC] werden de Saksen, door de gebeurtenissen die bijdroegen tot vorming van de Deense staat, gedwongen hun eerste woonplaatsen op het Kimbrische land te verlaten en over de Elbe naar het zuiden te trekken. De stammen die in het binnenland gewoond hebben en niets met scheepvaart te maken hadden, sloegen deze weg in. De Saksen hebben toen Overijssel bevolkt en de Angelen over de IJssel teruggedrongen naar de Maas.
De auteur stelt dus impliciet dat de Angelen vóór de 3e eeuw nC al in Overijssel wonen. Ze worden echter verdreven door de Saxen richting Maas. Mogelijk wonen de Angelen al sinds 250vC in Oost Overijssel en zijn ze afkomstig uit Drente.
** Afferden/Maas, Angelsites

OVK:
Het orakel van Kantens.
Artikel in de Volkskrant van 22.7.1995, bijgewerkt 15.1.2009.
Interview met M.A. Holtman, ex-boer en Gereformeerd ouderling te Kantens in Groningen ivm uitgave van diens boek: Meten en wegen in Friesland.
** Pint
# volkskrant.nl/archief 8.10.09

P::

Padinghem:
Vrml locatie tussen Warffum en Wadwerd in Noord Groningen. Genoemd:
WEW p71: lijst Werden 990nC: Padinghem.
WEW p66: lijst Werden 1025nC: Padinghem.
Anno 2010 vinden we in Engeland de plaatsnaam Padihem bij Burnley in Yorkshire.

Pasop:
Locatienaam in Midwolde bij Leek in Groningen en Laren en Aalten in de Achterhoek. De naam betekent vrijwel zeker zoiets als Paasberg, afgeleid van Paas (= Pax of Pasen) en Sop (= berg). Vergelijkbaar met de Paasberg bij Lochem. Sop in plaatsnamen komt ook voor in Anglische gebieden in Engeland. O.a. Warsop, Worksop en Glassop in Noord Yorkshire. E.e.a. kan betekenen dat de locaties Pasop en omgeving rond 400 nC worden bewoond door Angelen, die voor een deel zijn gemigreerd naar Engeland. Opmerkelijk is daarbij dat in Midwest Engeland de plaats Leek ligt. Dit gebied is van oudsher Anglisch. Verder is het ook vrijwel zeker dat in de Achterhoek al ruim vóór 400 nC Angelen wonen.
** Sop, Angelsites, Migratiewaarden, Twins

- Aalten
Tussen het gehucht Dale bij Aalten en Lichtenvoorde loop de Pasopweg. Het is vooralsnog niet bekend waarom de weg zo heet. Mogelijk heeft de naam te maken met een veld aldaar met de naam Pasop. Gezien de locatie Barlo tussen Aalten en Lichtenvoorde kan de naam te maken hebben met Angelen die daar woonden. In NW Engeland ligt namelijk de locatie Barlow bij Chesterfield, NW Engeland, eveneens een oud Anglisch gebied. Inspectie ter plekke leert dat de Pasopweg een lange zandweg is richting Romienendiek. Deze weg en de aangrenzende omgeving van de weg lopen richting Romienendiek ligt omhoog ten opzichte van de omgeving verderaf. Per saldo lijkt het er dus op dat we hier inderdaad ook te maken hebben met een top of hoogste punt en gezien de naam dus een oorspronkelijk Anglisch gebied.
** Ael, Aalten, Twins, Migratiewaarden

- Laren
Buurtschap tussen Laren bij Lochem en Markelo. Aldaar staat een oude boerderij met de naam Pasop, zoals gebruikelijk afgeleid van de streeknaam. Ook staat daaromtrent een Lagere School met de naam Pasop. Het gebied ligt circa 10 Km NW van Hengevelde in Twente, een locatie die vrijwel zeker oorspronkelijk Angelveld heet, vergelijkbaar met Englefield in Zuid Engeland. Zoals de naam zegt, hebben daar Angelen gewoond. Namelijk: Angelveld = het veld der Angelen = het veld waar Angelen wonen.
** Hengevelde, Englefield

- Midwolde
Buurtschap in Midwolde bij Leek, Groningen. De buurt bestaat uit één weg, eveneens genaamd Pasop. De naam Pasop is mogelijk afgeleid van de Mienscheer aldaar. Een gemeenschappelijke weide. EWB: scheer = klip = zandheuvel. WMN: sop = top, punt (Oud Nederlands). Dus: Pasop = de top van de zandheuvel. I.c. in de mienscheer, die oorspronkelijk een zandheuvel moet zijn geweest. Bron noorderbreedte.nl 12.9.09 schrijft dat dit gebied ooit een leeg en kaal veengebied was. Daar lag dus kennelijk een grote zandheuvel, met op de top enige woningen. Zulks komt vaker voor in veengebieden. Daaromtrent staat huis Nienoord, een heel oude havezathe. Dat bevestigt de optie dat het gebied deels uit zandgrond bestaat. Zulke bouwwerken moeten namelijk op stevige grond staan. De these dat Pasop = de top van een zandheuvel, is daardoor zeer plausibel.
# noorderbreedte.nl 12.9.09, EWB, WMN, FRI, KBG

 
Penny:
De penny is de originele Engelse munt. Ze is voor 't eerst geslagen in de 8e eeuw in Kent. Oorspronkelijk is ze 1/240 deel van het gewicht van een zilveren pond. In de Angel-Saxische tijd varieert het gewicht. Circa 1070 stabiliseert Willem de Veroveraar het gewicht op 22½ "grains Troy". Dit gewicht blijft zo gedurende twee eeuwen. In deze periode is de Engelse penny de beste en meest betrouwbare munt in Europa, waardoor ze sterling wordt genoemd op de Europese geldmarkten. In de 14e eeuw en daarna neemt de inflatie toe, waardoor het gewicht van de penny steeds verder wordt verlaagd. Uiteindelijk is het gewicht in de 18e eeuw zo laag, dat de penny onpraktisch wordt als internationale munt en ze nog alleen wordt gebruikt binnen de grenzen van Groot Brittannië.
** Mother Brittannia, Anglische Mark, Shilling, Geldstelsel, Koninkrijk, Engels (gewicht)

Pentrop:
Pentropsdijk is een straat in Hengelo Noord (Twente). Mogelijk genoemd naar een een buurt genaamd Pentrop, ooit gelegen tussen de Oldenzaalsestraat, Afrit 31 naar de A1 en de spoorlijn Hengelo-Oldenzaal. Trop is vrij zeker afgeleid van Anglisch throp = dorp. Pen komt voor in vele plaatsnamen in Engeland. O.a. in Penhow, Penley en Penwyth. Mogelijk is Pen een mansnaam. De buurtschap lijkt daarom van oorsprong een Anglische nederzetting. Deze these wordt gesterkt door het feit dat Enschede rond 250vC wordt bewoond door Angelen afkomstig uit de regio Hardenberg. Bovendien is de naam Hengelo afgeleid van Angelo, zijnde een ontgonnen gebied (lo) bewoond door Angelen. De naam verandert in later eeuwen in Hengelo mogelijk door toedoen van de Saxen, die zich daar na circa 750nC vestigen. Dat heeft te maken met het zgn H-gebruik (ZA).
¶ Gezien de term dijk in Pentropsdijk, zal de buurt Pentrop ooit een moeras zijn geweest. Bij droogmaking van draslanden werden namelijk altijd dijken aangelegd, zijnde opgehoogde wegen en paden in het drasland, waardoor veilig transport mogelijk was.

Perfidious Albion:
Zeker al in de 14e eeuw wordt Engeland vaak Perfidious Albion genoemd. O.a. door Frankrijk, Italië, Rusland en Amerika. De reden is niet helemaal duidelijk. Perfidious betekent onbetrouwbaar, onberekenbaar. Als eilandbewoners staan de Britten vaak tegenover een wereld die ze op bange momenten vaak als een monsterlijke eenheid zien tegen wie ze het in hun alleenheid moeten opnemen. Dat maakt natuurlijk bang en dus voorzichtig. Maar het is niet duidelijk of dat de enige verklaring is. Een ernstig geval zijn de onderhandelingen in 1711 over een vrede met Frankrijk ter beëindiging van de Spaanse Successie Oorlog. De Engelsen begonnen toen in alleenheid te onderhandelen met Frankrijk, in strijd met het Townsend Verdrag van 1709, waarin is vastgelegd dat Nederland en Engeland als eenheid zouden onderhandelen met Frankrijk, Pruisen, Portugal en Savoye. Door dit zelfstandig onderhandelen met Frankrijk weten de Engelsen uiterst gunstige voorwaarden te bedingen voor zichzelf. Dit verraad van Engeland zette uiteraard enorm veel kwaad bloed bij Nederland en de andere bondgenoten en versterkte natuurlijk het imago van Engeland als Perfidious Albion.
** Maskerade, Tribalisme
# WP, DAB, KBG

Pint:
COD: Measure of capacity for liquids etc., 1/8th of a gallon. Etymology unknown.
In bron OVK over maten en gewichten in Friesland zegt auteur M.A. Holtman uit Kantens:

Laatst was ik in het British Museum. Daar hebben ze een verzameling aardewerk waarvan ze niet eens doorhebben dat het maten zijn! Ik heb toen die conservator aan zijn jasje getrokken en gezegd: hé, dat is een pint, de oermaat van de Angelen. Vijfhonderzeventig milimeter precies. Die maat kom je tegen in Friesland, maar daar heet 't een halfmengel.

Bron OVK vervolgt:

En de magische vijhonderdzeventig milimeter is nog veel verder de wereld over gegaan. Holtman heeft 'm ook gevonden in Zuid-Zweden, het Deense eiland Föhr en bij Zierikzee. Overtuigend bewijs dat het volk der Angelen eind vierde eeuw in al deze gebieden woonde alvorens naar Engeland af te zakken, meent Holtman.

Hij [Holtman] verwoordde deze conclusie in zijn pas verschenen boek over meten en wegen in Friesland. ... Hiermede legde Holtman een bom onder de Friese geschiedschrijving. Met lede ogen zagen de Friezen aan hoe ze van uniek en alleenstaand volk werden teruggebracht tot een der vele takken van de wijdverbreide Angelen-familie.

Holtman: 'De Friezen steigeren tegen het plafond als ik zeg dat ze een mengcultuur zijn'.

** Angelen, Friezen
 

Politiek:
In bron WMA (p 61) schrijft historica Barbara Yorke:

The patronage of religious houses in areas which they hoped to take over was a Mercian policy which can be paralleled elsewhere.

Mercia is een Anglisch Koninkrijk in NW Engeland, dat in de 7e eeuw nC ontstaat en tot de 10e eeuw de belangrijkste macht is in Brittannia. Daarna speelt 't nog vele eeuwen een machtige rol in Brittannia. Aangezien Mercia een Anglisch Rijk is, mag haar politiek dus een Anglische politiek heten. Temeer daar de Angelen al vóór hun migratie naar Brittannia in de 5e-6e eeuw nC op het Continent een dergelijke machtspolitiek lijken te voeren, zoals Barbara Yorke beschrijft. Zo sluiten ze rond 150 nC in de regio bij de Elbe in NW Duitsland hun eerste verbond met de Saxen. (> Angel-Saxen) In de 7e eeuw sluiten ze in de Cotswolds een nieuw verbond met de Saxen. Uiteindelijk komt het derde verbond. In 889 huwt koning Ethelred II van Mercia met Ethelflaed van Wessex (gb 871), dochter van koning Alfred de Grote van Wessex. Daarmee begint de unificatie van Engeland. Het huwelijk is op politieke gronden gesloten. Wessex heeft namelijk Mercia voorbij gestreeft en is inmiddels uitgegroeid tot het machtigste koninkrijk van Brittannia. Het opmerkelijke van heel het gebeuren is, dat Wessex een Saxisch koninkrijk is, maar dat hun koningen van Anglische herkomst zijn. Het lijkt er dus op dat hier uiteindelijk de Anglische machtspolitiek van Mercia heeft gezegevierd. Via Wessex is de Anglische zaak dus veilig gesteld.

De bewering van Barbara Yorke lijkt dus in algemene zin zeker van toepassing, zij het dat haar begrippen 'religious houses' en 'areas' dan ruimer geïnterpreteerd moeten worden. Maar wat bedoelt ze met 'a Mercian policy which can be paralleled elsewhere'. Uit de context is daarover niets op te maken. Ze kan bedoelen dat deze overnamepolitiek van Mercia ook door andere machten wordt bedreven. Maar ze kan ook bedoelen dat Mercia deze politiek ook op andere terreinen toepast. Aangezien de Anglische root van Engeland door de eeuwen heen een sterke invloed heeft in Brittannia, zouden we deze overnamepolitiek van Mercia dan op enigerlei wijze moeten terugvinden in de latere politiek van Engeland. In een aflevering van de beroemde tv-serie Black Adder lijkt e.e.a. te worden bevestigd. Een Duitse prins komt na vele pogingen uiteindelijk vermomd als koe in Engeland aan de macht, nadat hij het hele Engelse hof van Elisabeth I heeft uitgemoord. Deze productie kan een vermomming zijn van de visie van de (autochtone) Britten over het aan de macht komen van de Angel-Saxen in Brittannia.

Een gezegde uit Middeleeuws Engeland is: Don't fight the thunder. Klinkt erg realistisch. Tegen de donder vechten is immers vechten tegen een onzichtbare vijand, wiens onvoorspelbare en plotselinge bliksems je kunnen treffen, verminken of zelfs doden. Deze politieke grondstelling kan berusten op de saga van Beowulf, die reeds vóór 800 nC schijnt te bestaan. (> Beowulf) Deze saga vertelt van een koning der Goten die tegen een draak strijdt, de draak doodt en door deze strijd uiteindelijk zelf dood gaat. Aangezien de Angelen voortkomen uit de West Goten lijkt deze these zeer plausibel. Ze lijkt zelfs te zijn uitgebeeld in de Engelse vlag: op wit een rood kruis. Dit kruis wordt geassocieerd met St Joris, die tegen een draak strijd en hem uiteindelijk doodt. (> Engeland) Mogelijk is de saga van Beowulf een kritische reactie op de legende van St Joris, die feitelijk St Georgius heet. De legende van Georgius verhaalt dat hij tegen een draak vecht en rond 530 nC is begraven te Lydda in Palestina. Opmerkelijk in dezen is dat de naam George veel voorkomt onder Engelse koningen en die naam is afgeleid van Georgius. Dus zowel de Engelse vlag als de Engelse koningsnaam George wijzen naar St Georgius, alias St Joris.

Het adagium om niet te vechten tegen de donder of draken lijkt dus zeer verstandig. Maar hoe ver ga je daarin? De machtspolitiek van de Angelen en later Engeland kent ook het adagium: If you cann't beat them, join them. Een machtspolitiek dus gebaseerd op colaboratie. Een politiek die alleen werkt zolang de partner eerbaar en betrouwbaar is en geen gevaarlijke bijbedoelingen heeft. Zo niet, dan kunnen de gevolgen fataal zijn. De Britse premier Neville Chamberlain demonstreert deze politiek in 1938, toen hij Hitler de ruimte gaf om Tsjecho-Slowakije te annexeren. Engeland noemde het Appeasement politiek. De gevolgen waren echter rampzalig. De Tweede Wereldoorlog die daardoor uitbrak, heeft in Europa en Azië miljoenen slachtoffers veroorzaakt en grote gebieden volledig in puinhopen veranderd. Engeland zelf bleef daarbij niet gespaard. Door deze oorlog verloor het uiteindelijk zelfs zijn positie als wereldmacht.

Na het debacle van Chamberlain wordt Winston Churchill op 10 mei 1940 geroepen om het land te redden. Churchill bindt meteen de strijd aan tegen Duitsland. Hij weet daarbij steun te krijgen van Amerika en Rusland. Mei 1945 wordt Nazi Dutisland na lange en zware strijd vernietigend verslagen. De rol van Winston Churchill als oorlogsleider was in deze strijd van cruciaal belang. En zoals hij zelf zo treffend zei na de Slag om Engeland op zondag 15 September 1940: So many owe so much to so few.

De zo typisch Britse politiek van Wait and See heeft in het interbellum 1920-1940 volledig gefaald. Had Engeland tijdig geluisterd naar Winston Churchill, dan had het zich eerder kunnen voorbereiden op een confrontatie met Duitsland en de schade aanzienlijk kunnen beperken. Churchill waarschuwt al sinds 1920 bij herhaling voor de gevaren van dat land. Het Britse publiek noemt hem echter oorlogzuchtig en negeert hem. In de 1920-jaren is Duitsland door de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog echter nog volop bezig te herstellen van de oorlogschade. In die tijd kan het een confrontatie met Engeland absoluut op geen enkel front aan. Engeland verkeert daarentegen in een betere positie, dankzij een sterke economie. Met hulp van Frankrijk was een confrontatie met Duitsland zeker een succes geworden.

Het desastereuse falen van Engeland in de jaren 1920-1940 kan alleen worden verklaard door een groot gebrek aan informatie en/of aan falende interpretatie van de beschikbare informatie over de gebeurtenissen in Duitsland. Churchill is kennelijk wel goed op de hoogte. Was Neville Chamberlain dan onwetend of naïef? Vele historici noemen hem naïef. Maar waarom hebben anderen dan Churchill hem dan niet overtuigd? Bijvoorbeeld de Ministeries van Buitenlandse Zaken en van Oorlog? Of journalisten en andere deskundigen? Chamberlain had de functie van Buitenlandse Zaken naar zichzelf getrokken sinds hij premier is in 1937. Zodoende kon hij elke waarschuwing van binnenuit smoren. Maar de andere potentiële personen en instanties dan? Van hen is niets bekend. Kennelijk was de naïviteit grootschalig. Hetzij door gebrek aan informatie, hetzij door foute interpretatie, of door onwil om de feiten reëel onder ogen te zien en de goede conclusies te trekken. Angst kan geen rol hebben gespeeld. Engeland is in die tijd nog machtig genoeg om een vijandig Duitsland te beteugelen.

In 1938 verschijnt het boek 'Spring over Europe' van de Amerikaanse journalist Clarence Booth, waarin zij talloze gesprekken met belangrijke West Europeanen heeft vastgelegd ivm de politieke situatie in Europa. Ze is verbijsterd over de grootschalige naïviteit onder hen. Maar zelfs dit boek mobiliseert de gemoederen niet. Was het uit angst of onverschilligheid? Of was het door de wil om positief te blijven en er iets moois van te blijven maken, ondanks de vreselijke dreigingen? September 1939 breekt de Tweede Wereldoorlog uit. De Britten laten dan zien dat ze taaie en vindingrijke vechters zijn, in staat om vreselijke dingen te doorstaan en uiteindelijk zelfs te winnen.
** Angel-Saxen, Regiokeuze, Machtpositie, Oorlogen, Maskerade, Perfidious Albion, Tribalisme, Expansie, Kolonisatie, Lx (WMA)
# WMA, WP, FRI, DAB, KBG

 

Prinses van Zweeloo: (425*-450*)
Zweeloo is een esdorp onder Coevorden. De oudste sporen van bewoning in Zweeloo dateren van 600-200 vC. Zweeloo is bekend om de Prinses van Zweeloo, een jonge vrouw van goede stand die heeft geleefd in circa 425-450 nC. Haar graf is ontdekt in 1952 tijdens graafwerk. In haar graf zijn ook sieraden gevonden: bronzen spelden, een ketting met glazen kralen, een ketting met kralen van barnsteen, een zilveren ring, zilveren toilet garnituur, een bronzen sierspeld in vlindervorm, grote losse kralen van banrsteen en van glas en bronzen armbanden, ringen en sleutels en een ketting met een bevertand. De prinses droeg een gewaad van zeldzaam mooi geweven linnen en een ruitkeper.
 
Hester Jans-Molenberg heeft van de prinses na zorgvuldig historisch onderzoek bovenstaande aquarel gemaakt. (@ aquarel © B.C. Kranenburg)

Gezien al deze biezondere artefacten moet de jonge vrouw wel van goede stand zijn geweest. Vandaar dat ze titel prinses kreeg. De vondsten worden bewaard in het Drents Museum te Assen. De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) schrijft daarover op 19.2.1979:

Samenvatend kan gesteld worden, dat de prinses behoorde tot een niet onbemiddelde familie, die tot een hoge sociale klasse behoorde, gezien het aantal rijke vondsten. Door de verscheidenheid van vondsten in het graf en de "bijbehorende familiegraven" staat vast, dat men in Zweeloo toendertijd [5e eeuw nC] al internationael contacten heeft gehad. De kralen komen bijvoorbeeld bijv. uit het Elbe en Wesergebied. Het gesmolten bronsfragment is afkomstig van een inheemse, Romeinse bronssmid ...

De bevertand aan een snoer die de prinses om haar hals droeg, kan wijzen op de aanwezigheid van bevers in Zweeloo of daaromtrent. Het kan ook zijn dat de bevertand afkomstig was van elders. Gezien de contacten van Zweeloo met verre gebieden in Noord Europa, kan dat o.a. zijn van Beveroe in Angeln (Noord Duitsland). Beveroe betekent bevereiland vanwege het grote aantal bevers dat daar voorkwam. Beverjacht is van oudsher tot in de 19e eeuw een uitermate lucratieve bezigheid. Bevervellen waren kostbaar en werden voornamelijk gebruikt voor kleding. Bevervlees was daarbij neveninkomst.
** Zweeloo
# coevorden.nl 3.6.09, sh-tourismus.de 8.6.09, WKP 6.6.09, FRI, Jan Warmolts te Zweeloo (streekhistoricus), DAB, KBG
++ Prinses van Zweeloo

 
Ptolemaeus
Ook: Ptolameus, Ptolemaus
** Claudius Ptolemaus

Q::

R::

Radiger:
Zoon van koning Hermegisklus van de Varni. Hij is verloofd met een prinses van de Angelen. Radiger verbreekt de verloving om te trouwen met Theudichildis, zuster van de Frankische koning Theudebert. De prinses is furieus en neemt wraak. Ze zeilt met 400 schepen de monding van de Rijn op, waaromtrent Radiger dan kennelijk vertoeft. Radiger smeekt om genade en trouwt alsnog met haar. Het verhaal is afkomstig van Frankische ambassadeurs in Constantinopel, circa 540 nC. Het is vooralsnog niet zeker waar de prinses woont. De Varni wonen nabij de monding van de Elbe. De prinses woont dan mogelijk in Haithabu of daaromtrent. De laatste koning van Angeln is Eomar (420*-489). Daarna houdt het koninkrijk Angeln op te bestaan. Gezien de tijdcontext kan het zijn dat de prinses een dochter is van Eomar. Het kan ook zijn dat ze in die tijd woont nabij haar broer Icel van Angeln (gb 441), die rond 470 migreert met vele stamgenoten naar Brittannia, mogelijk in de Cotswolds. Gezien het grote aantal schepen van de prinses, moet ze nogal vermogend zijn of een zeer rijke en machtige vader hebben. Als de prinses gaat trouwen, zal haar broer Icel ook nog jong zijn en in de opbouwfase van z'n leven zijn. Van hem kan de prinses dus weinig verwachten. Het lijkt dus vrijwel zeker dat ze ten tijde van het gebeuren nog in Haithabu woont, een zeehaven waar vele schepen aandoen. Met de schepen van toen zal de reis naar de Rijn dan circa 2 of 3 dagen hebben geduurd. De prinses zal rond 445 nC kunnen zijn geboren. Als ze trouwt zal ze rond de 23 jaar zijn. De operatie naar de Rijnmond zal dus circa 468 nC zijn gebeurd. Vader Eomar leeft dan nog. De schepen kunnen oorlogschepen zijn van Eomar, mogelijk aangevuld met privee schepen van onderdanen. Kennelijk verkeert Angeln nog in een goede positie om deze maritieme prestatie te kunnen leveren. De grote migratiegolf van Angelen in Angeln naar Brittannia in 490 nC moet nog gebeuren. De positie van Angeln is dus nog gunstig. Met deze maritieme operatie rond 468 nC toont Angeln zelfs een belangrijke macht te zijn in NW Eurpoa.
** Haithabu, Constantinopel, Angeln
# semafoor.net 8.10.09, KBG

Rechtspraak:
Bij de Germanen heeft elke stam een eigen rechtssysteem met eigen rechtsregels, eigen rechtsnormen en eigen rechtbanken. Oorspronkelijk worden de rechtsnormen en -regels mondeling doorgegeven. Elke rechter moet die normen en regels uit het hoofd leren. Hierdoor kunnen afwijkingen en hiaten ontstaan en is machtsmisbruik mogelijk, waardoor rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid ontstaan. Sinds de 6e eeuw nC worden deze rechtsnormen en -regels daarom vastgelegd, naar het voorbeeld van de Romeinen. De oudste codering is de Lex Salica van de Franken, ingevoerd in 550 nC. Later volgen de Lex Saxonum (785nC) en de Lex Frisionum (790nC). In 803 nC introduceert keizer Karel de Grote de Lex Anglorum et Werinorum hoc est Thuringorum voor de Angelen en Warnen in Thuringen. Voor de Angelen in Maerland is geen Lex opgesteld. De verklaring moet zijn, dat de Saxen sinds 775 nC grote delen van Anglisch gebied zijn binnegedrongen en zich daar blijvend hebben gevestigd. Bovendien zijn vele Angelen uit Marland sinds 450 nC gemigreerd naar Brittannia. Hierdoor is de machtpositie van de Angelen op het Continent kennelijk sterk verzwakt. De Saxen zijn de belangrijkste factor geworden. De Angelen in Saxenland vallen dus sindsdien onder de Lex Saxonum. Aangezien de Saxen in 775 nC de Anglische gebieden in NW europa binnendringen en zich daar duurzaam vestigen, is aan te nemen dat er sindsdien een vermeningen plaats vindt tussen de Angelen en Saxen aldaar. In 785 nC zijn daar dus circa 285 jaar overheen gegaan, hetgeen moet hebben geleid tot een grootschalige vermening van beide stammen. Bij de opstelling van de Lex Saxonum in 785 nC zal de Anglische invloed dan toch zeker ook een belangrijke rol spelen. (> Asland)

De Lex Saxonum kan dus gezien worden als een Lex Anglo-Saxonum. Deze Lex is een compromis tussen de Lex Salica en het Oud Saxisch en het Oud Anglisch stamrecht. Ze bestaat uit 34 rechtsregels, die voor een groot deel de Angel-Saxen dwingen zich te houden aan de regels van het Christendom. In bizonder de regels 3-12 die de doodstraf uitspreken voor allerlei vergrijp tegen de christelijke instituties.

Op het gebied van de rechtssystemen van vóór circa 800 nC bestaat vooralsnog weinig helderheid. Veel wordt beweerd, maar alle beweringen samen vormen een grote chaos met nauwelijks enig systematisch overzicht. Om beter zicht te krijgen op het rechtsysteem waaraan de Angelen op het Continent zijn onderworpen tot circa 1000 nC, is het onontbeerlijk hun rechtswereld te plaatsen in een algemeen kader waarin de feiten en beweringen kunnen worden geplaatst. Daarbij kunnen we uitgaan van de volgende algemene aspecten van rechtspraak:

- Locatie: Dit is de plek waar rechtszaken worden behandeld. Bij de Germanen gebeurt dat op dingplaatsen, waar normaliter bestuurlijke vergaderingen plaats vinden van de stamoudsten onder leiding van het stamhoofd. Bij de Angelen was dat de Witan, een groep wijze mannen, van wisselende samenstelling. (> Witan) Dingplaatsen zijn vaak gelegen op een heuvel en wel onder een boom, meestal een eik. In het buitengebied van Markelo ligt de Dingselerberg, waar Angelen en sinds circa 775 nC ook Saxen uit de regio vergaderden. (> Dingplaatsen)
- Zaken: Aan de orde kunnen komen:
-- publieke zaken:
--- verstoren van de stamvrede, openbaar geweld, meineed en stamverraad. Deze zaken worden aangespannen en behandeld door de Mallus, een vergadering van oude wijze mannen. Zij spreken recht over iemand die ernstig inbreuk maakt op de zeden en gewoonten van de stam. (> Mallus) Daders worden als weerwolven geweerd uit de stam en vogelvrij verklaard.
-- private zaken:
--- grensgeschillen, diefstal, erfeniskwesties, brandstichting, geweld, verkrachting e.d. worden behandeld door de Mallus na een klacht van het slachtoffer of diens verwanten. De straffen zijn meestal geldboetes. Voor elk vergrijp bestaat een vast bedrag, het zgn zoengeld. De ernst van het delict bepaalt de hoogte van het zoengeld.
--- oude Germaanse rituelen en zgn bezetenheid van de duivel worden door toedoen van de christelijke kerk zwaar gestraft. Vaak met de dood. In de TV serie Black Adder van de BBC komt een deel voor waarin de duivel Crumbledook wordt genoemd. De productie toont op meesterlijke wijze hoe duivels de aanklagers zelf zijn om vermeende schuld zgn te bewijzen. Niets wordt geschuwd om feiten te verzinnen en alle andere feiten te misinterpreteren en te duiden als bewijs voor schuld.
--- bij moord of doodslag werd de dode oorspronkelijk gewroken door diens maagschap; zgn bloedwraak. Als de verwanten van de dader de moord of doodslag niet gerechtvaardigd vinden, dan kunnen ze hem veeg stellen; i.e. uit hun midden stoten. Zijn ze wel eens met de dader, dan moeten ze hem steunen, maar de tegenpartij kan zich dan ook wreken op hen. Dit leidt dan vaak tot een vete, die alleen door een zoen kan worden gestopt. Een alternatief is zoengeld, als de nabestaanden van de dode dat tenminste accepteren. Later is deze eigenrichting gestopt door het opleggen van een fredus (geldboete) aan de fiscus en zoengeld aan de verwanten van het slachtoffer.
- Proces: Eerst wordt bepaald of de gedaagde schuldig is. Zo ja, dan volgt het vonnis. Bij halszaken wordt de veroordeelde publiekelijk terecht gesteld. Onthoofding voor adellijke personen. Ophanging voor anderen, waarbij de veroordeelde eerst wordt gedood en daarna pas opgehangen, meestal op een zgn Galgenberg. Vele locaties in het land kennen nog die naam. Pas in 1795 tijdens de Bataafse Republiek wordt een einde gemaakt aan deze barbarij.
-- waarheidsvinding: Om te achterhalen wat werkelijk is gebeurd bij een vermeend delict vindt normaliter verhoor plaats. Soms ontaarde dat in foltering of in zgn godsoordelen: vuurproef en waterproef. In vele gevallen stierf de verdachte een gruwelijk dood.
(> Crumbledook)
-- beroep: Partijen kunnen alleen in beroep gaan bij de koning. Zij moeten dat aanvragen bij de graaf.
- Rechtsorde: Elk stamgebied bestaat kent een aantal dingplaatsen. Drente heeft tot 1531 6 dingplaatsen (dingspels) met elk 4 vertegenwoordigers (etten) in de overkoepelende Etstoel. Daarnaast kent het dingplicht: elk huis moet iemand afvaardigen naar de drie jaarlijkse dingen (rechtszittingen).
** Gerechtigheid, Weergeld
# DVB, KBG

 
Redbad van Eemsland* (659*-719)
Legendarische koning in Groot Angeln. Mogelijk in de regio Eemsland.

Redwald:
Vrml locatie in Oost Groningen, anno 2010 Reiderwoldt genaamd, gelegen onder Woldendorp. Oudst bekende naam: Redi in Walda (WEW p85).

Redwald van East Anglia (565*-625)
Koning van East Anglia. Begraven in Sutton Hoo, Suffolk.
De naam Redwald komt voor als oude locatienaam van Reiderwoldt onder Woldendorp in Oost Groningen. (> Redwald) Redwald betekent Rodewoud. Plaatsnamen met Rood in Nederland zijn: Rodenrijs (Z.Hol), Rodenrijt (N.Br), Roderesch (NW.Dr), Roderwolde (NW.Dr), Rodewolt (N.Groningen), Roodehaan (ZO.Gro), Roodeschool (N.Gro), Roodkerk (NO.Frl). Aangezien East Anglia pas in 475-495nC wordt bevolkt door Angelen en in Groningen al rond 350vC Angelen wonen, lijkt het mogelijk dat Redwald zijn nog jonge roots heeft in Rodewolt of daaromtrent.
In Sutton Hoo zijn vele archeologische vondsten gedaan. O.a. wapens, ornamenten en een helm met grima (masker) van koning Redwald, die daar is gestorven en begraven rond 625nC. Op onderstaande site is een reconstructie getekent van Redwald in vol militair ornaat. Hij houdt o.a. een speer in de hand, een typisch wapen van de Angelen. Deze uitrusting zal weinig verschillen met die in Angeln vóór circa 500nC als de Angelen zich vestigen in East Anglia vanuit het Continent.
** Rodewolt, East Anglia, Suffolk, Angon, Wetsteen, Grima
++ Redwald van East Anglia

Regiokeuze:
Rond 400 vC migreren Angelen vanuit Angeln in NO Duitsland naar gebieden in het zuiden: het Elbe/Eems-gebied en NO Nederland tot aan de Rijn. Dit gebied heeft de fictieve naam Groot Veenland, omdat het grotendeels bestaat uit laagveen en moerassen met daartussen zandruggen, die onderling spaarzaam zijn verbonden door wegen en paden. Door deze gesteldheid is Groot Veenland moeilijk toegankelijk. De vraag rijst daarom welke motieven de Angelen hebben om zich in dit barre gebied te vestigen, terwijl meer oostelijk toch veel droog heuvelgebied ligt. Theoretisch zijn de volgende antwoorden denkbaar:

leegheid: het gebied is nauwelijks bewoond.
veligheid: de slechte toegankelijkheid maakt het gebied relatief veilig voor agressie van buitenaf.
zwakheid: de Angelen zijn relatief te zwak in aantal en vechtkracht om te kunnen strijden tegen andere volken en kiezen daarom primair voor veiligheid.
beverjacht: de aanwezigheid van bevers maakt beverjacht mogelijk, wat zeer lucratief is.
droogheid: sommige bronnen beweren dat vele Angelen en Saxen naar Engeland migreren omdat hun homelands op het Continent te drassig is voor landbouw en veeteelt. Deels kan dit mogelijk waar zijn, omdat de homelands van vooral de Angelen voor een groot deel inderdaad in moeraslanden liggen. (> Groot Veenland) Echter, die moeraslanden zijn juist de woongebieden van bevers, waarop zoveel wordt gejaagd door de Angelen. Bovendien migreren deze Angelen juist naar gelijksoortige draslanden in Engeland. I.b. East Anglia en ZW Worcestershire.

Anglische gebieden hebben relatief veel locatienamen met Bever-. Dat wijst op de aanwezigheid van bevers. Aangezien beverjacht zeer lucratief is, zal dat echter ook andere volken kunnen aantrekken. Dat betekent dus strijd.

Als Angelen desondanks nogal dominant aanwezig zijn in bevergebieden, dan duidt dat echter juist op een zekere superieure vechtkracht en/of strategie tegen vreemde indringers.

Bij de massamigratie van het Continent naar Brittannia in 400-550 nC blijkt nagenoeg hetzelfde: de Angelen veroveren circa 65% van Engeland, een gebied dat naar hen is genoemd. Hun gebied omvat ook daar relatief veel locatienamen met Bever- en dus relatief veel bevers. Beduidend meer dan de gebieden die de Saxen en Juten veroveren.

In Thuringen lijken de Angelen minder succesvol. Samen met Warnen vestigen ze zich daar circa 150 nC. Rond 500 nC wordt hun land veroverd door Saxen en Franken. Het is vooralsnog niet bekend of Thuringen ook een groot bevergebied was. Als dat zo was, dan hadden de Angelen zich mogelijk krachtiger verweerd.

In 1654 dwingt Engeland de West Indische Compagnie (WIC) om Nieuw Nederland en Nieuw Amsterdam aan hen over te dragen. Deze gebieden zijn in die tijd uiterst lucratieve bevergebieden. Bevervel was goud waard. De beverhandel was voor de WIC de voornaamste activiteit. Het succes van de WIC maakt de Engelsen jaloers. Ze wachten daarom hun kansen af om toe te slaan en de Nederlandse gebieden in Amerika over te nemen. De WIC krijgt in ruil Suriname, wat uiteindelijk een beter bezit blijkt. Op 19 april 1783 worden de Verenigde Staten van Amerika onafhankelijk. Groot Brittannië is z'n gebieden en inkomsten daar kwijt. De WIC kan de handel met Amerika hervatten.
** Groot Veenland, Beversites, Bevers, Beaver, Bevervel, Beverjacht, Beverjagers, Thuringen

Reiderland:
Verdronken land van de Dollard tussen Oost Groningen en Ost-Friesland. De Dollard werd al eeuwenlang geteisterd door sterke getijdstromen en zware stormen en overstromingen. In 1277nC komt de genadeslag. De hele regio loopt onder en is sindsdien niet meer drooggelegd. Vele dorpen en buurten verdrinken: Asterbeerte, Asterfinsterwolda, Asterreyde, Astock, Astwold, Ayckaweren, Beda, Berda (Beerte), Bellingwolda, Freseloe, Bentumerwolda, Berum, Bingum (Bingham), Blyham, Bonewerda, Bunderhee, Capeldaberda, Coldeborgh, DeLidden, Ditzumerwold, Dunebroke, DunneLee, Exterhus, Fiemel, Fletum, Gaddingahorn, Garmede, Goldhorn (bij Finsterwolda), Hackelsum, Harckenborg, Harmeswolda, Haxen, Haxenerwald, Homborg, Houwingagast, Houwingaham, Huweghenborch, Jansum, Jarde, Ludgerskercke, Maerhusen, Marckhusen, Marienchor, Medum, Megenham, Midwolda, Nesse, Nortbroke, Nyeham, Ockeweer, Oengum, Peterswere, Poel, Rodenbord, Santdorp, Scagasthorpe (Stockdorp), Siwetswere, Soxum, Soxumerwold, Stockershorn, Suthbroke, Swaech, Thorsham (Torum), Torpsen, Tysweer (1480 Thyesweer), Ulsda, Upwolda, Utbeerte, Uterpogum, Utham, Weenermoor, Willinghem (Wilgum), Wynedaham, Wymeer, Wynham en Wynschotten. Sommige dorpen en buurten zijn later verhuisd naar andere plekken in de nabijheid. De regio Reiderland bestond voornamelijk uit laagveen en klei. Deze bodemstructuur is gaan klinken, waardoor de regio op termijn ging verzakken en makkelijk overstroomd kon worden.
¶ Genoemde locaties Thorsham en Tysweer lijken van Anglische oorsprong. Thorsham is zeker afgeleid van Thor (Donar, god van de Oorlog) en Tysweer van Tiwaz, de Germaanse god van de Gerechtigheid. Zowel Thor als Tiwaz (Thewaz) zijn speciek Anglische namen voor deze goden. (> Donar, Tiwaz) In Angeln ligt o.a. de stad Thorsberg. Reiderland lijkt daarom van oorsprong een Anglische nederzetting, hetgeen overeenkomt met het algemene beeld van de Anglische migratie naar het zuiden in 600-300vC. Voor de kolonisatie van Noord Groningen (o.a. Losdorp en Humsterland) zullen ze zeker via Reiderland zijn gemigreerd.

Religie:
De Germanen kennen vele goden, die ze vereren op heilige plaatsen als grotten en bossen. Ook kennen ze tempels, priester en rituelen, maar hun rol, functies en samenhang zijn vaag en inconsistent. In Uppsala (Zweden) staat een tempel met daarin drie beelden: Thor in het midden, geflankeerd door Wodan en Freya. Deze tempel dateert echter van na de jaartelling. Volgens Tacitus (55-120nC) zien de Germanen hun goden echter niet als idolen in menselijke gedaante en vinden ze tempels ongeschikt als woonstee voor hen. Wel offeren ze dieren en soms mensen (krijgsgevangenen) aan Tiwaz of Wodan en proberen ze de wil van goden te kennen door het werpen en interpreteren van dobbelstenen met runentekens. (> Dobbelen) Julius Cesar is echter niet onder de indruk van het Germaanse geloof. Hij schijft circa 50nC dat ze nauwelijks goden kunnen noemen en schijbaar alleen Zon, Vuur en Maan kennen. Ook schrijft hij dat ze in bizonder Mercurius vereren, die ze beschouwen als gids op hun reizen en behalen van winst. (Commentarii de Bello Gallico: 6.21, 6.17) Mogelijk bedoelt hij de god Balder, die vaak wordt vergeleken met Mercurius. (> Balder)

Bron drouwerveen.com 15.11.09 schrijft:

Tot het eind van de 9e eeuw was de religie in Drenthe niet christelijk, maar Germaans. Dit was een natuurgeloof, die later door de kerk als duivels werd beschouwd en op deze manier uit het dagelijks leven is geweerd. Het Germaanse geloof kende vele goden, zoals: Wodan, Donar, Frija en Ding (Tyrr) [Tiwaz]. Deze namen zijn nog terug te vinden in de namen van de dagen van de week. Vele tempels geweid aan deze goden in Drenthe zijn door zendelingen van de kerk vernield. Deze zendelingen werden gesteund door de legers van Karel de Grote. Vaak werd er op de plaats van een Germaanse tempel een kerk gebouwd. Een voorbeeld is de kerk van Roden. Veel herkenbare plaatsen van dit oude geloof zijn niet meer terug te vinden in het landschap. Een van de weinig overgebleven restanten is de Baloër Kuil. Hier kwamen vroeger de Germaanse priesters samen, werd recht gesproken en nieuwe wetten aangenomen.

Aangezien NO Nederland in de periode 300vC-775nC voornamelijk wordt bewoond door Angelen uit Noord Duitsland, hebben we hier dus te maken met Anglische tempels. Pas sinds 150nC komen geleidelijk ook Saxen wonen in dit gebied. De culturele verschillen tussen Angelen en Saxen zijn echter gering. Zeker door het verbond dat beide Germaanse volken sluiten in 125nC in het gebied tussen de Eems en de Elbe.
** Mythologie, Ideologie, Heuvels, Angelen, Saxen, Angel-Saxen, Kerstening
# drouwerveen.nl 15.11.09, DAB, KBG

RGT:
Runentekens, de geheime taal van stenen
Oorspronkelijk: The Book of Runes
Francis Melville, Librero Kerkdriel, 2004
** Runen

Ripon:
Vrml locatie tussen Warffum en Wadwerd in Noord Groningen. (WEW p71) Deze plaatsnaam vinden we anno 2010 terug als vrij grote stad in Engeland, circa 2 Km NW van York.

Rivierengebied:
Regio tussen Rijn en Maas. Daar komen drie locaties voor, die wijzen op bewoning door Angelen: Afferden/Druten, Engelen/DenBosch en Engelrode/Beusichem.

Roderwolde:
Wegdorp in NW Drente, tussen Foxwolde (Gem. Roden) en Groningen stad. Lag eerder circa 1 Km verderop bij de begraafplaats, waar ook de Jacobus Kerk stond. Later is de kerk verplaatst naar het huidige centrum. Oudste vermeldingen: 1139 (Roterwolde), 1350 (Roderwolde), 1460 (Rodenwolde) en 1542 (Raederwolde). De naam betekent naar zeggen: nederzetting (rode) bij het wold (bos). Door de nabijheid van Roden en Roderesch betekent Rode mogelijk toch iets anders. Bron EWB relateert rood aan rôd (Oud Saxisch), read (Oud Engels) en reod (Oud Engels) = roodkleuren. Mogelijk was de grond in het gebied roodkleurig door aanwezigheid van ijzer. Zulks komt in de hele wereld voor. Centrum van het gebied is Roden, wat dan kan staan voor iets als rood gebied. Mogelijk in tegenstelling tot Witten, een dorp circa 20 Km zuidoost bij Assen. Roderwolde en nabij gelegen Roderesch zijn dan het bos en de es bij Roden, of wel het rode gebied. Het bos is vrijwel zeker het oerbos dat daar al stond in 9000 vC. dit bestond voornamelijk uit torenhoge dennebomen. Rond 7000 vC is dit bos verdronken door de stijging van de zeespiegel na de Laatste IJstijd. Zo ontstond het zgn Stobbenven, een drasgebied met boomstronken en dikke wortels. De grond bestaat uit hoogwaardige klei van de zgn Formatie van Peelo. Deze klei is al vroeg gebuikt voor het maken van potten. De regio is derhalve vrij zeker al vroeg bewoond door mensen. De exacte datum is vooralsnog niet bekend. Aangezien er in nabij gelegen Leek en Midwolde al sinds circa 350 vC Angelen wonen, kan Roderwolde in die tijd ook al bewoond zijn door deze Germaanse volkstam uit Noord Duitsland.
** Wold, Redwald van East Anglia, Rodewolt
# provincie.drenthe.nl 26.10.09, geologievannederland.nl 26.10.09, DAB, KBG

Rodewolt:
Dorp in Bedum, Groningen. Sinds circa 300vC wordt Noord Groningen voornamelijk bewoond door Angelen. Het is daarom denkbaar dat de Anglische koning Redwald (gst 625nC) van East Anglia zijn roots in deze regio heeft. Temeer daar Rodewolt in het Anglisch vrijwel zeker Readwalt heet en de Saxen pas sinds circa 700nC geleidelijk Noord Groningen binnendringen.
** Rood, Wold, Redwald van East Anglia.

Rome:
De belangrijkste persoon in de kerstening van Europa is Paus Gregorius I de Grote. AD 590 wordt hij paus. Op een dag ziet Gregorius blonde jongemannen staan op de slavenmarkt. Hij vraagt wie dat zijn. Gregorius krijgt te horen dat het Angelen zijn. Daarop antwoordt de paus dat ze engelen moeten worden en dus bekeerd tot het Christendom. Gregorius stuurt daarom missionarissen naar Engeland.
** Kerstening

Rood:
EWB: OudSaxisch: rôd. OudEngels/Anglisch: read, reod.
** Beverwen, Engbergen (urn), Engeland (vlag, embleem), Edwin van Northumbria (mantel), Angon (jas)

RRA:
Germanic religion: rites and rituals of the Anglo-Saxons
Lawrence C. Chin
geocities.com 18.10.09

RUD:
Runenvondsten in Duitsland
hetrad.nl 10.12.07

Runen:
Germaanse lettertekens. Run is Oud Noors voor geheim. In gebruik circa 500vC-1300nC. Voornamelijk in NW Europa: Scandinavië, Engeland, Nederland en Duitsland. Waarschijnlijk zijn de runen afgeleid van de Noord Italische alfabetten. Het runenalfabet heet Futhark en bestaat uit 24 tekens. Later zijn variante futharks gecreëerd met afwijkingen in de vorm en het aantal van de tekens. Op de Britse eilanden komen de runen en de futhark voornamelijk voor in de 10e en 11e eeuw. De Angel-Saxische runen en futhark wijken verder af van de runen en futhark in de Scandinavische landen.
** Futhark
# RGT, WP

Runenstenen:
** Thorsberg

RZA:
Reise- en Zak-Atlas
mbt De VII Vereenigde Nederlandsche Provinciën
Uitgegeven Te Amsterdam by Jan Christiaan Sepp, Boekverkoper, 1773.

S::

Saga's:
Oudnoordse overleveringen uit Scandinavië. Afgeleid van sagar = zeggen. Noordse settlers in IJsland leggen ze vast in de 12e-14e eeuw. Enkele saga's zijn vastgelegd in Noorwegen. De meeste auteurs zijn onbekend. Onderscheid:

familiesaga's  : saga's over belangrijke families
koningsaga's  : saga's over koningen en koninshuizen; o.a. Skjöldungasaga
heldensaga's  : saga's over heldhaftige figuren
fornaldasaga's: mythische overleveringen

De Skjöldungasaga is een Noors/Deense saga, vastgelegd rond 1190 nC. Ze handelt over het Deense koningshuis Skjöld. Arnigur Jonsson parafraseerd delen daarvan in het Latijn. Ook komen delen van de Skjöldungasaga voor in andere saga's en in Saxo Grammaticus. Verder zijn sporen van de saga terug te vinden in de verdewenen saga over de Oer Hamlet en in de Hamlet van William Shakespeare.
** Odin, Ingwi, Overleveringen
# WP, WKP 25.12.07

Sanskriet:
Oude taal der Hindu's.
** Pg Genline (Hinduïsme)

Saxe:
Ook: sax, saex, saexe. Soort kromzwaard, vooral gebruikt door Saxen.
** Saxen

 

Saxen:
Germaans volk afkomstig uit Noord Polen, vanwaar ze zich in de loop der eeuwen westwaarts verspreiden in Pommeren, Holstein, Zuid Brittannia en NO Nederland. Aangezien de zuidelijke kustgebieden van de Baltische Zee al vroeg vanuit Zuid Zweden worden bevolkt door de Germaanse stam der Oost Goten, lijken de Saxen van oorsprong een Oost Gotische volkstam. Deze these lijkt niet onredelijk, aangezien de Saxische taal veel verwantschap toont met andere Germaanse talen in Noord Europa. De naam Saxen is afgeleid van de sasnotas (saexnots) ofwel saexgenoten. Een saex is een kort gekromd zwaard. Deze saex komt o.a. voor in de wapens van Essex, Wessex, Sussex en Middlesex in Engeland, waar ze zich in hebben gevestigd. Saxen zijn dus voornamelijk krijgers, die kennelijk zeer bedreven zijn in zwaardvechten.
 
- 250vC
Volgens sommige bronnen komen de Saxen oorspronkelijk uit Noord Polen, vanwaar ze zich sinds circa 250vC verder westwaarts verspreiden naar Noord Duitsland via Pommeren tot aan de Elbe en later tot in Albinga, een gebied dat nagenoeg overeenkomt met het huidige Holstein in Noord Duitsland. Albinga betekent zoiets als Volk aan de Elbe (Latijn: Alba=wit). Dat is dan mogelijk gebeurd rond de jaartelling. Hadden ze daar eerder al gewoond, dan zouden er immers zeker al eerdere aanwijzingen gevonden moeten zijn.

- 123nC
Saxen worden voor het eerst genoemd rond 123nC door Claudius Ptolemaeus (87-150) in zijn Geographia. Later wordt op basis van het boek een kaart gemaakt waarop de Saxen en andere Germaanse stammen zijn aangegeven.

- 150nC
Volgens sommige bronnen sluiten de Angelen en Saxen in het gebied tussen de rivieren Elbe en Weser in 150nC een verbond. Dat verbond blijkt te zijn bedoeld om samen sterk te staan tegen andere vijandige stammen in de regio. De Saxen zijn kennelijk inmiddels vanuit Pommeren verder doorgedrongen in NW Duitsland en zijn daarmee het gebied der Angelen binnengedrongen. (> Mega Angeln) Het is vooralsnog niet bekend hoe de Angelen daarop reageerden in eerste instantie. Dat ze echter een verbond sluiten met de Saxen, heeft mogelijk te maken met het feit dat Angelen en Saxen broedervolken zijn die voortkomen uit de Goten. Ze kennen elkaar dus en hun talen en culturen verschillen weinig. Deze periode is het begin van de onderlinge vermenging van Angelen en Saxen in de loop van de eeuwen daarna, waardoor ze in latere eeuwen veelal Angel-Saxen worden genoemd. (> Angel-Saxen)

- 350nC
Hasten (Saxen) wonen bij de Lüneburger Heide aan de bovenloop van de Elbe, ten zuidoosten van Hamburg. (> Kranenburg Stade)

- 400nC
Slavische volken vluchten voor de oprukkende Hunnen en vestigen zich in het land tussen Weichsel en Elbe. Saxen vluchten massaal naar NW Duitsland en NO Nederland. (> Volksverhuizingen)

- 441nC
De Saxen in Brittannia worden voor het eerst genoemd in 441/442 door een onbekende Gaulische (Franse) auteur die schrijft: "Brittannia valt onder het bestuur van de Saxen." Ze wonen dan in 'Litus Saxonicum' ofwel de Saxische Kust aan weerszijde van het Kanaal. Circa 775 settelen vele Saxen zich in NO Nederland: Oost Groningen, Drente, Twente, Veluwe en Achterhoek. In 780 veroveren ze de Groninger Ommelanden en Dokkum. Hun taal is het Saxisch. Het Oer Saxisch en het Oer Anglisch vormen samen de basistalen waaruit het Oer Angel-Saxisch ofwel Oud Engels is ontstaan. (> KTE) De belangrijkste woongebieden van de Saxen worden echter na circa 775nC de Duitse deelstaten Neder-Saxen en Westfalen.

-450-500nC
In 450-500nC migreren Saxen massaal naar Brittannia, samen met Angelen en Juten. Bij de Saxen gaat het volgens sommige bronnen in totaal om circa 150.000 migranten, die zich voornamelijk vestigen in Zuid Brittannia.

- 455nC
Hasten (Saxen) trekken langs Kranenburg Stade over rivier de Oste naar de Noordzee kust en migreren van daar naar Zuid Brittannia, waar ze de stad Hastings stichten. (> Kranenburg Stade)

- 555nC
De oudste uitgebreide vermelding van de Saxen op het Continent dateert van 555nC, als de Saxen in opstand komen na de dood van de Frankische koning Theobald.

- 600nC
In 731nC schrijft Beda in Yorkshire dat de Saxen wonen in Albinga, een gebied dat nagenoeg overeenkomt met het huidige Holstein in Noord Duitsland en grenzend aan Angeln. De Saxen vestigen zich daar vrijwel zeker rond 600nC, na de massamigratie van Angelen naar Brittannia in 450-500nC. Het Koninkrijk Angeln raakt daardoor ernstig verzwakt en houdt dan in 489nC op te bestaan. Daarna wordt Angeln in 500-700nC geleidelijk verovert door de Denen. (> Koninkrijk) De Saxen hebben zich dan in die zelfde periode verder verspreid naar het noorden vanuit hun woongebieden aan de Elbe.

- 731nC
In zijn boek "Historia ecclestiasica gentis Anglorum" (731nC) schrijft de Engelse monnik Beda te Jarrow (N.Yorkshire) dat:

De Saxen wonen [rond 731nC] in het gebied tussen de Elbe, Weser en Eider. Dit gebied komt nagenoeg overeen met het huidige Holstein in Noord Duitsland. De oudste vermelding noemt dit gebied Albingia.

Beda (672-735nC) is behalve monnik ook theoloog, historicus, mathematicus en fysicus. Hij is goed geïnformeerd over de historie van de Angelen, Saxen en Juten, mede door zijn goede contacten met het koninklijk hof van Yorkshire, waardoor hij toegang heeft tot de hofbibliotheek. Zijn informatie wordt zeer betrouwbaar geacht. De ligging van het woongebied van de Saxen moet dus rond 731nC overeenstemmen met de beschrijving van Beda.

- 772-804nC
In de periode 772-804 worden de Saxen uitgebreid genoemd in de Saxische Oorlogen.

In 785nC legt keizer Karel de Grote de Saxen de Lex Saxonum op, waarin het oude stamrecht van de Saxen is geformuleerd in 24 regels. Verder zijn 10 regels geformuleerd waarin verzet tegen de kerk wordt gestraft met de dood. (> Rechtspraak) Kennelijk komen de Saxen daartegen alsnog in verzet. De strijd wordt hervat. Maar in 804 worden ze definitief verslagen door de Franken. Circa 5000 Saxen worden dan onthoofd. Daarna worden de overgebleven Saxen gedwongen bekeerd tot het Christendom.

- 775nC
Het feit dat Saxen zich rond 775nC gaan vestigen in NO Nederland, heeft mogelijk te maken met de massamigratie van Angelen naar Brittannia. Daardoor blijven relatief minder Angelen over in hun oude homelands op het Continent. Hun positie in deze oude homelands verzwakt dus enigermate, waardoor de Saxen minder weerstand vinden als ze zich in de Anglische gebieden vestigen. Ook het feit dat hun taal en cultuur relatief weinig verschilt van de Anglische homelanders, voorkomt grote conflicten. Toch blijven per saldo de Anglische roots in NO Nederland relatief sterker dan die van de Saxische settlers. Dat blijkt o.a. dat daar familienamen met de uitgang -ing circa 2.4 x vaker voorkomen dan met -ink. De ink-vormen zijn typisch voor het Saxisch. De ing-vormen zijn daarentegen van oorspronkelijk Anglische origine. (> ing/ink)

- 778nC
De Saxische grootgrondbezitter Widukind leidt rond 778nC een grote opstand tegen de Frankische koning Karel de Grote. Aanvankelijk heeft hij veel succes, maar op een gegeven moment moet hij vluchten naar Denemarken. Na zijn terugkeer weet hij een Frankisch leger te verslaan in het Suntel Gebergte bij de Weser. Karel de Grote weet de Saxen echter alsnog te verslaan. In 785 onderwerpt Widukind zich aan de Franken en bekeert zich tot het Christendom.

- 850nC
Bouw van de burcht Hunenborg in Volthe (Twente) door Saxen.
** Huneborg Volthe

 

- Timetable
400 -- Saxenland = NoordPolen
250 -- Saxenland = idem + Pommeren
100 -- Saxenland = idem + regio Elbe/Pommeren
vC/nC
123 -- Saxen genoemd door Ptolemaeus
150 -- Saxen wonen aan de Elbe (Ptolemaeus; FFS)
150 -- Saxen verbond met Angelen in Eems/Elbe gebied > Angel-Saxen
350 -- Hasten (Saxen) wonen bij de LüneburgerHeide/N.Elbe > Kranenburg Stade
400 -- Saxen migreren naar NW Duitsland op de vlucht voor de Slaven
450 -- Saxen migreren naar ZuidBrittannia
455 -- Hasten (Saxen) migreren naar ZuidBrittannia > Kranenburg Stade
600 -- Saxen migreren van de Elbe naar NoordAlbinga/Holstein
731 -- Saxen wonen in Albinga/Holstein (Beda)
750 -- Saxen en Franken veroveren Thuringen > Thuringen
772 -- Begin Saxische Oorlogen (tm 804)

775 -- Saxen verspreiden zich in NO Nederland
780 -- Saxen veroveren Groninger Ommelanden en Dokkum > Ludger
785 -- Saxen onderwerpen zich aan de Franken
800 -- Saxen settelen in Saxum/N.Groningen > Saxum
804 -- Saxen verslagen door Frankische koning Karel de Grote
850 -- Bouw burcht Hunenborg door Saxen in Volthe, Twente

** Beda, Oud Engels, ASC, ASV, Angologie, Ludger, ink/ing, Angel-Saxen, Nokkruis, Maerlands (Saxisch Credo 800nC), Kranenburg Stade, ang/sax, Asland, Friezen
# WP, WKP 18.5.09, DAB, KBG

 
Saxum:
Dorp in Humsterland, NW Groningen. Alias: Saaxum, Saaksum. Oudste vermelding circa 850 nC. WEW p59: lijst Werden 990nC: Sahsinghem genoemd. WEW p65: lijst Werden 1025nC: Sahsinhem. Mogelijk gesticht rond 800 nC. De kerk aldaar dateert van 1550. Anno 2009 circa 120 inwoners.
** Suxwort

Sel::
Woord dat nagenoeg uitsluitend voorkomt in locatienamen in specifiek Anglische regio's. O.a. in Sellingen (Groningen), Selwerd (Stad Groningen), Selwerd (buurt in Oldehove, vrml Suxwort), Zeldam (Almelo), Zelhem (Achterhoek), Gorssel, Salland en Selsten (Hoensbroek, Limburg). De betekenis van dit woord is nog niet met zekerheid achterhaald. Het lijkt een Anglisch woord. Vooral omdat de naam Selwerd een buurt is in Oldehove, het voormalige Suxwort in NW Groningen. Suxwort is zowat de oudste nederzetting van Angelen in Humsterland, de regio waar vele Angelen zich hebben gevestigd rond 400vC. (> Angelsites) Volgens bron NGE is Sellingen afgeleid van Sello, Sallo, zijnde een mansnaam. Sellinge (Sallinge, Zellynge) betekent dan: bij de lieden van Selle. Aangezien de locaties met Sel~ voornamelijk in Anglische regio's liggen, lijkt de naam Selle een specifiek Anglische naam.
¶ In Engeland vinden we de locaties Salcombe, Salford, Salhouse, Salwarpe, Selborne, Selby, Selkirk, Sellindge, Selsey en Selston. Ze liggen nagenoeg alle in historisch Anglische gebieden. Het lijkt daarom welhaast zeker dat deze namen te maken hebben met Sello, Sallo, zijnde een Anglische mansnaam.

Shilling:
De oudste munt in Germaans Europa is waarschijnlijk de shilling, afgeleid van het Germaans skildulingaz = schildachtig ding. Later wordt de munt schilling, schelling genoemd in de Lage Landen. Ze heeft de waarde van 6 stuivers. Anno 2009 is de shilling nog steeds een onderdeel van het Britse en Oostenrijkse geldstelsel.
In Engeland dateert de shilling uit de vroegste periode van de Angel-Saxen. Kennelijk is ze meegenomen van hun continentale homelands. Echter, pas in de 15e eeuw wordt de eerste Engelse shilling gemunt ter waarde van 12 pence (pennies). In de periode 450-1400 gebruikt men in Engeland de shilling alleen als rekeneenheid.
** Geldstelsel, Penny, Munten, Koninkrijk

Sirius:
In 965 nC brengt ene Ibrahim Al Tartushi een bezoek aan Haithabu. Hij is afkomstig uit Cordoba in Spanje en schrijft over zijn bezoek o.a.:

Haithabu is een zeer grote stad aan het uiterste eind van de wereld oceaan... De bewoners aanbidden Sirius [de Hondster], behalve de Christelijke minderheid die een kerk heeft...

Sirius komt van het Grieks 'seirios' (heet, brandend), de Hondster in sterrenbeeld Grote Hond. Het is de helderste ster van de hemel. De verschijning van Sirius valt in Egypte samen met de overstromingen van de Nijl. Deze overstromingen maken de Nijloevers uitermate vruchtbaar. Vandaar heeft de Hondster in Egypte zo een belangrijke plaats. Sirius wordt door de Egyptenaren in latere tijden Sothis genoemd, waaraan de Sothisperiode is gekoppeld. Dat is de Egyptische kalender van 1460 jaar. Sothis is de Griekse naam voor de Egyptische godin Sopdet, de hondster Sirius. De overstromingen van de Nijl werden teogeschreven aan deze godin Sothis. De Oude Egyptenaren vereren haar omdat zij vruchtbaarheid brengt. Het begin van de overstroming van de Nijl geldt bij hen tevens als begin van het Nieuwe Jaar.

Waarom de Angelen Sirius vereren is vooralsnog niet bekend. Mogelijk is deze verering afkomstig van de Egyptenaren. Er was echter ook de verering van Nerthus, Moeder Aarde, die goldt als symbool van de vruchtbaarheid.
** Haithabu, Offerrituelen, Nerthus, Ideologie, Wolven
# WP, DAB

Sjamanen:
Sjamaan = hij of zij die weet (Toengoezisch/Siberisch). Zowel mannen als vrouwen kunnen en konden sjamaan zijn. Het sjamanisme is de naam voor een oeroud, wijdverbreid, veelomvattend en zeer gevarieerd gebied van allerlei hocus pocus achtige zaken. Elke oude cultuur kent zijn eigen namen en vormen. Zo kent Indonesië z'n doekoens, wonderdokters die o.a. ook doen aan droomuitleggen en voorspellen. In Amerika heten ze medicijnmannen. In de kern van de zaak zijn echter toch enige algemene gelijkheden te bespeuren, die het best zijn te formuleren in de volgende listing van de functies van sjamanen:

- verklaren van dromen
- genezen van mensen met lichamelijke, geestelijke en psychische kwalen
- genezen met kruiden, magische rituelen, magische muziek, transcendentie en extase; o.a. met trommels, tamtams, drums, fluiten en dans; alles gericht op healing
- opsporen van verloren voorwerpen
- interpreteren van events, tekens en omen
- voorspellen van de toekomst
- hulpmiddelen: projectie, paragnose, contact met goden, dobbelen

Het sjamanisme is vrij zeker al door de Germanen meegenomen van hun Ariesche voorouders. Later is het meegenomen door de Angelen en andere Germaanse volken naar hun eigen woongebieden. Bij hen wordt het sjamanisme vooral gekoppeld aan de god Thor. Zijn heilige tekens staan vaak afgebeeld op rituele drums.

Sjamanisme wordt vaak negatief beoordeeld. Toch zijn ook vele exceptioneel goede resultaten bekend. O.a. anno 2009 van een Amerikaans jongetje met ernstige gedragsproblemen dat in de USA door geen enkele arts of psycholoog kon worden geholpen. De ouders gingen ten einde raad naar een sjamaan in Mongolia, die het kind in vrij korte tijd verbluffend goed wist te genezen. Ook zijn vele goede ervaringen bekend met doekoens op Sumatra. O.a. een vrouw in de 1930-jaren die in de oerwouden van Sumatra op wonderbaarlijke wijze binnen 14 dagen werd genezen van een mysterieuze kwaal, nadat Nederlandse artsen na veel en langdurig onderzoek haar niet konden helpen. Verder is bekend een geval waarbij een doekoen een gestolen horloge wist te achterhalen, door de bestolene te laten kijken in een kom met water. Hoewel sommige sjamanen kwakzalvers kunnen zijn, heeft ook de moderne geneeskunde z'n uiterst dubieuze, zo niet kwaadaardige aspecten en representanten. In Afrika werkt anno 2009 de moderne geneeskunde uitstekend samen met locale sjamanen.
** Dobbelen, Crumbledook, Arnlev
# DVB, FRI, TV 2009, KBG

Skjöldungasaga:
** Saga's, Odin

Slath:
Vrij zeker het Anglisch woord voor sloot. De term komt o.a. voor in de Warfslatweg in Eibergen, afgeleid van Anglisch wharf (hoogte) + slat (sloot) + waeg (weg). De weg loopt langs een oude warf naar een diepe sloot. Warfslatweg betekent dus: de weg naar de Warfslat = Warfsloot. (> Wharf)
 
De Goormansslathweg loopt langs de huidige bedding van de Slinge in Beltrum. De naam is afgeleid van Anglisch gor (modder) + man + slath (sloot) + waeg (weg). Beltrum is een oude Anglische nederzetting. Slinge is afgeleid van Anglisch slingan = slingeren. (> Slinge) De huidige loop in Beltrum lijkt in feite een oude rechte sloot met de naam Goormansslath. Deze sloot loopt parallel aan de weg van Groenlo naar Ruurlo. De oude loop van de Slinge meanderde met een grote boog daaromtrent.
# FRI, KBG

Sleswig
Ndl: Sleeswijk

- Stad
Gelegen aan de noordzijde van de monding van de Schlie. Bestaat al in 4e eeuw. Belangrijk centrum voor handel, scheepvaart en schepenbouw. Oudste vermelding onder de naam Sliesthorp in de 8e eeuw in Frankische bronnen en in bron ASC. Bestaat mogelijk al vele eeuwen vóór 650. Sleswig is immers tot circa 650 nC een onderdeel van het koninkrijk Angeln. Bovendien ligt het in een gebied waar sinds de 1e eeuw nC hoofdzakelijk Angelen wonen. Wig moet dus inderdaad rond 370 nC een burggraaf zijn van de stad Sleswig, gelegen in het koninkrijk Angeln. Als zodanig is hij mogelijk verwant aan het Anglische koningshuis.
** Haithabu, Wig van Sleswig (gb 345)

- Regio
Het huidige gewest Sleswig omvat het Duitse gebied boven de Eider tot de Deense grens. Die situatie bestaat pas officieel sinds 1920. In diverse historische teksten over deze regio vóór de 19e eeuw, wordt dit gebied vaak ten onrechte ook Sleswig genoemd. Nogal verwarrend. In de 1e eeuw nC is dit gebied Sleswig bewoond door Angelen (oostkust; Oostzee; > Angelen) en Avionen (westkunst; Noordzee). De Avionen zijn een subgroep van de Juten. Sinds de 8e eeuw nC wonen aan de weskust ook Friezen uit Friese kunstgebieden in Noord Nederland. Wanneer Sleswig ontstaat is niet zeker. Angeln ontstaat rond 650 vC en existeert zeker tot 489 nC, als koning Eomar sterft. Hij wordt de laatste koning van Angeln genoemd. Rond 345 is Wig geboren. Hij wordt onderkoning van Sleswig genoemd. Met onderkoning wordt vaak burggraaf bedoeld. In dat geval is Wig burggraaf van de stad Sleswig. Mogelijk onder de koning van Angeln. Een koning van Sleswig wordt in die tijd immers nergens genoemd. Kennelijk bestaat Sleswig in die tijd niet als koninkrijk.

- Hertogdom
Sleswig wordt al bewoond sinds de prehistorie. In de 9e eeuw nC vormt het een hertogdom in Denemarken onder het Huis der Estritiden, dat in Denemarken regeert. De zuidgrens wordt gevormd door rivier de Eider. In de 8e eeuw wordt de eerste koning van Denemarken genoemd. Ene Godfried. Hij bouwt in 737nC de Danewirke, een muur tussen de Eider en de Schlei bij de stad Sleswig om de zuidgrens te beschermen. De Danewirke wordt geïnterpreteerd als een aanwijzing voor het ontstaan van het Deense Rijk. In 1100 krijgt het Huis Schauenburg het gebied als leen. In 1460 sterft dit huis uit en komt het leen aan Christian I van Denemarken uit het Huis Oldenburg. In 1920 wordt een volksreferendum gehouden over Sleswig. Noord Sleswig kiest voor Denemarken. Zuid Sleswig voor Duitsland.
Bevolking: anno 1900 circa 1 miljoen.
Wapen: op goud boven elkaar twee kruipende leeuwen in blauw, gericht naar links, rood getongd en geklauwd.
Vlag: een rood veld met daarop een wit kruis. Gelijk aan de Deense vlag.
** Fivelingo
# WP, DAB

- Gewest
Door vererving komt het zuidelijk gebied van het Deense hertogdom Sleswig in de 19e eeuw bij Pruisen. Pas na het referendum in 1920 erkent Denemarken deze situatie. Het gewest omvat het hele gebied van de Deense grens in het noorden tot aan de rivier de Eider in het zuiden. Hoofdstad is de stad Selswig.
Economie: visserij, scheepvaart en industrie. Anno 2007 een touristisch centrum.
Wapen: op goud twee kruipende leeuwen in blauw, rechts gericht en rood geklauwd.

- Euregio
- Zuidelijk deel van Denemarken, grenzend aan Duitsland. Ook wel Zuid-Jutland genoemd. Hoofdstad van deze sector is Aabenraa.
- Noordelijk deel van deelstaat Sleswig-Holstein in Noord-Duitsland. Hoofdstad van deze sector is de stad Sleswig aan de Oostzeekunt. Regio Selswig is pas sinds 1920 bij Duitsland gekomen na een referendum. Voordien hoort dit gebied bij Denemarken.

Door vererving komt het zuidelijk gebied van het Deense hertogdom Sleswig in de 19e eeuw bij Pruisen. Pas na het referendum in 1920 erkent Denemarken deze situatie. Anno 2007 vormen deze twee gebieden samen een Euregio met Aabenraa als bestuurcentrum.
** Angeln, Freawin (gb 320)
# WP, WKP 24.11.07

Sliesthorp
Oude naam voor de stad Sleswig.
** Sleswig (Stad)

Slinge:
Rivier in de Achterhoek. Mogelijk afgeleid van Anglisch slingan = slingeren, sluipen. De Slinge ontspringt ergens in Westfalen en stroomt dan langs Winterswijk door naar Groenlo en Beltrum en mondt daarna uit in de Berkel bij Borculo.
** Slath, Beltrum

Slingeland:
¶ Regio in de Achterhoek genoemd naar rivier de Slinge. Dus: land van de Slinge. Analoog aan Rijnland: land van de Rijn. Slingeland omvat o.a. Winterswijk, Doetinchem, Groenlo, Beltrum, Ruurlo en Borculo.
¶ Familienaam. O.a. regenten in Dordrecht in de 17e eeuw.
** Slinge, Slath, Beltrum

Snorri:
Feitelijk: Snorri Sturluson (1179-1241). IJslandse geeleerde, compilator en dichter. Heeft vele Noordse saga's vastgelegd en erover geschreven.
** Saga's, Inglinga Saga, Edda (Snorri Edda)
# WP, DAB

Sop:
Oud Nederlands: top, punt, tepel. (WMN)
Sop komen we tegen in de locatienaam Pasop in Midwolde, Groningen. Maar ook in Noord Engeland in de plaatsnamen Warsop, Worksop (bij Mansfield) en Glossop (bij Manchester). Dit kan duiden op migratie vanuit Twente naar Noord Engeland. Aangezien het noorden en midwesten van Engeland overwegend Anglisch is van origine, betekent dat vrijwel zeker dat Midwolde in de grote migratieperiode 450-600nC een Anglisch gebied is. Dat stemt overeen met het feit dat in het noordelijk gelegen Humsterland in diezelfde tijd ook Angelen wonen.
** Pasop, Twins, Hengevelde, Englefield, Migratiewaarden

Speer:
** Angon, Wetsteen

Sporenlijst:
Betreft sporen aanwezigheid Angelen in Asland sinds circa 500vC.

¶ 700-640vC: Koning Ingwi > Ingwi
¶ 500vC-1000nC: Anglische nederzettingen > Angelsites, Anglocs
¶ 500vC-heden: namen met Engel~ in NO Nederland > Namen
¶ 350vC: Anglisko -- Teutonia > Anglisko
¶ 300vC: Coevorden (ZA)
¶ 200vC: Angelen in Humsterland > Humsterland, Suxwort
¶ 200vC: Fordweg/Neede (ZA)
¶ 200vC-350nC: Anglische nederzetting in Didam > Didam
¶ 200vC-450nC: Vondsten in Zweeloo/Drente > Zweeloo, Prinses van Zweeloo
¶ 100vC: Vondsten in Garmerwolde > Garmerwolde
¶  10nC: Meisje van Yde > Yde, Veenlijken
¶ 100nC: Urn van Engbergen/Achterhoek > Engbergen
¶ 125nC: Angili (Angelen) wonen tot aan de Rijn > Mega Angeln
¶ 150nC: Vondsten in Thorsberg/Angeln > Thorsberg
¶ 150nC: Runenstenen in Angeln vanaf 2e eeuw nC > Thorsberg
¶ 260-489nC: Anglische koningen > Koningen
¶ 300nC: Dobbelstenen Didam, NieuwWehl en Baard > Dobbelen
¶ 350nC: Ankland op runesteen in Angeln > Ankland
¶ 405nC: Angelen in Fivelingo > Fiveldor
¶ 405nC: Widsith > Offaland
¶ 449nC: Angle betwix Iotum and Saexum -- Groot Angeln > ASC/449nC
¶ 449nC: Angelen een van de drie machtige Germaanse volken op Continent > ASC/449nC
¶ 450nC: Prinses van Zweelo > Prinses van Zweeloo
¶ 450nC: Bevertand Zweeloo van Anglische beverjager > Zweeloo
¶ 450-550: the Anglo-Saxons came from the western coastlands of Europe, from the area between the mouth of the Rhine and central Jutland (ASW p31) > Herkomstgebieden
¶ 468nC: Anglische vloot van 400 schepen van Haithabu naar Rijnmond > Radiger
¶ 550nC-heden: Angelen in NO Nederland al lang, ruim en durend aanwezig > Hunnen
¶ 750nC: Urn, dobbelsteen, etc Aalsum/Groningen > Aalsum
¶ 850nC: bouw Hunenborg Volthe (ZA)
¶ 1000-1800: Teng Utrecht > Teng
¶ 1250: Aldenhaeve Zelhem (N 1400; ZA)
¶ 1327: Codex Oldamptis > CFO, Oldambt
¶ 1327: Anglische Mark -- Fivelingo/Oldambt/Groningen > Anglische Mark, CFO
¶ 1378: Aldekoninck Velswijk > Aldenhaeve Zelhem
¶ Taalverwantschap > Aslands, VTO, PgDixicon
¶ Anglische locaties > Angelsites, Anglocs
¶ Locaties Kranenburg~ > Kranenburg, PgLx (Kranesites)
¶ Anglische familienamen (ZA)
¶ Anglische Maten & Gewichten > Pint
¶ Heggencultuur (ZA)
¶ 2009: ang/sax: 3.4x meer Anglische sites dan Saxische in Asland > ang/sax
¶ 2009: ing/ink: Anglische wortels 2.4 x sterker dan Saxische in NO Nederland. > ing/ink
 

Staffordshire:
Graafschap in MW Engeland. Stone is van oudsher de zetel van de Anglische koningen van Mercia. Mogelijk komen zij rond 490 aldaar wonen vanuit Haithabu in Angeln. September 2009 vindt de Britse amateur Terry Herbert een grote schat in Staffordshire, bevattend 1500 prachtige gouden en zilveren voorwerpen: munten, sieraden, ornamenten en wapens gedecoreerd met o.a. runetekens en van Angel-Saxische herkomst. In totaal 5 kilo goud en 2.5 kilo zilver. Archeologen dateren de schat uit de 7e eeuw nC en taxeren de waarde op zeker meer dan 1 miljoen euro. Volgens hen is het de grootste en meest waardevolle vondst uit die tijd ooit in Engeland gedaan. De gevonden voorwerpen getuigen inderdaad van een zeer hoge graad van vakmanschap en artistieke ontwikkeling. De Anglische cultuur heeft in die tijd kennelijk al een bizonder hoog nivo bereikt.
** Angeln (Grote Trek), Angelsites, Mercia (Lx)
# NOS Journaal 24.9.09, De Telegraaf 25.9.09, DAB, KBG

Stamnamen:
¶ Angelen: afgeleid van stamvader Ingwi (Inge) via de reeks Ingwilund > Ingelund > Angelund > Angeln > Angelen. De grondvorm Inge is nog o.a. terug te vinden in Ingleby (N. Yorkshire) en Ingelheim (Duitsland) (> HSA)
¶ Hardinga's: mogelijk afgeleid van stamvader Hardi (Haerdi) = de Sterke. (> Hardinga)
¶ Saxen: afgeleid van saexe = soort kromzwaard. Saxen kenmerkten zich kennelijk door het bezit van saexen en waren kennelijk zeer bedreven in het zwaardvechten. (> Saxen)

Stamvrede:
Een begrip in de Germaanse tijd, die betrekking heeft op de sociale en juridische vrede binnen een stam. Juridische conflicten en sociale onvrede hebben veel met elkaar te maken. Schendingen van het recht veroorzaken namelijk veel boosheid bij mensen, of zelfs geweld. Rechtsherstel is daarom van grote betekenis. Alleen dan is immers weer vrede te bereiken. Deze vrede kan dan weer leiden tot herstel van orde en gezag en tot verdere bloei van de gemeenschap. Daarom neemt de stamvrede zo een belangrijke plaats in bij de Germanen.
** Rechtspraak, Gerechtigheid, Democratie

STC:
spititus-temporis.com 31.5.09

Stork:
Gehucht bij Loppersum in NO Groningen. Stork = Anglisch/AS: storc = ooievaar. In het Saxisch is ooievaar = uiver, euver. De naam Stork verwijst dus naar een Anglische nederzetting. Volgens overlevering dankt de locatie de naam aan drie ooievaarsnesten die daar ooit waren.
** Angelsites

Suderwick:
Dorp bij Bocholt in Westfalen. De naam is afgeleid van Anglisch suth, sud (zuid) + wic (wijk). Zuidwijk dus. De Angelen zijn daar gaan settelen rond 150vC.
** Angelsites

Sueven:
Germaans volk in Noord Duitsland. > Fiveldor

Suffolk:
Gebied in East Anglia. In de jaren 1930+ is daar in Sutton Hoo een koningsgraf ontdekt door archeoloog Basil Brown. De vondsten dateren van circa 625 nC. Vrij zeker gaat het om koning Redwald (gb 565) van East Anglia. De gevonden artefacten vertonen veel gelijkenis met de Vendelcultuur in Oost Zweden. Suffolk wordt sinds de 5e eeuw nC bevolkt door Angelen afkomstig van het Continent. Hoe de gelijkenissen zijn ontstaan, is vooralsnog niet bekend. Ze zullen echter zeker te maken hebben met onderlinge contacten, die al dateren uit de tijd dat de Angelen van East Anglia nog in NW Europa wonen.
Onder de grote vondsten is een zgn grima, een helm met masker, gedragen door Anglische krijgers. Deze prachtig uitgewerkte grima moet door Redwald zijn gedragen.
** Redwald van East Anglia, Edwin van Northumbria (grima), Wynaldum, Suttum, Migratiepatronen, Migratiestromen

Sutton Hoo:
** Suffolk, Suttum

Suttum:
Dorp in Humsterland (NW Groningen), tussen Aduard en Oldehove. Mogelijk afgeleid van Sutheem (sut=zuid, hem=heem). Vrij zeker hebben daar Angelen gewoond, evenals in de rest van Humsterland. Rond 425 nC migreert mogelijk een deel van hen met andere Angelen uit de regio naar Engeland, waar ze zich mogelijk vestigen in Suffolk (East Anglia) i.c. in Sutton Hoo (sut=zuid, hoo=hem,heem)
** Olfrisia, Migratiestromen, Suffolk, Humsterland
# GNE, KBG

Suxwort:
Oude hoofdstad van Humsterland, sinds 1200 nC Niehove genaamd. De wierde (terp) van Suxwort wordt al bewoond sinds 200 vC. De naam Suxwort komt nog voor als familienaam. O.a. in Engeland. De wierde van Suxwort ligt circa 8 meter boven NAP. Ten opzichte van het omringende land ligt de wierde circa 5 meter hoger. Centraal op de wierde staat de NH Kerk. Radiaal daaromheen staan de huizen.

Wanneer de naam Suxwort voor het eerst opduikt, is helaas nog niet bekend. Wel is bekend dat de naam wordt gebruikt tot circa het jaar 1200. Suxwort krijgt dan een rechtstoel en heet sindsdien Niehove. Sommige bronnen noemen de plaats Suxwort als Humsterland in 800 nC door een zware storm wordt gescheiden van het vasteland en een waddeneiland wordt. Maar of dat authentiek is, wordt niet vermeld. De plaats zal in die tijd zeker al een naam hebben. Maar of dat Suxwort is, kan vooralsnog niet met zekerheid worden gesteld. Aannemelijk is het echter wel. Plaatsnamen veranderen normaliter immers nooit of nauwelijks.

De herkomst van de naam is nog onbekend. Wort = wierde. Sommige bronnen denken dat Sux = sut = zuid. Sux ligt echter qua woord dichter bij sax of saex. Suxwort kan dus Saxenwierde betekenen, analoog aan het nabijgelegen Saaxum (= Saxenheem). Saaxum (Saxum) wordt naar zeggen al genoemd tussen 700 en 1000 nC. Zulks kan natuurlijk nimmer de oudste vermelding heten. Daar hoort immers een meer precies jaartal bij. Mocht de auteur op goede gronden menen dat de naam Saaxum in 700-1000 moet zijn ontstaan, dan zullen we vooralsnog aannemen dat het halverwege rond 850 nC moet zijn gebeurd. Een plausibel jaartal. Immers, de Saxen veroveren circa 780 nC de Groninger Ommelanden en Dokkum. (> Ludger)

Aangezien Humsterland in de begintijd vrij zeker is bevolkt door Angelen, lijkt de veronderstelde naam Saxenwierde eigenlijk vreemd. Interessant in dezen is, dat 15 Km westelijk van Niehove (Suxwort) de locatie Engwierum ligt. Mogelijk dat die naam dan de wierde van de Angelen was en dus oorspronkelijk zoiets heet als Angwierum of Angelwierum. Analoog aan Engelum in Friesland, dat in 1335 als Anglum wordt geschreven. (> Engelum)

Een eerste kennismaking met de regiotaal van Suxwort doet veronderstellen dat we te maken hebben met de taal van Noord Groningen ofwel het Olfries. Je en joe en gaon=gaan zijn typisch voor die talen. Streekhistoricus F. van Kammen lijkt een laatste kenner van het oude Suxworts. De nieuwe bewoners van Suxwort spreken normaliter alleen Nederlands. Jammer. Het is te hopen dat iemand de moeite neemt het oude Suxworts in kaart te brengen eer het te laat is.

  

Hierboven Suxwort zomer 2009. Opvallend aan de woningen rond de kerk in het huidige Suxwort (Niehove) zijn de gekapte voorkanten van de daken. Een bouwstijl die in Angeln en elders in Nederland in ruime mate is terug te vinden. Ze wijkt daarentegen sterk af van de meer typisch Saxische bouwstijlen in Saxische gebieden als Drente en Twente.

Aangezien:
- het Suxworts de persoonlijke voornaamwoorden je en joe kent
- en persoonlijke voornaamwoorden tot de kernelementen van een taal horen
- en deze taal tot het Olfries behoort
- en het Olfries oorspronkelijke een Anglische taal lijkt te zijn
- en Suxwort de hoofdplaats van Humsterland is
- en Humsterland oorspronkelijk sterk bevolkt is door Angelen
- en Suxwort al in 200 vC wordt bewoond
- en Suxwort pas rond 780 nC in handen van de Saxen komt
>> mogen we concluderen dat de regiotaal van Suxwort van oorsprong een Anglische taal moet zijn en dat de herkomst van de naam Suxwort waarschijnlijk niets met Saxen te maken heeft.

Via woordanalyse is misschien een andere benadering mogelijk. Dat geeft dan: Suxwort = sux + wort (= wierde). Sux kan meervoud zijn van suk. Suk kan dan een overgangsvorm of variant zijn van sok. Niet van sax. Overganengen van o naar u komen immers veel voor. Van a naar u nauwelijks. In deze optiek is Suxwort dus niet identiek aan Saxenwierde. Suk of sok kan eerder zaak betekenen in de betekenis van rechtszaak en verwant aan zoeken. Het Oud Noors kent: sök = rechtszaak, proces, misdrijf, schuld, zaak. (EWB) Aangezien het Oer Anglisch verwant is aan het Oer Noors, kan suk/sok hetzelfde betekenen als sök. Resumerend krijgen we dan:

Aangezien:
- Suxwort vrijwel zeker de orginele naam is van Niehove
- en Suxwort al in 200 vC is bewoond
- en Suxwort vrij zeker een Anglische plaatsnaam is
- en Suxwort is afgeleid van wort en mogelijk suk
- en suk mogelijk identiek is aan of afgeleid is van sok
- en sök in Oer Noors de betekenis heeft van rechtszaak
- en Oer Noors en Oer Anglisch nauw verwante talen zijn
- en Humsterland in vroege tijden vrij zeker wordt bewoond door Angelen
- en suk of sok daarom waarschijnlijk rechtszaak betekent
- en rechtszaken in vroege tijden normaliter in de hoofdstad van een regio worden gevoerd
- en Suxwort in vroege tijden de hoofdstad is van Humsterland
- en wort = wierde
- en in vroege tijden rechtszaken vaak worden gevoerd op een heuvel of iets dergelijks
- en het Gronings een voorkeur heeft voor de meervoudvorm s
- en Suxwort dus Suk-s-wort betekent
>> betekent Suxwort mogelijk: de wierde waar rechtszaken worden gevoerd en recht wordt gesproken.

De Christianisering van Noord Nederland begint pas in de 8e eeuw. Het proces verloopt traag. Zeker in Suxwort, waar naar zeggen anno 754 zich in werkelijkheid de moord op Bonifatius heeft voltrokken. De kerk in het centrum van Suxwort zal er dus op z'n vroegst pas eind 8e eeuw zijn gebouwd. In de tijd dus dat de missionaris Ludger in die contreien predikt. De huidige stenen kerk dateert van circa 1275. Eerder zal daar een houten kerk hebben staan. Voordien zullen op het kerkplein dan de rechtszaken moeten zijn gevoerd. Dat is dus oorspronkelijk de dingplaats van Suxwort.
** Humsterland, Engwierum, Wierde, Terpen, Olfries, ASV, Dingplaatsen, Ludger, Ael
# WKP 22.5.09, niehove.nl 5.9.09, FRI, EWB, DAB

 
Swaefe:
Stamland van de Sueven, een Germaans volk in Noord en Midden Duitsland tot aan de Rijn bij Keulen. Ceaser bestrijdt hen als hij in 58nC de Rijn oversteekt. Tacitus noemt hen circa 103nC.
** Fiveldor
# WP, DAB, KBG

T::

Taalcodes:
Ar=Arisch; Gr=Grieks; Lt=Latijn; ME=ModernEngels; MNL=ModernNederlands; OA=OudAnglisch; OE=OudEngels; OF=OudFries; ONL=OudNederlands; ONR=OudNoors; OS=OudSaxisch; OZ=OudZweeds; Sk=Sanskriet.

Tacitus:, Publius Cornelius (55*-118*)
Romeins historicus.

Tempels:
** Religie, Gadhimai (tempel Yeavering)

Teng:
Oude Utrechtse term voor pachter. OudEngels/Anglish: theng. De term komt in Nederland alleen voor in het Utrechtse leenstelsel. Dit kan betekenen dat in de regio Utrecht oorspronkelijk Angelen wonen, hetgeen goed rijmt met andere gegevens. I.b. Offaland.
** Offaland, Koninkrijk

Terpen:
Gronings: wierde, Duits: Wurte of Warft. Door mensen gebouwde heuvel voor bewoning ter bescherming tegen wateroverlast. Huisterpen voor één woning. Dorpsterpen voor meer woningen. De terpenbouw geschiedt in 500vC-1100nC langs de Noordzeekust van Zuid Jutland tot Noord Friesland. Terpen zijn circa 2 tot 7 meter hoog en beslaan een oppervlakte van 0.1 to 16 Ha. Ze bevatten meestal interessante archeologische artefacten, zoals huisraad en sieraden. In de 12e eeuw begint de bouw van dijken in Nederland, ter bescherming tegen hoogwater. Daardoor zijn terpen niet meer nodig en worden ze ook niet meer gebouwd.
** Aeglesthrep, Suxwort, Heuvels
# WP

Teutonen:
Germaans volk aan de Elbe, voor het eerst genoemd in de 4e eeuw vC. In ruime zin: Nederlanders (Dutch, afgeleid van Teutonic), Vlamingen, Duitsers, Oostenrijkers, Zwitsers, Angel-Saxen, Scandinaviers, etc. (> English)
WP: Germaans volk wonend in Oost Jutland en op de Deense eilanden. Worden in 103 vC verslagen bij Aqua Sextiae (Aix-en-Provence) door de Romeinen onder Gaius Marius. In Miltenberg am Main noemt een steen hun naam Toutoni. District Limfjord in Denemarken heet Thy, voordien Thythesysxl, wat betekent District van de Teutonen. Thythes betekent hetzelfde als diet(s) ofwel volk(s).

Rond 100 vC migreren de Teutonen massaal naar Zuid Europa. Toch moeten er nog velen in NW Europa blijven. Immers, de Engelse naam Dutch voor Nederlanders en de Nederlandse woorden Duits en Duitsland zijn afgeleid van Teutoons en Teutonen. Deze woorden suggeren daarmee impliciet dat de Teutonen zich op grote schaal verder hebben verspreid in Nederland en Duitsland. Zodanig zelfs, dat ze Nederlanders de naam Dutch geven en de Duitsers hun naam.
** Volk

Teutonia:
Fictieve naam voor het gebied in NW Europa waar de Teutonen wonen. Dit gebied omvat in de 4e eeuw vC Oost Jutlnad, de Deense eilanden en NW Dutisland tot aan de Elbe. (> Teutonen) Later zal dit gebied zich kennelijk uitbreiden tot aan de Rijn en zodoende ook Noord en Midden Nederland omvatten. In het Engels worden Nederlanders immers Dutch genoemd, hetgeen is afgeleid van Teutonisch. (> English) De gebiedsuitbreiding zal na de 4e eeuw vC moeten zijn gebeurd.

Teutoons:
Fictieve naam voor de taal die door de Teutonen moet zijn gesproken. (> English) Het Teutoons zal qua taal dichtbij of zelfs identiek kunnen zijn aan het Oer Nederlands. Het Engelse Dutch is immers afgeleid van Teutonic en betekent zoveel als Nederlander en Nederlands. Dit verklaart waarom het Oudste Engels en het Oer Nederlands sterk op elkaar lijken. Aangezien de Teutonen voor het eerst worden genoemd in de 4e eeuw vC en ze na de 1e vC massaal migreren naar Zuid Europa, zal bron COD bij item English met Old Teutonic moeten bedoelen het Teutoons dat circa 400-300vC wordt gesproken. (> English)
# COD, KBG

Thanatologie:
- In Engbergen bij Gendringen is in 1810 een urn met as van een mens gevonden. De urn is van roodachtige aarde en stamt uit de tijd der Romeinen. (> Engbergen)
- Op het grafveld van Borgstedterfeld, tussen Rendsburg en Eckerförde in Angeln, zijn vele urnen gevonden. (STC)
- In Walesby bij Market Rasen in Lincolnshire zijn Christelijke graven gevonden uit de 5e eeuw nC, die van Angelen blijken te zijn. (MTC)
- In Sutton Hoo (Suffolk, East Anglia) is de grafheuvel gevonden van koning Redwald (gb 565nC) > Suffolk
** Crematie, Urnencultuur, Lincolnshire, Engbergen

Thor:
** Donar

Thorsberg:
Plaats bij Suderbrarup in Angeln, iets noordelijk van de Schlei.
Hier zijn twee runenstenen gevonden met daarop inscripties in de Oude Futhark. Thans bevinden de stenen zich in Museum Altertümer in Kile. (arild-hauge.com 13.12.07)

1. dd 100-550 nC
Tekst in Oer Anglisch: aisgRh = Aisgzeh?. Geen vertaling bekend.

2. dd 200-250 nC
Tekst in Oer Anglisch:

owlthuthewaR / ni waje mariR

= owulthuthewaz, ni waje mariz
= o+wulthu+thewaz, ni waje mariz

o = een
wulthu = weldoen
thewaz = Tiwaz = Germaanse god van de Gerechtigheid
ni = niet (ONL nie)
waje = weinig
mariz = vermaard
vertaling:

= een+weldoen+Tiwaz, niet weinig vermaard
= een weldoende Tiwaz, niet weinig vermaard

Per saldo lijkt het er dus inderdaad op dat Oer Anglisch en Oer Nederlands nauw verwante talen zijn.

Volgens bron absoluteastronomy.com 4.6.09 staat tekst 2 echter op een zwaard, en dus niet op een runesteen. Gezien de tekst lijkt dit inderdaad meer waarschijnlijk.

In de Thorsberg Moor (moeras) zijn ook oude kledingstukken gevonden. Een tuniek (hemd) en mannenbroek uit de 4e eeuw nC. Daarnaast ook een oude Romeinse helm en andere deposieten vanaf de 2e eeuw nC. De vondsten liggen in het Gottorp Paleis Museum. Nabij de Thorsberg Moor is ook gevonden een heuvel met een stenen cirkel uit de Yzertijd. De deposieten worden vanaf 200 nC steeds meer krijgskundig van aard. Ze worden daarom in verband gebracht met de Marcomannische Oorlog van 166-180 nC.
** Oer Anglisch
# DVB, KBG

Thorsham:
** Reiderland

Thunor:
Anglische naam voor de god Donar (= Thor).
** Donar

Thuringen:
Staat in Midden Duitsland, met hoofdstad Erfurt. Genoemd naar de Germaanse stam der Thuringi, die rond 125 nC wonen tussen de Eems en de Elbe. Zij vestigen zich rond 300nC in Thuringen (Saxisch: Tureng; Platduits: Döringen). In 400-531 bestaat er een koninkrijk Thuringen. Later wordt het veroverd door Saxen en Franken en sindsdien is het een Frankisch hertogdom. In 800nC wordt de

Lex Anglorum et Werinorum hoc est Thuringorum

voor Thuringen bekrachtigd door keizer Karel de Grote. (> Engilin) Deze benaming en datering geeft aan dat het gebied in die tijd wordt beschouwd als een Anglisch gebied, waar ook Warnen wonen. De Angelen in dit gebied moeten zich daar circa 600 nC hebben gevestigd. Mogelijk vanuit Wijchen bij Nijmegen. De plaatsen Angelhausen en Angelroda geven daarvan blijk. Ze worden voor het eerst genoemd in 948 nC en moeten dus al zeker 100 jaar of eerder door Angelen zijn bevolkt.

Jürgen Fritsche schrijft in rootsweb.com 31.5.09:

Angles and Warnes, together with the Hermunduri, during the centuries, from the 4th century on became major part of the new population of the Thuringi. How important they were shows us that their tribal law code still was recorded centuries later, after 270 years of Frankish rule over the Thuringians, by the Frankish emperor Karl (Charles the Great) in 803 AD as "Lex Angliorum et Werinorum hoc est Thuringorum" (Law of the Angles and the Warnes, which is the law of the Thuringians).

** Angelhausen, Angelroda, Migratiestromen, Angelen
# WP, WKP 27.8.09, DAB

 
Thyrs:
Mensen etende reuzen en demonen uit de Germaanse mythologie. Het monster Grendel uit de Beowulf was zo'n thyr.
** Grendel, Beowulf, Wyrm

Timetable:
------800v > Pg Genline
-800---12v Yzertijd
-700--640v Ingwi // Leire/Seeland-Angeln > Ingwi
-665--665v Ingwi vestigt zich in Haithabu*/Angeln
-665--489n Koninkrijk Angeln (> Angeln)
-665--500n Oer Anglisch
-665-1006n Haithabu
-600--485v Angelen settelen in Noord Groningen en Drente. > CVF, Angelsites
-600--300v Angeln groeit zuidwaarts langs de Noordzee tot de Rijn
-600------ Kelten in de zuidelijke Nederlanden
-500------ Angelen in Losdorp/Groningen > Angelsites
-500------ Angelen in Eibergen? (> Bekervolk)
-500-1100n Terpenbouw in Nederland
-500-1300n Runen in gebruik in Scandinavië
-450------ Angelen settelen in Humsterland
-400--300v Angelen worden genoemd door Teutonen (> Angelen)
-400--100n Teutonen wonen in Oost Denemarken tot aan de Elbe
-300--100n Mega Angeln: Angeln strekt zich uit tot de Rijn
-103------ Teutonen strijden in Aix-en-Provence tegen Romeinen
-100------ Teutonen migreren massaal naar Zuid Europa
-100--100n Friezen en Saxen scheiden zich af van de Angelen
-100--300n Tubanten in stroomgebied Lippe en Twente
--12--450n Romeinse Rijk
---0-hedn Christendom
--10------ Het Meisje van Yde (> Yde, Veenlijken)
--50------ Angelen, Avionen en Juten in Denemarken tot aan de Eider (FFS/p4)
--50------ Angelen, Avionen en Reudigner wonen aan de Elbe (FFS/p3)
-100------ Winchester bevolkt door Nederlanders en Belgen (> Winchester)
-100---800 Oude Futhark
-100------ Burcht van Thorsberg (> Thorsberg)
-100------ Friezen in NW Nederland (Tacitus)
-100---600 Groot Angeln: Angeln strekt zich uit tot de Elbe
-110------ Twentse soldaten in Noord Yorkshire (> Tubanten)
-125------ Angelen wonen tussen Elbe en Rijn (Ptolemaeus; > Mega Angeln) XX
-150------ 1e Angel-Saxisch Verbond (Lunenburg; > Angel-Saxen)
-150------ Saxen wonen aan de Elbe (Ptolemaeus; FFS)
-166--180 Marcomannische Oorlog (> Thorsberg)
-200--500 Denen teisteren Angeln
-200--700 Oer Noords
-225------ Runensteen Thorsberg/Angeln (> Thorsberg)
-260--320 Weothulgeot van Angeln kx// Haithabu/Angeln
-287------ Franken wonen aan Beneden en Midden Rijn
-290--350 Weaga van Angeln k+// Haithabu/Angeln
-299--359 Frithogar van Sleswig ok+Weothulgeot// Haithabu
-300------ Runensteen Thorsberg; tekst in Oer Noords (> Thorsberg)
-320--360 Freawin van Sleswig ok//Haithabu*-Sleswig
-321--381 Whitlaeg van Angeln k+// Haithabu/Angeln
-345--405 Wig van Selswig ok+// Sleswig/Angeln-Cotswolds
-350--400 Angelen in Humsterland/Groningen (> Angelen)
-356--416 Wermund van Angeln k+// Haithabu/Angeln
-360--420 Wehta van Angeln p+// Haithabu/Angeln
-370--451 Hunnen teisteren Europa > 1e Volksverhuizingen
-380--440 Offa van Angeln k+// Haithabu/Angeln
-400----- Tweede Angel-Saxisch Verbond (Cotswolds; > Angel-Saxen)
-400----- Deel Angelen uit Humsterland naar Engeland
-400--477 Angeltheow van Angeln k+// Haithabu/Angeln
-405--405 Offa van Angeln verslaat de Saxen bij Bremen > Offa van Angeln
-405--465 Engist van Angeln b+// Angeln-Humsterland-Kent*-Leiden
-420--489 Eomar van Angeln k+// Haithabu/Angeln (laatste koning van Angeln)
-430--650 Massamigratie van Angelen, Saxen en Juten van NW Europa naar Brittannia
-441--501 Icel van Angeln p+// Haithabu/Angeln-Cotswolds*-Stone*/Mercia
-449--449 Vortigern vraagt Angeln extra steun tegen Picten (> Vortigern)
-449--449 Angelen, Saxen en Jutten migreren naar Brittannia (> Lx: ASC)
-449--449 Engist van Angeln bouwt burcht van Leiden
-449-hedn Burcht van Leiden
-450--500 Vertrek Romeinen > 2e Volksverhuizingen
-450--550 Angelen van het Continent (Berniise/Z.Holland?) in Bernicia (> Bernicia)
-450-hedn Geordie streektaal in Bernicia (> Geordie)
-468------ Anglische vloot naar de Rijnmond (> Radiger)
-477------ Saxen van het Continent vallen Brittania binnen en stichten koninkrijk Sussex
-477--512 Aelle de eerste koning van Sussex c.q. de eerste Bretwalda, ofwel de eerste Angel-Saxische koning van heel Brittannia (> Lx: Sussex).
-489--489 Koning Eomar dood.
-489--489 Icel met groep Angelen naar Cotswolds*/Engeland-Stone*/Mercia
-489--489 Einde Koninkrijk Angeln
-489-hedn Nieuw Angeln (> Angeln)
-500----- Esa sticht koninkrijk Bernicia (> Bernicia)
-500--700 Angeln geleidelijk veroverd door de Denen
-500-1500 Oud Anglisch
-540----- In Constatinopel wonen Angelen. > Constantinopel
-550-1000 Kerstening van NW Europa
-586--633 Edwin van Northumbria (Deira en Bernicia)
-590----- Angelen onderwerpen koninkrijk Bernicia
-600-hedn Angeln strekt zich uit tot de Eider
-615--675 Aldgisl van Eemsland
-616----- Edwin van Northumbria wordt koning van Deira en Bernicia.
-627----- Koning Edwin van Northumbria wordt Christen
-650----- 2e Verbond tussen Angelen en Saxen in de Cotswolds/Engeland
-659--719 Redbad van Eemsland
-700-1920 Angeln onderdeel van hertogdom Sleswig c.q. Denemarken > Sleswig
-713--773 Lebinus -- Yorkshire-Deventer > Lebinus
-730------ Historia ecclestiasica gentis Anglorum (geschreven door Beda)
-737-xxxx  Deense koning Godfried bouwt Danewirke langs Eider bij Haithabu
-742--809 Ludger -- Utrecht-Deventer-GroningerOmmelanden-Munster-Werden
-742--814 Karel de Grote, koning der Franken
-750-hedn Friezen in NW Duitsland (Noordzeekust Sleswig)
-780------ Saxen veroveren de Groninger Ommelanden en Dokkum (> Ludger)
-785------ Saxen onderwerpen zich aan de Frankische koning Karel de Grote
-785------ Karel de Grote breidt zijn rijk uit tot aan de Elbe > Franken
-790-1066 Haithabu vestiging van Zweedse Vikings
-793-1066 Vikings teisteren NW Europa en Brittannia > Lx: Vikings
-795--855 Lotharius I, koning van Lotharingen
-795--855 Dirk van Fivelga -- Fivelingo, etc
-800-xxxx  Nieuwe Futhark
-800------ Denen terroriseren Zuidelijke Nederlanden > Denemarken
-800------ Saxen settelen in Saxum/N.Groningen > Saxum
-850-1050 Vikings terroriseren NW Europa
-803------ Lex Anglorum et Werinorum in Thuringen > Thuringen, Engilin
-832-1154 Anglo-Saxon Chronicle geschreven (> Lx: ASC)
-843--880 Lotharingen (ZA)
-848--901 Alfred de Grote van Wessex, Rex Anglorum
-880------ Neder-Lotharingen: België, Luxemburg, Nederland en Ost-Friesland
-889------ Derde Angel-Saxsich Verbond (Winchester) > Angel-Saxen
-950-hedn Runensteen Haithabu > Haithabu
-965--965 Ibrahim in Haithabu > Haithabu
1050-1050 Haithabu verwoest door koning Harold van Noorwegen > Haithabu
1066-1066 Haithabu verwoest door Slavische leger uit Polen (> Haithabu)
1066-1066 Vikings definiteif verslagen
1066-1066 Willem van Normandy verovert Engeland
1067-xxxx  Haithabu weer opgebouwd
1100-hedn Dijkenbouw
1179-1241 SnorriSturluson/Ysland legt saga's vast > Snorri
1230----- Inglinga Saga (ZA)
1277----- Reiderland verdronken door de zee > Reiderland
1327----- Anglische Mark -- Fivelingo/Oldambt/Groningen > CFO
1500-hedn Nieuw Anglisch
 

Tiwaz:
Ook: Thewaz, Tingwaz, Tiw, Tyr. Germaanse god van gerechtigheid en oorlog, vergelijkbaar met de Arische god Deiwos, de god van het luchtruim. Ook beschermgod van de dingplaatsen en de zgn dingen (vergaderingen) die daar worden gehouden. Zijn naam leeft voort in Dinsdag (Dingesdag), Oud Engels (Anglisch): Tiwes-daeg. Dinsdag is namelijk de dag waarop de dingen i.c. de rechtszaken plaats vinden. Overwonnen vijanden worden aan hem geofferd. Als zodanig geldt Tiwaz ook als god van de Gerechtigheid. Tiwaz wordt gezien als identiek aan de Romeinse oorloggod Mars. Op een runensteen van circa 225nC in Thorsberg (Angeln) staat geschreven in Oud Anglisch:

owlthuthewaR / ni waje mariR
= o wulthu thewaz, ni waje mariz
= een weldoende Tiwaz, niet weinig vermaard
** Goden, Gerechtigheid, Dingplaatsen, Angantyr, Goten, PgLing (225nC)
# RRA, vkblog 29.10.09, DAB, KBG

 
Tolerantie:
Kijken we naar India en het Hinduïsme dan valt op dat in hun cultuur enorm veel tolerantie bestaat. Er heerst een enorme variatie in goden, cultgroepen en mythologische visies. Daarnaast is India de grootste en meest stabiele democratie ter wereld. Tussen het bestaan van grote variatie in culten en democratie lijkt een fundamenteel verband te bestaan. Der Spiegel van 22.12.06 besteedt daar veel aandacht aan en stelt de centrale vraag:

Fürht der Glaube an einen einzigen Gott zwangsläufig zu einer gewalttätigen Religon?

Na zorgvuldig en gedetailleerd historisch onderzoek naar de wortels van het monotheïsme in het Midden Oosten volgt de conclusie:

Gleichwie: 2500 Jahre danach ist der Nahe Osten immer noch ein Pulverfass. Der "geistig-kulturelle Raum", den Abend- und Morgenland seit dem Tag "mosaischen Unterscheidung zwischen wahr und falsch in der Relgion" (Assmann) gemeinsam bewohnen, steckt voll ungründiger Feindschaft. Er is wie ein Beil, er spaltet.

In het artikel zegt Egyptoloog professor Jan Assmann:

Wir müssen von der Vorstellung loskommen, im Besitz einer absoluten, in geoffenbarten Schriften niedergelegten Wahrheit zu sein. Alle Religionen sinds gleich weit entfernt von der Wahrheit, die wir nie besitzen, nur anzielen können.

Kennelijk is monotheïsme dus een stroming die veel verdeeldheid en strijd veroorzaakt, en is pantheïsme tot meer tolerantie in staat, hetgeen leidt tot vreedzaam en prettig samenleven. Pantheïsme is dus feitelijk een vorm van vrijheid, democratie en welgaan. Deze basale kenmerken van goed samenleven vinden we terug in landen waar het ontbreekt aan een dominante monotheïstische religie of ideologie.

Gezien het voorgaande lijkt het pantheïsme van de Germanen een zeer positieve factor te zijn. Het blijkt in ieder geval dat vrouwen een sterke sociale positie bezitten. (> Vrouwen) Het christendom heeft die positie in de loop der eeuwen steeds verder uitgehold en de vrouwen nagenoeg volledig beroofd van rechten. Pas sinds de 19e eeuw worden vrouwen in Europa bewust van hun underdog positie en beginnen ze aan een langdurige en zware strijd om hun gelijkwaardige positie te heroveren. Het lijkt in dezen dan ook zeer aannemelijk dat de kennelijk tolerante Germaanse samenleving ondanks de christelijke onderdrukking toch op enigerlei wijze is blijven doorbestaan en uiteindelijk heeft gezorgd voor Reformatie, Verlichting, Liberalisme, Democratie en Mensenrechten.
** Hinduïsme, Vrouwen, Ideologie
# Der Spiegel 22.12.06, DAB, KBG

TOX:
Timeline of the Origins of the Ethnic English
M.A. Hall, English History Teller
englandandenglishhistory.com 5.12.07
Zeer overzichtelijke, inzichtelijke en heldere tekst + schetsen.

Tribalisme:
Tribalisme is afgeleid van het Latijnse woord tribus = volkstam, tribe. Een tribe is oorspronkelijk een groep mensen die op grond van etnische en culturele waarden een sociale eenheid vormen. De waarden van de stamleden kunnen verder identiek of passend zijn. Passende waarden zijn die waarden die niet persé door alle stamleden worden gedeeld, maar wel passend zijn, omdat ze niet ernstig strijden met de algemene waarden. Door de opkomst van ideologiën is de etnische factor van het tribalisme vaak van minder betekenis geworden. Te denken valt aan het liberalisme, socialisme, patriotisme en religies.
¶ Historisch gezien lijken de Angelen in NW Europa al vrij vroeg voornamelijk economisch georienteerd. Ze beheersen vele eeuwen de handel en de productie van zout, barnsteen, bevervellen, etc. Haithabu is vele eeuwen lang het belangrijkste handelscentrum van Noord Europa. Deze traditie zet zich voort in Engeland, dat zich in de loop der eeuwen ontplooit tot de grootste koloniale macht ter wereld. De verovering van Brittannia in 450-550nC door de Angelen past volmaakt in dit perspectief.
¶ Door de kolonies beschikt Engeland over goedkope grondstoffen, goedkope arbeidskrachten en grote afzetgebieden. Daarnaast ontwikkelt zich de industriële revolutie in Engeland, waardoor de economische macht enorm toeneemt. Engeland is drie eeuwen lang de grootste economische en militaire macht ter wereld. Het bizondere gevolg daarvan is dat ook het Engelse chauvinisme sterk toeneemt. Dit gaat zover dat in de Engelse kolonies het adagium heerst: Don't mix up with them, but don't bother with them either. Na de dekolonisatie in de jaren 1950-80 verandert de toon.
¶ De expansiestijl van de Engelsen zit er al vroeg in. Ze wordt uitstekend verwoord in bron WMA (p 61). Daar schrijft historica Barbara Yorke:

The patronage of religious houses in areas which they hoped to take over was a Mercian policy which can be paralleled elsewhere.
Mercia is een Anglisch Koninkrijk in NW Engeland, dat in de 7e eeuw nC ontstaat en tot de 10e eeuw de belangrijkste macht is in Brittannia. Daarna speelt 't nog vele eeuwen een machtige rol in Brittannia.
¶ De primaire gerichtheid op het economische belang speelt waarschijnlijk een zekere hypocrisie en onbetrouwbaarheid in de kaart. Omwille van de smeer likt de kat de kandeleer, zegt een oud spreekwoord. Engeland wordt sinds de 14e eeuw vaak Perfidious Albion genoemd.
¶ In 1938 sluit de Britse premier Neville Chamberlain een deal met Hitler waarmee Duitsland de ruimte krijgt Tsjecho-Slowakije te annexeren. Engeland noemt het Appeasement politiek, Peace for our time. De gevolgen zijn rampzalig. De Tweede Wereldoorlog breekt uit en veroorzaakt in Europa en Azië miljoenen slachtoffers.
¶ Na het debacle van Chamberlain wordt Winston Churchill op 10 mei 1940 geroepen om het land te redden. Churchill bindt meteen de strijd aan tegen Duitsland. Hij roept de Britten op de Westerse waarden te verdedigen. Vooral door de enorme inspanningen van deze ongeëvenaarde oorlogsleider wordt mei 1945 Nazi Dutisland na lange en zware strijd vernietigend verslagen.
¶ Sinds 1947 raakt Engeland in snel tempo al haar kolonies kwijt. Ze worden onafhankelijk. Ondanks grote inspanningen raakt Brittannia economisch in het slob. In 1976 wordt het daarom lid van de Europese Unie.
¶ Eind 2009 wordt Baroness Ashton de eerste minister van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie. De keuze voor de Britse barones heeft te maken met de grote kwaliteiten van haar en met de gigantische ervaringen van Brittannia op dat terrein.
** Angflatie, Politiek, Expansie, Maskerade, Perfidious Albion

Troubadours:
In de oudheid rondtrekkende redenaars, die oude verhalen en gedichten voordragen, die sterk historisch gericht zijn en enigermate ook moralistisch. Ze zijn graag geziene gasten in steden en afgelegen oorden. Anno 2009 komen ze nog voor in Centraal Azië, waar ze o.a. verhalen vertellen over Alexander de Grote, die in die regio nog grote populariteit geniet. Soms zijn ze vergezeld van minstrelen, die met dans, muziek en andere acts de gebeurtenis opvrolijken. Het werk van de troubadours is uitermate belangrijk. Zij zorgen immers voor veel vermaak, afleiding en verbreiding van kennis en cultuur in een uitgestrekt gebied. Ze zijn daarmee de verre voorlopers van de huidige massamedia.
** Minstrelen, Widsith
# WP, Discovery TV 2009, KBG

Tubanten:
Germaanse volkstam, voor het eerst genoemd in 14 nC in het stroomgebied van de Lippe (Neder-Saxen). Later vestigen ze zich ook in Twente (Tubantia). Twente en Tubbergen ontlenen hun naam aan de Tubanten, die aldaar hebben gewoond. Een deel van hen migreert naar Yorkshire waar ze werken aan de Hadrian Wall van de Romeinse keizer Hadrianus (76-138nC). Een altaarsteen uit de muur is opgericht door soldaten die zich volgens de tekst noemen CIVES TUIHANTI = Burgers van Twente.
# WP, DAB

Tuin:
WMN: tuyn, tuun, tune: omheining, afrastering, werf, erf. Tuynen, tunen = omheinen, vlechten.
EWB: tuin: mnl: tuun = omheining, omheinde ruimte, bebouwd stuk grond binnen een omheining bij de woning. Oudste betekenis: de omheining, het vlechtwerk om een grondstuk; afgeleid van tuien = met touwen vastmaken; afgeleid van tod = bundel bladtwijgen.
Andere bronnen: stuk grond afgerasterd door een tuun = vlechtwerk van wilgetakken (tenen, tengs, tengels), die zeer sterk, buigzaam en duurzaam zijn en in grote hoeveelheden beschikbaar. Anno 2009 worden nog steeds dergelijke afrasteringen gemaakt.
Engels town: de stad binnen de omwalling.

Tusveld:
Tusveld is een buurtschap in Twente, dat sinds 2001 onder Almelo ressorteert vanwege de gemeentelijke herindeling. Voordien viel het onder Borne. Vroeger was het een onderdeel van de marke Zenderen. De naam Tusveld is afgeleid van de Anglische woorden tusc (tux) = driehoekig stuk land, en feld = veld. Op de kaart rechts is bij Tusveld duidelijk een driehoekig stuk land te zien.
 
Tusveld bestaat uit een grote wharf (zandhoogte) waar circa 35 huizen staan.
(> Wharf) De wharf ligt in een voormalig veengebied. De Joostinksdijk herinnert daar nog aan. Ze loop langs de voet van de wharf aan de grens van Tusveld bij de Bornebroekweg. De term broek wijst op broekland, ofwel veengrond. (> Veendijken)
 
¶ De Meulendijk in Tusveld wijst ook op Anglische roots. In het Anglisch is immers molen = mylen [mulen, meulen].
¶ Gezien de grote migratiestromen in het verre verleden zal Tusveld ergens rond 250vC zijn bevolkt door Angelen uit noordelijke streken. O.a. Hardenberg en omgeving. (> Angelsites)
¶ Iets noordelijk van Tusveld ligt landgoed Bellinckhof, dat in 1460 Bellinkhove wordt genoemd. Bellink is een versaxte vorm van Billinge, dat als zodanig voorkomt als dorp op circa 12 Km NO van Liverpool. Ook is het de oude naam van Bellingwolde in NO Groningen.
¶ Nabij Nottingham in Engeland ligt de locatie Tuxford. Deze naam betekent: het driehoekig stuk land (tux) bij de voorde (ford) = doorwaadbare plaats bij een beek of rivier. De locatie werd lang geleden ook wel Tuckers Forde genoemd.
¶ De naam Tusveld komt ook voor als familienaam. Vooral in Twente. Bekend is o.a. sportmanager Gerard Tusveld.
** Billinge, Ford, Angelsites, Versaxing
# COD, FRI, WKP 7.5.10, DAB, KBG

Twaalf Nachten:
In de Germaanse tijd de periode tussen 25 december en 6 januari, waarin de geesten vrij spel hebben en de Wilde Jacht door het luchtruim stormt. Door het blazen op lange hoorns worden de boze geeste verdreven. Daaruit is de traditie ontstaan van het Midwinter Hoornblazen, zoals in Oost Nederland nog gebeurt. (> Olde Roop) Later is dit gebruik gekerstend tot de periode tussen Kerstmis en Drie Koningen.
** Kopper Maandag
# WP, KBG

Twaalfde Nacht:
Twaalfde Nacht valt op 5 januari en is daarmee de laatste nacht van Twaalf Nachten. In de Germaanse tijd begint de dag namelijk altijd met de voorafgaande nacht. Twaalfde Nacht is dus feitelijk naar de huidige dagindeling de nacht van 5 januari.
** Kopper Maandag

Twins:
Bij migratie worden vaak namen e.d. overgebracht naar het nieuwe settelgebied. Hieronder volgen enige voorbeelden:

Aalten/Achterhoek -- Alton/Hants.+Staffs.
Afferden/Maas/Limburg -- Offerton/Manchester/Mercia
Afferden/Betuwe -- idem
Apeldoorn/Veluwe -- Appledore/Kent > Hengevelde Wijhe
Barlo/Aalten/Achterhoek -- Barlow/Chesterfield/NW.Engeland
Berkum/Zwolle -- Birkham[burkum]/Cotswolds > Kranenburg Zwolle
Billinge(Bellingwolde)/Groningen -- Billinge/Liverpool
Broekland/Salland -- Brookland/Kent > Hengevelde Wijhe
Chettenheim/Friesland -- Chatham/Kent
Douwe/naam/Groningen -- Thaw/naam/Staffordshire/MW.Engeland > Douwe
Ekkels/famn/O.Ndl -- Eccles/Coldstream/NO.Yorkshire
Eppingehuse(Eppenhuizen)/N.Groningen -- Epping/N.Londen
Haaksbergen/Twente -- Haxby/York
Haarlo/Neede/Achterhoek -- Harlow/N.Londen
Harderwijk/N.Veluwe -- Hardwick/Mansfield/MW.Engeland
Harderwijk/N.Veluwe -- Hardwicke/Gloucester/ZW.Engeland
Harper/Neede/Achterhoek -- Harper/famn/Engeland
Heggencultuur/Achterhoek -- Heggencultuur/Z.Engeland (> Heggencultuur)
Hemelum/ZW.Friesland -- Hemel/Hempstead/NW.Londen
Hengevelde(Angelveld)/Twente -- Englefield/Reading/Z.Engeland
Hindelopen/Friesland -- Hindlop/Gloucestershire
Holland/W.Nederland -- Holland/Lincolnshire
Holten/Twente -- Holton/Lincs+Norfolk+Somerset
Jever/OstFriesland -- Yeavering/Bernicia/Northumbria
Jork/Lunenburg -- York/Yorkshire
Kralingen/Rotterdam -- Crailing/Jedburgh/N.Yorkshire
Leek/Groningen -- Leek/MW.Engeland
Lingen/famn/W.Ndl -- Lingen/Ludlow/Worcestershire
Lutten/Salland -- Lutton/Lincolnshire+Luton/N.Londen+W.Lutton/NO.Yorkshire
Makkum/Holthe/Beilen/Drente -- Mekkum/NO.Yorkshire
Makkum/MW.Friesland -- idem
Middelburg/Zeeland -- Middlesbrough/NO.Yorkshire
Okkenbroek/Salland -- Ockbrook/Derby/MW.Engeland
Pasop/Midwolde/Gro -- Warsop+Worksop/Mansfield/NW.Engeland+ Glossop/Manchester
Padinghem/Groningen -- Padihem/Yorkshire
Ripon/Groningen -- Ripon/Yorkshire
Rodewolt/Groningen -- Redwald/EastAnglia > Redwald
Sandhorst(Zandhorst)/N.Holland -- Sandhurst/Berkshire+Kent
Sandhorst/OstFriesland -- Sandhurst/Berkshire+Kent
Segbroeck(Zegbroek)/Haaglanden -- Sedgebrook/Grantham/Lincolnshire
Suttum/Humsterland/Groningen -- SuttonHoo/Suffolk
Tilburg/N.Brabant -- Tilbury/Londen
Wijhe/Salland -- Wye/Kent > Hengevelde Wijhe
Zuidwolde/Groningen -- Southwold/Suffolk/EastAnglia
Zuidwolde/Salland -- idem

Totalen: Achterhoek (5), Betuwe (1), Drente [1], Friesland [3], Gelderland [8], Groningen [9], Holland [N+Z 4], Limburg [1], Ned.Saxen (2)[4], N.Brabant [1], OstFriesland (2), Overijssel [7], Salland (3), Twente (3), Veluwe (2), Zeeland [1]. [] = totaal provincie. Totaal [] = 37. Het is vooralsnog niet altijd zeker of de namen in Engeland in alle gevallen afkomstig zijn uit Nederland. Interessant is het wel.
** Migratiepunten, Migratiepatronen


Tijdperken:

Oude Steentijd (paleolithicum)
Midden Steentijd (mesolithicum)  
Nieuwe Steentijd (neolithicum)
Bronstijd
Yzertijd
Romeinse Tijd
Vroege Middeleeuwen
Late Middeleeuwen
Nieuwe Tijd

300.000-8.800 vC
8.800-4.900 vC
5.300-2.000 vC
2.000-800 vC
800-12 vC
12 vC-450 nC
450-1050
1050-1500
1500-Heden

Tysweer:
** Reiderland

U::

Urnencultuur:
Na crematie van een persoon wordt diens as uitgestrooid of bewaard in een urn. Urnen hebben vele vormen. Ze zien er vaak uit als vasen, kruiken of potten. Vaak zijn ze ook versierd met oude motieven. In de Bronstijd (2000-800vC) is de vaasvorm populair. Urnen werden vroeger vaak bijgezet in een graf of begraven in een urnenveld. In de Achterhoek zijn enige urnenvelden uit de Oudheid gevonden. O.a. bij Eibergen, Huppel en Beltrum. (> Bekervolk) Ook zijn er urnenheuvels gevonden. Urnen werden ook begraven bij oude grafheuvels.

In Caistor St Edmund (Norfolk, Engeland) is een urn gevonden tijdens opgravingen in 1932-38. De urn heeft de vorm van een kruik met een smalle voet (5 cm), een brede buik (30 cm), een smalle opening (13 cm) en is 18.2 cm hoog. Ze is versierd met paarden, hoefijzers en abstracte figuren als een soort vlechtwerk die ook is te zien op Anglische runenstenen en voorwerpen, zoals de in de schat van Staffordshire. Norfolk ligt in East Anglia en is sinds circa 450 nC een Anglisch gebied. Deskundigen noemen de urn een Angel-Saxische grafurn. Aangezien Norfolk sinds circa 450 nC voornamelijk is bevolkt door Angelen, is de kans groot dat de urn van Anglische makelij is. Temeer daar de genoemde versiering (vlechtwerk) overeenkomt met de versiering op voorwerpen in de schat van Staffordshire, een gebied waar sinds 450 nC hoofdzakelijk Angelen wonen. Crematie kwam bij de Angelen op het Continent zeker voor, getuige o.a. de vele urnen die zijn gevonden op het grafveld van Borgstedterfeld, tussen Rendsburg en Eckerförde in Angeln. In 1810 is een urn gevonden bij Engbergen bij Gendringen in de Liemers, een gebied waar vrij zeker sinds circa 400vC Angelen wonen. Ook in Aalsum (Humsterland/Groningen) is een urn gevonden uit circa 750nC, toen daar nog overwegend Angelen woonden.
** Bekervolk, Thanatologie, Crematie, Staffordshire, Engbergen, Zuid Holland, Aalsum
# FRI, WP, museums.norfolk.gov.uk 4.10.09, KBG

V::

Valk:
Roofvogelsoort, bestaande uit 58 families, verspreid over de hele wereld. Valken zijn goede jachtvliegers, die een scherp zicht hebben. Van oudsher worden ze in vele culturen getraind voor de zgn Valkenjacht, bedreven door vele liefhebbers. In de mythologie wordt de valk vaak gezien als de ziel van de mens, die steeds opstijgt naar de hemel en dan weer neerdaalt. In Noord Soedan zijn beeldjes gevonden van valken, die de god Horus moeten voorstellen. Ze zijn prachtig en scherp uitgesneden in een soort granietsteen en dateren van circa 5000vC.
** Horus, Adelaar
# Natgeo TV 2009, DAB, KBG

Van Angelen:
Geslacht dat sinds de 19e eeuw o.a. voorkomt in Vreeswijk en Utrecht.
Mogelijk stamt dit geslacht af van Engist van Angeln (gb 405) te Leiden.
** Engist van Angeln

Van Beveren:
Geslacht afkomstig uit Bevere bij Worchester, Engeland. De naam bevere of bever is afgeleid van het exclusief Anglische beofor.
** PgLx (Van Beveren)

Veehandel:
In en bij het A-Kwartier van stad Groningen bevinden zich vele aanlegplaatsen voor vrachtschepen, met name voor de binnenvaart. Bij de Kranepoort ligt de voorhaven van het Reitdiep, waar al ver vóór de 16e eeuw voornamelijk runderen en ander vee worden vervoerd van en naar Denemarken, Vlaanderen en Engeland. Het vee wordt in de oudheid normaliter aangevoerd via de Ossenweg van Denemarken tot in Zuid Duitsland, met overal zijwegen naar aangrenzende gebieden. In stad Groningen ligt de Ossenmarkt, buiten de stadswallen nabij de Noorder Haven. Daar worden in het verre verleden ossen verhandeld, die waren aangevoerd via de grote Ossenweg.
** Ossenweg

Veendijken:
I.e.: dijken door veen- en moerasgronden. Deze dijken zijn bedoeld om vervoer door het veengebied duurzaam te garanderen. Overal in NO Nederland zijn deze dijken nog te vinden. Vele wegnamen met -dijk herinneren daar nog aan.
** Fordweg Neede, Warfendijk, Groot Veenland (Waterwerken)

Veenlijken:
Van oudsher lopen mensen soms door een moerasgebied met smalle paden en komen dan per ongeluk vast te zitten in het moeras zelf. Hun lichaamsgewicht trekt hen dan verder het moeras in en uiteindelijk verdwijnenen ze helemaal in het moeras. Vaak gebeurde ook in het verleden dat veroordeelde mensen het moeras in moesten lopen, todat het moeras hen had verzwolgen. De lijken zakken dan steeds verder weg, totdat ze op een zandlaag terecht komen. Daar blijven ze dan dankzij het moeras eeuwenlang goed geconserveerd liggen. Sinds de 19e eeuw zijn enige van deze zgn veenlijken op diverse plaatsen in NW Europa gevonden. O.a. in Angeln en in Yde bij Eelde in NW Drente. Daar is op 12 mei 1897 het zgn Meisje van Yde gevonden door twee veenarbeiders, die in de buurt veen uitbaggerden. Plotseling zien ze een zwart hoofd met rossig haar boven het veenwater verschijnen. Van schrik rennen ze naar huis. Pas twee weken later haalt het Drents Museum in Assen het veenlijk op samen met een wollen mantel dat daarbij lag. Ondertussen hadden mensen uit Yde het veenlijk echter enrstig verminkt. Tanden en haren waren van het hoofd getrokken. Uit onderzoek bleek dat ze was gewurgd met wollen sprangband, die enkele malen om de hals waren gewikkeld. Alleen aan één kant had ze nog haar. De andere kant was kaal geschoren. Archeologen denken dat ze was geofferd aan de goden om hen te danken of gunstig te stemmen. Uit C-14 onderzoek bleek ze te hebben geleefd in de 1ste eeuw nC. In 1993 maakte de Universiteit van Manchester een reconstructie van haar hoofd. Ze blijkt te zijn geweest een jonge vrouw van circa 20 jaar, klein postuur, en met lang blond golvend haar en blauwe ogen. Het oorspronkelijk rossig lijkend haar, was veroorzaakt door zuren in de veengrond. Ook haar huid raakte daardoor donker van kleur. In die tijd is NO Nederland echter een Anglisch gebied, zodat ze vrijwel zeker van Anglische origine is. Het Meisje van Yde is tegenwoordig te zien in het Drents Museum te Assen.
** Angologie, Mega Angeln
# drentsmuseum.nl 8.10.09, DAB, KBG
++ Veenlijken

Verfriezing:
Betreft: Het valselijk noemen van een Friese indetiteit terwijl het feitelijk gaat om een Anglische identiteit.
** ASV, Friezen, Offaland (Timetable)

Versaxing:
Betreft: Het valselijk noemen van een Saxische identiteit terwijl het feitelijk gaat om een Anglische identiteit.
** ASV, Saxen, Offaland (Timetable)

Vikings:
Noord Germaanse volksstam in Zweden uit de Vroege Middeleeuwen. Birka (Zweden) en Trelleborg (Denemarken) zijn hun voornaamste bolwerken. Daar hebben ze grote forten van aarde gebouwd en verschanst met palisanderstammen.
Viking betekent zeekoning. De naam krijgen ze omdat ze met hun kleine zeilboten in de 9e-11e eeuw de zee opgaan en de kustgebieden van Europa afstropen. Ze plunderen, roven, moorden en stichten brand overal waar ze komen. Engeland, Nederland, Vlaanderen, NW Frankrijk, Noord Duitsland en Rusland worden twee eeuwen lang door hen geteisterd. Pas in de 10e eeuw keert het tij. Engeland en Vlaanderen bouwen zelf grote forten om zich te beveiligen en binden de strijd aan met de invaders. In Engeland is dat vooral Lady Etheflaed van Mercia, haar man Earl Ethelred II van Mercia en haar broer King Edward van Wessex. Samen verdrijven ze in harde strijd de Vikings en Denen.
Ook van binnenuit wordt strijd gevoerd. De oorlogsleiders van de Vikings worden rijk door hun oorlogsbuit en gaan hun roofgoed beveiligen tegen hun eigen roofzuchtige stamgenoten. Bovendien leren de Viking roverhoofdmannen veel van de volkeren die ze gedurende hun rooftochten ontmoeten. Ze leren er het land besturen, belasting te heffen, rechtspraak, administratie en cultuur. Zo raken ze zelf meer geciviliseerd en keren ze zich geleidelijk tegen hun eigen ongure stamgenoten. Hierdoor ontstaan twee hoofdgroepen: de oude garde van meedogenloze rovers en de nieuwe garde met meer civilisatie. De nieuwe garde krijgt sinds de 10e eeuw steeds meer macht en greep op de eigen samenleving. De oude garde verbitterd en gaat steeds meer achterhoedegevechten aan. Uiteindelijk verdwijnen ze in oblivia. Het jaar 1066 wordt beschouwd als het eind van het Viking Tijdperk.
** Kleding (Broek van Thorsberg), Timetable, Lx (Ethelflaed van Mercia, Ethelred II van Mercia, Edward the Elder van Wessex)
# Discovery TV 18.3.2007, DAB

Visserij:
In 965 nC brengt ene Ibrahim Al Tartushi een bezoek aan Haithabu. Hij is afkomstig uit Cordoba in Spanje en schrijft over zijn bezoek o.a.:

Haithabu is een zeer grote stad aan het uiterste eind van de wereld oceaan... Mensen eten voornamelijk vis die in overvloed voorkomt.

Hieruit mogen we opmaken dat de Angelen visserij bedrijven. Zeker in Haithabu en in die tijd. De vissen zullen namelijk niet vanzelf naar de Angelen zijn gezwommen om door hen te worden opgegeten. Van een uitgebreide vishandel in die tijd en in die contreien is vooralsnog niets bekend. De Angelen zullen de vissen dus vrij zeker zelf moeten hebben gevangen.
** Haithabu

Vlaggen:
Vlaggen worden oorspronkelijk gebruikt door leiders van grote groepen als identificatie van hun autoriteit. Sinds circa 5000 vC gaan Chinezen vlaggen maken van zijde. Daarna verspreidt het vlaggebruik naar India, Burma, Siam, ZO Azië en Europa. In de loop der eeuwen krijgen vlaggen ook andere functies. O.a. om landen, regio's, groepen, legers of organisaties te identificeren. Het oudste gebruik van vlaggen zal dateren van circa 7000 vC.
** Engeland (vlag)
# WKP 4.10.09, KBG

Vogelvrij:
Bij halsmisdrijven werden daders in het Germaanse recht vogelvrij verklaard. Dit hield in dat daders al hun bezit kwijt raken en dat idereen hen mag doden, zonder zelf vervolgd te worden. Vogelvrij verklaring gebeurd ook in de Christelijke tijd. O.a. door het Vaticaan jegens Maarten Luther. Willem van Oranje is vogelvrij verklaard door de Spaanse koning en vervolgens vermoord door Balthazer Gerards. Tegen deze straffen is groot verzet gegroeid, maar pas in 20e eeuw komt daarin geleidelijk verandering. Vooral door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die o.a. wordt erkend door de Verenigde Naties en de Europese Unie.

Volk:
1. groep mensen in een bepaald (omgrensd) gebied; 2. groep mensen in de samenlevening (maatschappij, land); 3. burgers van een land, staat of natie; 4. groep mensen die onderling op enigerlei wijze verbonden zijn of zich als zodanig verbonden voelen.
Volgens de DNA-guru Spencer Wells in de USA hebben de primaten (mensapen) voor 97% dezelfde DNA-structuur als de mensen. Verder hebben alle mensen op aarde voor 99.9% dezelfde DNA-structuur. Er zijn daarin 5 Typo's te onderscheiden, ofwel 5 onderling licht afwijkende Y-chromosomen, ontstaan door plotselinge natuurlijke mutatie. Deze typo's komen in de hele wereld voor. De oertypo is ontstaan in Afrika. De overige typo's ontstonden elders in wereld na migratie. Eén hoofdstroom migreert via Ethiopië naar Arabië. De andere hoofdstroom via Egypte naar Syrië. Groepen mensen en volken kennen overal ter wereld voor 85.5% dezelfde DNA-varianten. Zijns inziens ontstaat DNA differentiatie alleen door duurzame aanpassing aan nieuwe omstandigheden.
** Angelfolc, Teutonen
# WP, Beagle (VPROTV 8.11.09), DAB

Volksverhuizingen: (375-850nC)
Massale verhuizingen van volken in Europa. Begint in 375nC met de vernietiging van het Gotische Rijk door de Hunnen. Vele Goten en andere Germanen vluchten dan naar het westen en het zuiden van Europa, waardoor de inwoners aldaar zelf ook in grote aantallen op de vlucht slaan. Zo vestigen Slaven zich rond 400nC vanuit het oosten in het gebied tussen de Weichsel en de Elbe. Daardoor worden de Saxen verder naar het westen gedreven en vestigen ze zich in NW Duitsland en NO Nederland. Rond 450nC migreren Angelen en Saxen naar Brittannia, waar het Romeinse Rijk zich heeft terug getrokken.
** Angelen, Saxen
# WP, KBG

Volthe:
Buurtschap in Weerselo, Twente. Bekend om de Hunenborg aldaar.
** Hunenborg Volthe

Voorde:
Doorwaadbare plaats in rivier of beek. OudFries: forda. OudEngels (Anglisch): ford, forde. Aangezien de locaties in Nederland met -voorde grotendeels voorkomen in NO Nederland, lijkt het Nederlandse voorde afgeleid van het Anglische forde.
** Ford

Vortigern: (395*-455*)
Naar zeggen een Keltische warlord in Brittannia. Mogelijk echter een Anglische heerser in Noord Engeland. (> Aeglesthrep) Leeft in de periode dat de Romeinen zich terugtrekken uit dat land. Hierdoor ontstaat een machtvacuüm, wat chaos, criminaliteit en oorlogen uitlokt. Volgens bron ASC doet Vortigern daarom in in 449 een beroep op de koning van Angeln om hem te helpen:

Anno 449. Hier Martianus and Valentinus onfengon rice [krijgen macht], and ricsodon seofon winter [regeren zeven winters]. And on hiera dagum [deze dag] Hengest and Horsa, fram Wyrtgeorne [Vortigern] gelathode [uitgenodigd], Bretta kuninge [koning], gesothon Bretene [getrouwe Brit] on thaem [zijn] stede genemned [genaamd] Ypwinesfleot [Ebbsfleet in Thanet?], aerest [eerste] Brettum to fultume [helpen], ac hie [hij] est on hie fuhton.
    Se kuning het hie feohtan ongean Peohtas [deze koning heeft gevochten tegen de Picten]; and hie swa duden, and sige haefdon swa hwaer swa hie comon [en heeft gedood en gezegeviert waar hij komt]. Hie tha sendon to Angle [Angeln], and heton him sendan maram fultum [vraagt hem meer troepen te zenden]; and heton him secgan Bretweala nahtnesse [en vertelt hem over de rampspoed in Brittannia] and thaes landes kuste. Hie tha sendon him maran fultum. Tha comon [komen] the menn of thrim maegthum Germanie [drie Germaanse machten]: of Eald-Seaxum [Oud Saxen], of Englum [Angeln], of Iotum [Jutland].

De koning van Angelen geeft daarop gehoor aan het verzoek van Vortigern. Hengist en Horsa vertrekken naar Brittannia met een leger, dat voornamelijk bestaat uit Angelen, Saxen en Juten. Als de Picten zijn verslagen, blijven de meeste Germaanse strijders in Brittannië om zich daar duurzaam te vestigen. Zij laten ook vele stamgenoten van het Continent daarna overkomen. Daarmee is een begin gemaakt met de grootschalige migratie van Angelen en Saxen naar Brittannië in de periode 450-650 nC.
** Aeglesthrep, Engist van Angeln, Angelen, Angeln
# WKP 19.11.07, ASP, DAB, KBG

VTO:
vergelijkend taaloverzicht
Bron WP stelt onder item Engelse Taal:

Binnen het Westgermaans vertoont het [Engels] een nadere verwantschap met de dialecten langs de Noordzeekust van Vlaanderen tot in Duitsland, doordat zich tussen 500 en 1000 zowel in deze landen als in het Engels speciale klankontwikkelingen hebben voorgedaan, de zgn. ingweonismen, zoals verlies van n voor dentale spirant ... Men onderscheidt Oudengels (tot eind 11de eeuw), Middenengels (tot ca. 1500) en Nieuwengels.

Op het Continent liggen de verhoudingen echter enigszins anders dan in Engeland, doordat er ook de Frankische taal aanwezig is. Door de onderlinge contacten tussen de Germaanse volkeren groeien de talen in de loop der eeuwen naar elkaar toe. In Engeland voltrekt dat proces zich ook, maar daar spelen de autochtone talen als Welsh en Gaelic een rol. Het volgende overzicht toont de taalcomponenten en de ontwikkelingen.

Taal
Anglisch
Anglisch
Saxisch
Frankisch
Normandisch
MegaAngeln
    x
    x
    x
    -
    -
Maerland
    x
    x
    x
    x
    -
Engeland
    -
    x
    x
    -
    x
Start
700 vC
400 nC
500 nC
700 nC
1066 nC
 
Uit dit overzicht blijkt dat de talen in Mega Angelen, Maerland en Engeland sinds 500 nC onderling geleidelijk gaan differentiëren. Vooral de verovering van Engeland door Willem van Normandië in 1066 heeft een enorme impact op de verdere ontwikkeling van het Engels dankzij het Normandisch Frans van Willem en zijn leger. De verwantschap van het Frans en het Frankisch zorgt ervoor dat de differnetiatie tussen Maerlands en Engels minder is, dan de differentiatie tussen het Mega Anglisch en de twee andere talen. In feite is de differentiatie van het Mega Anglisch beperkt, door de geringe invloed van andere talen. De ontwikkeling van die taal staat mogelijk zelfs vrijwel stil door het gebrek aan invloeden van andere talen. Uit het overzicht blijkt verder dat het Anglisch in Mega Angeln tot 500 nC de dominante taal is. Pas door de komst van de Saxen wordt dat Anglisch geleidelijk beïnvloed. Maar het Anglisch en het Saxisch zijn verwante Germaanse talen. De veranderingen in het Anglisch zullen dus beperkt zijn.
** Mega Angeln, Maerland, Marlands, VWL
# WP, DAB, KBG

Vrouwen:
De positie van vrouwen is een graadmeter voor de beschaving. In 965 nC brengt ene Ibrahim Al Tartushi een bezoek aan Haithabu. Hij is afkomstig uit Cordoba in Spanje en schrijft over zijn bezoek o.a.:

Haithabu is een zeer grote stad aan het uiterste eind van de wereld oceaan... De bewoners aanbidden Sirius [de Hondster], behalve de Christelijke minderheid die een kerk heeft...
...
Het recht op echtscheiding berust bij de vrouwen... Kunstmatig oog-make-up is ook een bizonderheid. Als ze dat doen, verdwijnt hun schoonheid nooit. Het is inderdaad groot in mannen en vrouwen.

De rechtspositie van vrouwen bij de Germanen is over het algemeen sterk. Zeker ook bij de Angelen. Zo kunnen ze eigen vermogen bezitten en erven van anderen. Bron cookit.e2bn.org/historycookbook 18.10.09 schrijft hierover:

Women could hold property and inherit lands. There was a clear difference in work between Anglo-Saxon men and women, but women could own property, hold land, swear oaths and take part in legal transactions. Crimes against women were heavily punished. Widows inherited from their husbands and had rights of custody of any children. It was not until the Norman Conquest that the system of primogeniture (inheritance by the first-born male) was introduced in England.

Pas door de toenemende macht van het Christendom worden de rechten van vrouwen in heel Europa steeds verder teruggeschroefd op grond van teksten en opvattingen uit het Oude Testament. Sinds het begin van de 20ste eeuw komt daar echter in West Europa weer meer verbetering in, dankzij de vrouwenbeweging en de niet-religieuse groeperingen.
** Haithabu, Tolerantie

 
Vrij Germania:
** Pg Genline (Germanen)

VWB:
Vaderlandsch Woordenboek
Jacobus Kok
# Google 19.4.2010

VWL:
Vergelijkend Woorden Lijst > Pg Dixicon

W::

Walhalla:
Germaanse mythologie: Hal der Gesneuvelde Helden, de zgn Einherjars, soldaten die na een strijd worden voorgeleid aan Odin, na selectie door Walkuren. Het Walhalla heeft 540 deuren. Door elke deur kunnen 800 einherjars naar buiten zodra de godenschemering valt. De soldaten moeten elke dag oefenen in vechten. De wonden die ze oplopen, genezen onmiddelijk. Ieder avond zitten ze aan een groot feestmaal, waarvoor een groot evertzwijn wordt geslacht, dat na het maal direct weer tot leven komt. Krijgers die elke strijd overleven en oud worden, plegen zelfmoord met een zwaard of speer om niet in bed te sterven (zgn strodood), maar om in het Walhalla te komen.
** Odin, Walkuren
# WP

Walkuren:
Germaanse mythologie: Vrouwen die gesneuvelde strijders naar het Walhalla leiden. Ze dragen wapens en rijden op snelle paarden. Ze adviseren Odin wie mag leven of moet sterven. Romeinse historici schrijven over schrikaanjagende priesteressen die Germaanse strijders op hun veldtochten begeleiden en door het lot mensenoffers voor de goden aanwijzen.
** Aesir
# WP

Walt:
Oer Anglisch voor landschap, i.c. woud, bos, vlakte, veld, etc. Ontstaan uit het Oud Germaans walthu. Latere Anglische vormen zijn weald, wold, wudo en wood.
** Wold

Wapenfeiten:
Betreft de highlights van de historie van het Anglische volk.
-630vC Koning Ingwi geboren te Leire op Seeland, Denemarken. (> Ingwi)
-665-- Ingwi reist met gevolg naar Haithabu. Zijn broer grijpt ondertussen de macht op Seeland. Ingwi besluit in Haithabu te blijven met zijn gezin en gevolg. (> Haithabu)
-665---489nC Koninkrijk Angeln (> Angeln, Koninkrijk)
-500-- Angeln groeit zuidwaarts langs de Noordzee tot aan de Rijn
-500---300vC Groot Angeln 1
-400-- Angelen vestigen zich in Humsterland
-350-- Teutonen noemen Angelen Anglisko > Anglisko
-300---600nC Mega Angeln: Angeln strekt zich uit tot aan de Rijn
-125nC Ptolemaeus: Angili (Angelen) wonen tot aan de Rijn.
-150-- Saxen wonen in Pommeren/NDuitsland tot aan de Elbe (Ptolemaeus; FFS)
-150-- Anglo-Saxisch Verbond -- Lunenburg > Angel-Saxen
-200-- Angelen migreren naar Zuid Duitsland, o.a. Thuringen
-350-- Myrgings wonen tussen Fivel en Elbe > Myrgingum, Fiveldor
-350-- Saxen zoeken doorgang naar Noordzee
-350-- Hasten/Saxen wonen bij de LüneburgerHeide/N.Elbe > Kranenburg Stade
-375-- Saxen infiltreren westkant Lunenburg
-400-- Saxen migreren naar NW Duitsland op de vlucht voor de Slaven
-405-- Offa van Angeln (gb 380) doodt Saxische prins ivm expansie Saxen
-405-- Offa dringt Saxen terug naar oostkant Elbe
-405-- Offa herovert Fivelingo > Fiveldor, Offaland
-405-- Offaland (ZA)
-430-- Engist en Horsa van Angeln settelen tijdelijk in Humsterland
-450-- Angelen en Saxen migreren massaal naar Brittannia
-455-- Hasten/Saxen migreren naar ZuidBrittannia > Kranenburg Stade
-468-- Anglische vloot van 400 schepen van Haithabu naar Rijnmond > Radiger
-489-- Koning Eomar sterft. Einde Koninkrijk Angeln.
-500---719 Provincie Groningen deel van Anglisch Rijk
-600---700 Groot Angeln 2: Angeln strekt zich uit tot de Elbe
-600---775 Saxen settelen in NW Duitsland en NO Nederland
-600-- Saxen migreren van de Elbe naar NoordAlbinga/Holstein > Saxen
-650-- Tweede Verbond Angel-Saxen in Cotswolds. > Angel-Saxen
-700---heden Angeln strekt zich uit tot de Eider
-700---heden Diverse Anglische enclaves in NO Nederland en NW Duitsland
-705-- Historia ecclestiasica gentis Anglorum > Beda
-731-- Saxen wonen in Albinga/Holstein (Beda)
-737-- Godfried van Denemarken bouwt Danewirke bij Selswig tegen de Saxen.
-750-- Saxen en Franken veroveren Thuringen > Thuringen
-750-- Friezen settelen in Eemsland en Noord Groningen
-800-- Frisia Proper > Friezen
-800-- Lex Anglorum et Werinorum hoc est Thuringorum
-850-- Angeln onderdeel Deense Rijk
-889-- Derde Verbond Angel-Saxen. Unificatie van Engeland. > Angel-Saxen
-950-- Angle betwix Iotum and Eald-Saexum -- Groot Angeln > ASC (449nC)
1066-- Willem van Normandy verovert Brittannia
1100-- Huis Schauenburg krijgt hertogdom Sleswig (+Angeln) in leen. > Sleswig
1327-- Anglische Mark -- Fivelingo/Oldambt/Groningen > CFO
1460-- Christian I van Denemarken uit Huis Oldenburg krijgt Sleswig (+Angeln) in leen.
1500-- Magna Frisia = Friesland+N.Groningen+OstFriesland
1534-- Ontstaan Anglicaanse Kerk. Engeland los van Vaticaan.
1664-- Nieuw Amsterdam overgedragen aan de Engelsen. Ontstaan New York.
1688-- Willem III van Oranje koning van Engeland en stadhouder van Nederland.
1712-- Vrede van Utrecht. Engeland belangrijkste wereldmacht.
1750-- Begin Industriële Revolutie
1783-- Verenigde Staten onafhankelijk van Engeland.
1896-- Britten veroveren Boerenrepublieken in Zuid Afrika.
1910-- Zuid Afrika zalfstandig.
1918-- Einde WO1
1920-- Angeln onderdeel Duitse Rijk
1945-- Einde WO2
1947-- India onafhankelijk. Koloniale macht Engeland brokkelt af.
1950-- USA, Rusland en China belangrijkste wereldmachten.
1975-- Groot Brittannië lid Europese Unie.
 

Wapens:
** Angon, Speer, Saxen (saexe)

Watul:
Anglisch: mengsel van klei, turf en mest voor het pleisteren van muren. Door de turf en mest krijgen de muren een okergele kleur. ME: wattle.
** Huizen
# COD

Weergeld:
Boete voor manslag, zoengeld, vastgelegd in het oude landrecht. ONL: weer = man; OA = wer; = de geldelijke waarde van een mens. Bij doodslag moet de dader het volle weergeld betalen. Bij zwaarder vergrijp een veelvoud daarvan en bij lichter vergrijp een deel van het weergeld. De dader moet de boete betalen aan de familie en verwanten van het slachtoffer. De preciese hoogte van het weergeld is nauwkeurig vastgelegd in het regionale landrecht. Het verschil in stand tussen edelen, vrijen en vrijgelaten slaven bepaalt de uiteiendelijke hoogte. In de Salische Wet moest voor slaven geen boete worden betaald.
** CFO, Rechtspraak
# WP, DAB, KBG

Weaga van Angeln (290*-350*)
Zoon van koning Weothulgeot van Angeln.
Koning van Angeln.
Zoon: Whitlaeg (gb 321).
** Angeln
# WKP 29.11.07 (ex Historia Britonum)

Wegen:
Vele wegen anno 2009 zijn in feite oeroude wegen. O.a. de zgn Ossenweg en de Hessenwegen. Ze hebben dezelfde richting en nagenoeg dezelfde bochten zoals vroeger. Deze oeroude wegen lopen daar waar onze verre voorouders lopen en gaan vaak over hoge en droge gronden. Oorspronkelijk zijn het smalle voetpaden. Later komen ossen en paarden met wagens en die maken de paden tot brede wegen, waarlangs steeds meer mensen en goederen trekken. Zo ontstaan de handelswegen, heelwegen, herewegen (heer = leger), koningswegen, landstraten en hessenwegen. Door deze wegen ontstaan steeds meer contacten tussen de mensen en goeit de uitwisseling van talen, kennis, ideëen en goederen. De wereld komt daardoor steeds verder tot bloei. Helaas worden de wegen ook gebruikt door legers in oorlog, die elkaar hevig bestrijden en vernietiging, dood en verderf zaaien. Maar uiteindelijk vaak ook weer vrede en voorspoed.
** Ossenweg, Hessenwegen
# HSZ, DAB, KBG

WGO:
De wapenboeken der Gelders-Overijsselse Studentenverenigingen
Mr O. Schutte
Gelderse Historische Reeks
De Walburg Pers, Arnhem 1975

Wehta van Angeln (360*-420*)
Zoon van koning Wihtlaeg van Angeln (gb 320) en NN.
Zijn nazaten worden koning van Kent.

Weothulgeot van Angeln (260*-320*)
Koning van Angeln. Ghm NN.
Zoons: Weaga (gb 290) en Frithogar (gb 299).
** Angeln
# WKP 29.11.07 (ex Historia Britonum), KBG

Werden:
Locatie in Munsterland waar een klooster staat.

Werf:
EWB: mnl: waerf, werf, worf: erf, verhoogde grond langs water; ofries: warf = hoeve, opgehoogde grond voor hoeve; oeng: hwearf = oever, dam.
OCD: wharf = wooden or stone platform beside which ship may be moored for loading or (un)loading; v.t. Moor (ship) at, store (goods) on; OE: hwearf, c.f. Du. & G werf.
WMN: 1. erf, tuin, onbebouwde ruimte rond een woning, bedrijf 2. kade, dam, dijk, oever 3. ding- of gerechtplaats 4. terp, plateau. Ook: waerf, warf, weref(t).
WP: Werf: West Nederland: grasland of voormalig grasland dat wat hoger ligt dan omringend land (hooiland, boerenerven); in Midden en Oost Nederland en aangrenzend Duitsland brink genaamd.
** Wharfveenweg Markelo, Lx (Aeglesthrep, OV78/194, Cranenburg Eikenduinen)

Wermund van Angeln (356*-416*)
Zoon van koning Wihtlaeg van Angeln.
Koning van Angeln.
Zoon: Offa (gb 380).
** Angeln
# WKP, DAB

Werntley:
Mogelijk een Anglisch adelijk geslacht. Op Englumborg in Englum in NW Groningen woont Ao 1774 dame J. Werntleÿ, douairière Van Rossum. Mogelijk is zij een telg uit een oud Anglisch geslacht. Englum ligt namelijk in Humsterland, dat al sinds circa 300vC Anglisch gebied is.
** Englumborg, Anglische adel

Wetsteen:
= scepter; Engels: whetstone
¶ Volgens bron RUD/12 is op het Noord Duitse waddeneiland Amrum een brokstuk van een wetsteen gevonden met de inscriptie thunn. Mogelijk gaat het om de roepnaam Authunn. In 1920 heeft ene Von Olshausen de inscriptie beschreven. Waarschijlijk komt de steen uit Nebel op Amrum. Deze biezondere vondst roept de vraag op of het hier gaat om de Egyptische zonnegod Aton. Het lijkt niet ondenkbaar, aangezien NW Europa al heel vroeg contacten heeft met de Mediterrane landen. Vooralsnog is helaas onbekend uit welk jaar de inscriptie dateert. Bij een zeer oude datum is er mogelijk een link met de ring van Odin.
¶ In het graf van koning Redwald (gb 565) te Sutton Hoo (Suffolk, East Anglia) is ook een wetsteen gevonden. Het is een versierde staaf met bovenop een ring en daarop een hert of eland. Staf en ring worden geassocieerd met Odin. De staf symboliseert de speer van Odin, waarin zijn mytische kracht schuilde.
** Zonnering, Odin, Redwald

WEW:
De Wolden en het water
Ontwikkeling landschap en waterstaat ten oosten van stad Groningen sinds de volle Middeleeuwen
W.A. Ligtendag
RegioProjekt Uitgevers, Groningen 1995

Wharf:
Engels: wharf. OudEngels/Anglisch: hwearf = bank, shore; bank = oever, zandbank, COD: opgehoogde grond, hoogte, etc. Oud Nederlands: werf = plateau. Oud Fries kent de term warf = hoeve, opgehoogde grond voor hoeve (terp). Volgens bron WP is Werf: in West Nederland: grasland of voormalig grasland dat wat hoger ligt dan omringend land (hooiland, boerenerven). In Midden en Oost Nederland en aangrenzend Duitsland brink genaamd. In Oost Nederland hebben zich echter weinig Friezen gevestigd. Aangezien daar historisch veel Angelen hebben gesteeld, geldt daar dus de betekenis: wharf = plateau, zandhoogte.
¶ In Eibergen bevinden zich de Warfendijk en de Warfslatweg. Warfendijk verwijst naar een dijk door een voormalig veengebied naar een wharf (hoogte). De Warfslatweg naar een weg langs een slath (sloot) naar de wharf. Zowel wharf als dijk (dic) en slath zijn Anglische woorden.
** Warfendijk Eibergen, Wharfveenweg Markelo, Slath, Veendijken

Warfendijk:
Veendijk in het buitengebied van Eibergen. Het is een lange weg langs een wharf. Gedeeltelijk is het een zandweg en voor de rest een klinkerweg.

De Warfendijk loopt naar een wharf, een zandhoogte, die anno 2010 nog duidelijk zichtbaar glooit. Foto rechts toont de top van de wharf.
** Veendijken, Wharf
# FRI, KBG

Wharfveenweg Markelo:
Een weg in het buitengebied van Markelo/Lochem. De weg loopt over een vrij hoog en groot plateau in het landschap. Het gebied rond Wharfveenweg zal dus veengebied zijn geweest, hetgeen overeenstemt met de historische gegevens. Hier geldt dus vrij zeker: wharf = plateau, zandhoogte. De vroegere verveners in dit gebied waren voornamelijk afkomstig uit de regio zelf of uit andere gebieden in NO Nederland. Het gebied waar de Warfveenweg loopt, lijkt geenszins (door mensen) opgehoogd, maar een natuurlijk hooger gelegen gebied. Het gebied is behoorlijk groot van omvang. Te groot om door mensen te zijn opghoogd voor bewoning. Op grond van genoemde feiten en thesen kan daarom nu het volgende worden geconcludeerd:

Aangezien het gebied nimmmer is bevolkt door Friezen, maar eerder door Angelen en later door Saxen,
- en de nabijgelegen streek Bolder verwijst naar de Anglische god Bolder (Balder) en dus verwijst naar de aanwezigheid van Angelen,
>> lijkt het vrijwel zeker dat de term wharf in deze context afkomstig is uit het Anglisch, de taal van de Angelen die zich daar hebben gesetteld, ergens ruim vóór de instroom van Saxen sedert circa 650nC.
** Wharf, Bolder, Bolder Holten, Oud Anglisch, Angologie, Mega Angeln, Angelsites, Asland

 
Warffum:
Dorp in Noord Groningen. In de 9e eeuw Werfhem genaamd. Werfhem is Anglisch voor wharf + ham (hem). Ofwel: de heem op de wharf.
** Wharf, Angelsites, Pg Dixicon (ham)

Wihtlaeg van Angeln (320*-380*)
Zoon van koning Weaga van Angeln.
Koning van Angeln.
Zoons: Wermund (gb 356) en Wehta (gb 360).
** Angeln
# WKP 29.11.07 (ex Historia Britonum), DAB

Widsith:
Oud Engels dichtwerk, mogelijk uit de 7e eeuw, in the Exeter Book, een bundel Engelse gedichten uit de 10e eeuw. Widsith is een geïdealiseerd zelfportret van een troubadour uit de Germaanse tijd. Hij zwerft over grote afstanden en is een graag geziene gast in drankhallen, waar hij vele groten der aarde vermaakt. In het dichtwerk komen vele helden voor uit de 4e-6e eeuw. Het is daarom ook een belangrijke historische bron. Tevens toont het werk de belangrijke rol van een troubadour in de Germaanse tijd.
** Troubadours, Offa van Angeln, PgLing (Widsith)
# britannica.com 9.1.2010

Wieken:
Buurtschap in Gendringen in de Liemers. Aangezien in de Liemers sinds circa 300 vC Angelen wonen en in het nabij gelegen Engbergen (3 Km NO), zal Wieken vrij zeker ook Anglisch gebied kunnen zijn. Er is bovendien een Anglische stam genaamd de Hwicce (Wicci, Wiccia) dat zich rond 370 nC vestigt in de Cotswolds, Centraal Engeland. Gezien hun alias Wicci kunnen ze heel goed afkomstig zijn uit Wieken. De Angelen in Wieken hebben zich aldaar dan circa 250 vC gesetteld.
** Hwicce, Engbergen, Mega Angeln, Angelsites

Wierde:
Gronings woord voor terp: een heuvel waarop mensen wonen, beschermd tegen hoogwater en stormvloeden.
** Terp

Wig van Sleswig (345*-405*):
Zoon van Freawin, onderkoning van Sleswig.
Dood samen met zijn broer Cedd in een gevecht Eadsgil, de agressieve koning van de Myrgings in Holstein. De Myrgings zijn erg boos en bedreigen continu het leven van de twee broers. Wig besluit daarom rond 370 naar Engeland te migreren en daar een rustiger bestaan op te bouwen. Hij vestigt zich daar in de Cotswolds (regio Uper Thames), samen met een grote groep Angelen.
Sleswig is tot circa 650 nC een onderdeel van het koninkrijk Angeln. Temeer omdat het in een gebied ligt waar sinds de 1e eeuw nC hoofdzakelijk Angelen wonen. Wig moet dus inderdaad een burggraaf zijn van de stad Sleswig, gelegen in het koninkrijk Angeln. Als zodanig is hij mogelijk verwant aan het Anglische koningshuis.
Zoon: Gewis (gb 380).
** Sleswig, Haithabu
Lx Gewisse, Cotswolds, UTR/UK, Wychwood, Hwicce
# AHM, HNF, DAB

Winchester:
Stad in Hampshire, Engeland. Anno 2009 circa 50.000 inwoners. Circa 900-1150 nC hoofdstad van Engeland, c.q. Wessex, waar in die tijd de centrale macht ligt. In de 11e-14e eeuw is Winchester een belangrijke plaats voor de wolhandel. In de Romeinse Tijd heet Winchester Venta Belgarum, ofwel Regio der Belgen. In die tijd wordt met België bedoeld het hele gebied der Lage Landen. Dus Nederland en België samen. De Romeinse naam voor Winchester geeft dus aan dat deze stad rond de jaartelling wordt bevolkt door mensen uit de Lage Landen. Dus Belgen en Nederlanders.
** Wessex (Lx)
# WP, DAB

Windrichtingen:
Tot circa 1800nC geldt:
boven = zuidwaarts, ten oosten of hogere gelegen (soms)
beneden = noordwaarts, ten westen of lager gelegen (soms)
oestwert = zuidwaarts of ten oosten van > oest = oost of zuid
onder = beneden
westwart = noordwaarts of ten westen van > west = noord of west

Op Middeleeuwse en latere kaarten ligt het zuiden dus vaak boven en het noorden onder. De aanduidingen 'boven', 'beneden', etc bieden dus onvoldoende houvast om de ligging van een object te bepalen in hedendaagse termen.
** Utrecht Stad (Kaart 17e eeuw)
# RKR (p 125)

Wirdum:
Dorp bij Loppersum in NO Groningen. Gronings: Wirrem. Ao 2010 330 inwoners. Het dorp is gebouwd op twee wierden. De NH Kerk ligt op de grootste wierde. Daaromheen ligt het oude dorp. Bij de kerk staan grote stenen die lijken op een oude Germaanse offerplaats. Zulks is heel waarschijnlijk. Offerplaatsen worden in de Germaanse tijd meestal gebouwd op de toppen van heuvels en wierden. Met de kerstening worden op dezelfde plekken vaak kerken gebouwd.
(> Ael)
 
In 1894 is in Wirdum een beeldje gevonden van Minerva, de Romeinse godin van de wijsheid. Zij draagt een helm en in de rechterhand houdt ze een platte schaal. Het beeldje is 10.6 cm hoog. In Wirdum zijn ook scherven gevonden van terra sigialata (Romeins aardewerk) en twee bronzen beeldjes van Mercurius, de Romeinse god van de handel. Wirdum is dus zeker al bewoond in de Romeinse tijd (12vC-450nC).
¶ Bron VWB schrijft dat rivier de Fivel oorspronkelijk uitmondt bij de kerk in de haven Amisia van Wirum. Zeker nog in de tijd van Menko (1213-1276), abt van klooster Bloemhof te Wittewierum. Waar genoemd Wirum ligt, is niet duidelijk. Op een kaart van Groningen uit 1589 is wel Onderwierum aangegeven ter plekke van het huidige Onderdendam, maar nergens een Wirum. Mogelijk lag Wirum dus wat hoger dan Onderdendam en nabij Kantens. Een andere optie lijkt Wirdum, dat in het Gronings immers Wirrem (= Wirrum) wordt genoemd. Het dorp grenst aan Garrelsweer aan de oude loop van de Fivel richting Appingedam.
** Fivel

Witan:
Raad der Wijzen van de Anglische koningen in Angeln en later in Engeland. De naam is identiek aan het Nederlandse werkwoord weten. EWB: Oud Engels, Oud Saxisch, Gotisch: witan; Arisch: veda = ik weet. Webster (2005): wita = one who knows. Witan kan dus worden geïnterpreteerd als: de Raad van Zij Die Weten. Oud Engels: Witena Gemoot: Ontmoeting (bijeenkomst) van hen die Weten (Wijzen). Ofwel: de Raad der Wijzen. De samenstelling van de Witan is niet vast. Ze wordt ad hoc samengesteld op grond van de omstandigheden. I.e.: de problemen die besproken moeten worden, de aard van die problemen en de deskundige autoriteiten op dat gebied. Meestal gaat het om staatszaken, zoals landhervorming, belasting, zware criminaliteit, oorlog, vrede, koninklijke huwelijken, benoemingen voor belangrijke posten, etc. Wie de Witan steeds samenstelt en hoe dat geschiedt, is vooralsnog niet bekend. De koning zal daarbij een belangrijke rol kunnen hebben. Echter, een structurele verantwoordelijkheid leggen bij één persoon leidt ongetwijfeld tot gevaarlijke machtsvorming c.q. machtsmisbruik. Dat is voor het land uiteraard zeer riskant.
** Angeln
# WKP 13.9.09, EWB, DAB, KBG

Wodan:
Oppergod van de West Germanen. Zijn naam leeft voort in Woensdag, Oud Engels (Anglisch): Wodenes-daeg. Deze dag heet bij de Romeinen 'dies mercurii', de dag van Mercurius, de god van de handel en winst, equivalent met de Griekse god Hermes. In het tijdperk van de Romeinse Keizers is de verering van Mercurius wijd verbreid onder de Kelten en Germanen. Wodan werd bij de oude Germanen geïdentificeerd met Mercurius. Wodan's bijnaam is Grim, omdat hij altijd vermomd is. Grima betekent masker of helm in Oud Engels. Deze grima wordt ook gebruikt door Anglische koningen en soldaten in Engeland. Volgens bron RRA beschouwen de Anglische koningen zich als nazaten van Wodan. Op grond van deze feiten kan men aannemen dat Wodan de oppergod is van de Angelen.
De naam Wodan is afgeleid van de Germaanse naam Wothanaz. Daarin zit de Germaanse wortel Wuth = woede. Wodan wordt gezien als de oppergod van de West Germanen en tegelijkertijd identiek aan Odin, de oppergod van de Noord Germanen.
Wodan is gehuwd met Frigg. Hun zoons zijn Donar (Anglisch: Thunor) en Balder.
** Goden, Grima, Odin, Frigg, Donar, Oda
# RRA, WP, KBG

Wold:
Bron Vrouger: Oud Saxisch woord voor een gebied met landerijen, zoals open plekken, grasland of bouwland, gelegen tussen bossen en bossingels. Oud Fries: wout of wolt. Anglisch: wudu; later: wald = open landstreek, weide, struikgewas. Komt veel voor in plaatsnamen in Noord Nederland. Vaak in groepen bij elkaar. Bijvoorbeeld in Groningen: De 7 Wolden (Harksted, Scharmer, Kolham, Slochteren, Hellum en Siddeburen), Oostwold bij Siddeburen, Kropswolde, Woltersum, Noordwolde, Zuidwolde, Wolddijk, Woldendorp, Finsterwolde, etc. Drente: Roderwolde, Foxwolde, etc. Friesland: Eernewoude, Siegerswoude, Duurswolde, etc. Oost-Friesland: Böhmerwold, Georgiwold en Simonswolde.
Bron EWB: woud: Oud Saxisch, Oud Fries, Oud Hollands: wald; Oud Engels: weald. Vrij zeker afgeleid van Oud Germaans walthu = open veld. Het landschap in Noord Europa bestond voornamelijk uit grote open vlakten begroeid met gras en weinig bomen.
** Roderwolde, Wychwood
# Vrouger nov 2007 p 41, EWB, KBG

Woluspa:
Germaans scheppingsverhaal.
** Pg Genline

Wolven:
Roofdier uit de groep hondachtigen. Bij de Germanen vereerd als heilig dier. Odin wordt begeleid door de wolven Geri (de gretige) en Freki (de moedige), boodschappers en voorspellers van de toekomst. De vereering van wolven door de Germanen is nogal vreemd. De wolven doden en eten namelijk ook vee, volwassen mensen, kinderen en huisdieren. Hoe e.e.a. te rijmen valt, is vooralsnog niet duidelijk. Mogelijk was de vereering alleen in de tijd dat de Germanen nog voornamelijk jagers en verzamelaars zijn. Dus circa 3000vC-2000vC. Later worden wolven echter steeds meer bejaagd, gedood en verdreven. Dat moet haast wel te maken hebben met het feit dat de Germanen zich sinds circa 2000vC duurzamer settelen, waardoor de betekenis van landbouw en veeteelt toeneemt. Daardoor ging ook de bevolking toenemen. Wolven worden daardoor een steeds groter kwaad voor de mensen en hun landbouw en veeteelt. Uiteindelijk leven sinds de 20ste eeuw geen wolven meer in West Europa. Verder naar het noorden en oosten komen ze echter anno 2009 nog tamelijk veel voor. In Zweden leven anno 2009 circa 250 wolven. Begin 2010 moeten daarvan 27 worden afgeschoten wegens het gevaar voor andere dieren en voor mensen.
** Sirius
# WP, NOS Journaal 3.1.2010, DAB, KBG

Wijchen:
Stad aan de Rijn bij Nijmegen. Bestaat al in de Steentijd (9000-2000vC). Er is een graf gevonden uit de IJzertijd (800-12vC). In de Romeinse Tijd (12vC-450nC) wonen er voornamelijk rijke Romeinen. Uit die tijd zijn de resten van twee Romeinse villa's opgegraven. Mogelijk hebben zich rond 500 nC Angelen gevestigd in Wijchen. Later migreren ze naar Engeland, waar ze Hwicce of Wiccia worden genoemd. Het kasteel van Wijchen dateert van de 14e eeuw.
** Migratiestromen, Mega Angeln
# WP, WKP 25.5.09, KBG

Wijhe:
** Hengevelde Wijhe

Wynaldum:
Terpdorp 8 Km NO van Harlingen in Friesland. Mogelijk hebben daar in de 7e eeuw nC Angelen gewoond. In de Tjitsma Terp aldaar is in de jaren 1950 de Fibula-speld gevonden: een mantelspeld van goud, versierd en belegd met edelstenen (almaldien). De mantelspeld dateert van circa 650nC en vertoont grote overeenkomst met sieraden uit het graf van de Anglische koning Redwald (gst 625nC) te Sutton Hoo in Suffolk in East Anglia. De fibula is gevonden in kleine stukken en op verschillende momenten. In de jaren 1980 zijn nog 10 kleine fragmenten gevonden en augustus 2009 wordt het laatste stukje gevonden door amateur Rinze Couperus uit Bolsward. Dankzij deze laatste fragmenten is nu duidelijk dat de kopplaat van de fibula het masker (grima) van Wodan voorstelt.
** Suffolk, Archeologie, Grima, Wodan, Redwald van East Anglia
# De Telegraaf 29.12.09, DAB

Wyrm:
Draak uit de Germaanse mythologie.
** Pg Genline (Germanen)

X::

Y::

Yde:
Dorp bij Eelde in NW Drente. Aldaar is in 1897 een veenlijk gevonden van een jonge vrouw die de naam Meisje van Yde kreeg. Uit onderzoek blijkt ze te hebben geleefd in de 1e eeuw nC en van Germaanse origine. Aangezien Yde echter ligt in een gebied waar 300vC-450nC alleen Angelen wonen, zal ze zeker van Anglische oorsprong zijn. Het hoofd van het Meisje van Yde is gereconstrueerd aan de University of Manchester. Ook haar kleding is deskundig gereconstrueerd. Daarna is ze opgesteld in het Drents Museum te Assen.
** Veenlijken
++ Meisje van Yde
++ Veenlijken

Ye:
Oud Engels: ook yi of joe; afgeleid van het Gotisch jus. (COD) Ye of you komen ook voor in Geordie, een naar zeggen oude Anglische taal in Bernicia (NO Engeland). Nederlands: je, jou. Noord Gronings: je, joe. In Oud Nederlands wordt normaliter du gebruikt. Je alleen als beleefdheidsvorm. Later vervangt je het du, omdat je gramaticaal makkelijker te hanteren is.
** Geordie, Angologie, Goten
# COD, DAB

Yeavering:
Stad in Bernicia, Northumbria in Noord Engeland, langs de Noordzee kust tussen Yorkshire en Schotland. Yeavering wordt al vroeg bewoond door Angelen, die vrijwel zeker afkomstig zijn uit Jever in Ost-Friesland, dat in die tijd Anglisch gebied is. (> Mega Angeln) Bron RRA schrijft over Yeavering:

Noteworthy here is a massive, high post outside the [pagan] temple to the north-west, certainly with ritual significance, i.e. a mana-pool, equivalent to the Pacific totem poles (p. 43-4); and furthermore the pit by the door filled with the skulls of oxen. "To the west there was a building probably used as a kitchen for cooking the ceremonial feasts. Associated with this structure was an area apparently reserved for butchering the sacrificial beasts. It contained many remains of the long bones of oxen, but, significantly, not skulls - they ended up in the temple" (p. 45)
...
"In Scandinavian paganism animals, particular oxen, were offered to Freyer on his annual journey ... The ritual sacrifice of oxen is a feature of Anglo-Saxon paganism evedenced repeatedly by archaelogy and confirmed by historical document." (p. 45)
Geordie is een Oer Engelse taal gesproken in Bernicia. De taal staat heel dicht bij het Oer Anglisch en staat heel dichtbij het Oud Nederlands, hetgeen overeenstemt met de taal die gesproken wordt in Ost-Friesland en NO Groningen. Ost-Friesland is tot de Vrede van Munster in 1648 feitelijk een onderdeel van de Nederlanden. Tijdens de vredesonderhandelingen eist Hannover het gebied op als voorwaarde om accoord te gaan. De Nederlanden willen de onafhankelijkheid en voldoen daarom aan de eis.
** Jever, Gadhimai, Geordie, Asland

 
Ysselland:
Ofwel IJsselland: het hele gebied langs de rivier IJssel van Arnhem tot Kampen. In dit gebied hebben vrij zeker vele Angelen gewoond, waarvan een deel in 450-550nC migreert naar Brittannia.
** Angerlo, Heggencultuur, Hengevelde Wijhe, Hengforden

Z::

Zeeland:
- Bron OVK: De magische vijhonderdzeventig milimeter is nog veel verder de wereld over gegaan. O.a. in Zuid-Zweden, het Deense eiland Föhr en bij Zierikzee. Overtuigend bewijs dat het volk der Angelen eind vierde eeuw in al deze gebieden woont alvorens naar Engeland af te zakken. > Pint
- Middelburg/Zeeland -- Middlesbrough/NO.Yorkshire
- Oud Zeeuws: angel: dunne lat om reet te dichten > Angel
 
Zelhem:
Stad in de Achterhoek. Circa 200vC bevolkt door Angelen. De naam is afgeleid van Anglisch: Sello (mansnaam) + ham (heem, oord). Dus: de heem van Sello.
** Sel, Ludger, Huizen, Aldenhaeve Zelhem

Zonnecultus: (11000-8500vC)
** Pg Genline

Zonnering: (1500vC++)
Oeroud symbool van Goddelijkheid. Vaak zonneschijf genoemd. Komt reeds voor bij het Mazdeïsme als symbool voor de oppergod Ahoera Mazda (circa 1000 vC), in Egypte als symbool van de oppergod Ra (circa 1500 vC) en later (circa 1400 vC) in Midden Zweden op een grote steen, mogelijk als symbool van Odin, de oppergod van de Germanen. Gezien het enorm grote gebied waarin de zonnering voorkomt, moeten we haast wel geloven dat de zonnering een oeroud symbool is, dat ver vóór 1500 vC ergens is bedacht en nadien gedurende vele eeuwen verder is verspreid. Dit kan wijzen op een zeer oud geloof in de zon als Goddelijke Macht. Een geloof dat heerst in het hele gebied van Noord Afrika, Centraal Azië en in Europa. (> Zonnecultus)

Volgens bron RUD/12 is op het Noord Duitse waddeneiland Amrum een brokstuk van een wetsteen gevonden met de inscriptie thunn. Mogelijk gaat het om de roepnaam Authunn. In 1920 heeft ene Von Olshausen de inscriptie beschreven. Waarschijlijk komt de steen uit Nebel op Amrum. Deze biezondere vondst roept de vraag op of het hier gaat om de Egyptische zonnegod Aton. Het lijkt niet ondenkbaar, aangezien NW Europa al heel vroeg contacten heeft met de Mediterrane landen. Vooralsnog is helaas onbekend uit welk jaar de inscriptie dateert. Bij een zeer oude datum is er mogelijk een link met de ring van Odin.
** Zonnecultus, Ariërs (Mazdeïsme), Odin, Ingwaz, Horus
# WP, DAB

 
Zuid Holland:
Na het vertrek van de Romeinse troepen uit Zuid Holland in 276 nC raakt het gebied ontvolkt. Rond 300 nC komen immigranten uit het Noorden. Saxen en Angelen. Voornamelijk boeren. Tot op heden zijn weinig archeologische vondsten gedaan uit die tijd. Een armtierig dorpje bij Katwijk en grafheuvels bij Katwijk, Rijnsburg en Monster. De Saxen vormen een ware plaag langs de kusten en riviermonden. De Romeinen bouwen daarom versterkingen, na 400 Litus Saxonicum genoemd, met posten in Brittenburg, Voorne, Goeree en mogelijk Ockenburg. Op het FH-terrein (in Voorburg?) is een crematiepot met crematieresten opgegraven, die wordt gedateerd op 275-450 nC. De pot vertoont grote gelijkenissen met Angel-Saxisch aardewerk uit Noord Duitsland en Oost Engeland. Aangezien Noord Duitsland vóór 400 nC en Oost Engeland na 400 nC overwegend zijn bevolkt door Angelen, gaat 't mogelijk om Anglisch aardewerk zoals o.a. gevonden in Norfolk in 1933-38.
** Crematie, Urnencultuur
# semafoor.net 8.10.09, KBG

Zwarte Zee:
** Pg Genline (Zondvloed)

Zweden:
Zweden is al bewoond vóór de Steentijd (300.000 vC). Dat blijkt uit archeologische vondsten. De oerbevolking bestaat deels uit Finse Sjamanieten. In de Brons- en Yzertijd (2000-12 vC) heeft Zweden al contacten met het buitenland. Mogelijk met Kreta. Rond 2000 vC schijnen volken uit de Don-regio in Zuid Rusland zich in Zweden te vestigen. (# TOX) Rond 1000 vC migreren vele Zweden naar Denemarken, waar ze zich duurzaam settelen. Aan de Vikingtochten (750-1066 nC) nemen de Zweden nauwelijks deel! Alleen naar vestigingen langs de kust van Finland en in de Dnepr-regio. Toch is Trelleborg in Skâne (Zuid Zweden) een belangrijk bolwerk van de Vikings. In de Middeleeuwen (450-1500 nC) heeft Zweden intensieve handelscontacten met Constantinopel. Dat blijkt uit Oost Romeinse munten, gevonden in de bodem van Skâne.
** Oerzweeds, Odin
# WP, TOX, DAB

Zweeloo:
Zweeloo is een esdorp onder Coevorden. Anno 2009 circa 3000 inwoners. De naam komt voor als Suelo (1298-1304), Swele (1335), Zweelo (1851-1900).

De oudste sporen van bewoning in Zweeloo dateren van 600-200 vC. Uit die tijd zijn resten gevonden van gereedschappen van vuursteen en van wapens. Gezien vondsten uit de Trechterbekercultuur nabij Zweeloo is het gebied mogelijk al bewoond sinds 3500 vC. In het gebied rond Zweeloo zijn ook diverse veenlijken gevonden, die dateren uit circa 100 vC.

Zweeloo is bekend om de Prinses van Zweeloo, een jonge vrouw van goede stand die heeft geleefd in circa 425-450 nC. Haar graf is ontdekt in 1952 tijdens graafwerk. In haar graf zijn ook sieraden gevonden: bronzen spelden, een ketting met glazen kralen, een ketting met kralen van barnsteen, een zilveren ring, zilveren toilet garnituur, een bronzen sierspeld in vlindervorm, grote losse kralen van banrsteen en van glas en bronzen armbanden, ringen en sleutels en een ketting met een bevertand. De prinses droeg een gewaad van zeldzaam mooi geweven linnen en een ruitkeper. Gezien al deze biezondere artefacten moet zij wel van goede stand zijn geweest. Vandaar dat ze titel prinses kreeg. De vondsten worden bewaard in het Drents Museum te Assen. De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) schrijft daarover op 19.2.1979:

Samenvatend kan gesteld worden, dat de prinses behoorde tot een niet onbemiddelde familie, die tot een hoge sociale klasse behoorde, gezien het aantal rijke vondsten. Door de verscheidenheid van vondsten in het graf en de "bijbehorende familiegraven" staat vast, dat men in Zweeloo toendertijd [5e eeuw nC] al internationael contacten heeft gehad. De kralen komen bijvoorbeeld bijv. uit het Elbe en Wesergebied. Het gesmolten bronsfragment is afkomstig van een inheemse, Romeinse bronssmid ...

De bevertand aan een snoer die de prinses om haar hals droeg, kan wijzen op de aanwezigheid van bevers in Zweeloo of daaromtrent. Het kan ook zijn dat de bevertand afkomstig was van elders. Gezien de contacten van Zweeloo met verre gebieden in Noord Europa, kan dat o.a. zijn van Beveroe in Angeln (Noord Duitsland). Beveroe betekent bevereiland vanwege het grote aantal bevers dat daar voorkwam. Beverjacht is van oudsher tot in de 19e eeuw een uitermate lucratieve bezigheid. Bevervellen waren kostbaar en werden voornamelijk gebruikt voor kleding. Bevervlees was daarbij neveninkomst. (> Beverjacht)

Deze statements maken duidelijk dat de Angelen in Olfrisia in de 5e eeuw nC en zeker al ruim voordien, op de hoogte zijn van de expansieruimte naar het zuiden. Zij hebben zich in ieder geval rond 150 nC vandaaruit al gevestigd in Angelsloo bij Emmen, circa 11 Km zuidoostelijk van Zweeloo. In dit verband is het interessant dat de uitgang -loo in plaatsnamen vaak duidt op een Anglische locatie. (> Loo) Gezien de nabijheid van Angelsoo, kan e.e.a. betekenen dat ook Zweeloo oorspronkelijk een Anglische nederzeting is. Mogelijk is ze dan circa 200 nC vanuit Angelsloo gesticht. Circa 23 Km zuidwestelijk bij Hardenberg ligt een gebied met de naam Engeland, dat vrij zeker ook een Anglische nederzetting is. Mogelijk is het hele gebied tussen Angelsloo, Zweelo en Engeland/Hardenberg reeds vroeg (150-300nC) al bevolkt door Angelen.

- NH Kerk
Sinds de 8e eeuw komt Zweeloo onder Frankisch bestuur. Tegelijkertijd wordt het Christendom ingevoerd en wordt er een kerk gebouwd. Rond 1100 nC staat er een houten kerk met een fundament van veldstenen op een natuurlijke heuvel van 8 meter boven NAP. In 1252 wordt de houten kerk afgebroken en vervangen door een stenen kerk met dikke muren van kloostermoppen, een brede voorgevel en Romaanse bogen. Vooraan op het dak staat een kleine zwarte toren met spits. Deze zgn dakruiter is gedekt met eikenhouten schaliën, hetgeen zeer zeldzaam is. Op de nok staat een wit stiepelteken van Protestante signatuur. In de 19e eeuw wordt de kerk gerestaureerd en komen er Gotische bogen bij. In de buitenmuren zitten opmerkelijk veel gaten, lijkend op duivegaten. Enige van die gaten zijn daarom afgesloten met een baksteen. Anno 2009 staat deze opmerkelijke kerk er nog steeds. Qua stijl doet ze niet denken aan kerken in Friesland of Saxenland. De kleine houten toerenspits op het dak doet erg Noors aan, zoals de kerk in Tingvoll in Noorwegen. Dit type kerk komt ook voor in Angeln. O.a. in Tolk, Norderbarup (St Marien, 13e eeuw), Pahlen (district Ditmarschen), Uelsby (St Jakobus) en Haithabu/Sleswig (St Andreas). De kerken in Angeln zijn veelal gebouwd op een heuvel en worden gekenmerkt door Romaanse bogen, meer nog dan elders in Europa. Ook de NH kerk in Zweelo heeft Romaanse bogen. Ook de brede voorgevel van de kerk doet sterk denken aan de genoemde kerken in Angeln. Per saldo lijkt de architectuur van de NH kerk te Zweeloo sterk op diverse kerken in Angeln. Zodanig, dat ze een bevestiging lijkt van Anglische invloeden in Zweeloo. De vele duivengaten in de muren zijn uniek. Naar zeggen hadden vele kauwen daar vroeger hun nesten gebouwd. Enige gaten zijn daarom gedicht met bakstenen. De gaten zouden zijn bedoeld om er makkelijk steigers te kunnen plaatsen voor noodzakelijk onderhoudwerk. Vincent van Gogh heeft tijdens zijn verblijf in Nieuw Amsterdam (Drente) een dag vertoeft in Zweeloo en er een schilderij gemaakt van de kerk.
** Loo, Ossenweg, Angelen, Migratiestromen, Prinses van Zweeloo
# coevorden.nl 3.6.09, sh-tourismus.de 8.6.09, WKP 6.6.09, FRI, Jan Warmolts te Zweeloo (streekhistoricus), DAB, KBG

 

Lexicon >>